.Eurymedon' passeerde brug bij Keizersveer
met slechts 15 cm. speling
Maatschappelijk werk zal óók
vrijwilligers nodig hebben
Parlementaire delegatie op weg
naar Suriname
Wtll
Marcel Carné stelt diep teleur*
KWATTA
IS maart 1917:
ONDERGANG van het TSARISME
lSksII
FILMS
■Mar*
i
L'air de Paris" valt volkomen
uit de toon
7 is weer
deze week
mrnm
Minister M. Klompé in Groningen
Doel: aanpassingsmoeilijkheden verlichten
Bestudering tienjarenplan voornaamste doel
Everhard van Beynum
overleden
Sluitzegels tegen de
honger
^oema-commissie dwong Nicolaas II
tot abdicatie
„De spullebaas"
VB
VRIJDAG 15 MAART 1957
PAGINA 3
wiïWWmï
Na veel gemanoeuvreer dat getuigde van ware stuurmanskunst der
vijf sleepbootkapiteins, werd gistermiddag, onder het toeziend oog van
de dienst Rijkswaterstaat, het kolossale casco van het 12.600 ton me
lende zeeschip „Eurymedon", veilig onder de brug bij Keizersveer
door gesleept. Het was een staaltje van berekening en durf, want de
romp scheerde als het ware langs de onderkant van de brug. Het ge
beurt niet vaak, dat een flink zeeschip wordt gebouwd op een meer
het binnenland gelegen werf. Onvoldoende diepte, nauwe vaar
waters en vooral bruggen vormen immers grote obstakels voor de
vaart naar zee. Het mag daarom wel een unicum heten, dat de
scheepswerf De Haan en Oerlemans N.V. te Heusden, opdracht kreeg
lot de bouw.
Samenwerking
Enkele gegevens
STEEDS MEER JONGE
VOORJAARSGROENTE
Veelzijdig arbeidsveld
Landbouwer benadeeld
HEBT 00K
ZO N HONGER"
Dr. K. HAHN BIJ K.V.P.-
SECRETARIAAT
Opvolger van mr. J. W. at. d. Poel
Koop zo'n
Kwatta pakje
elke week!
100 gram
Getuiste kansen
■f* v 4
Circussfeer bron van inspiratie
voor Ingmar Bergman
De n.v. besloot daarom het casco in
heusden te bouwen en de afbouw te laten
J-'errichten bij een zustermaatschappij
J^et scheepsinstallatiebedrijf IJsselmonde
'e IJsselmonde.
Het kwam er dan bp aan, het gevaarte
veilig naar IJsselmonde te loodsen. De
yerkeersbrug bij Heusden, de brug bij
Keizersveer en de Baanhoekbrug vorm
den de grootste problemen. Dank zij pre
cieuze berekening, een staaltje van sleep-
leehniek en de medewerking van de
Rijkswaterstaat, slaagde men er eergister
avond in, het gevaarte onder de eerste
°rug door te krijgen. Maar hierna kwam
de brug bij Keizersveer, laagste voor de
doorvaart. De derde brug zou hierbij maar
kinderspel zijn.
Als men weet, dat het schip een diep-
Sang heeft van 9.4 meter en het varen
onder de brug bij Keizersveer bij de
laagste waterstand van kiel tot bodem
een ruimte overlaat van 27 cm en van het
hoogste deel van het casco tot aan het
laagste deel van de middelste overspan
ning, slechts op een ruimte van ongeveer
15 cm. gerekend kon worden, dan is de
precaire situatie enigszins duidelijk. Gis
termiddag waren daarom ook weer aan-
ivezig directieleden van de scheepswerf,
oe dienst Rijkswaterstaat met onder meer
oe heer ir. A. H. Fabius uit Dordrecht
en de ijf sleepboten van de „De Maas"
Kennis, kundigheid en stuurmanschap
stelden zich op elkaar in. Men wachtte
op de laagste waterstand. Zaak was om
het schip eerst precies in het midden te
krijgen, wat niet direct lukte vanwege
de krachtige wind en de sterke stroom.
Toen het vaartuig eindelijk in de juiste
positie lag, ging het als het ware „voetje
voor voetje" vooruit.
Naar wij vernamen, passeerde het schip
met nog iets minder ruimte dan berekend
was, de brug. Het ging, maar het was op
het nippertje.
De Eurymedon een turbine vrachtschip
werd gebouwd in opdracht van de Ame
rikaanse rederij Chessini Co. Ltd. te
New York. Het heeft een lengte van 147.38
meter, tussen het lood een lengte van
134.10 m., een holte van .12.20 m., een
breedte van 18.10 m. en een diepgang van
9.4 m.
Het enorme casco van het. 12.600 ton
melende zeeschip werd gistermiddag
veilig onder de brug bij Keizersveer
door gesleept. Heel voorzichtig ging
het vooruit, met boven een speling van
nog geen 15 cm en van de kiel tot de
bodem ongeveer 27 cm.
De minister van Maatschappelijk AA'erk, mej, dr. M. A. M. Klompé, heeft bü
baar werkbezoek aan Groningen, gistermiddag in Huize Maas, in aanwezigheid
van vele autoriteiten en genodigden voor de leden van het departement Gronin
gen van de Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel een rede gehouden over de
sociale en economische betekenis van het maatschappelijk werk.
Zij wijdde daarbij vooral aandacht aan het feit, dat de mens bij de huidige
technische en economische ontwikkeling nauwelijks gelegenheid heeft om te
beseffen, welke betekenis de grote veranderingen voor zijn dagelijks leven heb
ben. In die situatie dreigen aanpassingsmoeilijkheden en deze te verlichten is
juist het wezenlijk doel van het maatschappelijk werk: het helpen van de mens
voorzover deze in zijn verhouding tot zijn medemens en tot de milieus, waarin
hij leeft, niet de juiste instelling kan vinden, omdat hij niet ziet welke eisen dit
moderne leven met en tussen andere mensen hem stelt.
Op de groenteveilingen wordt thans
het aanbod van de vroege voorjaarsgroen-
Ie, zoals sla en spinazie, steeds groter.
Rlke dag opnieuw is er thans een aanbod
van duizenden kroppen sla en eveneens
huizenden kilo's spinazie.
De spinazie vindt voor een groot deel
"aar weg op de binnenlandse markt. Voor
he goede kwaliteit ligt de prijs nog boven
50 cent per kg. Die van sla heeft de laat
je dagen een enigszins dalende tendens
vertoond, onder invloed van het vrij rui-
'he aanbod.
.Er wordt heel wat afgenomen voor de
binnenlandse markt, terwijl er ook veel
haar West-Duitsland gaat. Op de West-
Duitse markt komt op het ogenblik reeds
zeer veel sla uit Italië, dat in de voor
baande weken meer dan 100 wagons per
hag leverde. Ook uit Zuid-Frankrijk wor
den grote aanvoeren van natuursla ge-
fheld. Verwacht wordt, dat overal in de
Romende weken het aanbod zeer snel zal
'benemen.
„Het is de bedoeling van de leden van i ir. E. Kraayvanger (KVP), J. Reyers (CH), j
de parlementaire delegatie om in Suri-lprof. mr. C. Romme (KVP), ds. J. Fokkema j
name kennis te nemen van de problemen, j (AR), J. Tjalma (AR).dr. W. de Kort (KVP), j
welke aan het tienjarenplan vastzitten", J J. Willems (PvdA), ir. C. van Meel (KVP),
aldus het hoofd van de delegatie, de heer terwijl woensdagmiddag reeds waren ver-
H. van Slecn, die tezamen met tien leden
van de Eerste en Tweede Kamer donder
dagmiddag met de „Abel Tasman" via
Lissabon naar Paramaribo is vertrokken.
„Het parlementaire bezoek aan de Ne-
derandse Antillen is het vorig jaar in zeer
goede aarde gevallen", zo ging de heer
Van Sleen verder. „Nu wij een uitnodi
ging hebben ontvangen van de Staten van
Suriname hebben wij deze gaarne aan
vaard. Het is te betreuren, dat de oppo
sitie in de Staten bij de officiële ontvang
sten niet aanwezig zal zijn. Ik heb als
hoofd van de delegatie daarover een brief
aan de oppositie geschreven, maar verder
heb ik niets meer vernomen. Tijdens het
bezoek van 14 dagen zullen de Kamer
leden van alle onderdelen van het tien
jarenplan kennis kunnen nemen. Ook het
Brokopondoplan is natuurlijk zeer be
langrijk".
Bij het vertrek waren aanwezig de
voorzitter van de Tweede Kamer, dr. L.
G. Kortenhorst en de president-directeur
van de K.L.M., de heer I. A. Aler. Met de
„Abel Tasman" gingen mee, behalve de
heer Van Sleen (PvdA), de heren H. J.
de Dreu (PvdA), mr. Th. de Graaf (KVP),
De minister schonk extra aandacht
aan de problemen, waarmee Groningen
te worstelen heeft. Na een schets van
de ingrijpende veranderingen ,die vooral
in de ontwikkelingsgebieden aan de dag
treden, zei de minister, dat het niet al
leen gaat om opheffing van de werkloos
heid, maar tevens is er vrijwel altijd een
duidelijke achterstand op maatschappe
lijk, cultureel en hygiënisch terrein. Het
maatschappelijk werk kan in deze ge
bieden een veelzijdig arbeidsveld vin
den. En dat dit werk gebeurt, is van
betekenis voor het economische leven
zelf, zowel gezien van het standpunt van
de gemeenschap, als van dat van het
bedrijfsleven. In dit verband zei mej.
Klompé over de ruimtelijke moeilijkhe
den van de randstad Holland, dat een
grotere spreiding van de bevolking over
andere delen van het land, prim,air af
hankelijk zal zijn van de mogelijkheden
en van de bereidheid om buiten het
westen een groter deel van de bevolking
een bestaan te verschaffen.
Bij een goede spreiding van de indus
triële ontwikkeling zullen de in het wes
ten nog aanwezige mogelijkheden op de
meest doelmatige wijze kunnen worden
benut, terwijl andere delen van het land
daarnaast de welvaartsinjectie zouden
kunnen ontvangen, die een eerste voor
waarde vormt voor een ruimere ont
plooiing van de bevolking.
Het maatschappelijk werk zal bij de
aanpak van de grote variatie van pro
blemen. die met deze veranderingen sa
menhangen, niet al'cen beroepskrachten
nodig hebben docli ook vrijwilligers.
Deze mensen zullen hun werk moeten
richten naar de specifieke eisen van de
ter plaatse aanwezige vraagstukken. Er
liggen dan ook taken voor verschillende
vormen van maatschappelijk werk.
Bij de discussie wees prof. dr. P. J.
Bonman op de fiscale discriminatie,
waaronder het maatschappelijk werk
op het platteland te lijden blijkt te
hebben. AVanneer een stedelijk fabri
kant gelden voteert voor arbeid onder
de „asfaltjeugd" dan wordt deze uit
gave beschouwd als een die in het be
lang van zijn bedrijf is. doch als een
landbouwer geld beschikbaar stelt
voor een dorpshuis is dit geenszins het
geval. Het gevolg is dat de landbou
wer in belastingtechnisch opzicht
wordt benadeeld t.o.v. de fabrikant.
De minister zegde toe deze zaak met
haar ambtgenoot van Financiën te zul
len bespreken.
Aan het slot van de bijeenkomst kreeg
de minister een fraaie Groninger kraan
tjespot aangeboden. Een half uur later
volgde een tweede koffiepot, want ook
tCl Wijl wuciiöcicigiiiinvxas i ccuo waxtii vu - .7 -rrr 3- x
trokken mevr. A. Fortanier-De Wit(VVD), jde directie van Piccadilly Kledmgmi.i1 te
sen de verschillende kerkelijke groepen
in dezelfde gemeente. Deze grote ver
scheidenheid van opvattingen in levens
beschouwing verzwakt het organiserend
vermogen. Dit leidt er toe, dat de plaat
selijke overheden niet op grond van
principiële overweging, doch noodge
dwongen en subsidiair mee moeten wer
ken aan een taak, welke men in 't alge
meen liever in particuliere handen zou
zien.
A/
In alle stilte is gisteren aan Everhard
van Beynum, waarnemend directeur van
het koninklijk conservatorium voor mu
ziek te 's-Gravenhage de laatste eer be
wezen. De heer Van Beynum is dinsdag
onverwacht overleden in een ziekenhuis
in Den Haag.
Van de vele functies die de overle
dene in het muziekleven bekleedde mo
gen worden genoemd die van secretaris
van de staatsexamens voor muziek,
voorzitter van de vereniging van lerares
sen en leraren aan het koninklijk con
servatorium voor muziek, ondervoorzit
ter van de vereniging het Residentie
Orkest, voorzitter van de Johan Wage
naar stichting, oud-algemeen secretaris
van het hoofdbestuur van de koninklijke
Nederlandse Toonkunstenaarsvereniging
van welke vereniging hij later er.elid
werd.
De heer Van Beynum was ridder in
de orde van Oranje Nassau.
F. H. van de Wetering (CH), mr. dr. C.
Berkhouwer (VVD), C. van Lienden
(PvdA), mr. J. in 't Veld (PvdA) en mr. A.
Schepel, griffier van de Tweede Kamer,
die tevens als secretaris van de delegatie
fungeert.
De parlementsleden, die woensdag zijn
Vertrokken, hebben zich te Lissabon don
derdagavond bij het „elftal", dat zich
reeds in de „Abel Tasman" bevond, ge
voegd.
Grootegast had deze verrassing in petto.
De minister bezichtigde nl. deze nieuwe
industrie waar 45 arbeidskrachten werk
vinden.
Na een rondtocht door het zuidelijk
westerkwartier werd de minister in het
gemeentehuis te Leek ingewijd in de
problematiek van dit ontwikkelingsge
bied. Na een viertal inleidingen te heb
ben beluisterd stelde de minister aller
lei vragen aangaande bepaalde initiatie
ven, werkzaamheden en spanningen tus-
Het R.-K. Vrouwe
lijk Jeugdwerk en
de Katholieke Jonge
Middenstands Ver
eniging in Nederland
voeren. zoals be
kend, een actie voor
de onderontwikkelde
gebieden. Om deze
actie onder de aan
dacht van 't Neder
landse volk te bren
gen, zijn 500.000 sluit
zegels: „Hebt u ook
zo'n honger", in omloop gebracht. Deze
sluitzegels zijn o.a. verkrijgbaar bij de
diocesane hoofdkwartieren van de Neder
landse Gidsen Beweging.
Na het vertrek van mr. J. AV. van de
Poel zal dr. K. J. Hahn als secretaris
voor buitenlandse aangelegenheden der
Katholieke A'olkspartij optreden.
Dr. Hahn werd geboren 10 november
1912. studeerde achtereenvolgens te Praag,
Heidelberg en Wenen. Op 23-jarige leef
tijd promoveerde hij te Praag in de
Duitse literatuur en studeerde vervolgens
aan dezelfde universiteit rechten. Door de
bezetting van het Sudetenland moest dr.
Hahn zijn studies onderbreken en vluchtte
hij naar Nederland, waar hij de gehele
oorlog bleef. Na de oorlog werd hij ge
naturaliseerd. Van 1953 tot 1956 werkte
hij bij de Europese Kolen en Staalgemeen
schap.
Advertentie
Advertentie
IN RUSLAND wordt deze week een
merkwaardig jubileum gevierd: de
veertigste verjaardag van tsaar
Nicolaas' abdicatie. Volgens de com
munistische geschiedschrijving is dit
®en van de grote successen van het
"Proletariaat". Het zo te stellen, is
evenwel niet juist. De onderhandelin
gen over de abdicatie werden gevoerd
Pssen de tsaar en het Doema-comité,
een commissie voortgekomen uit het
Parlement, dat genoeg had van het auto
matische gezag van de keizer en een
Parlementair regeringsstelsel wilde. De
®°>nmunisten hebben de ondergang
an het tsarisme slechts bezegeld door
meervoudige moord van Jekateri-
Penburg, een handwerk, waarin ze, zo-
®'s hun veertigjarig regiem aantoont,
,en welhaast onvergelijkbare bedre-
ePheid bezitten.
,inige minuten vóór middernacht op 13
RASPOETIN
maart 1917 tekende Nicolaas II. „Tsaar
en Autocraat aller Russen", een akte,
waarin hij voor zich en voor de tsare-
witsj afstand deed van de troon. Iets
meer dan drie eeuwen had het Huis
Romanof-Holstcin-Gottorp over Rusland
geregeerd.
Nicolaas en Alexandra, de vroegere
prinses Alice van Hessen, zouden in de
lange rij Iwans.' Peters, Alexanders en
Catharina's in het geheel niet opgeval
len zijn, wanneer zij toevallig niet het
laatste keizerspaar waren, dat op de
Russische troon zetelde. Nicolaas II
was geen heerser; hij hield er niet van
voor staatszaken gestoord te worden:
hij was geen intellectueel of scherpzin
nig mens. Hij voelde zich het meest
thuis in zijn „ambt" van huisvader en
wanneer het op staats- en regeringsza
ken aankwam was hij maar al te ge
neigd om zich geheel te richten naar de
hofkliek met aan het hoofd de keize
rin-weduwe. Deze kliek, die bestond uit
een groot aantal loslopende en intrige
rende grootvorstinnen en -vorsten, had
totaal geen notie van de noden en ver
langens van het gewone volk en de ont
wikkelde burgerij; zij had ook geen
flauw benul van het gevaar van het
anarchisme en nihilisme, dat zich on
dergronds had ontwikkeld en overal, tot
in alle uithoeken van het rijk en zelfs
tot ver over de grenzen, zijn vertakkin
gen bezat.
HET BEGIN VAN Nicolaas' einde
was de Japans-Russische oorlog
van 1904—1905. Rusland verloor de
oorlog en zijn prestige en daarmee ver
loor de staatspolitie haar vaste greep
op het volk. De revolutie kreeg een
kleine kans, die echter op de zgn.
„bloedige zondag" van 22 januari 1905
in bloed werd gesmoord. In Petersburg
werd toen een demonstratie van staken
de arbeiders uiteen geslagen. Volgens
de officiële berichten waren er al 1000
doden. De tsaar moest enige „liberale"
concessies doen en zo kwam, in mei
van dat jaar, voor het eerst de Doe-
ma (parlement) bijeen.
Nicolaas' Doema-politiek illustreert in
tussen zijn gebondenheid aan de hofkliek
Telkens werden vergaderingen van het
parlement verdaagd, en tot viermaal
toe werd de Doema, die in feite niet
de geringste invloed bezat, ontbonden.
Telkens weer werd Nicolaas door de
hofkliek in de autocratische richting ge
dwongen. En de hofkliek, van nature
al reactionair, werd dit nog veel meer
tijdens de beruchte dweepgeschiedenis
met zulk een notoire zwendelaar als
Raspoetin, die beweerde monnik te zijn
een occulte gaven te bezitten.
RASPOETIN, die in Siberië was ge
boren, trok als jonge man naar Pe
tersburg. Hij slaagde er daar in
een gevierd man te worden onder de
vrouwen der hogere kringen, werd aan
het hof geïntroduceerd en kreeg de
zwakke tsaar en de sentimentele tsari
na volkomen in zijn macht.
Raspoetin legde altijd de grootste na
druk op de zgn. goddelijke roeping van
de keizer en kreeg deze met dergelijke
praatjes zover, dat hij zijn oom, groot
vorst Nicolaas, de enige die werkelijk
een militair genie was, als opperbe
velhebber ontsloeg en zelf de troe
pen ging commanderen. Raspoetin
intrigeerde achter des keizers rug om
met de tsarina om toenadering tot
Duitsland te zoeken en door zijn toe
doen werd door de staatspolitie op de
meest strenge wijze opgetreden tegen
revolutionairen.
De pseudo-monnik werd uiteindelijk
door een komplot onder leiding van
prins Felix Joessoepofs een aangetrouwd
familielid van de tsaar op 29 decem
ber 1916 vermoord. Het volk juichte,
de tsarina was in tranen, noemde de
dode „mjjn lieve martelaar" en liet
zich zijn met bloed besmeurd hemd ge
ven als relikwie. Raspoetin werd be
graven in een kapel op het keizerlijke
buitenverblijf in Tsarkoje-Selo.
Na de val van Nicolaas heeft de re
gering het tijk weer doen opgraven en
verbranden.
NICOLAAS II
NA DE DOOD van Raspoetin ging
het met rasse schreden naar de
ondergang. Een maand later brak
de revolutie uit. De tsaar trachtte het
gevaar te trotseren door de Doema te
ontbinden. De Doema had echter reeds
een commissie samengesteld, die met
hem moest onderhandelen over een
mogelijke oplossing van de problemen.
Het liep uit op troonsafstand. De tsaar
deed afstand ten gunste van zijn broer,
grootvorst Michael, die na enig beraad
eveneens zijn aanspraken op de troon
opgaf, vrij snel gevolgd door vele an
dere leden van de keizerlijke familie.
Grootvorst Kyrill alleen steunde open
lijk de revolutie. Van zijn paleis
wapperde de rode vlag en hij iiep met
de rode revolutie-lintjes in zijn knoops
gat. Vlak voor de oktober-revolutie
vluchtte grootvorst Kyrill, naar Parijs
en riep zich daar uit als „Kyrill I, tsaar
aller Russen".
Na de troonsafstand werd de keizer
lijke familie geïnterneerd in het bui
tenverblijf te Tsarkoje-Selo, terwijl de
voorlopige regering in onderhandeling
trad met de Britse regering, die echter
niet bereid bleek de keizerlijke fami
lie asiel in Engeland te verlenen, on
danks het feit, dat de Britse koning en
de tsaar neven waren. Een andere neef
van de tsaar, keizer Wilhelm van Duits
land stak evenmin een vinger uit om
de keizerlijke familie te redden en zo
kon het gebeuren dat de communisti
sche geheime politie, de Tsjeka, de kans
kreeg om de keizerlijke familie na een
lijdensweg langs vele gevangenissen op
3 juni 1918 geheel te vermoorden.
Het is teleurstellend de laatste film
van Marcel Carné te aanschouwen. Deze
cineast, die bewezen heeft uiterst fijnge
voelig een sfeer te kunnen scheppen, die
het realisme weliswaar vaak in een
pessimistische toon verfilmde, maar die
ook de romantiek zo bijzonder goed heeft
weten vast te leggen, heeft met „L'air
de Paris" een film gemaakt, die volko
men uit de toon valt. De man van de
pasteltinten, van de beelden, die niet on
meedogend hard zijn ondanks een vaak
morbide of troosteloze inhoud, is niet
meer te herkennen. Carné heeft in deze
film, die een Frans-Italiaanse co-produk-
tie is, zelfs de stad Parijs geen integre
rende rol laten spelen. Hij is bezweken
voor de verleiding om een „ster"-film
te maken en Jean Gabin, Arietty en in
mindere mate Roland Lessafre en Marie
Daems krijgen alle kans om voor de ca
mera te acteren.
Jean Gabin en Arietty maken van deze
kans gretig gebruik. De oude routiniers
toveren alle nuances van een goedmoe
dige bonhommie op het gelaat en zij
weten met effectjes te bereiken, dat het
niet vervelend is om naar hun gezichten
te kijken.
Roland Lessafre en Marie Daems zijn
wat bescheidener: Zij zijn daarom in
dit illustere gezelschap van Gabin-Ar-
letty ook de minderen. Maar de minste
van allen is Carné zelf.
Voor de dialogen is Jacques Sigurd
verantwoordelijk. Deze scenarioschrij
ver heeft een driestuiversroman gemaakt
waarvan de inhoud in het kort hierop
neerkomt. Een oud-bokser zonder groot
verleden als sportman heeft in Parijs een
boksschool. Hij droomt ervan een boks-
talent te vinden en dit op te leiden. Er
is geen grote fantasie voor nodig om te
raden, dat hij deze kans zal krijgen
Maar als eenmaal de ster van deze bok
ser dreigt te stijgen, komt er een vrouw
in het spel. Een fatale vrouw. Dit denkt
de oppervlakkige toeschouwer aanvan
kelijk, maar het goede kind blijkt alleen
Marie Daems als het. fatale meisje tegen
wil en dank in „L'air de Paris" van
Marcel Carné.
maar uiterlijk fataal te zijn.. Binnenin
slaat een hartje van goud. De „happij-
ending" ligt voor het grijpen en een
ieder verbaast zich dan ook, dat de film
niet ophoudt, wanneer de goede inslag
bekend wordt. Carné schijnt nu eenmaal
niet graag een „film-rose" te maken.
Hij is aan zijn „Quai-des-brumes"-pe-
riode verplicht, een „fi!m-rose" af te le
veren. De bokser en zijn vriendin krij
gen elkaar niet. De trainer-manager
krijgt zijn pupil terug. En dan zal het
weer boksen, boksen en nog eens boksen
worden.
De kansen om een beeldencompositie
te maken vol van sfeer en dreiging, heeft
Carné voorbij laten gaan. De scène van
het boksgevecht in drie ronden is nergens
zo spannend, dat men zich neerlegt bij
het feit, dat de onsmakelijkheden van
deze ruwe sport op het witte doek moe
ten komen om de continuïteit van de sfeer
niet te doorbreken. Een doorlopende dra
matische stuwingslijn bespeurt men ner
gens.
De film begint met een chanson. Het
doek blijft net zo lang donker, totdat
Yves Montand zijn liedje heeft beëindigd.
Men begint dus al naar de „cast" te
kijken meteen hoge mate van geïrri
teerdheid, omdat er zoveel van het ge
duld is gevraagd vóór de eerste beelden
zijn te aanschouwen. De verwachtingen
zijn gespannen maar worden ogenblikke
lijk teleurgesteld. Een panorama van
Parijs met de Eiffeltoren! Traditione
ler kan het niet: wel beter.
De eerste filmrol werd bovendien nog
gedraaid op breed scherm. De verhou
dingen zijn daarop niet berekend, want
Carné heeft een film in zwart-wit van
normale afmetingen gemaakt. Als deze
afmetingen worden uitgerekt, wint het
beeld wel aan breedte, maar verliest het
aan hoogte. Het gevolg is dan ook, dat
dit gescalpeerde beeld hinderlijk en zelfs
soms ridiculiserend werkt. Wij hopen,
dat de volwassenen die „L'air de Paris"
toch menen te moeten gaan zien, althans
wat betreft de projectie, de „oude" Car
né te zien krijgen, dus een film in ouder
wetse verhoudingen.
BU.
Ook voor de Zweedse scenarioschrij
ver en regisseur Ingmar Bergman is de
circussfeer een bron van inspiratie ge
bleken. Hij heeft er de film „De Spulle
baas" („Cycklarnas Afton") uit geput,
welke een brok levensgeschiedenis van
zomaar een circusdirecteur verbeeldt. De
rolprent geeft een bizarre mengeling
van werkelijkheid en van ongrijpbare, on
definieerbare gemoedsstemmingen, wel
ke de mensen in het noorden vaak on
dergaan. Het resultaat hiervan boeit en
stoot af, grijpt de toeschouwer nu eens
aan en gaat hem dan weer voorbij,
De spullebaas Albert (Ake Gronberg)
reageert zijn woede af op een dwerg-
clown.
net als de nummers van een circusvoor
stelling.
Het verhaal zelf heeft niet veel te be
tekenen en speelt ook geen essentiële rol
Het gaat over een spullebaas, die mei
een troep artiesten, van wier karakters
de film wel enkele rake typeringen geeft
en met een oud zootje aan materiaal
door het land trekt om een magere
boterham bij elkaar te spelen. Zijr
vrouw, die „vastigheid" wilde, drijft er
gens een fatsoenlijke negotie en voed:
de kinderen op. Haar echtgenoot wil
eigenlijk niets liever dan de boel er bi.
neergooien, maar afgezien nog van he'
feit dat zijn vrouw een dergelijk beslui'
allerminst zou appreciëren, kan hij toch
niet tot zo'n beslissing komen, omda
hij te zeer gevangen zit in de ban var
het bestaan langs de weg. De armoe
het ongeregelde leven, het contact mei
zijn povere medewerkers, dat alles is t<
zeer met hem vergroeid. Zijn dagelijkse
beslommeringen deelt hij met de schone
schoonrijdster Anne (Harriet Andersson
In één van de dorpjes, waar het circus
zijn tent opslaat, maakt een jong toneel
speler Anne al te zeer het hof. Tijden:'
de avondvoorstelling wil de spullebaas
zich op hem wreken. Hij delft het onder
spit, terwijl het publiek zich in he'
schouwspel verlustigt als was het eer
stierengevecht. Dan wil hij zelfmoorc
piegen, maar dezelfde ban van het zwer-
versberoep, die hem belet om de boe!
er bij neer te gooien, houdt hem terug
van die onherroepelijke stap.
In zeker opzicht dringt zich een ver
gelijking op met een andere film ovei
mensen langs de weg „La Strada". Men
zou kunnen zeggen, dat de spullebaas
Albert (Ake Gronberg) in zich de ka
rakters verenigt van de onstuimige brute
zwerver en het melancholieke etherische
meisje uit Fellini's film. Is er wel over
eenkomst „in de wijze, waarop beide re
gisseurs het onderwerp hebben aangevat,
anderzijds spreekt het verschil in volks
aard tussen de twee filmmakers zo sterk,
dat er volstrekt geen sprake is van twee
zich gelijk ontwikkelende rolprenten. On
getwijfeld is de prestatie van Fellini hoger
te waarderen, staat zijn artistieke kwa
liteiten vast, terwijl „De Spullebaas" van
Bergman niet meer kan zijn dan een
omstreden „figuur".
De W»