NEDERLANDSE WERKEN op Parijse tentoonstellingen
m
m
H. Nikkels: van biefstuk nr zoveel naar vliegtuig
Onze defensie roept om
vrijwilligers
vb
Rembrandt - Van Gogh - Mondriaan
In het Concertgebouw
WILLEM PIJPERS DERDE
SYMFONIE
at vlees van Poolexpeditie 1911
B.-B. eist dringend versterking
Rembrandt
Engelse kaas is een
primeur voor Nederland
Monografie over de
H. Hilarius
De Valera beëdigd
Nieuwbouw Tilburgse
hogeschool
DR. wTrÖÜKENS
Genniper Molen middel
punt nieuw recreatie
gebied
Nieuwe voorzitter Kath.
Jeugdbeweging
Twee miljoen voor
grensarbeiders
VRIJDAG 22 MAART 1957
PAGINA 3
rf-
Mondriaan
1 raaie expositie van
bedrijf sdrukwerk
Verkoop gisteren begonnen
Door prof. Goemans O.F.M.
Over enkele maanden eerste
steenlegging
Ontmoetingscentrum voor de
jeugd, museum en uitspanning
TOEPASSING VAN DE
ATOOM-ENERGIE
Internationale werkconferentie
in Amsterdam
Mr. H. Disch benoemd
CONCENTRATIE VAN
DOUANERECHERCHE
Duitse renten waarschijnlijk
spoedig uitbetaald
AUDIËNTIES
AMSTERDAM VERLIEST BEKEND RESTAURATEUR
Bedrijfsleider van De Poort"gaat „pollepel" zwaaien in KLM-pantry
De dag der ouden
ISr. 1 voor een
Pilgrim Father
eet
v, 'e lente heeft met het licht het kunst-
lia eebracht, dat de Parijzenaars
y0„ de musea en kunstgalerijen voert
ken' We"te hel hoogseizoen is aangebro-
Oipv tegenwoordige verlichlingstech-
ii, heeft het mogelijk gemaakt de eerste
Srote salons, die van de Beaux-Arts,
te Vf>nds te doen plaats hebben. Het gro-
lvt.7Uscum voor moderne kunst, dat
blijf se! van de wereldtentoonstelling
K f.f'btig jaren oud is, heeft aan de stad
Sp veel geld gekost, vooral wegens
v reDaraties, terwijl het bedoeld als een
,<*beeld van moderne museumbouw.
0 chts aan weinigen heeft voldaan. De
Bcning bracht een van die feesten, die
Sinds een kwart eeuw niet meer in
Krote kunstsalons te zien had gekro
ld' Drieduizend of meer schilderijen, men
P Ziek ,rnn„tolllin wplkp PPP OOntal kUrt-
ïich voorstellen welke een aantal kun-
®aars en kunstlievenden bij de opening
Afwezig vvaren. Men vond er echter niets
wÜst,
°P een evolutie van de Parijse school
t,,/1 het Parijse kunstleven is de „Natio-
C6'' nog altijd een datum van groot
nS, want ook op de honderden Parijse
rufstgalerijen en galerijtjes weet men.
r;.- deze seizoenopening de flanerende Fa-
J^enaar weer tot de kunst voert, het-
r®h tot de periodieke tijdverdrijving van
l Parijzenaars behoort. Is eenmaal het
s, °?seizoen aangevangen, dan is het
y*achts een teken van eruditie over het
der kunstenaars mee te kunnen pra-
Dnze kunst profiteert daar in deze da-
v,° bijzonder van. Sinds het „Institut
e®rlandais" geopend werd, kon er een
f,eU\ve impuls gegeven worden aan de
anSe belangstelling voor onze kunst,
i» *Vcl die van voorheen als die van nu.
V*1 >s dan ook ecn goed idee geweest
d- onze nieuwe culturele vertegenwoor-
hJ^S» de eerste grote tentoonstelling in
r. Prachtige salons van het Nederlands
<j.u,tureel Instituut een aanzien te geven
hle het kunstlievend Parijs is komen ver
ben.
v Qrndat de Rembrandtherdenking, waar-
v.°0r zoveel Franse kunstliefhebbers een
ls naar ons land hebben gemaakt, nog
vers in het geheugen ligt, zou de om-
'hgrjjke collectie gravures en tekeningen
i. h Rembrandt, waaraan werk van zijn
errneesters en leerlingen is toegevoegd,
i h „post-exhibitioneel" karakter kunnen
ebben, wanneer de heer Lugt in de pre-
o htatie niet een bijzondere betekenis aan
,u2e tentoonstelling had weten te geven,
v!e bijzonder duidelijk de juiste betekenis
j.®n ons Parijse cultuurhuis demonstreert,
is wel een zeldzaamheid, hoe aan deze
Men kan er dan ook van verzekerd
zijn dat de élite van het Parijse kunstleven
zich tot het einde dezer maand naar ons
Instituut zal begeven dat voor eenieder
daarvoor in de namiddagen openstaat,
terwijl er mogelijkheid is voor kunstken
ners om in de ochtenduren zich met het
werk vertrouwd te maken. Daar kan men
dan tevens met het werk van Lastman,
Pyhas en Elsheimer kennis maken. Deze
tentoonstelling heeft een geweldige voor
bereiding geëist, hetgeen echter vruchten
zal afwerpen in betere bekendheid van ons
jonge Instituut in de Parijse culturele
wereld.
Tegelijkertijd heeft de Parijse kunstkro
niek bijzondere belangstelling voor de Van
Gogh-tentoonstelling te Marseille, die reeds
enige jaren geleden te Parijs en in Arles
zulk een diepe indruk had gemaakt. De
expositie omvat zestig schilderstukken en
dertig tekeningen, meest behorend tot de
collectie V.W. van Gogh.
Deze expositie van een aantal van Mon-
driaans meest kenschetsende werken, werd
in de kunstzaal Denisé René in de onmid-
delijke nabijheid van de Avenue des
Champs Elysées georganiseerd ter geiegen-
heio van het verschijnen van het grote
werk over deze schilder door Michel Sem-
phor. Op de vooravond van de opening
werd Semphor gehuldigd in de zalen van
het Instituut Néerlandais.
^Positie'zufk'een sterk opvoedend karak-
or Wordt gegeven. Van Franse zijde is
inleiding tot Rembrandts grafische
kunstkritiek heeft dan ook geestdrif-
bf deze prachtige gelegenheid aangegre-
M.h' Zijn collectie, aangevuld met belang-
lo werken uit musea en particuliere coi-
sufies, heeft de heer Lugt in staat ge-
de prentkunst van onze grote mees-
r te tonen in de meest waardevolle af-
j^Pkken op een wijze, die André Chastel
„Le Monde" doet uitroepen: „Deze ten-
tonstelling is anders dan anders". 250
,,„n en 50 tekeningen zijn over vijf zalen
erdeeld, niet op de gebruikelijke chrono-
n gjsche wijze, maar geschikt naar het
nderwerp en van kunstzinnige annotaties
oorzien. De comtemplatie van de schoon
heid gaat daardoor hopelijk gepaard met
het ontdekken van het talent.
In het. Imperial Institute te South Kensington, Londen, is momenteel een tentoon
stelling ingericht die een beeld geeft van het leven en het wetenschappelijk onder
soek dat de laatste tijd door de Britse Zuidpoolexpeditie is verricht en dat hoofd
zakelijk geconcentreerd is rond de Falkland eilanden. Op de foto ziet men Prins
Philip van Engeland, die tijdens zijn wereldreis de Engelse Zuidpoolbasis bezocht,
een levensgroot model van een sleekamp bekijken.
(Van onze Amsterdamse redactie)
Wat de Nederlandse grafici kunnen
Presteren valt van 25 maart t/m 27 april
bewonderen in het Instituut voor In
dustriële Vormgeving aan de Herengracht
Amsterdam. Het is voor de vijfde maal
een dergelijke expositie wordt gehou-
;.®h. Zowel het bedrijfsleven als de gra-
stellen deze tentoonstelling zeer op
rJJJs omdat het een goede gelegenheid
yphept met elkaar in contact te komen.
yah het jaar zijn er 700 inzendingen ge
host, waarvan de jury, bestaande uit de
hfen prof. dr. G. W. Ovink, H. Bolleman
D. Dooyes er na een strenge selectie
0 hebben toegelaten. Deze zijn vervaar-
b'Sd <joor ruim 50 grafici, die lid zijn
®h cje Vereniging van Reclametekenaars
„b Illustrators of de Gebonden Kunste-
-'aars Federatie. Zij hebben verrassend
kwerken v
spijskaarten, stalenboekjes en
j reaeratie. zuj ucuucu
i aaie drukwerken verzorgd, zoals cata-
gUssen, -
d 'ders De lay-out van deze werken en
gekozen kleuren zijn zeer smaakvol
«h
vormen een uitstekend „visitekaartje'
t®°r het artikel of bedrijf, waarop zij be
cking hebben. De inzendingen van
-here kunstenaar zijn gegroepeerd, zodat
t:®h een overzicht krijgt van zijn presta-
hes
®s- In de tentoonstellingsruimten staan
rder een aantal voorwerpen opgesteld,
De Nederlandse muziek was bijzonder
goed vertegenwoordigd op het donderdag-
avond-abonnementsconcert in het Con
certgebouw. Hendrik Andriessens „Sym
fonische etude"' en Willem Pijpers „Derde
Symfonie" stonden op het programma. Zo
als gisteravond de ouverture „Der Frei-
Schütz" van Carl Maria von Weber ver
tolkt werd hebben wij deze muziek nog
nooit gehoord. De dromerige ihzet der
hoorns schiep dadelijk een zeer poëtische
atmosfeer. De fluwelige toon van de kla
rinetsolo maakte een intense indruk en de
daarop volgende eruptie van het gehele
orkest was van een overweldigende oer
kracht. Deze in 1821 gecomponeerde ouver
ture klonk zo fris en indrukwekkend of
ze juist getoonzet was. Eduard van Bei-
num en het Concertgebouworkest behaal
den hiermede een bijzonder warm applaus.
De „Symfonische etude" van Hendrik
Andriessen kreeg eveneens een opvallen
de reproduktie. Het werk gebaseerd op
het thema, samengesteld op de twaalf-
tonenreeks, (verder is het werk niet ver
werkt volgens de leer van Schönberg) is
vierdelig en heeft evenveel contrasterende
tempi. In het tweede en derde gedeelte
wordt het thema van achter naar voren
gebruikt, in de kreeftengang, een procédé
dat in de middeleeuwen veel toegepast
werd. Het werk is uitmuntend geor
kestreerd en klinkt zeer transparant. Voor
het gewone concertpubliek is deze muziek
nog zeer vreemd.
Met de „Derde Symfonie" van Willem
Pijper, daterend uit 1926, komen we in
contact met de revolutionair, die het spits
afbeet voor volgende geslachten. Deze
Derde symfonie" moet veel meer uitge
voerd worden. De klare en kleurige or
kestratie en de vele trouvailles in het
werk blijven de aandacht steeds gespan
nen houden. Dat dit orkestwerk beïnvloed
is door de „Sacre du Printemps" uit 1912.
van Igor Strawinsky, is niet te verwonde
ren. Toch, bij een reproduktie, zo gaaf uit
gebalanceerd als gisteravond, is het
vreemd dat dit opvallende stuk niet meer
het bezit wordt van vele muziekgevoe-
ligen. Het was dezer dagen vijftien
jaar geleden dat Pijper overleed. Wij
hopen dat we niet tot over vijf jaar moe
ten wachten om dit nationale opus weer
eens te ondergaan
Het evenwicht in het programma (er
zijn nog altijd legio conservatieye luiste
raars) werd hersteld door de „Zesde Sym
fonie". „de Pastorale" van L. van Beet
hoven. Dit symfonisch gedicht werd in
alle opzichten voortreffelijk vertolkt.
Eduard van Beinum en het orkest werden
zeer hartelijk en langdurig toegejuicht.
O. v. H.
Het wordt thans ernst met de invoer
van Engelse VMTS in 1. derland. In tal
loze winkels in de grote steden is de ver
koop gisteren begonnen en vanmorgen
kon het publiek na de opening van de
huishoudbeurs in de R.A.I. te Amsterdam
gratis de verschillende soorten proeven
(waartoe bij de kaasafdeling van het Brit
se paviljoen ruim 4000 pond gereed ge
zet is). Gistermiddag zijn deze kaassoor
ten door het Britse zuivelbureau The
English Cheese Council in het I.C.C. te
Amsterdam bij een groot aantal Neder
landse genodigden geïntroduceerd.
„Wij Britten hebben de grootste bewon
dering voor de Hollandse kaas", zei in
zijn welkomswoord de Britse consul-gene
raal, C. G. Kemball, „want uw kaas wordt
in ons land reeds jaren ingevoerd. Uw
kleine rode Edammertjes geven kleur aan
menige kleurloze straat in Engeland. Maar
toch geloven wij dat onze kaasproduktie
die de laatste drie jaar weer goed op gang
is gekomen, er ook mag zijn. Wij geloven,
dat in Nederland met zijn kaasminnende
bevolking, vele gaarne met onze kazen
kennis willen maken en gaan dus pro
beren dit hiaat in uw gastronomische op
voeding op te vullen".
„Wij verwachten uiteraard geenszins uw
eigen Nederlandse kaas hier ernstig te
kunnen beconcurreren", vertelde daarna
de voorzitter van The English Cheese
Council, de heer W. R. Thehane, „maar
wij hopen voor een aanvulling van de vele
internationale variëteiten te zorgen, waar
over u reeds beschikt. Voor de eerste
maal na de oorlog doen wij een poging
onze kaas naar het continent te expor
teren. Uw land heeft daarbij de primeur".
Op voordracht van de Nederlandse Or
ganisatie voor Z. W. O. heeft haar Franse
zusterinstelling de „Centre national des
recherches scientifiques" (c.n.r.s.) enige
jaren geleden een subsidie verleend aan
prof. dr. M. Goemans O.F.M., hoogleraar
in de patrologie, de oude kerkgeschiedenis
en de dogmageschiedenis van de eerste
zeven eeuwen aan de r.-k. Universiteit te
Nijmegen. Deze subsidie was bedoeld voor
een studiereis naar Poitiers en higld ver
band met een monografie over de H. Hi
larius van Poitiers, welke prof. Goemans
aan het schrijven is. In deze monografie,
die zeer breed is opgezet zij telt met
het notenmateriaal 826 pagina's heeft de
hoogleraar de nieuwste gegevens over de
H. Hilarius verwerkt. De studie bestaat
uit 26 hoofdstukken en is op de inleiding
en het slothoofdstuk na gereed.
Eamon de Valera is ten huize van de
president van Ierland te Dublin be
ëdigd als eerste minister. Het is voor
de zevende maal dat de Valera tot
het premierschap wordt geroepen
Op de foto een lachende president
van Ierland, Sean T. O'Kelly (links),
die de nieuw beëdigde eerste minister
de hand drukt.
(j het bestaan van het Instituut voor In-
^pstriële Vormgeving alleszins rechtvaar-
v ®eh en ook een goede entourage zijn
k Dr het geëxposeerde drukwerk uit de
^rijfssfeer.
(Van onze correspondent)
Nog dit jaar zal kunnen worden begon
nen met de bouw van de nieuwe Katho
lieke Economische Hogeschool in Tilburg.
Reeds enkele jaren geleden kwamen de
plannen gereed, maar de bouwvergun
ningen waren nog niet beschikbaar. Het
staat nu evenwel vast, dat over enkele
maanden de eerste steen zal kunnen wor
den gelegd. Het gebouw zal een plaats
krijgen in het ontworpen culturele cen
trum in het westen van de stad. Het is
een ontwerp van architect Jo Bedaux.
Dr. W. Roukens, directeur van het
Rijksmuseum voor de volkskunde „Het
Nederlands Openluchtmuseum" te Arn
hem, is onder dankbetuiging voor zijn in
die functie bewezen diensten met ingang
van 1 juni 1957 bij K.B. als directeur eer
vol ontslag verleend. De minister van O.,
K. en W. zal aan dr. Roukens een speciale
wetenschappelijke opdracht verlenen.
(Van onze correspondent).
De culturele raad van de gemeente Eind
hoven heeft op basis van een initiatief,
genomen door de heren Peter Reijnders en
Anton Pieck. grondieggers van de Efteldng
bij Kaatsheuvel, aan B. en W. een advies
uitgebracht, dat grootscheepse plannen
bevat om de eeuwenoude, nog door Vin
cent van Godh geschilderde oude Genni
per Watermolen aan de Dommel in het
stadsdeel Gestel tot middelpunt te maken
van een uitgebreid recreatiegebied.
In het kort komen al die plannen neer
op een herstel van de oude watermolen in
de oorspronkelijke vorm, inclusief de her
bouw van het molenaarshuis. Hierin zou
het met ruimtegebrek kampende museum
Kempenland kunnen worden onderge
bracht. Om de jeugd in groten getale pas
send bezig te houden wordt gesproken
over de bouw van een groot café-restau
rant aan de aldaar bestaande vijver en
hiervan een ontmoetingscentrum voor de
jeugd te rpaken, met verschillende pavil
joens, waarin tentoonstellingen zouden
kunnen worden gehouden, jazzconcerten
gegeven en wedstrijden gespeeld zouden
kunnen worden. Ook is gedacht aan een
rolschaatsbaan en een grote, aantrekke
lijke dancing, waar de jeugd onder goede
leiding zou kunnen dansen.
Van 24 tot 30 juni a.s. wordt in Amster
dam een werkconferentie georganiseerd
door de European Productivity Agency
van de O.E.E.S. (Organisatie voor Euro
pese Economische Samenwerking), welke
te Parijs is gevestigd.
Zij zal tot onderwerp hebben „bedrijfs
voering in de atoomindustrie".
Aan de conferentie, welke plaats vindt
in het Koninklijk Instituut voor de Tro
pen, wordt deelgenomen door vermoede
lijk 350 personen uit zestien verschillen
de landen.
De deelnemers krijgen gelegenheid een
vóórbezoek te brengen aan de tentoonstel
ling „Het Atoom", welke op 1 juli a.s.
wordt geopend.
Hef Hoogwaardig Episcopaat heeft be
noemd tot voorzitter van de Nederlandse
Katholieke Jeugdbeweging mr. H. Disch,
rechter in de rechtbank te Maastricht. H(j
volgt als zodanig generaal baron Van
Voorst tot Voorst op, die met ingang van
1 januari van het vorige jaar ontslag
heeft genomen als voorzitter.
De heer Disch was tot voor enkele ja
ren actief in de verkennersbeweging te
Maastricht, waar hij „oubaas" was en
assistent-districtscommissaris voor alge
mene zaken in het district Maastricht.
De Kath. Jeugdbeweging omvat alle
katholieke jeugdorganisaties van jongens
tot de leeftijd van ongeveer 17 jaar. In
totaal zijn er omstreeks honderdduizend
jongelui bij aangesloten.
De nieuwe voorzitter werd geboren op
31 augustus 1908. Nadat hij in 1933 zijn
doctoraal examen had afgelegd aan de
Gemeentelijke Universiteit van Amster
dam, was hij o.a. advocaat en procureur,
inspecteur van politie en directiesecreta
ris van de Betaafse Rubber Industrie.
In 1946 werd mr. Disch benoemd bij de
rechterlijke macht te Maastricht, aanvan
kelijk als ambtenaar van het openbaar
ministerie en substituut officier van justi
tie, later als rechter. Naast zijn werk
zaamheden als rechter vervult de heer
Disch ook functies in het openbare leven
van Maastricht. Zo is hij o.a. president
van het burgerlijk armbestuur en voorzit
ter van de Spaanse vereniging.
Het Episcopaat van Nederland heeft te
vens benoemd tot penningmeester van de
Katholieke Jeugdbeweging ir. E. F. E
Bongaerts te 's-Gravenhage, directeur-
generaal van de Leidse constructie-werk-
plaatsen, die vanaf 1 januari 1956 tijdelijk
zowel de functie van voorzitter als van
penningmeester vervulde. De heer Bon
gaerts was voordien reeds ruim 20 jaar
op leidende plaatsen in het katholieke
mannelijke jeugdwerk werkzaam, terwijl
hij tevens verscheidene functies in het
openbare leven vervult, o.a. als regent
van het r.-k. ziekenhuis te 's-Gravenhage,
bestuurslid van de Raptim, enz.
Ingevolge een beschikking van de mi
nister van Financiën worden de bureaus
der douanerecherche te Enschede en te
Nijmegen op 1 april 1957 opgeheven. In
plaats daarvan komt een bureau te Arn
hem. Zolang er in de huisvesting van dit
nieuwe bureau niet is voorzien, worden
de werkzaamheden verricht van Nijmegen
uit.
Tfrniddag kwam Charles Trenet uit
Sm °P Schiphol aan. Dc Franse clian-
25"tier zal vandaag in Rotterdam, en
en 26 maart in Amsterdam optreden.
(Van onze parlementaire redacteur).
Op vragen van de heer Nederhorst aan
de minister van buitenlandse zaken en
de staatssecretaris van sociale zaken over
de uitbetaling der z.g. Duitse renten,
heeft minister Luns geantwoord, dat deze
zaak met de Duitse Bondsregering is ge
regeld en deze zeer spoedig over onge
veer een week aan de Staten-Generaal
ter stilzwijgende goedkeuring zal worden
aangeboden.
Hij zeide ook de goedkeuring door de
Duitse Bondsraad te verwachten, waarna
met de uitbetaling der renten een aanvang
kan worden gemaakt.
Een voorschotregeling, waarom de heer
Nederhorst vroeg, werd door de staats
secretaris van Sociale Zaken, de heer Van
Rhijn, van de hand gewezen.
Het gaat hier om een bedrag van 2 2M>
miljoen ter uitbetaling van sociale renten
hoofdzakelijk voor grensarbeiders over de
periode 1 februari 1946—1 december 1943.
Z.H. Excellentie de bisschop van Haar
lem zal woensdag 27 maart geen audiëntie
verlenem
Mgr.TI. A. Jansen, bisschop van Rot
terdam, verleent woensdag 27 maart geen
audiëntie.
Z. H. Exc. mgr. Jos. Baeten, bisschop
van Breda, zal geen audiëntie verlenen op
24, 27 en 28 maart-
f'eter Scott, een zoon van ie bekende Britse poolonderzoeker heeft
Sisteren zijn middagmaal gedaan met ingeblikt vlees, dat zijn vader in
1911 op zijn Zuidpoolexpeditie had meegenomen. Een Amerikaanse
e*peditie heeft de conserven onlangs teruggevonden in een voedseldepot,
°P weg naar de plaats waar captain Scott indertijd tijdens een sneeuw-
storm is omgekomen. De Amerikanen hebben de blikjes naar Londen
°Pgestuurd om ze te laten onderzoeken. De inhoud bleek nog in prima
^aat te zijn en Peter Scott, die een internationaal bekend schilder en
°rnitholoog geworden is, werd gisteren uitgenodigd om de inhoud mee
verorberen.
(Var, onze Amsterdamse
redactie)
MEN kan de K.L.M. be
paald niet verwijten,
dat z(j geen goede
krachten weet aan te trek
ken op de brandpunten van
haar veelomvattend bedrijf.
Een van die spillen is onge
twijfeld de afdeling Grond-
keuken en bevoorrading van
de civiele dienst op Schiphol
en als chef daarvan zal op 24
april a.s- in functie treden de
heer H. Nikkels (38 jaar),
momenteel nog bedrijfsleider
van het bekende restaurant
„Die Port van CIe#e" in de
Amsterdamse binnenstad
naast het hoofdpostkantoor
aan de Nieuwe Zjjds Voor
burgwal.
De vele gasten kennen het
beter als „De Poort" en als
het „instituut van de genum
merde biefstukken". Want
sinds de oprichting, nu 87
jaar geleden, zijn alle opge
peuzelde biefstukjes en er
is keus uit maar liefst 24
bereidingswijzen: van een
gewone Hollandse tot de oij
voorbaat de tong strelende
Biefstuk a la Zingara of
(voor zangliefhebbers waar
schijnlijk) de Biefstuk a
l'Opéra netjes opgeteld en
het totaalcijfer loopt hard
naar devijf miljoen. Nik
kels, veertien jaar lang de
rechterhand van directeur
D. W. Kappelle, vindt het
van de ene kant iammer, dat
hij hier weggaat en dat zul
len ook zijn klanten, die hij
stuk voor stuk ais zijn vrien
den mag beschouwen wel
doen, maar de jonge restau
rateur hoopt in zijn nieuwe
positie eveneens de dienende
taak van zijn beroep op de
voorgrond te kunnen stellen.
„Ik heb altijd gehouden
van een dynamisch bedrijf.
Dat had ik in „De Poort",
maar in de luchtvaart zie ik
buitengewoon grote moge
lijkheden, vooral als straks
het luchtverkeer zich enorm
zal gaan uitbreiden".
De heer Nikkels zal dus in
het moderne gebouw van de
Civiele Dienst op Schiphol
de „pollepel" gaan zwaa.en
Hij krijgt '280 man personeel
onder zich, waaronder alleen
al 55 koks. Zijn taak zal zijn
de vliegtuigen van alles te
voorzien, waaraan de ver
wende passagier maar be
hoefte kan hebben, zoals
eten, dranken, lectuur, ver
snaperingen, dekking tot de
meest onmogelijke zaken ais
een babywiegje toe. De nieu
we chef heeft terecht huge
verwachtingen van deze
„baan", welke hem in nauw
contact brengt met een van
de essentiële dingen van ven
„wereldomvattend" bedrijf
als de K.L.M., nl. de service
aan de luchtreiziger.
De heer Nikkels weet be
slist wat service is. Dat heeft
hij wel van zijn vader ge
leerd, die 38 jaar lang
adjunct-directeur van „De
Poort" is geweest en wiens
schreden hij als jongeman
van 24 jaar begon te volgen.
Men had daar in dat restau
rant annex bodega, trefpunt
van politici, zakenlieden,
studenten, directeuren, jour
nalisten en kunstenaars, al
vrij vlot notie van de oe-
langrijkheid van wat men
heden ten dage zo graag
„public relations" noemt.
Als één van de mooiste en
dankbaarste momenten uit
z(jn „PoOrt"-t(jd noemt de
bedrijfsleider ons bet ont
haal, dat act restaurant op
zijn 85-ste verjaardag beeft
gegeven aan ongeveer 50 be
jaarden, die in 1955 eveneens
die hoge leeftijd hadden be
reikt. De mensen werden
netjes per auto uit hun te
huizen naar „De Poort"
gebracht en mochten daar
heerlijk smullen. Het is een
kolossaal ieest geworden,
waar heel Amsterdam over
sprak. In een foto-album, als
een kostelijke herinnering
aan dit festijn overgebleven,
wees de heer Nikkels ons
glimlachend een prent van
twee dovige vrouwtjes aan,
de ouderwetse hoorn aan het
H. NIKKELS,
....van biefstuk naar vlieg
tuig....
oor. De kranten hebben vol
gestaan van dit „evenement",
waarvan Bantzinger treffen
de tekeningen maakte. De
brieven, die de gelukkige
oude lieden naderhand stuur
den, ontroeren nog.
De bekendheid van „De
Poort" houdt niet aan onze
landsgrenzen op Het gasten
boek geeft daarvan treffende
staaltjes. Het buitenland
schijnt verzot te zijn op d;e
genummerde biefstukken en
gastronomen van allure
schromen niet dit na terug
keer in hun vaderland in de
pers te vermelden. De B B.C.-
reporter Michael Bars.ey
6tak voor de Engelse radio
al eveneens de loftrompet
over dat malse stukje vlees
en vroeg zich af „what num
ber your steak will oe"'
Voor de Amerikaanse gasten
heeft de heer Nikkels een
bijzonder leuk grapje. De
Yankee vindt op zijn tafel
een door Jo Spier getekend
kaartje, waarop een obeT de
gast antwoordt: „Ik weet het
niet zeker, sir, maar als ik
me niet vergis is biefstuk
nr. 1 aan een van de Pilgrim
Fathers opgediend".
Dat doet het natuurlijk
wel. Evenals de benaming
„lentediner", die in „De
Poort" is uitgevonden voor
de halfjaarlijkse maaltijd van
het Senioren-Convent. eeD
clubje van bijna allemaal
hoogbejaarde journalisten.
En is 't „speenvarkendiner"
ook niet een traditie aan het
worden?
„Ach ja, natunrlfjk, partir
c'est mourir un peu, en voor
al als je gehecht bent aan
een bedrjjf, waarvan je de
gehele opbouw na dc oorlog
hebt meegemaakt- Toen ik
kwam, in 1943, leefden we
nog volop in de Centrale-
Keukensfeer". Een plaquette
aan de pui van „De Poort"
vertelt, hoe in de bezettings
tijd hier maar liefst 4.7 mil
joen maaltijden aan de Am
sterdammers zijn verstrekt.
En daar werden immers ook
met steun van goede gevers
in de hongerwinter de armste
kinderen uit de binnenstad
gevoed. Het is te begrijpen,
dat de heer Nikkels met een
beetje pijn in het hart voor
de laatste maal door de»e
„Poort" zal schrijden, doch
hij ziet, zo bekende hij ons,
gelukkig de zon schilnen ioor
de wereldwlidp poort, die de
K.L.M. voor hem opent.
(Van onze militaire medewerker).
DE aankondiging door de minister
voor defensie van het voornemen
om de Nationale Reserve in de
loop van 1958 op te heffen, is zeker
geen verrassing.
Reeds meermalen is de bloedarmoede
van de Nationale Reserve zowel officieel
als in de pers in het daglicht gesteld.
Men behoeft zich daarover niet te ver
bazen, want dit is niet een aangelegen
heid van de Nationale Reserve alléén,
doch van iedere vredesorganisatie, welke
ter voorbereiding van een oorlogs-
taak op een „vrije tijd"-vrijwilligers-
systeem is gegrond. Men denke b.v. aan
de organisatie Bescherming Bevolking,
ook daar zonder tekort te doen aan
de vele, met volle toewijding werkende
vrijwilligers naar verhouding dezelfde
bloedarmoede. 1
Nu moet men niet denken, dat dit
alleen een Nederlands verschijnsel is. De
Amerikaanse „National Guard" heeft
blijkens recente persberichten met soort
gelijke moeilijkheden te kampen en dat
ondanks de omstandigheid, dat de
„Nationale Gardist" op grond van zijn
vrijwilligheid vrijgesteld wordt (werd)
van de tweejarige dienstplichtO.m.
tengevolge van onvoldoende opkomst bij
de wekelijkse oefeningen, heeft de
Amerikaanse regering zich gedwongen
gezien aan de Nationale Gardisten ten
minste een dienstplicht van zes maanden
op te leggen. Eerst wanneer zij deze
verplichte eerste oefentijd hebben vol
bracht, kunnen de gardisten zich tot de
vrije-tijds-verplichting bepalen.
De vrees van velen, dat door deze
maatregel de stroom van vrijwilligers
voor de „National Guard" die door
deze vrijwilligheid aan de dienstplicht
ontkwamen en op school of aan het
werk konden blijven in ruil voor enkele
oefenuren per week zou opdrogen, is
ten volle bewaarheid. Van officiële zijde
verwachtte men, dat de kans om slechts
zes maanden inplaats van twee jaar
werkelijke dienst te moeten verrichten
mits men dan gedurende znven en een
half jaar eenmaal per week als Natio
nale Gardist oefent gretig zou wor
den angegrepen. In plaats van de ver
wachte rond 10.000 man per maand zijn
tot nu toe echter slechts 3060 vrijwilli
gers toegetreden. In al zijn bloed
armoede maakt onze Nationale Reserve,
zonder enige compensatie voor de aan
gegane verplichting en met een be
scheiden financiële vergoeding voor de
beschikbaar gestelde tijd, in vergelijking
met de Amerikaanse zusterorganisatie
nog een goed figuur 1 Maar daar gaat het
helaas niet om.
WE kunnen bewondering hebben
en grote eerbied koesteren voor
de vele vrijwilligers in welke
organisatie dan ook die er zijn,
doch het enige wat in zulk een
ernstige zaak doorslaggevend is, is de
vraag: zijn er genoeg van zulke vrij
willigers en is op grond van het ge
regeld bijwonen der oefeningen en
de nog aanvaardbare frequentie van
deze oefeningen, de geoefendheid van
de vrijwilligers zodanig, dat de orga
nisatie aan de hoge eisen, welke de
moderne oorlogvoering stelt, voldoet?
Wij durven deze vraag ronduit met
„neen" te beantwoorden.
T.a.v. de Nationale Reserve hebben we
jarenlang ten deze verstoppertje ge
speeld, verschillende ministers van oor
log hebben geprobeerd dit instituut
nieuw leven in te blazen, plannen heb
ben bestaan om het met bijzondere
dienstplichtigen te voeden, hetgeen
uiteraard door de vrijwilligers-organi-
satie werd afgewezen, de stichting
„Steunt Wettig Gezag" heeft op lofwaar
dige wijze getracht de overheid te
steunen door haar pogen de N.R op de
vereiste sterkte te brengen. Het heeft
niet mogen baten.
Bewandelen wij thans met de
organisatie „Bescherming Bevol
king" dezelfde weg? En moet dit
.tot hetzelfde resultaat of dezelfde
conclusie leiden? Wij zullen tfrachten
een antwoord hierop te formuleren.
De moeilijkheden, welke aan een vrij-
willigers-systeem in vredestijd kleven
met betrekking tot een oorlogsorgani
satie zijn niet moeilijk te onderkennen.
De vrijwilligers als hier bedoeld en
daarbij blijven de gesalarieerde „full
time" vrijwilligers buiten beschouwing
zijn te onderscheiden in drie
categorieën.
In de eerste plaats zij, die over
tuigd van de ernst en de noodzaak van
de organisatie zich daaraan ten volle
geven met bewuste en loyale aanvaar
ding van de daaraan verbonden ver
plichtingen en lasten en die zich onbe
vredigd en schuldig voelen als zij een
onderdeel van die verplichting door om
standigheden buiten hun wil niet kunnen
nakomen. Zij, die niet bij voorbaat
vragen wat zijn dg vergoedingen, wat
is de mij toegewezen positie in ver
gelijking met anderen en welke is mijn
rechtspositie. Het zijn de „vrijwilli
gers" (1) waarop een land en een orga
nisatie kunnen bouwen. Slechts uiterst
belangrijke motieven kunnen deze er,toe
brengen zich terug te trekken. Het is de
ideale kern van een vrijwilligersorgani
satie, die belangeloos medevecht voor
het behoud en de uitbouw Zonder deze
kern zou de organisatie bij voorbaat tot
mislukking zijn gedoemd. Gelukkig telt
de Bescherming Bevolking zulke vrij
willigers in groten getale, dochzlj maken
in verhouding tot de totale behoefte
een beperkt deel uit van de organisatie.
Wij zouden deze categorie het parate
gedeelte willen stellen op één-derds
van de behoefte.
De tweede categorie zijn zij, die zich
zonder overtuiging, doch meer uit lief
hebberij, dikwijls na kennisneming of
aanschouwing van werkzaamheden die
hen aantrekken, aansluiten. De motieven
zijn hierbij zeer uiteenlopend, menselijk
opzicht, ja zelfs kuddegeest spelen hier
bij een rol. Is de organisatie keurig
geüniformeerd (wat voor de B.B. zeker
niet geldt) en is het werk afwisselend
en interessant (wat in iedere organisatie
als hier bedoeld en zeker bij de B.B.
uiteraard betrekkelijk is) dan kan dit de
toeloop van deze categorie vrijwilligers
in hoge mate bevorderen. Met deze vrij
willigers heeft de organisatie de meeste
moeilijkheden. Zij komen als zij er zin
in hebben en elk voor hen aanvaardbaar
motief wordt aangegrepen om zich te
verontschuldigen. Zij zijn spoedig op
de tenen getrapt en de zo noodzakelijke
en onvermijdelijke gezagsverhoudingen
kunnen zij maar moeilijk aanvaarden.
Hun geoefendheid blijft door de vela
absenties ver achter bij de minimumr
eisen, die op zichzelf al laag moeten
worden gesteld.
Wij zouden deze categorie eveneens op
één-derde van de behoefte willen stel
len, d.w.z. het niet parate gedeelte,
hetwelk eerst als de nood duidelijk
zichtbaar is met ernst de zaak opva't, zij
het ook dat een deel hiervan uit angst
voor de ernst zal afvallen. Zij vormt als
het ware de althans enigszins geoefende
reserve, zij kent de organisatie en is in
staat *na enige tijd de volle capaciteit
te geven.
De derde categorie het klinkt para
doxaal zijn zij die zich nog niet
hebben aangesloten. Degenen, die de
ernst en de noodzaak van de organisatie
zeer wel inzien doch de urgentie niet
aanwezig achten en voor hen aanvaard
bare motieven aanvoeren om terzijde te
blijven. Het zijn zij, die menen zich in
tijden van ernstige spanning spontaan
beschikbaar te kunnen stellen en niet
beseffen, dat het dan bij gebrek aan
enige oefening en ervaring te laat is.
INDIEN de organisatie Bescherming
Bevolking in de komende tijd in
staat zal blijken deze categorie tot
zich te trekken en te overtuigen, dat
de noodzaak in het heden en niet in
de toekomst ligt, dan kan de vereiste
paraatheid van twee-derde der be
hoefte worden bereikt met de tweede
categorie (door verloop en aanwinst
wisselend) als reserve. Dan kunnen
de hierboven gestelde vragen ont
kennend worden beantwoord. Ziet de
organisatie geen mogelijkheid de
thans aan de kant staande categorie
te winnen, dan vrezen wij, dat de
organisatie Bescherming Bevolking
dezelfde weg zal gaan als de natio
nale Reserve, met dit verschil, dat
er van een opheffing geen sprake kan
zijn, doch dat de regering zich van
haar verantwoordelijkheid zeer wel
bewust dan naar het voorbeeld
in andere landen zal moeten grij
pen naar het „ultimum remedium" de
(civiele) dienstplicht.
Naar het oordeel van minister Struycken
is de tijd daarvoor nog niet gekomen
en wij kunnen het slechts toejuichen,
dat de minister de vrijwilligheid niet
wenst prijs te geven vóórdat vaststaat,
dat geen voldoende krachten kunnen
worden aangetrokken. Wij zijn van me
ning, dat de snelle uitgroei van de B.B.
in de achter ons liggende jaren zeker
geen directe aanleiding geeft tot deze
maatregel. Maar dan bedenke men, dat
deze uitgroei geschiedde in een periode,
dat de gevaren meer klaar voor ogen
stonden dan thans en dat we zonder
twijfel thans in de verdere uitgroei van
de B.B. een beangstigende stilstand kun
nen waarnemen.
TROUWENS er is reeds een be
denkelijk schaap over de dam
met de vorming op militaire-
dienstplichtbasis van de Rijks Mobiele
Colonnes uit het rijksplan voor de
Burgerlijke verdediging.
Deze met zuivere civiele eenheden
bedoelde organisatie is met de „Mo
biele Colonnes" in de militaire orga
nisatie gebracht. Nu zijn wij er ten volle
van overtuigd, dat er ook andere
factoren zijn dan de hiervoor genoemde,
die het vrijwel uitsluiten een dergelijke
organisatie op zuiver vrijwillige „vrije
tijd"-basis tot stand te brengen. Er zou
voor een doelmatige vorming van de
Mobiele Colonnes te veel van de vrij
willigheid worden gevraagd. Het zou
ons te ver voeren dit nader uiteen te
zetten. Wij kennen in het buitenland
dan ook geen enkel voorbeeld, waarbij
deze landelijke eenheden op basis van
vrijwilligheid zijn gevormd.
Doch door het buiten beschouwing
laten van de burgerlijke dienstplicht
voor de vorming van de „Rijks Mobiele
Colonnes" en het hiertoe grijpen naar
de militaire dienstplicht, heeft de rege
ring wel bewezen de burgerlijke dienst
plicht inderdaad als een „ultimum
remedium" te beschouwen. Wij kunnen
slechts hopen dat de organisatie Bescher
ming Bevolking in de naaste toekomst
in staat zal blijken het nog aan de kant
staande deel aan te trekken, zodat ons
volk de civiele dienstplicht bespaard kan
blijven.
Maar. gezien de ervaring met 4e
Nationale Reserve, vrezen wij