Experiment met Schiller
,Nu het dorp niet meer staat
Muzikanten varen naar overkant
K
f
Het offer voor de eigen school
is loodzwaar
Brood, tartaar en
Picasso
Mannheim een stad die rond het
theater gebouwd is
Katholieken in Engeland en Wales
moeten ruim 1 miljard bijeen brengen
Bijzonder onderwijs
in Engeland
l
E
HOE DUITSLAND
THEATERS DOUWT
(lil)
Twee eisen
Kameleon
Belastingambtenaar
verzweeg inkomsten
Spiegelzaal
„Macro-Plastic" in liet
RAI-gebouw
VAN HART EN
VB
DINSDAG 26 MAART 1957
PAGINA 3
Fiscus benadeeld...
Probleemstuk zonder realisme bij Puck
Engelse wens
N
De katholieke bezoeker, die in
Engeland in contact komt met zijn
geloofsgenoten, zal niet veel tijd
nodig hebben om zich te realiseren
dat de instandhouding van de
katholieke scholen nog steeds een
van de meest dominerende proble
men in dit land is. Hij zal er des
zondags in vele kerken aan worden
herinnerd door afkondigingen van
de preekstoel en soms ook door de
verkoop in het kerkportaal van
biljetten voor deelneming aan de
voetbal-pool ten bate van de katho
lieke school.
Deze prioriteit van de school op
de lijst van liefdadigheid zal nie
mand verbazen, die vertrouwd is
met het budget voor de katholieke
scholen, dat voor de komende der
tig jaren op 1250 miljoen gulden
wordt geschat.
Reeds veel gepresteerd
rr?
Lord Hailshams komst
SCHILLER was 22, toen liü „Die
Rauber" schreef. Een jaar later
in 1782, veroorzaakte de eerste
opvoering van dit brok Sturm und
Drangromantiek onvoorstelbare ta-
frelen van ontroering en opwinding in
de nieuwe schouwburg van Mannheim,
bannen weenden. Vrouwen vielen el
kaar snikkend om de hals. Zo erg werd
het in januari j.l. niet, toen, juist 175
•laar later, andermaal een nieuw thea
ter van Mannheim geopend werd met
Schillers „Rauber". De mannen hand
haafden hun correcte gelaatspiooi van
Welbehagen in de cultuur. De vrouwen
hieven op hun (naar links en rechts
draaibare) stoeltjes zitten. Maar spec
taculair was deze „Rauber"-voorstcl-
'ing, waarvan wij een maartse herha
ling hebben gezien, evenzeer als die
van 1782.
Want er werd voor bet eerst in een
groot Westduits theater een arena
toneel geïnaugureerd, althans een to
neel tussen twee tribunes. Zo'n voor
stelling lijkt aanvankelijk alleen maar
vreemd. Ziet het ene deel van het pu
bliek Karl van Moor trouw zweren op
de degens van zijn bendegenoten, dan
hoort de overkant achter de rovers
ruggen bij wijze van spreken alleen
de degens klikken. Maar weldra be
merkt de bezoeker hoe intens beide
kanten geconfronteerd worden met
wat in het midden gebeurt. Wat een
Plastische kracht krijgt een gebaar in
koperen toneeltoren in het midden, als
de schoorsteen van een oceaanstomer.
De rechthoekige buitenbouw bevat,
en dat is het grote geheim van Mann-
heims theater, niet één, maar twee
schouwburgzalen. Een grote, waar de
opera zich aan decoruitbundigheden te
buiten kan gaan en een kleine, waar
het toneelvlak en de voorste partij
parketstoelen op allerlei manieren
stuivertje kunnen wisselen, zij zijn
uitneembaar, ophefbaar, afbreekbaar
of beweegbaar volgens technische
schema's die hier niet ter zake doen.
Genoeg zij dat de toneelknechten in 8
uur tijd een concertzaal met 800 plaat
sen kunnen omtoveren in een arena
theater voor 600 plaatsen of omge
keerd.
In die kleine zaal werd „Die Rau
ber" gespeeld. Daar is het variabele
een van de grootste theaterfoyers in
Europa moet zijn. Het was eigenlijk
het ei van Colubus: De twee toneel
zalen liggen één hoog, zoals gezegd,
met de ruggen aan elkaar. Wan
neer onze lezers een weinig verstand
hebben van toneelruggen weten zij
dat zich daarin een achtertoneel pleegt
te bevinden, dat soms aardig diep kan
zijn. In Mannheim meten de beide
achtertonelen samen, inbegrepen de
geluiddichte scheidingsgang ertussen,
ruim 50 meter. Daaronder, op de be
gane grond dus, bleef vanzelf de ruim
te over de hele breedte van het ge
bouw vrij. Dat is de gigantische spie
gelzaal geworden die, verlicht met
duizenden lampjes, links en rechts
door glaswanden contact biedt met het
stadsleven.
Nog twee bijzonderheden over deze
schouwburg zijn het vermelden waard.
De eerste, dat zy gebouwd is boven
op een schuilkelder. Daarom ligt de
vloer 80 cm boven plein-niveau, daar
om moesten de toneelpodia naar de
eerste verdieping, en daarom heeft
het gebouw dat zwevende karakter
alsof het steunt op de pilaren van de
rondom aanwezige arkaden. De twee
de bijzonderheid betreft haar ligging,
buiten de stadskern, zodat de oude
Mannheimse bijnaam „De stad die
rond het theater is gebouwd" geen
gelding meer heeft. Tenminste wat
het materiële betreft. Want geestelijk
blijkt Mannheim nog steeds „rond het
theater gebouwd". Heeft niet de be
volking met behulp van tombola's ver
lotingen enz. 2/z miljoen mark van de
nodige 13 miljoen voor haar nieuwe
theater bijeengebracht?
die vrije ruimte. Wat een bevrijding
voor een regisseur, de kijkkast van het
traditionele toneel te mogen verwisse
len voor de ruimtelijke mogelijkheden
van het open speelvlak.
Erwin Piscator, de ook hier bekende
Duitse regisseur die „Die Rauber" en
sceneerde, liet zich daarbij geen kans
ontglippen. Een ogenblik dreigde hij
ïelfs de kant van de show te kiezen,
toen Moors Rovers van achter uit de
zaal, tot verbijstering van het publiek,
de zijtrappen af kwamen stormen,
Maar de voorstelling in haar geheel
jvas voortreffelijk en indrukwekkend.
Zoals ook de nieuwe schouwburg van
Mannheim in al haar veelzijdige kwa
liteiten voortreffelijk en indrukwek
kend is. Wie een voorbeeld zoekt voor
moderne theaterbouw, moet in Mann
heim gaan kijken.
Een modern theater met veel moge
lijkheden. Daarvan droomde de Mann-
toneelleider dr. Hans Schüler
Ifn®f de dag in 1946 dat men over de
nieuwbouw sprak.
Wat ik nodig hadzegt dr. Schü-
„wa« enerzijds een driedimensio
naal ruimtetoneel. Een toneelopstelling
zo variabel dat zij volop kansen laat
voor improvisatie. Niet alleen een kijk
kast-toneel, niet alleen een speelvlak
tussen het publiek of een arenatoneel,
maar zelfs de mogelijkheid om rond
om de toeschouwers te spelen of om
een vertoning bij daglicht te geven.
■Anderzijds had ik nodig een groot to-
neelpodium in de conservatieve zin,
waar de romantische illusie van de
Srand-opera kan leven, waar koor,
ballet en zangsolisten de ruimte heb
ben en waar plaats is voor een onge
ëvenaarde technische outillage".
HOE DEZE twee uiteenlopende
eisen in één plan te verwezen
lijken? Dat was het thema van
veel gesprekken tussen dr. Schüler en
de architect prof. Gerhard Weber.
Het resultaat staat er nu, op een
haar Goethe genoemd plein, jhist bui
ten de Friedrichsring die de stadskern
^an Mannheim omsingelt. Een 133 m.
lange zandkleurige reus met een rood-
De gezondheidstoestand van de 84-jarige
Franse politicus, Edouard Herriot, gaat
snel achteruit, aldus is gisteren door dri
behandelende artsen te Lyon verklaarr
Herriot, die burgemeester van Lyon is
wordt in een ziekenhuis aldaar verpleegd
De hoofdcontroleur bij 's rijks belastin
gen J. H. P., verbonden aan het kantoor
Heerlen, heeft gisteren terecht gestaan
voor de rechtbank te Maastricht, omdat
hy voor de fiscus een deel van zijn inko
men over de jaren 1952 tot en met 1955
heeft verzwegen. Hy had een bedrag van
gemiddeld f 175.per jaar niet opgege
ven. Dit waren gelden, die hij had ont
vangen voor hulp, aan kennissen ver
leend bij het invullen van belasting-aan
giftebiljetten. Verdachte verklaarde de
posten eenvoudig vergeten te zijn.
Het ondergane voorarrest van een
oaand in aanmerking nemende, wilde de
fficier zich beperken tot het vragen van
jen geldboete van f 100.subsidiair 20
dagen hechtenis.
De foyer van het nieuwe theater in Mannheim.
toneel gerealiseerd waarvan dr. Schü
ler droomde, de zaal die een droge aula
kan zijn voor spreekbeurten, maar die
de volgende avond dynamisch méé-
speelt. Niet alleen door de brede zij
trappen waarlangs de rovers binnen
stormden, en door de ligging van de
speelruimte, maar ook door lichtbun
dels en decordocken die overal vanuit
het plafond neergelaten kunnen wor
den en ook door de toneelvloer van fijn
ijzergaas die licht-effecten van onder
af mogelijk maakt.
„Puck" heeft gisteravond in het Cen
traal Theater te Amsterdam de première
gegeven van het stuk van de jonge Bel
gische auteur Tone Brulin „Nu het dorp
niet meer staat". De voorstelling werd
door de schrijver zelf bijgewoond. In een
décor van Roger Cailloux, dat geheel in
de suggestieve sfeer was gehouden, werd
onder regie van Guus Verstrate een spel
opgevoerd dat ver van de realiteit ligt,
maar dat ook niet geheel een tendentieus
ideeënspel Is, ofschoon de ideologen de
hoofdrol spelen.
De jonge geoloog Karl Lozi (Cas Baas)
komt na de oorlog terug op zijn landgoed,
dat ergen in een Oosteuropees land ligt.
Het dorp is door de Duitsers platgebrand
en alle inwoners op één na, Werner
Poeck (Wim v. d. Heuvel), gefusilleerd.
Van zijn huisbewaarder Andreas (Guus
Verstrate) verneemt Lozi dat de commu
nisten het dorp willen herbouwen en
daartoe een soort feestweek organiseren,
waarin de vrijwilligers de eerste stenen
zullen leggen. Werner Poeck moet een
feestrede houden, hiertoe gedreven door
de wil van de partijfunctiqnaris Galenka
(Egbert van Paridon). Op het landgoed
woont echter ook een zekere Palof (Piet
Römer), die echter ontmaskerd wordt als
de Duitser die destijds het bevel heeft
gegeven tot de massafusillade. Galenka is
evenwel druk doende om deze Duitser op
te sporen en later wordt het duidelijk dat
Palof de gezochte is, maar dan heeft deze
Duitser reeds zelfmoord gepleegd. Galen
ka zelf bekent, dat hij degene is, die door
de Duitsers destijds werd gezocht. Uit laf
heid is hij na de tragedie, die zich over
het dorp voltrok, tot de communistische
partij toegetreden.
De enige vrouwelijke rol is die van zijn
echtgenote Karien (Karin Haage), die
echter volledig in de partijdiscipline is
opgenomen, zodat zij een infernale machi
ne is en geen spoor toont van vrouwelijk
heid.
Dit stuk heeft klemmende momenten,
maar de vraagtekens zijn legio. Een op
lossing wordt niet gegeven, zelfs niet ge
suggereerd. Het einde is een ijl surrealis
me, dat niet door een idee, ver genoeg
boven de werkelijkheid wordt geheven om
indruk te maken. Tone Brulin filosofeert
met een teveel aan zwart-wit tegenstel
lingen. Juist in de differentiatie van de
karakters mist hij voldoende kracht om
het moeilyke probleem van schuld, ver
geving en vergelding zo te stellen dat de
dramatiek sterk genoeg is om het toneel
te vullen en de aanwezigen in de zaal te
overtuigen. Zijn stuk is als een bazuintoon
die in het luchtledige oplost, als de vraag
van Faust die niet wordt beantwoord,
ofwel als een kreet van Mefisto, die geen
weerklank oproept.
Het is een te zware taak voor Puck ge
weest om dit spel vol woorden en met
weinig daden ten tonele te voeren. Cas
Baas en Wim v. d. Heuvel bleven hun rol
len strak spelen, maar Egbert van Paridon
was in dit ongenuanceerde stuk te veel
een prototype, waardoor zijn rol wat kari
katuraals kreeg. De andere spelers bleven
vaag en versterkten daardoor het gemis
aan diepte en menselijkheid. Wij kunnen
dit stuk van Tone Brulin een poging noe
men om een Zeit-theater te scheppen,
maar ook hij heeft bewezen dat het pro
bleemstuk uiterst moeilijk is, misschien
zelfs te zwaar om met succes te onder
nemen.
Bu.
Het schuitje varen naar de overkant i dinavië en zal in de steden Helsinki
is voor een muzikant al even enerverend en Stockholm optreden. In begin septem-
als het instuderen van een nieuw parti- her zullen zij weer vertegenwoordigd zijn
tuur. Als men de opgeruimde gezichten
van de leden van het Concertgebouwor
kest gistermorgen had gezien, zou men
zeggen, dat dit gezelschap, waarvan som
mige lieden zich al heel optimistisch met
zonnebrillen hadden getooid, voor een on
bezorgde vakantie in Engeland was ge
start.
Wat wij echter niet konden zien, wa
ren de diverse deftige zwarte pakken en
gesteven overhemden, netjes verpakt in
reusachtige koffers, welke op de kade van
de Stoomvaart Maatschappij „Zeeland"
te Hoek van Holland rug aan rug ston
den voor de slanke tweepijper „Mecke-
lenburg". En ook werd ons geen blik ge
gund in de tassen, waarin flinke bundels
partituren, opgesloten zaten, een soort
werkprogramma voor de veertiendaagse
trip, welke het orkest onder leiding van
Eduard van Beinum door Groot-Brittan-
nië za] maken. Eduard van Beinum
maakt de reis naar Engeland nip' 'nep
per schip. Hij is gistermorgen van Schip
hol vertrokken en heeft zijn orkest in
Londen opgewacht.
Het Concertgebouworkest zo vertelde
ons Marius Flothuis, zal dit jaar nog twee
toernees maken naar het buitenland. Hal
verwege juli gaat het op stap naar Scan-
het Edingburgh-festival.
Over het programma vertelde de heer
Flothuis, dat het ni't de bedoeling is
speciaal voor deze reis Engelse reper
toirestukken op te nemen, maar dat
men aan de wens van Bristol had vol
daan, door de Enigma-variaties van de
Engelse componist Elgar op het pro
gramma te plaatsen. Verder wordt het in
Nederland op prijs gesteld, dat er een
werk van een Nederlandse componist zal
worden uitgevoerd in dit geval een ouver
ture van Badings. welke voor de B.B C.
zal worden uitgezonden. Wethouder de
Roos van Amsterdam zal op dinsdag 2
april a.s. naar Liverpool gaan (Amster
dam en Liverpool onderhouden dezelfde
betrekkingen als Rotterdam en Detroit)
om daar een conceit bij te wonen. En
voor de rest? De muzikanten hopen op
veel mooi weer, weinig last van zeeziek
te en vooral, daar zijn ze muzikanten
voor, dat de uitvoeringen aan de ver
wachtingen zullen beantwoorden. Ais wij
het optimisme van de leden van het or
kest zien, dan geloven wij dat al deze
wensen in vervulling zullen gaan en dat
Nederland een goed stel goodwill-ambas-
sadeurs naar de overkant laat varen.
Vergeleken met deze kameleon onder
de schouwburgzalen, die zes metamor
foses kan ondergaan, is de grote zaal
maar een traditioneel geval. Maar ga
daar eens kijken naar „Die Fleder-
maus". Let eens op hoe enorm groot
de toneelruimte moet zijn om bij open
doek de complete feestzaal met 15 ge
dekte tafels uit het tweede bedrijf in
het verschiet te doen verdwijnen. Let
eens op de fantastische belichtings
variatie en dat is dan nog slechts een
pover deel van de 300 mogelijkheden
die de lichttechnicus uit zijn „orgel-
tafel" kan halen. Kijk in de pauze eens
rond hoe de architect de zijwanden
trapsgewijze stoffeerde met kleine lo
ges als vakjes van een uitschuifbare
naaidoos. Elke box bevat een tiental
bezoekers die 15 mark hebben betaald
om uit de verte op klosjes garen te
lijken.
Soms daalt tegelijkertijd uit de twee
zalen, die met de toneelruggen aan
elkaar op de eerste verdieping liggen
het pauzepubliek de trappen af. Dat
is een fantastisch gezicht. De massa
lost zich vrijwel op in de enorme, meer
dan 50 bij 50 meter grote foyerhal, die
met zijn glanzende vloertegels en gla
zen wanden naar alle kanten spiegel
effecten vertoont.
Hoe eenvoudig heeft de architect de
ruimte gevonden voor deze hal, die
In een recente aflevering van de „Du
blin Review", het nog altijd belangrijke,
halfjaarlijkse, Londense, katholieke tijd
schrift, wordt het gehele onderwijspro
bleem in alle aspecten nog eens opnieuw
onder de loep genomen. Het is wel zeer
geëigend, dat de schoolkwestie zo grondig
behandeld wordt door dit tijdschrift, dat
een belangrijke rol heeft gespeeld in de
emancipatie van de Engelse katholieken.
Ondanks de Ierse naam en de oorspronke
lijk groene omslag met het Ierse motto
„Eire go bróth" op de eerste aflevering,
is dit tijdschrift vanaf het verschijnen van
het eerste nummer in mei 1836, een van
de meest strijdbare publikaties van de
katholieken in Engeland geweest. Naar
Newmans smaak soms wel wat tè strijd
lustig, vooral onder de latere hoofdredac
teur, de leken-theoloog Wilfrid Ward. Op
gericht door Engelands eerste aartsbis
schop van Westminster, kardinaal Wise
man, de grote emancipator Daniel O'Con-
nell en een journalist van Tipperary,
Michael Quinn namen, die op zich al
de verklaring geven voor de naam van
dit tijdschrift is het altijd de grote
rivaal geweest van de liberale „Edinburgh
Review" en de conservatieve „Quarterly
Review".
In deze laatste aflevering van de „Dublin
Review", onder de nieuwe door-en-door
Engelse hoofdredacteur Michael Derrick,
wordt een belangrijke bijdrage geleverd
de voorstelling van „Die Raulier" in Mannheim danhen de spelers voor
het applaus.
De belangstelling, die de van 13 t/m 20
november van dit jaar in het RAI-gebouw
te houden tentoonstelling „Macro-Plastic"
allerwegen ondervindt, rechtvaardigt de
verwachting, dat deze beurs een grootse
manifestatie zal worden van de interna
tionale kunststoffen-industrie, zowel op
het gebied van grondstoffen en halffa
brikaten als op dat van gerede produkten
en machines.
Op deze eerste Nederlandse kunststof-
fenbeurs is reeds 5200 m2 standruimte ver
huurd, voor de helft aan Nederlandse be
drijven en voor de rest aan buitenlandse
producenten die voor een belangrijk deel
door Nederlandse huizen worden vertegen
woordigd. Naast de Duitse inzending, die
uiteraard een niet onbelangrijk deel van
de totale buitenlandse deelneming zal uit
maken, is het verheugend te kunnen con
stateren, dat ook de Britse industrie het
grote belang van deze vaktentoonstelling
heelt, ingezien.
voor de diagnose van de huidige positie
der katholieken op het terrein van het
onderwijs in al zijn facetten.
De bisschop van Salford, mgr. Beck, die
voorzitter is van de Katholieke Onderwijs
Raad, geeft in zijn bijdragen de grimmige
realiteit der getallen. Op het in januari
gehouden congres van de Katholieke
Federatie van Onderwijzers bij gelegen
heid van haar gouden jubileum was reeds
door de secretaris van de Katholieke
Onderwijs Raad voor Engeland en Wales
mr. R. O'Brien een bedrag van ruim twee
miljard gulden genoemd, dat in de komen
de dertig jaren voor het katholieke onder
wijs gefourneerd zou moeten worden. Dit
werd aanleiding tot een tweetal moties,
die op de sterkste wijze bij de regering
aandrongen om grotere steun voor de bij
zondere school.
Met uitvoerig cijfermateriaal laat mgr
Beek in zijn artikel in de „Dublin
Review" zien, hoe de katholieken in de
afgelopen jaren reeds enorme sommen
gelds hebben bijeengebracht. Op het eind
van 1956 is sinds de oorlog een totaal
bedrag van niet minder dan 220 miljoen
besteed aan de bouw of verbouwing van
katholieke scholen binnen het bouwplan
van de plaatselijke onderwijs-autoriteiten.
De hier volgende tabel, die door de
minister van onderwijs is gegeven op 13
december 1956 in antwoord op vragen in
het Lagerhuis, laat duidelijk zien wat een
enorm aantal scholen in die afgelopen
jaren is gebouwd.
Kerk van
Engeland R.-K.
1. Aantal scholen klaar ge
komen sinds de oorlog 38 180
2. Aantal plaatsen in 1 10.965 56.220
3. Aantal scholen in aan
bouw 1-10-1956 19 60
4. Aantal plaatsen in 3 5,920 20.630
Alleen al in het diocees van Westminster
zijn tussen 1952 en november 1956 zeven
tien nieuwe scholen gebouwd met een
totaal aantal plaatsen voor 6490 leerlin
gen. voor een bedrag van 17 miljoen gul
den. De krediet-beperkingen van de re
gering hebben de moeilijkheden in de
laatste maanden groter dan ooit tevoren
gemaakt. Mgr. Beck besluit zijn artikel
met Angelsaksische beheerstheid:
„De tijd is gekomen dat de katholieke
gemeenschap in Engeland de regering
moet vragen om verlichting in deze zware
last die op ons drukt".
Hij citeert tenslotte het katholieke, con
servatieve parlementslid Grant-Ferris, die
in het Lagerhuis opnieuw op de onbilliijk-
heid van de positie der katholieken heeft
gewezen en daarbij de Nederlandse pro
fessor Brugmans, reetor van het Europa
college in Brugge citeerde:
„Ik geloof", zo zegt deze hoogleraar,
„dat wij het hart van het schoolprobleem
raken wanneer wij zeggen: de keuze van
de school is of moet zijn gefundeerd
op een beginsel, een keuze die gemaaki
moet worden met al de geestelijke, maat
schappelijke en burgerlijke verantwoorde
lijkheid, die deze met zich meebrengt.
katholieken geen enkele subsidie, tenzij
in beperkte mate voor de z.g. „special
agreement schools", of voor scholen, die
zyn verplaatst, een oude school vervangen
of een zeker getal „displaced pupils" op
nemen als gevolg van verhuizing. Hoe
ambitieus het bouwprogram van de Butler-
wet moet zyn, blijkt uit de bovengegeven
getallen van scholen, die al sinds de oor
log zijn gebouwd en uit de duizeling
wekkende bedragen, die door de katholie
ken voor de te bouwen scholen moeten
worden opgebracht.
Het is uiteraard zeer goed mogelijk,
dat onder de huidige financiële druk de
uitvoering van het totale bouwplan ver
traagd zal worden, maar op de katho
lieken blijft hierdoor een onrechtvaardige,
zware financiële last drukken, die voor
alle activiteiten op ander terrein nood
zakelijk verlammend moet werken.
Het is te hopen, dat het optimisme,
waarmede de benoeming van lord Hails-
ham tot minister van onderwijs is be
groet, gerechtvaardigd zal blijken.
Drs. Th. ZWARTKRUIS.
Sinds de Onderwijswet van Butler
(1944) kent het nationale school-
program voor Engeland en Wales
de volgende indeling:
Kleuterscholen voor de leeftijd van
5 tot 7 jaar.
Lagere school voor de leeftijd van
7 tot 11 jaar.
Middelbare school onderverdeeld in
„Grammar Schools" tot 16 jaar
(soms ook tot 17, 18 en 19 jaar).
Dit schooltype is voor kinderen,
die een universitaire opleiding
nastreven.
„Secondary Modern Schools" (tot
15 jaar). Dit schooltype, wat voor
de meeste leerlingen bestemd is,
heeft een sterk praktische inslag,
aangepast aan het milieu.
„Secondary Technical Schools;" (tot
16 jaar). Dit schooltype is voor
een kleinere groep die zich voor
bereidt voor industrie, landbouw
en bepaalde takken van handel.
NIEUWE LAGERE SCHOOL TE ASHFORD.
MICHAEL DERRICK,
de nieuwe hoofdredacteur van de
Dublin Review,
Geconfronteerd met het geweten moet de
staat wijken en zichzelf inhouden op
straffe van totalitair te zijn, hetzij open
lijk. hetzij heimelijk. Het is haar plicht
een eerlijke en effectieve keuze mate
rieel mogelijk te maken. Het is een anti
democratisch verschijnsel, alleen passend
in het kader van het fascisme of com
munisme, dat een loyaal burger, die al
zijn belastingen betaalt, onder normale
omstandigheden niet in staat is voor zijn
kinderen de opvoeding te verzekeren die
hij wenst".
Zyn er vooruitzichten, dat er verlichting
voor de katholieken zal komen? De be
noeming van lord Hailsham tot minister
van onderwijs in het nieuwe kabinet van
Macmillan is door velen toegejuicht.
Mgr. Beck zelf verklaarde bij diens be
noeming:
Hij is een oprecht christen, waarvan
men verwachten mag, dat hij met begrip
het probleem van het bijzonder onderwijs
zal aanpakken".
De bisschop heeft vooral tijdens de oor
log ook persoonlijke relaties gehad met
de minister als medelid van het Christe
lijke Forum van de B.B.C. Ook van de
kant van de Labourparty werd over deze
nieuwe conservatieve minister door lord
Pakenham verklaard:
„Ik zou ten zeerste teleurgesteld zijn,
indien zulk een overtuigd christen en een
man met zo'n briljant intellect niet de
aperte rechtvaardigheid van onze strijd
voor het bijzonder onderwijs zou inzien;
en voor zover hij onze inzichten deelt,
zou ik niemand weten, die dapperder of
energieker zou strijden, of op welspreken
der wijze onze zaak aan zijn collega's en
aan het publiek zou kunnen voorleggen".
Het zou overigens onjuist zijn te menen,
dat de katholieke scholen in Engeland en
Wales in het geheel geen subsidie van de
staatskas ontvangen, zoals b.v. in de
Verenigde Staten. De leerkrachten, boeken
etc. evenals de inwendige herstelwerk
zaamheden worden bij de katholieke scho
len. die onder de categorie „aided schools"
vallen, geheel betaald door de plaatse
lijke onderwijs-autoriteiten, terwijl het
ministerie van onderwijs 50 pet. subsidie
kan geven voor uitwendige herstelwerk
zaamheden. Tot dit schooltype behoort het
merendeel der katholieke scholen. Een
kleine groep behoort tot de z.g. „special
agreement schools", waarvoor een aparte
overeenkomst is getroffen, omdat over
deze scholen reeds onderhandelingen
gaande waren vóór de invoering van de
nieuwe onderwijswet van Butler.
De enorme lasten, die voor het onder
wijs op dc katholieke bevolking drukken,
zijn dus het gevolg van het enorme uit
breidingsplan voor scholen hetzij door
nieuwbouw, hetzij door verbouwing
dat het gevolg is geweest van de onder
wijswet van 1941. Hiervoor ontvangen de
TUSSEN de sfeervolle en desnoods
met donker mahoniehout betim
merde restauratiekamers en eet
huizen van voor de oorlog, én de van
Italiaanse koffie-apparaten sissende
eetgelegenheden en van functionele
kleuren voorziene smulfabriekjes van
nu, ligt de afstand, welke de twaalf
uurtjes-mens in Holland de laatste tien
jaren heeft afgelegd.
Het ouderwetse geurige bakje kof
fie met het degelijke worstebroodje
heeft plaats gemaakt voor koffie-ex-
presso of capucino en het belachelijk
kleine kopje „Turkse" koffie; de
sprits van weleer moest het veld rui
men voor gebak en de Hollandse uit
smijter bleek niet opgewassen te zijn
tegen het broodje tartaar met of zon
der uitjes; de Russische eieren kon
den het record niet handhaven, om
dat daar het broodje halfom en de
croquete op het strijdtoneel waren
verschenen. En de Hollandse twaalf
uurtjes-mens hapte toe.
Er zijn tegenwoordiger drie groe
pen „lunchers". Zij, die het kunnen
betalen, maar zij vallen niet op, om
dat zij zich tegen het middaguur ver
schuilen achter de gevel van een be
kend specialiteiten „maison"; vervol
gens zij, die het ouderwets vinden
hun twaalfuurtje naar het werk mee
te nemen en de bekoring van een
lunch buitenshuis pas hebben ont
dekt; tenslotte zij, die het niet kun
nen betalen ,maar er niets van laten
merken. Zij nemen ook geen boter
hammetjes van moeders mee, zij zijn
met velen en zij lijden meestal hon
ger. Zij vinden lunchen echter een
heerlijke bezigheid en zouden het
desnoods uren kunnen volhouden. Het
komt er voor hen niet zozeer op aan,
dat ze iets eten als wel dat zij praten,
debatteren en af en toe een kopje
koffie-van-het-apparaat bestellen.
R moet een geheimzinnige aan
trekkingskracht van de t alrijke
eethuizen, die er de laatste tijd in
de steden verschijnen, uitgaan. De
nieuwe omgeving noopt tot iets, dat
zich niet onmiddellijk laat ontleden.
Misschien zijn het de Rock and Roll-
kousen en het stoutmoedige besluit ze
te dragen; zeker is het dat men voor
zien moet zijn van een „coupe de Na
poleon" om tijdens het twaalfuurtje
daar te mogen meedoen aan het on
dershands elkaar gunnen van pas uit
gekomen bundels gedichten en om
een belangrijk aandeel te geven in het
ruilen van schrijversmeningen: Ja het
lunchen zonder geld voor een broodje
tartaar is heerlijk. Het is een eiland
in de grijze dag; je vergeet de onaan
genaamheden van het zinloze bestaan.
Je schuift een uur lang een Picasso-
gordijn over je beklagenswaardig le
ven. En dan bespreek je tijdens deze
functionele lunch, dat wij toch zeker
eigenlijk niet thuis horen in de be
krompen wereld van mahoniehout en
worstebroodjes. Totdat de ober komt
en vriendelijk doch dringend verzoekt
de plaatsen nu eens af te slaan aan
de meneer, die wel geld heeft voor
een broodje en die n.b. niet beschikt
over artistieke eigenschappen, laat
staan over een eigen mening ten op
zichte van Hugo Claus. Dan wordt
het Picassogordijn vaneen gescheurd,
dan begint het dagelijkse leven weer.
Dan voelt men dat de mens niet leeft
van woorden alleen, maar ook van
het dagelijks brood, dat verdiend
moet worden; dan voelt men eerst
goed, dat de veranderingen welke de
eetgelegenheden de laatste tien ja
ren hebben ondergaan, er in de eerste
plaats niet waren om de ouderwetse
Hollandse degelijkheid te doorbreken,
maar de gezonde hongerige mens in
nerlijk en uiterlijk iets anders voor
te zetten, dat bij hun tijd en hun trek
hoort.