Tocht naar de duisternis
„NACHT IN DE MIDDAG"
Arthur Grumiaux in Mendels
sohn's vioolconcert
„Macbeth" door Ned. Comedie
Gedachteniskapel voor Kardinaal
De Jong
vb
O'Neills meesterschap
Opvallende creatie van Elise
Hoomans bij „Theater
liet Concertgebouw
Neo-realisme zonder diepgang
Lak 't zelf met NEDO-MEX Transparante klenrlak
Twee miljoen plaatjes
Kardinaal De Jong
benoeming bisdom
Koestier gespeeld door Het Zuidelijk Toneel
39.000 mannen en
jongens maakten
Stille Omgang
Getuigen" van Hugo
Claus
Jubileum „Die Haglie
Sangheri
Kalh. Nederland
gaat plannen
verivezeiunnen
MAANDAG 18 MAART 1957
PAGINA 3
Vier personen, vier menselijke
,.rakken. Een Amerikaanse fami-
anno 1912, getekend in ochtend,
^dag en avond van de dag waar-
P hun geestelijke neergang het
PPnt van onherstelbaarheid be-
seikt. Dat is de inhoud van O'Neills
°rnber brok autobiografie „A long
J°Urney into night" dat „Theater
aterdagavond onder de titel
"°cht naar de duisternis" op de
Pinken bracht,
i be
koe
2 HAARLEM
gen onder locomotief
GERAAKT
Het legioen der bidders
Experimenteel toneel
„in het rond"
Fragmentarische hoogte-
punten
MEVROUW LUGT—KLEVER
RIDDER LEGIOEN VAN EER
CONCERTGEBOUW
ORKEST NAAR ENGELAND
Buitennatuurlijke krachten
BOTSING EN STRANDING
OP DE NOORDZEE
GARANTIEPRIJS MELK
Landbouwschap niet ontevreden
Product van
Ceta-Bever
Dit is het door Karei
Thole getekende portret
van Kardinaal De Jong,
dat gedrukt op 2 miljoen
gedachtenisplaatjes, be
stemd is voor de grote
actie voor de „Gedachte-
niskapel"
Twee miljoen g edachtenisplaat-
jes van Kardinaal De Jong zullen
op zondag 31 maart a.s. aan alle
kerken in ons land verkocht wor
den. Een uitzondering evenwel
geldt voor de dekenaten Rotter-
dam en Gouda: daar valt de ver
koop op 7 april.
Het doel van deze actie is de gel
den bijeen te brengen voor een
monument, dat de herinnering aan
Kardinaal De Jong en aan zijn gro
te betekenis levend zal houden on
der ons volk, in het bijzonder onder
ons katholiek volksdeel.
Toen ik pal stond voor de rechten
Van ons volk heb ik gebeden,
Dat mijn strijd mocht zijn volstreden
Om oud wanbegrip te slechten.
Waarheidsliefde dreef mijn woorden,
Die bedrog noch arglist kenden.
Niemands recht kon ik zien schenden,
Niemands eerlijkheid vermoorden.
Mijn gedachtenis vereren
Allen, die mijn daden lazen,
Doch hun hulde komt van dwazen,
Zo zij zich naar God niet wenden.
Heer, ik heb Uw naam beleden,
Dankbaar bracht ik offergaven.
Gun Uw dienaar thans Uw vrede,
Spaar ons volk het lot van slaven!
Anton van Duinkerken
(j zin van het stuk ligt opgesloten in
t>»? orden die vader Tyrone Shakespeare
(jj-^gt als de drank hem in het slotbe-
,w! weemoedig en scherpzinnig maakt.
<j 'et door ons gesternte, neen, Brutus,
J, °r ons zelf worden wij klein en nietig".
t6n r eigen schuld, door eigen onbevoch-
slapheid gaan wi,i alle vier ten on-
V Wil hij zeggen. Maar wat is schuld?
kjn 's waar, dat de Tyrones
zwakheid niet
bevochten hebben?
tg- heeft zich de kiem van een noodlot-
16?® Woekering in hen kunnen ontwikke-
Die vragen vormen de diepere ach-
k/Sfond, welke O'Neill in zijn stuk wil
peggen.
v6p.1:l stelt zich niet ten doel, zoals zo-
toneelschrijvers doen, met spectacle
s' 6 gebeurtenissen zijn publiek te boei-
ijj,Er is nauwelijks sprake van intrige
?ie enkele dag familieleven, waarin
ia r niensen, vier karakters botsen en
1; §s elkaar glijden, vier eenzamen el-
'^loden met elkaar moeten leven en het
JJs ^-1 JVdclI JJliJUCii, V1U UUllOUlllWl v-x
Zin i gelijk zoeken en afstoten, vier ge
ilet
fj°tlig
J. kunnen. Dit stuk heeft geen intrige
omdat het boeit door zijn diep-
p"^"de aandacht voor de mens en de
Oselijke beweeggronden,
flip dit opzicht, in de dièpergaande stu-
ls van het raadsel dat de menselijke ziel
c' steekt O'Neill mijlenver uit boven de
(Jpp®rvlakkige typologie waarmee het he
iig?'daagse toneelstuk dikwijls genoegen
tet. Mary Tyrone is de morfiniste die
sk^skracht mist om zich aan haar ver-
O'N 'leid te onttrekken. Maar zoals
hrvn'b haar gestalte geeft, is zij zo on
tijl^ veei meer) een vrouw met alle
bef6 Vertakkingen van haar gevoelsleven,
r; 1 haar geïdealiseerde meisjesherinne-
dagen. haar hunkering naar liefde en
tnQ cen thuis, de desillusies van haar
heerschap, het gevoel van leegte in
N huwelijk met de gierige ex-acteur.
(W, ze zelf, de oude James Tyrone is in-
gr baad een vrek. Hij dankt daaraan de
Wat ontgo°cheling van zijn leven. Maar
dj.' een veelheid van nuances vertoont
cu Schijnbaar simpele karakter, deze li
ga?01elijk sterke 65-er, als wij hem beter
a° kennen.
top6 gestalten die O'Neill oproept zijn
id edigc mensen, met iets van een engel
d z'eh en iets van een demon, met laaicn-
v uitbarstingen naast ogenblikken van
rtedering, met illusies die verloren
w°£en en angsten, mensen die opgewekte
oorden spreken met pijn in bet hart,
j.p'jUscn die elkaar kwetsen en toch licf-
tJL n' elkaar haten en toch met deernis
mgeven. Innerlijke tegengesteldheden
ertonen aIje de ouders en ook de
wee zoons, James, een drinker en vrou-
tiief Ser' w*ens tong als van een adder
W»S anders 's dan een afweer tegen het
V,..®? da' hem het geluk misgunde; en de
Oetische teringlijder Edmund, „door nie-
('and gewenst en zelf niets echt wen
end", op het voorbeeld van z\jn oudere
Jhier tot een drankzuchtige nietsnut ge-
"rden.
dit gezin dat balanceert op de rand
de ondergang grijpt het beslissende
Ja;ha plaats van de moeder die na een
°atoriumkuur hervalt in haar verslaafd-
(j'd aan morfine, en daarmee bij de an-
IjjpOn de laatste kiemen van hoop ver-
qS'Sde. Schuld? Gebrek aan wilskracht?
bk eil1 dwingt ons in haar prachtig ge-
oVp hde rol tot een barmhartiger oordeel
een vrouw wier huwelijksleven door
hel van eenzaamheid is gegaan en die
rJjjd Weerstand heeft tegen een middel,
b;,p haar „buiten bereik van alle pijn"
likhgt. Terwijl buiten de misthoorn
VaaaSt, verdwijnt haar geest in de nevel
haar jeugdidealen.
Weind deze tragische vrouwenfiguur
1Q ett de schrijver zijn fijngesponnen dia-
fl6 gesprekken boordevol begrip voor
ScjSecompTiceerdheid van de mens. Mis-
mag men hem verwijten dat hij
vj.en daar de tweespraak wat breed-
Vm.FiS maakt en te zeer in herhalingen
Daar staat echter zoveel macht te-
°ver in het uitbeelden van groeiende
(jj.Weer bedaarde dramatische spanning,
°ok deze O'Neill tot de grote realis-
hsL H. Exc. de bisschop van Haarlem
.henoemd tot pastoor van de nieuw
VeMchte parochie van de H. Johannes
te Alkmaar (Overdie), de zeereerw.
6aJt J. h. v. d. Vliet, die reeds bouw-
tc>or was aldaar.
y
5sv?Jei'dagmiddag omstreeks 1 uur, is de
ISrige F. van der Meij uit St. Anna
8ebnChie bij het spelen nabij het veiling-
te Berlicum onder een achteruit-
Ove®nde locomotief geraakt. Hij werd
^i-Jteden en was onmiddellijk dood.
tische drama's van onze tijd gerekend mag
worden.
Wederom is het „Theater" geweest dat
van dit uit 1941 daterende stuk (het was
niet O'Neills laatste, zoals het programma
vermeldde) de eerste Nederlandse verto
ning gaf. Daarin hebben wij vooral Elise
Hoomans kunnen bewonderen, die zich
voor enkele minder geslaagde creaties
in vorige seizoenen revancheerde met een
grandioze vertolking van Mary Tyrone.
Zij herschiep de gestalte tot in de schuil
hoeken van haar gevoelsleven, aanstonds
met de opzichtige nervositeit die het na
derend onheil voorspelt, later in de
gesteltenis heeft Elise Hoomans bewon
derenswaardig over het voetlicht gebracht,
overtuigend en ontroerend.
Richard Flink zette een degelijke, door
werkte vertolking van vader Tyrone daar
tegenover, op zijn best, waar zijn mimiek
en zijn stem medelijden uitdrukte en wee-
moefl om wat verloren ging. Kees Brusse
was de schijnbaar gevoelloze cynicus
maar toch te zacht van intonatie voor een
„addertong" Zijn beste momenten be
leeft hij in de scènes waarin de verwik
kelde liefde-en-haat-verhouding met zijn
jongere broer tot uitdrukking komt. Deze
Edmund werd technisch heel goed, maar
te weinig van binnen uit gespeeld door
Frans van der Lingen. Mia Goossen had
de kleine rol van het dienstmeisje Kath
leen. De regie van Richard Flink toonde
eerbied voor het meesterschap van O'Neill
dat hij met geen toneelspektakel of expe
riment poogde te overtroeven. Waar hij
voortdurende afwisseling van heldere en 1 tets toevoegde, met de muziek van Henri
afwezige momenten, tenslotte in de afge
stompte waanzinscène waarbij de drie
mannen dronken, verslagen en machteloos
toezien. De plotselinge overgangen en
vlagen in Mary's fysieke en geestelijke
van Praag, sloeg hij o.i. de plank mis.
Nadrukkelijk applaus beloonde de vier
hoofdacteurs voor hun mooie, zware en
zeer langdurige prestatie.
P.
Frans van der Lingen en FAise Hoomans in „Tocht naar de duisternis'"
De bekende Amerikaanse auteur Ar
thur Koestier heeft in zijn boek „Dark
ness at noon" haarscherp wezen en stre
ven van het bolsjewisme geanalyseerd
en Sidney Kingsley maakte er onder de
gelijknamige titel „Nacht in de middag
een toneelbewerking van, die zaterdag
voor het eerst in de Utrechtse stads
schouwburg door het Zuidelijk Toneel
werd vertoond.
Hoofdpersoon is Rubashov, een Trotzky-
achtige figuur, man van de oude garde,
die geleden en gestreden heeft voor de
revolutie, maar vanwege zijn intellectualis
me en filosofie niet meer wordt ge
accepteerd door de jongere generatie,
vertegenwoordigd door de staalharde
en sadistische Gletkin. Gedesillusioneerd
als Rubashov is in de leider en kliek
van de partij, maakt hij zich verdacht als
contra-revolutionair en het spel begint,
wanneer hij in de gevangenis wordt ge
worpen, die de ganse avond het toneel
blijft, waarop dit felle drama zich ont
wikkelt.
Een drama, dat niet alleen kerft in de
ziel van individuele mensen, die ook naar
de leer van Rubashov in het grootste
politieke spel van de partij niet meer mee
zouden tellen zijn eigen geestelijke wa
penen werken als een boemerang maar
ook het corrupte en voze onthult van een
tot in al haar consequenties doorgevoerde
leer, dat het doel de middelen heiligt.
De wrede Gletkin heeft, als alle jongere
communisten, die de revolutie niet zelf
hebben meegemaakt, daarmee niet de
minste moeite, omdat hij geleerd heeft
alle medelijdend gevoel uit te bannen.
In zijn cel tot overdenken gebracht en
door het contact met zijn mede-gevange
nen door middel van geklop op de buizen
hetgeen bij een uitstekende toneelbouw
met een dwars-doorsnede van drie cellen
zeer suggestief werd weergegeven, waar
bij een enerverend gefluister van ver
schillende stemmen, krijgt Rubashov last
van zijn verleden, waarin zelfs vrienden
eneen goede vriendin werden geliqui
deerd.
Daarvoor is gebruik gemaakt van fil
mische middelen, flashbacks en ais gees
ten schuiven deze gedode personen in de
cel telkens voorbij.
We hebben respect voor de wijze, waar
op de regisseur Lo van Hensbergen. die
zelf Rubashov speelt en deze rol doorleeft,
dit geënsceneerd heeft, met goede decors
van R. en P. Bogaerts.
Aangrijpend is vooral de verschijning
van Luba Uoshcnko, de geliefde en ver
guisde vrouw, die niet enkel meer de
koude secretaresse van Rubashov kon
bljjvcn, tijdens het verhoor door Gletkin,
als hij met haar de juiste knop ontdekt
heeft, waarmee hij zijn tegenstander murw
kan maken en tot cen bekentenis dwin
gen. Daardoor zou Rubashow immers de
partij een laatste dienst kunnen bewijzen.
Men proeft de actualiteit van dit toneel-
-vuua6iui wuo6oUuuiiv...vu
ePaald niet modern. Matthijs Ver
bet was weliswaar vertegenwoordigd
Cn openluchtspelmuziek „Passacaiüe
h ch uit de „Vliegende Hollander",
e ma^S moderne muziek, gecom-
r<A voor een studentenlustrum te
wist het visuele en het gebiedende
t«kst van Nijhoff, waarvoor zij als
V ®civ? v?ing diende.
ert's ouverture „Die Zauber-
StïUj weer bekend onder de naam „Ro-
rNcei opende zeer muzikantesk het
S' We i De houtblazers contrasteerden in
\Vp k uiterst gevoelig met de strijkers.
u,e'dqrige lyrische thema's van Schu-
Mi]vz
zondagmiddagabonnementsconcert
i "W ken fris en zangerig. Bovendien
5inwde Eduard van Beinum zeer
He,p"
«hT.0*»-
p'teerd. De reactie van het overvolle
na de ouverture was
plld hartelijk.
dan ook
7«s"dBelgische violist Arthur Grumiaux
Fl?.rna solist met het „Vioolconcert"
n Mendelssohn-Bartholdy. Een
v® tbBtaanden geleden viel hij ten zeerste
V*,.K dfi llUT.nni.;n .rovs U a f irl PAJI P/»rt.
Jifl jj de uitvoering van het vioolconcert
invallend voor een ziek ge-
*2. hie? hollega. Met Mendelssohn heeft
2*ch wge'wponeerd zondagmiddag. Tech-
5^SetJas natuurlijk alles perfect, dubbel-
d n stokvorming irf de puntjes ver-
doch alles werd te glad en opper
vlakkig voorgedragen. Juist deze geper
fectioneerde nuchtere speelwijze doet af
breuk aan Mendelssohn. Het eerste deel
iuktc nog het beste. Het Andante daaren
tegen miste warmte en romantische
allure. In het laatste deel. hetwelk in een
adembenemend tempo gespeeld werd, was
het samenspel met het orkest niet steeds
zoals het wezen moest.
Met de Tweede Symfonie van Beetho
ven hebben Van Beinum en het orkest
een buitengewone prestatie geleverd. De
inleiding boeide reeds in hoge mate door
dieppeilend spel. Het „Allegro con brio"
met zijn levenslustige sfeer en gekarakte
riseerd door de ranke dubbelslagen was
een bijzondere ervaring. Zeer innig van
uitvoering en bepaald fraai van colorist
was het „Larghetto". Het „Scherzo", het
welk zeer origineel geconcipieerd is en
menige Vlaamse trek vertoont, was in alle
opzichten Breugeliaans. De kroon op het
werk zette de ongeëvenaarde reproductie
van de finale, waarin Beethoven menige
harmonische vondst ten toon spreidt en
het orkest alle gelegenheid geeft tot vir
tuoos en uitgebalanceerd spel.
Na deze topprestatie van dirigent en
orkest was het auditorium zeer enthou
siast met bijvalsbetuigingen.
O. v. H.
stuk, dat ons omtrent het communistisch
systeem meer leert dan menig handboek,
omdat het psychologisch zo diep grqpt.
Geen opwekkend toneel, maar niettemin
ontroerend en in al zijn bitter realisme
toch geraakt door de adem der poëzie,
zoals ze ons komt toegewaaid uit de mond
van Luba Loshenko, met een prachtige
schakering van gevoelens gecreëerd door
Lies de Wind, wanneer zij aan het bloe
men schikken is en haar minnaar Rubas
hov van haar jeugd vertelt. Ook in Rubas
hov kon de ziel niet geheel .gedood wor
den. getuige zijn verklaring, dat met ce
ment alleen geen paradijs gebouwd kan
worden. Heel goed weet Lo van Hensber
gen deze tegenstrijdigheid in zijn spel,
dat ook fysiek veel inspanning vraagt,
telkens tot uitdrukking te brengen. Zo con
centreerde zich alle aandacht om deze fi
guur. In tegenstelling met Hans Culeman,
voor wie de rol van Gletkin te hoog ge
grepen was. Al waren grime en houding
markant, in zijn stem, die eer aan een
bourgeois deed denken, miste hij de' juiste
intonatie.
Als een meeslepende scène blijft ons
in herinnering door een voortreffelijk
stukje toneel, in korte spanne tijds het sa
menzijn der drie communisten, waarlijk
kameraden, matrozen en havenwerkers,
als Rubashov hen wil dwingen niet lan
ger te staken.
Ook zij behoren tot zijn slachtoffers, die
hem voor de geest verschijnen en de er
varingen, die zij vertellen, doen ons den
ken aan de gebeurtenissen van Kroon
stad, zoals zij in een kortgeleden versche
nen boek „Wij rekenen op Kroonstad"
door een naamloze schrijver zün vermeld.
Van de vele meewerkenden noemen wij
nog slechts Sacco van der Made en Det-
lev Pols als de twee mede-gevangenen,
die mede dit optreden van Het Zuidelijk
Toneel tot een bijzonder toneelgebeuren
hebben gemaakt. Voor velen waren er
bloemen aan het einde der voorstelling.
I.A.
Ondanks de sombere vooruitzichten
op de regenzaterdag hebben de Stille-
Ommegangers het ook de tweede nacht
bijzonder goed getroffen met het weer.
Het was dx-oog en de temperatuur mild,
ideale omstandigheden om in stil gebed
de bedeweg door het oude Amsterdam
te volgen- Naar schatting ruim 25.000
deelnemers, uit Den Haag (1600),
Utrecht (1600), Midden- en Noord-Lim
burg (2100), Zwolle (1000), Den Bosch
(1800), Salland (1700), van de Rijwielbond
(2500), Haarlem en vele andere grote en
kleine plaatsen op grote afstand en in
de naaste omgeving van de hoofdstad
waren met 19 extra treinen en ca. 200
bussen naar de Mirakelstad getrokken
om met de regelmaat van een uurwerk
groep voor groep van het Spui te ver
trekken. Ditmaal waren er ca. 1500
mannen enjongens naar Amsterdam
komen lopen: uit Obdam, Heemskerk,
Haarlem en 't Gooi maar vooral uit de
Zaanstreek.
De grote groep Midden- en Noord-
Limburg was ditmaal zonder mgr.
Hanssen. Naar alle waarschijnlijkheid
zal de coadjutor van Roermond de vol
gende week met de groep Zuid-Limburg
naar de Mirakelstad trekken.
Toen omstreeks kwart over vier als
laatste groep Zaandam met 650 man was
doorgetrokken, sloot hier onmiddellijk
op aan de eerste van de 39 Amsterdam
se parochies, die deze nacht eveneens
de ommegang maakten. Rond 6 uur was
de parochie van de Krijtberg de laat
ste. In totaal waren er ongeveer 14.000
Amsterdammers. Opvallend veel jon
geren waren er ditmaal onder de deel
nemers, hetgeen voor de toekomst van
de devotie tot het H. Sacrament van
Mirakel veelbelovend mag worden ge
noemd.
Omstreeks 6 uur heeft, traditiege
trouw, ook mgr. Huibers de omgang
gemaakt. Daarna heeft de bisschop om
8 uur in de kerk van het Bagijnhof een
H- Mis opgedragen, waaronder hij te
vens een predikatie hield.
Voor het laatst hebben deze keer
extra-trams deelnemers uit Haarlem en
Zandvoort aangebracht. Het volgend
jaar immers zal de Blauwe Tram op
dit traject zijn opgeheven.
De regie van Johaii de Meester lieeft de tekst van Shakespeare s
„Macbeth" letterlijk gevolgd. Dit heeft het merkwaardige resultaat gehad,
dat bij de première zaterdagavond in een uiterst gespannen Stadsschouw
burg te Amsterdam gebleken is, dat het neo-realisme niet de juiste
stijlopvatting is om dit geweldige drama van de opgang en ondergang van
de Schot Macbeth in alle facetten over het voetlicht te brengen. Dit stuk
dat speelt in het midden van de elfde eeuw is van conceptie een haast
primitief werk. Een tragedie, waarbij de misdadige driften van zowel man
als vrouw tot de consequente zelfvernietiging leiden, moet deze oerkrachten
tonen met de huiveringwekkende resultaten. De intenties die aan de daden
ten grondslag liggen, worden wellicht in geen enkel stuk van Shakespeare
zo uitgesponnen als in zijn Macbeth. Juist de gedachten, die de drijfveren
zijn voor de moorden en de waanzinnige machtslust, moeten als een ruwe
en huiveringwekkende architectuur de tragedie dragen. En deze onom
wonden primitiviteit verdraagt geen realisme, waarbij de uiterlijkheden
afleiden van de psychologische structuur.
Macbeth als tragedie is in de voorstel
ling van de Nederlandse Comedie teveel
op uiterlijkheden gebouwd. De décors van
Doeve zijn knap en vol symboliek, maar
zij zijn minder huiveringwekkend dan de
opzet van het stuk. De verloren, kale
heide van Schotland wordt door enkele
zetstukken teruggebracht tot een speel
plan, waarbij de ruimtewerking wordt op
geofferd voor symboliek. De kostuums
van mevr. Roland Holst-De Meester zijn
evenmin van een primitieve oerkracht,
waarbij men reeds door de verschijning
.9?
De experimentele afdeling van de „Ang
lo American Theatre Group" en de Haag
se toneelgroep „Experiment" zullen op
vrijdag 22 en zaterdag 23 maart a.s. in de
Tuinzaal van de Dierentuin te 's Graven-
hage gezamenlijk opvoeringen geven van
twee oorspronkelijke eenakters, „A phoe
nix too frequent" van Christopher Fry
en „Getuigen" van Hugo Claus. De voor-
stellingèn, die om 8.15 beginnen, zullen
in het teken staan van de internationale
theater-maand, waarmee men het begrip
tussen de volkeren onderling door mid
del van het toneelspelen wil bevorderen.
Er zal „in het rond" worden ge
speeld.
„Getuigen", dat nog niet eerder door
het gesubsidieerde beroepstoneel in Ne
derland is gespeeld, wordt geregisseerd
door Max Wagener.
Ank van der Moer als Lady Macbeth
van de dramatis personae in een stem
ming wordt gebracht, die een goede voe
dingsbodem is om het geweld en de bloe
dige daden te ervaren als een onvermij
delijke consequentie van de psychische
structuur zoals deze door Shakespeare in
de beide figuren, Macbeth en Lady Mac
beth, is vastgelegd.
De muzikale illustratieve composities
van Lex van Delden waren trefzeker, niet
opdringerig en uiterst sfeervol. De natuur
geluiden, die Jan Oradi nabootste, pasten
zeer goed bij de onheilspellende opzet van
de verschillende scènes.
Ko van Dijk cn Ank van der Moer. die
de beide hoofdrollen vertolken, hebben
Blijkens de Franse staatscourant is
mevrouw Jacoba Lugt-Klever benoemd
tot ridder in het legioen van eer. Zij ver
wierf deze onderscheiding wegens haar
belangrijke diensten voor de ontwikke
ling van de culturele betrekkingen tus
sen Frankrijk en Nederland, in het bijzon
der met betrekking tot de stichting van
het Nederlands Instituut te Parijs.
Het Amsterdamse Concertgebouworkest
zal met zijn dirigent dr. Eduard van Bei
num weer een bezoek aan Groot-Brittan-
nië brengen. Op 27 maart zal het orkest
in het derde programma van de B.B.C.
optreden met een programma bevattende
Henk Badings' ouverture 1954, Ravel's
Piano-concert in G, met Cor de Groot als
*»list en Brückner's zevende symfonie
in E.
Talrijke genodigden hebben zaterdag
middag in de rolzaal de receptie bijge
woond die gehouden werd ter gelegenheid
van de herdenking van het 40-jarig be
staan van het koninklijk mannenkoor
„Die Haghe Sanghers" en het 25-jarig
jubileum van zijn dirigent Jos. Vranken.
Op deze receptie waren naast de ver
tegenwoordigers van de zangkoren in Ne
derland aanwezig de Canadese ambassa
deur Th. A. Stone, de oud-burgemeester
van Den Haag, mr. dr. S. J. R. de Mon-
chy, oud-minister J. A. M. Patijn en de
componist Henk Badings. Het woord werd
gevoerd door o.m. de Canadese ambassa
deur, die ere-lid is van „Die Haghe San
ghers", door de voorzitter van het Kon.
Ned. Zangersverbond C. H. Honing en
door de voorzitter van de Kon. Zangers-
vereniging Mastreechter Staar, de heer
Daemen.
ontegenzeggelijk grootse momenten van
acteerkunst getoond. Maar helaas te frag
mentarisch om getroffen te blijven door de
creaties.
De wisselwerking tussen beide in wezen
toch tragische figuren, is de kracht van
de tragedie. Shakespeare heeft zowel Mac
beth als Lady Macbeth niet dermate ver
tekend, dat abstracties op het toneel staan.
De tot pathologie opgeschroefde eerzucht
beheerst hen beide. Bij de vertolking van
Ko van Djjk bleek te weinig, dat hjj de
kracht voor z(jn daden voor cen groot deel
puurt uit de energieke inblazingen van zjjn
echtgenote. Ank van der Moer sprak zo
onduidelijk, dat het vrijwel steeds aan de
toeschouwer ontging, wat de grote waar
de van haar tekst was voor de toedracht
van alle daden. Daarbij heeft de regie bei
de figuren vaak zo geplaatst, dat hun
woorden klonken als rechtstreeks gericht
tot de aanwezigen in de zaal en minder als
overpeinzingen van henzelf.
In de lange rij van medespelenden bleef
Johan Schmitz als Macduff in zijn wat
tekst betreft kleine, maar voor de ontkno
ping zo belangrijke rol, domineren. Hij
kreeg dan ook in het vierde bedrijf een
open doekje hetgeen volledig op zijn plaats
was. Macduff is de edele krijgsman, die
ontsnapt aan de bloedige daden van Mac
beth. Zijn vrouw en kinderen worden tij
dens zijn afwezigheid vermoord. Hij hoort
dit slechte nieuws van Ross (goed en be
heerst vertolkt door Johan Fiolet) en Jo
han Schmitz geeft aan deze scène een
dergelijke ontroerende inhoud dat zijn spel
tot het hoogtepunt van de tragedie werd
Louis van Gasteren was als koning Dun
can een wat goedmoedige man, die de last
der jaren torst, maar die verder niet eni
ge importantie in zijn spel legt, waarbij
nog komt dat zijn tekst zeer onduidelijk
klonk. Van zijn beide zonen Malcolm en
Donalbain (André van den Heuvel en
Ramses Shaffy) kreeg Malcolm de juiste
plaats. Hij. de Prins van Cumberland, is
in wezen de primus inter pares van de ver
zamelde edelen. André van den Heuvel
heeft zijn tekst ook bijzonder goed gezegd,
zodat zijn rol gaaf en waardig gestalte
kreeg.
De rol van Seyton, officier in dienst van
Macbeth, eigenlijk de schildknaap van
Macbeth werd door Jaap Maarleveld ge
speeld in „kozakkenstijl". Men zag een
man. die in 'n soort Russische kledij rond-
spiedde en samen met de gehuurde moor
denaars (Bob Goedhart en Wim van Sie-
renberg de Boer) de moord op Banquo
voltrok. Seyton is geheel verknocht aan
zijn heer, maar hij is niet een huurling,
evenmin een in de misdaad geschoolde
figuur.
In het stuk Macbeth spelen onnatuurlij
ke krachten een grote rol. Het is bekend,
dat James I een „kenner" was van derao-
nologie. De heksen en verschijningen zijn
niet per toeval door Shakespeare in deze
tragedie gebracht. Zjj bepalen eigenlijk
mede het karakter van het stuk. De onna
tuurlijkheid van de heksen is een pro
bleem voor de regie. In de opvatting van
De Meester is niet goed duidelijk gewor
den of de heksen alleen maar wangedroch
ten zijn, personificaties van de diepste ge
dachten van Macbeth, dan wel wezens,
die existeren en deel uitmaken van het
barre leven op de Schotse velden. In de
eerste scène treden zij naar voren terwijl
haar tekst wordt vermengd met muzikale
illustraties, zodat ze meer een sfeeraan
duiding zijn, dan toverkollen. Later wordt
meer aandacht aan de tekst besteed, die
dan ook bijzonder huiveringwekkend is.
Een groter probleem in het kader van
de buitennatuurlijkheid is Banquo. In het
gedeelte, waar hij als generaal optreedt,
heeft Henk Rigters geen moeilijkheden on
dervonden. Maar na zijn moord verschijnt
Ko van Dijk als Macbeth
hij als een grand guignolspook. Het bloed
druipt van zijn gezicht en hij wordt op
dringerig luguber den volke getoond. Dit
is naar onze mening een misvatting, want
de verschijning van Banquo wordt alleen
door Macbeth zelf gezien. Een wat „be
scheidener" optreden zou de waardigheid
van de figuur ten goede komen.
De acht verschijningen, nadat drie bui
tennatuurlijke wezens ziin verdwenen, ge
ven de heksenscène in het vierde bedrijf
iets teveel. Maar dat Johan de Meester
letterlijk het hoofd van Macbeth aan een
speer laat „opkomen", werkt lachwek
kend.
De vertaling van Joris Diels is bijzon
der goed. De primitieve kracht is geen
geweld aangedaan, terwijl de rijkdom van
de taal ten volle schittert.
Een voorstelling van een moeilijk stuk.
Een voorstelling, waarbij de ontroering
werd verdreven door de koele observatie,
die slechts fragmentarisch oploste in de
tragiek als medeleving.
Bu.
Zaterdagavond omstreeks negen uur is
het 499 brt. metende kustvaartuig „Zui
derzee" van de fa. Koster en Smit te
Groningen in aanvaring gekomen met het
Griekse s.s. „Elias G. Kulukundis" dat
5548 brt. meet. De aanvaring had plaats
tien mijl ten westen van Hoek van Hol
land. Hoewel beide schepen beschadigd
waren, verkeerden ze niet in gevaar.
De „Zuiderzee", die onderweg was van
Gent naar IJmuiden, is zondagnacht om
twintig minuten over twaalf de Nieuwe
Waterweg binnengelopen, op weg naar
Rotterdam voor reparatie.
Het 333 ton metende Nederlandse motor
schip „Advent" van de Erven De Vries
en Wagenborg's scheepvaart- en expedi
tiebedrijf te Delfzijl is zondagmorgen voor
de Engelse kust ter hoogte van Greatstone
bij Dungeness in Kent tijdens dikke mist
gestrand.
De reddingboot van Dungeness was uit
gevaren, maar er was geen bijstand nodig.
Bij vloed is het schip later zonder hulp
en klaarblijkelijk onbeschadigd vlotge-
komen.
De hoofdafdeling Veehouderij van het
Landbouwschap heeft de garantieprijzen
voor de melk besproken, zoals deze op 12
maart door de minister van Landbouw
ziin bekend gemaakt.
Zij heeft er haar voldoening over uitge
sproken. dat voor het overgrote deel van
de in Nederland door veehouders in dit
melkprijsjaar (november-november) af te
leveren melk een garantieprijs verkregen
is dit gelijk is aan de gemiddelde kostprijs
hiervan.
De hoofdafdeling kan begrip hebben
voor de door de minister hiernaast ge
stelde noodzaak van de lagere garantie
prijs voor de resterende hoeveelheid af te
leveren melk. Gezien de huidige ongun
stige financiële positie van zeer vele vee-
houdersbedrijven meent zij intussen dat
bij de minister bepleit moet worden het
doen van een spoedige voorschotuitkering
(uit het zuivelfonds) op de definitieve ver
rekening van het verschil tussen de ga-
gantieprijzen en de gemiddelde opbrengst-
prijs van de melk in Nederland. Dit acht
zij te meer gewenst, omdat een deel van
de garantiegelden voor de melkveehou
ders voorlopig zal worden geblokkeerd.
f Advert entle)
3
Reeds onmiddellijk na het overlijden
van de Kardinaal zijn er, zoals bekend,
initiatieven ontwikkeld om in de een of
andere vorm aan de gevoelens van dank
baarheid jegens hem uiting te geven. Er
is sprake geweest van een standbeeld te
zijner ere. Deze gedachte is evenwel ver
laten omdat, zo het al een vraag is of
men op deze wijze in de geest van de
overledene zou handelen, deze vraag dan,
gezien de uitzonderlijke eenvoud en ne
derigheid van deze Prins der Kerk, in
ieder geval ontkennend moest worden be
antwoord.
Het aanvankelijk initiatief-comité is in
middels uitgegroeid tot de „Stichting Kar
dinaal De Jong Monument", waarin alle
landelijke katholieke organisaties zijn
vertegenwoordigd. Deze stichting, onder
presidium van mgr. A. W. G. Wiegerink,
deken van Utrecht, mr. J. R. H. van
Schaik, minister van Staat, en prof. dr. L.
J. Rogier, kent verder een directorium of
werkcomité, bestaande uit de heren mr.
J. Derks, A. Bergers, P. de Waart, J.
Hünfeld. pastoor A. van Wissen van Ame
land, J. Peters en drs. L. Cosijns. Secreta
ris is mr. J. Wagenaar, Van Breestraat 39,
Amsterdam.
In de stichting is het plan gcrqpt het
op te richten monument de vorm te geven
van een gedachteniskapel, waarin de grote
dode z^n laatste rustplaats zal vinden.
Er is een jury gevormd, waarin de
hoogleraren dr. J. Timmers, dr. F. van
der Meer, dr. R. Vroom en M. J. Granpré
Molière, alsmede de heer Jan Engelman
zitting hebben en deze heren beraden zich
thans over de nadere uitwerking van het
plan; de plaats, de aan te zoeken architec
ten en kunstenaars, etc. Een beslissing
hierover is nog niet gevallen, al is het
uiteraard niet twijfelachtig of de gedach
teniskapel zal in Utrecht komen.
Dit plan, waarnaar geheel katholiek Ne
derland eigenlijk reeds heeft uitgekeken,
moet gerealiseerd worden met behulp van
alle katholieken in ons land.
Het is de bedoeling, dat iedere katholiek
een plaatje koopt, en dat de ouders het
ook zullen kopen voor al hun kinderen.
In ieder kerkboek, vertrouwt de stichting,
zal het komen te liggen.
De prjjs is zo gehouden, dat het voor
niemand op grote bezwaren zal stuiten.
Zij bedraagt één kwartje per plaatje, niet
minder, maar zo vraagt de Stichting
om administratieve redenen ook niet
mèèr! Wie meer wil geven, kope of méér
plaatjes of storte het bedrag op giroreke
ning no. 190613 ten name van de „Neder-
landsche Credict Bank" te Utrecht met
vermelding „Monument Kardinaal De
Jong".
Met deze plaatjes-actie bereikt de Stich
ting tevens, dat de katholieken zelf een
herinnering aan Kardinaal De Jong en
zijn levenswerk behouden. Aan de achter
zijde van het door Karei Thole ontworpen
prentje staat een prachtig vers afgedrukt
van 'Anton van Duinkerken, dat men
gaarne herlezen zal. Met de opbrengst van
de actie kan de stichting aan de realise
ring van haar plannen beginnen. Men
hoopt nog dit jaar de tekeningen gereed
te hebben, zodat binnen afzienbare tijd
de Gedachteniskapel voor Kardinaal De
Jong een feit zal zijn.
Hei gedicht, dat Anton van Duin
kerken afstond voor het Gedachtenis-
prentje van de Kardinaal.