Amusement niet alleen ondergaan,
'Raar ook eens persoonlijk genieten
Muren, die kunnen spreken
Zal het nieuwe repertoire
bevredigen of niet?
DE KOELE MINNAAR
Echtheid bepaalt de waarde
Ck.hA op zijn hor-
^.Se, om te zien, of hij
achter raakte op
y tijdschema. Zo
v S hij weinig of niets
A1* al het schoons,
y er onderweg te
viel.
„GEZEGEND ZIJ DIT HUIS
door Norah Lofts
Enkele indrukken
De jongste roman van Hugo Claus
K
Religieuze kinder
lectuur
Forum over „Het monu
ment in de stad"
Ben H. Jonge jan
Zoon uit fabrikantenfamilie werd artiest...
Eenheid
A
Historisch tafereel
Pracht handen
Tube95et Hamea-Gelei
Hans Roest
Hans van Bergen
ZATERDAG 15 JUNI 1957
PAGINA 5
V;
ik Kr
at
te 'I
te V
Was
eens een man,
Sr
j naar Rome ging
Pen. Hij wist dat hij
]^.r 10 minuten één
llometer moest afleg-
A Dit was dan ook
jif enige zorg en na
u re halve kilometer
v,..? °ngeveer voelen
i ons, als wij over
et Nederlandse lied
theoretiseren.
de.
Het
is nl. een on-
fWerp, dat niet in
Ladertjes is onder te
rengen. Toch gelo-
ven
«tl
LOU BANDY
Hutspot met spuitwatergezonde combinatie
Wij dat het dien-
j S is, om er mee
te gaan, zodat
e »grote men" door beter luisteren fijn instemming of zijn kritiek
•heer gefundeerd kan geven.
st
H. ANTONIUS IN DE
KUNST
Norah Lofts is een geboren vertelster en het is heel goed te
begrijpen, dat; haar boek Bless this house" een zeer groot succes
is geworden. Het verschijnen van een Nederlandse bewerking van
deze lijvige roman was voor mij aanleiding het boek te herlezen en
wederom was ik zeer geboeid. Gezegend zij dit huis", vertaald door
mr. S. E. Geerlings en versierd met tekeningen van Anton Pieck, is
verschene i in de Cultuurserie van de Zuid Hollandse Uitgeversmij.
Ad. M. C. Stok te Den Haag. Het is de roman over een huis dit
wil zeggen: een oud Engels landhuis, Marravay gehten, is het decor
voor een zeer beivogen reeks van geschiedenissen. Mensen komen
hier, beleven er een kortere of langere tijd van geluk of leed, van
angstige of vreugdevolle verwachting, van spanning en twijfel.
en dan gaan zij. Soms verdwijnen zij, het onbekende tegemoet, of
zij verlaten dit leven en blijven alleen nog herinnering, die op
haar beurt weer vergaal. Maar steeds opnieuw komen er jonge
mensen iets zoeken: een schuiloord. of een thuis.
Straks vallen de catalogi weer in onze bussen. De uitgevers hebben
weer een Jaar lang gezocht naar nieuwe stukken. Ze hebben schrijvers'
gestimuleerd, hun opdrachten verstrekt, hun ideëen aan de hand ge
daan, met hen gepraat en geredeneerd, hen in bepaalde richtingen
gedreven en het resultaat van dit alles zal ons straks onder de ogen
worden gebracht. Kunnen wij onze keus maken uit deze stukken, ja
of neen? En als wij onze keus bepaald hebbeii, zal deze ons en het
publiek dan ten volle bevredigen of niet? Stelt het nieuwe repertoire
ons in staat een werkelijk culturele daad te stellen of moeten wij ge
noegen nemen met niets-zeggende stukken?
NORAH LOFTS
de touwtjes in handen
jonge actrice Jia, die in een naburig J. ROELAND VERMEER
ioy.Attp
i (Iff1
kij
t^jjgaan nu terug naar het cabaretlied en
<haïn de facetten, die bij de beoordeling
gen Van van belang zijn. We hebben reeds
vo«^nid de Tekst, de Muziek en de Uit-
WulnS. De muziek en de uitvoering, zo
it,*» wij bètoogd, moeten in overeen-
zijn met de bedoelingen van de
flat .er, vooropgesteld dan natuurlijk,
z'eh die b«dt>ehngen goed zijn en dat hij
êén .z° heeft uitgedrukt, dat er maar
iW^terpretatie in aanmerking komt. De
fla» speelt een ondergeschikte, maar
J.om niet minder belangrijke rol.
tgjj'l .de beoordeling van de tekst moe
iten vanzelfsprekend een scheiding ma
te tussen vorm en inhoud. Wanneer
Vu1 hhoud van een liedje ons niet bevalt,
'het* nog ni,et zeggen, dat dit liedje
goJ? is. Zuiver technisch gezien kan het
be0 z9n. Uiteraard stelt ieder bij de
die 0rdeling van de inhoud andere eisen,
liju hauw verwant zijn aan de persoon-
«ti srnaak (voorzover die aanwezig is)
lijt ^vensvisie. Dit behoeven wij nauwe-
<w hader te betogen; hierbij gelden im-
flie dezelfde beoordelingswaarden1 als
beft -00rbeeld bij een roman. Een voor
as *®lijk idee kan aanmerkelijk aan waar-
^PV]lnboeten, door een onbeholpen vorm-
ooy°°rts moeten wij, evenals bij de be-
(0j deling van welk kunstwerk dan ook
'tti
deze niet door studie gevormd hebben
9 g]r tex/tnrfn AVtfen ho_
dit nu een lied is of een roman of
schilderstuk) aan onze persoonlijke
"aak niet de minste waarde hechten, als
w als wij ons niet terdege ervan be-
ijhst zijn, dat alles, wat wij moöi vinden.
J. niet mooi is en andersom,
d hieruit volgt o.a., dat wij bij de be-
^deling ook niet af moeten gaan op de
kj'Voering alleen. De man, die dol is op
,j ®homuziek, zal geneigd zijn een liedje,
Bom p accordeon begeleid wordt, minder
Wi?0 te vinden. Al deze facetten dienen
1m gcseheiden te houden. Hierbij herha-
SM-^ij, wat we in ons eerste artikel
wan®v«n: Al deze grenzen vallen pas 0p,
Bom er fouten gemaakt znn. Bij een
d üedje passen alle onderdelen, m el-
ïejj er js dan geen plaats voor theo-
üi^e grenzen,
flu11 zijn alle waarheden als koeien,
vas, «oor „de grote men" maar al te
over het hoofd worden gezien.
4u,°c komt het nu, dat de liedjes, die
kia Werkelijk goed zijn, zo weinig weer-
vinden bij het grote publiek? De
grn;C fout ligt over het algemeen bij „de
WÏ men" zelf, die meestal geen lust
ievi.
I tot nauwgezet luisteren,
hei, *en tijd als de onze, waarin ae raam
vaak slechts de rol wordt toebe-
aSv. o van stilteverbreker, die al of niet
bj"g*name klanken in onze huiskamer
fuhgt. is een oppervlakkig oordeel sche-
h0(f,«n inslag. Wat op „het eerste ge-
Ali. de aandacht trekt is mooi of leuk.
\y0' echter, waar naar geluisterd moet
vitin n' is bij voorbaat slecht en men
I,?1 er „niks an".
«n he theaters is het al net zo. Snip
W hap trekken maandenlang volle za-
W^-eh begrijpt u ons goed: terecht. Zij
.cn goed amusement en dat hoort er
va zdn tijd zeker bij. De hoofdschotel
liji heze programma's is echter de show.
rijke decors, een flink orkest, een
en tientallen anderen spannen
in, om de toeschouwers te overdon-
*0run. Dit geschiedt in een razende 'vaart,
flflrn1 men zich na de finale, het begin-
fllj-.'hcr nauwelijks kan herinneren, nog-
51 voortreffelijk amusement meest-
ilj^jhiaar aangepast aan de massa, die
«o0' bereid is op zijn tijd een meer per-
tjp.bk amusement te genieten,
lijk cabaret echter zoekt een persoon-
fler».?0ntact met iedere aanwezige afzon-
fle i Ik en vergt een zekere inspanning van
teu°cschouwer. Bij cabaret wordt slechts
TV0 geschaterd en veel geglimlacht.
f«tkfsen de revuebezoeker en de caba-
z°eker ligt hetzelfde verschil als tus-
Hü e schrokker en de fijnproever. De
is een hutspot, waarvan ieder zi.in
Nle„ deel krijgt met evenveel aardap-
's h en groente en vlees. Het cabaret
delicaat diner, waarbij men zich
V<hsM?*,te moet nemen te kiezen uit de
Ai^vhniende schotels. Juist dat kiezen
i. Hot .een diner aangenaam.
'hg ls dus helemaal niet onze bedoe-
^lè-he hutspot .als zodanig, te veroor-
8Btelr' ^V€nmin willen wij geringschattend
ï^i p n, over diegenen, die in het serve-
Ns J:f.Van ware kunstenaars zijn.
S "j" enkelen-van deze kunstenaars wil
dij ihOemen belanden we allereerst weer
°u Bandy. In ons vorige artikel schre-
NünÏÏ3, dat de liedjes van Lou Bandy
te lezen zijn en we maakten nog
(Van onze correspondent)
herdenking van het feit, dat zestien
,5fle b geleden de H, Antonius Abt als
,'ifl stder kluizenaars op zeer hoge leef-
s*erf, wordt in het Brabantse plaats-
Sint-Tunnis
Anthonis (kortweg
"s.0tbe -een zeer originele tentoonstelling
>,reid. Deze expositie, onder de titel
a tot Antonius in de Kunst", wordt van
a?ar Z5 augustus in het parochiehuis al-
be?eh°uden en zal kunstvoorwerpen,
ju z;p^ekking hebben op bedoelde heilige,
geven. Het Aartsbisschoppelijk
h kevu te Utre ht en vele andere musea
lebben ®n, ook in België en Duitsland.
t,ebfcn,<bun medewerking toegezegd. Een
thP'iten schilderijen, beelden, wand-
eh 0n ®b andere preciosa en curiosa zal
i® manier bijeen kunnen brengen,
h Am^hde de expositietijd vinden te
Bii hePw?,nis diverse feestelijkheden plaats.
Or,. ®öao Ubdekring belegt o.a. een grote
''Uit y°or alle St.-Antonius-gilden
®re erfe®sten, handboog-toernooien en
°gratnsport6venementen staan op het
enige opmerkingen, die, blijkens reacties,
kleinerend zijn opgevat. Dj,t is geenszins
de bedoeling geweest. Wij hebben slechts
willen betogen, dat het cabaretlied en hei
„pretlied" geheel verschillend van waarde
zijn. Iets verder schreven wij dan ook, dat
de liedjes van Bandy (in grote lijnen al
thans) wel degelijk hun waarde hebben
en we herhalen dit, er aan toevoegend,
dat Lou Bandy in Nederland een genre
vertegenwoordigt. Een genre, dat mis
schien wat uit de tijd is, maar dat toch
jaren het Nederlandse amusementsleven
heeft tieheerst. En als we dan zien hoe
hij. nu hij de vijfenzestig gepasseerd is,
soms nog op de planken staat met een
vitaliteit als geen ander, vragen wij ons
met verwondering af, waar die kracht
vandaan komt. Wij persoonlijk geloven van
die hutspot, die hij altijd, als extra attrac
tie, met spuitwater heeft geserveerd.
Twee andere brengers bij uitstek van
massa-amusement zijn Willy Walden en
Piet Muyselaar. De verdiensten van de
laatste is bovendien dat hij ieder jaar, bij
alle massawerk. even de tijd neemt, om
een fantastisch gebracht liedje in de zaal
te „leggen", dat meestal de vergane glorie
van de voorbije generatie tot onderwerp
heeft. De oude schoolmeester, die, al
gepensioneerd, wegens te kort aan onder
wijskrachten, weer voor de klas komt en
zo met de „problemen" van de moderne
jeugd wordt geconfronteerd. De oude
opa, die, alleen achtergebleven in het ou-
deliedenhuis, nog slechts wacht op de dag,
waar opoe op hem wacht. Stuk voor stuk
kostelijke bespiegelingen, die sommigen
als „vals sentiment" zullen veroordelen,
maar die anderen, al was het alleen maar
om de manier, waarop zij gebracht wor
den, hogelijk waarderen.
Is het massa-amusement als zodanig dus
niet te veroordelen, wèl te veroordelen zijn
zij, die alleen maar hutspot eten en die
op de duur gaan denken, dat er niets an
ders dan hutspot bestaat. Alles, wat geen
hutspot is, wordt onverwijld veroordeeld.
Het massawerk. als zodanig en op zijn
tijd aanvaardbaar, wordt kriterium bij
de beoordeling van kleinkunst.
Massa-amusement is goed, als het maar
als zodanig gebracht wordt. Zodra men
het echter op het vlak van het cabaret
gaat brengen, begaat men een misstap.
Men geeft het een hogere waarde, dan
het in feite heeft en ontneemt er daar
door juist de waarde aan. Het verliest
daardoor zijn echtheid.
Evenzo doet men fout, als men sub
tiele kleinkunst op het vlak van het mas
sa-amusement brengt.
Deze fouten nu worden maar al te veel
gemaakt. Allereerst door amateurs. Niet
waar. hoe gaat dat. Een vereniging dient
zijn kas te versterken en dan wordt, er
een „Cabaretavond met bal na" op touw
gezet. De onuitroeibare jongens met de
gitaar, het accordeonduo, de moppentap-
pende conferencier, brengen achtereen
volgens hun nummer en al of niet ge
mengde zanggezelschappen staan Nonnen-
en Slavenkoren weg te geven met een
enthousiasme, groter dan alle nonnen en
alle slaven van alle tijden bjj elkaar, ooit
op zouden kunnen brengen. Om het erg
mooi te maken, staat er een zangeres
op het programma die het „Ave Maria"
van Schubert brengt, waarna een cowboy
ensemble met knallende pistolen de stilte
komt verstoren. Stuk voor stuk verdien
stelijke nummers misschien, maar door
een verkeerde samenstelling van het pro
gramma in een volkomen disharmonie op
de planken gebracht. Toch vindt iedereen
het mooi, omdat iedereen het mooi vindt.
Na afloop zijn er bloemen en men heeft
zich kostelijk geamuseerd. „Elck wat
wils",
Als amateurs zich hieraan bezondigen,
is het nog tot daaraan toe. Veel erger is
het, als de vakmensen, of door onkunde,
of speculerend op de (wan)smaak van
de massa, dit doen en zich dan bovendien
inbeelden, dat zij iets goeds te brengen
hebben.
Wanneer uitvoerenden en luisteraars
toeschouwers de juiste waarden uit het
oog verliezen is het eind zoek. Het is dan
noch vis, noch vlees. Wanneer een ar
tiest, die vakman is. vis brengt, weet hij,
dat er een kostelijk gerecht van te berei
den is. Hij weet echter ook, dat er aan vis
een kwalijke lucht zit. Wanneer hij, in
of ondanks deze wetenschap, volkomen
achter zijn werk gaat staan, zal hij die
kwalijke lucht niet trachten weg te wer
ken. Hij zal zijn werk echt brengen en de
echtheid verleent het zijn waarde.
Een volgend maal zullen wij „de zonden
tegen de echtheid" weer waf verder be
naderen.
De verteller, die kinderen kan boeien
met zijn verhaal over de liefde van God
voor de mensen en de werking van die
liefde in de mensen, is zelf een geschenk.
Jean Dulieu is er zo een. Zijn boek „Fran
cesco" (Uitg. C.P.J. van der Peet, Am
sterdam) moet voor jongens en meisjes
fascinerend zijn. Toegegeven: Franciscus
van Assisi's leven is zo flonkerend, dat t
gemakkelijker valt te beschrijven, dan dat
van laat ons zeggen: Thomas van Aquino.
Niettemin: Jean Dulieu heeft %ijn biogra
fie tot iets bijzonders gemaakt door niet
alleen zijn liefde voor San Francesco, maar
ook zijn grote kennis van het Duecento
en van het Italiaans landschap weer te ge
ven, als zag hij zelf met de ogen van
een jongen. Een» boek, dat wij van harte
aanbevelen.
Een veel moeilijker taak zag Lambert
Heijnen zich opgedragen door het „Kate-
chetisch Centrum Canisianum", nl. ver
tellingen te schrijven ontleend aan de H.
Schrift en bestemd voor jonge kinderen
van de kleuterschool en de eerste klassen
der lagere school. De schrijver heeft u,ti
het Oude Testament het verhaal over de
schepping en de zondeval; de geschiedenis
van Kain en Abel en van Abraham geno
men, om daarna verder over Jesus' leven
te schrijven. Hoewel het inderdaad juist is,
dat het kind niet teveel van de hoofdzaak
wordt afgeleid door mogelijk verwarrende
bijzonderheden en pittoreske détails, vra
gen wij ons toch af, of de schrijver juist ter
verlevendiging van zijn verhaal niet meer
beeldende en tot de kinderfantasie spre
kende bijzonderheden had moeten vertel-i
len. De tekst is zo wellicht toch iets te
strak geworden. Maar de voorlezer zal
hjer uiteraard zelf met een enkele toe
voeging gemakkelijk de aandacht vast
kunnen houden. Heijnen's verhaal bezit
overigens voortreffelijke kwaliteiten en
heeft in ieder geval de grote verdienste,
dat hij de kern van zijn didactische ver
tellingen helder en voor kinderen begrij
pelijk weergeeft in een taal die kleine
kinderen ook aanspreekt. Iedereen, dit
weet hoe moeilijk deze taak was, zal voor
Heijnen's werk dan ook bewondering ge
voelen. Het boek is onder de titel: „God
houdt van ons", zeer mooi uitgegeven door
de uitgeverij Cantecleer te Utrecht. De
plaatjes van Maria WinkelHendriks ma
ken hét tot een feestelijk geheel. Het zal
op school en in het gezin zeker met veel
plezier gebruikt kunnen worden.
Vrijdagmiddag arriveerde op Schiphol de beroemde dirigent George Szell, niet
zijn even bekende Cleveland-orkest. Na zijn vermoeiende reis uit Polen had
George Szell ook nog tijd om aan de vele belangstellenden het een en ander te ver
tellen over 'zijn tournee, die nu in Holland eindigt. Maandag vliegt hij naar
Parijs vanwaar hij per auto naar Zwitserland gaat voor vakantie. Hedenavond .te houden was door een begrijpelijkheid,
dirigeert hij het Concertgebouworkest, waar hij vol lof over sprak. I voortkwam uit traditie of behoudsge
Vier heren van formaat op het gebied
van architectuur. prof. dr. A. M.
Hammacher. directeur van het Rijks
museum KröllerMüller, R. H. Fledde-
rus, architect, J. J. Vriend, criticus en Ir.
W. van Tijen, zijn dezer dagen eens
achter de groene tafel gaan zitten
in de zaal van de Rotterdamsche Kunst
kring aan de Witte de Withstraat om met
elkaar over „Het monument in de stad"
te praten.
Of het nu komt omdat Rotterdam in de
laatste jaren er enkele in het oog sprin-
I gende monumenten heeft bij gekregen, of
omdat Rotterdam met deze gedenktekenen
zo op het eerste gezicht niet al te geluk
kig is geweest, in ieder geval was de
j belangstelling voor dit achtenswaardig fo
rum vrij groot. Een- en ander geschiedde
onder auspiciën van de vereniging Bouw
kunst en Vriendschap.
De beschouwingen, die werden gehou
den over de verschillende aspecten van
het monument dreigden nog wel eens uit
te lopen op kritiek. Kritiek op concrete
voorbeelden en uiteraard op Rotterdamse
voorbeelden. Natuurlijk kan men waarde
hechten aan de uitspraak van deze des
kundige heren, maar even belangrijk is
het dat er een kritisch geluid wordt be
luisterd. Speciale vragen in dit verband
waren o.a. Wat is een monument Is een
monument Zonder geestelijke achtergrond
denkbaar en welke waarde heeit een
monument voor de toekomst
Aan het einde van de avond werden
er echter nog enkele vragen door mensen
uit de zaal gesteld. Een daarvan handelde
over de moeilijke verstaanbaarheid van
bepaalde moderne monumenten. Dit werd
een begrijpelijk probleem geacht, maar het
forum was van mening dat in onze tijd
de kunstwaardering zich aan het wijzigen
is, dat er een groeiproces gaande is,
waaruit een uitdrukkingswijze ontstaat, die
door steeds meer mensen wordt verstaan.
Het onbevangen open stellen voor deze
nieuwe uitingen van onze tijd, zal nood
zakelijk zijn. Als de gewone man zich
ergert aan wat tot stand komt. is dat
volkomen begrijpelijk, maar evenzeer was
men van mening dat het groeiproces naar
een nieuwe aanvaardbaarheid niet tegen
zindheid.
'«Advertentie)
Hans Stosch Sarrasani - één var, de
grootste circusdirecteuren die Europa
ooit gezien heeft - werd geboren uit een
welgestelde fabrikantenfamilie in Po-
sep. Reeds heel jong verloor hij zijn
moeder en in zijn eenzaamheid vond
hij troost in zijn vriendschap met zijn
paarden, ezels en honden. Zijn vader
verwachtte van hem een grootse carriè
re in het voetspoor van zijn voorge
slacht, dat hoge ambtenaren, juristen en
zelfs admiraals had geteld. Maar Hans
Stosch Sarrasani had andere dromen.
Eerst doorliep hij het gymnasium te
Breslau en trok later als volontair naar
een bevriende relatie in Berlijn. En
toen gaf hij er de brui aan Dagen
lang zwierf hij zonder geld en zonder
eten rond. Totdat op zekere dag
Lees deze .kostelijke geschiedenis van
een groot man en al die andere drama
tische, komische en spannende verha
len over het circuslèven achter de
schermen. Geniet avonden lang van het
mooiste circusboek dat u ooit zag „De
Bonte Droom van het Circus". Een
boeiend en afwisselend verhaal met tal
loze pentekeningen en vele prachtige
kleurenplaten en plaatjes; geschreven
door de circuskenners bij uitstek J. v.
Doveren en Fred Thomas. Voor slechts
f 2.50 kunt u dit boekwerk kopen bij
uw roomboterleverancier of recht
streeks bestellen per brief of briefkaart
bij Kantoor „Roomboteralbum", Post
bus 47, 's-Gravenhage. U krijgt dan het
album per omgaande toegezonden on
der rembours.
Vermeld vooral duidelijk uw naam en
volledig adres. De bijbehorende plaatjes
ontvangt u gratis voor rijksbotermer-
ken. U vindt zo'n merk op elk pakje
roomboter.
Neem een pakje extra voor de zondag!
Ja, de schrijfster is een voortreffelijk
vertelster, maar zij is ook een bekwaam
romancière. De opzet van haar boek hield
het gevaar in zich, dat het zou uiteen
vallen in een aantal op zich boeiende ver
halen. Doch Norah Lofts heeft dank zij
een meesterlijke compositie de macht
Vele nieuwe stukken zijn mij reeds on
der de ogen gekomen, hoewel ik eerlijk
moet bekennen: hog lang niet alle stuk
ken. Alle stukken zijn ook nog niet van de
pers verschenen.
Mijn eerste indruk is een vrij goede in
druk. Natuurlijk zijn er stukken bij nog
van de oude garde, sentimenteel, on
waarschijnlijk, onecht, drakerig, slecht ge
schreven. goedkoop van inhoud, maar ik
heb ook meer en zelfs vele vrij goede
en soms zelfs zeer goede stukken gele
zen. Goed van inhoud en ook zeer goed
geschreven.
Het amateurtoneel van nu is niet meer
het amateurtoneel van een twintigtal ja
ren terug. Het heeft een ontwikkeling on
dergaan, vooral sinds de laatste oorlog.
We willen geen enkele vergelijking trek
ken met het beroepstoneel, omdat elke
vergelijking hiermee volkomen uit den bo
ze is. Het beroepstoneel is een beoefe
ning van het toneel (of mogen we hier
zelfs het woord beoefenen al niet meer
gebruiken?) door kunstenaars, die van het
toneel hun vak gemaakt hebben. Het ama
teurtoneel is een beoefening van het toneel
door liefhebbers, die hiermee hun vrije tijd
goed besteed willen zien. Een hobby dus.
Maar door de ontwikkeling, die het ama
teurtoneel de laatste jaren heeft doorge
maakt, is het niet een vrijetijdsbesteding
zonder meer gebleven, maar heeft het
werkelijk waarde gekregen, waarde voor
de gemeenschap als beschaving brengend
orgaan. Het heeft naast het beroepsto
neel zijn eigen plaats weten te veroveren.
En niemand zal de opvoedende en bescha
vende waarde van het amateurtoneel meer
durven ontkennen.
Maar hebben de stukken, heeft het re
pertoire gelijke tred gehouden met de
ontwikkeling van het amateurtoneel?
Lange tijd hebben we er sterk aan ge
twijfeld. Het. aanbod volgt meestal op de
vraag. En het" feit, dat er nog zoveel stuk
ken uitkomen, die niet de maat halen,
komt eenvoudig doordat de vraag ernaar
nog steeds zo groot blijft. Dus die grootse
ontwikkeling, die het amateurtoneel heeft
doorgemaakt, moeten we niet te algemeen
willen zien. Zo algemeen is zij nog lang
niet. Blijft deze vraag achterwege dan
zullen ook op den duur die mindere stuk
ken achterwege blijven. Het is de taak
van organen als het W.K.A. om ervoor
te zorgen dat de vraag naar dergelijke
stukken achterwege blijft. Niet door ver
boden, maar door smaak-ontwikkeling,
waardoor men er zelf toe komt niet meer
naar dergelijke stukken te vragen. Langs
de weg der geleidelijkheid dus.
Maar al is de ontwikkeling dan nog lang
niet algemeen, de ontwikkeling zelf is een
feit, en de vraag naar minderwaardig en
goedkoop werk is zeer zeker niet meer
algemeen. De vraag naar degelijk opbou
wend en literair verantwoord werk is
zelfs vrij groot. En voldoen de uitgevers
aan deze vraag?
M.i. ja. al voldoen zij ook nog steeds
aan de andere vraag en dit laatste mis
schien in ruimere mate dan het eerste.
Hoofdzaak is echter, dat zij aan de
vraag naar goed werk voldoen.
Er komen steeds meer stukken uit. die
alle toetsen van de kritiek kunnen door
staan. De uitgevers hebben hun tjjd be
grepen en zqn met hun tijd meegegaan.
Het repertoire is niet bij de ontwikke
ling ten achter gebleven. En wat bijzon
der gelukkig is: er zijn ook vele zeer goe
de stukken van Nederlandse schrijvers uit
gekomen.
Want laten we het maar eerlijk beken
nen, de ontwikkeling van het amateurto
neel had aanvankelijk tot gevolg, dat men
zijn kracht zocht te meten met een re
pertoire, dat ver boven de krachten van
het amateurtoneel uitging. Het repertoire
van het beroepstoneel. En dat is nu een
maal hetzelfde als het repertoire, dat in
het buitenland verschijnt en vooral in
Amerika. Anne Frank had hier nooit een
kans gehad, als het niet eerst een succes
was geweest in Amerika. Het ontwikkel
de amateurtoneel meende ook deze kant
op te moeten gaan. Groei gaat nu een
maal immer gepaard met excessen. En
wat is er gemakkelijker voor een uitge
ver dan wat stukken te laten vertalen of
stukken van het beroepstoneel op de markt
te gooien. Maar dit is zijn taak niét.
Zijn taak is stukken van eigen schrijvers
naar voren te schuiven. Eigen schrijvers
te stimuleren. Een eigen Nederlands re
pertoire op te bouwen.
Een moeilijke taak inderdaad, maar een
landslievende taak. Een taak van hoge
culturele waarde. En hierin slaagt men
m.i. steeds meer. Het nieuwe repertoire
houdt ongetwijfeld veel beloften in. al zal
men zich door vele andere stukken even
eens nog teleurgesteld voelen.
over haar personen en hun lotgevallen in
de hand gehouden, zonder zichzelf tussen
haar figuren te dringen .Zij laat hen ieder
persoonlijk het verhaal van hun leven
doen.
En ook is Norah Lofts iemand, die een
fijne neus heeft voor de historische kleur
en de historische anecdote. Haar verhaal
begint in 1577 en het eindigt vierhon
derd bladzijden en bijna vierhonderd jaar
later in deze tijd. Anders gezegd: het
begint ten tijde van Elizabeth I en eindigt
bij Elizabeth II. Er is dus een brok En
gelse geschiedenis in deze roman verwerkt
niet als wetenschap of als entourage,
doch als zelfbeleefde menselijke ervaring.
Marravay is een door en door En
gels landhuis, bescheiden van omvang
maar rijk aan sfeer en herinneringen.
De schrijfster zegt: „Dit is het ver
haal van hen, die het hebben gebouwd,
die het hebben bemind of gehaat, van
hen, die het voor geld hebben gekocht
èn van hen, die er met andere munt
voor hebben betaald".
Daarin ligt alle stof voor conflicten en
dramatische verwikkelingen samengevat.
Het is niet mogelijk de rijke en boeien
de inhoud van „Gezegend zij dit huis" na
te vertellen. Volwassenen, die van een
goede roman houden, zullen er zeker veel
genoegen aan beleven.
Ook Margit Söderholm is een schrijf
ster, die geen nadere introduktie nodig
heeft. Haar jongste roman,, Kerstmis op
Hellesta", eveneens geïllustreerd door
Anton Pieck, acht men het beste van de
drie boeken, waarvan dit het op zichzelf
staande derde deel vormt. De lezer wordt
weer binnengeleid in de familie Ancker-
berg, op Kerstmis bijeen op het land
goed Hellesta. Er is een sterke, roman
tische liefdesgeschiedenis in het verhaal
verweven en fascinerend is vooral ook de
omgeving en de sfeer (volwassenen).
Het zijn allemaal schrijfsters, die op
het ogenblik voor ontspanningsromans
van hoog peil zorgen. Marguerite Roulin
heeft een familieroman van drie delen
geschreven, de geschiedenis van het
Zwitserse geslacht Burglin. In „Een
tweeling groeit op" wordt ons de kleine
familie voorgesteld, in „Wijkende we
gen" is de eerste wereldoorlog de oor
zaak van een tragische splitsing in de
familie, terwijl in het bewogen derde
deel „Gaston en Christine" de ring
wordt gesloten. Het zijn vlotte, sympa
thieke romans.
Na C. van Eysdens sober en betrouw
baar maar door zijn stof toch door en
door romantisch en boeiend boek over
„Napoleon" (verlucht met foto's uit de
bekende film van Sacha Guitry), heeft
de Zuidhollandse Uitgeversmij thans in
romanvorm de wel zeer spectaculaire le
vensgeschiedenis van Joséphine de Beau-
harnais, de eerste vrouw van de Corsi-
caan, uitgegeven. Het boek is geschreven
door F. W. Kenyon. Het is zeer goed ver
taald door mevrouw Tadema-Sporry en
verlucht met zes tekeningen van Auke A.
Tadema.
Natuurlijk was het niet de bedoeling
van de schrijver, als beschuldiger of pleit-
(Advertentie)
bezorger van deze merkwaardige en exo
tische Joséphine op te treden. Hij heeft
slechts het verhaal van haar leven willen
schrijven, bont en kleurig, met alle licht
en schaduwzijden. Hij heeft een historisch
tafereel willen geven, dat in de verbeel
ding tot leven komt. En daar is hij zeker
in geslaagd (Volwassenen).
Tenslotte wil ik nog wijzen op de ro
man „Het naakte risico", geschreven door
Phyllis Gordon Demarest en bewerk door
drs. M. G. Schenk, die voor haar presta
tie zeker een extra woord van lof ver
dient. „Het naakte risico" is een avon
turenroman van ongewone menselijkheid.
Middenin staat het grootste aller avon
turen: dat van een allesoverheersende
liefde. De hoofdpersoon, Albert Richard
son, is een man die geen gevaar uit de
weg gaat. Hij onderscheidt zich in de Ame
rikaanse burgeroorlog door een sensatio
nele vlucht. Tenslotte wordt hij toch ge
broken: zijn (onmogelijke) liefde voor Ab-
by Sage MacFarland wordt de oorzaak
van duivelse verwikkelingen.
De misdaad, welke in deze roman wordt
behandeld, blijkt op ware feiten te berus
ten. Bijna zestig jaar geleden heeft deze
zaak de gemoederen in geheel Amerika
in beweging gebracht. Dat de schrijfster
op zulke sensationele gegevens een zo
waardige en „rustige" roman heeft ge
bouwd, pleit voor haar bekwaamheid en
haar goede smaak. Het boek is bestemd
voor volwassenen.
Een nieuwe roman van Hugo Claus kan
niet zo verrassend z\jn of wij weten te
voren reeds in welke wereld van ont
wrichting, wanhoop en vage weemoed h\j
ons brengen zal. Die atmosfeer van hel
norm- en vormloze bestaan, de brute sek
sualiteit, het zich animaal en indolent uit
leven, het gewetenloos parasiteren op an
deren, schijnt vooralsnog het onmisken
bare literaire klimaat van deze kosmo
politische Westvlaming, van wie men ge
woon is bjj elke gelegenheid te vermelden
hoe jong in jaren althans hü wel is.
In dit opzicht beantwoordt De Koele
Minnaar (De Bezige Bq) geheel aan de
verwachting. Ik wil er bijvoegen dat dit
uitdagende bock tegelijkertijd noopt tot
erkenning van het toenemend uitdruk
kingsvermogen van de schrijver èn een
volstrekter weerzin tegen diens werkelijk-
heidsvoorstelilng. Aan deze. paradox valt
bezwaarlijk te ontkomen voor wie de norm
van het humane onder geen artistiek
voorwendsel wenst prijs te geven.
De „outcast" die Claus uitbeeldt in
„De koele Minnaar" is een tweelingbroer
van de „outcast", die hij tot hoofdfiguur
maakte van De Hondsdagen, en beiden zijn
duidelijke afsplitsingen van de „outcast"
in Claus zelf. Tevens vormen zij uiterste
tegenstellingen van de jonge schrijver,
van wie elke lezer onderhand weet welke
baantje hij te Parijs, te Londen en elders
heeft waargenomen en fllie zijn publiciteit
tot in de weloverwogen pose van zijn ge
fiatteerde foto's verzorgt; een schrijver
bovendien die intussen niet stilgezeten
heeft en, zoals men weet, reeds een oeuvre
op zijn naam bracht waarmee rekening
te houden is. Zijn bovenbedoelde sujetten
evenwel blijven verstoken van enigerlei
ambitie op gebied der menselijke activiteit,
de genotzucht buiten beschouwing gelaten
Die jongens zijn wel artistiek begaafd en
bewegen zich trouwens enkel in kringen
van (soms nogal vage) artiesten en bohé
miens, maar al zijn ze straatarm, ze voeren
letterlijk niets uit voor de kost, laten zich
door vrouwen courtiseren en onderhou
den en schijnen praktisch hun hersens al
leen te gebruiken om geldleningen te slui
ten of manieren uit te denken höe hun
geliefde voor het nodige geld kan zor
gen.
Van deze kant is Claus eigenlijk het
minst „modern", want parasitisme, in ver
schillende graden van schaamteloosheid,
is er altijd geweest en de figuur van de
parasiet in de letterkunde is legio. B\j hem
echter klopt er iets niet. Dat oneindig laf
fe, mens-verlagende ploertendom Iaat ziet»
immers kwalijk verbinden met een uiterst
gevoelige, soms goedige aard, een com
passieuze natuur en met een verfijnd kri
tische geest, zoals dat bij zijn koele min
naar het geval bliikt Of moet men in die
paradoxale combinatie misschien juist het
„moderne" zien? Hoe dit zij, een psycholo
gische verantwoording van deze houding
ontbreekt, en de schrijver die overi
gens sterk is in de kunst der suggestie
suggereert nergens enige merkbare af
keuring. Toch is er wel kritiek op zijn
hoofdfiguur, maar die Iaat hij over aan
de, evenwel niet ernstig genomen, eerlijke
burgers, en wat al iets meer zegt aan
het meisje Jia, die Edward in een van
hun vele ruzies toevoegt: „Ik ben bang
voor jou. Je bent èen gevaarlijke gek die
men beter opsluiten zou. Want je werkt
niet. je doet niets, je verwacht van ieder
een dat zjj je eten in de mond stoppen.
dorp aan een film meewerkt. Het wordt lè
spoedig een liaison en later, na de film,
trekt hij met het toneelgezelschap, waar
het meisje een engagement heeft, langs
alle theatersteden van Italië. Hun verhou
ding staat onder druk van hun gevoelige
humeuren en zekere incompatibiliteit, ook
wel van kritiek vanwege Jia's relaties. Ze
wordt telkens dramatisch onderbroken
wanneer er een Invloedrijke oudere actri
ce, een Lesbische overigens, in de buurt
komt, die onweerstaanbare aantrekkings
kracht op het meisje blijkt uit te oefenen.
Dan staat Edward alleenen moet hij
voor zichzelf zorgen tot Jia terugkomt en
zij zich weer verzoenen. Na de tweede of
derde maal heeft hij er genoeg van en
besluit met»een luchtig „Hop, naar het hel
der en grijs land daarboven", terug naar
Vlaanderen te gaan.
Die luchtigheid is maar pose, want Ed
ward is zich, meer dan zjjn omgeving
(waaraan hij zich trouwens superieur
voelt), van zjjn eenzaamheid en ellende be
wust. Het moet gezegd worden dat het
milieu van ambitieuze, intrigerende, slor
dig levende toneel- en filmspelers, het
„ras van de glimlach" zoals Edward ze
smalend noemt, zeer suggestief is weerge
geven. Verschillende tonelen, ook b.v. van
het leven onder de vissers in het kust-
plaatsje, vergeet men niet licht. De tekst
wcmelt trouwens van poëtische natuur-
Het verhaal speelt in Italië, waarheen j notities en fjjne atmosferische aanduidin-
Edward een escapade ondernam met een gen, die wel een schril contrast vormen
oudere vrouw, echtgenote van een Vlaamsmet de treurige tribulation van de hoofd-
mdustneel. Als de sight-seeing voorbij is persoon. Men kan oog hebben voor het
besluit hij plotseling in Italië te blijven verlangen naar een zuiverder bestaan, dat
en laat de wanhopige vrouw (een navrantals een dunne draad met heel grove rjj ï-
toneel) alleen terugkeren, niet dan nadat [steken door dit verhaal loopt, en al "de
hij een behoorlijke som gelds van haai kwaliteiten van dit proza waarderen het
heeft aangenomen, waarmee hij het een j maakt het geheel niet minder een afbraak-
maand kan uitzingen. Niet lang daarna j P'odukt (het talent in dienvt van de voi-
tijdens 'n bioscoopvoorstelling in de open slagen willoosheid, van a-sociaiiteit en on-
lucht, waarbij een onvergetelijke doov rrrantwoordeljjkheid), dat geen enkele
mentaire van een door kleine, vraatzuch toekomst Iaat verwachten en alleen de
tige vissen levend verslonden krokodil hoop op een volledig „tabula rasa" ver
wordt vertoond, maakt hij kennis met de sterkt.