parus
LEXINGTON
Toneelhonger kost miljoenen
LONDEN
ROME
VENEN
FABRIEK
FLAT en
FEESTZAAL
Kind door wolf verslonden?
KALENDER-LENTE
BEGONNEN
oenen
Geen experimenten
Hoe Duitsland theaters
bouwt (I)
ji. i DONDERDAG 21 MAART 1957 PAGINA 3
Back to normal"
Record sinds 1880
Een
der Parijse
bloemenmarkten
Voorjaarsidylle bij
Childswickham
E primavera
Bloesems langs «Ie oude
„MïbelMngensirasse"
Breiend in de war
me zonneschijn in
de schaduw van
de St.-Pieter.
from America's Best Tobaccos
STEEDS FAVORIET!
Geen experimenten
in Keulen
J^EIZENDE toneelspelers zoals
bij ons kent Duitsland niet.
Tenminste bijna niet. Want waar
achtig, in Detmold, zo hoorden
wij bij wijze van curiositeit ver
tellen, schijnt een toneelensemble
te bestaan dat onder leiding van
een eigenzinnige intendant het
Nederlandse systeem toepast,
's Middags in de bus, 's nachts
terug en telkens een andere zaal.
De Duitse toneelbazen schudden
het hoofd over deze autobus
kunstenaars „Elke dag een
andere zaal? Alsof een acteur
zijn geluid en een regisseur zijn
mise en scene niet heel precies
instelt op die bepaalde ruimte die
hij kent van zijn theater. Reizen?
Niets gedaan".
Ook in de foyers, zoals overal
in dit nieuwe theater is op de
eerste plaats gedacht aan de
praktijk. Van experimenten heeft
men zich daarbij angstvallig ver
wijderd gehouden. Dat het bij de
Duitse theaterbouw niet overal
zo is en dat men elders met min
of meer succes wèl aan het expe
rimenteren is geslagen, hopen
wij in volgende artikelen duide
lijk te maken.
NTE IN EUROPA
(Van onze correspondent)
(Van onze correspondent).
Öe Parijzenaars lezen de komst van
lente niet van het kalenderblad af.
kennen de grillen van de natuur in
stad en houden zich steeds gereed
van ieder straaltje zonneschijn te
Profiteren. Hun blijdschap was dan ook
froot, toen drie weken geleden reeds,
e thermometer plotseling tot 21,5 gr.
?Pliep, iets wat verleden zomer zelfs
ir> juli niet altijd was gebeurd. En
flndsdien zijn de winterjassen aan de
*aPstok gebleven, ondanks de wijze raad
der voorzichtige voorouders, die zegt
•i6n avril, ne te découvre pas d'un fil".
Maar Parijs heeft er wel een ver
koudheid voor over ,,een draadje min-
®r te dragen" en laat de antieke vólks-
legden voor wat ze zijn, te meer
l?aar ze zelden iets goeds voorspellen.
vooral de dames hebben haast om
"let de nieuwe mode te pronken....
.Nu heeft men het dit voorjaar wel
ijzonder getroffen. Het ligt al onge
ler buiten mensenheugenis, dat Parijs
door zo'n zomerse weken werd begun-
stigd als dit jaar. Slechts in 1880 ge
boot Parijs op een maartse dag zulk een
■jpstelijk lenteweer. Het is merkwaar
dig hoe zulke vroege lentedagen het
stadsbeeld kunnen veranderen. De
drukte in de cafés wordt plotseling
Paar de terrassen verplaatst; op de trot
toirs verdringen de mensenmassa's el
kaar nog méér dan midden in de zo-
jber op de nationale feestdag. Tegelij
kertijd is het autoverkeer op deze voor-
laarszondagen ondanks de benzine
distributie van 's morgens tot
's avonds niet minder druk dan op de
spitsuren tijdens werkdagen. De grote
wekelijkse exodus van een miljoen Pa-
f'izenaars, die hun week-ends buiten
Plegen door te brengen, begint n.l. pas
hiet Pasen.
Wat nog ontbreekt zijn de zwellende
knoppen aan de bomen, die over de
boulevards zulk een romantisch waas
kunnen leggen, maar veel heesters in
de parken beginnen reeds te kleuren
en tot in de autobussen toe kondigt de
Patuur haar herleven aan, doordat ve
len reeds van de vroege bloemenmark
ten terugkeren om hun tuintje in zak-
'loekformaat te gaan verzorgen.
„Officieel" viert Parijs en geheel
"rankrijk eerst de terugkeer van de
'ente op 1 mei. Dan bieden huisgenoten
en kennissen elkaar de „muguet" aan,
boeketjes lelietjes-van-dalen. Bij wagon
ladingen tegelijk worden de blanke en
geurige lelietjes-van-dalen voor deze
gelegenheid uit het zuiden naar Parijs
gevoerd. Duizenden arme gezinnen heb
ben ze in de omringende bossen geplukt
en bieden ze op straat te koop aan. Zo
was het vroeger en zo is het gebleven.
Zelfs toen het rode Frankrijk de eerste
mei als dag van de arbeid is gaan vie
ren is het nimmer gelukt om de lelietjes
van-dalen door klaprozen en egelantiers
te vervangen.
Maar de instelling van deze „dag van
de arbeid" op 1 mei, heeft in alle ge
val tot gevolg gehad, dat de Fransen
deze traditionele dag thans zónder te
arbeiden kunnen doorbrengen....
MIJN BUURMAN keerde in het be
gin dezer maand terug van een za
kenreis in Duitsland en Nederland.
„Fancy!" zei hij, en er klonk oprechte
verbazing in zijn stem, „ginds waren al
le bomen nog kaal, maar hier was 't al
een feest van krokusjes, Japanse kers en
uitbottende bomen!" Het was die dag
stralend lenteweer, en iedereen vertelde
iedereen opgetogen hoé stralepd het
toch wel was. De volgende dag was de
lucht weer loodgrijs en regende het pij-
pestelen. De postbode, druipend, over
handigde mij m'n post, en zei berus
tend: „Back to normal, sir!"
Mijn buurman en de postbode hadden
beiden gelijk: Engeland hééft een veel
zachter klimaat dan ons land, en ook
is de lucht hier veel vaker grijs-over
trokken dan bij ons. De oorzaak is de
zelfde: er is veel minder wind, en bo
vendien doet de Warme Golfstroom, die
niet ver van Land's End Engeland pas
seert, zijn verzachtende invloed gelden.
Nergens is de lente zó'n vertroosting
voor het door mist en laaghangende
wolken verkilde gebeente als in Lon
den. Ge vlucht weg uit de benauwend-
drukke straten met hun blauwe benzi
nedamp naar de parken, de „squares"
met hun plantsoenen, en ge zegent de
London County Council, die met stug-
volgehouden vigilantie temidden van
's werels grootste steenwoestijn oasen
van in totaal 3000 ha. oppervlakte open
houdt. Die parken zijn Londens longen,
en niet zodra heeft het lunchuur gesla
gen of de honderdduizenden storten zich
uit over de parken en groenstroken, om
met on-Engelse hartstocht zich over te
geven aan de het blanke vlees schroeien
de en de ziel verdovende cultus der zon-
aanbidders. Er is niet veel nodig om
de Londense parken tot berstens toe te
vullen: één zonnestraaltje is reeds vol
doende, en iedereen zucht verzaligd hoe
„nice" het is. In die parken tijdens het
lunchuur schiet Amor héél wat pijlen af,
en rneriig grijsaard neuriet nostalgisch
het oude music-hall wijsje:
„Oh I never shall forget
That lovely afternoon
I met her at the fountain in the park!"
Slechts één ding mist men in lente-
Londen: het café-terrasje. Alleen in de
Victoria Embankment Gardens heeft een
ondernemend man het gewaagd een ter
rasje te openen, dat prompt tot de laat
ste plaats bezet is Het gekke met Engel
sen is: ze dénken er zelf eenvoudig niet
aan „the continent" na te bootsen, maar
als een vreemdeling het voor hen doet
zijn ze zo trots op de nieuwigheid als
hadden zij er wél zelf aan gedacht.
Maar de allergrootste vreugde vindt
de Brit toch in zijn tuin. De maaimachi-
nes ratelen weer, en elke zaterdag wordt
weer besloten met een pijnlijke rug (de
Engelse standaarduitdrukking in de
lente: „On my aching back!"). En zon
dags worden de wegen naar de zee en
de „countryside" verstikt door alle zes
miljoen auto's die dit welvarende Brit
se volk rijk is. De Engelse countryside
is een „Keukenhof" in het groot, vol
juichend groen en fluisterende bloe
sem en onwezenlijk-CinemaScope-achtig
groene grasvelden, een Hof van Eden,
waarin men hand-in-hand met de lief
ste vrouw ter wereld kan genieten van
de stilte des rustieken leVens als men
slechts geen aandacht schenkt aan de
50 miljoen Britten, die óók die stilte
zoeken
(Van onze correspondent)
Men kan eigenlijk niet zeggen, dat
hier in Rome de Lente is gekomen....
omdat het hier de gehele winter lente
is geweest! Het is alsof San Francesco,
de hemelse patroon van dit gezegende
land. heeft willen goed maken wat er
verleden jaar allemaal gebeurd is:
sneeuw en ijs en ellende en een schade
van vele miljarden. Dat moét buiten
de schuld van San Francesco zijn geko
men; hij had misschien een periode van
hemelse verstrooidheid, wie weet. Maar
in ieder geval is het dit jaar een vol
maakte „grazia di Dio"
Er zijn eigenlijk veel te weinig ter
rassen in Rome in de Lente. Hoe dat
komt, weten we niet. Misschien een
voorschrift; we weten het niet. Maar op
de Via Veneto is het gedrang zodanig,
dat er geen tafeltje meer vrij is. Wij
zelf prefereren het terras van „Caffè
San Fietro" vlak bij de Sint Pieter ge
legen. Daar is het 's morgens zonder
meer warmd. Zodra men de ogen sluit,
vervaagt het verkeer en hoort men al
leen nog de stemmen, die in alle talen
ter wereld de lente en de zon bezingen.
En tegen twaalf uur krijgen de bedien
den het opeens verschrikkelijk druk;
iedereen wil tegelijk betalen om haastig
de paar honderd meter naar het Sint-
Pietersplein te nemen. Daar staan ze
(Van onze correspondent).
Als de warme wind uit het westen
°ver het land begint te waaien en de
Winterkoude naar het oosten verdreven
W°rdt, dan duurt het niet lang meer of
Jb het dal van de Donau en tegen de
Peschutte hellingen in het Bergenland
^eginnen de bomen te bloeien. Tussen
?e imponerende abdij van Göttweig en
imperiale, hoog-oprijzcnde klooster-
gasteel van Melk (zie foto), een van de
tachtigste monumenten van het gehele
Bloeiende bomen in de Wacliau.
Op achtergrond het stift van Melk.
land, schittert dan de Wachau, het dal
van de Donau in helle kleuren: licht-
rose appelbloesems, witte kerse- en
perebloesems en rozige abrikozen. In dit
stille rivierlandschap volgen elkaar de
statige kastelen en de oude kerken op,
de een na de ander.
De oude „Nibelungenstrasse", de Donau
is nog geen gecommercialiseerd gebied,
gelukkig niet De wegen zijn goed
onderhouden, maar voor kilometer
vreters weinig geschikt, want overal
liggen de kleine dorpen, die geen adem
benemende snelheid toelaten. Langs de
rivier staan ook geen chemische in
dustrieën of hoogovens, maar wél veel
vriendelijke kleine hotels, die de reizi
gers uitstekende maaltijden hebben te
bieden en dranken uit de eigen wijn
bergen. Spitzle, St.-Michael, Weissen-
kirchen, evenzo vele plaatsjes waar
een rijk' verleden tot vandaag toe tot ons
spreekt in prachtige kerken en monu
menten. Hier ligt ook het „juweel van
de Wachau", het stadje Dürnstein, ge
bouwd op de rotsen, waar nog de resten
zijn van het kasteel waar eens Richard
Leeuwenhart gevangen werd gehouden.
Vandaag staat er nog het kasteel van
vorst Starhemberg en de schitterende
barokke stift-kerk, het geheel omgeven
door de oude stadsmuren, een onverge
lijkelijk beeld.
Even prachtig is het voorjaar in het
Burgenland. waar klimaat en ligging
even gunstig zijn als in de Wachau. Hier
in dit gebied ligt het ommuurde vestmg-
kasteel, waaraan de vorsten Esterhazy,
die er nog steeds de eigenaars van zijn,
hun titel „graven von Forchtenstein"
ontlenen. Het is nog niet lang geleden,
dat een garde vorstelijke soldaten, ge
kleed in schilderachtige historische
uniformen, de bewakers waren van deze
burcht, die weleer zo roemrijk tegen de
Turken werd verdedigd.
Met helder weer kan men van deze
oude grensvesting zeer ver zien, naar
het oosten tot diep in Hongarije en naar
het westen tot de toppen van de Alpen:
symbool voor Oostenrijk als land tussen
twee werelden.
dan, als de klokken van Rome het An
gelus slaan te turen naar dat éne
raam het meest bekeken venster op
aarde. Na een paar minuten wordt het
open geworpen en verschijnt Hij
wit en ver in de stralende zon. Hij
wuift langzaam en innig en groet en
geeft dan de Zegen.
Het is altijd weer ontroerend maar
in de zon, onder de zuivere lucht en
met de eerbiedwaardige gevel van het
Paus-paleis stralend van het witte licht,
is het toch weer anders. Omdat het
Lente is.
Het is Lente primavera!
laten we ons haasten
Advertent;^
(Van onze weerkundige medewerker)'
De eerste lentedag bracht vandaag een
krachtige koele westenwind, maar er
kwamen ook flinke opklaringen voor. Of
ficieel is de lente gisteravond al begon
nen. toen om 22 uur en 17 minuten de zon
het z.g. lentepunt bereikte.
Ten zuid-westen an Ierland nadert een
nieuwe depressie met zachtere lucht en
het is deze depressie, die morgen in de
loop van de dag de bewolking weer zal
doen toenemen, later gevolgd door enige
regen en aanvoer van zachtere lucht.
In Zuid-Limburg steeg de temperatuur
gistermiddag nog tot 18 gr. C. Warm voor
jaarsweer was het in een deel van Frank
rijk, Zuid-Duitsland, Zwitserland en Oos
tenrijk, in plaatsen als Wenen en Ins-
bruck steeg het kwik tot 23 gr. C.
Het koude winterweer in Scandinavië
is van Denemarken naar Zweden terug
gedrongen, maar vooral in Finland en N.
Zweden kwam ook in de afgelopen nacht
opnieuw meer dan 20 gr. vorst voor. On
gunstig begint de lente in ons land niet,
maar het weer blijft sterk wisselvallig,
met later weer aanvoer van zachter#
lucht.
Er is hier een oud liedje, dat zegt:
„Het is nu Lente, haast U kinderen
De rest kennen we niet, maar de me
lodie zit ons de hele dag in het hoofd.
Als een verleiding. Om er uit te trekken
op weg te gaan; het dpet er niet toe
waarheenBuiten zijn in de zon
met groene heuvels om je heen en er
gens in de verte een paar blauwe ber
gen. Om onder een bloesemstruik te
gaan zitten en naar een oud kerkje te
kijken. Of om alleen over een lange weg
te lopen naar een doel, dat er niet is
omdat het altijd in de verte blijft.
Het is eigenlijk onzin om te werken.
God gaf ons de zon om er van te ge
nieten. En San Francesco, de patroon
van Italië, dichtte het Zonnelied.
We gaan uit! En als we dan niet
ver weg kunnen, dan gaan we naar de
oqde binnenstad; daar is een fontein,
die nu in de zon ligt. En op de hoek is
een grammofoonwinkel. Daar gaan we
die plaat kopen met dat liedje van de
Lente.
Advertentie
gedurende de sledetocht, welke de be-
^ehde circusartist Olschanski maakte
^°°r Rusland, sloeg de slede om op de
.^gelijke bodem, waarbij zijn doch-
j®rt.ie in het nachtelijk duister verdween
t de metershoge sneeuw en niet meer
j?rbg te vinden was.
was een hachelijke situatie, want
hoorde wolven in de buurt. En ter-
'31 men nog koortsachtig zocht, kwam
eerste wolf reeds aangelopen,
het pistool in de hand hield het
A"tp,- ar zich tot afweer gereed, maar
„,en zag hoe het dier op een bepaalde
j-j.a,ats begon te snuiven en te krabben.
aar moest haar kind zich bevinden, be-
eeP onmiddellijk de moeder.
begint één van de tientallen verha-
Welke u kunt lezen in het nieuwe
van
welke u kunt lezen m het me
0lhbcteralbum: „De Bonte Droom
het Circus". Een boeiende en afwisse
lende geschiedenis, met talloze pente
keningen, vele prachtige kleurplaten en
plaatjes.
Een boek dat een bezit is voor het leven;
geschreven door de bekende auteurs en
circuskenners J. v. Doveren en Fred
Thomas. Voor slechts f 2,50 kunt u dit
boekwerk krijgen bij uw roomboter -
leverancier of direct bestellen per brief
of briefkaart bij Kantoor „Roomboter-
album", Postbus 47, 's-Gravenhage. U
krijgt het album dan per omgaande
toegezonden onder rembours.
Vermeld wel duidelijk uw naam en
adres.
De bijbehorende plaatjes krijgt u gratis
voor de rijksbotermerken. Op elk pakje
roomboter vindt u zo'n merk.
Neem een pakje extra voor de zondag!
De Duitse toneelbazen hebben makke
lijk praten. Iedere Duitse stad van enige
betekenis bezit nu eenmaal zijn eigen,
aan het eigen theater gebonden toneel
groep, annex opera-, operette- en mu-
ziekensemble. Dat vindt men daar van
zelfsprekend. Maar zo vanzelfsprekend
is dat nu ook weer niet. Zelfs een Duit
se organisatie namelijk pleegt het resul
taat te zijn van een historische" ontwik
keling. Was Duitsland vóór 1918 niet toe
vallig een conglomeraat geweest van
vorstendommetjes, elk er op uit om van
zijn culturele traditie het paradepaard te
maken, wie weet zag de toneelsituatie
bij onze oosterburen er nu heel anders
uit. Ook wat de subsidiebereidheid van
de plaatselijke overheden betreft. Want
de miljoenen, die de gemeentekas van
Aken, Mtinster, Frankfurt, Diisseldorf of
noem maar op jaarlijks aan Die Bühnen
offeren, mag men ten dele beschouwen
als een verlengstuk van vroeger vorste
lijk prestige.
Miljoenen. Voor de bezoeker die naar
vaderlandse O. K. en W.-schaal rekent,
lijken de theatersubsidies van Duitse
steden duizelingwekkend boog. Tussen
2 en 3 miljoen naar gelang de grootte
van de stad, met in een stad als Mun
ster (150.000 inwoners) toch altijd nog
een jaarlijkse steun van 2 miljoen harde
marken, het is niet gering. Maar daar
voor levert zo'n gesubsidieerd theater
bedrijf dan ook het is goed dit, al
vorens te duizelen, wel te beseffen
avond aan avond toneel, opera of operet
te in meestal dure montering. Daarvoor
onderhoudt zo'n '-edrijf een ensemble
van een 300 functionarissen en artiesten,
waaronder een volledige opera-troep met
ballet en orkest (ja zeker, óók in Mun
ster en zelfs in een bepaald kleine plaats
als Viersen), voorts een stal raspaardjes
van de operette en een toneelgroep.
Voor wie het zo beschouwt, verliezen
die stedeijike miljoenensubsidies veel
van hun spilzieke schijn, zelfs naar Ne
derlandse maatstaven gerekend. Vraag
het aan de acteurs, die behalve in de
grootste steden met salarissen van 300
tot maximaal 800 mark beslist geen
duurdere jongens zijn dan de onze.
Vraag het een dramaturg, die misschien
wel de theaters in Londen en Parijs be
zocht maarop eigen kosten. Kom
daar bjj ons eens om.
Neen, niet doordat de subsidies zo
dwaas hoog liggen wijkt de Duitse
theatersituatie van de onze af, maar
doordat er in iedere stad zoveel te
subsidiëren valt! Dat is het verbluf
fende aan gene zijde van de grens- de
Blik in de loges, naar een ontiverpschets.
enorme behoefte aan toneel, muziek
drama en amusement, waardoor het
bezit van een groot theaterbedrijf zelfs
bij amper 100.000 inwoners geen Ober-
burgemeister te zwaar op de maag
ligt. Een Duitse stad kan eenvoudig
niet zonder. Daarom heeft geen sub
sidiërende gemeenteraad ginds het on
veilige gevoel de aan het toneel ge
schonken marken over de balk te
smijten.
De Keulse Schouwburg is vrijwel voltooid.
ELFS als hij dit alles weet, staat de
nuchtere Nederlander toch nog wel
even beduusd te kijken als hij hoort dat
Keulen 15 miljoen mark over had voor
de bouw van een nieuwe schouwburg.
Wie van de Hohe Strasse uit wandelt
naar de Kolombakapelle, dat juweel van
na-oorlogse restauratie, ziet het inmid
dels voltooide bouwwerk voor zich lig
gen. Een kolos in de omgewoelde zand
vlakte, waarvan men inderhaast een.
theaterplein is aan 't maken om op tijd
te zijn voor de opening op 19 mei a.s.
Een kolos van 120 bij 77 meter (twee
maal de nieuwe Rotterdamse Bijenkorf)
zonder uitgesproken karakter. Die twee
elkaar toeneigende etagebouwsels, als
een enorme boodschappentas van beton
in de zandvlakte neergeploft, doen meer
aan industrie denken dan aan muzen-
fluisteringen. En het zou ons niet ver
bazen als het flat-achtige zijspan aan
weerszijden van de kern de begeerte
opwekt van woningzoekenden. Lijken de
hoogste vleugels een fabriek, de buiten
ste schijnen woningen. Slechts de gevel
met de vijf glazen toegangen herinnert
aan de feestelijke nutteloosheid van een
theater.
Meent niet dat kritiek van deze soort
de opdrachtgever van zijn stuk brengt.
„Zeer juist", zegt hij. Dat is nu
precies onze eerlijke bedoeling. De
hoge partijen bevatten werkplaatsen,
schilderzalen, magazijnen en ateliers.
Dat is onze fabriek. Achter de rode
baksteen bevinden zich enerzijds de
intendance met de administratie,
anderzijds paskamers, kleedkamers en
zo meer voor de acteurs. In zekere
zin wordt daar gewoond. De rest is
voor het publiek. Moet een theater
gebouw waar alles tegelijk wordt
ondergebracht er niet tegelijk uitzien
als een fabriek, een flat en een feest
zaal?"
Met dat „alles tegelijk" is het essen
tiële gezegd van het Keulse theater, dat
dit ideaal weliswaar naar buiten be
lijdt met een in onze ogen niet fraai
staaltje van analytisch functionalisme,
maar dat voor de theaterpraktijk uiterst
doelmatig werd ingericht. Welk theater
bezit zulk een veelheid van werkplaat
sen onder eigen dak, werkplaatsen die,
al bevinden ze zich op de zolder van de
34 meter hoge zijpanden, door een enor
me lift verbinding hebben met het ach
ter- en zijtoneel, waar de décors wor
den gebouwd? Welke schouwburg heeft
een toneel van 550 vierkante meter, ver
deeld in zes gelijke podia, die zo nodig
verticaal beweegbaar zijn met hoogte
verschillen van soms 9 meter? De tech
nische uitrusting, in de toneeltoren, op
de achter- en zijtonelen en in de ver
lichtingscabine, is werkelijk in alle op
zichten hypermodern, praktisch en ver
bluffend. Maar dat zal de vakman meer
interesseren dan de toneelbezoeker, voor
wie de kwaliteit van een schouwburg
vooral bepaald wordt door wat hij te
zien krijgt: de zaal en de wandelgangen.
Welnu, die zaal is door de architect dr.
Wilhelm Riphahn zo gebouwd, dat zij,
hoewel plaats biedend aan 1400 toeschou
wers, eerder intiem lijkt dan kolossaal.
Dat bereikte hij vooral door in de gebo
gen achterwand een 20-tal loges (elk
voor 20 toeschouwers) aan te brengen,
twee aan twee boven elkaar, maar
per tweetal verspringend in hoogte, zo
als de hierbij afgedurkte ontwerpteke-
ning laat zien. De zaal is nog niet geheel
klaar en men kan thans van kleur- en
lichteffecten nog geen indruk krijgen,
maar het succes van deze vondst is reeds
nu verzekerd. De veelheid van uit de
achterwand vooruitspringende loges ver
fijnt de schaal van de traditionele
galerij-bouw en de ruimte wordt er op
tisch door verkleind, wat het effect van
intimiteit zeer zeker versterkt.
In de pauze staan het publiek ruime
wandelfoyers ter beschikking, een hoofd
foyer b.v. van 44 meter lengte, en diverse
galerij-foyers. Op 19 mei zal daar voor
het eerst bij de gala-voorstelling van
Von Weber's „Oberon" de zee van licht
ontbranden, die, zonder opdringerig te
zijn, een feestelijke sfeer teweeg gaat
brengen.