400 miljard tekort
op betalingsbalans
-A. Igerijehoofdoorzaak
Franse rekenkamer wil sparen
desnoods verplicht stellen
Koud en weinig succesvol visseizoen
t Lil.
Club der honderd eindigde goed: 45 snoeken
V£u
VAN DEINENDE
DOBBERS EN
BUIGEND SPLIT
NIEUWS TREKT ALTIJD
IEDERE DAG
VRIJDAG 22 MAART 1957
PAGINA 7
Heel vroeg bloeiden dit jaar de krokussen.
Gouden kleuren schonk de Forsyhia aan de
parken
VER de beide laatste weken van februari wil ik
toch nog gaarne even uitweiden, aangezien er
over dit tijdvak nog wel enkele aardige bijzon
derheden zijn te vermelden. Zoals ik reeds vertelde,
boorde ik de vink dit jaar in Soest voor het eerst slaan
14 februari, terwijl er op de 16de nog meer sloegen,
hr waren toen ook soortgenoten, die nog niet zover
^aren gevorderd. Wel zongen ook zij, maar hun lied
^as nog wat aarzelend en gebrekkig. Die vroege vinke-
s^ag is dit jaar iets. zeer opmerkelijks.
De pestvogel
v*
Een haas komt te gast
Omdat de jonge Nederlandse vrouw spontaan de voorkeur geeft aan de gezellige Margriet'
is Margriet" reeds jarenlang het gróótste blad van Nederland!
Plaatselijke verschillen
V ogelvertier
Het werd, maart
Vlaat
VERKIEZINGEN IN
BRITS HONDURAS
V oor jaar zet door
Het haasje voelde zich in de huiskamer volkomen op zijn gemak.
Etentje
Nieuwtje
TWINTIG SCHAPEN DOOR
DRIE HONDEN VERSCHEURD
(Advertentie).
Een fantastisch vroeg
En feestetijk
V yerband met het bovenstaande heeft
Mn °P te merken, dat, evenals ikzelf,
,dr- Jac. P. Thijsse jaren lang een
i"t rir-10urnaal bijhield, waaruit blijkt,
Nar®uvink gemiddeld op 22 of 23 fe-
ferB gmt te zingen. De Soester exem
pt A yffV.n dit jaar 8 a 9 dagen vroeger.
Ver rtfA j een interessant record, te
'*6 w u ,v°gels dicht bij de Noord-
l net gebied waar dr. Thijsse woon-
,°°f gunstiger klimatologische om-
uigheden enkele dagen eerder begin-
te zingen dan in het midden of oosten
lands. Dit betekent dus in feite, dat
oester vinken zich in 1957 omstreeks
'U dagen eerder muzikaal uitten dan
meeste andere jaren.
kfStis was er ochtendmist, die de auto-
V^Urders noodzaakte hun lampen te la-
rsnden, soms miezerde de motregen
Ch> soms scheen er een weldadig aan-
2onnetje, die de katten ertoe bracht
- te koesteren op het warm gestoof-
CA'altpapier van de tuinhuisjes, soms
A/, e de donder een heel klein beetje,
jVj. de vogels zongen onder alle om-
Aheden onverdroten voort. Het is
JUAei* namelijk zo gesteld, dat, als zij
S-tdime tijd goed op dreef zijn, minder
t1 zi -.6 weersinvloeden hen niet gauw
.'igen brengen. Maar op 20 februari,
v in mijn tuin de eerste zanglijs-
j- A ar slakken en wormen zag zoeken
Nei? v°orafgaande nacht was er mot-
'6nT gevallen en ook overdag viel er
Aang natte sneeuw, die aan akkers
en een tijdlang een witte toets
J'ees was er, afgezien van een kool-
J&I5 die voor zonsondergang nog een
Nel» estemmig lied ten beste gaf, van
;t> ang niet veel te bespeuren. Het was
®26lfde sneeuwdag, dat mijn dorps-
Nsu ^utrop zeer opgetogen bij mij bin-
NstoTde en mededeelde, dat hij te
TCjjg langs de Kampweg in een
V "dragende struik een pestvogel had
fourageren. Tijdens de geduchte
A ijfbui had hij met zijn camera zon-
Nrt elcns nog een schot gewaagd. Het
Au. Uit de aard van de zaak een zeer
JJ), '6 foto, maar als soort was de vo-
„°°ral dank zij zijn markante kuif,
SjbAdg te herkennen.
Am» ,v Waarneming van de pestvogel te
I'lM *r! is ongetwijfeld de moeite
AA' omdat zij niet een op zichzelf
A feit is: ongeveer tezelfdertijd wer-
Ae p °ok gesignaleerd in onze noorde-
rAovincies, in streken langs onze kust
.'6 vl de waddeneilanden. De pestvogel,
Ctj '®estal niet bijster schuw is en die
A j. Us vaak vrij dicht kan naderen, is
C® 'nvasievogel uit Lapland en an-
Ae ^hoognoordelijke gebieden, die in
dan°men er kier maar enkele opdagen
aev,.Weer maken zij hier massaal hun
- hting. Omtrent hun verplaatsing
er een tweetal theorieën. Volgens
dwingt voedselschaarste hen er
ATfh dan toe zo'n grote reis te on-
T'-Vn n' volgens de andere verlaten d<
l^lde s soms hun land' als er in be"
af met, naar onze opvattingen, onesthe
tische blèrgeluiden, die trouwens voor
deze vogelsoort karakteristiek zijn. In een
Amerikaanse vogelkers profiteerde een
ringmus van het kostelijke zonnetje, hij
poetste zijn pakje en zijn tjielpgeluiden
rondde hij af tot iets waarlijk wellui
dends.
Weer een dag later, toen de lucht van
de middag af strakblauw werd en ik kon
genieten van een oranje zonsondergang,
waren de overblijfselen van de sneeuw
alle verdwenen. Ik vertoefde toen aan de
oevers van de Eem in Soest, waar de
speenkruiden op springen stonden: de
bloemknoppen waren veelbelovend ge
zwollen en al helemaal geel geworden.
Kokmeeuwen ondernamen hoog in de
lucht hun sierlijke zweefvluchten, maar
onderbraken hun spel om een logge bui
zerd. die hun pad kruiste, gezamenlijk te
lijf te gaan Een heel prettige gebeurtenis
was, dat her en der veldleeuweriken zich
zingend in de lucht wierpen. Dat was dus
zeven dagen voor het maartbegin. Intussen
hieven op het boerderijterrein van Kracht-
wijk, aan de overkant van de rivier in het
Hooglandse, honderden spreeuwen in de
hoge eiken hun zwatelzang aan. De 23ste
februari was een „gekke" zaterdag: het
weer was „zuur", maar ook de merels
en grote lijsters zongen niettemin weer in
mijn omgeving, 's Avonds, voordat ik mij
ter ruste begaf, door het deurraampje
nog eens de lucht verkennend, bleek mij,
dat er een geduchte sneeuwbui was losge
broken. Op mijn kolenhok lag een laag
van een decimeter dikte en de naaldbo
men in mijn tuin waren veranderd iri
rekwisieten van een compleet winter-
toneel. Zij, die er hun zinnen op had
den gezet, de volgende morgen een reeks
sneeuwfoto's te maken, visten lelijk ach
ter het net, want door de flink oplopende
temperatuur waren de bomen in de loop
van de ochtend al weer bemoedigend
groen geworden en ook elders werden de
wintersporen uitgewist, maar heel in de
vroegte vertoonde het tuinpad nog de
„prenten" van de verliefde katers.
's Middags kwam er een haas mijn huis
binnengewandeld of juister uitgedrukt:
het dier werd door een dertienjarige jon
gen uit mijn dorp aan mijn adres afgele
verd. Het zat in een gesloten doos en de
jongen, die mij de dag tevoren al een kor-
haan had gebracht, die voor zijn dood nog
tegen hem had gesist, zei: „Nu heb ik
weer wat anders voor u: een jong konijn."
Dat geloof ik niet", zei ik vriendeiijk.
„Het zal wel een haas zijn". „Hoe weet u
dat?" vroeg de jeugdige zwerver. „U heeft
hem nog niet eens gezien." Toen vertelde
ik hem, dat in Soest, evenals op tal van
andere plaatsen in ons land, nagenoeg
alle konijnen zijn uitgeroeid door een ziek
te, die men myxamatose noemt. Inderdaad
bleek de doos een haas van zo'n week of
vier te bevatten, die een zeer sprekende
kopie was van het exemplaar, dat Al-
brecht Diirer meer dan vier eeuwen gele
den conterfeitte. Het was een beminnelijk,
ruig heerschapje en de kleur ervan bracht
mijn zesjarig buurmeisje tot de uitspraak:
„Hij zal vroeger wel een stekelvarken zijn
geweest". Zij bedoelde natuurlijk een egel.
In elk geval maakte hij deel uit van
een vroege winterworp en dank zij de
zachte voorafgaande weersgesteldheden
was hij er heelhuids doorgekomen. „Is dit
nu de Paashaas?" vroeg Annemieke ver
der. „Ja", antwoordde ik, „maar hij is bij
na twee maanden te vroeg, want je weet,
dat Pasen van het jaar op 21 en 22 april
valt." De jongen onthulde mij nog, dat het
haasje gevangen was door zijn hond een
van het „vuilnisbakken-ras", voegde hij
er parmantig 'aan toe maar gelukkig
had het haasje geen letsel opgelopen en
en daar hazen niet in gevangenschap kun
nen leven, voerde hij mijn opdracht, het
dier weer terug te brengen naar de plaats,
waar hij het ontdekte, trouwhartig uit.
Het hondje liet hij ditmaal thuis. Los
lopende honden kunnen in natuurgebie
den namelijk vaak een groot onheil aan
richten en mogen daar feitelijk nooit on-
aangelijnd hun jachtinstincten uitleven.
Er gebeurden in de laatste drie da-gen
van februari allerlei genoeglijke dingen.
Ook „mijn" zanglijster begon zijn wilde
strofen vol onstuimige motiefherhalingen
te zingen en in dit verband was een cor
respondentie tussen mijn dorpsgenoot en
zwerfmakker W. A. van Elmpt en mij
buitengewoon interessant. Einde februari
kruisten een brief van hem en mij elkaar.
„De zanglijster voert in mijn tuin de bo
ventoon", schreef hij mij, terwijl in mijn
brief stond: „De grote lijster domineert op
het ogenblik". Deze uitspraken lijken met
elkaar in tegenspraak te zijn, maar dit is
slechts schijn. Van Elmpt woont in de
Wilhelminalaan te Soestdijk, in een land
schap met huizen en veel hoog opgaand
geboomte. Dat is het uitgelezen territo
rium voor zanglijsters. Bij mij in Soest-
Zuid ontbreken de hoge bomen niet hele
maal, maar men vindt daar tevens uit
gebreide open terreinen, waar de grote
lijster zo op gesteld is. Bij mij bestaan die
onbeboste gebieden uit de uitgestrekte ak
kers van Eng, het hooggelegen bouwland.
Zo ziet men dus, dat in een landelijke ge
meente de vogelstand plaatselijk ten zeer
ste uiteen kan lopen.
Er klommen eind februari hoe langer
hoe meer veldleeuweriken tierelierend
naar de hemel, in het Eemgebied trok ook
een troepje boomleeuweriken over, waar
van er één zich van de andere afscheidde
eft zijn fijne tierlantijntjes zong. De vogel,
waaraan Frederik van Eeden een beroemd
geworden gedicht heeft gewijd, is overi
gens een bewoner van heiden en stuifzan
den, maar mijn exemplaar daar in het pol
derland was een reiziger, wie plotseling
een lied uit de keel welde.
Ganzen trokken naar het noordoosten,
dus in de richting van hun broedgebieden,
goudplevieren flonkerden in het licht en
de kieviten kwamen in drommen te
rug. Verscheidene van hen lieten hun
baltsroep al horen, de grote lijsters op
Krachtwijk en Hoogerhorst, twee geïso
leerd liggende hoevetettreinen, waar
de kramsvogels naar hun fanfares konden
luisteren, floten hun luide melodieën er
de eerste wulpen lieten hun pure rolle:
weerklinken. De blauwe reigers, die op u
grens van januari en februari hun kolo
niebomen in het Amsterdamse Vondelpark
en Frankendael en ook elders be
trokken, waren druk bezig met de nest-
bouw evenals de aalscholvers en de ek
sters. Twee exemplaren van laatstgenoem
de vogelsoort hadden zich te Soest op de
rug van twee dikke zeugen geplaatst, die
zich van de passagiers niets aantrokken en
hen, genoeglijk grommend en in de bo
dem wroetend, gratis vervoerden.
Toen werd het maart en de eerste helft
van deze maand zal met gouden letters
in de annalen worden opgetekend. Het
was een buitengewoon zachte periode en
in de krant kwamen berichten te staan
over een warmtegolf. De temperatuur was
meer dan eens volkomen zomers. Al in
het begin van de maand stonden de speen
kruiden in bloei, de spreeuwen, die broed-
vogels van mijn dak zijn, waren terug
gekeerd en zongen de leutigste deuntjes.
Het geel van de winterakonieten, dat al in
februari een lust voor het oog was en
ook de kleine vossen lokte, kleurde in vele
tuinen, de staartmezen in mijn omgeving
rukten heel fijne schilfers van de takken
der bomen ten behoeve van de nestbouw
en in duizenden krokussen wriemelden tal
van honingbijen. Kieviten betrokken al
hun territoria en kantelden en draaiden
reeds hun nestkuiltj.es. De mannetjes zag
je de zwarte kraaien en roeken fel in de
veren stuiven. Opzienbarend vroeg werd
bij Oudega (Wymbritseradeel) -het eerste
ei gevonden: op 11 maart. Vliegen, mie
ren, bladvlooien. mest- en andere kever
tjes accentueerden de vroeg-zomerse
sfeer. Het mannetje van een paartje zwar
te mezen zong een allerfijnst, ijl tinkei-
muziekje.
Door de aanvoer van zachte Azoren-
lucht liepen de temperaturen steeds meer
op en zo geschiedde het, dat in de tweede
week van maart de mahonia's. peper
boompje, rodo's (praecox), gele kor
noeljes, forsythia's, pruimen, mirabellen
en wat niet al reeds glorieus bloeiden.
Tegen het midden van de maand waren
de meeste sneeuwklokjes zelfs al uitge
bloeid. De polygame korhanen bolderden
in het land van heide en verstuiving en
feestelijk klonk soms te middernacht de
afscheidsroep van passerende kolganzen.
Tal van vogelsoorten repatrieerden: witte
kwikstaart, tureluur, grutto, kemphaan,
scholekster. Bijzonder veel zag ik deze
soorten aan de mond van de Eem, waar
ook nog kleine zwanen, vilde eenden en
i nonnetjes op het IJsgelmeer dreven. Het
klein hoefblad, dat ook al vroeg in fe
bruari bloeiend van de partij was, had
'e bouwlanden bij de vroegere Zuiderzee
'et een onnoemelijk aantal gouden duka-
■n bestrooid en ook de paardebliemen bi t
donken als gulden raderen. Ik telde dui
zenden meizoentjes en evenveel blnem-
spikkels van de nederige, ruige veldkers
tussen het gras zan de dijken. Citroentjes
en kleine vossen cirkelden' door de zomer
se zoelte, maar één van de aardigst*, waar
nemingen. die ik bij de Eemmond deed.
was het koninklijk overvliegen van een
vijftal kraanvogels. Ook zo hadden de
lente in het hoofd. Misschien waren zij
op weg naar Lapland. Zweden of Finland.
Hun gratie staat scherp gegrift op het
netvlies van mijn oog.
RINKE TOLMAN.
In de „Slatters Gallery" in de Old Bondstreet Londenwerd donderdag
middag een expositie geopend van Nederlandse en Vlaamse meesters uit
privé-bezit. Foto: de hertog en hertogin van Gloucester voor een schilderij
van Abraham van Beveren.
'<t5r c°ntreien niet periodiek verschijnt,
op
zeer ongeregelde tijden. Jaren-
.1 "OlYlcus L: w,nn v nnlrnlo nnftnrtom
volgens de andere verlaten de
Bels soms hun land, als er in be-
atreken van hun broedgebied een
t'iizp rke overbevolking optreedt. Bij
'.riAti spreken neemt de natuur hun
v $t6,vChe bedrijvigheid te baat om de
vmN aanwas van het individuen-
Age- Weer ongedaan te maken, daar
VN®el SotMnige onderzoekers het me-
van de pestvogels in het land
vAf' vreemdelingschap omkomt. De
Ar Jdet de rosbruine kuif, die onge-
't-Nen groot is als een spreeuw, ken-
°-a- een zwarte keelvlek, een gele
V d» N en scharlakenrode lakplaatjes
lA u„dandpennen, die bij de mannetjes
IA"felijker uitkomen dan bij de wijf-
Zljn dol op allerlei bessen.
De verenigde volkspartij van Brits Hon
duras, die tegenstander is van de voorge
stelde Britse Westindische federatie, heeft
de verkiezing voor de wetgevende raad
gewonnen. Acht van de negen zetels zijn
door deze partij verworven. De uitslag
voor de negende zetel is nog niet bekend.
In alle kiesdistricten werd de. Hondurese
onafhankelijkheidspartij voorstandster van
de federatie en de nationale partij met
grote meerderheid door de verenigde
volkspartij verslagen.
De verkiezingen werden woensdag ge
houden.
E zijn in het afgelopen hengelsport
seizoen niet bepaald verwend
met goed weer en daverende vang
sten, al waren de laatste weken ook nog
zo mooi. En het was dan ook met wei
nig verwachting op buit, dat wij vrij
dag 1.1. meetrokken met de leden van
de Club der Honderd naar eigen vereni
gingswater in Tienhoven. Het weer zag
er wel veelbelovend uit, dat wel. Het kon
zo overgenomen zijn uit een boekje over
hengelsport, hoofdstuk „Ideaal vis-
weer". Matige, niet al te harde westen
wind, vrij hoge temperatuur en flink
wat bewolking.
Maar we hadden zo het idee, dat de
snoeken door het fraaie en zachte weer
van de laatste weken en de hoge water
temperatuur voor andehe dingen belang-
liAd o6 dag na de sneeuwval, die ge-
lAr C'ng met het draaien van de wind
As inv noordoosten, nadat hij tijden
rt u, at zuiden en zuidwesten had ge-
en „Ven er na het vleugje nachtvorst
V °P schaduwplekken nog wat
ViAh Van de witte vlokkenwarreling
Ah,' maar afgezien van de lijster-
SiAn ri die hun mond bleven houden,
Vjew andere musici (heggemus,
V -ik k pimpel en koolmees) weer
VA heiA11 blijmoedige aria's. Bovendien
Vsterir! or van de vogels die dag nog
N'bhin) Want tussen de kale takken van
ANpaT zat een veren kereltje in een
Vt te tierelieren van jewelste.
'V veei een fijn en langdurig deuntje
tjA W kanarie-motieven, dat de groen-
w' Ste gaf' Z13n melodieuze voor
belde hij echter meer dan eens
stelling zouden hebben dan voor een aas
visje. Dat viel echter heel erg mee,
naar ons al vrij vroeg in de morgen
bleek. Een snoekje van een centimeter
of 4045 sprong gretig op ons aasvisje
en deed over keren en slikken nog geen
drie minuten. Onze verwachtingen ste
gen aanmerkelijk. En al bleek aan hst
het einde van de dag, dat het ene snoek
je geen navolgers kreeg, anderen wpren
fortuinlijker dan wij en brachten het tot
vier, vijf snoekjes. Kent u het viswater
in Tienhoven? Het is een verzameling
plassen en plasjes, sloten en slootjes om
alle tien de (hengelaars) vingers dege
lijk voor af te likken. Bovendien heeft
het een vrij grote oppervlakte, zodat we
slechts af en toe een der veertig mede
broeders in het gilde ontmoetten.
Toen bleek, dat vooral in een bepaal
de hoek stevig gevargen werd, verhuis
de een groot deel van de bent naar die
kant, doch daar concoursvissen ons nooit
heeft kunnen bekoren, bleven we waar
we waren en visten stug door. Zoals
gezegd, het bleef bij dat ene snoekje en
toch hebben we een pracht visdag ge
had. Een van de beste van het hele sei
zoen. Het weer was ideaal, ook al kwam
er later meer wind en af en toe wat re
gen. De toenemende wind waaide alle
stadslucht uit haar en kleren en we
voelden ons vrijer dan in lange tijd het
geval was geweest.
Het is geen wonder, dat van jaar tot
jaar het sportvisserslegioen groeit. Onze
steden raken te vol, er hangt te veel
benzinedamp, de trams knarsen te schel
door de bocht en de muren van onze
woningen worden te dun gemaakt, zodat
we veel te veel en noodgedwongen moe
ten meeleven met het wel, doch vooral
het wee van onze buren. Kort gezegd,
we hebben te weinig rust in de grote
stad en onze zenuwen krijgen teveel te
verduren. En om al die deuken en
blutsen in ons zenuwstel weer te herstel
len, is niets zo geschikt als een dag met
hengel en roeiboot op jacht naar Esox
of Perca.
Ook de rustige visserij op karper en
voorn, brasem en snoekbaars heeft zijn
bekoring, maar werkelijk alles om zich
heen vergeten doet men eigenlijk al
leen bij de actieve visserij op baars en
snoek. Zelfs al wordt het startsein voor
zo'n visdag gegeven door niemand min
der dan een heuse burgemeester, jhr.
J. Huydecoper van Tienhoven. En zélfs
al weet men, dat de reportagewagen
van de Ned. Radio Unie al staat te wach
ten om Nederland te laten weten hoe
veel snoekjes we wel gevangen hebben.
Rond half twee werd het eindsignaal
de lucht in geschoten, een grote vuurpijl
die wel veel rook maar geen licht gaf.
En in restaurant De Harmonie in het
landelijke Maarssen wachtten de gedek
te tafels. Er werd gesproken, natuurlijk
werd er gesproken. Burgemeester Huy
decoper memoreerde zijn prettige erva
ringen met de sportvissers en sprak een
beetje weemoedig van zijn a.s. vertrek
als burgemeester, wanneer Tienhoven
ophoudt een zelfstandig dorp te zijn. Mr.
Guillaume Landré, voorzitter van de
Club der Honderd, deed de mededeling,
dat Rein Mijdema met 2.63 meter snoek
(in totaal) winnaar van de visdag was
geworden. De secretaris C. Brink noem
de deze dag de Oudejaarsdag van de
sportvissers.
En natuurlijk sprak ook Wim Wama,
de jongste helft van de bekende Wama's
Hij zorgde voor de komische noot in de
verschillende tafelredevoeringen en ci
teerde ene Sjeekspier, die gezegd moet
hebben „To be or not to be" tobben of
niet tobben, we vissen dóór
En dat is een wijs woord van Sjeek
spier geweest, vrienden. Want al is dan
het zoete water voor ons weer gesloten,
we vissen dóór. De stroomvissers heb
ben nog de tijd tot de 31ste. En daarna
trekken we gezamenlijk naar zee. Bin
nen enkele weken komt de schar en de
bot, de schol en de tong op de kust.
En er wordt momenteel ergens op een
Nederlandse werf een schip gebouwd,
speciaal ingericht voor sportvissers. Dat
schip gaat op de Wadden varen, be
stuurd door een tfrvaren visser en rob-
benjager. Een vent als een boom, die
het Wad door en door kent. Volgens de
ze man kunnen onder zjjn leiding de
beljauw, rog, haai, geep, fint, makreel,
jauw, rog, haai, geep, fint, makreel,
horsmakreel, schol, schar, bot en tong.
Bovendien nog paling, dat zouden we
haast vergeten. Het spreekt vanzelf,
dat deze soorten niet allemaal tegelijk
gevangen worden. Voor de makreel
moet het eerst goed warm worden cn
voor de kabeljauw moet het ruig en
koud weer zijn. We hebben nu alvast een
afspraak gemaakt voor een proeftocht
teneinde onze sportvissende lezers haar-
fjjn te kunnen inlichten Dit schip wordt
n.I. het eerste zeewaardige schip, dat
speciaal voor gebruik door sportvissers
ontworpen en gebouwd is in ons land.
En de plannen van Vader en Zoon
Drijver in IJmuiden voor de haaien
vangst op de Noordzee. Ook daar hopen
we u in de komende tien stille weken
van te gaan vertellen.
Tot zolang dan maar....
Stö.
De Franse rekenkamer (Commission de
Comptes de la Nation), die onder lei
ding staat van Pierre Mendes-France, be
veelt in haar jaarverslag een versobe-
ringspolitiek aan, die naar haar mening
gepaard moet gaan met een regeling,
waarbjj het sparen desnoods verplicht
wordt gesteld.
Deze politiek moet volgens de rekenka
mer gevolgd worden, zolang de nationale
produktie niet in staat is de behoeften
van de noodzakelijke economische activi
teiten van het land volkomen te dekken.
In dit verband beveelt de rekenkamer
voorts aan het zoeken naar olievelden uit
te breiden, de atoomenergie te ontwikke
len en de industrie te moderniseren.
Volgens het verslag van de rekenkamer
is de nationale produktie in 1956 met 4
pet ten opzichte van 1955 gestegen. Het
totaal der uitbetaalde lonen vertoonde een
stijging van 10 pet, terwijl de winsten met
5 pet toenamen. De gezinsinkomens zijn
in het afgelopen jaar met 8 pet en de
particuliere bestedingen met 5 pet geste
gen. De investeringen gaven een stijging
van 9.5 pet te zien en de overheidsbe
stedingen (hoofdzakelijk voor militaire
doeleinden) waren in 1956 bijna 30 pet gro
ter dan in 1955. Het resultaat van het een
en ander 'is een tekort van 400 miljard
frank op de betalingsbalans.
Dit tekort is volgens de rekenkamer
hoofdzakelijk veroorzaakt door de mili
taire operaties in Algerije, daar zjj leid
den tot een stijging van de invoer van
militair materieel maar vooral tot een da
ling van de uitvoer. Een groot gedeelte
van de voortbrenging van fabrieksproduk-
ten moest namelijk worden besteed voor
de bevrediging der militaire behoeften.
In 1956 eiste de nationale verdediging
voor 430 miljard frank aan fabriekspro-
dukten op, vergeleken met 300 miljard
frank in 1955. De verwachting is, dat de
militaire orders voor de industrie in 1957
een waarde zullen hebben van 535 mil
jard frank.
Het jaarverslag van de rekenkamer
wordt evenwel in een betrekkelijk optimis
tische toon besloten: „De minerale rijk
dommen, die in de bodem van Frankrijk
en zijn Afrikaanse gebieden zijn ontdekt,
de ontwikkeling der atoomenergie en de
vooruitgang, die bepaalde proefonderne-
mingen hebben bereikt, rechtvaardigen de
hoop, dat Frankrijk binnen enkele jaren
de voorwaarden voor zijn welvaart zal
kunnen hervinden.
Drie honden, eigendom van R. en S„
uit het gehucht Zeilberg in de gemeente
Deurne, hebben tijdens nachtelijke uren
een twintigtal schapen van de landbou
wer Winkel te Grindtsveen aangevallen
en verscheurd. Het was voor de tweede
maal in één jaar tijd, dat een dergelijke
slachting werd aangericht. De politie
heeft de eigenaars van honden in
Griendtsveen en omgeving gewaarschuwd
dat zij deze dieren des nachts niet los
mogen laten lopen.