Amusement niet alleen ondergaan, 'Raar ook eens persoonlijk genieten Muren, die kunnen spreken Zal het nieuwe repertoire bevredigen of niet? DE KOELE MINNAAR Echtheid bepaalt de waarde Ck.hA op zijn hor- ^.Se, om te zien, of hij achter raakte op y tijdschema. Zo v S hij weinig of niets A1* al het schoons, y er onderweg te viel. „GEZEGEND ZIJ DIT HUIS door Norah Lofts Enkele indrukken De jongste roman van Hugo Claus K Religieuze kinder lectuur Forum over „Het monu ment in de stad" Ben H. Jonge jan Zoon uit fabrikantenfamilie werd artiest... Eenheid A Historisch tafereel Pracht handen Tube95et Hamea-Gelei Hans Roest Hans van Bergen ZATERDAG 15 JUNI 1957 PAGINA 5 V; ik Kr at te 'I te V Was eens een man, Sr j naar Rome ging Pen. Hij wist dat hij ]^.r 10 minuten één llometer moest afleg- A Dit was dan ook jif enige zorg en na u re halve kilometer v,..? °ngeveer voelen i ons, als wij over et Nederlandse lied theoretiseren. de. Het is nl. een on- fWerp, dat niet in Ladertjes is onder te rengen. Toch gelo- ven «tl LOU BANDY Hutspot met spuitwatergezonde combinatie Wij dat het dien- j S is, om er mee te gaan, zodat e »grote men" door beter luisteren fijn instemming of zijn kritiek •heer gefundeerd kan geven. st H. ANTONIUS IN DE KUNST Norah Lofts is een geboren vertelster en het is heel goed te begrijpen, dat; haar boek Bless this house" een zeer groot succes is geworden. Het verschijnen van een Nederlandse bewerking van deze lijvige roman was voor mij aanleiding het boek te herlezen en wederom was ik zeer geboeid. Gezegend zij dit huis", vertaald door mr. S. E. Geerlings en versierd met tekeningen van Anton Pieck, is verschene i in de Cultuurserie van de Zuid Hollandse Uitgeversmij. Ad. M. C. Stok te Den Haag. Het is de roman over een huis dit wil zeggen: een oud Engels landhuis, Marravay gehten, is het decor voor een zeer beivogen reeks van geschiedenissen. Mensen komen hier, beleven er een kortere of langere tijd van geluk of leed, van angstige of vreugdevolle verwachting, van spanning en twijfel. en dan gaan zij. Soms verdwijnen zij, het onbekende tegemoet, of zij verlaten dit leven en blijven alleen nog herinnering, die op haar beurt weer vergaal. Maar steeds opnieuw komen er jonge mensen iets zoeken: een schuiloord. of een thuis. Straks vallen de catalogi weer in onze bussen. De uitgevers hebben weer een Jaar lang gezocht naar nieuwe stukken. Ze hebben schrijvers' gestimuleerd, hun opdrachten verstrekt, hun ideëen aan de hand ge daan, met hen gepraat en geredeneerd, hen in bepaalde richtingen gedreven en het resultaat van dit alles zal ons straks onder de ogen worden gebracht. Kunnen wij onze keus maken uit deze stukken, ja of neen? En als wij onze keus bepaald hebbeii, zal deze ons en het publiek dan ten volle bevredigen of niet? Stelt het nieuwe repertoire ons in staat een werkelijk culturele daad te stellen of moeten wij ge noegen nemen met niets-zeggende stukken? NORAH LOFTS de touwtjes in handen jonge actrice Jia, die in een naburig J. ROELAND VERMEER ioy.Attp i (Iff1 kij t^jjgaan nu terug naar het cabaretlied en <haïn de facetten, die bij de beoordeling gen Van van belang zijn. We hebben reeds vo«^nid de Tekst, de Muziek en de Uit- WulnS. De muziek en de uitvoering, zo it,*» wij bètoogd, moeten in overeen- zijn met de bedoelingen van de flat .er, vooropgesteld dan natuurlijk, z'eh die b«dt>ehngen goed zijn en dat hij êén .z° heeft uitgedrukt, dat er maar iW^terpretatie in aanmerking komt. De fla» speelt een ondergeschikte, maar J.om niet minder belangrijke rol. tgjj'l .de beoordeling van de tekst moe iten vanzelfsprekend een scheiding ma te tussen vorm en inhoud. Wanneer Vu1 hhoud van een liedje ons niet bevalt, 'het* nog ni,et zeggen, dat dit liedje goJ? is. Zuiver technisch gezien kan het be0 z9n. Uiteraard stelt ieder bij de die 0rdeling van de inhoud andere eisen, liju hauw verwant zijn aan de persoon- «ti srnaak (voorzover die aanwezig is) lijt ^vensvisie. Dit behoeven wij nauwe- <w hader te betogen; hierbij gelden im- flie dezelfde beoordelingswaarden1 als beft -00rbeeld bij een roman. Een voor as *®lijk idee kan aanmerkelijk aan waar- ^PV]lnboeten, door een onbeholpen vorm- ooy°°rts moeten wij, evenals bij de be- (0j deling van welk kunstwerk dan ook 'tti deze niet door studie gevormd hebben 9 g]r tex/tnrfn AVtfen ho_ dit nu een lied is of een roman of schilderstuk) aan onze persoonlijke "aak niet de minste waarde hechten, als w als wij ons niet terdege ervan be- ijhst zijn, dat alles, wat wij moöi vinden. J. niet mooi is en andersom, d hieruit volgt o.a., dat wij bij de be- ^deling ook niet af moeten gaan op de kj'Voering alleen. De man, die dol is op ,j ®homuziek, zal geneigd zijn een liedje, Bom p accordeon begeleid wordt, minder Wi?0 te vinden. Al deze facetten dienen 1m gcseheiden te houden. Hierbij herha- SM-^ij, wat we in ons eerste artikel wan®v«n: Al deze grenzen vallen pas 0p, Bom er fouten gemaakt znn. Bij een d üedje passen alle onderdelen, m el- ïejj er js dan geen plaats voor theo- üi^e grenzen, flu11 zijn alle waarheden als koeien, vas, «oor „de grote men" maar al te over het hoofd worden gezien. 4u,°c komt het nu, dat de liedjes, die kia Werkelijk goed zijn, zo weinig weer- vinden bij het grote publiek? De grn;C fout ligt over het algemeen bij „de WÏ men" zelf, die meestal geen lust ievi. I tot nauwgezet luisteren, hei, *en tijd als de onze, waarin ae raam vaak slechts de rol wordt toebe- aSv. o van stilteverbreker, die al of niet bj"g*name klanken in onze huiskamer fuhgt. is een oppervlakkig oordeel sche- h0(f,«n inslag. Wat op „het eerste ge- Ali. de aandacht trekt is mooi of leuk. \y0' echter, waar naar geluisterd moet vitin n' is bij voorbaat slecht en men I,?1 er „niks an". «n he theaters is het al net zo. Snip W hap trekken maandenlang volle za- W^-eh begrijpt u ons goed: terecht. Zij .cn goed amusement en dat hoort er va zdn tijd zeker bij. De hoofdschotel liji heze programma's is echter de show. rijke decors, een flink orkest, een en tientallen anderen spannen in, om de toeschouwers te overdon- *0run. Dit geschiedt in een razende 'vaart, flflrn1 men zich na de finale, het begin- fllj-.'hcr nauwelijks kan herinneren, nog- 51 voortreffelijk amusement meest- ilj^jhiaar aangepast aan de massa, die «o0' bereid is op zijn tijd een meer per- tjp.bk amusement te genieten, lijk cabaret echter zoekt een persoon- fler».?0ntact met iedere aanwezige afzon- fle i Ik en vergt een zekere inspanning van teu°cschouwer. Bij cabaret wordt slechts TV0 geschaterd en veel geglimlacht. f«tkfsen de revuebezoeker en de caba- z°eker ligt hetzelfde verschil als tus- Hü e schrokker en de fijnproever. De is een hutspot, waarvan ieder zi.in Nle„ deel krijgt met evenveel aardap- 's h en groente en vlees. Het cabaret delicaat diner, waarbij men zich V<hsM?*,te moet nemen te kiezen uit de Ai^vhniende schotels. Juist dat kiezen i. Hot .een diner aangenaam. 'hg ls dus helemaal niet onze bedoe- ^lè-he hutspot .als zodanig, te veroor- 8Btelr' ^V€nmin willen wij geringschattend ï^i p n, over diegenen, die in het serve- Ns J:f.Van ware kunstenaars zijn. S "j" enkelen-van deze kunstenaars wil dij ihOemen belanden we allereerst weer °u Bandy. In ons vorige artikel schre- NünÏÏ3, dat de liedjes van Lou Bandy te lezen zijn en we maakten nog (Van onze correspondent) herdenking van het feit, dat zestien ,5fle b geleden de H, Antonius Abt als ,'ifl stder kluizenaars op zeer hoge leef- s*erf, wordt in het Brabantse plaats- Sint-Tunnis Anthonis (kortweg "s.0tbe -een zeer originele tentoonstelling >,reid. Deze expositie, onder de titel a tot Antonius in de Kunst", wordt van a?ar Z5 augustus in het parochiehuis al- be?eh°uden en zal kunstvoorwerpen, ju z;p^ekking hebben op bedoelde heilige, geven. Het Aartsbisschoppelijk h kevu te Utre ht en vele andere musea lebben ®n, ook in België en Duitsland. t,ebfcn,<bun medewerking toegezegd. Een thP'iten schilderijen, beelden, wand- eh 0n ®b andere preciosa en curiosa zal i® manier bijeen kunnen brengen, h Am^hde de expositietijd vinden te Bii hePw?,nis diverse feestelijkheden plaats. Or,. ®öao Ubdekring belegt o.a. een grote ''Uit y°or alle St.-Antonius-gilden ®re erfe®sten, handboog-toernooien en °gratnsport6venementen staan op het enige opmerkingen, die, blijkens reacties, kleinerend zijn opgevat. Dj,t is geenszins de bedoeling geweest. Wij hebben slechts willen betogen, dat het cabaretlied en hei „pretlied" geheel verschillend van waarde zijn. Iets verder schreven wij dan ook, dat de liedjes van Bandy (in grote lijnen al thans) wel degelijk hun waarde hebben en we herhalen dit, er aan toevoegend, dat Lou Bandy in Nederland een genre vertegenwoordigt. Een genre, dat mis schien wat uit de tijd is, maar dat toch jaren het Nederlandse amusementsleven heeft tieheerst. En als we dan zien hoe hij. nu hij de vijfenzestig gepasseerd is, soms nog op de planken staat met een vitaliteit als geen ander, vragen wij ons met verwondering af, waar die kracht vandaan komt. Wij persoonlijk geloven van die hutspot, die hij altijd, als extra attrac tie, met spuitwater heeft geserveerd. Twee andere brengers bij uitstek van massa-amusement zijn Willy Walden en Piet Muyselaar. De verdiensten van de laatste is bovendien dat hij ieder jaar, bij alle massawerk. even de tijd neemt, om een fantastisch gebracht liedje in de zaal te „leggen", dat meestal de vergane glorie van de voorbije generatie tot onderwerp heeft. De oude schoolmeester, die, al gepensioneerd, wegens te kort aan onder wijskrachten, weer voor de klas komt en zo met de „problemen" van de moderne jeugd wordt geconfronteerd. De oude opa, die, alleen achtergebleven in het ou- deliedenhuis, nog slechts wacht op de dag, waar opoe op hem wacht. Stuk voor stuk kostelijke bespiegelingen, die sommigen als „vals sentiment" zullen veroordelen, maar die anderen, al was het alleen maar om de manier, waarop zij gebracht wor den, hogelijk waarderen. Is het massa-amusement als zodanig dus niet te veroordelen, wèl te veroordelen zijn zij, die alleen maar hutspot eten en die op de duur gaan denken, dat er niets an ders dan hutspot bestaat. Alles, wat geen hutspot is, wordt onverwijld veroordeeld. Het massawerk. als zodanig en op zijn tijd aanvaardbaar, wordt kriterium bij de beoordeling van kleinkunst. Massa-amusement is goed, als het maar als zodanig gebracht wordt. Zodra men het echter op het vlak van het cabaret gaat brengen, begaat men een misstap. Men geeft het een hogere waarde, dan het in feite heeft en ontneemt er daar door juist de waarde aan. Het verliest daardoor zijn echtheid. Evenzo doet men fout, als men sub tiele kleinkunst op het vlak van het mas sa-amusement brengt. Deze fouten nu worden maar al te veel gemaakt. Allereerst door amateurs. Niet waar. hoe gaat dat. Een vereniging dient zijn kas te versterken en dan wordt, er een „Cabaretavond met bal na" op touw gezet. De onuitroeibare jongens met de gitaar, het accordeonduo, de moppentap- pende conferencier, brengen achtereen volgens hun nummer en al of niet ge mengde zanggezelschappen staan Nonnen- en Slavenkoren weg te geven met een enthousiasme, groter dan alle nonnen en alle slaven van alle tijden bjj elkaar, ooit op zouden kunnen brengen. Om het erg mooi te maken, staat er een zangeres op het programma die het „Ave Maria" van Schubert brengt, waarna een cowboy ensemble met knallende pistolen de stilte komt verstoren. Stuk voor stuk verdien stelijke nummers misschien, maar door een verkeerde samenstelling van het pro gramma in een volkomen disharmonie op de planken gebracht. Toch vindt iedereen het mooi, omdat iedereen het mooi vindt. Na afloop zijn er bloemen en men heeft zich kostelijk geamuseerd. „Elck wat wils", Als amateurs zich hieraan bezondigen, is het nog tot daaraan toe. Veel erger is het, als de vakmensen, of door onkunde, of speculerend op de (wan)smaak van de massa, dit doen en zich dan bovendien inbeelden, dat zij iets goeds te brengen hebben. Wanneer uitvoerenden en luisteraars toeschouwers de juiste waarden uit het oog verliezen is het eind zoek. Het is dan noch vis, noch vlees. Wanneer een ar tiest, die vakman is. vis brengt, weet hij, dat er een kostelijk gerecht van te berei den is. Hij weet echter ook, dat er aan vis een kwalijke lucht zit. Wanneer hij, in of ondanks deze wetenschap, volkomen achter zijn werk gaat staan, zal hij die kwalijke lucht niet trachten weg te wer ken. Hij zal zijn werk echt brengen en de echtheid verleent het zijn waarde. Een volgend maal zullen wij „de zonden tegen de echtheid" weer waf verder be naderen. De verteller, die kinderen kan boeien met zijn verhaal over de liefde van God voor de mensen en de werking van die liefde in de mensen, is zelf een geschenk. Jean Dulieu is er zo een. Zijn boek „Fran cesco" (Uitg. C.P.J. van der Peet, Am sterdam) moet voor jongens en meisjes fascinerend zijn. Toegegeven: Franciscus van Assisi's leven is zo flonkerend, dat t gemakkelijker valt te beschrijven, dan dat van laat ons zeggen: Thomas van Aquino. Niettemin: Jean Dulieu heeft %ijn biogra fie tot iets bijzonders gemaakt door niet alleen zijn liefde voor San Francesco, maar ook zijn grote kennis van het Duecento en van het Italiaans landschap weer te ge ven, als zag hij zelf met de ogen van een jongen. Een» boek, dat wij van harte aanbevelen. Een veel moeilijker taak zag Lambert Heijnen zich opgedragen door het „Kate- chetisch Centrum Canisianum", nl. ver tellingen te schrijven ontleend aan de H. Schrift en bestemd voor jonge kinderen van de kleuterschool en de eerste klassen der lagere school. De schrijver heeft u,ti het Oude Testament het verhaal over de schepping en de zondeval; de geschiedenis van Kain en Abel en van Abraham geno men, om daarna verder over Jesus' leven te schrijven. Hoewel het inderdaad juist is, dat het kind niet teveel van de hoofdzaak wordt afgeleid door mogelijk verwarrende bijzonderheden en pittoreske détails, vra gen wij ons toch af, of de schrijver juist ter verlevendiging van zijn verhaal niet meer beeldende en tot de kinderfantasie spre kende bijzonderheden had moeten vertel-i len. De tekst is zo wellicht toch iets te strak geworden. Maar de voorlezer zal hjer uiteraard zelf met een enkele toe voeging gemakkelijk de aandacht vast kunnen houden. Heijnen's verhaal bezit overigens voortreffelijke kwaliteiten en heeft in ieder geval de grote verdienste, dat hij de kern van zijn didactische ver tellingen helder en voor kinderen begrij pelijk weergeeft in een taal die kleine kinderen ook aanspreekt. Iedereen, dit weet hoe moeilijk deze taak was, zal voor Heijnen's werk dan ook bewondering ge voelen. Het boek is onder de titel: „God houdt van ons", zeer mooi uitgegeven door de uitgeverij Cantecleer te Utrecht. De plaatjes van Maria WinkelHendriks ma ken hét tot een feestelijk geheel. Het zal op school en in het gezin zeker met veel plezier gebruikt kunnen worden. Vrijdagmiddag arriveerde op Schiphol de beroemde dirigent George Szell, niet zijn even bekende Cleveland-orkest. Na zijn vermoeiende reis uit Polen had George Szell ook nog tijd om aan de vele belangstellenden het een en ander te ver tellen over 'zijn tournee, die nu in Holland eindigt. Maandag vliegt hij naar Parijs vanwaar hij per auto naar Zwitserland gaat voor vakantie. Hedenavond .te houden was door een begrijpelijkheid, dirigeert hij het Concertgebouworkest, waar hij vol lof over sprak. I voortkwam uit traditie of behoudsge Vier heren van formaat op het gebied van architectuur. prof. dr. A. M. Hammacher. directeur van het Rijks museum KröllerMüller, R. H. Fledde- rus, architect, J. J. Vriend, criticus en Ir. W. van Tijen, zijn dezer dagen eens achter de groene tafel gaan zitten in de zaal van de Rotterdamsche Kunst kring aan de Witte de Withstraat om met elkaar over „Het monument in de stad" te praten. Of het nu komt omdat Rotterdam in de laatste jaren er enkele in het oog sprin- I gende monumenten heeft bij gekregen, of omdat Rotterdam met deze gedenktekenen zo op het eerste gezicht niet al te geluk kig is geweest, in ieder geval was de j belangstelling voor dit achtenswaardig fo rum vrij groot. Een- en ander geschiedde onder auspiciën van de vereniging Bouw kunst en Vriendschap. De beschouwingen, die werden gehou den over de verschillende aspecten van het monument dreigden nog wel eens uit te lopen op kritiek. Kritiek op concrete voorbeelden en uiteraard op Rotterdamse voorbeelden. Natuurlijk kan men waarde hechten aan de uitspraak van deze des kundige heren, maar even belangrijk is het dat er een kritisch geluid wordt be luisterd. Speciale vragen in dit verband waren o.a. Wat is een monument Is een monument Zonder geestelijke achtergrond denkbaar en welke waarde heeit een monument voor de toekomst Aan het einde van de avond werden er echter nog enkele vragen door mensen uit de zaal gesteld. Een daarvan handelde over de moeilijke verstaanbaarheid van bepaalde moderne monumenten. Dit werd een begrijpelijk probleem geacht, maar het forum was van mening dat in onze tijd de kunstwaardering zich aan het wijzigen is, dat er een groeiproces gaande is, waaruit een uitdrukkingswijze ontstaat, die door steeds meer mensen wordt verstaan. Het onbevangen open stellen voor deze nieuwe uitingen van onze tijd, zal nood zakelijk zijn. Als de gewone man zich ergert aan wat tot stand komt. is dat volkomen begrijpelijk, maar evenzeer was men van mening dat het groeiproces naar een nieuwe aanvaardbaarheid niet tegen zindheid. '«Advertentie) Hans Stosch Sarrasani - één var, de grootste circusdirecteuren die Europa ooit gezien heeft - werd geboren uit een welgestelde fabrikantenfamilie in Po- sep. Reeds heel jong verloor hij zijn moeder en in zijn eenzaamheid vond hij troost in zijn vriendschap met zijn paarden, ezels en honden. Zijn vader verwachtte van hem een grootse carriè re in het voetspoor van zijn voorge slacht, dat hoge ambtenaren, juristen en zelfs admiraals had geteld. Maar Hans Stosch Sarrasani had andere dromen. Eerst doorliep hij het gymnasium te Breslau en trok later als volontair naar een bevriende relatie in Berlijn. En toen gaf hij er de brui aan Dagen lang zwierf hij zonder geld en zonder eten rond. Totdat op zekere dag Lees deze .kostelijke geschiedenis van een groot man en al die andere drama tische, komische en spannende verha len over het circuslèven achter de schermen. Geniet avonden lang van het mooiste circusboek dat u ooit zag „De Bonte Droom van het Circus". Een boeiend en afwisselend verhaal met tal loze pentekeningen en vele prachtige kleurenplaten en plaatjes; geschreven door de circuskenners bij uitstek J. v. Doveren en Fred Thomas. Voor slechts f 2.50 kunt u dit boekwerk kopen bij uw roomboterleverancier of recht streeks bestellen per brief of briefkaart bij Kantoor „Roomboteralbum", Post bus 47, 's-Gravenhage. U krijgt dan het album per omgaande toegezonden on der rembours. Vermeld vooral duidelijk uw naam en volledig adres. De bijbehorende plaatjes ontvangt u gratis voor rijksbotermer- ken. U vindt zo'n merk op elk pakje roomboter. Neem een pakje extra voor de zondag! Ja, de schrijfster is een voortreffelijk vertelster, maar zij is ook een bekwaam romancière. De opzet van haar boek hield het gevaar in zich, dat het zou uiteen vallen in een aantal op zich boeiende ver halen. Doch Norah Lofts heeft dank zij een meesterlijke compositie de macht Vele nieuwe stukken zijn mij reeds on der de ogen gekomen, hoewel ik eerlijk moet bekennen: hog lang niet alle stuk ken. Alle stukken zijn ook nog niet van de pers verschenen. Mijn eerste indruk is een vrij goede in druk. Natuurlijk zijn er stukken bij nog van de oude garde, sentimenteel, on waarschijnlijk, onecht, drakerig, slecht ge schreven. goedkoop van inhoud, maar ik heb ook meer en zelfs vele vrij goede en soms zelfs zeer goede stukken gele zen. Goed van inhoud en ook zeer goed geschreven. Het amateurtoneel van nu is niet meer het amateurtoneel van een twintigtal ja ren terug. Het heeft een ontwikkeling on dergaan, vooral sinds de laatste oorlog. We willen geen enkele vergelijking trek ken met het beroepstoneel, omdat elke vergelijking hiermee volkomen uit den bo ze is. Het beroepstoneel is een beoefe ning van het toneel (of mogen we hier zelfs het woord beoefenen al niet meer gebruiken?) door kunstenaars, die van het toneel hun vak gemaakt hebben. Het ama teurtoneel is een beoefening van het toneel door liefhebbers, die hiermee hun vrije tijd goed besteed willen zien. Een hobby dus. Maar door de ontwikkeling, die het ama teurtoneel de laatste jaren heeft doorge maakt, is het niet een vrijetijdsbesteding zonder meer gebleven, maar heeft het werkelijk waarde gekregen, waarde voor de gemeenschap als beschaving brengend orgaan. Het heeft naast het beroepsto neel zijn eigen plaats weten te veroveren. En niemand zal de opvoedende en bescha vende waarde van het amateurtoneel meer durven ontkennen. Maar hebben de stukken, heeft het re pertoire gelijke tred gehouden met de ontwikkeling van het amateurtoneel? Lange tijd hebben we er sterk aan ge twijfeld. Het. aanbod volgt meestal op de vraag. En het" feit, dat er nog zoveel stuk ken uitkomen, die niet de maat halen, komt eenvoudig doordat de vraag ernaar nog steeds zo groot blijft. Dus die grootse ontwikkeling, die het amateurtoneel heeft doorgemaakt, moeten we niet te algemeen willen zien. Zo algemeen is zij nog lang niet. Blijft deze vraag achterwege dan zullen ook op den duur die mindere stuk ken achterwege blijven. Het is de taak van organen als het W.K.A. om ervoor te zorgen dat de vraag naar dergelijke stukken achterwege blijft. Niet door ver boden, maar door smaak-ontwikkeling, waardoor men er zelf toe komt niet meer naar dergelijke stukken te vragen. Langs de weg der geleidelijkheid dus. Maar al is de ontwikkeling dan nog lang niet algemeen, de ontwikkeling zelf is een feit, en de vraag naar minderwaardig en goedkoop werk is zeer zeker niet meer algemeen. De vraag naar degelijk opbou wend en literair verantwoord werk is zelfs vrij groot. En voldoen de uitgevers aan deze vraag? M.i. ja. al voldoen zij ook nog steeds aan de andere vraag en dit laatste mis schien in ruimere mate dan het eerste. Hoofdzaak is echter, dat zij aan de vraag naar goed werk voldoen. Er komen steeds meer stukken uit. die alle toetsen van de kritiek kunnen door staan. De uitgevers hebben hun tjjd be grepen en zqn met hun tijd meegegaan. Het repertoire is niet bij de ontwikke ling ten achter gebleven. En wat bijzon der gelukkig is: er zijn ook vele zeer goe de stukken van Nederlandse schrijvers uit gekomen. Want laten we het maar eerlijk beken nen, de ontwikkeling van het amateurto neel had aanvankelijk tot gevolg, dat men zijn kracht zocht te meten met een re pertoire, dat ver boven de krachten van het amateurtoneel uitging. Het repertoire van het beroepstoneel. En dat is nu een maal hetzelfde als het repertoire, dat in het buitenland verschijnt en vooral in Amerika. Anne Frank had hier nooit een kans gehad, als het niet eerst een succes was geweest in Amerika. Het ontwikkel de amateurtoneel meende ook deze kant op te moeten gaan. Groei gaat nu een maal immer gepaard met excessen. En wat is er gemakkelijker voor een uitge ver dan wat stukken te laten vertalen of stukken van het beroepstoneel op de markt te gooien. Maar dit is zijn taak niét. Zijn taak is stukken van eigen schrijvers naar voren te schuiven. Eigen schrijvers te stimuleren. Een eigen Nederlands re pertoire op te bouwen. Een moeilijke taak inderdaad, maar een landslievende taak. Een taak van hoge culturele waarde. En hierin slaagt men m.i. steeds meer. Het nieuwe repertoire houdt ongetwijfeld veel beloften in. al zal men zich door vele andere stukken even eens nog teleurgesteld voelen. over haar personen en hun lotgevallen in de hand gehouden, zonder zichzelf tussen haar figuren te dringen .Zij laat hen ieder persoonlijk het verhaal van hun leven doen. En ook is Norah Lofts iemand, die een fijne neus heeft voor de historische kleur en de historische anecdote. Haar verhaal begint in 1577 en het eindigt vierhon derd bladzijden en bijna vierhonderd jaar later in deze tijd. Anders gezegd: het begint ten tijde van Elizabeth I en eindigt bij Elizabeth II. Er is dus een brok En gelse geschiedenis in deze roman verwerkt niet als wetenschap of als entourage, doch als zelfbeleefde menselijke ervaring. Marravay is een door en door En gels landhuis, bescheiden van omvang maar rijk aan sfeer en herinneringen. De schrijfster zegt: „Dit is het ver haal van hen, die het hebben gebouwd, die het hebben bemind of gehaat, van hen, die het voor geld hebben gekocht èn van hen, die er met andere munt voor hebben betaald". Daarin ligt alle stof voor conflicten en dramatische verwikkelingen samengevat. Het is niet mogelijk de rijke en boeien de inhoud van „Gezegend zij dit huis" na te vertellen. Volwassenen, die van een goede roman houden, zullen er zeker veel genoegen aan beleven. Ook Margit Söderholm is een schrijf ster, die geen nadere introduktie nodig heeft. Haar jongste roman,, Kerstmis op Hellesta", eveneens geïllustreerd door Anton Pieck, acht men het beste van de drie boeken, waarvan dit het op zichzelf staande derde deel vormt. De lezer wordt weer binnengeleid in de familie Ancker- berg, op Kerstmis bijeen op het land goed Hellesta. Er is een sterke, roman tische liefdesgeschiedenis in het verhaal verweven en fascinerend is vooral ook de omgeving en de sfeer (volwassenen). Het zijn allemaal schrijfsters, die op het ogenblik voor ontspanningsromans van hoog peil zorgen. Marguerite Roulin heeft een familieroman van drie delen geschreven, de geschiedenis van het Zwitserse geslacht Burglin. In „Een tweeling groeit op" wordt ons de kleine familie voorgesteld, in „Wijkende we gen" is de eerste wereldoorlog de oor zaak van een tragische splitsing in de familie, terwijl in het bewogen derde deel „Gaston en Christine" de ring wordt gesloten. Het zijn vlotte, sympa thieke romans. Na C. van Eysdens sober en betrouw baar maar door zijn stof toch door en door romantisch en boeiend boek over „Napoleon" (verlucht met foto's uit de bekende film van Sacha Guitry), heeft de Zuidhollandse Uitgeversmij thans in romanvorm de wel zeer spectaculaire le vensgeschiedenis van Joséphine de Beau- harnais, de eerste vrouw van de Corsi- caan, uitgegeven. Het boek is geschreven door F. W. Kenyon. Het is zeer goed ver taald door mevrouw Tadema-Sporry en verlucht met zes tekeningen van Auke A. Tadema. Natuurlijk was het niet de bedoeling van de schrijver, als beschuldiger of pleit- (Advertentie) bezorger van deze merkwaardige en exo tische Joséphine op te treden. Hij heeft slechts het verhaal van haar leven willen schrijven, bont en kleurig, met alle licht en schaduwzijden. Hij heeft een historisch tafereel willen geven, dat in de verbeel ding tot leven komt. En daar is hij zeker in geslaagd (Volwassenen). Tenslotte wil ik nog wijzen op de ro man „Het naakte risico", geschreven door Phyllis Gordon Demarest en bewerk door drs. M. G. Schenk, die voor haar presta tie zeker een extra woord van lof ver dient. „Het naakte risico" is een avon turenroman van ongewone menselijkheid. Middenin staat het grootste aller avon turen: dat van een allesoverheersende liefde. De hoofdpersoon, Albert Richard son, is een man die geen gevaar uit de weg gaat. Hij onderscheidt zich in de Ame rikaanse burgeroorlog door een sensatio nele vlucht. Tenslotte wordt hij toch ge broken: zijn (onmogelijke) liefde voor Ab- by Sage MacFarland wordt de oorzaak van duivelse verwikkelingen. De misdaad, welke in deze roman wordt behandeld, blijkt op ware feiten te berus ten. Bijna zestig jaar geleden heeft deze zaak de gemoederen in geheel Amerika in beweging gebracht. Dat de schrijfster op zulke sensationele gegevens een zo waardige en „rustige" roman heeft ge bouwd, pleit voor haar bekwaamheid en haar goede smaak. Het boek is bestemd voor volwassenen. Een nieuwe roman van Hugo Claus kan niet zo verrassend z\jn of wij weten te voren reeds in welke wereld van ont wrichting, wanhoop en vage weemoed h\j ons brengen zal. Die atmosfeer van hel norm- en vormloze bestaan, de brute sek sualiteit, het zich animaal en indolent uit leven, het gewetenloos parasiteren op an deren, schijnt vooralsnog het onmisken bare literaire klimaat van deze kosmo politische Westvlaming, van wie men ge woon is bjj elke gelegenheid te vermelden hoe jong in jaren althans hü wel is. In dit opzicht beantwoordt De Koele Minnaar (De Bezige Bq) geheel aan de verwachting. Ik wil er bijvoegen dat dit uitdagende bock tegelijkertijd noopt tot erkenning van het toenemend uitdruk kingsvermogen van de schrijver èn een volstrekter weerzin tegen diens werkelijk- heidsvoorstelilng. Aan deze. paradox valt bezwaarlijk te ontkomen voor wie de norm van het humane onder geen artistiek voorwendsel wenst prijs te geven. De „outcast" die Claus uitbeeldt in „De koele Minnaar" is een tweelingbroer van de „outcast", die hij tot hoofdfiguur maakte van De Hondsdagen, en beiden zijn duidelijke afsplitsingen van de „outcast" in Claus zelf. Tevens vormen zij uiterste tegenstellingen van de jonge schrijver, van wie elke lezer onderhand weet welke baantje hij te Parijs, te Londen en elders heeft waargenomen en fllie zijn publiciteit tot in de weloverwogen pose van zijn ge fiatteerde foto's verzorgt; een schrijver bovendien die intussen niet stilgezeten heeft en, zoals men weet, reeds een oeuvre op zijn naam bracht waarmee rekening te houden is. Zijn bovenbedoelde sujetten evenwel blijven verstoken van enigerlei ambitie op gebied der menselijke activiteit, de genotzucht buiten beschouwing gelaten Die jongens zijn wel artistiek begaafd en bewegen zich trouwens enkel in kringen van (soms nogal vage) artiesten en bohé miens, maar al zijn ze straatarm, ze voeren letterlijk niets uit voor de kost, laten zich door vrouwen courtiseren en onderhou den en schijnen praktisch hun hersens al leen te gebruiken om geldleningen te slui ten of manieren uit te denken höe hun geliefde voor het nodige geld kan zor gen. Van deze kant is Claus eigenlijk het minst „modern", want parasitisme, in ver schillende graden van schaamteloosheid, is er altijd geweest en de figuur van de parasiet in de letterkunde is legio. B\j hem echter klopt er iets niet. Dat oneindig laf fe, mens-verlagende ploertendom Iaat ziet» immers kwalijk verbinden met een uiterst gevoelige, soms goedige aard, een com passieuze natuur en met een verfijnd kri tische geest, zoals dat bij zijn koele min naar het geval bliikt Of moet men in die paradoxale combinatie misschien juist het „moderne" zien? Hoe dit zij, een psycholo gische verantwoording van deze houding ontbreekt, en de schrijver die overi gens sterk is in de kunst der suggestie suggereert nergens enige merkbare af keuring. Toch is er wel kritiek op zijn hoofdfiguur, maar die Iaat hij over aan de, evenwel niet ernstig genomen, eerlijke burgers, en wat al iets meer zegt aan het meisje Jia, die Edward in een van hun vele ruzies toevoegt: „Ik ben bang voor jou. Je bent èen gevaarlijke gek die men beter opsluiten zou. Want je werkt niet. je doet niets, je verwacht van ieder een dat zjj je eten in de mond stoppen. dorp aan een film meewerkt. Het wordt lè spoedig een liaison en later, na de film, trekt hij met het toneelgezelschap, waar het meisje een engagement heeft, langs alle theatersteden van Italië. Hun verhou ding staat onder druk van hun gevoelige humeuren en zekere incompatibiliteit, ook wel van kritiek vanwege Jia's relaties. Ze wordt telkens dramatisch onderbroken wanneer er een Invloedrijke oudere actri ce, een Lesbische overigens, in de buurt komt, die onweerstaanbare aantrekkings kracht op het meisje blijkt uit te oefenen. Dan staat Edward alleenen moet hij voor zichzelf zorgen tot Jia terugkomt en zij zich weer verzoenen. Na de tweede of derde maal heeft hij er genoeg van en besluit met»een luchtig „Hop, naar het hel der en grijs land daarboven", terug naar Vlaanderen te gaan. Die luchtigheid is maar pose, want Ed ward is zich, meer dan zjjn omgeving (waaraan hij zich trouwens superieur voelt), van zjjn eenzaamheid en ellende be wust. Het moet gezegd worden dat het milieu van ambitieuze, intrigerende, slor dig levende toneel- en filmspelers, het „ras van de glimlach" zoals Edward ze smalend noemt, zeer suggestief is weerge geven. Verschillende tonelen, ook b.v. van het leven onder de vissers in het kust- plaatsje, vergeet men niet licht. De tekst wcmelt trouwens van poëtische natuur- Het verhaal speelt in Italië, waarheen j notities en fjjne atmosferische aanduidin- Edward een escapade ondernam met een gen, die wel een schril contrast vormen oudere vrouw, echtgenote van een Vlaamsmet de treurige tribulation van de hoofd- mdustneel. Als de sight-seeing voorbij is persoon. Men kan oog hebben voor het besluit hij plotseling in Italië te blijven verlangen naar een zuiverder bestaan, dat en laat de wanhopige vrouw (een navrantals een dunne draad met heel grove rjj ï- toneel) alleen terugkeren, niet dan nadat [steken door dit verhaal loopt, en al "de hij een behoorlijke som gelds van haai kwaliteiten van dit proza waarderen het heeft aangenomen, waarmee hij het een j maakt het geheel niet minder een afbraak- maand kan uitzingen. Niet lang daarna j P'odukt (het talent in dienvt van de voi- tijdens 'n bioscoopvoorstelling in de open slagen willoosheid, van a-sociaiiteit en on- lucht, waarbij een onvergetelijke doov rrrantwoordeljjkheid), dat geen enkele mentaire van een door kleine, vraatzuch toekomst Iaat verwachten en alleen de tige vissen levend verslonden krokodil hoop op een volledig „tabula rasa" ver wordt vertoond, maakt hij kennis met de sterkt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 5