commentaar Philips op de Brusselse Wereld-tentoonstelling w mi „....nu is een cartoon kennelijk noch Nederlands noch rooms...." f Werklust in de vakantie Wat „handhaaft" het N.V.V.? Het elftal van het publiek Kunstenaars en lustrumvierende studenten spelen kleurrijk spel met de ruimtevaart M Revolutionair paviljoen van Le Corbusier Zijn lichtspel zal 7000 maal draaien ZATERDAG 29 JUNI 1957 W' S pM§P;£: Begrijpelijkerwijs is het hierbij afgebeelde project op alle mogelijke manieren op zijn bouwkundige houdbaarheid ge test en grondig ook. Niet omdat het ontwerp van Le Corbusier afkomstig is, maar wel omdat het een spel van mathemati sche vlakken betekent zoals tot nu toe niet werd gehanteerd Het opzienbarende plan is be stemd om de eigen Philips-af- deling op de wereldtentoonstel ling onder dak te brengen en een expositie vormt nu een maal 'n prachtig exercitie-ter rein voor de scheppers van een nieuwe architectuur. Kleurrijke personages In die historie hebben studenten en kunstenaars elkaar gevonden. De studenten zorgden voor de ten toonstelling op het Frederiksplein, dat nu o, goede pater Jelsma. die de „Plein"-gedachte hebt ge lanceerd voor enkele weken Plein 1632 is geworden, naar het stichtingsjaar van de universiteit- En waar een 18 meter hoge toren en een 22 meter hoge raket en allerlei apparaten voor het ondergaan van heelaltests die overigens niets met serieuze ruimtevaart te maken heb ben, de Marsrichting voor de toe komst aangeven. De kunstenaars groeperen daaromheen hun levens grote cartoons. Het testament van Bernard Shaw Het Gewestelijk Arbeidsbureau Amsterdam heeft in samenwerking met het Bureau voor Statistiek der Gemeente op scholen voor voortgezet gewoon lager onderwijs, uitgebreid lager onderwijs en voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs een enquête ingesteld naar het werken in loo- mdienst gedurende de grote vakantie in 1956 door de leer lingen van de tweede en hogere klassen. De resultaten van het onderzoek zijn op zichzelf al onrustwekkend: 31 pet. van de leerlingen hadden gedurende de vakantie gewerkt, terwijl bleek dat 12 pet. van alle genquêteerden langer dan de nelft van hun vakantie in loondienst aan de slag waren geweest. Wat in deze feiten reden tot onrust vormt, is naar onze mening het vertekenen van het vakan tie-beeld voor en door een ruim percentage van de scholieren. Belangstelling kan zich uiten op duizend en een wijzen, maar het zich massaal werpen op betaalde bezigheden wijst minder op belangstelling voor het komende bestaan, de wereld der volwas senen en de arbeidsvolwaardigen, dan op belang stelling voor geld, de sleutel voor nieuwe pretjes en genoegens. De jonge mensen trachten de wereld der volwas senen op zichzelf te projecteren. Zij zien het ver maak en de bevrediging die van een ruim aandeel in de gestegen welvaart uitgaan. En zij trachten, hoe dan ook, maar met bedenkelijke haast, aan een groter part van die welvaart en die genoegens toe te komen. Initiatief, durf en uithoudingsvermogen zijn uitstekende eigenschappen! Maar zijn die b\j de jeugd niet beter te richten op de noodzakelijke voorscholing op het volle leven, dan op een vergroot aandeel in de consumptie van nu? Wij geloven dat de docenten en leraren gelijk hebben als zij de nadruk leggen op de tegenkanten van de vakantie-activiteiten hunner leerlingen. Oververmoeidheid, onverwerkte psychische span ningen zullen de dikwijls hinderlijke beladenheden vormen, waarmee de vakantiewerkers weer laar school komen. En hun aandacht blijkt weer eens meer gericht op de ogenblikkelijke verdienste dan op de eruditie, die het bestaan boven de materiële behoeften aan uit heffen. „Het Vrjje Volk" is deze week nog eens terugge komen op de poging van het N.V.V. om de samen werking in de Raad van Vakcentralen te herstellen. Het blad heeft er behoefte aan vast te stellen, dat de erkenning (door het N.V.V.) van de primaire verantwoordelijkheid der bisschoppen voor het geestelijk heil der gelovigen „volstrekt geen nieuws" brengt. Het is goed, dat dit duidelijk gezegd is al is „Het Vrije Volk" dan niet de officiële spreekbuis van het N.V.V. omdat ook wij, evenals prof. Romme tegen wie het blad zich richt, er iets anders in hadden gelezen. Voor ons was het tot dusver een inconsequentie, dat het N.V.V. enerzijds wel beweerde dat de kerkelijke overheid het recht bezat haar „woord in staatkundige en maatschappelijke vraagstukken te spreken", maar anderzijds onmiddellijk niet alleen tot scherpe aanvallen doch zelfs tot een actie ter verbreking van de samenwerking met de confessio nele vakcentrales overging, zodra dit woord van de kerkelijke overheid het N.V.V. niet beviel. Dat is zoiets als de vrijheid van drukpers toestaan, maar tegelijkertijd verhinderen dat het gedrukte ver spreid wordt. De jongste „erkenning" van het N.V.V. leek ons nu juist deze inconsequentie weg te nemen. En als het N.V.V. dan toch óók sprak van een „handhaving van het eigen standpunt", dan kon dat, naar ,»nze mening, alleen maar slaan op het begrijpelijke verschil van inzicht omtrent de redenen, welke het Episcopaat tot zijn beslissing hadden gebracht. Want het destijds met verve ingenomen standpunt om op grond van het Mandement tot (een thans berouwde) actie over te gaan, is nu immers juist verlaten en dus niet gehandhaafd. De lezing van „Het Vrije Volk" maakt een authen tieke interpretatie van de N.V.V.-verklaring wel gewenst. De K.A.B. en het C.N.V. hebben er groot belang bij precies te weten wat de „handhaving van het eigen standpunt" nu betekent, met name of het soms ook kan inhouden, dat het N.V.V. op een gegeven dag. als het deze vakcentrale wat beter te pas zou komen toch weer tegen de confessio nele organisaties gaat ageren, al dan liiet mder de beweerde „erkenning van de primaire verant woordelijkheid van de bisschoppen.... enz.". Al heeft hot Nederlandse sport-publiek niet in overstelpende mate gebruik gemaakt van de mo gelijkheid om via de N.O.C.-prjjsvraag zijn wensen met betrekking tot de samenstelling van het offi ciële Nederlandse voetbalelftal kenbaar te maken (een elftal dat morgen, op de Olympische Dag tegen de Duitse club Schalke '04 zal spelen) uit de resultante van circa 8000 inzendingen mag toch wel een conclusie worden getrokken- Die conclusie luidt, dat het Nederlands sport publiek het hartroerend eens is met de wijze, waar op de K.C. in de jongste periode haar Oranje- ploeg heeft samengesteld. De formatie waarin de ploeg in haar laatste wedstrijd aantrad, vloeide immers logisch voort uit die in de daaraan vooraf gegane wedstrijden; zij bleef in de kern en in de grondlijnen trouwens gedurende een lange periode onveranderd. En deze formatie is voor 10 van de 11 spelers ook precies die, welke nu „het publiek" heeft gekozen. Zullen wij dan voortaan maar liever wat voor zichtiger z\jn met de gedachte, dat een bepaalde keuze niet met de publieke opinie, met de wens van de man in de straat, met het inzicht van duizenden trouwe voetbalsupporters, zou stroken? En vraag twee: Zou het eigenlijk wel nodig ge weest zijn om heel de K.C.-bevoegdheid nu in de handen van de zojuist door de KNVB gecontrac teerde éénmanscoach Elek Schwartz te leggen? Speesdeet op speesplees De student, die pratend ovei het heelal plotseling in termen van heel-alcohol ging denken L vermoedelijk de meest reëlt- ruimtevaarder van deze tijd Eerlijk en onversneden drinkt hij zich daarmee zijn weg. Los van de gebondenheid aan het aardse. Hij prefereert zijn brandstof onverdund, terwijl andere potentiële ruimtevaar ders nog doende zijn daarvoor atomen te splitsen. Wat onge twijfeld een even dodelijk als dodelijk-ernstig bedrijf kan zijn. Die student trekt ook een lange neus tegen de science-fictionisten die in hun boeken allemaal nel doen of zij juist de laatste'telefoon gids hebben gekocht net als de onze: gekartonneerd in twintig banden van de planeet Mars. En daardoor zo goed weten dat de Mars-mannetjes die ons bedreigen (en die wij daarom straks met onze ruimteschepen ons radicale aardse antwoord gaan bezorgen) allemaal namen hebben die eindigen op uk en tuk. Met iets minder pre tentie dan de fictionisten doopte die student zijn eigen ruimtevaar der daarom de Amstucman. En als u in die samentrekking de naam van het Amsterdamsch Studenten Corps heeft ontdekt, zult u zich ook kunnen voorstellen waarom juist deze heel-alcoholist behalve, een ruimtehelm ook een rokkostuum draagt en een paraplu. Op weg om een der populaire figuren te worden bij de vijfenzestigste lustrumvie ring van de Amsterdamse universi teit door het A.S C. Ook de voorgangers Toen in dat verre jaar 1632 de hooggeleerde Gerardus Vossius zijn eerste college gaf, heeft hij zich die wel wat opwindende gang van za ken zeker niet kunnen voorstellen. Dat in 1952 de verre achterneven en -nichten van zijn toenmalig ge hoor wat zouden grollen met de voor Vos al drie eeuwen oude sche ve campanile van Pisa, nou ja... En als de hoofdstad toen al een Pijp had gekend zouden ook de hooggeleerden Vossius en Barlaeus daar wellicht met een zeker welge vallen de „Po in de Pijp" hebben IlliHlllililHIliüllllllllllllKIIIIjllllllllülilliiiiiiiiJiiiii; Marvis (Martin Visser) leut de laatste kwast aan een biedermeier luchtballon. zien bruisen. Toch ligt de ruimte vaart-tentoonstelling iS57, die een deel van de festiviteiten vormt en waarvan het Amstucmannetje het symbool is, volkomen in de lijn van het nogal retrospectief gedachte „historiae utilitate" dat Vossius in zijn eerste college proclameerde. Want wie zich met enig recht van gezag deskundig over toekomstige ruimtevaart wil uiten, zal eerst met recht en reden, en met een devote buiging naar Gerard Vossius, toen allereerst bij de verschijningsvorm van zijh voorgangers te rade moe ten gaan. Hij zal moeten weten hoe de holenmens er over dacht en hoe de heksen zich voelden wanneer zij Het gebouw wordt opgetrokken in voorgespannen beton. De be tonnen huid van de wonderlijke tent wordt niet meer dan vijf cen timeter dik en zal zijn samengesteld uit tweeduizend bouwplaten ge spannen tussen staalkabels van slechts zeven millimeter dikte. Aan kabel zal op die manier zestien ki lometer worden verwerkt. Het idee dat bij Philips leefde: de bezoekers van de tentoonstel ling te brengen in een wereld, waarin klanken en kleuren dank zij de fascinerende mogelijkheden van de moderne geluids- en lichtfech- niek een ongekend schouwspel zul len bieden, inspireerde de bouw meester tot het scheppen van zijn wonderlijke ruimte. Het aandeel van Le Corbusier beperkt zich trouwens niet tot het ontwerpen van een gebouw. Van zijn hand is ook het scenario van het lichtspel terwijl hij voor het muzikale ge deelte terzijde wordt gestaan door de componist Edgar Varèse. Van Philipszijde is de verwezenlijking van het lichttechnische gedeelte in handen van ir. L. C. Kalff, terwijl voor het akoestisch deel ir. W Tak verantwoordelijk is. In Eindhoven is men inmiddels druk doende met de technische ver wezenlijking van het licht- en ge- luidsspel, dat zich volautomatisch zal moeten voltrekken omdat het gedurende de Wereldtentoonstel ling liefst 7000 keer zal plaats heb ben voor het vijfhonderdtal be zoekers, dat het paviljoen per „show" zal kunnen bevatten. De Hoofdindustriegroep P.I.T ontwik- welt de apparaten die nodig zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van Le Corbusiers draaiboek. Architect Le Corbusier heeft zich in zijn ontwerp afgewend van het traditionele en geijkte. Wie echter menen mocht dat hij het herkenba re achter zich liet om louter en al leen te vluchten in abstractie ver gist zich. De revolutionare vorm van het Philipspaviljoen is te dan ken aan het feit dat de schepper van „La Cité Radiante" in Mar seille, van het godshuis in Ron- champ en een gehele stad in de Pendsjaab bewust en telkens weer nieuwe wegen weet te kiezen, wat resulteerde in dit ingenieus spel met mathematische mogelijkheden De constructie berust op een stel sel van zadelvlakken. Men ziet als het ware een drietal heuvels voor zich oprijzen. De glooiende hellin gen gaan harmonisch in elkaar over De hoogste van de toppen ligt een twintigtal meter boven het voetstuk. De constructiemethode maakt hel mogelijk dat zonder ex tra steunen een ruimte kan worden overspannen. Bij een grondopper vlak van vijfhonderd vierkante me ter wordt een inhoud verkregen van plusminus vierduizend kubieke meter. op bezemstelen door het luchtruim snorden, panklaar voor de inquisi tie, maar tijdelijk nog een bedrei ging voor de vanuit de lucht be- belaagde ridderburcht. Hij zal de woede moeten delen en de kracht termen moeten horen van de toer nooiende ridder die na een kort stondige ruimtevaart wat hardhan diger en ruggelings op de aarde be landde. En de spirituele verrukking moeten beleven van de Germaanse krijger die met de hulp van ette lijke hoorntjes gerstenat (wie praatte er toen van tinnetjes?!) zijn forse hemelvaart maakte. Hij zal de elegantie moeten zien van een Biedermeierse luchtballon die altijd toch iets anders is dan de strakke spanning van een straaljager. Nu is een cartoon kennelijk noch Nederlands noch rooms. Door Van Dale en de Katholieke Encycloped:e wordt het dan ook eendrachtig ge negeerd. Doch zelfs dit neemt irn tussen het feit niet weg, dat ons land een naar verhouding vrij grote en in het buitenland gewaardeerde groep van lieden kent die zichzelf cartoonisten noemen. Hun werk heeft zijn eerste ruimtelijke vlucht genomen in de prille, kort voor de oorlog volgende levensdagen van het tijdschrift Mandril. Maar daar na zijn ze toch op eigen kracht gaan drijven, de vaders van de Bommels en de Pollewoppen en van al die andere kleurrijke personages die onze krantenpagina's stofferen En die, als Rita en de overige leden van het jonge gezin dat in onze ei gen krant zijn dagelijkse belevenis sen viert, voor de hele familie door gaans belangrijker zijn dan de on getwijfeld niet minder spectaculaire maar niet gecartoonneerde avontu ren van de levende heren Nasser. Kadar en Kroesjtsjef. Er zijn namen bq als Eppo Doeve en Frits Miiller. I,ex Metz en Mar vis (Martin Visser). Wouter Kea en I. Spreekmeester. Charles en Wlm Boost. En als uw verslaggever dan een streep trekt en denkt: „zie zo. dat is af!", dan zeggen de he ren Van Thijn (p.s.f.) en Sougel (medicijnen) van het A.S.C. ineens weer: „o ja!" Dan vallen er weer wat namen, tot het hele twintigtal eompleet is. Robert W. Louwman inbeerepen. die op een dag het ge zelschap op de zolder van de kun stenaarssociëteit De Kring aan het Kleine Gartmanplantsoen verenigd»» studenten en cartoonisten kwam verheugen met de mededeling: „Wacht, dat ken ik ook.... Wacht effe!" Na een middag en een nacht stond er de nieuwste aanwinst „speesdeet", die samen met het halve honderd overige cartoons voor ruimtevaart-enthousiasten op „speesplees" te bezichtigen zal zijn. Wie bijgeval die woorden als spees deet en speesplees ook al niet in zijn Van Dale kan terugvinden mag zich alsnog het testament herinne ren waarin wijlen de heer Bernard Shaw zijn vermogen vermaakte voor een vereenvoudigde schrijfwij ze van de Engelse taal. Een space date op de space place is het af spraakje op het ruimtevaartplein voor een gezamenlijke heelaltocht. We zouden het ook een afspraakje in de ruimte kunnen noemen. Maar om op die spelling terug te komen- die lijkt ons toch wel dermate prak tisch dat wij haar eerbiedig in overweging geven aan de samen stellers van de Woordenlijst Neder landse Taal, die wij al enkele maan den naarstiger raadplegen dan de bijbel. Wat natuurlijk fout is. Wellicht zou zo'n woordenlijst aan waarde winnen, wanneer de redacteuren het recept van de Am sterdamse heeialcoholisten ter harte namen, die zich hadden voorgesteld om op een bijeenkomst van alle cartoonisten met de studenten de inspiratie te gaan verdelen. Er meldden zich op die bijeenkomst slechts 1 cartoonist en 4 studenten, die toen de wel zeer ruimtelijke taak hadden om ook de dorst van de wegblijvers te representeren. Doch de inspiratie werd geboren En of de daarbij ontwikkelde ge zelligheid ruineus op de produktivi- teit van de cartoonisten gewerkt heeft, dat moet u zelf met uw speesdeet maar op speesplees gaan bekijken. v Misschien ontwikkelt u dan een mildere zienswijze dan de twee keu> rige heren die op het Frederiksplein al die voorbereidingen zagen. En die dat allemaal dood zonde vom den. Huizen hadden 't moeten wor den. En de verspilling van al die arbeidskracht „We zijn studenten, meneer," zei er toen een. ,En dat daardat gekke torentjedat wordt 't nieuwe gebouw voor onze universi teit...." WILL. K vjw c Het werkstuk van Eppo Doeve: ruimtevaart van een Germaan. (Links en rechts geflankeerd door de heren Ed. v. Thijn en Souget) voor ons Wat de Mars mannen met hun vliegende schotels betekenenwaren de heksen die op bezemstelen luchtaanvallen pleegden voor de bezetting van de middeleeuwse burcht. (Een cartoon van Kelfkens). H'outer Kea zette het fantasieloze mannetje van nu in het beeld van de toekomst. Wat de ruimtevaarders van hem zouden zeggen Zij zouden het hoofd schudden: „Die goeie ouwe tijd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 8