Tocht naar de duisternis „NACHT IN DE MIDDAG" Arthur Grumiaux in Mendels sohn's vioolconcert „Macbeth" door Ned. Comedie Gedachteniskapel voor Kardinaal De Jong vb O'Neills meesterschap Opvallende creatie van Elise Hoomans bij „Theater liet Concertgebouw Neo-realisme zonder diepgang Lak 't zelf met NEDO-MEX Transparante klenrlak Twee miljoen plaatjes Kardinaal De Jong benoeming bisdom Koestier gespeeld door Het Zuidelijk Toneel 39.000 mannen en jongens maakten Stille Omgang Getuigen" van Hugo Claus Jubileum „Die Haglie Sangheri Kalh. Nederland gaat plannen verivezeiunnen MAANDAG 18 MAART 1957 PAGINA 3 Vier personen, vier menselijke ,.rakken. Een Amerikaanse fami- anno 1912, getekend in ochtend, ^dag en avond van de dag waar- P hun geestelijke neergang het PPnt van onherstelbaarheid be- seikt. Dat is de inhoud van O'Neills °rnber brok autobiografie „A long J°Urney into night" dat „Theater aterdagavond onder de titel "°cht naar de duisternis" op de Pinken bracht, i be koe 2 HAARLEM gen onder locomotief GERAAKT Het legioen der bidders Experimenteel toneel „in het rond" Fragmentarische hoogte- punten MEVROUW LUGT—KLEVER RIDDER LEGIOEN VAN EER CONCERTGEBOUW ORKEST NAAR ENGELAND Buitennatuurlijke krachten BOTSING EN STRANDING OP DE NOORDZEE GARANTIEPRIJS MELK Landbouwschap niet ontevreden Product van Ceta-Bever Dit is het door Karei Thole getekende portret van Kardinaal De Jong, dat gedrukt op 2 miljoen gedachtenisplaatjes, be stemd is voor de grote actie voor de „Gedachte- niskapel" Twee miljoen g edachtenisplaat- jes van Kardinaal De Jong zullen op zondag 31 maart a.s. aan alle kerken in ons land verkocht wor den. Een uitzondering evenwel geldt voor de dekenaten Rotter- dam en Gouda: daar valt de ver koop op 7 april. Het doel van deze actie is de gel den bijeen te brengen voor een monument, dat de herinnering aan Kardinaal De Jong en aan zijn gro te betekenis levend zal houden on der ons volk, in het bijzonder onder ons katholiek volksdeel. Toen ik pal stond voor de rechten Van ons volk heb ik gebeden, Dat mijn strijd mocht zijn volstreden Om oud wanbegrip te slechten. Waarheidsliefde dreef mijn woorden, Die bedrog noch arglist kenden. Niemands recht kon ik zien schenden, Niemands eerlijkheid vermoorden. Mijn gedachtenis vereren Allen, die mijn daden lazen, Doch hun hulde komt van dwazen, Zo zij zich naar God niet wenden. Heer, ik heb Uw naam beleden, Dankbaar bracht ik offergaven. Gun Uw dienaar thans Uw vrede, Spaar ons volk het lot van slaven! Anton van Duinkerken (j zin van het stuk ligt opgesloten in t>»? orden die vader Tyrone Shakespeare (jj-^gt als de drank hem in het slotbe- ,w! weemoedig en scherpzinnig maakt. <j 'et door ons gesternte, neen, Brutus, J, °r ons zelf worden wij klein en nietig". t6n r eigen schuld, door eigen onbevoch- slapheid gaan wi,i alle vier ten on- V Wil hij zeggen. Maar wat is schuld? kjn 's waar, dat de Tyrones zwakheid niet bevochten hebben? tg- heeft zich de kiem van een noodlot- 16?® Woekering in hen kunnen ontwikke- Die vragen vormen de diepere ach- k/Sfond, welke O'Neill in zijn stuk wil peggen. v6p.1:l stelt zich niet ten doel, zoals zo- toneelschrijvers doen, met spectacle s' 6 gebeurtenissen zijn publiek te boei- ijj,Er is nauwelijks sprake van intrige ?ie enkele dag familieleven, waarin ia r niensen, vier karakters botsen en 1; §s elkaar glijden, vier eenzamen el- '^loden met elkaar moeten leven en het JJs ^-1 JVdclI JJliJUCii, V1U UUllOUlllWl v-x Zin i gelijk zoeken en afstoten, vier ge ilet fj°tlig J. kunnen. Dit stuk heeft geen intrige omdat het boeit door zijn diep- p"^"de aandacht voor de mens en de Oselijke beweeggronden, flip dit opzicht, in de dièpergaande stu- ls van het raadsel dat de menselijke ziel c' steekt O'Neill mijlenver uit boven de (Jpp®rvlakkige typologie waarmee het he iig?'daagse toneelstuk dikwijls genoegen tet. Mary Tyrone is de morfiniste die sk^skracht mist om zich aan haar ver- O'N 'leid te onttrekken. Maar zoals hrvn'b haar gestalte geeft, is zij zo on tijl^ veei meer) een vrouw met alle bef6 Vertakkingen van haar gevoelsleven, r; 1 haar geïdealiseerde meisjesherinne- dagen. haar hunkering naar liefde en tnQ cen thuis, de desillusies van haar heerschap, het gevoel van leegte in N huwelijk met de gierige ex-acteur. (W, ze zelf, de oude James Tyrone is in- gr baad een vrek. Hij dankt daaraan de Wat ontgo°cheling van zijn leven. Maar dj.' een veelheid van nuances vertoont cu Schijnbaar simpele karakter, deze li ga?01elijk sterke 65-er, als wij hem beter a° kennen. top6 gestalten die O'Neill oproept zijn id edigc mensen, met iets van een engel d z'eh en iets van een demon, met laaicn- v uitbarstingen naast ogenblikken van rtedering, met illusies die verloren w°£en en angsten, mensen die opgewekte oorden spreken met pijn in bet hart, j.p'jUscn die elkaar kwetsen en toch licf- tJL n' elkaar haten en toch met deernis mgeven. Innerlijke tegengesteldheden ertonen aIje de ouders en ook de wee zoons, James, een drinker en vrou- tiief Ser' w*ens tong als van een adder W»S anders 's dan een afweer tegen het V,..®? da' hem het geluk misgunde; en de Oetische teringlijder Edmund, „door nie- ('and gewenst en zelf niets echt wen end", op het voorbeeld van z\jn oudere Jhier tot een drankzuchtige nietsnut ge- "rden. dit gezin dat balanceert op de rand de ondergang grijpt het beslissende Ja;ha plaats van de moeder die na een °atoriumkuur hervalt in haar verslaafd- (j'd aan morfine, en daarmee bij de an- IjjpOn de laatste kiemen van hoop ver- qS'Sde. Schuld? Gebrek aan wilskracht? bk eil1 dwingt ons in haar prachtig ge- oVp hde rol tot een barmhartiger oordeel een vrouw wier huwelijksleven door hel van eenzaamheid is gegaan en die rJjjd Weerstand heeft tegen een middel, b;,p haar „buiten bereik van alle pijn" likhgt. Terwijl buiten de misthoorn VaaaSt, verdwijnt haar geest in de nevel haar jeugdidealen. Weind deze tragische vrouwenfiguur 1Q ett de schrijver zijn fijngesponnen dia- fl6 gesprekken boordevol begrip voor ScjSecompTiceerdheid van de mens. Mis- mag men hem verwijten dat hij vj.en daar de tweespraak wat breed- Vm.FiS maakt en te zeer in herhalingen Daar staat echter zoveel macht te- °ver in het uitbeelden van groeiende (jj.Weer bedaarde dramatische spanning, °ok deze O'Neill tot de grote realis- hsL H. Exc. de bisschop van Haarlem .henoemd tot pastoor van de nieuw VeMchte parochie van de H. Johannes te Alkmaar (Overdie), de zeereerw. 6aJt J. h. v. d. Vliet, die reeds bouw- tc>or was aldaar. y 5sv?Jei'dagmiddag omstreeks 1 uur, is de ISrige F. van der Meij uit St. Anna 8ebnChie bij het spelen nabij het veiling- te Berlicum onder een achteruit- Ove®nde locomotief geraakt. Hij werd ^i-Jteden en was onmiddellijk dood. tische drama's van onze tijd gerekend mag worden. Wederom is het „Theater" geweest dat van dit uit 1941 daterende stuk (het was niet O'Neills laatste, zoals het programma vermeldde) de eerste Nederlandse verto ning gaf. Daarin hebben wij vooral Elise Hoomans kunnen bewonderen, die zich voor enkele minder geslaagde creaties in vorige seizoenen revancheerde met een grandioze vertolking van Mary Tyrone. Zij herschiep de gestalte tot in de schuil hoeken van haar gevoelsleven, aanstonds met de opzichtige nervositeit die het na derend onheil voorspelt, later in de gesteltenis heeft Elise Hoomans bewon derenswaardig over het voetlicht gebracht, overtuigend en ontroerend. Richard Flink zette een degelijke, door werkte vertolking van vader Tyrone daar tegenover, op zijn best, waar zijn mimiek en zijn stem medelijden uitdrukte en wee- moefl om wat verloren ging. Kees Brusse was de schijnbaar gevoelloze cynicus maar toch te zacht van intonatie voor een „addertong" Zijn beste momenten be leeft hij in de scènes waarin de verwik kelde liefde-en-haat-verhouding met zijn jongere broer tot uitdrukking komt. Deze Edmund werd technisch heel goed, maar te weinig van binnen uit gespeeld door Frans van der Lingen. Mia Goossen had de kleine rol van het dienstmeisje Kath leen. De regie van Richard Flink toonde eerbied voor het meesterschap van O'Neill dat hij met geen toneelspektakel of expe riment poogde te overtroeven. Waar hij voortdurende afwisseling van heldere en 1 tets toevoegde, met de muziek van Henri afwezige momenten, tenslotte in de afge stompte waanzinscène waarbij de drie mannen dronken, verslagen en machteloos toezien. De plotselinge overgangen en vlagen in Mary's fysieke en geestelijke van Praag, sloeg hij o.i. de plank mis. Nadrukkelijk applaus beloonde de vier hoofdacteurs voor hun mooie, zware en zeer langdurige prestatie. P. Frans van der Lingen en FAise Hoomans in „Tocht naar de duisternis'" De bekende Amerikaanse auteur Ar thur Koestier heeft in zijn boek „Dark ness at noon" haarscherp wezen en stre ven van het bolsjewisme geanalyseerd en Sidney Kingsley maakte er onder de gelijknamige titel „Nacht in de middag een toneelbewerking van, die zaterdag voor het eerst in de Utrechtse stads schouwburg door het Zuidelijk Toneel werd vertoond. Hoofdpersoon is Rubashov, een Trotzky- achtige figuur, man van de oude garde, die geleden en gestreden heeft voor de revolutie, maar vanwege zijn intellectualis me en filosofie niet meer wordt ge accepteerd door de jongere generatie, vertegenwoordigd door de staalharde en sadistische Gletkin. Gedesillusioneerd als Rubashov is in de leider en kliek van de partij, maakt hij zich verdacht als contra-revolutionair en het spel begint, wanneer hij in de gevangenis wordt ge worpen, die de ganse avond het toneel blijft, waarop dit felle drama zich ont wikkelt. Een drama, dat niet alleen kerft in de ziel van individuele mensen, die ook naar de leer van Rubashov in het grootste politieke spel van de partij niet meer mee zouden tellen zijn eigen geestelijke wa penen werken als een boemerang maar ook het corrupte en voze onthult van een tot in al haar consequenties doorgevoerde leer, dat het doel de middelen heiligt. De wrede Gletkin heeft, als alle jongere communisten, die de revolutie niet zelf hebben meegemaakt, daarmee niet de minste moeite, omdat hij geleerd heeft alle medelijdend gevoel uit te bannen. In zijn cel tot overdenken gebracht en door het contact met zijn mede-gevange nen door middel van geklop op de buizen hetgeen bij een uitstekende toneelbouw met een dwars-doorsnede van drie cellen zeer suggestief werd weergegeven, waar bij een enerverend gefluister van ver schillende stemmen, krijgt Rubashov last van zijn verleden, waarin zelfs vrienden eneen goede vriendin werden geliqui deerd. Daarvoor is gebruik gemaakt van fil mische middelen, flashbacks en ais gees ten schuiven deze gedode personen in de cel telkens voorbij. We hebben respect voor de wijze, waar op de regisseur Lo van Hensbergen. die zelf Rubashov speelt en deze rol doorleeft, dit geënsceneerd heeft, met goede decors van R. en P. Bogaerts. Aangrijpend is vooral de verschijning van Luba Uoshcnko, de geliefde en ver guisde vrouw, die niet enkel meer de koude secretaresse van Rubashov kon bljjvcn, tijdens het verhoor door Gletkin, als hij met haar de juiste knop ontdekt heeft, waarmee hij zijn tegenstander murw kan maken en tot cen bekentenis dwin gen. Daardoor zou Rubashow immers de partij een laatste dienst kunnen bewijzen. Men proeft de actualiteit van dit toneel- -vuua6iui wuo6oUuuiiv...vu ePaald niet modern. Matthijs Ver bet was weliswaar vertegenwoordigd Cn openluchtspelmuziek „Passacaiüe h ch uit de „Vliegende Hollander", e ma^S moderne muziek, gecom- r<A voor een studentenlustrum te wist het visuele en het gebiedende t«kst van Nijhoff, waarvoor zij als V ®civ? v?ing diende. ert's ouverture „Die Zauber- StïUj weer bekend onder de naam „Ro- rNcei opende zeer muzikantesk het S' We i De houtblazers contrasteerden in \Vp k uiterst gevoelig met de strijkers. u,e'dqrige lyrische thema's van Schu- Mi]vz zondagmiddagabonnementsconcert i "W ken fris en zangerig. Bovendien 5inwde Eduard van Beinum zeer He,p" «hT.0*»- p'teerd. De reactie van het overvolle na de ouverture was plld hartelijk. dan ook 7«s"dBelgische violist Arthur Grumiaux Fl?.rna solist met het „Vioolconcert" n Mendelssohn-Bartholdy. Een v® tbBtaanden geleden viel hij ten zeerste V*,.K dfi llUT.nni.;n .rovs U a f irl PAJI P/»rt. Jifl jj de uitvoering van het vioolconcert invallend voor een ziek ge- *2. hie? hollega. Met Mendelssohn heeft 2*ch wge'wponeerd zondagmiddag. Tech- 5^SetJas natuurlijk alles perfect, dubbel- d n stokvorming irf de puntjes ver- doch alles werd te glad en opper vlakkig voorgedragen. Juist deze geper fectioneerde nuchtere speelwijze doet af breuk aan Mendelssohn. Het eerste deel iuktc nog het beste. Het Andante daaren tegen miste warmte en romantische allure. In het laatste deel. hetwelk in een adembenemend tempo gespeeld werd, was het samenspel met het orkest niet steeds zoals het wezen moest. Met de Tweede Symfonie van Beetho ven hebben Van Beinum en het orkest een buitengewone prestatie geleverd. De inleiding boeide reeds in hoge mate door dieppeilend spel. Het „Allegro con brio" met zijn levenslustige sfeer en gekarakte riseerd door de ranke dubbelslagen was een bijzondere ervaring. Zeer innig van uitvoering en bepaald fraai van colorist was het „Larghetto". Het „Scherzo", het welk zeer origineel geconcipieerd is en menige Vlaamse trek vertoont, was in alle opzichten Breugeliaans. De kroon op het werk zette de ongeëvenaarde reproductie van de finale, waarin Beethoven menige harmonische vondst ten toon spreidt en het orkest alle gelegenheid geeft tot vir tuoos en uitgebalanceerd spel. Na deze topprestatie van dirigent en orkest was het auditorium zeer enthou siast met bijvalsbetuigingen. O. v. H. stuk, dat ons omtrent het communistisch systeem meer leert dan menig handboek, omdat het psychologisch zo diep grqpt. Geen opwekkend toneel, maar niettemin ontroerend en in al zijn bitter realisme toch geraakt door de adem der poëzie, zoals ze ons komt toegewaaid uit de mond van Luba Loshenko, met een prachtige schakering van gevoelens gecreëerd door Lies de Wind, wanneer zij aan het bloe men schikken is en haar minnaar Rubas hov van haar jeugd vertelt. Ook in Rubas hov kon de ziel niet geheel .gedood wor den. getuige zijn verklaring, dat met ce ment alleen geen paradijs gebouwd kan worden. Heel goed weet Lo van Hensber gen deze tegenstrijdigheid in zijn spel, dat ook fysiek veel inspanning vraagt, telkens tot uitdrukking te brengen. Zo con centreerde zich alle aandacht om deze fi guur. In tegenstelling met Hans Culeman, voor wie de rol van Gletkin te hoog ge grepen was. Al waren grime en houding markant, in zijn stem, die eer aan een bourgeois deed denken, miste hij de' juiste intonatie. Als een meeslepende scène blijft ons in herinnering door een voortreffelijk stukje toneel, in korte spanne tijds het sa menzijn der drie communisten, waarlijk kameraden, matrozen en havenwerkers, als Rubashov hen wil dwingen niet lan ger te staken. Ook zij behoren tot zijn slachtoffers, die hem voor de geest verschijnen en de er varingen, die zij vertellen, doen ons den ken aan de gebeurtenissen van Kroon stad, zoals zij in een kortgeleden versche nen boek „Wij rekenen op Kroonstad" door een naamloze schrijver zün vermeld. Van de vele meewerkenden noemen wij nog slechts Sacco van der Made en Det- lev Pols als de twee mede-gevangenen, die mede dit optreden van Het Zuidelijk Toneel tot een bijzonder toneelgebeuren hebben gemaakt. Voor velen waren er bloemen aan het einde der voorstelling. I.A. Ondanks de sombere vooruitzichten op de regenzaterdag hebben de Stille- Ommegangers het ook de tweede nacht bijzonder goed getroffen met het weer. Het was dx-oog en de temperatuur mild, ideale omstandigheden om in stil gebed de bedeweg door het oude Amsterdam te volgen- Naar schatting ruim 25.000 deelnemers, uit Den Haag (1600), Utrecht (1600), Midden- en Noord-Lim burg (2100), Zwolle (1000), Den Bosch (1800), Salland (1700), van de Rijwielbond (2500), Haarlem en vele andere grote en kleine plaatsen op grote afstand en in de naaste omgeving van de hoofdstad waren met 19 extra treinen en ca. 200 bussen naar de Mirakelstad getrokken om met de regelmaat van een uurwerk groep voor groep van het Spui te ver trekken. Ditmaal waren er ca. 1500 mannen enjongens naar Amsterdam komen lopen: uit Obdam, Heemskerk, Haarlem en 't Gooi maar vooral uit de Zaanstreek. De grote groep Midden- en Noord- Limburg was ditmaal zonder mgr. Hanssen. Naar alle waarschijnlijkheid zal de coadjutor van Roermond de vol gende week met de groep Zuid-Limburg naar de Mirakelstad trekken. Toen omstreeks kwart over vier als laatste groep Zaandam met 650 man was doorgetrokken, sloot hier onmiddellijk op aan de eerste van de 39 Amsterdam se parochies, die deze nacht eveneens de ommegang maakten. Rond 6 uur was de parochie van de Krijtberg de laat ste. In totaal waren er ongeveer 14.000 Amsterdammers. Opvallend veel jon geren waren er ditmaal onder de deel nemers, hetgeen voor de toekomst van de devotie tot het H. Sacrament van Mirakel veelbelovend mag worden ge noemd. Omstreeks 6 uur heeft, traditiege trouw, ook mgr. Huibers de omgang gemaakt. Daarna heeft de bisschop om 8 uur in de kerk van het Bagijnhof een H- Mis opgedragen, waaronder hij te vens een predikatie hield. Voor het laatst hebben deze keer extra-trams deelnemers uit Haarlem en Zandvoort aangebracht. Het volgend jaar immers zal de Blauwe Tram op dit traject zijn opgeheven. De regie van Johaii de Meester lieeft de tekst van Shakespeare s „Macbeth" letterlijk gevolgd. Dit heeft het merkwaardige resultaat gehad, dat bij de première zaterdagavond in een uiterst gespannen Stadsschouw burg te Amsterdam gebleken is, dat het neo-realisme niet de juiste stijlopvatting is om dit geweldige drama van de opgang en ondergang van de Schot Macbeth in alle facetten over het voetlicht te brengen. Dit stuk dat speelt in het midden van de elfde eeuw is van conceptie een haast primitief werk. Een tragedie, waarbij de misdadige driften van zowel man als vrouw tot de consequente zelfvernietiging leiden, moet deze oerkrachten tonen met de huiveringwekkende resultaten. De intenties die aan de daden ten grondslag liggen, worden wellicht in geen enkel stuk van Shakespeare zo uitgesponnen als in zijn Macbeth. Juist de gedachten, die de drijfveren zijn voor de moorden en de waanzinnige machtslust, moeten als een ruwe en huiveringwekkende architectuur de tragedie dragen. En deze onom wonden primitiviteit verdraagt geen realisme, waarbij de uiterlijkheden afleiden van de psychologische structuur. Macbeth als tragedie is in de voorstel ling van de Nederlandse Comedie teveel op uiterlijkheden gebouwd. De décors van Doeve zijn knap en vol symboliek, maar zij zijn minder huiveringwekkend dan de opzet van het stuk. De verloren, kale heide van Schotland wordt door enkele zetstukken teruggebracht tot een speel plan, waarbij de ruimtewerking wordt op geofferd voor symboliek. De kostuums van mevr. Roland Holst-De Meester zijn evenmin van een primitieve oerkracht, waarbij men reeds door de verschijning .9? De experimentele afdeling van de „Ang lo American Theatre Group" en de Haag se toneelgroep „Experiment" zullen op vrijdag 22 en zaterdag 23 maart a.s. in de Tuinzaal van de Dierentuin te 's Graven- hage gezamenlijk opvoeringen geven van twee oorspronkelijke eenakters, „A phoe nix too frequent" van Christopher Fry en „Getuigen" van Hugo Claus. De voor- stellingèn, die om 8.15 beginnen, zullen in het teken staan van de internationale theater-maand, waarmee men het begrip tussen de volkeren onderling door mid del van het toneelspelen wil bevorderen. Er zal „in het rond" worden ge speeld. „Getuigen", dat nog niet eerder door het gesubsidieerde beroepstoneel in Ne derland is gespeeld, wordt geregisseerd door Max Wagener. Ank van der Moer als Lady Macbeth van de dramatis personae in een stem ming wordt gebracht, die een goede voe dingsbodem is om het geweld en de bloe dige daden te ervaren als een onvermij delijke consequentie van de psychische structuur zoals deze door Shakespeare in de beide figuren, Macbeth en Lady Mac beth, is vastgelegd. De muzikale illustratieve composities van Lex van Delden waren trefzeker, niet opdringerig en uiterst sfeervol. De natuur geluiden, die Jan Oradi nabootste, pasten zeer goed bij de onheilspellende opzet van de verschillende scènes. Ko van Dijk cn Ank van der Moer. die de beide hoofdrollen vertolken, hebben Blijkens de Franse staatscourant is mevrouw Jacoba Lugt-Klever benoemd tot ridder in het legioen van eer. Zij ver wierf deze onderscheiding wegens haar belangrijke diensten voor de ontwikke ling van de culturele betrekkingen tus sen Frankrijk en Nederland, in het bijzon der met betrekking tot de stichting van het Nederlands Instituut te Parijs. Het Amsterdamse Concertgebouworkest zal met zijn dirigent dr. Eduard van Bei num weer een bezoek aan Groot-Brittan- nië brengen. Op 27 maart zal het orkest in het derde programma van de B.B.C. optreden met een programma bevattende Henk Badings' ouverture 1954, Ravel's Piano-concert in G, met Cor de Groot als *»list en Brückner's zevende symfonie in E. Talrijke genodigden hebben zaterdag middag in de rolzaal de receptie bijge woond die gehouden werd ter gelegenheid van de herdenking van het 40-jarig be staan van het koninklijk mannenkoor „Die Haghe Sanghers" en het 25-jarig jubileum van zijn dirigent Jos. Vranken. Op deze receptie waren naast de ver tegenwoordigers van de zangkoren in Ne derland aanwezig de Canadese ambassa deur Th. A. Stone, de oud-burgemeester van Den Haag, mr. dr. S. J. R. de Mon- chy, oud-minister J. A. M. Patijn en de componist Henk Badings. Het woord werd gevoerd door o.m. de Canadese ambassa deur, die ere-lid is van „Die Haghe San ghers", door de voorzitter van het Kon. Ned. Zangersverbond C. H. Honing en door de voorzitter van de Kon. Zangers- vereniging Mastreechter Staar, de heer Daemen. ontegenzeggelijk grootse momenten van acteerkunst getoond. Maar helaas te frag mentarisch om getroffen te blijven door de creaties. De wisselwerking tussen beide in wezen toch tragische figuren, is de kracht van de tragedie. Shakespeare heeft zowel Mac beth als Lady Macbeth niet dermate ver tekend, dat abstracties op het toneel staan. De tot pathologie opgeschroefde eerzucht beheerst hen beide. Bij de vertolking van Ko van Djjk bleek te weinig, dat hjj de kracht voor z(jn daden voor cen groot deel puurt uit de energieke inblazingen van zjjn echtgenote. Ank van der Moer sprak zo onduidelijk, dat het vrijwel steeds aan de toeschouwer ontging, wat de grote waar de van haar tekst was voor de toedracht van alle daden. Daarbij heeft de regie bei de figuren vaak zo geplaatst, dat hun woorden klonken als rechtstreeks gericht tot de aanwezigen in de zaal en minder als overpeinzingen van henzelf. In de lange rij van medespelenden bleef Johan Schmitz als Macduff in zijn wat tekst betreft kleine, maar voor de ontkno ping zo belangrijke rol, domineren. Hij kreeg dan ook in het vierde bedrijf een open doekje hetgeen volledig op zijn plaats was. Macduff is de edele krijgsman, die ontsnapt aan de bloedige daden van Mac beth. Zijn vrouw en kinderen worden tij dens zijn afwezigheid vermoord. Hij hoort dit slechte nieuws van Ross (goed en be heerst vertolkt door Johan Fiolet) en Jo han Schmitz geeft aan deze scène een dergelijke ontroerende inhoud dat zijn spel tot het hoogtepunt van de tragedie werd Louis van Gasteren was als koning Dun can een wat goedmoedige man, die de last der jaren torst, maar die verder niet eni ge importantie in zijn spel legt, waarbij nog komt dat zijn tekst zeer onduidelijk klonk. Van zijn beide zonen Malcolm en Donalbain (André van den Heuvel en Ramses Shaffy) kreeg Malcolm de juiste plaats. Hij. de Prins van Cumberland, is in wezen de primus inter pares van de ver zamelde edelen. André van den Heuvel heeft zijn tekst ook bijzonder goed gezegd, zodat zijn rol gaaf en waardig gestalte kreeg. De rol van Seyton, officier in dienst van Macbeth, eigenlijk de schildknaap van Macbeth werd door Jaap Maarleveld ge speeld in „kozakkenstijl". Men zag een man. die in 'n soort Russische kledij rond- spiedde en samen met de gehuurde moor denaars (Bob Goedhart en Wim van Sie- renberg de Boer) de moord op Banquo voltrok. Seyton is geheel verknocht aan zijn heer, maar hij is niet een huurling, evenmin een in de misdaad geschoolde figuur. In het stuk Macbeth spelen onnatuurlij ke krachten een grote rol. Het is bekend, dat James I een „kenner" was van derao- nologie. De heksen en verschijningen zijn niet per toeval door Shakespeare in deze tragedie gebracht. Zjj bepalen eigenlijk mede het karakter van het stuk. De onna tuurlijkheid van de heksen is een pro bleem voor de regie. In de opvatting van De Meester is niet goed duidelijk gewor den of de heksen alleen maar wangedroch ten zijn, personificaties van de diepste ge dachten van Macbeth, dan wel wezens, die existeren en deel uitmaken van het barre leven op de Schotse velden. In de eerste scène treden zij naar voren terwijl haar tekst wordt vermengd met muzikale illustraties, zodat ze meer een sfeeraan duiding zijn, dan toverkollen. Later wordt meer aandacht aan de tekst besteed, die dan ook bijzonder huiveringwekkend is. Een groter probleem in het kader van de buitennatuurlijkheid is Banquo. In het gedeelte, waar hij als generaal optreedt, heeft Henk Rigters geen moeilijkheden on dervonden. Maar na zijn moord verschijnt Ko van Dijk als Macbeth hij als een grand guignolspook. Het bloed druipt van zijn gezicht en hij wordt op dringerig luguber den volke getoond. Dit is naar onze mening een misvatting, want de verschijning van Banquo wordt alleen door Macbeth zelf gezien. Een wat „be scheidener" optreden zou de waardigheid van de figuur ten goede komen. De acht verschijningen, nadat drie bui tennatuurlijke wezens ziin verdwenen, ge ven de heksenscène in het vierde bedrijf iets teveel. Maar dat Johan de Meester letterlijk het hoofd van Macbeth aan een speer laat „opkomen", werkt lachwek kend. De vertaling van Joris Diels is bijzon der goed. De primitieve kracht is geen geweld aangedaan, terwijl de rijkdom van de taal ten volle schittert. Een voorstelling van een moeilijk stuk. Een voorstelling, waarbij de ontroering werd verdreven door de koele observatie, die slechts fragmentarisch oploste in de tragiek als medeleving. Bu. Zaterdagavond omstreeks negen uur is het 499 brt. metende kustvaartuig „Zui derzee" van de fa. Koster en Smit te Groningen in aanvaring gekomen met het Griekse s.s. „Elias G. Kulukundis" dat 5548 brt. meet. De aanvaring had plaats tien mijl ten westen van Hoek van Hol land. Hoewel beide schepen beschadigd waren, verkeerden ze niet in gevaar. De „Zuiderzee", die onderweg was van Gent naar IJmuiden, is zondagnacht om twintig minuten over twaalf de Nieuwe Waterweg binnengelopen, op weg naar Rotterdam voor reparatie. Het 333 ton metende Nederlandse motor schip „Advent" van de Erven De Vries en Wagenborg's scheepvaart- en expedi tiebedrijf te Delfzijl is zondagmorgen voor de Engelse kust ter hoogte van Greatstone bij Dungeness in Kent tijdens dikke mist gestrand. De reddingboot van Dungeness was uit gevaren, maar er was geen bijstand nodig. Bij vloed is het schip later zonder hulp en klaarblijkelijk onbeschadigd vlotge- komen. De hoofdafdeling Veehouderij van het Landbouwschap heeft de garantieprijzen voor de melk besproken, zoals deze op 12 maart door de minister van Landbouw ziin bekend gemaakt. Zij heeft er haar voldoening over uitge sproken. dat voor het overgrote deel van de in Nederland door veehouders in dit melkprijsjaar (november-november) af te leveren melk een garantieprijs verkregen is dit gelijk is aan de gemiddelde kostprijs hiervan. De hoofdafdeling kan begrip hebben voor de door de minister hiernaast ge stelde noodzaak van de lagere garantie prijs voor de resterende hoeveelheid af te leveren melk. Gezien de huidige ongun stige financiële positie van zeer vele vee- houdersbedrijven meent zij intussen dat bij de minister bepleit moet worden het doen van een spoedige voorschotuitkering (uit het zuivelfonds) op de definitieve ver rekening van het verschil tussen de ga- gantieprijzen en de gemiddelde opbrengst- prijs van de melk in Nederland. Dit acht zij te meer gewenst, omdat een deel van de garantiegelden voor de melkveehou ders voorlopig zal worden geblokkeerd. f Advert entle) 3 Reeds onmiddellijk na het overlijden van de Kardinaal zijn er, zoals bekend, initiatieven ontwikkeld om in de een of andere vorm aan de gevoelens van dank baarheid jegens hem uiting te geven. Er is sprake geweest van een standbeeld te zijner ere. Deze gedachte is evenwel ver laten omdat, zo het al een vraag is of men op deze wijze in de geest van de overledene zou handelen, deze vraag dan, gezien de uitzonderlijke eenvoud en ne derigheid van deze Prins der Kerk, in ieder geval ontkennend moest worden be antwoord. Het aanvankelijk initiatief-comité is in middels uitgegroeid tot de „Stichting Kar dinaal De Jong Monument", waarin alle landelijke katholieke organisaties zijn vertegenwoordigd. Deze stichting, onder presidium van mgr. A. W. G. Wiegerink, deken van Utrecht, mr. J. R. H. van Schaik, minister van Staat, en prof. dr. L. J. Rogier, kent verder een directorium of werkcomité, bestaande uit de heren mr. J. Derks, A. Bergers, P. de Waart, J. Hünfeld. pastoor A. van Wissen van Ame land, J. Peters en drs. L. Cosijns. Secreta ris is mr. J. Wagenaar, Van Breestraat 39, Amsterdam. In de stichting is het plan gcrqpt het op te richten monument de vorm te geven van een gedachteniskapel, waarin de grote dode z^n laatste rustplaats zal vinden. Er is een jury gevormd, waarin de hoogleraren dr. J. Timmers, dr. F. van der Meer, dr. R. Vroom en M. J. Granpré Molière, alsmede de heer Jan Engelman zitting hebben en deze heren beraden zich thans over de nadere uitwerking van het plan; de plaats, de aan te zoeken architec ten en kunstenaars, etc. Een beslissing hierover is nog niet gevallen, al is het uiteraard niet twijfelachtig of de gedach teniskapel zal in Utrecht komen. Dit plan, waarnaar geheel katholiek Ne derland eigenlijk reeds heeft uitgekeken, moet gerealiseerd worden met behulp van alle katholieken in ons land. Het is de bedoeling, dat iedere katholiek een plaatje koopt, en dat de ouders het ook zullen kopen voor al hun kinderen. In ieder kerkboek, vertrouwt de stichting, zal het komen te liggen. De prjjs is zo gehouden, dat het voor niemand op grote bezwaren zal stuiten. Zij bedraagt één kwartje per plaatje, niet minder, maar zo vraagt de Stichting om administratieve redenen ook niet mèèr! Wie meer wil geven, kope of méér plaatjes of storte het bedrag op giroreke ning no. 190613 ten name van de „Neder- landsche Credict Bank" te Utrecht met vermelding „Monument Kardinaal De Jong". Met deze plaatjes-actie bereikt de Stich ting tevens, dat de katholieken zelf een herinnering aan Kardinaal De Jong en zijn levenswerk behouden. Aan de achter zijde van het door Karei Thole ontworpen prentje staat een prachtig vers afgedrukt van 'Anton van Duinkerken, dat men gaarne herlezen zal. Met de opbrengst van de actie kan de stichting aan de realise ring van haar plannen beginnen. Men hoopt nog dit jaar de tekeningen gereed te hebben, zodat binnen afzienbare tijd de Gedachteniskapel voor Kardinaal De Jong een feit zal zijn. Hei gedicht, dat Anton van Duin kerken afstond voor het Gedachtenis- prentje van de Kardinaal.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 3