Goed is het de mens zijn juk te dragen vanaf zijn jeugd" Vreugde na PEINS Liturgische belevenis in de abdij te Berne HONDEPRAAT overwinning er eens over Waarom verstaan wij deze laagste nté* Staat liturgie los het leven? SATERDAG 27 APRIL 1957 De we^k na Pasen is de Kerk ;v he" oP' INLEIDING In elke abdij herken je die sjeer van serene stilte. Het is een week na Pasen. De Goede Week en de Paas dagen liggen achter ons. Er is weer regelmaat in de wereld van de arbeid. Na zes werk dagen volgen de zondagen weer. Ook in de Kerk keren de vertrouwde handelingen terug: de zondagsmissen in twee on derscheidingen, de stille missen en de hoogmis. Het lof is er weer. In de Goede Week en met Pasen was alles anders, bijzonder en het ving onze aandacht. We namen deel aan een ere- dienst die zijn aantrekkings- kracht zal blijven behouden, al j was het alleen maar omdat gewenning niet kan ontstaan. Immers, maar eens in het jaar speelt zich de herdenking van lijden, sterven en verrijzen van Onze Heer op deze wijze af. Er een ogenblik op terugzien, j een week na Pasen, ons een j ogenblik afvragen wat wij ver- richt hebben, is de bedoeling van enkele artikelen op deze j pagina. Toen de avond van die dag, de eerste dag van de week, al was gevallen, en de deuren van de plaats waar de leerlingen waren, uit angst voor de Joden dicht gedaan waren, kwam Jesus en stond plotse ling in hun midden; en Hij zei: Vrede zij u! En toen Hij dat gezegd had toonde Hij hun Zijn handen en Zijn zijde. En de leerlingen waren heel erg blij toen zij de Heer zagen. Daarna zei Hij nc^g weer eens: Vrede zij u! Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend ik u. En na dig woorden blies Hij over hen en zei: Ontvang de Heilige Geest. Aan wie gij de zonden ver geeft, die zijn ze vergeven. JOANNES Beloken Pasen Liturgie is het geheel van gebeden, ceremoniën, symbolen, kerk gebruiken en voorgeschreven plechtige handelingen en gewaden van enige eredienst, aldus het woordenboek. Niemand kan zeggen dat liturgie dit niet is, maar dat het meer is, is zeker waar. Liturgie is levende taal, de taal die een volk spreekt wanneer het zich richt tot God. Meer dan een spreektaal, een taal van handelingen en gebaren ook, een taal van tekenen en symbolen. Die taal hebben we in de Goede Week gesproken. Het was een belewnis. Wy zijn ditmaal niet in onze paro chiekerk gebleven, maar zijn gegaan naar de oude en venerabele Abdij van de Norbertijnen te Berne. Daar verrichten de withergn of Premon stratenzers het „Opus Dei". Anders dan de Benedictijnen, die eveneens jaarlijks honderden leken (en ook priesters) ontvangen en voor al in de Goede Week hun bezoekers, schone dagen van geestelijk leven bezorgen. De Norbertijnen zijn geen monni ken in de volledige zin van het woord. Zij hebben immers ook als rechtstreeks doel het apostolaat, de zielzorg. In de Norbertijnenorde wor den het priesterlijk gebed en de priesterlijke activiteit door de plech tige viering van de eredienst der Kerk en de uitoefening van een alge mene zielzorgtaak, op bijzondere wijze verbonden. Verstaat men onder monniken zuiver de kloosterlingen, wat vroeger ook inderdaad het geval was en wat geldt voor Benedictijnen, Trappisten en Kartuizers bijvoorbeeld. Norbertus creëerde een orde van priester-ziel zorgers die tevens volledig klooster ling waren. Reguliere koorheren kan „Mijn gebit is gelukkig nog goed", aldus Hond, terwijl hij on gekunsteld z'n tanden laat zien, „maar dat wil niet zeggen dat het conflict van tandartsen en zieken fondsen zonder meer aan mij is voorbijgegaan. Het is een zeer menselijk conflict. Mensen hebben nu eenmaal tanden, enkele uitzon deringen daargelaten. Van dit feit profiteert het gilde der tandart sen. Door het vullen van gaatjes, het behandelen van zenuwen, het trekken van kiezen, het verwijde ren van tandsteen en andere kar weitjes trachten zy zich een rede lijk bestaan te verzekeren. Over het algemeen zijn tandartsen goedaardige, beschaafde en wel willende lieden, in smetteloze ambtskleding op hun lijdende medemens toetredend, glimla chend geruststellende woordjes sprekend over neutrale onderwer pen. Men moet hen echter niet onderschatten. Op een goed ogen blik grijpen zij uit het niets een klein, vinnig instrumentje te voorschijn en vóór ge beseft wat er gebeurt, rukken zij in uw mach teloos geopende mond via een onschuldig kiesje of tandje aan de wortels van uw bestaan. Triomfe rend verklaren zij dan, dat het is „gebeurd" en dat u maar even moet „spoelen". Intussen lopen zij achteloos naar een lessenaar, die u tot dusver nog niet was opge vallen, en terwijl u moeizaam naar de deur wankelt, duwen zij u vriendelijk doch vastberaden een rekening onder de neus. Het actuele tandartsen-conflict heeft betrekking op dit laatste. De noodlijdende mensheid, voorzover georganiseerd in zogenaamde zie kenfondsen, protesteerde tegen het voornemen der tandartsen het leed van hun slachtoffers gelijk met het bedrag op de rekening te ver groten. Maar de tandartsen hebben hun tanden op elkaar gezet en bij ten zich vast in hun voornemen. Nogmaals: het zijn zachte, vrien delijke mensen; maar men dient hen niet te onderschatten. Laat de mensheid luisteren naar de wijze raad van een hond: houdt de tand artsen te vriend...." men met een deftig woord tegen hen zeggen. Dat is beter dan monniken. Men staat verbaasd hoe een spiritualiteit kan blijken. Ook de Benedictijnen zijn ons niet onbekend. Bij hen distinctie, een verheven stijl in de handelin gen van de eredienst. Voor wie het verstaat een zeker hiëratisme dat onaards, hoog en edel aan doet. Men komt er diep van onder dc indruk. Wij voor ons hebben de afstand van ons lustig in de wereld zijn tot deze koele verhevenheid nooit kunnen overbruggen, maar velen van onze vrienden doen niets lie ver dan op gezette tijden (en als het drukke werk in de wereld dat toelaat) naar de Benedictijnen te trekken, juist om de ongerept edele vormgeving te genieten waarmede deze monniken hun „Opus Dei" verrichten. Zij zijn er door gesticht en doen met hun lekemogelijkheden, meegezogen door de monniken, een stap voor waarts naar God. De Norbertijnen hebben meer zwier, zo bedenken we. Hun eredienst ondergingen we als warmer, noem het romantischer. In hun zang en handelen dat tikje meer vrijheid, variabiliteit en souplesse dat. de af stand tussen hen en ons geringer maakt. In Gods Kerk zijn er toch zoveel mogelijkheden! Elk karakter, elk mensentype vindt ergens een huis. Wij in Berne. En we bezinnen ons op die ere dienst. Alle elementaire menselijke levens uitingen hebben een ontplooiings mogelijkheid in de eredienst. Elke Christen heeft het, de een sterker dan de ander, in de Goede Week mee gemaakt. Het is ondoenlijk de rijkdommen op te graven uit de teksten van de donkere metten van Witte Donder dag, Goede Vrijdag en Paaszaterdag. Psalmen en responsories ze zijn su bliem vaak. Rijk aan inhoud, kunst werken naar de vormgeving. De menselijke stem kan zingen op een muziek van grote eenvoud en grote I zeggingskracht tevens. Daar zijn de Klaagliederen va' Jeremias. „Teth. Goed is het de men zijn juk te dragen vanaf zijn jeugd Jod. Hij zit eenzaam neer en zwijg omdat hij het op zich genomen heef JodHij legt zijn gelaat in h stof; misschien is er nog hoop. Jod. Hij biedt zijn wang aan w hem slaat; wordt verzadigd v smaad. Jerusalem, Jerusalem, keer ten tot de Heer uw God.'' Met omfloersd geluid op de klagei de muziek klonk die zang op uit i terneer geslagen Christengemeen daar in Bern. Maar in de Paaswa' zong de cantor de haast barok! „Exsultet": „Dat de engelen in hemel nu juichen. De lofzang de Paaskaars. Een feestelijke muzic maar 'n volkomen religieuze muzie zonder pathos. De Paaskaars.... Daarover pratt is een nieuwe wereld van litur; ontsluiten. Water en vuur (lich tWee levenselementen van de geh- schepping worden als symbolen v het Heilige. Het levenbrengend water scher ons Christus. Hij is het Licht der wereld. Het gewijde water wordt gebrui om de ongedoopte Goddelijk Lev- te schenken. En' de donkere kapel wordt lang De Abdij pan Berne als de nieuwe vleugel voltooid zal zijn). nog leger dan anders. 's Morgens bij de Mis is er bijna niemand. Zelfs de gebruikelijke opvulling van de ruimte door schoolkinderen blijft grotendeels achterwege. Ik voel me altijd wat opgelaten als ik die hele week tegen een keurig stel banken Ite Missa est moet zeggen met twee keer alle luja er achter aan. Zelfs de paar mensen die an ders nog wel eens komen schijnen nu graag wat vakantie te nemen. De vasten was lang en de plech tigheden van de laatste dagen erg vermoeiend. Ik kan me het best voorstellen. Maar het is wel erg jammer. Want de evangelieverkondiging van de week na Pasen is wonderlijk mooi. Elke dag was er deze week een van de verrijzenisverhalen in de Mis, en die staan zo vol met hartveroverende en belangrijke dingen, dat ik nooit begrepen heb waarom in alle kerken wel zes meditaties over het lijdens verhaal worden gehouden en niet één over het verrijzenisverhaal. Je moet zé beslist eens doorlezen, die verhalen. Er zijn er bij alle vier evangelisten, in de hoofdstukken na de verrijzenis. Hef is wel niet gemakkelijk om uit te vinden hoe nu precies de volgorde is geweest van al deze geburtenissen, maar dat doet er minder toe. Het gaat om die verhalen zelf, en die zijn meesterlijk. Er is alleen maar vreugde in die verhalen. Maria Magdalena weet van vreugde niet wat ze zeggen moet, als het niet de tuinman maar de Heer blykt te zjjn met Wie ze praat. De Emmaüsgangers lopen van dolle blijdschap zo maar weer dezelfde weg terug die ze gekomen zijn en het was al avond. Petrus en Joannes lopen als twee kleine jongens hard naar het graf. Als kleine jongens, die naar iets hee' langrijks hollen, letten ze niet op voorbijgangers en wachten niet op liOO1 kaar, want Joannes, de jongste- dat fel veel eerder aan, om te zien waar is van het lege graf. De l®e gen zijn stotm verbaasd van blijdsC rif' baf lie» als Jesus zo maar midden tussen iS ,/,w in staat en hun enthousiasme groot dat Thomas met zijn twijf®' voor gek verklaart. _11 ggfl En ga zo maar door. Er is di ~jg maar blijdschap. De blijdschap 0111 pe zekerheid van de overwinning- overgave aan Christus was voor geen gemakkelijk avontuur. Ze n1 ten met Hem mee door een zeer V lijke reeks gevaren en teleurstelling Hoeveel ze ook om Hem gaven, ,-g Hij ze mee liet maken was waara® geen kinderwerk. Het kostte hu11., de pijn die onvoorwaardelijke 0 gave aan een persoon altijd kost- het lukte dan ook lang niet zo Maar nu ze weten dat Hij werk verrezen is, is alles goed. De Christus, die je in deze ver'l8^r- tegenkomt is dezelfde als in de v gaande. En toch is Hij anders. Hij heeft al een ander leven- Hij is er zo maar en is ook zo weg. Hij heeft een lichaam dat al geweest is en weer leeft, je kunt wondetekenen nog zien. vol- Hij leeft al in een toestand van komen vrede en blijheid en toch lS nog hier. Je moet eens lezen wat Hij )n od toestand .allemaal zegt. In deze toestand geeft biecht (de biecht-vrede en -vre vrienden, weet je wel!). In deze toestand geeft Hij Zijn drachten, waarvan Hij het h® weet hoe moeilijk die zullen den. Maar Hij geeft ze toch. Met de verrezen Christus achtef 1 kun je alles aan. Maar lees ze zelf eens, dezer ^a^,r Bij wijze van avondgebed bijv beeld. Zo maar lezen en er eens rustig 0 peinzen. V zaam licht van de kaarsenflikkering, omdat het Licht in de wereld is ge komen. Het Godsrijk wordt geves tigd. Wie er even op doordenkt en dat is voor onze symboolarme tijd niet eenvoudig wordt overweldigd door de mysterieuse pracht van dit menselijke rituele spel waarmee de Christenen voor de Heer treden. Wie er even ernstig mee bezig is geweest en onze kerken waren allerwegen vol en goed bezet moet in de ban zijn geraakt van deze litur gie waar hij aan deelnam. Dit is geen steriel geloof. Het blijft niet bij zeggen: „Heer ik geloof". In een kleine week krij gen alle menselijke mogelijkheden een overvloed aan kansen om vorm te geven aan dat „Heer, ik geloof". Hoogwaardig Heer Prelaat bidt met mijter en staf, een rijkdom aan sym boliek. Hij breekt het brood en zegent. De kanunniken buigen, knielen cn zin gen. Het licht wordt ontstoken. Men gaat rond in processie. Men zit en luistert, staat op en maakt het teken der Kruises. Men kust het Kruis en eet het Brood. Het waren schone dagen voor allen die er met bezieling aan deelnamen. En een prikkel te volharden in het pogen van onze tijd de eredienst het gehele jaar rond opnieuw de luis ter van de zinrijkheid te geven. F. B. Profane en heilige symbolen De hele Liturgie is één groot symbool. We hebben het allemaal ervaren: kaars in de hand, zingend „Lumen Christi". Speciaal met Pasen werd je als het ware met je neus bovenop de symboliek gedrukt, waaruit de Liturgie bestaat. Maar is het eigenlijk niet zo, dat ons géhele doen en laten een groot symbool is. Vraag het een psycho loog eens: Hij haalt uit al je bewe gingen en uit elke oogopslag een stuk je van je innerlijk. Hij weet alles prachtig sluitend te interpreteren. Hij is de zoveelste die meent je te kennen. Maar wij zijn allemaal geen psy chologen. Gelukkig maar. Toch zijn er voor iedereen geba ren, uitdrukkingen en handelingen, die iets speciaals betekenen. Niet alleen in de kaars, die we tijdens de Paaswake in onze hand hielden ligt symboliek; zij het dan dat we ner gens meer een dergelijk verheven en treffende vergelijking vinden. Schril hier tegenover, beangstegend haast na dat vorige, is de symbo liek die men in verdachte buurten gebruikt. Als je in zo'n buurt terecht komt, is het heus niet nodig, dat je symboliek-studies hebt gemaakt, om te verstaan wat er bedoeld wordt. Kracht van het symbool. Als je achterop je gestroomlijnde brommer ligt en met een onbesuis de vaart door straten en bochten schiet, wil je met die lig'houding al leen maar de snelheid accentueren. Duidelijk. Je ontmoet een vriend bij wie je net een potje teveel hebt gebroken. Je begroet hem nu met een onge nadige schouderslag en drukt zijn hand als nooit tevoren. Met dit alles wil je eigenlijk alleen maar zegigen; We weten het samen wel, onze vriendschap is zo beroerd nog niet, maar je zegt het duidelijker, raker. Het is een interessante bezigheid, om eens na te gaan hoe je je ver schillende relaties, vrienden en kennissen begroet. Tegen baas of directeur zeg je: „goede morgen Heeft al die symboliek, da* hele complex handelingen da1 e. liturgie noemen als het de eji dienst betreft alleen maar plaats in die eredienst? Daarbuiten niet? .■■Xi Bijvoorbeeld in het dage^f leven van de mensen. Als dat w j0s zou zijn, dan zou die Liturg1® eii staan van het leven en dus zin hebben. .0<fi Wie denkt dat Liturgie z'11 pi1 handelen is, gebaren maken een nietbestaande vreemde 0(, reld, die hooguit „vroeger' ,yjc- zin hadden, vergist zich d®f bij' Zie het menselijk bedrijf- eji- voorbeeld dat van jonge Ze bedrijven ook liturgie in .- houding, hun gebaar, hun taaL^,, mynheer". Bij je collega's lS „goeje morge" en bij die spe collega „mogge". Er zijn vfi®' tc' die je begroet met „oude rakke'J „f gen wie je op straat „hóój" r°cp,uiii1 „de mazzel", of naar wie je Je Jfi' opsteekt. Er zijn mensen na»r 0pl' je met eerbied knikt als je zeaf<l^ moet. Als je fietsend een a meisje passeert bel je wat ha zodat ze even omkijkt. f Dan is er nog de aparte tr®rV-pI' symboliek. Volgelingen 1*' fluiten tussen hun tanden als c.(uKc|1 meisje voorbij komt, of ze jrif' met hun tong en draaien n,efterft het meisje, om ze ook van a® nog eens te zien. Hun kleding een speciale. Een nauwe po®' broek, rode sokjes en zwarte s® nen. Zo kun je door blijven gaan. ^po iedere groep heeft zijn eigen Hou- 1:4c-,^e '"je- igJ1 liek; zijn eigen liturgie. Soms soms geestig; soms duister v dereen, niemand kent er uciecu, niemand xeni ei p6 verklaring voor. Wat betek®nt egt eigenlijk als je „de mazzel' tee - - led®1 Maar de bedoeling is aan duidelijk. Moeten we er °nS ge?!] over verwonderen, dat juist d® van deze duidelijke taal VI maakt en moeten we er ons ua4jr®c ergeren als we iets eens niet a f verstaan? Er blijft immers n°f noeg van de liturgie over 0\'e>', duidelijkheid niet te wensen laat. En hoe dieper je in ;;v?„ paalde groep ïngroeit, des te leer je de taal en de symbol V» zo'n groep verstaan. Zou het z de Kerk ook niet zijn? ^lS-st 1 bloeit de liturgie daarom JU1 zeer achter de kloostermuren- te Maar dan is het ook zaak, zij®' trachten liturgie-gevoelig te ^ee' Als dat zou lukken, is het n'e\,jj 1 nodig dat we de paas-liturgi® monniken gaan volgen. J1-^1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 8