Marine
blauw
de
handwerk
in
volle bloei
Van mooie „kleren" en tevreden meisjes
„VISITEZ LA POTERIE
höxJz
m
f
lp
«h
■■■EWM
m
H
Amusementsmuziek met
vocalisten van topklasse
<,v
27 APRIL 1957
VaaMj"rd ni!t;- het zijn.meer
Lydia
Vrije fantasie
"ML
mim
iiisii
V V
ril
DISCOTHECARIA
George Brassens.
In de acht decennia dat de gram
mofoon bestaat, is de muziek met
miljarden zwarte schijven in de ka
mers en cafés gedraaid en ook met
dit ingenieuze apparaat, dat aan het
geniale brein van Edison is ontspro
ten, hebben velen vreugde beleefd en
hebben ook velen geërgerd moeten
ervaren, dat popularisatie de kitsch
schrikbarende vormen laat aanne
men. Wij willen echter wijzen op het
eerste facet van de grammofoon en
dan komt het chanson weer als een
komeet uit de donkere stapel omhoog
en dan is het weer Georges Brassens,
die in dit genre een eerste plaats
inneemt.
Nog niet zo lang geleden verwierf
hij de „Prix de Teisterbant", een on
derscheiding van de Haarlemse Kun
stenaarssociëteit, die hem toeviel na
dat Patachou en Nicole Louvier reeds
vorige jaren als de besten van het
chanson werden uitgeroepen. Bras
sens is de chansonnier met de guitaar
de man die zijn eigen composities
maakt, die zichzelf begeleidt en die
bovenal steeds ziohzelf blijft. Vijf jaar
geleden, toen Brassens ongeveer der
tig jaar oud was, liep hij naar Parijs,
omdat hij „sans un sou" was. Men
weet dat Juliette Gréco ook onder
financieel deplorabele omstandighe
den in Parijs aankwam en nu 'n chan-
sonnière is, die het simpele tenue van
Saint Germain des Prés-types verwis
selde voor de creaties van Balmain.
Brassens is echter steeds dezelfde
eenvoudige troubadour gebleven. Hij
is de zanger, die gaat zitten, zijn gui
taar bespeelt en gaat zingen. Geen
groot vocaal acrobaat. Integendeel.
De techniek van zijn geluid is niet
van een uitzonderlijk hoog gehalte,
maar Brassens is steeds ziohzelf. Hij
kan zich de weelde veroorloven ïhn
zijn chansons door anderen te laten
zingen, zijn eigen interpretatie is nog
nooit overtroffen.
Op de 45-toerenplaat 432065 NE en
de 33-langspeelplaat P 76062, beide
van Philips, hoort men hem in een
repertoire dat niet uitmunt door een
rose levensbeschouwing, maar dat
ook niet zo zwartgallig is, dat men
van pessimisme kan spreken. Wij vin
den Brassens een chansonnier, die
met een zekere heimwee filosofeert
over mens en dier. In de „pastorale"
Brave Margot vertelt hij charmant
de geschiedenis van het eenvoudige
meisje, dat een poesje vond en het
als een moeder grootbracht. Maar in
„J'ai rendez-vous avec vous" is hij
de wat beheerst-uitbundige Brassens,
die zijn bekentenis „Tout le restant
m'indiffère.zo eerlijk zingt, dat
men zich verbaasd afvraagt of hij
dezelfde is, die de ballade van Fran
cois Villon over de „dames du temps
jadis" zo trefzeker heeft getoonzet.
Waar zijn ze gebleven, Jeanne d'Arc,
Bertha met de grote voeten, Flora,
Beatrice, ja waar is de sneeuw, die
voor het vorige jaar is gevallen Ou
sont les neiges d'antan En verder
het wat sombere „II n'y a pas
d'amour heureux", dat toch net niet
zo vol melancholie is, dat men van
een chanson noire kan spreken. Bras
sens blijft met „Le vent", „Bancs
publics", „Comme hier" en „La Ma
rine" een mengeling van romantiek,
levensobservatie en eenvoudige filo
sofie geven, die hij alleen zo kan zin
gen met zijn guitaar als enige bege
leiding. Hij is thans bezig aan zijn
eerste film, samen met Dany Carrel,
Henri Vidal en Pierre Brasseur, de
regie berust bij René Clair.
Keramische kunst in een Mergelgrot
elt pleer u eens in Maastricht
'!:i>4Ss n Sctiwaald hebt langs de
|V'akbij'11' van het Vrythof bent u
e8en 'I et kasteel Neercanne, ge-
esep de heuvels ten zuiden
"'iet an Limburgse hoofdstad.
een vindt u hier een inter-
?''Ure a' restaurant van Franse
Ske met een voortreffelijke
S0estn u vindt er ook een
interessante mergelgrot.
Vjj as deze mergelgrot de bak
vet kaVan de machtige heer van
'S i>et a6* Neercanne, doch thans
s'ra d.de kunstenaar Frans Tuin-
rv'e T,1^ er *net z'n vrouw Jean-
Ocjj hinstra, de scepter zwaait.
^6(je"ZWaaien" is eigenlijk het
v '1 C| ge en dwingende vingers
k dj'1 keramisch kunstenaar
f 'Se kletsnatte, weke en glib-
ï°t 'lei op z'n draaitafel vormt
aet n
Jg, J
°etVei Zvrouw Jeannie die
O,., hiot kunstzinnig geschoold
^en Vaardige hand het fijne
\Vje .Slazuurwerk aanbrengt.
><?s6IS,eikenUjk deze jonge Lim-
°ora.' keramisch kunstenaar die
v Wp|,0or 7'in artistieke reliëfs
l'ch .ahleaus, steeds meer van
mooie vaas of schaal en
spreken en hoe is hij in
"•en? "«ergelgrot terecht geko
56bor ®n> Zo vertelde hij, in 1923
h^isai 611 na er--:eIe jaren gym-
tq, °b<ierwiis waarbij teke-
vak was ben ik
naar de middelbare
'lcht. jl erheidsschool te Maas-
Sp beëirvriicpn un miin stn-
(AdvertentAsJ
Uit LaimbBck's
pCi^°eöp^eer^e fantasiehand-
bi. f <„uit Prima Chevreau
BpPSlt nf Hoe Uw keus ook
fa °6h u een strakke hand-
PrOffifPonf nf info mpf
a°fasie Prefereert of iets met
"eq baimböck handschoe-
°lER
ilcUlUÖUUU
s®n als maatwerk.
hANDSCHOENEN MAGAZIJN
Sckoenen, suède jasjes,
6 shawls. Elbeo kousen.
'8.rAottepjani< Kalverstraat 182
Uk- avenK m' Lijnbaan 85
age, Spuistraat 58
dies ben ik naar de keramische
industrie te Tegelen gegaan om
me verder te bekwamen in de
techniek; ik heb daar ongeveer
10 jaar gewerkt op een kunstke-
ramisch atelier. Sinds Pasen 1956
heb ik mij hier zelfstandig geves
tigd op het Chateau Neercanne.
Ik zit hier prachtig; de tempe
ratuur is hier zeer gelijkmatig en
ik heb volop de ruimte, doch wat
nog belangrijker is: ik trek hier
een interessant publiek; alle natio
naliteiten!
Opmerkelijk is, dat de kera
misch kunstenaar Frans Tuinstra
z'n oven stookt met propaangas,
waarvoor hij met adviezen werd
bijgestaan door zijn organisatie
„Scheppend Ambacht Limburg"
En waaruit, zult u vragen, be
staat zijn produktie in deze zeld
zame mergelgrot? Het zijn in
hoofdzaak potten, schalen en va
zen die Frans Tuinstra vervaar
digd, waarbij hij steeds eigen
vormen en decoraties zoekt. Als
beeldhouwer boetseert Frans Tuin
stra tevens grote reliëfs, groepen
en tegeltableaus. Zijn metersgro-
te reliëf, vervaardigd in opdracht
van de Koninklijke Nederlandse
Paketvaartmy en aangebracht in
de gevel en zijwand van het
Maastorenflat te Rotterdam, trekt
sterk de aandacht. Op zeer de
coratieve wijze heeft hij in deze
reliëfs de motieven verwerkt die
betrekking hebben op de zee en
de scheepvaart. Deze voortref
felijke knappe werkstukken wer
den door hem uitgevoerd in cha-
motte en geglazuurd in zwart,
grijs en wit.
Van geheel andere aard b.v.,
doch eveneens treffend kunstzin
nig en sprekend van uitbeelding,
is ook de nieuwe kerstgroep, die
deze kunstenaar vervaardigde
voor de Sint-Martinuskerk te
Weert, in welke beeldengroep hij
de gedachte heeft willen leggen
dat kerstmis een boodschap is
voor het gehele volk.
Te oordelen naar de werken
van Frans Tuinstra verkeert de
ze hardwerkende kunstenaar in
de mergelgrot van Zuid-Limburg
in een overgangsstadium; hij
geeft het archaiserende element
steeds meer prijs voor het moder
ne experimentele.
Iets hiervan kan men reeds be
speuren in het monument, dat
deze kunstenaar vervaardigde
voor het graf van wijlen mgr. J.
Ingendaal te Maastricht en de
fraaie gevelstenen voor een nieu
we woonwijk te Weert. Uit deze
keramische werken blijkt dat
Frans Tuinstra steeds vrijer komt
te staan tegenover het experi
ment en zich niet gaat binden
aan vormgeving welke in eerste
instantie tot het publiek moet
spreken. Een heel persoonlijk
werk van hem is bijv. de „Neptu-
nus", aangebracht in de gevel
van het Maastorenflat te Rotter
dam. Zijn scheppende arbeid, ook
bij het kleinere werk zoals scha
len, vazen en beeldjes, munt uit
door eerlijkheid en zuiverheid
van visie. Juist nu in de bouw
wereld steeds meer aandacht
wordt besteed aan een doorbre
ken van de kille en strakke zake
lijkheid door het aanbrengen van
kunstzinnige gevelversieringen,
dient men zich te hoeden voor een
te sterke beïnvloeding van de
kunstenaar door het geven van
een te strakke en te stugge om
lijning der opdracht. Alleen dan,
wanneer een kunstenaar zijn in
spiratie en fantasie in volkomen
vrijheid kan ontwikkelen, komt
een zuiver en eerlijk kunstwerk
tot stand.
H. de J.
Isa»
Foto links:
Mantelpak met doorgehaalde cein
tuur. Model van Wébé.
modekleur
Foto onder:
Tailleur met strak zittend schootje
en ceintuur. Model van Basta.
liet atelier van Frans Tuinstra in de voormalige bakkerij van kasteel
Neercanne.
Wie zal zeggen wat de Nijmeeg
se Oranjesingel allemaal achter zijn
gevels verbergt? Achter die van nr.
65 in ieder geval veel waarnaar het
een genoegen is te kijken. Bijvoor
beeld tientallen meisjes die daar zij
aan zij zitten te werken, en dat
met kennelijke arbeidsvreugde. Dit
nu maakt het geheel juist zo plezierig
om aan te zien: alle kleurloos auto
matisme en grauwe verveling ont
breken, de gezichtjes leven. Het ma
teriaal waarover zij gebogen zitten
is dan nog buiten beschouwing gela
ten: grote stukken borduurwerk in
artistieke ontwerpen en feestelijk
kleurenspel groeien onder meisjes
vingers op kostbare zijdeweefsels,
goudbrokaat en andere stoffen.
Wij bevinden ons in ateliers voor
kerkelijke borduur- en gewaadkunst
en zijn daarmee beland bij een be-
drijfsoort zoals die in ons land zeer
zelden voorkomt. Een kunstatelier op
dit gebied en waar door ongeveer
80 a 90 mensen uitsluitend handwerk
verricht wordt is inderdaad iets bij
zonders in onze Westerse geautoma
tiseerde samenleving. In een econo
misch stelsel, waar de arbeidsproduk-
tiviteit tot 't uiterste opgevoerd wordt,
is een bedrijf, waar tientallen arbeids
krachten zonder voorgeschreven tijd
schema rustig vier tot vijf weken aan
de opsmuk van een kazuifel zitten te
werken, bepaald een interessant ver
schijnsel, temeer daar het geheel een
commerciële opzet heeft en volledig
rendeert.
Het atelier is vóór 27 jaar begonnen
met twee arbeidskrachten, te weten
het echtpaar Stadelir. der, dat nog
de leiding heeft; zij als kunstnaald-
werkster, hij als textielvakman en
koopman. Thans komt het totale per
soneel bijna aan de honderd, waar
van 35 tot 40 borduursters en onge
veer 25 naaisters. De firma zet 30 pet.
van haar voortbrengselen als export
af in het buitenland, voornamelijk
Zwitserland, België en Luxemburg, in
mindere mate over zee. De export
is kort na de oorlog begonnen, toen
uit dwingende deviezenbehoefte een
reis naar Zwitserland werd onderno
men, om met een oud tenniskoffertje
vol kazuifels een aantal pastoorsadres
sen af te pelgrimeren, omwille van
hun harde Zwitserse franken.
Als men het ruime pand aan de
Oranjesingel in Nijmegen binnen
gaat, wordt men al meteen geconfron
teerd met de sfeer van artisticiteit,
die niettegenstaande alle commer
ciële successen) het bedrijf kenmerkt.
Links en rechts hangen aquarellen
met religieuze onderwerpen en grote
afbeeldingen van kerl- '.ijke gewaad-
kunst. En in verscheidene andere
ruimten wordt direct het oog getrok
ken naar kleurige ontwerpen en
werktekeningen van kunstige figu
ren, bestemd om geborduurd te wor
den op paramenten, wandkleden e.d.
De scheppers van deze ontwerpen zijn
mevrouw Stadelmaier en de schilder
Willem van Woerkom. De figuren
hebben een moderne inslag en geven
blijk van kunstenaarschap.
Dit kunstenaarschap imponeert be
paald, wanneer men de voltooide
werkstukken ziet. Op dikwijls kostba
re zijdeweefsels, gedeeltelijk met ex
clusieve weefpatronen van de firma,
zijn de figuren geborduurd in veelal
grove overtuigende steken, niet rea
listisch getekend maar symbolisch en
niet zelden abstract aangegeven.
Haast altijd wordt het corpus van
het borduurwerk door de stof zelf
gevormd. De motieven lopen sterk
uiteen. Een kazuifel bestemd voor een
betonkerk is uitgevoerd in massjeve,
blokmatige figuren op zware stof. Zo
dra Maria verschijnt wordt de stijl
milder, eleganter; de kleuren worden
van een blije teerheid en subtiele com
binaties en ook de stof wordt fijner.
Twee bij elkaar horende dalmatieken
zijn met verschillende figuren ver
sierd, terwijl de eenheid voornamelijk
door de kleuren tot stand gebracht
wordt. In de vele bladmotieven frap
peert het, dat alle blaadjes met ver
schillende steken geborduurd zijn.
De vraag rijst naar de voorschrif
ten omtrent kleuren en steeksoorten
en men verneemt dan dat het de bor-
duurstertjes zelf zijn die in vrije fan
tasie de steeksoorten toepassen en de
kleuren combineren. Deze methode
is uniek in het land en vervult ons
zowel met bewondering voor het psy
chologisch inzicht en de durf van de
leiding als voor de smaak en fantasie
van de borduurmeisjes. Psycholo
gisch inzicht, want dit systeem lijkt
ons grotendeels de verklaring voor
de arbeidsvreugde waarmee gewerkt
wordt en voor het tegenwoordig ook
nogal zeldzame verschijnsel, dat de
meisjes merendeels tot aan hun brui
loft het atelier trouw blijven en zelfs
daarna dikwijls nog terugkomen tot
de eerste baby er is.
De dames zijn naar vaardigheid en
anciënniteit ingedeeld. Gedurende
vier a vijf jaar worden zij opgeleid
door vakkundige collega's en door
mevrouw Stadelmaier, die hen in
werkt in haar kleurenschema en stijl, j
Hierdoor behouden alle werkstukken
h'et eigen karakter van het atelier.
Als zij zich dan rijp voelen, mogen
zij hun meesterstuk maken, dat be
staat uit een kostbaar werk, met een
rijk ontwerp. Is dit goed uitgevallen
dan kunnen zij zich meesteres noe
men, met welke titel zij ook worden
uitgemonsterd. Tevens krijgen ze voor
elke vijf een ster. We hebben meeste
ressen gezien die vier sterren rond
droegen.
De borduursters hebben de beschik
king over gevarieerd materiaal zo
als het kostbare Japanse gouddraad
(met verguld perkament omwonden
zijdedraad) met goud gelooid zijde-
leer,kleine stukjes metaal en echte
of synthetische edelstenen, die veel
al met de hand in zilver zijn gezet.
Met dit alles, maar vooral met de
grote gevarieerdheid aan meestal for
se steken en door hun eigen kleuren-
keuze, brengen zij het werk tot leven.
Het kan niet anders, of dit moet niet
geringe ambachtelijke bevrediging
schenken, zeker wanneer het prachti
ge stukken betreft zoals de complete
pontificale stellen die naar Karatsji,
Nieuw Guinea en laatstelijk nog naar
Mgr. Bekkers in Den Bosch zijn ge
gaan.
Dat een duurder kazuifel op 700
tot 800 gulden komt zal niemand ver
wonderen, die het artistieke talent, de
bekwaamheid, het geduld en de tijd,
alsmede de kostbare materialen in
aanmerking neemt, die er in geïnves
teerd zijn. In feite mogen we ons ver
heugen, dat er weer zulke prachtige
en artistiek verantwoorde stukken
gemaakt worden na de vele kitsch,
die voor enkele decennia over ons
werd uitgestort. Het lijdt dan ook geen
twijfel dat dit Nederlands bedrijf
(waarvan de verkopers zich niet zo
zeer naar de smaak van de kopers
plachten te richten, als wel dezen
trachtten te overtuigen van de schoon
heid van hun werkstukken) een niet
onbelangrijk aandeel heeft gehad in
de restauratie van dit edele kunstam
bacht
E.
ONDER DE ontelbare
vreemdelingen die Pa
rijs gedurende de Paas
vakantie bezoeken is 't
aantal jongemeisjes dit
keer bijzonder groot.
Ze komen niet zoals ge
woonlijk in karavanen,
maar twee aan twee.
Een van die twee
draagt beslist een grijs
mantelpak met kort
nauwsluitend manteltje
en een enorm wijde
plooirok. Of het Noorse,
of Deense, Engelse of
Nederlandse meisjes
zijn, doet er niets toe.
De helft ervan heeft
zich in zo'n tailleur ge
stoken. Stellig hebben
buitenlandse mode-al
bums een dergelijk kos
tuum als het laatste
modesnufje aangepre
zen.
De Franse vrouwen
die alleen een tailleur
met rechte rok bezitten
kijken een beetje ver
wonderd naar al dat
rokkengewaai dat hier
uitsluitend voor japon
netjes wordt bewaard
en nu trouwens al ou
derwets aandoet sinds
de wijd uitstaande on
derrokken verdwenen
zijn.
Lang niet alle vrou
wen hier dragen gere
geld een mantelpak, al
hebben ze er allen een
in haar garderobe. Van
■i
de werkende vrouwen
is het mantelpakje het
uniform voor haar die
tot de kaders behoren.
De anderen dragen een
japon en een gekleurd
kort wijd jasje, terwijl
de vrouw die rustig
thuis kan blijven in de
regel meestal de voor
keur geeft aan een ja
pon en lange mantel.
Maar in de eerste lente
dagen steken allen zich
in een tailleur; dat
hoort nu eenmaal zo en
zelfs zij die hem verder
slechts weinig dragen,
zullen nooit vergeten
hem om en nabij Pasen
aan te trekken.
Voor de Haute Cou
ture blijven de mantel
pakken altijd van be
lang. Iedere klant laat
zich tenminste om de
twee jaar een tailleur
maken en dan altijd in
het voorjaar, 's Winters
draagt zij er een bont
mantel op. Dit is zo'n
vaste gewoonte gewor
den dat bij de najaars
collecties altijd veel
minder mantelpakken
zijn te vinden dan in
die welke in het voor
jaar worden getoond.
Dit keer heeft de cou
ture nog grotendeels
rechte heel korte jasjes,
die de plaats waar het
middel zit niet aandui
den; dergelijke model
len staan alleen hyper-
slanke vrouwen of liever
gezegd broodmagere.
Nagenoeg alle klanten
of ze een dun middel
hebben of niet, willen
een strak zittend man
telpak. De prêt-a-porter
heeft getracht een com-
promies te vinden door
de tailleur met ceintuur
te lanceren. Voor de
slanke vrouw maakt
Wébé een bijna recht
manteltje met een cein
tuur die van achteren
en van voren door de
mantel zelf is gestoken.
Basta gaf de voorkeur
aan een ruim jasje met
strakke schoot.. Beide
modellen hadden, toen
de pret-a-porter collec-
lecties werden getoond
veel succes en toch wor
den ze nog niet op straat
gezien, 't Is of de vrou
wen hier niet van de ge
wone klassieke taiUeur
afwillen. Daarentegen
zijn ze van het grijs dat
de kleur was geworden
die 's zomers het meeste
succes had, afgestapt en
dragen nu allen marine
blauw. Dit heeft een
succes zoals het in jaren
niet kende. Schoenen,
tassen en handschoenen
natuurlijk ook. In de
winkels werd eerst ge
tracht een soort
zacht blauw voor de
laatste drie artikelen in
de mode te brengen;
maar daar de dames
daar niets van wilden
weten, waarschijnlijk
omdat ze dat lichte
blauw te besmettelijk
vonden, ziet men nu
overal donkerblauwe
handschoenen, tassen en
schoenen uitgestald.
Een keer te meer heb
ben de Parisiennes ge
toond dat ze zich wat
mode betreft, niets meer
tegen haar zin laten op
dringen.
DINY K. W.'