Experiment met Schiller ,Nu het dorp niet meer staat Muzikanten varen naar overkant K f Het offer voor de eigen school is loodzwaar Brood, tartaar en Picasso Mannheim een stad die rond het theater gebouwd is Katholieken in Engeland en Wales moeten ruim 1 miljard bijeen brengen Bijzonder onderwijs in Engeland l E HOE DUITSLAND THEATERS DOUWT (lil) Twee eisen Kameleon Belastingambtenaar verzweeg inkomsten Spiegelzaal „Macro-Plastic" in liet RAI-gebouw VAN HART EN VB DINSDAG 26 MAART 1957 PAGINA 3 Fiscus benadeeld... Probleemstuk zonder realisme bij Puck Engelse wens N De katholieke bezoeker, die in Engeland in contact komt met zijn geloofsgenoten, zal niet veel tijd nodig hebben om zich te realiseren dat de instandhouding van de katholieke scholen nog steeds een van de meest dominerende proble men in dit land is. Hij zal er des zondags in vele kerken aan worden herinnerd door afkondigingen van de preekstoel en soms ook door de verkoop in het kerkportaal van biljetten voor deelneming aan de voetbal-pool ten bate van de katho lieke school. Deze prioriteit van de school op de lijst van liefdadigheid zal nie mand verbazen, die vertrouwd is met het budget voor de katholieke scholen, dat voor de komende der tig jaren op 1250 miljoen gulden wordt geschat. Reeds veel gepresteerd rr? Lord Hailshams komst SCHILLER was 22, toen liü „Die Rauber" schreef. Een jaar later in 1782, veroorzaakte de eerste opvoering van dit brok Sturm und Drangromantiek onvoorstelbare ta- frelen van ontroering en opwinding in de nieuwe schouwburg van Mannheim, bannen weenden. Vrouwen vielen el kaar snikkend om de hals. Zo erg werd het in januari j.l. niet, toen, juist 175 •laar later, andermaal een nieuw thea ter van Mannheim geopend werd met Schillers „Rauber". De mannen hand haafden hun correcte gelaatspiooi van Welbehagen in de cultuur. De vrouwen hieven op hun (naar links en rechts draaibare) stoeltjes zitten. Maar spec taculair was deze „Rauber"-voorstcl- 'ing, waarvan wij een maartse herha ling hebben gezien, evenzeer als die van 1782. Want er werd voor bet eerst in een groot Westduits theater een arena toneel geïnaugureerd, althans een to neel tussen twee tribunes. Zo'n voor stelling lijkt aanvankelijk alleen maar vreemd. Ziet het ene deel van het pu bliek Karl van Moor trouw zweren op de degens van zijn bendegenoten, dan hoort de overkant achter de rovers ruggen bij wijze van spreken alleen de degens klikken. Maar weldra be merkt de bezoeker hoe intens beide kanten geconfronteerd worden met wat in het midden gebeurt. Wat een Plastische kracht krijgt een gebaar in koperen toneeltoren in het midden, als de schoorsteen van een oceaanstomer. De rechthoekige buitenbouw bevat, en dat is het grote geheim van Mann- heims theater, niet één, maar twee schouwburgzalen. Een grote, waar de opera zich aan decoruitbundigheden te buiten kan gaan en een kleine, waar het toneelvlak en de voorste partij parketstoelen op allerlei manieren stuivertje kunnen wisselen, zij zijn uitneembaar, ophefbaar, afbreekbaar of beweegbaar volgens technische schema's die hier niet ter zake doen. Genoeg zij dat de toneelknechten in 8 uur tijd een concertzaal met 800 plaat sen kunnen omtoveren in een arena theater voor 600 plaatsen of omge keerd. In die kleine zaal werd „Die Rau ber" gespeeld. Daar is het variabele een van de grootste theaterfoyers in Europa moet zijn. Het was eigenlijk het ei van Colubus: De twee toneel zalen liggen één hoog, zoals gezegd, met de ruggen aan elkaar. Wan neer onze lezers een weinig verstand hebben van toneelruggen weten zij dat zich daarin een achtertoneel pleegt te bevinden, dat soms aardig diep kan zijn. In Mannheim meten de beide achtertonelen samen, inbegrepen de geluiddichte scheidingsgang ertussen, ruim 50 meter. Daaronder, op de be gane grond dus, bleef vanzelf de ruim te over de hele breedte van het ge bouw vrij. Dat is de gigantische spie gelzaal geworden die, verlicht met duizenden lampjes, links en rechts door glaswanden contact biedt met het stadsleven. Nog twee bijzonderheden over deze schouwburg zijn het vermelden waard. De eerste, dat zy gebouwd is boven op een schuilkelder. Daarom ligt de vloer 80 cm boven plein-niveau, daar om moesten de toneelpodia naar de eerste verdieping, en daarom heeft het gebouw dat zwevende karakter alsof het steunt op de pilaren van de rondom aanwezige arkaden. De twee de bijzonderheid betreft haar ligging, buiten de stadskern, zodat de oude Mannheimse bijnaam „De stad die rond het theater is gebouwd" geen gelding meer heeft. Tenminste wat het materiële betreft. Want geestelijk blijkt Mannheim nog steeds „rond het theater gebouwd". Heeft niet de be volking met behulp van tombola's ver lotingen enz. 2/z miljoen mark van de nodige 13 miljoen voor haar nieuwe theater bijeengebracht? die vrije ruimte. Wat een bevrijding voor een regisseur, de kijkkast van het traditionele toneel te mogen verwisse len voor de ruimtelijke mogelijkheden van het open speelvlak. Erwin Piscator, de ook hier bekende Duitse regisseur die „Die Rauber" en sceneerde, liet zich daarbij geen kans ontglippen. Een ogenblik dreigde hij ïelfs de kant van de show te kiezen, toen Moors Rovers van achter uit de zaal, tot verbijstering van het publiek, de zijtrappen af kwamen stormen, Maar de voorstelling in haar geheel jvas voortreffelijk en indrukwekkend. Zoals ook de nieuwe schouwburg van Mannheim in al haar veelzijdige kwa liteiten voortreffelijk en indrukwek kend is. Wie een voorbeeld zoekt voor moderne theaterbouw, moet in Mann heim gaan kijken. Een modern theater met veel moge lijkheden. Daarvan droomde de Mann- toneelleider dr. Hans Schüler Ifn®f de dag in 1946 dat men over de nieuwbouw sprak. Wat ik nodig hadzegt dr. Schü- „wa« enerzijds een driedimensio naal ruimtetoneel. Een toneelopstelling zo variabel dat zij volop kansen laat voor improvisatie. Niet alleen een kijk kast-toneel, niet alleen een speelvlak tussen het publiek of een arenatoneel, maar zelfs de mogelijkheid om rond om de toeschouwers te spelen of om een vertoning bij daglicht te geven. ■Anderzijds had ik nodig een groot to- neelpodium in de conservatieve zin, waar de romantische illusie van de Srand-opera kan leven, waar koor, ballet en zangsolisten de ruimte heb ben en waar plaats is voor een onge ëvenaarde technische outillage". HOE DEZE twee uiteenlopende eisen in één plan te verwezen lijken? Dat was het thema van veel gesprekken tussen dr. Schüler en de architect prof. Gerhard Weber. Het resultaat staat er nu, op een haar Goethe genoemd plein, jhist bui ten de Friedrichsring die de stadskern ^an Mannheim omsingelt. Een 133 m. lange zandkleurige reus met een rood- De gezondheidstoestand van de 84-jarige Franse politicus, Edouard Herriot, gaat snel achteruit, aldus is gisteren door dri behandelende artsen te Lyon verklaarr Herriot, die burgemeester van Lyon is wordt in een ziekenhuis aldaar verpleegd De hoofdcontroleur bij 's rijks belastin gen J. H. P., verbonden aan het kantoor Heerlen, heeft gisteren terecht gestaan voor de rechtbank te Maastricht, omdat hy voor de fiscus een deel van zijn inko men over de jaren 1952 tot en met 1955 heeft verzwegen. Hy had een bedrag van gemiddeld f 175.per jaar niet opgege ven. Dit waren gelden, die hij had ont vangen voor hulp, aan kennissen ver leend bij het invullen van belasting-aan giftebiljetten. Verdachte verklaarde de posten eenvoudig vergeten te zijn. Het ondergane voorarrest van een oaand in aanmerking nemende, wilde de fficier zich beperken tot het vragen van jen geldboete van f 100.subsidiair 20 dagen hechtenis. De foyer van het nieuwe theater in Mannheim. toneel gerealiseerd waarvan dr. Schü ler droomde, de zaal die een droge aula kan zijn voor spreekbeurten, maar die de volgende avond dynamisch méé- speelt. Niet alleen door de brede zij trappen waarlangs de rovers binnen stormden, en door de ligging van de speelruimte, maar ook door lichtbun dels en decordocken die overal vanuit het plafond neergelaten kunnen wor den en ook door de toneelvloer van fijn ijzergaas die licht-effecten van onder af mogelijk maakt. „Puck" heeft gisteravond in het Cen traal Theater te Amsterdam de première gegeven van het stuk van de jonge Bel gische auteur Tone Brulin „Nu het dorp niet meer staat". De voorstelling werd door de schrijver zelf bijgewoond. In een décor van Roger Cailloux, dat geheel in de suggestieve sfeer was gehouden, werd onder regie van Guus Verstrate een spel opgevoerd dat ver van de realiteit ligt, maar dat ook niet geheel een tendentieus ideeënspel Is, ofschoon de ideologen de hoofdrol spelen. De jonge geoloog Karl Lozi (Cas Baas) komt na de oorlog terug op zijn landgoed, dat ergen in een Oosteuropees land ligt. Het dorp is door de Duitsers platgebrand en alle inwoners op één na, Werner Poeck (Wim v. d. Heuvel), gefusilleerd. Van zijn huisbewaarder Andreas (Guus Verstrate) verneemt Lozi dat de commu nisten het dorp willen herbouwen en daartoe een soort feestweek organiseren, waarin de vrijwilligers de eerste stenen zullen leggen. Werner Poeck moet een feestrede houden, hiertoe gedreven door de wil van de partijfunctiqnaris Galenka (Egbert van Paridon). Op het landgoed woont echter ook een zekere Palof (Piet Römer), die echter ontmaskerd wordt als de Duitser die destijds het bevel heeft gegeven tot de massafusillade. Galenka is evenwel druk doende om deze Duitser op te sporen en later wordt het duidelijk dat Palof de gezochte is, maar dan heeft deze Duitser reeds zelfmoord gepleegd. Galen ka zelf bekent, dat hij degene is, die door de Duitsers destijds werd gezocht. Uit laf heid is hij na de tragedie, die zich over het dorp voltrok, tot de communistische partij toegetreden. De enige vrouwelijke rol is die van zijn echtgenote Karien (Karin Haage), die echter volledig in de partijdiscipline is opgenomen, zodat zij een infernale machi ne is en geen spoor toont van vrouwelijk heid. Dit stuk heeft klemmende momenten, maar de vraagtekens zijn legio. Een op lossing wordt niet gegeven, zelfs niet ge suggereerd. Het einde is een ijl surrealis me, dat niet door een idee, ver genoeg boven de werkelijkheid wordt geheven om indruk te maken. Tone Brulin filosofeert met een teveel aan zwart-wit tegenstel lingen. Juist in de differentiatie van de karakters mist hij voldoende kracht om het moeilyke probleem van schuld, ver geving en vergelding zo te stellen dat de dramatiek sterk genoeg is om het toneel te vullen en de aanwezigen in de zaal te overtuigen. Zijn stuk is als een bazuintoon die in het luchtledige oplost, als de vraag van Faust die niet wordt beantwoord, ofwel als een kreet van Mefisto, die geen weerklank oproept. Het is een te zware taak voor Puck ge weest om dit spel vol woorden en met weinig daden ten tonele te voeren. Cas Baas en Wim v. d. Heuvel bleven hun rol len strak spelen, maar Egbert van Paridon was in dit ongenuanceerde stuk te veel een prototype, waardoor zijn rol wat kari katuraals kreeg. De andere spelers bleven vaag en versterkten daardoor het gemis aan diepte en menselijkheid. Wij kunnen dit stuk van Tone Brulin een poging noe men om een Zeit-theater te scheppen, maar ook hij heeft bewezen dat het pro bleemstuk uiterst moeilijk is, misschien zelfs te zwaar om met succes te onder nemen. Bu. Het schuitje varen naar de overkant i dinavië en zal in de steden Helsinki is voor een muzikant al even enerverend en Stockholm optreden. In begin septem- als het instuderen van een nieuw parti- her zullen zij weer vertegenwoordigd zijn tuur. Als men de opgeruimde gezichten van de leden van het Concertgebouwor kest gistermorgen had gezien, zou men zeggen, dat dit gezelschap, waarvan som mige lieden zich al heel optimistisch met zonnebrillen hadden getooid, voor een on bezorgde vakantie in Engeland was ge start. Wat wij echter niet konden zien, wa ren de diverse deftige zwarte pakken en gesteven overhemden, netjes verpakt in reusachtige koffers, welke op de kade van de Stoomvaart Maatschappij „Zeeland" te Hoek van Holland rug aan rug ston den voor de slanke tweepijper „Mecke- lenburg". En ook werd ons geen blik ge gund in de tassen, waarin flinke bundels partituren, opgesloten zaten, een soort werkprogramma voor de veertiendaagse trip, welke het orkest onder leiding van Eduard van Beinum door Groot-Brittan- nië za] maken. Eduard van Beinum maakt de reis naar Engeland nip' 'nep per schip. Hij is gistermorgen van Schip hol vertrokken en heeft zijn orkest in Londen opgewacht. Het Concertgebouworkest zo vertelde ons Marius Flothuis, zal dit jaar nog twee toernees maken naar het buitenland. Hal verwege juli gaat het op stap naar Scan- het Edingburgh-festival. Over het programma vertelde de heer Flothuis, dat het ni't de bedoeling is speciaal voor deze reis Engelse reper toirestukken op te nemen, maar dat men aan de wens van Bristol had vol daan, door de Enigma-variaties van de Engelse componist Elgar op het pro gramma te plaatsen. Verder wordt het in Nederland op prijs gesteld, dat er een werk van een Nederlandse componist zal worden uitgevoerd in dit geval een ouver ture van Badings. welke voor de B.B C. zal worden uitgezonden. Wethouder de Roos van Amsterdam zal op dinsdag 2 april a.s. naar Liverpool gaan (Amster dam en Liverpool onderhouden dezelfde betrekkingen als Rotterdam en Detroit) om daar een conceit bij te wonen. En voor de rest? De muzikanten hopen op veel mooi weer, weinig last van zeeziek te en vooral, daar zijn ze muzikanten voor, dat de uitvoeringen aan de ver wachtingen zullen beantwoorden. Ais wij het optimisme van de leden van het or kest zien, dan geloven wij dat al deze wensen in vervulling zullen gaan en dat Nederland een goed stel goodwill-ambas- sadeurs naar de overkant laat varen. Vergeleken met deze kameleon onder de schouwburgzalen, die zes metamor foses kan ondergaan, is de grote zaal maar een traditioneel geval. Maar ga daar eens kijken naar „Die Fleder- maus". Let eens op hoe enorm groot de toneelruimte moet zijn om bij open doek de complete feestzaal met 15 ge dekte tafels uit het tweede bedrijf in het verschiet te doen verdwijnen. Let eens op de fantastische belichtings variatie en dat is dan nog slechts een pover deel van de 300 mogelijkheden die de lichttechnicus uit zijn „orgel- tafel" kan halen. Kijk in de pauze eens rond hoe de architect de zijwanden trapsgewijze stoffeerde met kleine lo ges als vakjes van een uitschuifbare naaidoos. Elke box bevat een tiental bezoekers die 15 mark hebben betaald om uit de verte op klosjes garen te lijken. Soms daalt tegelijkertijd uit de twee zalen, die met de toneelruggen aan elkaar op de eerste verdieping liggen het pauzepubliek de trappen af. Dat is een fantastisch gezicht. De massa lost zich vrijwel op in de enorme, meer dan 50 bij 50 meter grote foyerhal, die met zijn glanzende vloertegels en gla zen wanden naar alle kanten spiegel effecten vertoont. Hoe eenvoudig heeft de architect de ruimte gevonden voor deze hal, die In een recente aflevering van de „Du blin Review", het nog altijd belangrijke, halfjaarlijkse, Londense, katholieke tijd schrift, wordt het gehele onderwijspro bleem in alle aspecten nog eens opnieuw onder de loep genomen. Het is wel zeer geëigend, dat de schoolkwestie zo grondig behandeld wordt door dit tijdschrift, dat een belangrijke rol heeft gespeeld in de emancipatie van de Engelse katholieken. Ondanks de Ierse naam en de oorspronke lijk groene omslag met het Ierse motto „Eire go bróth" op de eerste aflevering, is dit tijdschrift vanaf het verschijnen van het eerste nummer in mei 1836, een van de meest strijdbare publikaties van de katholieken in Engeland geweest. Naar Newmans smaak soms wel wat tè strijd lustig, vooral onder de latere hoofdredac teur, de leken-theoloog Wilfrid Ward. Op gericht door Engelands eerste aartsbis schop van Westminster, kardinaal Wise man, de grote emancipator Daniel O'Con- nell en een journalist van Tipperary, Michael Quinn namen, die op zich al de verklaring geven voor de naam van dit tijdschrift is het altijd de grote rivaal geweest van de liberale „Edinburgh Review" en de conservatieve „Quarterly Review". In deze laatste aflevering van de „Dublin Review", onder de nieuwe door-en-door Engelse hoofdredacteur Michael Derrick, wordt een belangrijke bijdrage geleverd de voorstelling van „Die Raulier" in Mannheim danhen de spelers voor het applaus. De belangstelling, die de van 13 t/m 20 november van dit jaar in het RAI-gebouw te houden tentoonstelling „Macro-Plastic" allerwegen ondervindt, rechtvaardigt de verwachting, dat deze beurs een grootse manifestatie zal worden van de interna tionale kunststoffen-industrie, zowel op het gebied van grondstoffen en halffa brikaten als op dat van gerede produkten en machines. Op deze eerste Nederlandse kunststof- fenbeurs is reeds 5200 m2 standruimte ver huurd, voor de helft aan Nederlandse be drijven en voor de rest aan buitenlandse producenten die voor een belangrijk deel door Nederlandse huizen worden vertegen woordigd. Naast de Duitse inzending, die uiteraard een niet onbelangrijk deel van de totale buitenlandse deelneming zal uit maken, is het verheugend te kunnen con stateren, dat ook de Britse industrie het grote belang van deze vaktentoonstelling heelt, ingezien. voor de diagnose van de huidige positie der katholieken op het terrein van het onderwijs in al zijn facetten. De bisschop van Salford, mgr. Beck, die voorzitter is van de Katholieke Onderwijs Raad, geeft in zijn bijdragen de grimmige realiteit der getallen. Op het in januari gehouden congres van de Katholieke Federatie van Onderwijzers bij gelegen heid van haar gouden jubileum was reeds door de secretaris van de Katholieke Onderwijs Raad voor Engeland en Wales mr. R. O'Brien een bedrag van ruim twee miljard gulden genoemd, dat in de komen de dertig jaren voor het katholieke onder wijs gefourneerd zou moeten worden. Dit werd aanleiding tot een tweetal moties, die op de sterkste wijze bij de regering aandrongen om grotere steun voor de bij zondere school. Met uitvoerig cijfermateriaal laat mgr Beek in zijn artikel in de „Dublin Review" zien, hoe de katholieken in de afgelopen jaren reeds enorme sommen gelds hebben bijeengebracht. Op het eind van 1956 is sinds de oorlog een totaal bedrag van niet minder dan 220 miljoen besteed aan de bouw of verbouwing van katholieke scholen binnen het bouwplan van de plaatselijke onderwijs-autoriteiten. De hier volgende tabel, die door de minister van onderwijs is gegeven op 13 december 1956 in antwoord op vragen in het Lagerhuis, laat duidelijk zien wat een enorm aantal scholen in die afgelopen jaren is gebouwd. Kerk van Engeland R.-K. 1. Aantal scholen klaar ge komen sinds de oorlog 38 180 2. Aantal plaatsen in 1 10.965 56.220 3. Aantal scholen in aan bouw 1-10-1956 19 60 4. Aantal plaatsen in 3 5,920 20.630 Alleen al in het diocees van Westminster zijn tussen 1952 en november 1956 zeven tien nieuwe scholen gebouwd met een totaal aantal plaatsen voor 6490 leerlin gen. voor een bedrag van 17 miljoen gul den. De krediet-beperkingen van de re gering hebben de moeilijkheden in de laatste maanden groter dan ooit tevoren gemaakt. Mgr. Beck besluit zijn artikel met Angelsaksische beheerstheid: „De tijd is gekomen dat de katholieke gemeenschap in Engeland de regering moet vragen om verlichting in deze zware last die op ons drukt". Hij citeert tenslotte het katholieke, con servatieve parlementslid Grant-Ferris, die in het Lagerhuis opnieuw op de onbilliijk- heid van de positie der katholieken heeft gewezen en daarbij de Nederlandse pro fessor Brugmans, reetor van het Europa college in Brugge citeerde: „Ik geloof", zo zegt deze hoogleraar, „dat wij het hart van het schoolprobleem raken wanneer wij zeggen: de keuze van de school is of moet zijn gefundeerd op een beginsel, een keuze die gemaaki moet worden met al de geestelijke, maat schappelijke en burgerlijke verantwoorde lijkheid, die deze met zich meebrengt. katholieken geen enkele subsidie, tenzij in beperkte mate voor de z.g. „special agreement schools", of voor scholen, die zyn verplaatst, een oude school vervangen of een zeker getal „displaced pupils" op nemen als gevolg van verhuizing. Hoe ambitieus het bouwprogram van de Butler- wet moet zyn, blijkt uit de bovengegeven getallen van scholen, die al sinds de oor log zijn gebouwd en uit de duizeling wekkende bedragen, die door de katholie ken voor de te bouwen scholen moeten worden opgebracht. Het is uiteraard zeer goed mogelijk, dat onder de huidige financiële druk de uitvoering van het totale bouwplan ver traagd zal worden, maar op de katho lieken blijft hierdoor een onrechtvaardige, zware financiële last drukken, die voor alle activiteiten op ander terrein nood zakelijk verlammend moet werken. Het is te hopen, dat het optimisme, waarmede de benoeming van lord Hails- ham tot minister van onderwijs is be groet, gerechtvaardigd zal blijken. Drs. Th. ZWARTKRUIS. Sinds de Onderwijswet van Butler (1944) kent het nationale school- program voor Engeland en Wales de volgende indeling: Kleuterscholen voor de leeftijd van 5 tot 7 jaar. Lagere school voor de leeftijd van 7 tot 11 jaar. Middelbare school onderverdeeld in „Grammar Schools" tot 16 jaar (soms ook tot 17, 18 en 19 jaar). Dit schooltype is voor kinderen, die een universitaire opleiding nastreven. „Secondary Modern Schools" (tot 15 jaar). Dit schooltype, wat voor de meeste leerlingen bestemd is, heeft een sterk praktische inslag, aangepast aan het milieu. „Secondary Technical Schools;" (tot 16 jaar). Dit schooltype is voor een kleinere groep die zich voor bereidt voor industrie, landbouw en bepaalde takken van handel. NIEUWE LAGERE SCHOOL TE ASHFORD. MICHAEL DERRICK, de nieuwe hoofdredacteur van de Dublin Review, Geconfronteerd met het geweten moet de staat wijken en zichzelf inhouden op straffe van totalitair te zijn, hetzij open lijk. hetzij heimelijk. Het is haar plicht een eerlijke en effectieve keuze mate rieel mogelijk te maken. Het is een anti democratisch verschijnsel, alleen passend in het kader van het fascisme of com munisme, dat een loyaal burger, die al zijn belastingen betaalt, onder normale omstandigheden niet in staat is voor zijn kinderen de opvoeding te verzekeren die hij wenst". Zyn er vooruitzichten, dat er verlichting voor de katholieken zal komen? De be noeming van lord Hailsham tot minister van onderwijs in het nieuwe kabinet van Macmillan is door velen toegejuicht. Mgr. Beck zelf verklaarde bij diens be noeming: Hij is een oprecht christen, waarvan men verwachten mag, dat hij met begrip het probleem van het bijzonder onderwijs zal aanpakken". De bisschop heeft vooral tijdens de oor log ook persoonlijke relaties gehad met de minister als medelid van het Christe lijke Forum van de B.B.C. Ook van de kant van de Labourparty werd over deze nieuwe conservatieve minister door lord Pakenham verklaard: „Ik zou ten zeerste teleurgesteld zijn, indien zulk een overtuigd christen en een man met zo'n briljant intellect niet de aperte rechtvaardigheid van onze strijd voor het bijzonder onderwijs zou inzien; en voor zover hij onze inzichten deelt, zou ik niemand weten, die dapperder of energieker zou strijden, of op welspreken der wijze onze zaak aan zijn collega's en aan het publiek zou kunnen voorleggen". Het zou overigens onjuist zijn te menen, dat de katholieke scholen in Engeland en Wales in het geheel geen subsidie van de staatskas ontvangen, zoals b.v. in de Verenigde Staten. De leerkrachten, boeken etc. evenals de inwendige herstelwerk zaamheden worden bij de katholieke scho len. die onder de categorie „aided schools" vallen, geheel betaald door de plaatse lijke onderwijs-autoriteiten, terwijl het ministerie van onderwijs 50 pet. subsidie kan geven voor uitwendige herstelwerk zaamheden. Tot dit schooltype behoort het merendeel der katholieke scholen. Een kleine groep behoort tot de z.g. „special agreement schools", waarvoor een aparte overeenkomst is getroffen, omdat over deze scholen reeds onderhandelingen gaande waren vóór de invoering van de nieuwe onderwijswet van Butler. De enorme lasten, die voor het onder wijs op dc katholieke bevolking drukken, zijn dus het gevolg van het enorme uit breidingsplan voor scholen hetzij door nieuwbouw, hetzij door verbouwing dat het gevolg is geweest van de onder wijswet van 1941. Hiervoor ontvangen de TUSSEN de sfeervolle en desnoods met donker mahoniehout betim merde restauratiekamers en eet huizen van voor de oorlog, én de van Italiaanse koffie-apparaten sissende eetgelegenheden en van functionele kleuren voorziene smulfabriekjes van nu, ligt de afstand, welke de twaalf uurtjes-mens in Holland de laatste tien jaren heeft afgelegd. Het ouderwetse geurige bakje kof fie met het degelijke worstebroodje heeft plaats gemaakt voor koffie-ex- presso of capucino en het belachelijk kleine kopje „Turkse" koffie; de sprits van weleer moest het veld rui men voor gebak en de Hollandse uit smijter bleek niet opgewassen te zijn tegen het broodje tartaar met of zon der uitjes; de Russische eieren kon den het record niet handhaven, om dat daar het broodje halfom en de croquete op het strijdtoneel waren verschenen. En de Hollandse twaalf uurtjes-mens hapte toe. Er zijn tegenwoordiger drie groe pen „lunchers". Zij, die het kunnen betalen, maar zij vallen niet op, om dat zij zich tegen het middaguur ver schuilen achter de gevel van een be kend specialiteiten „maison"; vervol gens zij, die het ouderwets vinden hun twaalfuurtje naar het werk mee te nemen en de bekoring van een lunch buitenshuis pas hebben ont dekt; tenslotte zij, die het niet kun nen betalen ,maar er niets van laten merken. Zij nemen ook geen boter hammetjes van moeders mee, zij zijn met velen en zij lijden meestal hon ger. Zij vinden lunchen echter een heerlijke bezigheid en zouden het desnoods uren kunnen volhouden. Het komt er voor hen niet zozeer op aan, dat ze iets eten als wel dat zij praten, debatteren en af en toe een kopje koffie-van-het-apparaat bestellen. R moet een geheimzinnige aan trekkingskracht van de t alrijke eethuizen, die er de laatste tijd in de steden verschijnen, uitgaan. De nieuwe omgeving noopt tot iets, dat zich niet onmiddellijk laat ontleden. Misschien zijn het de Rock and Roll- kousen en het stoutmoedige besluit ze te dragen; zeker is het dat men voor zien moet zijn van een „coupe de Na poleon" om tijdens het twaalfuurtje daar te mogen meedoen aan het on dershands elkaar gunnen van pas uit gekomen bundels gedichten en om een belangrijk aandeel te geven in het ruilen van schrijversmeningen: Ja het lunchen zonder geld voor een broodje tartaar is heerlijk. Het is een eiland in de grijze dag; je vergeet de onaan genaamheden van het zinloze bestaan. Je schuift een uur lang een Picasso- gordijn over je beklagenswaardig le ven. En dan bespreek je tijdens deze functionele lunch, dat wij toch zeker eigenlijk niet thuis horen in de be krompen wereld van mahoniehout en worstebroodjes. Totdat de ober komt en vriendelijk doch dringend verzoekt de plaatsen nu eens af te slaan aan de meneer, die wel geld heeft voor een broodje en die n.b. niet beschikt over artistieke eigenschappen, laat staan over een eigen mening ten op zichte van Hugo Claus. Dan wordt het Picassogordijn vaneen gescheurd, dan begint het dagelijkse leven weer. Dan voelt men dat de mens niet leeft van woorden alleen, maar ook van het dagelijks brood, dat verdiend moet worden; dan voelt men eerst goed, dat de veranderingen welke de eetgelegenheden de laatste tien ja ren hebben ondergaan, er in de eerste plaats niet waren om de ouderwetse Hollandse degelijkheid te doorbreken, maar de gezonde hongerige mens in nerlijk en uiterlijk iets anders voor te zetten, dat bij hun tijd en hun trek hoort.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 3