Jongeren ontmoetten elkaar blauwdruk voor de toekomst ^oe was het °ok alweer DE INLEIDINGEN: Overvol Casino in Den Bosch Afloop van een §rootse bijeenkomst „Te iveinig innerlijke kracht Op weg naar een persoonlijk beleefd Christendom 8?- KOOS DE VALK UIT ROTTERDAM: BK'-V v paar weken lang kaartjes u n 1.— bestellen bij Jan Mus'e- b rs van de actieve Tilburgse j °eP- Jan Takkenberg uit dezel'f- Sj. stad en Jos Franssen uit Am- v hebben de organisatie in Aden. Ze wagen het persoonlijk (j rant te staan voor de mogelijke ^Aciële gevolgen. 2o^alf twaalf is de zaal vol met ^ersgeklede jonge mensen. an t, KAPELAAN A. COPPEP UIT AMERSFOORT: Geen sociëteit Het lijkt soms wel een godsdien stige vereniging, met een sociëteit alleen zondagmorgen geopend. Naastenliefde Dank aan zevenhonderd jonge mensen Ongeduld V olwassenheid De ander meet vrij blijven Pater P. Wesseling, C s.s.R., Amsterdam „Vraag een op dracht". gr^6 sPrekers zijn gedoemd achter een ®ehe tafel te zitten op het ..toneel", jj etl spontaan applaus voor mgr. Ijkers die de eerste spreker (kape- v..n Coppes) volgt °ord en dan het neemt. Onze bisschop wordt hij ^n°enad, omdat hij meer dan eens ge- 'Sd heeft en dat ook nu weer doet a 2ijn begrijpend staan temidden Jonge mensen. «tl ■w ov ®der van ons is hem daarom innig 'oprecht dankbaar, uoe hoffelijk is hij tegenover ons in J11 gezaghebbende positie; wanneer tot de zaal zegt een zekere ruwheid Ijj 0Qg«nuanceerdheid van menings- ^lrig onder jonge mensen voorbij te jhien zien omwille van" de oprecht- nVan die mening en tot kapelaan °&Pes: Over enkele dingen zou ik U wel willen discussiëren. Hij 6ett deze herderlijke zinnen met jtie in zijn betoog, dat één grote «boring is voort te gaan op de Oaar een geloof dat leeft en per- is en echt gemeend. Senav=°m was hij er ook. om te getui de n Zijn vertrouwen in een jeugd, loofs? f'gèn tijd tot een eigentijds ge- '®ven wil komen. «born^s ki.i gekomen is, zo gaat hij, gr0„ aan groetend, inzonderheid de t6plaPatUit St.-Oedenrode, zijn geboor- ■jvjkh op voor zo'n bisschop. Van ®ehiaal pauzeren we, éénmaa. microfoon wit. Op de groene ksj,. VaU een glas water om. De spre ke Wissen zich het voorhoofd onder Ziel, ,eie gloeiende lampen. Er is mu- Vfa er afwisseling. Pater Wesseling tpa, de zaal even het tekort goed te j*etl. Het lukt ineens, natuurlijk! (WJ Franssen trekt op het einde de He .Usie en kapelaan Coppes bidt een V Van dankbaarheid, dat allen ge- ^aa? mee bidden. -En dan naar huis. b>icl wacht de herinnering en de ar- We Voobbeeld hebben we. Een Bilt- kits baar wordt door Pater Wesseling °digd te vertellen wat ze daar lil ^bomen hebben voor een pastoor H,e diaspora, die alleen maar zor- tfa- eeft, jjjj jjatj er veel meer kunnen ivpb om te vertellen van hun acties, «s °lar dat doen we de volgende keer, 6 weer bij elkaar komen en el 's tnP+Zu^en vertellen hoe het gegaan k'p de opdrachten. Dan discussiëren T0,°k over wat ons bezig houdt, be volgende keer dus. De lezers kennen hem van zijn korte meditaties over de zondags evangeliën die regelmatig op deze pagina verschijnen met de kleine opgaven die hfl er bij doet: „Peins er eens over", kleine mogelijkhe den voor de opbouw van een gods dienstig leyen waar lijn en diep gang in zitvoor wie werkelijk enige moeite tot dit peinzen neemt. In Amersfoort is h\j de priester temidden van een grote en actieve groep jonge mensen die ernstig pogen de weg te gaan naar een bewust en persoonlijk Christendom. Hij vertrekt in zijn scherp gesteld betoog bij deze vraag: „Gebeurt er werkelijk te veel voor jonge men sen?". Rondziende en zich bezinnend op de Kerk zoals deze zich ten onzent manifesteert kunnen wij niet zonder huiver en een gevoel van beklem ming constateren dat er grote, heel grote leemten zijn. Wij hebben alles, meer dan welk ander land ook. Een voortreffelijke reeks organisaties op allerlei gebied, een rijk gesorteerde katholieke pers, een Katholieke politieke partij, ka tholiek onderwijs en zelfs welk een weelde een katholieke radio- omroep. Organisatorisch vertoont de Kerk een riik beeld. Er is comfort, er is alles. Maar met dat alles is het in- nerliik blijkbaar niet meegegroeid. Zo rijk van buiten, zo arm vaak van binnen. En dan stelt hij de vraag naar ons Kerkbesef, naar ons nersoonliik Christendom en wijst de kankers aan die het hele prachtige huis soms zo verwoestend aantasten. Houden van de Kerk, houden van Christus moet tot heel andere daden leiden dan een sleurlidmaatschap dat door ons net binnen de grenzen van het minimaal noodzakelijke (de „plichten") wordt onderhouden. Het is meer, het is anders. Ik heb nooit priester willen wor den van deze Kerk, maar van de echte Kerk, het Mystieke Lichaam van Christus, waarbuiten ik niet meer leven kan. Ik heb me er aan gegeven totaal en wil noch kan meer terug, wat er ook gebeure. Geldt dit niet voor allen? Onze overgave moet totaal zijn, dat is werkelijk houden van. En zie dan hoe wij de mis vieren. In de week staan we alleen aan het altaar, van het sacrament van de Biecht wordt zo bitter weinig ge maakt en ons gebedsleven, het is arm. Dit kan nooit voor mensen die werkelijk katholiek zijn. Gaat dit over de persoonlijke ver houding tussen ons en Christus, naar buiten tredend op het terrein waar iedere christen herkenbaar moet zijn, het terrein van de naas tenliefde, dan schieten we ook daar ernstig tekort. Kijk maar om u heen in uw on middellijke omgeving. Honderden jongens zeggen tegen een meisje dat ze van haar houden en het is doodgewoon niet waar. Op alle plaatsen in dit land komen moeders krachten tekort om de klei ne wereld van het huisgezin in stand te houden en we laten ze zitten zonder hulp. Aan eenzaamheid wordt overal geleden en de eenza men laten we eenzaam. Tot tienmaal toe laten we mensen die ook jong en katholiek zijn net als wij toe op onze feesten en bij eenkomsten, tot ze wegblijven omdat niemand de moeite nam het contact te leggen waar deze mensen naar verlangden. Dit kan niet de houding zijn van echte christenen. En nu komend tot zijn opschrift Zegt kapelaan Coppes. Er wordt teveel gedaan aan het scheppen van perfecte huizen voor de jeugd Wij, priesters, worden overladen met organisatiewerk. Het gaat er dan om: als je ze maar hebt, het geeft niet waarmee. Er is van alles in elkaar georganiseerd voor' jullie waarin voorzichtig geprobeerd wordt iets godsdienstigs of cultureels onder te schuiven. Jullie accepteren dat spel en ik begrijp dat niet. Laat toch minder voor je doen en doe meer zelf. Waarom moet er list ge bruikt worden om jonge mensen te benaderen: iets godsdienstigs, gelar deerd met dansen. Ik wil pleiten voor priester die on der de jeugd werken en dit begrij pen: Er is een teveel aan organisatie, aan uiterlijk, en een te weinig aan innerlijke kracht en overtuiging. Zij zullen aan de jeugd alleen maar moeten vragen naar de „heart of the matter", haar daarop vast leggen. Al het andere is bijkomstig, voerd, zo deelde de heer Kuillaars te En dan keert hij de zaken om. Ga dan zelf aan de slag, ieder in de plaats waar hij*woont. Steek de koppen bij elkaar, samen ben je sterk en machtig zelfs als er idealis me achter zit en pak eenvoudig aan wat er gedaan moet worden. Moeten er gezinnen geholpen worden, doe het. Wil je met elkaar over het geloof praten maak een Bijbel- of een dis cussiegroep. Komt men in jullie plaats feest en ontspanning tekort. Zorg dan voor aanvulling. En tenslotte. Laat ons priesters niet zo hopeloos alleen en eenzaam staan. Aan het altaar door de week helemaal alleen, op zondag met zo ontzettend veel verveling achter je rug. In de biechtstoel met het af gezaagde lijstje, biechteling na biechteling. Verlang je dan van ons dat we anders dan moe en mat met een algemeen praatje reageren? Laat ons niet alleen. Vraag naar ons, naar onze beste krachten, naar ons priesterschap, naar juist dat gene waarom we ons als priesters aan de kerk gegeven hebben. F. Braklee uit Rotterdam: „Eerste zwaluwen Bij de lezers bekend onder de initialen F. B. onder stukken op deze pagina, die soms niet nala ten protest of adhesie op te roe pen. Beroepshalve voor een groot deel verkerend onder jonge men sen met een onderwijsopdracht tot culturele en maatschappelijke vorming van a.s. onderwijzers en onderwijzeressen. Na het kritisch betoog van kape laan Coppes, die scherp de zwakke plekken aanwees in het persoonlijk beleven van het geloof, laat deze spreker toch een hoopvol geluid horen in een nogal schilderachtige en volgehouden vergelijking met de eerste zwaluwen die hij aan de gees telijke hemel meende te zieji. Wel iswaar maken deze nog- geen lente maar het zijn toch de'voorboden, van, een nieuw geestelijk klimaat. Hij ziet een duidelijke ontwikke ling, ook en vooral onder jonge mensen al geldt dat nog lang niet welbewust voor de grote massa in de richting van meer echtheid, meer natuurlijkheid in bijna alle levensuitingen, niet in het minst in het geloofsleven. Vormelijkheid en traditie zonder inhoud worden ver foeid en vervangen door nieuwe ge meende vormen. Uitgeholde vormen worden opnieuw gevuld. Over de verhouding jongen-meis je zijn uitstekende publikaties ver schenen die voor meer natuurlijk heid pleiten en het is ook te zien hoe langzaam aan de krampachtig heid en de angst voor zonde die deze verhouding zo lang gekenmerkt en bedorven heeft, wijkt voor een positieve liefdesverhouding in vrij heid en spontaniëteit en verant woordelijkheidsbesef. Spreker draagt nog meer voor heelden aan. Er groeit een liturgi sche vernieuwing (Paasliturgie 'ding tot de ander. Het terrein dus waar het Christendom in de per soonlijke daad moet blijken. Het zijn twee specialistische on derwerpen, waar we dagelijks mee te maken krijgen. Jan van Eykelenburg uit Breda: „Omwille van de mens" Uit het Brabantse bedrijfsleven, die dagelijks van nabij ™«t wat menselijke verhoudingen in het bedrijf zijn. Spreker vangt zijn betoog aan met een historische schets van de in dustriële revolutie, die heden nog niet geëindigd is. Het beeld voert zonder omwegen naar het beklemmend resultaat: een onmenselijke toestand van de mens in de wereld van de arbeid. Het is gegaan om de produktie. Daarom moest de mens tekort ko men. En het werd nog gevaarlijker toen men inzag hoe produkie iets te ma ken had met het geestelijk welzijn van de arbeider. Want betere menselijke verhou- ringen omwille van de produktie zullen ons nog verder voeren op de weg naar de ondergang van de men selijke waardigheid. Betere menselijke verhoudingen Mgr. Bekkers op het spreekgestoelte Een zaal vol zomerse kleding en gespannen aandacht liiw k&t programma staat de bedoe- <hwVan deze dag: hoever zijn we nu W y.eer? Het gaat om een situatie- klaniln® en vervolgens öm een J^druk van de verdere stappen s<w.e Weg naar een bewust en per- Uk christendom. j c9_nclusies. tigj Het schort allerwege op be- Vtyi en^e en elementaire wijze aan J er}4 persoonlijk christendom. H,,„V.terlijk gaat voor en boven, het »k. de jeugd wordt te veel ge- ?«t de jeugd te weinig. En al *6; werk vertoont te veel uiterlijk- ligt te. veel op neven-ter- -eid en ter °r de jeugd moet met de pries- Vqj,.111 haar midden meer gedaan dig .T°ch ^aw611 dat „the heart of the-matter" Aej duiden op, een ontwikkeling in ^uJ^dsdienBtig leven haar meer na- meer echtheid met op- ^ii >Jg van veel traditionalisme. hel boeten zijn er hoopvolle tekenen, voortgaan op die weg n als groep binnen de Waarin we op verantwoorde °hs. v uitdrukking moeten geven aan Vah el gen naar een voortzetting 3 vernieuwing, da an- Pieten onze verhouding tot Sr* herzien. dittg tn?8! belicht werd de verhou- 01 de ander in de wereld van de arbeid. Het streven naar betere menselijké verhoudingen betekent daar de mens stellen boven de pro duktie. Aan zijn waardigheid alle eer ge ven. Meer concrete goedheid voor de kameraad. Meer belangstelling voor zijn wel en wee. Speciaal Ook werd belicht de verhouding tot de niet-katholiek. Meer getuigen dan overtuigen. Een katholieke geloofsuiting is het beste apostolaat. Voorbeelden (maar dan vanzelfsprekend en niet als zodanig bedoeld) trekken het meest. In alles de ander vrijlaten te be slissen en hem en zijn overtuiging met het hoogste respect (dat je ook voor jezelf' eist) behandelen. 4 Geloof is een persoonlijke over gave aan Christus. Hopen is bran dend van verlangen uitzien naar Zijn komst en een op weg zijn naar Hem toe- De liefde is de enige opdracht voor de Christen. PERSPECTIEF EN OPDRACHTEN. 1 Voortdurend arbeiden aan de verwerving van een persoonlijk ge loof door bezinning op hetgeen je vandaag weer gehoord hebt. 2 In je verhouding tot Christus en Zijn Kerk, het misoffer een centrale bewuste plaats geven in je godsdien stig leven. De biecht verheffen tot een waardig beleefd sacrament nood zakelijk voor de opbouw van het christelijk leven. Komen tot een ge bedsleven dat inhoud heeft. 3 Meehelpen op verantwoorde wijze de vernieuwing in het kerke lijk leven in de richting van meer echtheid, meer bezinning op de in houd en het doorbreken van tradi tionele vormen waarvan de inhoud verloren is gegaan bevorderen, door je verlangens steeds in liefde voor die Kerk kenbaar te maken. 4 Onmiddellijk een begin maken met de beoefening van de concrete naastenliefde hier en nu door een opdracht te vragen alleen, maar lie ver gezamenlijk aan de priesters in de plaats waar je woont en deze stipt uitvoeren. 5 In je omgeving signaleren wie er jong zijn en katholiek zijn net als jij en samen beraadslagen waar jullie jonge katholieken behoefte aan hebben, aan ontspanning of gesprek of wat dan ook. Vanuit deze groep is het mogelijk ook de opdrachten onder 4 uit te voeren. 6 Een goed contact onder elkaar onderhouden. Denk aan de mogelijk heden, die er zijn: De jongerenpagina in dit blad, het radiocontact van pa ter Wesseling. En bij elkaar komen over enige maanden om te zien hoe de zaken dan staan. Contactadres: Jos Franssen Barentzplein 3 hs, Amsterdam Er zijn vijf mensen die zich dankbaar voelen, Dat zijn de sprekers. Ze zijn dankbaar voor jullie komst en inspannend luis teren. Er was ifnmers niets te halen, integendeel, er was alleen maar reden om weg te blijven of weg te gaan, de natuur in op die stra lend warme vrije dag. Om één motief zijn jullie bij el kaar gekomen en bij elkaar ge bleven: omdat je het ernstig neettnt met je geloof. Daarom het offer van je vrije tijd en het geld om naar Den Bosch te reizen. Daarom het inspannende luiste ren. Wilt alleen dit van ons aanne men, wij menen dit heel ernstig- een eresaluut met respect en hoogachting voor jullie allen die deze gedenkwaardige zondag naar Den Bosch bent, gekomen. En een speciale dankbetuiging voor hen die de niet geringe orga nisatie in handen hadden. De sprekers. huwelijksmis). Ons gebedsleven is in discussie, frasen worden vervan gen door het spontane persoonlijk gebed („Zonder wierook" het gebe denboek van Michel Quoist beleefde zijn 10e druk). Er is meer belangstelling voor de Bijbel in Bijbel- en Ecclesiagroepen. Zo is er meer. Wij dienen ongeduldig te blijven streven naar een doorzetting van dit klimaat, door er op aan te dringen Dat gaat in houding en vraag. Zij die God ons zond om leiding te geven zullen zeker bereid zijn te geven waar het gelovig volk om vraagt. Ongeduld hoort bij jonge men sen. Elke oudere, elke leider kan niet anders dan verheugd zijn om een jeugd die ongeduldig streeft naar een puurder geloofsleven, naar een geloofsleven dat echt bij haar en bij haar tijd hoort in plaats van heit zonder interesse te blijven stel len met overgeleverde vormen. Maar laat dit ongeduld verant woord zijn. Hervormingen, vernieu wingen moeten groeien. Wie zegt: „Schiet op, we hebben haast, we le ven maar één keer", vergeet dat er christenen zijn, die er ook bij horen, die helemaal niet zo blij zijn met vernieuwingen en zich goed voelen bij het oude, vergeet ook dat de Kerk niet voor één generatie is maar in het verleden gebonden en naar de toekomst gebonden. Geen revolutiebouw in de Kerk! Er valt bovendien nog in en aan ons zelf zoveel te doen dat het terrein van de openlijke verandering niet raakt en toch één en al vernieuwing is. Het gaat voor jou, voor ieder van ons in. de eerste plaats om de vol wassenwording van het geloof, van een persoonlijk beleefd Christen dom. Persoonlijk en als deel van een actieve vooruitstrevende gemeen schap moeten we dan streven naar vernieuwing in de richting die ik u zei bijv. nieuwe luister schenken aan de sacramentele bedieningen. De mis moet meer en meer een echt offergebeuren worden, waar je aan deel kunt nemen. Vraag om zul ke missen. De biecht moet je meehelpen red den uit zijn armmoedig sleurbe staan. Het Gebedsleven moet een taal vinden die bij onze tijd. past. Pro beer dat in kleine gemeenschappen al te doen, wanneer er gebeden wordt. En. bovenal ook proberen met een nieuwe geest yan naastenliefde waarover kap. Coppes u sprak, heen te breken door de geëikte organisa tieschema's. We behoeven er niet buitenom te gaan, maar juist er in moet die natuurlijkheid groeien, op dat ook daar de zwaluwen een nieu we lente verkondigen. Er is zoveel als geen beweging meer, wat offi cieel nog altijd beweging heet. Laten we ongeduldig blijven. Het is de moeite waard dat te zijn. want er is schoon weer op komst. Dan volgen twee voordrachten die betrekking hebben op de verhou- moeten we nastreven omwille van de mens. Dat de produktie daar mee gebaat is, is heel begrijpelijk en waardevol, maar dit staat hiërarchisch niet op de le plaats. Het gaat altijd om de mens. Eenieder kan daar aan arbeiden als hij maar vanuit een bewust Christendom leeft. Dit staat of valt immers met goedheid en naasten liefde. In het bedrijfsleven doen zich dui zenden situaties voor waarin de Christen kan kiezen tussen vijand schap, hardheid, ruwheid, brutali teit en goédheid, vriendschap, hulp vaardigheid en kameraadschap. Dan gaat het erom goed te kie zen. Ec. drs. lid van de Pleingroep te Den Haag en redacteur van het blad „Plein 1957" „waar iedereen, iedereen vrijblijvend ontmoet. Deze groep onderscheidt zich door een bijzondere ijver op het terrein van de oecumene en de menselijke solidariteit. Ze schept een forum, waar katholiek en niet-katholiek elkaar in alle vrijheid kunnen ont moeten en poogt een bijdrage te leveren tot de verheffing van alle gebreklijdendc mensen in de vele onderontwikkelde gebieden van onze wereld- Hij vangt zijn betoog aan door het verschil aan te tonen in de benade ringswijze van de niet-katholiek, van apologie naar getuigenis. Heeft de vorige spreker het zoeklicht spe ciaal gericht op de ander die we in de wereld van de arbeid ontmoeten, De Valk kiest de ontmoeting met de andersgelovige tot thema om te schetsen hoe wij ons in naastenliefde tot deze moeten gedragen. Het gaat er niet om te overtuigen met bewijzen. Dat gaat toch niet, het geloof is immers een genade. Bo vendien wordt de naastenliefde ge schaad omdat men de ander niet accepteert op voet van gelijkheid, maar als een mindere die ongelijk heeft, terwijl zijn beginselen hem toch even heilig zijn als onze be ginselen voor ons. Ons aanwezig zijn is de grote kracht van ons apostolaat. Wij zijn er, doen mee aan alles wat wij kunnen, we verstoppen ons niet, maar dringen ons ook niet op. Vraagt men naar ons, wij zijn present om te antwoor den. De ander behoeft niet te luiste ren, hij kan blijven of doorlopen. Wjj zijn zonder aflaten bereid hem altijd tegemoet te treden, zoveel en wanneer hij maar wil en danken God als hij, zoals wij geloven, de Kerk aanvaarden wil als de weg naar het eeuwig geluk, de weg waar aan wij geloven, die voor ons rots vast DE weg is, maar wij voeren geen enkele politiek om de ander „binnen" te loodsen, omdat iedere politiek in deze iets onoprechts heeft. De ander moet vrijblijven en hoog geacht in zijn beginselen. Spreker leest een paar antwoorden voor uit een enquête waarin aan jonge mensen gevraagd werd hoe zij zich gedragen tegenover de niet- katholiek. Hij vindt nog veel te veel antwoorden als: „Je moet ze vastzetten". „Zeg ze maar eens flink de waar heid". Dergelijke middelen falen omdat ze niet op liefde en respect steunen. Bovendien moeten we beter luiste ren. Wie goed luistert kan meer en beter eigen geloof leren kennen en verdiepen. Juist uit de verschillen die hij nu goed doorschouwen kan. En "ook, het is heel goed mogelijk dat we van een ander veel leren kunnen en ons soms schamen over de sdhamelheid van eigen geloof in vergelijking met de geloofsbeleving van die ander. Merkwaardig is het toch dat we meer doen naarmate de niet-katho liek verder weg woont. Katholiek Nederland getroost zich grote offers voor' de Missie. Missie-ijver is ons van kindsbeen af aangeleérd. Aan de Internationale bidweek némen wij deel. Wij beijveren ons voor het apostolaat der hereniging. Maar ten aanzien van onze niet-katholieke buurman in eigen land verwaarlozen we onze verantwoordelijkheid, zijn vaak hard en ongevoelig en vol on- begrip. Ook daar ligt een geweldige taak van naastenliefde voor ons jonge men sen. Bekend om zijn arbeid in woord en geschrift onder jonge mensen, de arbeid die er louter op gericht is de jeugd te brengen tot een persoonlijk beleefd geloof. „Free lance" in de zielzorg ontmoet hij jonge mensen overal in den lande. Met het gesproken woord ook re gelmatig, zü het maar in beperkte mate via de KRO-microfoon en met de pen o.a. op deze pagina. Zijn vurig betoog, dat bovendien'on miskenbaar het redenaarstalent ver raadt en tot titel draagt: „Terugblik en perspectief" vat feitelijk het reeds naar voren gebrachte samen en geeft er perspectief aan door er concrete opdrachten voor eigen le ven aan te verbinden. Het spijt me bijzonder, zo betoogt spreker, maar we moeten niet te voorbarig afgaan op een handen uit de mouwen steken. Alle theorie is geen vaagheid. Natuurlijk we kun nen niets eerst klaar komen met ons geloof om dan' eens iets te gaan doen A aan naastenliefde.Dat vloeit samen. Er moet tegelijk op alle fronten ge arbeid worden. Maar het is wel zo, dat we ons op tijd en voor alles le ren bezinnen op. het geloor. Daarom is er zoveel tot jullie gésproken, om dat zodoende de achtergrond duide lijk moge worden van de arbeid die we gaan ondernemen. En opnieuw en weer in andere be woordingen stelt de spreker dat ge loof een persoonlijke overgave is aan Christus. Christus, Die er nog altijd heel reëel is onder de mensen Er moet een vertrouwdheid groeien tussen Hem en ons, zodat Hij niet meer uit ons leven is weg te denken. Hij is overal. Zeer persoonlijk ontmoeten wij Hem iri de Eucharistie waarin Hij de ge legenheid heeft Zich tot ons te rich ten en ons Zijn Genade te schenken. Kom niet met de opmerking „Hij spreekt niet en antwoordt niet op onze vragen". Wie openstaat voor Hem en weet te luisteren zal in en door allerlei situaties zien wat hem te doen staat in de verhouding tot de ander, in de verhouding tot de geloofsgenoten, die ook deel zijn van het Mystiek Lichaam. Daar ontmoeten wij Christus op nieuw. Hij Is immers het Hoofd van de Kerk- waarvan wij de ledematen zijn. De Kerk zijn Hij en wij teza men, één hechte gemeenschap van Geloof, Hoop en Liefde. Zo moet het althans zijn" Dat kerkbesef moeten we ons eigen maken. En na over het geloof gesproken te hebben, lanceert spreker de hoop. Een duidelijke voorstelling van de hoop is de tochtgedachtei Christus zal terugkeren. Nu is Hij er op ge heimzinnige wijze alhoewel reëel, eens zal Hij er weer zijn in levenden lijve om Zich aan het hoofd van de Schepping te stellen, die dan de eeuwige heerlijkheid zal binnengaan. Wij moeten ongeduldig zijn, vol verwachting uitzien naar Zijn komst, ons naar Hem op weg wetsj als pelgrims in de wereld. Neem niet teveel mee en hecht je niet aan de plaatsen waar je ver toeft, je moet telkens weer verder. De tocht kent ontberingen, je moet je trainen en je niet af laten leiden. We zijn niet van deze wereld. Tenslotte de liefde. Genoeg is hier over gesproken. Gevraagd wordt de daad hier en nu in de plaatsen waar je leeft en werkt. Denk er aan naar de daad worden we geoordeeld en Christus vraagt naar wat we voor Hem gedaan heb ben. De ander is Christus zelf. Dan komt de concrete opgave. Op de eerste plaats: Maak je geloof volwassen door je te bezinnen oo wat je vandaag hoorde. Op de tweede plaats: train je voor de tocht. Dat betekent onthechting. Concreter kan het niet. Willig niet al je verlangens in naar pretjes, fuifjes, sigaretten, drinken en eten en snoepen. Het zijn kleine dingen, maar ontzettend reëel. Dit zijn grotere dingen: scheep da collecteschaal niet af met een fooi waar je geen zier van voelt. Dat is geen offer. Geef eens onverantwoor delijk, zodat je tekort komt in je genoegens. En dan dit: wees niet altijd op 'éucces uit, gun het een an der en beteugel die altijd weer op komende geldingsdrang, die alleen maar uit is op eerste plaatsen voor jezelf in het gesprek, op heffeest, in je arbeid. Op de derde plaats: de naastenliefde hier en nu. En nu heel concreet: ga naar de priesters in de plaats waar je woont en vraag een opdracht voor jou persoonlijk, maar beter nog voor een groep. Samen ben je sterker en meer en beter voor een taak in staat. Houd vol als men zo ineens niet weet wat er te doen valt. Kom dan terug totdat je een taak hebt die dienstbaarheid van je vraagt, waar mee we niet bedoelen briefjes in de bussen stoppen. Voer dan die opdracht stipt en vol ledig uit, wat het ook koste. Er is genoeg te doen. Wij kunnen nu deze dag besluiten. Er is stof genoeg om over na te denken en arbeid genoeg om te gaan verrichten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 11