parus LEXINGTON Toneelhonger kost miljoenen LONDEN ROME VENEN FABRIEK FLAT en FEESTZAAL Kind door wolf verslonden? KALENDER-LENTE BEGONNEN oenen Geen experimenten Hoe Duitsland theaters bouwt (I) ji. i DONDERDAG 21 MAART 1957 PAGINA 3 Back to normal" Record sinds 1880 Een der Parijse bloemenmarkten Voorjaarsidylle bij Childswickham E primavera Bloesems langs «Ie oude „MïbelMngensirasse" Breiend in de war me zonneschijn in de schaduw van de St.-Pieter. from America's Best Tobaccos STEEDS FAVORIET! Geen experimenten in Keulen J^EIZENDE toneelspelers zoals bij ons kent Duitsland niet. Tenminste bijna niet. Want waar achtig, in Detmold, zo hoorden wij bij wijze van curiositeit ver tellen, schijnt een toneelensemble te bestaan dat onder leiding van een eigenzinnige intendant het Nederlandse systeem toepast, 's Middags in de bus, 's nachts terug en telkens een andere zaal. De Duitse toneelbazen schudden het hoofd over deze autobus kunstenaars „Elke dag een andere zaal? Alsof een acteur zijn geluid en een regisseur zijn mise en scene niet heel precies instelt op die bepaalde ruimte die hij kent van zijn theater. Reizen? Niets gedaan". Ook in de foyers, zoals overal in dit nieuwe theater is op de eerste plaats gedacht aan de praktijk. Van experimenten heeft men zich daarbij angstvallig ver wijderd gehouden. Dat het bij de Duitse theaterbouw niet overal zo is en dat men elders met min of meer succes wèl aan het expe rimenteren is geslagen, hopen wij in volgende artikelen duide lijk te maken. NTE IN EUROPA (Van onze correspondent) (Van onze correspondent). Öe Parijzenaars lezen de komst van lente niet van het kalenderblad af. kennen de grillen van de natuur in stad en houden zich steeds gereed van ieder straaltje zonneschijn te Profiteren. Hun blijdschap was dan ook froot, toen drie weken geleden reeds, e thermometer plotseling tot 21,5 gr. ?Pliep, iets wat verleden zomer zelfs ir> juli niet altijd was gebeurd. En flndsdien zijn de winterjassen aan de *aPstok gebleven, ondanks de wijze raad der voorzichtige voorouders, die zegt •i6n avril, ne te découvre pas d'un fil". Maar Parijs heeft er wel een ver koudheid voor over ,,een draadje min- ®r te dragen" en laat de antieke vólks- legden voor wat ze zijn, te meer l?aar ze zelden iets goeds voorspellen. vooral de dames hebben haast om "let de nieuwe mode te pronken.... .Nu heeft men het dit voorjaar wel ijzonder getroffen. Het ligt al onge ler buiten mensenheugenis, dat Parijs door zo'n zomerse weken werd begun- stigd als dit jaar. Slechts in 1880 ge boot Parijs op een maartse dag zulk een ■jpstelijk lenteweer. Het is merkwaar dig hoe zulke vroege lentedagen het stadsbeeld kunnen veranderen. De drukte in de cafés wordt plotseling Paar de terrassen verplaatst; op de trot toirs verdringen de mensenmassa's el kaar nog méér dan midden in de zo- jber op de nationale feestdag. Tegelij kertijd is het autoverkeer op deze voor- laarszondagen ondanks de benzine distributie van 's morgens tot 's avonds niet minder druk dan op de spitsuren tijdens werkdagen. De grote wekelijkse exodus van een miljoen Pa- f'izenaars, die hun week-ends buiten Plegen door te brengen, begint n.l. pas hiet Pasen. Wat nog ontbreekt zijn de zwellende knoppen aan de bomen, die over de boulevards zulk een romantisch waas kunnen leggen, maar veel heesters in de parken beginnen reeds te kleuren en tot in de autobussen toe kondigt de Patuur haar herleven aan, doordat ve len reeds van de vroege bloemenmark ten terugkeren om hun tuintje in zak- 'loekformaat te gaan verzorgen. „Officieel" viert Parijs en geheel "rankrijk eerst de terugkeer van de 'ente op 1 mei. Dan bieden huisgenoten en kennissen elkaar de „muguet" aan, boeketjes lelietjes-van-dalen. Bij wagon ladingen tegelijk worden de blanke en geurige lelietjes-van-dalen voor deze gelegenheid uit het zuiden naar Parijs gevoerd. Duizenden arme gezinnen heb ben ze in de omringende bossen geplukt en bieden ze op straat te koop aan. Zo was het vroeger en zo is het gebleven. Zelfs toen het rode Frankrijk de eerste mei als dag van de arbeid is gaan vie ren is het nimmer gelukt om de lelietjes van-dalen door klaprozen en egelantiers te vervangen. Maar de instelling van deze „dag van de arbeid" op 1 mei, heeft in alle ge val tot gevolg gehad, dat de Fransen deze traditionele dag thans zónder te arbeiden kunnen doorbrengen.... MIJN BUURMAN keerde in het be gin dezer maand terug van een za kenreis in Duitsland en Nederland. „Fancy!" zei hij, en er klonk oprechte verbazing in zijn stem, „ginds waren al le bomen nog kaal, maar hier was 't al een feest van krokusjes, Japanse kers en uitbottende bomen!" Het was die dag stralend lenteweer, en iedereen vertelde iedereen opgetogen hoé stralepd het toch wel was. De volgende dag was de lucht weer loodgrijs en regende het pij- pestelen. De postbode, druipend, over handigde mij m'n post, en zei berus tend: „Back to normal, sir!" Mijn buurman en de postbode hadden beiden gelijk: Engeland hééft een veel zachter klimaat dan ons land, en ook is de lucht hier veel vaker grijs-over trokken dan bij ons. De oorzaak is de zelfde: er is veel minder wind, en bo vendien doet de Warme Golfstroom, die niet ver van Land's End Engeland pas seert, zijn verzachtende invloed gelden. Nergens is de lente zó'n vertroosting voor het door mist en laaghangende wolken verkilde gebeente als in Lon den. Ge vlucht weg uit de benauwend- drukke straten met hun blauwe benzi nedamp naar de parken, de „squares" met hun plantsoenen, en ge zegent de London County Council, die met stug- volgehouden vigilantie temidden van 's werels grootste steenwoestijn oasen van in totaal 3000 ha. oppervlakte open houdt. Die parken zijn Londens longen, en niet zodra heeft het lunchuur gesla gen of de honderdduizenden storten zich uit over de parken en groenstroken, om met on-Engelse hartstocht zich over te geven aan de het blanke vlees schroeien de en de ziel verdovende cultus der zon- aanbidders. Er is niet veel nodig om de Londense parken tot berstens toe te vullen: één zonnestraaltje is reeds vol doende, en iedereen zucht verzaligd hoe „nice" het is. In die parken tijdens het lunchuur schiet Amor héél wat pijlen af, en rneriig grijsaard neuriet nostalgisch het oude music-hall wijsje: „Oh I never shall forget That lovely afternoon I met her at the fountain in the park!" Slechts één ding mist men in lente- Londen: het café-terrasje. Alleen in de Victoria Embankment Gardens heeft een ondernemend man het gewaagd een ter rasje te openen, dat prompt tot de laat ste plaats bezet is Het gekke met Engel sen is: ze dénken er zelf eenvoudig niet aan „the continent" na te bootsen, maar als een vreemdeling het voor hen doet zijn ze zo trots op de nieuwigheid als hadden zij er wél zelf aan gedacht. Maar de allergrootste vreugde vindt de Brit toch in zijn tuin. De maaimachi- nes ratelen weer, en elke zaterdag wordt weer besloten met een pijnlijke rug (de Engelse standaarduitdrukking in de lente: „On my aching back!"). En zon dags worden de wegen naar de zee en de „countryside" verstikt door alle zes miljoen auto's die dit welvarende Brit se volk rijk is. De Engelse countryside is een „Keukenhof" in het groot, vol juichend groen en fluisterende bloe sem en onwezenlijk-CinemaScope-achtig groene grasvelden, een Hof van Eden, waarin men hand-in-hand met de lief ste vrouw ter wereld kan genieten van de stilte des rustieken leVens als men slechts geen aandacht schenkt aan de 50 miljoen Britten, die óók die stilte zoeken (Van onze correspondent) Men kan eigenlijk niet zeggen, dat hier in Rome de Lente is gekomen.... omdat het hier de gehele winter lente is geweest! Het is alsof San Francesco, de hemelse patroon van dit gezegende land. heeft willen goed maken wat er verleden jaar allemaal gebeurd is: sneeuw en ijs en ellende en een schade van vele miljarden. Dat moét buiten de schuld van San Francesco zijn geko men; hij had misschien een periode van hemelse verstrooidheid, wie weet. Maar in ieder geval is het dit jaar een vol maakte „grazia di Dio" Er zijn eigenlijk veel te weinig ter rassen in Rome in de Lente. Hoe dat komt, weten we niet. Misschien een voorschrift; we weten het niet. Maar op de Via Veneto is het gedrang zodanig, dat er geen tafeltje meer vrij is. Wij zelf prefereren het terras van „Caffè San Fietro" vlak bij de Sint Pieter ge legen. Daar is het 's morgens zonder meer warmd. Zodra men de ogen sluit, vervaagt het verkeer en hoort men al leen nog de stemmen, die in alle talen ter wereld de lente en de zon bezingen. En tegen twaalf uur krijgen de bedien den het opeens verschrikkelijk druk; iedereen wil tegelijk betalen om haastig de paar honderd meter naar het Sint- Pietersplein te nemen. Daar staan ze (Van onze correspondent). Als de warme wind uit het westen °ver het land begint te waaien en de Winterkoude naar het oosten verdreven W°rdt, dan duurt het niet lang meer of Jb het dal van de Donau en tegen de Peschutte hellingen in het Bergenland ^eginnen de bomen te bloeien. Tussen ?e imponerende abdij van Göttweig en imperiale, hoog-oprijzcnde klooster- gasteel van Melk (zie foto), een van de tachtigste monumenten van het gehele Bloeiende bomen in de Wacliau. Op achtergrond het stift van Melk. land, schittert dan de Wachau, het dal van de Donau in helle kleuren: licht- rose appelbloesems, witte kerse- en perebloesems en rozige abrikozen. In dit stille rivierlandschap volgen elkaar de statige kastelen en de oude kerken op, de een na de ander. De oude „Nibelungenstrasse", de Donau is nog geen gecommercialiseerd gebied, gelukkig niet De wegen zijn goed onderhouden, maar voor kilometer vreters weinig geschikt, want overal liggen de kleine dorpen, die geen adem benemende snelheid toelaten. Langs de rivier staan ook geen chemische in dustrieën of hoogovens, maar wél veel vriendelijke kleine hotels, die de reizi gers uitstekende maaltijden hebben te bieden en dranken uit de eigen wijn bergen. Spitzle, St.-Michael, Weissen- kirchen, evenzo vele plaatsjes waar een rijk' verleden tot vandaag toe tot ons spreekt in prachtige kerken en monu menten. Hier ligt ook het „juweel van de Wachau", het stadje Dürnstein, ge bouwd op de rotsen, waar nog de resten zijn van het kasteel waar eens Richard Leeuwenhart gevangen werd gehouden. Vandaag staat er nog het kasteel van vorst Starhemberg en de schitterende barokke stift-kerk, het geheel omgeven door de oude stadsmuren, een onverge lijkelijk beeld. Even prachtig is het voorjaar in het Burgenland. waar klimaat en ligging even gunstig zijn als in de Wachau. Hier in dit gebied ligt het ommuurde vestmg- kasteel, waaraan de vorsten Esterhazy, die er nog steeds de eigenaars van zijn, hun titel „graven von Forchtenstein" ontlenen. Het is nog niet lang geleden, dat een garde vorstelijke soldaten, ge kleed in schilderachtige historische uniformen, de bewakers waren van deze burcht, die weleer zo roemrijk tegen de Turken werd verdedigd. Met helder weer kan men van deze oude grensvesting zeer ver zien, naar het oosten tot diep in Hongarije en naar het westen tot de toppen van de Alpen: symbool voor Oostenrijk als land tussen twee werelden. dan, als de klokken van Rome het An gelus slaan te turen naar dat éne raam het meest bekeken venster op aarde. Na een paar minuten wordt het open geworpen en verschijnt Hij wit en ver in de stralende zon. Hij wuift langzaam en innig en groet en geeft dan de Zegen. Het is altijd weer ontroerend maar in de zon, onder de zuivere lucht en met de eerbiedwaardige gevel van het Paus-paleis stralend van het witte licht, is het toch weer anders. Omdat het Lente is. Het is Lente primavera! laten we ons haasten Advertent;^ (Van onze weerkundige medewerker)' De eerste lentedag bracht vandaag een krachtige koele westenwind, maar er kwamen ook flinke opklaringen voor. Of ficieel is de lente gisteravond al begon nen. toen om 22 uur en 17 minuten de zon het z.g. lentepunt bereikte. Ten zuid-westen an Ierland nadert een nieuwe depressie met zachtere lucht en het is deze depressie, die morgen in de loop van de dag de bewolking weer zal doen toenemen, later gevolgd door enige regen en aanvoer van zachtere lucht. In Zuid-Limburg steeg de temperatuur gistermiddag nog tot 18 gr. C. Warm voor jaarsweer was het in een deel van Frank rijk, Zuid-Duitsland, Zwitserland en Oos tenrijk, in plaatsen als Wenen en Ins- bruck steeg het kwik tot 23 gr. C. Het koude winterweer in Scandinavië is van Denemarken naar Zweden terug gedrongen, maar vooral in Finland en N. Zweden kwam ook in de afgelopen nacht opnieuw meer dan 20 gr. vorst voor. On gunstig begint de lente in ons land niet, maar het weer blijft sterk wisselvallig, met later weer aanvoer van zachter# lucht. Er is hier een oud liedje, dat zegt: „Het is nu Lente, haast U kinderen De rest kennen we niet, maar de me lodie zit ons de hele dag in het hoofd. Als een verleiding. Om er uit te trekken op weg te gaan; het dpet er niet toe waarheenBuiten zijn in de zon met groene heuvels om je heen en er gens in de verte een paar blauwe ber gen. Om onder een bloesemstruik te gaan zitten en naar een oud kerkje te kijken. Of om alleen over een lange weg te lopen naar een doel, dat er niet is omdat het altijd in de verte blijft. Het is eigenlijk onzin om te werken. God gaf ons de zon om er van te ge nieten. En San Francesco, de patroon van Italië, dichtte het Zonnelied. We gaan uit! En als we dan niet ver weg kunnen, dan gaan we naar de oqde binnenstad; daar is een fontein, die nu in de zon ligt. En op de hoek is een grammofoonwinkel. Daar gaan we die plaat kopen met dat liedje van de Lente. Advertentie gedurende de sledetocht, welke de be- ^ehde circusartist Olschanski maakte ^°°r Rusland, sloeg de slede om op de .^gelijke bodem, waarbij zijn doch- j®rt.ie in het nachtelijk duister verdween t de metershoge sneeuw en niet meer j?rbg te vinden was. was een hachelijke situatie, want hoorde wolven in de buurt. En ter- '31 men nog koortsachtig zocht, kwam eerste wolf reeds aangelopen, het pistool in de hand hield het A"tp,- ar zich tot afweer gereed, maar „,en zag hoe het dier op een bepaalde j-j.a,ats begon te snuiven en te krabben. aar moest haar kind zich bevinden, be- eeP onmiddellijk de moeder. begint één van de tientallen verha- Welke u kunt lezen in het nieuwe van welke u kunt lezen m het me 0lhbcteralbum: „De Bonte Droom het Circus". Een boeiende en afwisse lende geschiedenis, met talloze pente keningen, vele prachtige kleurplaten en plaatjes. Een boek dat een bezit is voor het leven; geschreven door de bekende auteurs en circuskenners J. v. Doveren en Fred Thomas. Voor slechts f 2,50 kunt u dit boekwerk krijgen bij uw roomboter - leverancier of direct bestellen per brief of briefkaart bij Kantoor „Roomboter- album", Postbus 47, 's-Gravenhage. U krijgt het album dan per omgaande toegezonden onder rembours. Vermeld wel duidelijk uw naam en adres. De bijbehorende plaatjes krijgt u gratis voor de rijksbotermerken. Op elk pakje roomboter vindt u zo'n merk. Neem een pakje extra voor de zondag! De Duitse toneelbazen hebben makke lijk praten. Iedere Duitse stad van enige betekenis bezit nu eenmaal zijn eigen, aan het eigen theater gebonden toneel groep, annex opera-, operette- en mu- ziekensemble. Dat vindt men daar van zelfsprekend. Maar zo vanzelfsprekend is dat nu ook weer niet. Zelfs een Duit se organisatie namelijk pleegt het resul taat te zijn van een historische" ontwik keling. Was Duitsland vóór 1918 niet toe vallig een conglomeraat geweest van vorstendommetjes, elk er op uit om van zijn culturele traditie het paradepaard te maken, wie weet zag de toneelsituatie bij onze oosterburen er nu heel anders uit. Ook wat de subsidiebereidheid van de plaatselijke overheden betreft. Want de miljoenen, die de gemeentekas van Aken, Mtinster, Frankfurt, Diisseldorf of noem maar op jaarlijks aan Die Bühnen offeren, mag men ten dele beschouwen als een verlengstuk van vroeger vorste lijk prestige. Miljoenen. Voor de bezoeker die naar vaderlandse O. K. en W.-schaal rekent, lijken de theatersubsidies van Duitse steden duizelingwekkend boog. Tussen 2 en 3 miljoen naar gelang de grootte van de stad, met in een stad als Mun ster (150.000 inwoners) toch altijd nog een jaarlijkse steun van 2 miljoen harde marken, het is niet gering. Maar daar voor levert zo'n gesubsidieerd theater bedrijf dan ook het is goed dit, al vorens te duizelen, wel te beseffen avond aan avond toneel, opera of operet te in meestal dure montering. Daarvoor onderhoudt zo'n '-edrijf een ensemble van een 300 functionarissen en artiesten, waaronder een volledige opera-troep met ballet en orkest (ja zeker, óók in Mun ster en zelfs in een bepaald kleine plaats als Viersen), voorts een stal raspaardjes van de operette en een toneelgroep. Voor wie het zo beschouwt, verliezen die stedeijike miljoenensubsidies veel van hun spilzieke schijn, zelfs naar Ne derlandse maatstaven gerekend. Vraag het aan de acteurs, die behalve in de grootste steden met salarissen van 300 tot maximaal 800 mark beslist geen duurdere jongens zijn dan de onze. Vraag het een dramaturg, die misschien wel de theaters in Londen en Parijs be zocht maarop eigen kosten. Kom daar bjj ons eens om. Neen, niet doordat de subsidies zo dwaas hoog liggen wijkt de Duitse theatersituatie van de onze af, maar doordat er in iedere stad zoveel te subsidiëren valt! Dat is het verbluf fende aan gene zijde van de grens- de Blik in de loges, naar een ontiverpschets. enorme behoefte aan toneel, muziek drama en amusement, waardoor het bezit van een groot theaterbedrijf zelfs bij amper 100.000 inwoners geen Ober- burgemeister te zwaar op de maag ligt. Een Duitse stad kan eenvoudig niet zonder. Daarom heeft geen sub sidiërende gemeenteraad ginds het on veilige gevoel de aan het toneel ge schonken marken over de balk te smijten. De Keulse Schouwburg is vrijwel voltooid. ELFS als hij dit alles weet, staat de nuchtere Nederlander toch nog wel even beduusd te kijken als hij hoort dat Keulen 15 miljoen mark over had voor de bouw van een nieuwe schouwburg. Wie van de Hohe Strasse uit wandelt naar de Kolombakapelle, dat juweel van na-oorlogse restauratie, ziet het inmid dels voltooide bouwwerk voor zich lig gen. Een kolos in de omgewoelde zand vlakte, waarvan men inderhaast een. theaterplein is aan 't maken om op tijd te zijn voor de opening op 19 mei a.s. Een kolos van 120 bij 77 meter (twee maal de nieuwe Rotterdamse Bijenkorf) zonder uitgesproken karakter. Die twee elkaar toeneigende etagebouwsels, als een enorme boodschappentas van beton in de zandvlakte neergeploft, doen meer aan industrie denken dan aan muzen- fluisteringen. En het zou ons niet ver bazen als het flat-achtige zijspan aan weerszijden van de kern de begeerte opwekt van woningzoekenden. Lijken de hoogste vleugels een fabriek, de buiten ste schijnen woningen. Slechts de gevel met de vijf glazen toegangen herinnert aan de feestelijke nutteloosheid van een theater. Meent niet dat kritiek van deze soort de opdrachtgever van zijn stuk brengt. „Zeer juist", zegt hij. Dat is nu precies onze eerlijke bedoeling. De hoge partijen bevatten werkplaatsen, schilderzalen, magazijnen en ateliers. Dat is onze fabriek. Achter de rode baksteen bevinden zich enerzijds de intendance met de administratie, anderzijds paskamers, kleedkamers en zo meer voor de acteurs. In zekere zin wordt daar gewoond. De rest is voor het publiek. Moet een theater gebouw waar alles tegelijk wordt ondergebracht er niet tegelijk uitzien als een fabriek, een flat en een feest zaal?" Met dat „alles tegelijk" is het essen tiële gezegd van het Keulse theater, dat dit ideaal weliswaar naar buiten be lijdt met een in onze ogen niet fraai staaltje van analytisch functionalisme, maar dat voor de theaterpraktijk uiterst doelmatig werd ingericht. Welk theater bezit zulk een veelheid van werkplaat sen onder eigen dak, werkplaatsen die, al bevinden ze zich op de zolder van de 34 meter hoge zijpanden, door een enor me lift verbinding hebben met het ach ter- en zijtoneel, waar de décors wor den gebouwd? Welke schouwburg heeft een toneel van 550 vierkante meter, ver deeld in zes gelijke podia, die zo nodig verticaal beweegbaar zijn met hoogte verschillen van soms 9 meter? De tech nische uitrusting, in de toneeltoren, op de achter- en zijtonelen en in de ver lichtingscabine, is werkelijk in alle op zichten hypermodern, praktisch en ver bluffend. Maar dat zal de vakman meer interesseren dan de toneelbezoeker, voor wie de kwaliteit van een schouwburg vooral bepaald wordt door wat hij te zien krijgt: de zaal en de wandelgangen. Welnu, die zaal is door de architect dr. Wilhelm Riphahn zo gebouwd, dat zij, hoewel plaats biedend aan 1400 toeschou wers, eerder intiem lijkt dan kolossaal. Dat bereikte hij vooral door in de gebo gen achterwand een 20-tal loges (elk voor 20 toeschouwers) aan te brengen, twee aan twee boven elkaar, maar per tweetal verspringend in hoogte, zo als de hierbij afgedurkte ontwerpteke- ning laat zien. De zaal is nog niet geheel klaar en men kan thans van kleur- en lichteffecten nog geen indruk krijgen, maar het succes van deze vondst is reeds nu verzekerd. De veelheid van uit de achterwand vooruitspringende loges ver fijnt de schaal van de traditionele galerij-bouw en de ruimte wordt er op tisch door verkleind, wat het effect van intimiteit zeer zeker versterkt. In de pauze staan het publiek ruime wandelfoyers ter beschikking, een hoofd foyer b.v. van 44 meter lengte, en diverse galerij-foyers. Op 19 mei zal daar voor het eerst bij de gala-voorstelling van Von Weber's „Oberon" de zee van licht ontbranden, die, zonder opdringerig te zijn, een feestelijke sfeer teweeg gaat brengen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 3