\V££
v*HEpr
alp
Naar de bronnen van
virït^
■J ?'ifryt
BOER RUÏNEERDE
Tito: Stalinistische wortels nog
niet alle uitgetrokken
RIJKE
ZICH
^^IrcC ^jJrr^
4T a -h^J^Smk
""V$
itieke verwikkelingen in zicht
om
een natuurlijke krachtcentrale
alleluja-zangers of kruisdragers
voor
Premier Djoeanda
naar Sumatra?
De Russisch-Joegoslavische betrekkingen
%ihc
0'Dmki
ftZitttfifar
r
ré
r9l%o i04 AK
rpatifjt* ■■p^^mL J&
ttifTtr f
S(hyf ik" t 1j-i r
titr<& Gaèfmlmwdtwtr
o fjpj iWrlj%, ét
iÉ|#l
5*$,
ZATERDAG 20 APRIL 1957
PAGINA 5
*^$SE
'NDu
R BESPIEDT MET ARGUSOGEN DE
sTRIALISATIE VAN OEGANDA EN KENYA
die heel de Arabische wereld be-
oeefSen wil, heeft thans ook het oog gericht
P Midden-Afrika. Nasser, Egypte's dictator,
jj el(le onlangs een kwestie op, die reeds een
Ve eeuw speelt, maar nu actuele aspecten
at aannemen, omdat Oeganda, Kenya en
^aïlganyika een project hebben gelanceerd,
ea* de bronnen van de Witte Nijl betrekt in
11 groot plan tot elektrificatie, waarvan
e?e drie Britse gebieden in Noord-
Afrika uitermate zullen profiteren. Naar
het schijnt heeft het bezoek van vice-presi
dent Nixon van de Verenigde Staten, die
zoals bekend, een groot gedeelte van Afrika
bezocht, het zijne er toe bijgedragen, om de
actualiteit van de kwestie te verhogen. Want
men veronderstelt, dat de Verenigde Staten
bereid zouden zijn, het enorme project te
financieren.
Albanië
nmtitma
mum*
itr j
Observator
De tragische geschiedenis van Hubert Chantraine
en zijn pleegzoon Frank Zagoven
ALS EEN DONDERSLAG....
DE RECHTBANK BESLISTE
«WW
-—. Jr.s IE .2»%- »8? s
i%
..wx.^-.„.v
in
titJp
DENIJL
'iw na,ne Oeganda wil van het water van de Witte Nijl gebruik
6f)nGn en ZLC^1 hiertoe bedienen van de hoge waterval ongeveer
toeter) tussen het Victoria- en het Albert Meer. Het plan is, een
trische centrale te bouwen, die twee miljoen kilowatt zal
j Uceren. Tot dusver beschikt Oeganda slechts over een elektrici-
tyg^erfc, dat 150.000 kilowatt produceert. Dit ligt bij de Owen-
erval, aan de noordelijke punt van het Victoriameer. Daar werd
de waterval een dam gebouwd. Een dergelijke stuwdam wil men
gaan bouwen bij de Boejagali Watervallen, ongeveer 15 kilometer
ee °P* Het daarbij op te richten elektriciteitswerk zal in 1965
extra 150.000 kilowatt opleveren. Deze aantallen gelden voor
1 laar). Een streek, welke tot voor kort een aaneenschakeling van
ï<il"nnP'S' °erwouden en schier ontoegankelijke bergstreken was,
door het grote project tot een reusachtige voorraadschuur voor
ef Afrika worden gemaakt. Maar
het Apte doet sinds oudsher rechten op al
ter van de Witte en de Blauwe Nijl
'"Veg8 en dus ook op het water van de
hot grote meren, voor zover dit naar
'j.,8-'orden en door de Soedan naar de
®lta stroomt. Deze aanspraken zijn
»',s°h niet helemaal ongegrond, in zo.
i ip dan. dat in het midden van de vo-
'Ji]; eeuw de khedive Ismaël herhaalde-
l-'i, expedities naar de bronnen van de
,.8eett uitgerust en voorts min of meer
'laM8en heeft gegeven, dat het water,
"rn or zijn land vvruchtbaar wordt
^rf^t, als levensbron voor het land
ay' hden moest blijven. Hieruit kan weer
4e s.°nciusie getrokken worden, dat wie
hiet Zeken rond de twee meren beheerst,
apdei. recbt heeft, om er water veor
re doeleinden aan te onttrekken, want
vaar Zou het bestaan van Egypte in ge-
flg «omen. Eenvoudig gezegd kan men
06E>tie zó zien, dat, indien ergens in
')r.j.fada aan de kraan zou worden ge
le jld> het vruchtbare gedeelte van Egyp-
fc,
°°g zou kunnen komen te liggen,
vruchtbare gedeelte is ongeveer zo
6W8 geval een internationaal aspect
«o2} nis België, maar dank zij dubbele
^ifl en het vruchtbare water van de
Verschaft het vele miljoenen voedsel,
te „,sPreekt eigenlijk vanzelf, dat Egyp-
g6nteeds met Argusogen heeft gadegesla-
Sehè Wat er rond de bronnen van de Nijl
W«ie. Nu gebeurde daar tot betrek-
kort geleden niets verontrustends,
8^ r de eisen van de landbouw in Oe-
Kenya en Tanganyika, met de daar-
nauw verbonden industrialisering
W de autoriteiten daar tot daden ge-
tgj, ht. die niet persé verontrustend voor
J'e] j behoeven te zijn, maar die even-
hi
yatlc tweede dam zal een uitgave vergen
'iilB °ngeveer dertien miljoen pond ster-
Seo' Waartegenover inmiddels de bedra-
hieA hodig voor het uitvoeren van het
.Project, eenvoudig in het niet
'^0n zinken- Aangezien het bezoek van
■Pp vérstrekkende gevolgen zou kun-
elan "ben, is het opeens midden in de
hiQ^ptelling geplaatst. Terwijl aan de
§r0o,'hg van de Nijl dictator Nasser het
?beeu Politieke spel van zijn carrière
h is hij nu bezig de kaarten te schik-
W' Waarmede hij het spel om de bron-
8he fv de Nijl zal spelen, dat wellicht
VtaaE,n. °rt oen brandend internationaal
'hk zal worden..
Egypte's natuurlijke
t, waterreservoir
standpunt, dat de twee grote
"iep een natuurlijk waterreservoir vor-
®üt ^aaruit het sinds mensenheugenis
>th0^eft, hierbij door niemand ooit be.
°ais wordt door de drie „territories",
t-^den Senoemde gebieden aangeduid
'Pe niet bestreden en zelfs in prin-
'fonf6nd- Maar men ziet er geen reden
lt°°r gX men het aanwezige water niet
aaSen doeleinden zou mogen gebrui-
V'8 grp ^ez'en de meren binnen de ei-
v «e. nzen liggen. In verband hiermede
Vr' Za^0Inmissie benoemd, die een rap-
atef "Pmaken over de hoeveelheid
welke door de territories aan de
grote meren zou kunnen worden onttrok
ken, zonder Egypte's belangen te scha
den. Ondanks de huidige spanning tussen
Engeland en Egypte wil men de kwestie
op vriendschappelijke wijze regelen. Het
is nu maar de vraag, of Nasser voor rede
vatbaar zal blijken.
In 1929 heeft Engeland, als souverein
over het gebied der drie territories met
Egypte een overeenkomst gesloten, waar
bij het er in toestemde, niets aan de loop
van de Nijl aldaar te veranderen zonder
Egypte's toestemming. Egypte heeft reeds
enige tijd geleden het voorstel gedaan,
het peil van het Victoriameer te verho
gen, met de mededeling, als zijn aandeel
in de kosten ettelijke miljoenen ponden
sterling te willen bijdragen. Men is hier
over nog niet tot overeenstemming ge
komen.
Er zijn trouwens nog tal van kwesties
te regelen, maar er wordt voortgegaan
met de uitwerking van het grote project.
Zodra dit, geheel gereed, ter tafel wordt
gebracht, zal Nasser zijn bezwaren wel
naar voren brengen. Hiertegenover staat,
dat Oeganda, Kenya en Tanganyika er ten
aanzien van hun welvaart grote belangen
mee op het spel hebben staan en vastbe.-
sloten zijn, hun rechten te verdedigen en
van de beschikbare mogelijkheden een
doelmatig gebruik te maken, waarbij ze
er op uit zullen zijn, Egypte's belangen
en ook die van de thans onafhankelijke
Soedan, niet te schaden.
De huidige kwestie doet ons onwille
keurig in de historie teruggaan. We stip
ten reeds aan, dat nog betrekkelijk kort
geleden de bronnen van de Nijl geen twist,
punt vormden. Intussen, er werden wei-
eens voorstellen gelanceerd, die van een
verlegging van de wateren van de Nijl
repten, doch niet ernstig konden worden
genomen. Merkwaardig blijft, dat in het
hart van Afrika een uiterst modern pro
ject actueel is, dat zal moeten worden
uitgevoerd in landstreken, die vele dui
zenden jaren achtereen ongerept zijn ge
bleven en nog in de vorige eeuw het doel
van koene ontdekkingstochten vormden
Het zoeken naar de bronnen van de Nijl
vormt een uiterst interessante bladzijde
in de historie van het openleggen van het
Zwarte Werelddeel.
President Tito van Joego-Slavië heeft
donderdag te Brioni in een rede, gehou
den voor het voltallige bestuur van de
socialistische alliantie, welke nauw met
de communistische partij verbonden is,
de redenen opgenoemd waarom Joego-
Slavië geweigerd heeft tot het door Mos
kou geleide „socialistische kamp" toe te
treden.
„Wij zijn niet in dit kamp kunnen tre
den, omdat Joego-Slavië anders de rol,
die het in de wereld speelt, had moeten
opgeven. Deze rol stelt ons in staat een
onafhankelijke houding aan te nemen en
onze opvattingen over alle vraagstukken
op het gebied van de binnenlandse en bui
tenlandse politiek naar voren te brengen.
En juist dit heeft onze Russische kamera
den zo erg verbitterd," aldus Tito.
Hij merkte op dat, hoewel de Sovjet-
Unie haar betrek" ingen met de socialisti
sche landen tot op zekere hoogte gewij
zigd heeft, de stalinistische tendenties nog
steeds geworteld zijn in de Russische po
litiek tegenover Joego-Slavië en andere
landen. De houding van bepaalde Russi
sche leiders toont aan, dat zij zich niet
kunnen ontworstelen aan hun oude op
vattingen. „Men moet het conflict overi
gens niet dramatiseren," aldus Tito.
„Het zal niet lang duren, want de ka
meraden in de Sovjet-Unie zullen begrij
pen dat het Joego-Slavië van vandaag
geen reden heeft zijn politiek te wijzigen.
Verandering brengen in deze politiek zou
schadelijk zijn voor zowel Joego-Slavië
als voor de ontwikkeling van de socialis
tische gedachte in de wereld."
Volgens Tito zullen de Russen later be
grijpen. dat de houding, die Joego-Slavië
heeft aangenomen, niet alleen geen be-
8%
jn pauwen vissen de Mardinegers met pijl en boog in de Witte Nijl.
Gru,tstekende schutters. De pijl bestaat uit ticee gedeelten. Het
„i e> dat •- -- -•
e/s a"1 in de vis blijft steken, is van een touw voorzien uit cactus
ii(j v""rdigd. Een goede visser schiet per dag 100 tot 150 vissen,
e' 'jlbaarzen van bijna 200 pond. De vis wordt gerookt en verkocht
dreiging vormt voor de Sovjet-Unie, maar
integendeel, zelfs haar en allen die de
vrede willen, tot voordeel zal strekken.
Wat te geloven?
Tito zei dat de jongste rede van
Kroesjtsjef, uitgesproken op de Albanese
ambassade in Moskou, aanvankelijk deed
hopen, dat er een verandering in de be
trekkingen tussen Rusland en Joego-Sla
vië op komst is. Maar kort na deze rede
beschuldigde de Rus Soeslof ons van revi
sionisme en van pogingen om te komen tot
een nationaal communisme, dat echter
niet bestaat.
„Wat moeten wij nu geloven? De ene
dag zegt men dit en de volgende dag pre
cies het tegenovergestelde." aldus Tito.
Volgens de maarschalk moet Joego-Slavië
de Russen duidelijk maken, dat het zo niet
kan door gaan.
Tito leverde voorts heftige kritiek op
de campagne die Albanië tegen Joego-
Slavië voert inzake de Albanese minder
heden in Joego-Slavië. I.ij noemde deze
campagne „verontrustender" dan de ver
schillen op ideologisch gebied.
Tito zei, dat het moeiljjk Is te geloven,
dat deze kwestie uitsluitend het werk is
van de Albanese leiders. Volgens hem
gaat het hier om een door haat geïnspi
reerde tactiek, die ten doel heeft Joego-
Slavië te verzwakken en zfln prestige te
verminderen. Tito verklaarde dat Honga
rije soortgelijke eisen als Albanië aan
Joego-Slavië zou kunnen stellen, wat be
treft de Hongaarse minderheden in Joego-
Slavië.
Reeds de oude Grieken
Reeds de oude Grieken werden geïn
trigeerd door het geheim, dat als een slui
er hing rond de bronnen van de Nijl, die
zo statig door Egypte stroomde en daar
als een god vereerd werd, in de gedaante
van Hapi, het symbool der vruchtbaarheid.
Men wist in de Oudheid niets omtrent zijp
bronnen, maar ook niets over de rivieren,
waardoor hij op zijn beurt werd gevoed.
Zijn oorsprong was als het ware een mys
terie. Het systeem van kanalen en water
bassins, waardoor het water door het Niji
dal verspreid werd, schreef men toe aan
een schier legendarische figuur, Farao
Menes I van de eerste dynastie. Volgens
een oude legende zouden zowaar de god
Osiris en de godin Isis aan de fellans
geleerd hebben, hoe ze het water van de
Nijl moesten gebruiken. Het heeft nog
heel lang. geduurd, vooraleer men zich
een juiste voorstelling van de Nijl en zijn
stroomgebied kon vormen en de namer.
Blauwe en Witte Nijl hun intrede deden
Tussen twee haakjes, het water van de
Blauwe Nijl is niet blauw, evenmin ais
dat van de „schone blaue Donau"
Nog in de tweede helft van de vorige
eeuw vormde het gebied, waarin men ver
onderstelde, dat de bronnen van de Nijl
lagen, nog een witte plek op de kaan.
Men wist, dat de Egyptenaren tot aan
de zevende cataract ofwel stroomversnel
ling waren gebleven en de plaats kenden,
waar de twee Nijlen samenvloeiden. Doch
heel het land er rondom, de voormalige
Engels-Egyptische Soedan en het huidige
Abessynië, bleef voor hen een terra incog
nita vol gevaren, waarin zelfs hun legers
zich niet waagden. Hoe zuidelijker men
kwam, zo meenden ze, des te heter werd
het, tot de hitte voor een mens ondragelijk
was. De H. Schrift spreekt er over als het
land van Kous'h, waar de zwarte slaven
vandaan kwamen. De oude Egyptenaren
moeten wel hebben verondersteld, dat
die negers zwartgeblakerd door de zon
waren.
De Griekse aardrijkskundige Herodotus
verhaalde omstreeks 450 jaar voor Chris
tus, van een Egyptische geletterde ta
hebben gehoord, dat de Nijl ergens uit de
grond vandaan kwam, maar van zo diep.
dat Fara° Psammé-tik tevergeefs peilin
gen had laten verrichten. Men had toen
de bodem van de spelonk, die het Nijlwa-
ter uitspuwde, niet kunnen bereiken.
Hij voegde er aan toe, dat de Nijl el
ders weer boven de aarde kwam. Da a
was het zes en vijftig dagen reizen, tot
men aan een samenvloeiing met een an
dere rivier kwam en na nog eens zes en
vijftig dagen boog de Nijl van het Wes
ten naar het Oosten af. Ook hij zei, dat
het onmogelijk was, verder te gaan, van
wege de ondragelijke hitte. Als men een
dagreis in de Oudheid op een dertigtal ki
lometer stelt, kan men concluderen, dat
die lange reizen ten slotte ongeveer daar
waar nu Khartoum ligt, hun einde von
den.
Quaerere caput Nili.
Eeuwen later meldde Erastotenes van
Alexandrië, dat de Nijl in werkelijkheid
door een tweetal grote rivieren gevoed
werd, die weer uit twee grote meren ont
stonden, Hij was niet zo heel ver van de
waarheid afStrabo wist daarna nog
te vertellen, dat de Nijl zijn water ont-
itmkc.
'II
zeventiende eeuuse kaart, waarop de A ijl met zijn zijrivieren staat
aangegeven, zoals men toen dacht, dat de situatie was.
ving dank zij de reusachtige regenval in Abessynen tegen de wilde Somali's en in
Ethiopië". In de tweede eeuw van on
ze jaartelling wist de beroemde geograaf
Ptolemeus van Alexandrië nog enkele na
dere bijzonderheden mede te delen. Ge
durende de Pax Romana, de heerschap
pij der Romeinen, werden herhaalde
lijk expedities uitgezonden naar de bron
nen van de Nijl. Elke Romeinse gouver
neur kreeg zelfs de uitdrukkelijke op
dracht hiertoe, in een befaamd geworden
formule: quaerere caput Nili (het begin van
de Nijl zoeken). Een dezer expedities vond
tijdens de regering van de beruchte kei
zer Nero plaats. Ze had geen succes.
In de vroege middeleeuwen ging vee!
van hetgeen men wist door het verbran
den van bibliotheken verloren. De Ara
bieren slaagden er in, de oude gegevens
opnieuw te verzamelen. Als kooplieden
drongen ze tevens tot diep in Abessynië
door en hoorden daar het een en ander
over grote meren in het zuiden. Het
duurde echter tot de zestiende eeuw,
vooraleer er ernstige pogiqgen werden
gedaan, om naar de bronnen van de Nijl
te speuren. De Portugezen hielpen d?
hun voetspoor drongen Jezuïeten als mis
sionarissen tot diep in Afrika door. Een
hunner, Pater Pedro Paez aanschouwde
de twee bronnen van de Blauwe Nijl.
voordat deze zich in het Tsanameer stort.
In de negentiende eeuw werd hetgeen
de missionaris geschreven had, beves
tigd door de Engelsman James Bruce.
Deze trok van Massaoeah aan de Rode
Zee, via Gondar in Abessynië het land
in en bereikte de bovenloop van de
Blauwe Nijl en uiteindelijk het Tsana
meer. Hij trof in deze streek een ravijn
aan van 500 kilometer lengte en een
diepte van duizend meter, waardoor de ri-
Een goede vangst: een Nijlbaars met het bijna ongelooflijke gewicht van
150 pond, met pijl en boog geschoten. Hier verrijst over enkele jaren een
elektrische centrale.
vier heen stroomde en die het onmogelijk
maakte haar oevers te bereiken. Aange
nomen mag worden dat dit ravijn deze
reusachtige canyon, de grootste hinder
paal voor de antieken is geweest, om tot
de bronnen van de Nijl te geraken. Hij
was het, die de Blauwe Nijl zo doopte, of
schoon ze hier en daar roetzwart is of
rood. Pas in deze eeuw werd de canyon
nauwkeurig ond^ -zocht. Het duurde tot
1935, voordat majoor Cheesman hem in
kaart bracht.
A iet blauiv en niet wit
De Witte Nijl, de tweede grote rivier
die samen met de Blauwe Nijl de eigen
lijke Nijl vormt, werd in onze tijd op Seri
euze wijze verkend door de troepen van
Mehemet Ali, te beginnen met het jaar
1821. Mehemet Ali was er op uit, zijn
grondgebied zo ver mogelijk naar het
zuiden uit te breiden en aldus de handel
in ivoor, goud en slaven te controleren.
Zijn zoon Ismaïl legde de grondslagen,
bij de samenvloeiing van de Witte en de
Blauwe Nijl, voor de stad Karthoum, die
later door de opstand van de Mahdi
zulk een treurige vermaardheid zou krij
gen. Zijn broer Ibrahim exploteerde de
Witte Nijl tot aan diens samenvloeiing
met de Sobat. Hij kon vaststellen, dat de
Blauwe Nijl van minder betekenis was
dan de Witte. Ook de Witte Nijl is niet
wit, maar werd zo door de Arabieren ge
noemd vanwege de heldere kleur van het
water. De naam Blauwe Nijl ontstond,
doordat Bruce een Arabisch woord, dat
donker aanduidt, verkeerd begreep. Ibra
him stelde de gehele loop vast van de
eigenlijke Nijl, de wat de Arabieren Bar
Djebel noemen, de bergrivier, omdat hij
van de bergen afdaalt. Zijn expeditie had
evenals latere, met grote moeilijkheden ie
kampen. En het geheim van de bronnen
van de Nijl werd er niet door onthuld.
In de jaren 1857-'58 slaagden twee En-
else officieren van het garnizoen van
Aden, die zich verveelden en eens op
avontuur uit wilden er in, het Tanganyika-
meer te bereiken. Het waren Burton en
Speke, twee namen, die in de historie van
de ontsluiting van Donker Afrika en
de ontdekking van de bronnen van de Nijl
grote vermaardheid hebben verworven
Het was Speke, die het Victoriameer vond
en de mening opvatte, dat dit grote meer
niets anders kon zijn dan de fameuze
bronnen van de Nijl. Hij ontdekte de
plaats waar Vader Nijl, zoals hij de ri
vier noemde, uit het Victoriameer te voor
schijn komt, bij de Ripon-watervallen.
Na hem hebben nog talrijke andere on
derzoekers, met name de bekende Stan
ley, de streek der grote meren doorkruist
Een der laatste vond de zuidelijkste „bron
van de Nijl", de rivier Loevironza een zij
rivier van de Kagera, welke op meer dan
6700 kilometer afstand van de Middel
landse Zee stroomt.
Thans weet men, na nieuwe onderzoe
kingen, dat de „bronnen" van de Nijl
een wijdvertakt rivierenstelsel met vele
watervallen en stroomversnellingen ls,
dat zich uitstrekt van de Grote Meren
in Midden Afrika tot de gebergten van
Abessynië. De exploitatie van deze enor
me natuurlijke krachtcentrale staat nog
aan het begin. Maar de politieke verwik
kelingen beginnen zich reeds af te teke
nen
Zij, die met vele goede voornemens
de extra bezinningsperiode men moet
zich immers elke dag bezinnen zijn
ingegaan, zullen waarschijnlijk tot de
conclusie zijn gekomen, dat het niet
meevalt beloften gestand te doen. Per
manent en in blijmoedigheid.
Allons, wat er dan ook van die voor
nemens is terecht gekomen, er is ten
minste goede wil getoond. Er zyn da
den gesteld.
En met een nieuw voornemen ons
best te blijven doen, gaan we dan de
Paasviering tegemoet.
Christus verrezen. Het feit der fei
ten. Hel en wereld overwonnen. Is het
wonder, dat de Kerk zestig dagen lang
vreugdezangen aanheft?
De collecte is al als een juichkreet.
Wil de goede begeerten hulp verlenen,
God, Die door de overwinning van Uw
Eniggeborene over de dood ons de toe
gang tot de eeuwigheid ontsloot.
Zijn we overigens klaar om het feest
mee te vieren? Volgens St.-Paulus in
het Epistel moeten we gereed staan,
gezuiverd van de oude zuurdesem der
ondeugd en boosheid en in een nieuw
VONDELING
Op een der eerste dagen van deze
maand opende in de gevangenis de Bel
gische boer Hubert Chantraine zijn mond
en deelde zijn ondervragers mede, dat
zijn „zoon" zich in een kostschool in een
stadje bij Coblenz bevond. Hij zat in de
gevangenis een straf van een jaar uit, hem
opgelegd, omdat hij Frank Zagoven we
derrechtelijk had ontvoerd. De rechtbank
van Verviers had hem veroordeeld, nadat
de vijftien-jarige Frank onvindbaar was
gebleken. Tevoren was Chantraine al tot
een korte gevangenisstraf veroordeeld in
verband met het feit, dat hij geweigerd
had, Frank aan de Belgische autoriteiten
over te geven. Het was aangezien hij
zijn laatste geld had uitgegeven en dus
niet meer in staat was, voor de jongen
op te brengen, dat hij ten lange leste toe
gaf. Hubert Chantraine had bijna alles
verkocht wat hij bezat. De Belgische poli
tie haalde de jongen uit de kostschool en
gaf hem over aan gevolmachtigden van
de Joegoslavische amb:vade, die al
sinds enkele jaren vergeefs getracht had
den, Frank met zijn Joegoslavische va
der te verenigen. Deze tragedie heeft in
België maanden achtereen de gemoederen
beziggehouden.
Na de inval van de Duitsers in Joego-
Slavië was Franks vader de bergen in
gevlucht, om zich bij een verzetsgroep aan
te sluiten. Zijn vrouw bleef met zijn vier
zoontjes achter. Frank was nog een ba
by. Tijdens hun vergeldingsacties dron
gen de Duitsers het huisje binnen, waar
in vader Zagoven zijn gezin had achter
gelaten. Aangc len het zich aansluiten bij
het verzet als een misdaad werd aange
rekend, die in zijn dierbaren moest wor
den gestraft, namen de bezetters de drie
oudste jongens gevangen en stuurden ze
naar een werkkamp. Moeder Zagoven zet
ten ze met haar zuigeling op transport
naar een concentratiekamp in Duitsland.
Daar bezweek de jonge vrouw spoedi"' ten
gevolge van de geleden ontberingen. Klei
ne Frank v'el onder de zorgen van het
Rode Kruis en kwam langs allerlei we
gen ten slotte terug op de boerderij van
het echtpaar Chantraine, dat kinderloos
was. Het woonde in het dorp Lontzen,
niet ver van Luik.
Hubert Chantraine hechtte zich nog
meer dan zijn vrouw aan het vreemde
pleegkind, waarvan hij alleen wist, dat het
uit de buurt van Lubiana afkomstig was.
Hij meende niet anders, dan dat het een
vondeling was, zulks temeer, omdat het
Rode Kruis er niet in geslaagd was, iets
omtrent de vader te weten te komen. Dit
viel niet te verwonderen. Het gezin Za
goven was in 1942 uiteengedreven, vader
Zagoven had jarenlang in de bergen rond
gezworven en de mogelijkheid leek groot:
hij behoorde tot de vele gevallenen in
de strijd van de Joegoslaven tegen de
overweldiger.
De kleine Frank werd geheel als eigen
kind opgevoed en leerde het boerenvak. Hij
verzorgde met zijn pleegvader de koeien
en voor hem was Hubert Chantraine
zijn vader, diens vrouw zijn moeder. Toen
als een donderslag hij heldere hemel
kwam een mededeling vanwege de or
ganisatie, welke zich bezig houdt met het
opsporen van tijdens de oorlog verdwe
nen kinderen. Vader Zagoven had zich tot
deze organisatie gewend, die in Duitsland
had nagegaan, waarheen de kleine Frank
getransporteerd was. De organisatie
bracht diens verlangen over, zijn zoon
terug te krijgen. Hij was in staat ge
weest, zijn drie andere zonen op te sco
ren, en wenste nu ook de jon-ste onder
zijn hoede te nemen en als Joegoslaaf op
te voeden.
Hubert Chantraine antwoordde botweg:
neen. Zo hij meende, hiermede de zaak
te hebben afgedaan, vergiste hij zich deer
lijk. Vader Zagoven nam de Joegoslavi
sche ambassade te Brussel in de arm
en deze maakte de zaak bij de rechtbank
te Verviers aanhangig. Die besliste de te
ruggave van Frank Zagoven aan diens
wettige vader.
Hubert Chantraine weigerde, aan het
bevel van de rechtbank gehoor te geven.
Reeds vóór het vonnis geveld was, had
hij Frank verstopt en naar Duitsland ge
bracht, diep in het geheim. Hij beweer
de, dat de Joegoslaven Frank ontvoerd
hadden en hij diens verblijfplaats niet
wist. Hierop veroordeelde de rechtbank
hem tot het betalen van een soms gelds
elke dag, dat Frank langer verborgen
werd gehouden. Dit geschiedde in novem
ber 1954. Hubert Chantraine betaalde el
ke keer de deurwaarder, als deze kwam,
om de boete te innen, tot zijn contante
geld op was. Daarna beson hij zijn meu
belen te verkopen, vervolgens zijn koeien
en tenslotte zijn land. Hij dwong zijn
vrouw, zich tevreden te stellen met en
kele oude meubelen, maar moest uitein
delijk de boerderij achterlaten, vanwege
de gevangenisstraf, die hem werd op
gelegd.
In de gevangenis bleef hij halsstarrig
weigeren te zeggen, waar Frank zioh be
vond. Tevens hield hij vol, dat deze een
kind was, door hem als vondeling aange
nomen. Hij hield vol tegen alle bewijzen
van de betreffende instanties in. Frank
is nu naar Joegoslavië gereisd om daar
zijn vader te ontmoeten. Brusselse jour
nalisten werden eerst in de gelegenheid
gesteld hem in de ambassade een inter
view af te nemen. Ze werden niet veel
wijzer. De jongen gaf nauwelijks ant
woord. Ze konden niet uit hem krijgen,
of hij het erg vond, van zijn pleegouders
te moeten scheiden, evenmin of hij zich
op de ontmoeting met zijn vader, die hij
nooit gekend had, verheugde.
In de gevangenis schreide Hubert Chan
traine en beklaagde zich er over, dat men
hem zelfs niet in de gelegenheid had ge
steld, afscheid van Frank te nemen, van
de jongen, voor wie hij zijn hele bezit
haf opgeofferd.
K. H.
gewaad van gerechtigheid en waarheid.
Zo ja, dan kunnen we het Goddelijke
Paaslam onze zangen wijden. Aan de
Christus, Die de zondaars met de Va
der mocht verzoënen. Christus, onze
hoop is opgestaan.
Toch mogen en kunnen we niet al
leen alleluja-zangers zijn. Immers, de
nog af te leggen weg loopt over de
Calvarieberg. Ook wij zullen opnieuw
ondervinden, dat de levensweg vol
kruisen staat met onze naam erop, dus
om op ons te nemen en mee te dragen.
Kruisdragers moeten we blijven, op
kruisen moeten we voorbereid zijn-
Want bij alle vreugde over de ontslui
ting tot een gelukkige eeuwigheid mo
gen we de voornaamste levensles niet
vergeten: Wanneer ge uw kruis niet op
neemt en na Mij komt, kunt ge Mijn
leerling niet zijn.
Naast alle blijmoedigheid en feest
vreugde dienen derhalve de ernst en
de bezinning op de eeuwigheid te blij
ven.
Men „doet" zijn kerkelijke plichten
en is tevreden over zichzelf. Maar
toch, wanneer men 's avonds bij het ge
wetensonderzoek (toch niets vreemd
wel?) nagaat, hoe weinig in die vele
uren van werk en ontspanning aan de
Heer en de eeuwigheid is gedacht, dan
zouden we wellicht verbaasd staan. En
moeten toegeven, dat we nog heel erg
naar het aardse en alleen het aardse ge
richt zijn geweest.
Zijn we dus vaak wel beter in le
venshouding dan de „heidenen", die
zonder God of godsdienst van het le
ven zoveel mogelijk een genietingstocht
op velerlei terrein pogen te maken?
Pasen is het feest der vernieuwing.
Geheel nieuw moeten we aan de slag.
Doch wij niet alleen! Er zijn rondom
ons alleen nog tienduizenden, die eens
met ons het Paasfeest vierden. Zij zijn
weggegleden in het moeras der onver
schilligheid.
Ook om hen dienen we ons in deze
weken eens extra te bekommeren, ver
vuld met de geest van liefde, waarom
in de Communio van het Paasofficie
zo dringend gevraagd wordt.
Mochten duizenden van die wegge-
blevenen ook Hem weer in het breken
van het brood herkennen,
De Indonesische premier, dr. Raden
Djoeanda, zal een reis door Sumatra ma
ken om te trachten de brenk tussen de
centrale regering en de opstandige Su-
matraanse provincies te helen. Dit 1*
vrtjdag in politieke kringen te Djakarta
verklaard. Men zei, dat de premier d»
volgende week naar Snmatra zal ver
trekken. Hij zal worden vergezeld door dr
Tobing, de minister van inter-Indonesi-
sche zaken.
Volgens radio-Palembang is een delega
tie o.l.v. de burgemeester van Palembang
Amin, intussen naar Djakarta vertrokken
voor een ontmoeting met president Soe-
karno, premier Djoeanda en minister To
bing.
Bij het vliegveld Mandai bij Makassar
zou nog gevochten worden tussen ben
den van de Darul Islam en Indonesische
strijdkrachten. De vliegverbinding tus
sen Djakarta en Makassar is nog niet
hervat.