.Eurymedon' passeerde brug bij Keizersveer met slechts 15 cm. speling Maatschappelijk werk zal óók vrijwilligers nodig hebben Parlementaire delegatie op weg naar Suriname Wtll Marcel Carné stelt diep teleur* KWATTA IS maart 1917: ONDERGANG van het TSARISME lSksII FILMS ■Mar* i L'air de Paris" valt volkomen uit de toon 7 is weer deze week mrnm Minister M. Klompé in Groningen Doel: aanpassingsmoeilijkheden verlichten Bestudering tienjarenplan voornaamste doel Everhard van Beynum overleden Sluitzegels tegen de honger ^oema-commissie dwong Nicolaas II tot abdicatie „De spullebaas" VB VRIJDAG 15 MAART 1957 PAGINA 3 wiïWWmï Na veel gemanoeuvreer dat getuigde van ware stuurmanskunst der vijf sleepbootkapiteins, werd gistermiddag, onder het toeziend oog van de dienst Rijkswaterstaat, het kolossale casco van het 12.600 ton me lende zeeschip „Eurymedon", veilig onder de brug bij Keizersveer door gesleept. Het was een staaltje van berekening en durf, want de romp scheerde als het ware langs de onderkant van de brug. Het ge beurt niet vaak, dat een flink zeeschip wordt gebouwd op een meer het binnenland gelegen werf. Onvoldoende diepte, nauwe vaar waters en vooral bruggen vormen immers grote obstakels voor de vaart naar zee. Het mag daarom wel een unicum heten, dat de scheepswerf De Haan en Oerlemans N.V. te Heusden, opdracht kreeg lot de bouw. Samenwerking Enkele gegevens STEEDS MEER JONGE VOORJAARSGROENTE Veelzijdig arbeidsveld Landbouwer benadeeld HEBT 00K ZO N HONGER" Dr. K. HAHN BIJ K.V.P.- SECRETARIAAT Opvolger van mr. J. W. at. d. Poel Koop zo'n Kwatta pakje elke week! 100 gram Getuiste kansen ■f* v 4 Circussfeer bron van inspiratie voor Ingmar Bergman De n.v. besloot daarom het casco in heusden te bouwen en de afbouw te laten J-'errichten bij een zustermaatschappij J^et scheepsinstallatiebedrijf IJsselmonde 'e IJsselmonde. Het kwam er dan bp aan, het gevaarte veilig naar IJsselmonde te loodsen. De yerkeersbrug bij Heusden, de brug bij Keizersveer en de Baanhoekbrug vorm den de grootste problemen. Dank zij pre cieuze berekening, een staaltje van sleep- leehniek en de medewerking van de Rijkswaterstaat, slaagde men er eergister avond in, het gevaarte onder de eerste °rug door te krijgen. Maar hierna kwam de brug bij Keizersveer, laagste voor de doorvaart. De derde brug zou hierbij maar kinderspel zijn. Als men weet, dat het schip een diep- Sang heeft van 9.4 meter en het varen onder de brug bij Keizersveer bij de laagste waterstand van kiel tot bodem een ruimte overlaat van 27 cm en van het hoogste deel van het casco tot aan het laagste deel van de middelste overspan ning, slechts op een ruimte van ongeveer 15 cm. gerekend kon worden, dan is de precaire situatie enigszins duidelijk. Gis termiddag waren daarom ook weer aan- ivezig directieleden van de scheepswerf, oe dienst Rijkswaterstaat met onder meer oe heer ir. A. H. Fabius uit Dordrecht en de ijf sleepboten van de „De Maas" Kennis, kundigheid en stuurmanschap stelden zich op elkaar in. Men wachtte op de laagste waterstand. Zaak was om het schip eerst precies in het midden te krijgen, wat niet direct lukte vanwege de krachtige wind en de sterke stroom. Toen het vaartuig eindelijk in de juiste positie lag, ging het als het ware „voetje voor voetje" vooruit. Naar wij vernamen, passeerde het schip met nog iets minder ruimte dan berekend was, de brug. Het ging, maar het was op het nippertje. De Eurymedon een turbine vrachtschip werd gebouwd in opdracht van de Ame rikaanse rederij Chessini Co. Ltd. te New York. Het heeft een lengte van 147.38 meter, tussen het lood een lengte van 134.10 m., een holte van .12.20 m., een breedte van 18.10 m. en een diepgang van 9.4 m. Het enorme casco van het. 12.600 ton melende zeeschip werd gistermiddag veilig onder de brug bij Keizersveer door gesleept. Heel voorzichtig ging het vooruit, met boven een speling van nog geen 15 cm en van de kiel tot de bodem ongeveer 27 cm. De minister van Maatschappelijk AA'erk, mej, dr. M. A. M. Klompé, heeft bü baar werkbezoek aan Groningen, gistermiddag in Huize Maas, in aanwezigheid van vele autoriteiten en genodigden voor de leden van het departement Gronin gen van de Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel een rede gehouden over de sociale en economische betekenis van het maatschappelijk werk. Zij wijdde daarbij vooral aandacht aan het feit, dat de mens bij de huidige technische en economische ontwikkeling nauwelijks gelegenheid heeft om te beseffen, welke betekenis de grote veranderingen voor zijn dagelijks leven heb ben. In die situatie dreigen aanpassingsmoeilijkheden en deze te verlichten is juist het wezenlijk doel van het maatschappelijk werk: het helpen van de mens voorzover deze in zijn verhouding tot zijn medemens en tot de milieus, waarin hij leeft, niet de juiste instelling kan vinden, omdat hij niet ziet welke eisen dit moderne leven met en tussen andere mensen hem stelt. Op de groenteveilingen wordt thans het aanbod van de vroege voorjaarsgroen- Ie, zoals sla en spinazie, steeds groter. Rlke dag opnieuw is er thans een aanbod van duizenden kroppen sla en eveneens huizenden kilo's spinazie. De spinazie vindt voor een groot deel "aar weg op de binnenlandse markt. Voor he goede kwaliteit ligt de prijs nog boven 50 cent per kg. Die van sla heeft de laat je dagen een enigszins dalende tendens vertoond, onder invloed van het vrij rui- 'he aanbod. .Er wordt heel wat afgenomen voor de binnenlandse markt, terwijl er ook veel haar West-Duitsland gaat. Op de West- Duitse markt komt op het ogenblik reeds zeer veel sla uit Italië, dat in de voor baande weken meer dan 100 wagons per hag leverde. Ook uit Zuid-Frankrijk wor den grote aanvoeren van natuursla ge- fheld. Verwacht wordt, dat overal in de Romende weken het aanbod zeer snel zal 'benemen. „Het is de bedoeling van de leden van i ir. E. Kraayvanger (KVP), J. Reyers (CH), j de parlementaire delegatie om in Suri-lprof. mr. C. Romme (KVP), ds. J. Fokkema j name kennis te nemen van de problemen, j (AR), J. Tjalma (AR).dr. W. de Kort (KVP), j welke aan het tienjarenplan vastzitten", J J. Willems (PvdA), ir. C. van Meel (KVP), aldus het hoofd van de delegatie, de heer terwijl woensdagmiddag reeds waren ver- H. van Slecn, die tezamen met tien leden van de Eerste en Tweede Kamer donder dagmiddag met de „Abel Tasman" via Lissabon naar Paramaribo is vertrokken. „Het parlementaire bezoek aan de Ne- derandse Antillen is het vorig jaar in zeer goede aarde gevallen", zo ging de heer Van Sleen verder. „Nu wij een uitnodi ging hebben ontvangen van de Staten van Suriname hebben wij deze gaarne aan vaard. Het is te betreuren, dat de oppo sitie in de Staten bij de officiële ontvang sten niet aanwezig zal zijn. Ik heb als hoofd van de delegatie daarover een brief aan de oppositie geschreven, maar verder heb ik niets meer vernomen. Tijdens het bezoek van 14 dagen zullen de Kamer leden van alle onderdelen van het tien jarenplan kennis kunnen nemen. Ook het Brokopondoplan is natuurlijk zeer be langrijk". Bij het vertrek waren aanwezig de voorzitter van de Tweede Kamer, dr. L. G. Kortenhorst en de president-directeur van de K.L.M., de heer I. A. Aler. Met de „Abel Tasman" gingen mee, behalve de heer Van Sleen (PvdA), de heren H. J. de Dreu (PvdA), mr. Th. de Graaf (KVP), De minister schonk extra aandacht aan de problemen, waarmee Groningen te worstelen heeft. Na een schets van de ingrijpende veranderingen ,die vooral in de ontwikkelingsgebieden aan de dag treden, zei de minister, dat het niet al leen gaat om opheffing van de werkloos heid, maar tevens is er vrijwel altijd een duidelijke achterstand op maatschappe lijk, cultureel en hygiënisch terrein. Het maatschappelijk werk kan in deze ge bieden een veelzijdig arbeidsveld vin den. En dat dit werk gebeurt, is van betekenis voor het economische leven zelf, zowel gezien van het standpunt van de gemeenschap, als van dat van het bedrijfsleven. In dit verband zei mej. Klompé over de ruimtelijke moeilijkhe den van de randstad Holland, dat een grotere spreiding van de bevolking over andere delen van het land, prim,air af hankelijk zal zijn van de mogelijkheden en van de bereidheid om buiten het westen een groter deel van de bevolking een bestaan te verschaffen. Bij een goede spreiding van de indus triële ontwikkeling zullen de in het wes ten nog aanwezige mogelijkheden op de meest doelmatige wijze kunnen worden benut, terwijl andere delen van het land daarnaast de welvaartsinjectie zouden kunnen ontvangen, die een eerste voor waarde vormt voor een ruimere ont plooiing van de bevolking. Het maatschappelijk werk zal bij de aanpak van de grote variatie van pro blemen. die met deze veranderingen sa menhangen, niet al'cen beroepskrachten nodig hebben docli ook vrijwilligers. Deze mensen zullen hun werk moeten richten naar de specifieke eisen van de ter plaatse aanwezige vraagstukken. Er liggen dan ook taken voor verschillende vormen van maatschappelijk werk. Bij de discussie wees prof. dr. P. J. Bonman op de fiscale discriminatie, waaronder het maatschappelijk werk op het platteland te lijden blijkt te hebben. AVanneer een stedelijk fabri kant gelden voteert voor arbeid onder de „asfaltjeugd" dan wordt deze uit gave beschouwd als een die in het be lang van zijn bedrijf is. doch als een landbouwer geld beschikbaar stelt voor een dorpshuis is dit geenszins het geval. Het gevolg is dat de landbou wer in belastingtechnisch opzicht wordt benadeeld t.o.v. de fabrikant. De minister zegde toe deze zaak met haar ambtgenoot van Financiën te zul len bespreken. Aan het slot van de bijeenkomst kreeg de minister een fraaie Groninger kraan tjespot aangeboden. Een half uur later volgde een tweede koffiepot, want ook tCl Wijl wuciiöcicigiiiinvxas i ccuo waxtii vu - .7 -rrr 3- x trokken mevr. A. Fortanier-De Wit(VVD), jde directie van Piccadilly Kledmgmi.i1 te sen de verschillende kerkelijke groepen in dezelfde gemeente. Deze grote ver scheidenheid van opvattingen in levens beschouwing verzwakt het organiserend vermogen. Dit leidt er toe, dat de plaat selijke overheden niet op grond van principiële overweging, doch noodge dwongen en subsidiair mee moeten wer ken aan een taak, welke men in 't alge meen liever in particuliere handen zou zien. A/ In alle stilte is gisteren aan Everhard van Beynum, waarnemend directeur van het koninklijk conservatorium voor mu ziek te 's-Gravenhage de laatste eer be wezen. De heer Van Beynum is dinsdag onverwacht overleden in een ziekenhuis in Den Haag. Van de vele functies die de overle dene in het muziekleven bekleedde mo gen worden genoemd die van secretaris van de staatsexamens voor muziek, voorzitter van de vereniging van lerares sen en leraren aan het koninklijk con servatorium voor muziek, ondervoorzit ter van de vereniging het Residentie Orkest, voorzitter van de Johan Wage naar stichting, oud-algemeen secretaris van het hoofdbestuur van de koninklijke Nederlandse Toonkunstenaarsvereniging van welke vereniging hij later er.elid werd. De heer Van Beynum was ridder in de orde van Oranje Nassau. F. H. van de Wetering (CH), mr. dr. C. Berkhouwer (VVD), C. van Lienden (PvdA), mr. J. in 't Veld (PvdA) en mr. A. Schepel, griffier van de Tweede Kamer, die tevens als secretaris van de delegatie fungeert. De parlementsleden, die woensdag zijn Vertrokken, hebben zich te Lissabon don derdagavond bij het „elftal", dat zich reeds in de „Abel Tasman" bevond, ge voegd. Grootegast had deze verrassing in petto. De minister bezichtigde nl. deze nieuwe industrie waar 45 arbeidskrachten werk vinden. Na een rondtocht door het zuidelijk westerkwartier werd de minister in het gemeentehuis te Leek ingewijd in de problematiek van dit ontwikkelingsge bied. Na een viertal inleidingen te heb ben beluisterd stelde de minister aller lei vragen aangaande bepaalde initiatie ven, werkzaamheden en spanningen tus- Het R.-K. Vrouwe lijk Jeugdwerk en de Katholieke Jonge Middenstands Ver eniging in Nederland voeren. zoals be kend, een actie voor de onderontwikkelde gebieden. Om deze actie onder de aan dacht van 't Neder landse volk te bren gen, zijn 500.000 sluit zegels: „Hebt u ook zo'n honger", in omloop gebracht. Deze sluitzegels zijn o.a. verkrijgbaar bij de diocesane hoofdkwartieren van de Neder landse Gidsen Beweging. Na het vertrek van mr. J. AV. van de Poel zal dr. K. J. Hahn als secretaris voor buitenlandse aangelegenheden der Katholieke A'olkspartij optreden. Dr. Hahn werd geboren 10 november 1912. studeerde achtereenvolgens te Praag, Heidelberg en Wenen. Op 23-jarige leef tijd promoveerde hij te Praag in de Duitse literatuur en studeerde vervolgens aan dezelfde universiteit rechten. Door de bezetting van het Sudetenland moest dr. Hahn zijn studies onderbreken en vluchtte hij naar Nederland, waar hij de gehele oorlog bleef. Na de oorlog werd hij ge naturaliseerd. Van 1953 tot 1956 werkte hij bij de Europese Kolen en Staalgemeen schap. Advertentie Advertentie IN RUSLAND wordt deze week een merkwaardig jubileum gevierd: de veertigste verjaardag van tsaar Nicolaas' abdicatie. Volgens de com munistische geschiedschrijving is dit ®en van de grote successen van het "Proletariaat". Het zo te stellen, is evenwel niet juist. De onderhandelin gen over de abdicatie werden gevoerd Pssen de tsaar en het Doema-comité, een commissie voortgekomen uit het Parlement, dat genoeg had van het auto matische gezag van de keizer en een Parlementair regeringsstelsel wilde. De ®°>nmunisten hebben de ondergang an het tsarisme slechts bezegeld door meervoudige moord van Jekateri- Penburg, een handwerk, waarin ze, zo- ®'s hun veertigjarig regiem aantoont, ,en welhaast onvergelijkbare bedre- ePheid bezitten. ,inige minuten vóór middernacht op 13 RASPOETIN maart 1917 tekende Nicolaas II. „Tsaar en Autocraat aller Russen", een akte, waarin hij voor zich en voor de tsare- witsj afstand deed van de troon. Iets meer dan drie eeuwen had het Huis Romanof-Holstcin-Gottorp over Rusland geregeerd. Nicolaas en Alexandra, de vroegere prinses Alice van Hessen, zouden in de lange rij Iwans.' Peters, Alexanders en Catharina's in het geheel niet opgeval len zijn, wanneer zij toevallig niet het laatste keizerspaar waren, dat op de Russische troon zetelde. Nicolaas II was geen heerser; hij hield er niet van voor staatszaken gestoord te worden: hij was geen intellectueel of scherpzin nig mens. Hij voelde zich het meest thuis in zijn „ambt" van huisvader en wanneer het op staats- en regeringsza ken aankwam was hij maar al te ge neigd om zich geheel te richten naar de hofkliek met aan het hoofd de keize rin-weduwe. Deze kliek, die bestond uit een groot aantal loslopende en intrige rende grootvorstinnen en -vorsten, had totaal geen notie van de noden en ver langens van het gewone volk en de ont wikkelde burgerij; zij had ook geen flauw benul van het gevaar van het anarchisme en nihilisme, dat zich on dergronds had ontwikkeld en overal, tot in alle uithoeken van het rijk en zelfs tot ver over de grenzen, zijn vertakkin gen bezat. HET BEGIN VAN Nicolaas' einde was de Japans-Russische oorlog van 1904—1905. Rusland verloor de oorlog en zijn prestige en daarmee ver loor de staatspolitie haar vaste greep op het volk. De revolutie kreeg een kleine kans, die echter op de zgn. „bloedige zondag" van 22 januari 1905 in bloed werd gesmoord. In Petersburg werd toen een demonstratie van staken de arbeiders uiteen geslagen. Volgens de officiële berichten waren er al 1000 doden. De tsaar moest enige „liberale" concessies doen en zo kwam, in mei van dat jaar, voor het eerst de Doe- ma (parlement) bijeen. Nicolaas' Doema-politiek illustreert in tussen zijn gebondenheid aan de hofkliek Telkens werden vergaderingen van het parlement verdaagd, en tot viermaal toe werd de Doema, die in feite niet de geringste invloed bezat, ontbonden. Telkens weer werd Nicolaas door de hofkliek in de autocratische richting ge dwongen. En de hofkliek, van nature al reactionair, werd dit nog veel meer tijdens de beruchte dweepgeschiedenis met zulk een notoire zwendelaar als Raspoetin, die beweerde monnik te zijn een occulte gaven te bezitten. RASPOETIN, die in Siberië was ge boren, trok als jonge man naar Pe tersburg. Hij slaagde er daar in een gevierd man te worden onder de vrouwen der hogere kringen, werd aan het hof geïntroduceerd en kreeg de zwakke tsaar en de sentimentele tsari na volkomen in zijn macht. Raspoetin legde altijd de grootste na druk op de zgn. goddelijke roeping van de keizer en kreeg deze met dergelijke praatjes zover, dat hij zijn oom, groot vorst Nicolaas, de enige die werkelijk een militair genie was, als opperbe velhebber ontsloeg en zelf de troe pen ging commanderen. Raspoetin intrigeerde achter des keizers rug om met de tsarina om toenadering tot Duitsland te zoeken en door zijn toe doen werd door de staatspolitie op de meest strenge wijze opgetreden tegen revolutionairen. De pseudo-monnik werd uiteindelijk door een komplot onder leiding van prins Felix Joessoepofs een aangetrouwd familielid van de tsaar op 29 decem ber 1916 vermoord. Het volk juichte, de tsarina was in tranen, noemde de dode „mjjn lieve martelaar" en liet zich zijn met bloed besmeurd hemd ge ven als relikwie. Raspoetin werd be graven in een kapel op het keizerlijke buitenverblijf in Tsarkoje-Selo. Na de val van Nicolaas heeft de re gering het tijk weer doen opgraven en verbranden. NICOLAAS II NA DE DOOD van Raspoetin ging het met rasse schreden naar de ondergang. Een maand later brak de revolutie uit. De tsaar trachtte het gevaar te trotseren door de Doema te ontbinden. De Doema had echter reeds een commissie samengesteld, die met hem moest onderhandelen over een mogelijke oplossing van de problemen. Het liep uit op troonsafstand. De tsaar deed afstand ten gunste van zijn broer, grootvorst Michael, die na enig beraad eveneens zijn aanspraken op de troon opgaf, vrij snel gevolgd door vele an dere leden van de keizerlijke familie. Grootvorst Kyrill alleen steunde open lijk de revolutie. Van zijn paleis wapperde de rode vlag en hij iiep met de rode revolutie-lintjes in zijn knoops gat. Vlak voor de oktober-revolutie vluchtte grootvorst Kyrill, naar Parijs en riep zich daar uit als „Kyrill I, tsaar aller Russen". Na de troonsafstand werd de keizer lijke familie geïnterneerd in het bui tenverblijf te Tsarkoje-Selo, terwijl de voorlopige regering in onderhandeling trad met de Britse regering, die echter niet bereid bleek de keizerlijke fami lie asiel in Engeland te verlenen, on danks het feit, dat de Britse koning en de tsaar neven waren. Een andere neef van de tsaar, keizer Wilhelm van Duits land stak evenmin een vinger uit om de keizerlijke familie te redden en zo kon het gebeuren dat de communisti sche geheime politie, de Tsjeka, de kans kreeg om de keizerlijke familie na een lijdensweg langs vele gevangenissen op 3 juni 1918 geheel te vermoorden. Het is teleurstellend de laatste film van Marcel Carné te aanschouwen. Deze cineast, die bewezen heeft uiterst fijnge voelig een sfeer te kunnen scheppen, die het realisme weliswaar vaak in een pessimistische toon verfilmde, maar die ook de romantiek zo bijzonder goed heeft weten vast te leggen, heeft met „L'air de Paris" een film gemaakt, die volko men uit de toon valt. De man van de pasteltinten, van de beelden, die niet on meedogend hard zijn ondanks een vaak morbide of troosteloze inhoud, is niet meer te herkennen. Carné heeft in deze film, die een Frans-Italiaanse co-produk- tie is, zelfs de stad Parijs geen integre rende rol laten spelen. Hij is bezweken voor de verleiding om een „ster"-film te maken en Jean Gabin, Arietty en in mindere mate Roland Lessafre en Marie Daems krijgen alle kans om voor de ca mera te acteren. Jean Gabin en Arietty maken van deze kans gretig gebruik. De oude routiniers toveren alle nuances van een goedmoe dige bonhommie op het gelaat en zij weten met effectjes te bereiken, dat het niet vervelend is om naar hun gezichten te kijken. Roland Lessafre en Marie Daems zijn wat bescheidener: Zij zijn daarom in dit illustere gezelschap van Gabin-Ar- letty ook de minderen. Maar de minste van allen is Carné zelf. Voor de dialogen is Jacques Sigurd verantwoordelijk. Deze scenarioschrij ver heeft een driestuiversroman gemaakt waarvan de inhoud in het kort hierop neerkomt. Een oud-bokser zonder groot verleden als sportman heeft in Parijs een boksschool. Hij droomt ervan een boks- talent te vinden en dit op te leiden. Er is geen grote fantasie voor nodig om te raden, dat hij deze kans zal krijgen Maar als eenmaal de ster van deze bok ser dreigt te stijgen, komt er een vrouw in het spel. Een fatale vrouw. Dit denkt de oppervlakkige toeschouwer aanvan kelijk, maar het goede kind blijkt alleen Marie Daems als het. fatale meisje tegen wil en dank in „L'air de Paris" van Marcel Carné. maar uiterlijk fataal te zijn.. Binnenin slaat een hartje van goud. De „happij- ending" ligt voor het grijpen en een ieder verbaast zich dan ook, dat de film niet ophoudt, wanneer de goede inslag bekend wordt. Carné schijnt nu eenmaal niet graag een „film-rose" te maken. Hij is aan zijn „Quai-des-brumes"-pe- riode verplicht, een „fi!m-rose" af te le veren. De bokser en zijn vriendin krij gen elkaar niet. De trainer-manager krijgt zijn pupil terug. En dan zal het weer boksen, boksen en nog eens boksen worden. De kansen om een beeldencompositie te maken vol van sfeer en dreiging, heeft Carné voorbij laten gaan. De scène van het boksgevecht in drie ronden is nergens zo spannend, dat men zich neerlegt bij het feit, dat de onsmakelijkheden van deze ruwe sport op het witte doek moe ten komen om de continuïteit van de sfeer niet te doorbreken. Een doorlopende dra matische stuwingslijn bespeurt men ner gens. De film begint met een chanson. Het doek blijft net zo lang donker, totdat Yves Montand zijn liedje heeft beëindigd. Men begint dus al naar de „cast" te kijken meteen hoge mate van geïrri teerdheid, omdat er zoveel van het ge duld is gevraagd vóór de eerste beelden zijn te aanschouwen. De verwachtingen zijn gespannen maar worden ogenblikke lijk teleurgesteld. Een panorama van Parijs met de Eiffeltoren! Traditione ler kan het niet: wel beter. De eerste filmrol werd bovendien nog gedraaid op breed scherm. De verhou dingen zijn daarop niet berekend, want Carné heeft een film in zwart-wit van normale afmetingen gemaakt. Als deze afmetingen worden uitgerekt, wint het beeld wel aan breedte, maar verliest het aan hoogte. Het gevolg is dan ook, dat dit gescalpeerde beeld hinderlijk en zelfs soms ridiculiserend werkt. Wij hopen, dat de volwassenen die „L'air de Paris" toch menen te moeten gaan zien, althans wat betreft de projectie, de „oude" Car né te zien krijgen, dus een film in ouder wetse verhoudingen. BU. Ook voor de Zweedse scenarioschrij ver en regisseur Ingmar Bergman is de circussfeer een bron van inspiratie ge bleken. Hij heeft er de film „De Spulle baas" („Cycklarnas Afton") uit geput, welke een brok levensgeschiedenis van zomaar een circusdirecteur verbeeldt. De rolprent geeft een bizarre mengeling van werkelijkheid en van ongrijpbare, on definieerbare gemoedsstemmingen, wel ke de mensen in het noorden vaak on dergaan. Het resultaat hiervan boeit en stoot af, grijpt de toeschouwer nu eens aan en gaat hem dan weer voorbij, De spullebaas Albert (Ake Gronberg) reageert zijn woede af op een dwerg- clown. net als de nummers van een circusvoor stelling. Het verhaal zelf heeft niet veel te be tekenen en speelt ook geen essentiële rol Het gaat over een spullebaas, die mei een troep artiesten, van wier karakters de film wel enkele rake typeringen geeft en met een oud zootje aan materiaal door het land trekt om een magere boterham bij elkaar te spelen. Zijr vrouw, die „vastigheid" wilde, drijft er gens een fatsoenlijke negotie en voed: de kinderen op. Haar echtgenoot wil eigenlijk niets liever dan de boel er bi. neergooien, maar afgezien nog van he' feit dat zijn vrouw een dergelijk beslui' allerminst zou appreciëren, kan hij toch niet tot zo'n beslissing komen, omda hij te zeer gevangen zit in de ban var het bestaan langs de weg. De armoe het ongeregelde leven, het contact mei zijn povere medewerkers, dat alles is t< zeer met hem vergroeid. Zijn dagelijkse beslommeringen deelt hij met de schone schoonrijdster Anne (Harriet Andersson In één van de dorpjes, waar het circus zijn tent opslaat, maakt een jong toneel speler Anne al te zeer het hof. Tijden:' de avondvoorstelling wil de spullebaas zich op hem wreken. Hij delft het onder spit, terwijl het publiek zich in he' schouwspel verlustigt als was het eer stierengevecht. Dan wil hij zelfmoorc piegen, maar dezelfde ban van het zwer- versberoep, die hem belet om de boe! er bij neer te gooien, houdt hem terug van die onherroepelijke stap. In zeker opzicht dringt zich een ver gelijking op met een andere film ovei mensen langs de weg „La Strada". Men zou kunnen zeggen, dat de spullebaas Albert (Ake Gronberg) in zich de ka rakters verenigt van de onstuimige brute zwerver en het melancholieke etherische meisje uit Fellini's film. Is er wel over eenkomst „in de wijze, waarop beide re gisseurs het onderwerp hebben aangevat, anderzijds spreekt het verschil in volks aard tussen de twee filmmakers zo sterk, dat er volstrekt geen sprake is van twee zich gelijk ontwikkelende rolprenten. On getwijfeld is de prestatie van Fellini hoger te waarderen, staat zijn artistieke kwa liteiten vast, terwijl „De Spullebaas" van Bergman niet meer kan zijn dan een omstreden „figuur". De W»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 3