\V££ v*HEpr alp Naar de bronnen van virït^ ■J ?'ifryt BOER RUÏNEERDE Tito: Stalinistische wortels nog niet alle uitgetrokken RIJKE ZICH ^^IrcC ^jJrr^ 4T a -h^J^Smk ""V$ itieke verwikkelingen in zicht om een natuurlijke krachtcentrale alleluja-zangers of kruisdragers voor Premier Djoeanda naar Sumatra? De Russisch-Joegoslavische betrekkingen %ihc 0'Dmki ftZitttfifar r ré r9l%o i04 AK rpatifjt* ■■p^^mL J& ttifTtr f S(hyf ik" t 1j-i r titr<& Gaèfmlmwdtwtr o fjpj iWrlj%, ét iÉ|#l 5*$, ZATERDAG 20 APRIL 1957 PAGINA 5 *^$SE 'NDu R BESPIEDT MET ARGUSOGEN DE sTRIALISATIE VAN OEGANDA EN KENYA die heel de Arabische wereld be- oeefSen wil, heeft thans ook het oog gericht P Midden-Afrika. Nasser, Egypte's dictator, jj el(le onlangs een kwestie op, die reeds een Ve eeuw speelt, maar nu actuele aspecten at aannemen, omdat Oeganda, Kenya en ^aïlganyika een project hebben gelanceerd, ea* de bronnen van de Witte Nijl betrekt in 11 groot plan tot elektrificatie, waarvan e?e drie Britse gebieden in Noord- Afrika uitermate zullen profiteren. Naar het schijnt heeft het bezoek van vice-presi dent Nixon van de Verenigde Staten, die zoals bekend, een groot gedeelte van Afrika bezocht, het zijne er toe bijgedragen, om de actualiteit van de kwestie te verhogen. Want men veronderstelt, dat de Verenigde Staten bereid zouden zijn, het enorme project te financieren. Albanië nmtitma mum* itr j Observator De tragische geschiedenis van Hubert Chantraine en zijn pleegzoon Frank Zagoven ALS EEN DONDERSLAG.... DE RECHTBANK BESLISTE «WW -—. Jr.s IE .2»%- »8? s i% ..wx.^-.„.v in titJp DENIJL 'iw na,ne Oeganda wil van het water van de Witte Nijl gebruik 6f)nGn en ZLC^1 hiertoe bedienen van de hoge waterval ongeveer toeter) tussen het Victoria- en het Albert Meer. Het plan is, een trische centrale te bouwen, die twee miljoen kilowatt zal j Uceren. Tot dusver beschikt Oeganda slechts over een elektrici- tyg^erfc, dat 150.000 kilowatt produceert. Dit ligt bij de Owen- erval, aan de noordelijke punt van het Victoriameer. Daar werd de waterval een dam gebouwd. Een dergelijke stuwdam wil men gaan bouwen bij de Boejagali Watervallen, ongeveer 15 kilometer ee °P* Het daarbij op te richten elektriciteitswerk zal in 1965 extra 150.000 kilowatt opleveren. Deze aantallen gelden voor 1 laar). Een streek, welke tot voor kort een aaneenschakeling van ï<il"nnP'S' °erwouden en schier ontoegankelijke bergstreken was, door het grote project tot een reusachtige voorraadschuur voor ef Afrika worden gemaakt. Maar het Apte doet sinds oudsher rechten op al ter van de Witte en de Blauwe Nijl '"Veg8 en dus ook op het water van de hot grote meren, voor zover dit naar 'j.,8-'orden en door de Soedan naar de ®lta stroomt. Deze aanspraken zijn »',s°h niet helemaal ongegrond, in zo. i ip dan. dat in het midden van de vo- 'Ji]; eeuw de khedive Ismaël herhaalde- l-'i, expedities naar de bronnen van de ,.8eett uitgerust en voorts min of meer 'laM8en heeft gegeven, dat het water, "rn or zijn land vvruchtbaar wordt ^rf^t, als levensbron voor het land ay' hden moest blijven. Hieruit kan weer 4e s.°nciusie getrokken worden, dat wie hiet Zeken rond de twee meren beheerst, apdei. recbt heeft, om er water veor re doeleinden aan te onttrekken, want vaar Zou het bestaan van Egypte in ge- flg «omen. Eenvoudig gezegd kan men 06E>tie zó zien, dat, indien ergens in ')r.j.fada aan de kraan zou worden ge le jld> het vruchtbare gedeelte van Egyp- fc, °°g zou kunnen komen te liggen, vruchtbare gedeelte is ongeveer zo 6W8 geval een internationaal aspect «o2} nis België, maar dank zij dubbele ^ifl en het vruchtbare water van de Verschaft het vele miljoenen voedsel, te „,sPreekt eigenlijk vanzelf, dat Egyp- g6nteeds met Argusogen heeft gadegesla- Sehè Wat er rond de bronnen van de Nijl W«ie. Nu gebeurde daar tot betrek- kort geleden niets verontrustends, 8^ r de eisen van de landbouw in Oe- Kenya en Tanganyika, met de daar- nauw verbonden industrialisering W de autoriteiten daar tot daden ge- tgj, ht. die niet persé verontrustend voor J'e] j behoeven te zijn, maar die even- hi yatlc tweede dam zal een uitgave vergen 'iilB °ngeveer dertien miljoen pond ster- Seo' Waartegenover inmiddels de bedra- hieA hodig voor het uitvoeren van het .Project, eenvoudig in het niet '^0n zinken- Aangezien het bezoek van ■Pp vérstrekkende gevolgen zou kun- elan "ben, is het opeens midden in de hiQ^ptelling geplaatst. Terwijl aan de §r0o,'hg van de Nijl dictator Nasser het ?beeu Politieke spel van zijn carrière h is hij nu bezig de kaarten te schik- W' Waarmede hij het spel om de bron- 8he fv de Nijl zal spelen, dat wellicht VtaaE,n. °rt oen brandend internationaal 'hk zal worden.. Egypte's natuurlijke t, waterreservoir standpunt, dat de twee grote "iep een natuurlijk waterreservoir vor- ®üt ^aaruit het sinds mensenheugenis >th0^eft, hierbij door niemand ooit be. °ais wordt door de drie „territories", t-^den Senoemde gebieden aangeduid 'Pe niet bestreden en zelfs in prin- 'fonf6nd- Maar men ziet er geen reden lt°°r gX men het aanwezige water niet aaSen doeleinden zou mogen gebrui- V'8 grp ^ez'en de meren binnen de ei- v «e. nzen liggen. In verband hiermede Vr' Za^0Inmissie benoemd, die een rap- atef "Pmaken over de hoeveelheid welke door de territories aan de grote meren zou kunnen worden onttrok ken, zonder Egypte's belangen te scha den. Ondanks de huidige spanning tussen Engeland en Egypte wil men de kwestie op vriendschappelijke wijze regelen. Het is nu maar de vraag, of Nasser voor rede vatbaar zal blijken. In 1929 heeft Engeland, als souverein over het gebied der drie territories met Egypte een overeenkomst gesloten, waar bij het er in toestemde, niets aan de loop van de Nijl aldaar te veranderen zonder Egypte's toestemming. Egypte heeft reeds enige tijd geleden het voorstel gedaan, het peil van het Victoriameer te verho gen, met de mededeling, als zijn aandeel in de kosten ettelijke miljoenen ponden sterling te willen bijdragen. Men is hier over nog niet tot overeenstemming ge komen. Er zijn trouwens nog tal van kwesties te regelen, maar er wordt voortgegaan met de uitwerking van het grote project. Zodra dit, geheel gereed, ter tafel wordt gebracht, zal Nasser zijn bezwaren wel naar voren brengen. Hiertegenover staat, dat Oeganda, Kenya en Tanganyika er ten aanzien van hun welvaart grote belangen mee op het spel hebben staan en vastbe.- sloten zijn, hun rechten te verdedigen en van de beschikbare mogelijkheden een doelmatig gebruik te maken, waarbij ze er op uit zullen zijn, Egypte's belangen en ook die van de thans onafhankelijke Soedan, niet te schaden. De huidige kwestie doet ons onwille keurig in de historie teruggaan. We stip ten reeds aan, dat nog betrekkelijk kort geleden de bronnen van de Nijl geen twist, punt vormden. Intussen, er werden wei- eens voorstellen gelanceerd, die van een verlegging van de wateren van de Nijl repten, doch niet ernstig konden worden genomen. Merkwaardig blijft, dat in het hart van Afrika een uiterst modern pro ject actueel is, dat zal moeten worden uitgevoerd in landstreken, die vele dui zenden jaren achtereen ongerept zijn ge bleven en nog in de vorige eeuw het doel van koene ontdekkingstochten vormden Het zoeken naar de bronnen van de Nijl vormt een uiterst interessante bladzijde in de historie van het openleggen van het Zwarte Werelddeel. President Tito van Joego-Slavië heeft donderdag te Brioni in een rede, gehou den voor het voltallige bestuur van de socialistische alliantie, welke nauw met de communistische partij verbonden is, de redenen opgenoemd waarom Joego- Slavië geweigerd heeft tot het door Mos kou geleide „socialistische kamp" toe te treden. „Wij zijn niet in dit kamp kunnen tre den, omdat Joego-Slavië anders de rol, die het in de wereld speelt, had moeten opgeven. Deze rol stelt ons in staat een onafhankelijke houding aan te nemen en onze opvattingen over alle vraagstukken op het gebied van de binnenlandse en bui tenlandse politiek naar voren te brengen. En juist dit heeft onze Russische kamera den zo erg verbitterd," aldus Tito. Hij merkte op dat, hoewel de Sovjet- Unie haar betrek" ingen met de socialisti sche landen tot op zekere hoogte gewij zigd heeft, de stalinistische tendenties nog steeds geworteld zijn in de Russische po litiek tegenover Joego-Slavië en andere landen. De houding van bepaalde Russi sche leiders toont aan, dat zij zich niet kunnen ontworstelen aan hun oude op vattingen. „Men moet het conflict overi gens niet dramatiseren," aldus Tito. „Het zal niet lang duren, want de ka meraden in de Sovjet-Unie zullen begrij pen dat het Joego-Slavië van vandaag geen reden heeft zijn politiek te wijzigen. Verandering brengen in deze politiek zou schadelijk zijn voor zowel Joego-Slavië als voor de ontwikkeling van de socialis tische gedachte in de wereld." Volgens Tito zullen de Russen later be grijpen. dat de houding, die Joego-Slavië heeft aangenomen, niet alleen geen be- 8% jn pauwen vissen de Mardinegers met pijl en boog in de Witte Nijl. Gru,tstekende schutters. De pijl bestaat uit ticee gedeelten. Het „i e> dat •- -- -• e/s a"1 in de vis blijft steken, is van een touw voorzien uit cactus ii(j v""rdigd. Een goede visser schiet per dag 100 tot 150 vissen, e' 'jlbaarzen van bijna 200 pond. De vis wordt gerookt en verkocht dreiging vormt voor de Sovjet-Unie, maar integendeel, zelfs haar en allen die de vrede willen, tot voordeel zal strekken. Wat te geloven? Tito zei dat de jongste rede van Kroesjtsjef, uitgesproken op de Albanese ambassade in Moskou, aanvankelijk deed hopen, dat er een verandering in de be trekkingen tussen Rusland en Joego-Sla vië op komst is. Maar kort na deze rede beschuldigde de Rus Soeslof ons van revi sionisme en van pogingen om te komen tot een nationaal communisme, dat echter niet bestaat. „Wat moeten wij nu geloven? De ene dag zegt men dit en de volgende dag pre cies het tegenovergestelde." aldus Tito. Volgens de maarschalk moet Joego-Slavië de Russen duidelijk maken, dat het zo niet kan door gaan. Tito leverde voorts heftige kritiek op de campagne die Albanië tegen Joego- Slavië voert inzake de Albanese minder heden in Joego-Slavië. I.ij noemde deze campagne „verontrustender" dan de ver schillen op ideologisch gebied. Tito zei, dat het moeiljjk Is te geloven, dat deze kwestie uitsluitend het werk is van de Albanese leiders. Volgens hem gaat het hier om een door haat geïnspi reerde tactiek, die ten doel heeft Joego- Slavië te verzwakken en zfln prestige te verminderen. Tito verklaarde dat Honga rije soortgelijke eisen als Albanië aan Joego-Slavië zou kunnen stellen, wat be treft de Hongaarse minderheden in Joego- Slavië. Reeds de oude Grieken Reeds de oude Grieken werden geïn trigeerd door het geheim, dat als een slui er hing rond de bronnen van de Nijl, die zo statig door Egypte stroomde en daar als een god vereerd werd, in de gedaante van Hapi, het symbool der vruchtbaarheid. Men wist in de Oudheid niets omtrent zijp bronnen, maar ook niets over de rivieren, waardoor hij op zijn beurt werd gevoed. Zijn oorsprong was als het ware een mys terie. Het systeem van kanalen en water bassins, waardoor het water door het Niji dal verspreid werd, schreef men toe aan een schier legendarische figuur, Farao Menes I van de eerste dynastie. Volgens een oude legende zouden zowaar de god Osiris en de godin Isis aan de fellans geleerd hebben, hoe ze het water van de Nijl moesten gebruiken. Het heeft nog heel lang. geduurd, vooraleer men zich een juiste voorstelling van de Nijl en zijn stroomgebied kon vormen en de namer. Blauwe en Witte Nijl hun intrede deden Tussen twee haakjes, het water van de Blauwe Nijl is niet blauw, evenmin ais dat van de „schone blaue Donau" Nog in de tweede helft van de vorige eeuw vormde het gebied, waarin men ver onderstelde, dat de bronnen van de Nijl lagen, nog een witte plek op de kaan. Men wist, dat de Egyptenaren tot aan de zevende cataract ofwel stroomversnel ling waren gebleven en de plaats kenden, waar de twee Nijlen samenvloeiden. Doch heel het land er rondom, de voormalige Engels-Egyptische Soedan en het huidige Abessynië, bleef voor hen een terra incog nita vol gevaren, waarin zelfs hun legers zich niet waagden. Hoe zuidelijker men kwam, zo meenden ze, des te heter werd het, tot de hitte voor een mens ondragelijk was. De H. Schrift spreekt er over als het land van Kous'h, waar de zwarte slaven vandaan kwamen. De oude Egyptenaren moeten wel hebben verondersteld, dat die negers zwartgeblakerd door de zon waren. De Griekse aardrijkskundige Herodotus verhaalde omstreeks 450 jaar voor Chris tus, van een Egyptische geletterde ta hebben gehoord, dat de Nijl ergens uit de grond vandaan kwam, maar van zo diep. dat Fara° Psammé-tik tevergeefs peilin gen had laten verrichten. Men had toen de bodem van de spelonk, die het Nijlwa- ter uitspuwde, niet kunnen bereiken. Hij voegde er aan toe, dat de Nijl el ders weer boven de aarde kwam. Da a was het zes en vijftig dagen reizen, tot men aan een samenvloeiing met een an dere rivier kwam en na nog eens zes en vijftig dagen boog de Nijl van het Wes ten naar het Oosten af. Ook hij zei, dat het onmogelijk was, verder te gaan, van wege de ondragelijke hitte. Als men een dagreis in de Oudheid op een dertigtal ki lometer stelt, kan men concluderen, dat die lange reizen ten slotte ongeveer daar waar nu Khartoum ligt, hun einde von den. Quaerere caput Nili. Eeuwen later meldde Erastotenes van Alexandrië, dat de Nijl in werkelijkheid door een tweetal grote rivieren gevoed werd, die weer uit twee grote meren ont stonden, Hij was niet zo heel ver van de waarheid afStrabo wist daarna nog te vertellen, dat de Nijl zijn water ont- itmkc. 'II zeventiende eeuuse kaart, waarop de A ijl met zijn zijrivieren staat aangegeven, zoals men toen dacht, dat de situatie was. ving dank zij de reusachtige regenval in Abessynen tegen de wilde Somali's en in Ethiopië". In de tweede eeuw van on ze jaartelling wist de beroemde geograaf Ptolemeus van Alexandrië nog enkele na dere bijzonderheden mede te delen. Ge durende de Pax Romana, de heerschap pij der Romeinen, werden herhaalde lijk expedities uitgezonden naar de bron nen van de Nijl. Elke Romeinse gouver neur kreeg zelfs de uitdrukkelijke op dracht hiertoe, in een befaamd geworden formule: quaerere caput Nili (het begin van de Nijl zoeken). Een dezer expedities vond tijdens de regering van de beruchte kei zer Nero plaats. Ze had geen succes. In de vroege middeleeuwen ging vee! van hetgeen men wist door het verbran den van bibliotheken verloren. De Ara bieren slaagden er in, de oude gegevens opnieuw te verzamelen. Als kooplieden drongen ze tevens tot diep in Abessynië door en hoorden daar het een en ander over grote meren in het zuiden. Het duurde echter tot de zestiende eeuw, vooraleer er ernstige pogiqgen werden gedaan, om naar de bronnen van de Nijl te speuren. De Portugezen hielpen d? hun voetspoor drongen Jezuïeten als mis sionarissen tot diep in Afrika door. Een hunner, Pater Pedro Paez aanschouwde de twee bronnen van de Blauwe Nijl. voordat deze zich in het Tsanameer stort. In de negentiende eeuw werd hetgeen de missionaris geschreven had, beves tigd door de Engelsman James Bruce. Deze trok van Massaoeah aan de Rode Zee, via Gondar in Abessynië het land in en bereikte de bovenloop van de Blauwe Nijl en uiteindelijk het Tsana meer. Hij trof in deze streek een ravijn aan van 500 kilometer lengte en een diepte van duizend meter, waardoor de ri- Een goede vangst: een Nijlbaars met het bijna ongelooflijke gewicht van 150 pond, met pijl en boog geschoten. Hier verrijst over enkele jaren een elektrische centrale. vier heen stroomde en die het onmogelijk maakte haar oevers te bereiken. Aange nomen mag worden dat dit ravijn deze reusachtige canyon, de grootste hinder paal voor de antieken is geweest, om tot de bronnen van de Nijl te geraken. Hij was het, die de Blauwe Nijl zo doopte, of schoon ze hier en daar roetzwart is of rood. Pas in deze eeuw werd de canyon nauwkeurig ond^ -zocht. Het duurde tot 1935, voordat majoor Cheesman hem in kaart bracht. A iet blauiv en niet wit De Witte Nijl, de tweede grote rivier die samen met de Blauwe Nijl de eigen lijke Nijl vormt, werd in onze tijd op Seri euze wijze verkend door de troepen van Mehemet Ali, te beginnen met het jaar 1821. Mehemet Ali was er op uit, zijn grondgebied zo ver mogelijk naar het zuiden uit te breiden en aldus de handel in ivoor, goud en slaven te controleren. Zijn zoon Ismaïl legde de grondslagen, bij de samenvloeiing van de Witte en de Blauwe Nijl, voor de stad Karthoum, die later door de opstand van de Mahdi zulk een treurige vermaardheid zou krij gen. Zijn broer Ibrahim exploteerde de Witte Nijl tot aan diens samenvloeiing met de Sobat. Hij kon vaststellen, dat de Blauwe Nijl van minder betekenis was dan de Witte. Ook de Witte Nijl is niet wit, maar werd zo door de Arabieren ge noemd vanwege de heldere kleur van het water. De naam Blauwe Nijl ontstond, doordat Bruce een Arabisch woord, dat donker aanduidt, verkeerd begreep. Ibra him stelde de gehele loop vast van de eigenlijke Nijl, de wat de Arabieren Bar Djebel noemen, de bergrivier, omdat hij van de bergen afdaalt. Zijn expeditie had evenals latere, met grote moeilijkheden ie kampen. En het geheim van de bronnen van de Nijl werd er niet door onthuld. In de jaren 1857-'58 slaagden twee En- else officieren van het garnizoen van Aden, die zich verveelden en eens op avontuur uit wilden er in, het Tanganyika- meer te bereiken. Het waren Burton en Speke, twee namen, die in de historie van de ontsluiting van Donker Afrika en de ontdekking van de bronnen van de Nijl grote vermaardheid hebben verworven Het was Speke, die het Victoriameer vond en de mening opvatte, dat dit grote meer niets anders kon zijn dan de fameuze bronnen van de Nijl. Hij ontdekte de plaats waar Vader Nijl, zoals hij de ri vier noemde, uit het Victoriameer te voor schijn komt, bij de Ripon-watervallen. Na hem hebben nog talrijke andere on derzoekers, met name de bekende Stan ley, de streek der grote meren doorkruist Een der laatste vond de zuidelijkste „bron van de Nijl", de rivier Loevironza een zij rivier van de Kagera, welke op meer dan 6700 kilometer afstand van de Middel landse Zee stroomt. Thans weet men, na nieuwe onderzoe kingen, dat de „bronnen" van de Nijl een wijdvertakt rivierenstelsel met vele watervallen en stroomversnellingen ls, dat zich uitstrekt van de Grote Meren in Midden Afrika tot de gebergten van Abessynië. De exploitatie van deze enor me natuurlijke krachtcentrale staat nog aan het begin. Maar de politieke verwik kelingen beginnen zich reeds af te teke nen Zij, die met vele goede voornemens de extra bezinningsperiode men moet zich immers elke dag bezinnen zijn ingegaan, zullen waarschijnlijk tot de conclusie zijn gekomen, dat het niet meevalt beloften gestand te doen. Per manent en in blijmoedigheid. Allons, wat er dan ook van die voor nemens is terecht gekomen, er is ten minste goede wil getoond. Er zyn da den gesteld. En met een nieuw voornemen ons best te blijven doen, gaan we dan de Paasviering tegemoet. Christus verrezen. Het feit der fei ten. Hel en wereld overwonnen. Is het wonder, dat de Kerk zestig dagen lang vreugdezangen aanheft? De collecte is al als een juichkreet. Wil de goede begeerten hulp verlenen, God, Die door de overwinning van Uw Eniggeborene over de dood ons de toe gang tot de eeuwigheid ontsloot. Zijn we overigens klaar om het feest mee te vieren? Volgens St.-Paulus in het Epistel moeten we gereed staan, gezuiverd van de oude zuurdesem der ondeugd en boosheid en in een nieuw VONDELING Op een der eerste dagen van deze maand opende in de gevangenis de Bel gische boer Hubert Chantraine zijn mond en deelde zijn ondervragers mede, dat zijn „zoon" zich in een kostschool in een stadje bij Coblenz bevond. Hij zat in de gevangenis een straf van een jaar uit, hem opgelegd, omdat hij Frank Zagoven we derrechtelijk had ontvoerd. De rechtbank van Verviers had hem veroordeeld, nadat de vijftien-jarige Frank onvindbaar was gebleken. Tevoren was Chantraine al tot een korte gevangenisstraf veroordeeld in verband met het feit, dat hij geweigerd had, Frank aan de Belgische autoriteiten over te geven. Het was aangezien hij zijn laatste geld had uitgegeven en dus niet meer in staat was, voor de jongen op te brengen, dat hij ten lange leste toe gaf. Hubert Chantraine had bijna alles verkocht wat hij bezat. De Belgische poli tie haalde de jongen uit de kostschool en gaf hem over aan gevolmachtigden van de Joegoslavische amb:vade, die al sinds enkele jaren vergeefs getracht had den, Frank met zijn Joegoslavische va der te verenigen. Deze tragedie heeft in België maanden achtereen de gemoederen beziggehouden. Na de inval van de Duitsers in Joego- Slavië was Franks vader de bergen in gevlucht, om zich bij een verzetsgroep aan te sluiten. Zijn vrouw bleef met zijn vier zoontjes achter. Frank was nog een ba by. Tijdens hun vergeldingsacties dron gen de Duitsers het huisje binnen, waar in vader Zagoven zijn gezin had achter gelaten. Aangc len het zich aansluiten bij het verzet als een misdaad werd aange rekend, die in zijn dierbaren moest wor den gestraft, namen de bezetters de drie oudste jongens gevangen en stuurden ze naar een werkkamp. Moeder Zagoven zet ten ze met haar zuigeling op transport naar een concentratiekamp in Duitsland. Daar bezweek de jonge vrouw spoedi"' ten gevolge van de geleden ontberingen. Klei ne Frank v'el onder de zorgen van het Rode Kruis en kwam langs allerlei we gen ten slotte terug op de boerderij van het echtpaar Chantraine, dat kinderloos was. Het woonde in het dorp Lontzen, niet ver van Luik. Hubert Chantraine hechtte zich nog meer dan zijn vrouw aan het vreemde pleegkind, waarvan hij alleen wist, dat het uit de buurt van Lubiana afkomstig was. Hij meende niet anders, dan dat het een vondeling was, zulks temeer, omdat het Rode Kruis er niet in geslaagd was, iets omtrent de vader te weten te komen. Dit viel niet te verwonderen. Het gezin Za goven was in 1942 uiteengedreven, vader Zagoven had jarenlang in de bergen rond gezworven en de mogelijkheid leek groot: hij behoorde tot de vele gevallenen in de strijd van de Joegoslaven tegen de overweldiger. De kleine Frank werd geheel als eigen kind opgevoed en leerde het boerenvak. Hij verzorgde met zijn pleegvader de koeien en voor hem was Hubert Chantraine zijn vader, diens vrouw zijn moeder. Toen als een donderslag hij heldere hemel kwam een mededeling vanwege de or ganisatie, welke zich bezig houdt met het opsporen van tijdens de oorlog verdwe nen kinderen. Vader Zagoven had zich tot deze organisatie gewend, die in Duitsland had nagegaan, waarheen de kleine Frank getransporteerd was. De organisatie bracht diens verlangen over, zijn zoon terug te krijgen. Hij was in staat ge weest, zijn drie andere zonen op te sco ren, en wenste nu ook de jon-ste onder zijn hoede te nemen en als Joegoslaaf op te voeden. Hubert Chantraine antwoordde botweg: neen. Zo hij meende, hiermede de zaak te hebben afgedaan, vergiste hij zich deer lijk. Vader Zagoven nam de Joegoslavi sche ambassade te Brussel in de arm en deze maakte de zaak bij de rechtbank te Verviers aanhangig. Die besliste de te ruggave van Frank Zagoven aan diens wettige vader. Hubert Chantraine weigerde, aan het bevel van de rechtbank gehoor te geven. Reeds vóór het vonnis geveld was, had hij Frank verstopt en naar Duitsland ge bracht, diep in het geheim. Hij beweer de, dat de Joegoslaven Frank ontvoerd hadden en hij diens verblijfplaats niet wist. Hierop veroordeelde de rechtbank hem tot het betalen van een soms gelds elke dag, dat Frank langer verborgen werd gehouden. Dit geschiedde in novem ber 1954. Hubert Chantraine betaalde el ke keer de deurwaarder, als deze kwam, om de boete te innen, tot zijn contante geld op was. Daarna beson hij zijn meu belen te verkopen, vervolgens zijn koeien en tenslotte zijn land. Hij dwong zijn vrouw, zich tevreden te stellen met en kele oude meubelen, maar moest uitein delijk de boerderij achterlaten, vanwege de gevangenisstraf, die hem werd op gelegd. In de gevangenis bleef hij halsstarrig weigeren te zeggen, waar Frank zioh be vond. Tevens hield hij vol, dat deze een kind was, door hem als vondeling aange nomen. Hij hield vol tegen alle bewijzen van de betreffende instanties in. Frank is nu naar Joegoslavië gereisd om daar zijn vader te ontmoeten. Brusselse jour nalisten werden eerst in de gelegenheid gesteld hem in de ambassade een inter view af te nemen. Ze werden niet veel wijzer. De jongen gaf nauwelijks ant woord. Ze konden niet uit hem krijgen, of hij het erg vond, van zijn pleegouders te moeten scheiden, evenmin of hij zich op de ontmoeting met zijn vader, die hij nooit gekend had, verheugde. In de gevangenis schreide Hubert Chan traine en beklaagde zich er over, dat men hem zelfs niet in de gelegenheid had ge steld, afscheid van Frank te nemen, van de jongen, voor wie hij zijn hele bezit haf opgeofferd. K. H. gewaad van gerechtigheid en waarheid. Zo ja, dan kunnen we het Goddelijke Paaslam onze zangen wijden. Aan de Christus, Die de zondaars met de Va der mocht verzoënen. Christus, onze hoop is opgestaan. Toch mogen en kunnen we niet al leen alleluja-zangers zijn. Immers, de nog af te leggen weg loopt over de Calvarieberg. Ook wij zullen opnieuw ondervinden, dat de levensweg vol kruisen staat met onze naam erop, dus om op ons te nemen en mee te dragen. Kruisdragers moeten we blijven, op kruisen moeten we voorbereid zijn- Want bij alle vreugde over de ontslui ting tot een gelukkige eeuwigheid mo gen we de voornaamste levensles niet vergeten: Wanneer ge uw kruis niet op neemt en na Mij komt, kunt ge Mijn leerling niet zijn. Naast alle blijmoedigheid en feest vreugde dienen derhalve de ernst en de bezinning op de eeuwigheid te blij ven. Men „doet" zijn kerkelijke plichten en is tevreden over zichzelf. Maar toch, wanneer men 's avonds bij het ge wetensonderzoek (toch niets vreemd wel?) nagaat, hoe weinig in die vele uren van werk en ontspanning aan de Heer en de eeuwigheid is gedacht, dan zouden we wellicht verbaasd staan. En moeten toegeven, dat we nog heel erg naar het aardse en alleen het aardse ge richt zijn geweest. Zijn we dus vaak wel beter in le venshouding dan de „heidenen", die zonder God of godsdienst van het le ven zoveel mogelijk een genietingstocht op velerlei terrein pogen te maken? Pasen is het feest der vernieuwing. Geheel nieuw moeten we aan de slag. Doch wij niet alleen! Er zijn rondom ons alleen nog tienduizenden, die eens met ons het Paasfeest vierden. Zij zijn weggegleden in het moeras der onver schilligheid. Ook om hen dienen we ons in deze weken eens extra te bekommeren, ver vuld met de geest van liefde, waarom in de Communio van het Paasofficie zo dringend gevraagd wordt. Mochten duizenden van die wegge- blevenen ook Hem weer in het breken van het brood herkennen, De Indonesische premier, dr. Raden Djoeanda, zal een reis door Sumatra ma ken om te trachten de brenk tussen de centrale regering en de opstandige Su- matraanse provincies te helen. Dit 1* vrtjdag in politieke kringen te Djakarta verklaard. Men zei, dat de premier d» volgende week naar Snmatra zal ver trekken. Hij zal worden vergezeld door dr Tobing, de minister van inter-Indonesi- sche zaken. Volgens radio-Palembang is een delega tie o.l.v. de burgemeester van Palembang Amin, intussen naar Djakarta vertrokken voor een ontmoeting met president Soe- karno, premier Djoeanda en minister To bing. Bij het vliegveld Mandai bij Makassar zou nog gevochten worden tussen ben den van de Darul Islam en Indonesische strijdkrachten. De vliegverbinding tus sen Djakarta en Makassar is nog niet hervat.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 3