David 0. Selznick kampioen in het memorandums schrijven
Achtjarig jongetje ontvoert babv
Moreel betere
films in 1956
Zinneman terug uit de Kongo
PARIJSE LES IN KERKMUZIEK
9
WIJ ZIJN ER VOOR DE MASSA
HET GELUK VAN
1
ittorio de Sica: Ik verscheurde ze"
V erantwoord eli j Idieid
Aldus de voorzitter van het W.K.A.
ZATERDAG 13 JULI 1957
PAGINA 5
ad>'
Mevrouw (Jennifer Jons) Selznick.
ZELFHERKENNING EN
ZELFVERVREEMDING
Na „trailer" van gruwelfilm te hebben gezien
In Nederland slechts
ontoelaatbaar
1,6
Klaas Bolt won
Haarlems Orgel-
O in a Lollobrigida in „Anna of Brooklyn"
GINA LOLLOBRIGIDA
twee maanden om weer geheel
in vorm te komen
concours
Hoe reageert de lezer op een boek? Wat doet het hem
maakt het iets in hem wakker brengt het hem
aan het nadenken en is het daardoor van blijvende
invloed op zijn verdere levensgang? De grote Goethe
heeft meer dan anderhalve eeuw geleden gezegd: „Drie
soorten van lezers zijn er; een éérste, die geniet zonder
oordelen; een derde, die oordeelt zonder genieten; en j
daartussen een, die genietende oordeelt en oordelend
geniet en deze laatste soort schept eigenlijk hei
kunstwerk opnieuw Het is voor een boekbespreker j
een boeiende en soms verrassende ervaring, van lezer?
zelf te horen, hoe zij bepaalde hoeken hebben gelezen
en ondergaan, en welke blijvende invloed zij ervan
hebben behouden. Twee schrijvers, die geregeld hei
publiek over hoeken voorlichten, hebben de rollen
omgekeerd: zij hebben zich eens door de lezers (vele j
honderden!) laten vertellen wat deze van en in be
paalde boeken hebben gevonden. Het zijn dr. P. H.
Ritter Jr. en Ben van Eysselstevn, die in 1951 samen
met Antoon Coolen de jury voor een prijsvraag hebben
gevormd en die nu in het boekje „Over het geluk van Dr p. u. RITTER JR.
het lezen" verslag uitbrengen van hun ervaringen. feitelijke ontmoetingen"
De even eerbiedwaardige als
grijze monsignore Anglés, direc
teur der Pauselijke Muziekschool
te Rome, had gelijk de Nederlan
ders te prijzen om hun organisato
rische vermogens. Hij deelde waar
schijnlijk deze pluim uit om ande
ren Fransen zowel als Italia
nen een hart onder de riem te
steken als zij in de toekomst nog
eens zoiets als een internationaal
congres voor gewijde muziek wil
len beleggen. Maar men had de
monsignore waarschijnlijk niet al
les verteld over het wel en wee
der kerkmuziekbeoefening in de
Lage Landen. Op drie punten n-1.
heeft het congres zich onderschei
den, op drie Kardinale punten die
voor onze beminde vaderlanders
en kerkelijke overheden van emi
nent nut kunnen zijn.
Acoustiek
Ti
I'rachtige bruidsjapon, die zij miste, toen ze onlangs voor een
Q|)|} n'l"r can de burgerlijke stand in Londen trouwde, is Jill Ireland
^"lv n,ef haar man, David McCalhim, in het huwelijk getreden maar
'i0°r nieuwste film „Robbery under arms". Op de foto ziet men
lir Jaelt Lee aan Jill en David aanwijzingen geven, voordat de
',uwelijksscène in de Pinewood-studio's iverd opgenomen.
„Meer dan welke amateuristische kunstbeoefening ook is de
beoefening van de toneelkunst een sterk instrument ter verwezen
lijking van de woorden van onze geëerbiedigde Koningin: „Wij
dienen werkzaam te zijn opdat de massa's mensen geen massa-mensen
worden".
Endaarom, aldus de voorzitter van het W. K. A. op het congres
te Amsterdam, moeten bij voortduring al onze activiteiten gericht
zijn op de grote massa en zullen wij bij al ons werk rekening dienen
te houden met de doorsnee-verenigingen en hun mogelijkheden.
Geen superten kweken
Het goede leven....
Hans van Bergen
V ro uivenstemmen
Opleiding van de clerus
Hans Roest
WERELDNIEUWS
e» aldus luidt de Romeinse legende,
Tte .muntstuk werpt in de Fontana dl
(Je J» de Trevi-fontein, zal eens weer in
Zo ^wige Stad terugkeren.
,ziin er vele legenden in Rome en
ioup arvan wordt door de Amerikaanse
„jjjaalist An Buchwald verteld in de
iüirjA York Herald Tribune", Wie, aldus
i>i0r ^€ze (moderne) legende, een me-
Sn andum van de Amerikaanse filmpro-
loAT David O. Selznick werpt in de
"tee n Van Cinecitta-studio's, zal nooit
ty r m««werken aan de produktie van de
J, ..Farewell to arms".
®t aantal mensen, dat de produktie
(Van onze filmredacteur)
^<*0 T?
tin-,, ar«well to arms
,°®ten
vaarwel heeft
Ojjjf"0" zeggen, loopt in de honderden,
er wie een regisseur (John Huston),
c"«f-cameraman, drie decorbouwers,
thai ^e®'sseur voor speciale effecten, vier
"'feurs en het voltallige personeel van
Vf0, "a, waar de heer (David O.) en me-
(Jennifer Jones) Selznick tij-
(je 8 hun verblijf in Italië hun intrek had-
W Senomen. Het merendeel van deze
tieti°n'en houdt bij hoog en laag vol, dat
tjj,he heer Selznick, maar zijn memo-
j5hms oorzaak zijn van hun heengaan,
Selznick, die met Farewell to
Ws" zijn eerste film in negen jaar heeft
sta r°huceerd, is waarschijnlijk de groot-
inj ^morandumschrijver in de hele film-
kin tri«. Onder zijn memo's, die betrek-
pp hebben op elk onderdeel van de
aj hhktie, van de opmaak der spelers
t0. ,°t de belichting toe, zijn er, die 25
tussenruimte getikte vellen lang
Aangezien hij ze 's avonds dicteert
dy" hrie secretaressen, die elkaar voort-
®nd aflossen, heeft de heer Selznick
l?2n tijd om ze later nog eens door te
j„®h. Dit leidt nu en dan tot misverstan-
aflossen, heeft de heer Selznick
?««n i-
Sj
-
te lussen de producent en zijn assisten-
«n daarom hield bijna iedereen die
tat he film meewerkte, steeds zijn kof-
a gepakt voor het geval hij Rome over-
„st zou moeten verlaten.
V0 memorandums van mr. Selznick
tnj ®n getikt op geel papier (hij is de
a,, s.®» die geel papier mag gebruiken)
ltj '«dereen. behalve de acteurs en ac-
'^es, komt er voor in aanmerking.
mensen, die aan de produktie van
Jewell to arms" meewerkten, verza-
ij 'den Selznick-memorandums zoals an-
hia m«nsen postzegels verzamelen. De
tj.,"10 aan John Huston, die oorzaak was,
er de brui aan gaf, is drie memo's
t die Selznick schreef aan de came-
Hij annen over het fotograferen van Jen-
Wr J°n«s. Eén der produktieleden heeft
D]h Uiterst zeldzaam en waardevol exem-
Me een Selznick-memo van één regel.
heeft hem er 50.000 lires voor ge-
kp®n> maar hij weigerde het te ver
jon.
Ui ?h«reen reageert anders op een Selz-
s^-memo. Een afdelingschef, die intus-
tt|p, n'et meer in dienst is, meende vuut
vuur te moeten bestrijden. Toen hij
ü:,h memo van Selznick ontving, stuurde
V," hem een memorandum van dezelfde
v.hgte terug Maar de volgende dag kreeg
J een memo van Selznick met het ver-
Ah hem geen memo's meer te sturen
'"dat hij geen tijd had, ze te lezen.
5 &en ander, die zich bezorgd maakte
.''er de aan hem gerichte memo's, ging
a®r Vittorio de Sica, die een rol had
in „Farewell to arms", maar die de
Selznick-film „Stazione Termini" regis
seerde, en vroeg hem, wat hij had gedaan,
als hij een memorandum van Selznick
kreeg. „Ik verscheurde ze", antwoordde
de Sica.
Voor de grap heeft de Sica een lang
memorandum aan Selznic gestuurd, waar
in hij, wijzend op het feit, dat Italiaanse
cigaretten verschilden van Amerikaanse,
meedeelde, dat hij daarom zijn cigaret in
een bepaalde scène anders wilde vasthou
den en dat hij de heer Selznick daarvan
in kennis wilde stellen.
Mr. Selznick zond onmiddellijk een lang
memorandum terug, waarin hij de Sica
danke voor zijn mededeling en waarin hij
uitvoerig zijn mening uiteenzette omtrent
sigaretten en haar relatie tot „Farewell
to arms".
Niet aUe memorandums van Selznick
worden persoonlijk overhandigd. Als hij
elders vertoeft, stuurt hij ook telegram
men. Een telegram, dat hij eens uit
Noord-Italië verzond, kostte 750 dollars.
Een Italiaanse produktie-assistent, die
het zag verzenden, zei met tranen in zijn
ogen tot een vriend: „Vóór de oorlog kon
den we een film maken met wat dat te
legram kost".
Boze tongen beweren, dat mr. Selznick
geneigd is om te verwijzen naar „Gone
with the wind", als hij iemand in een
memorandum wil overtuigen. Aangezien
hij met alle geweld van „Farewell to
arms" een succes wilde maken, stond hij
er op. dat de hele technische staf een spe
ciale vertoning van „Gone with the wind"
bijwoonde. Een buitenstaander, die bij de
voorgeschreven vertoning was geweest
verklaarde na afloop: „Waarom maakt
Selznick zich zo ongerust over „Farewell
to arms". De proefopnamen leken me
geweldig.
HEI LEZEÜ
Nadat hij in een voor alle leeftijden
toegankelijke bioscoopvoorstelling de trai
ler had gezien van een gruwelfilm, waar
in twee mensen een baby ontvoeren en
proberen te verdrinken, nam onlangs een
kleine jongen van 8 jaar in Engeland een
drie weken oude baby uit haar kinderwa
gen weg, klom er mee over een meter
hoog hek en vervolgens op een zeven
meter hoog schuin hellend dak. De baby
nog steeds vasthoudend, liet hii zich ver
volgens aan de andere zijde naar beneden
glijden en klauterde op een volgend dak
tot hij niet verder kon. Daar legde hij de
baby neer op een smalle richel en liet
haar in de steek.
Het was alleen aan een gelukkig toeval
In moreel opzicht heeft de wereldpro-
duktie van films in 1956 een lichte verbe
tering te zien gegeven. Dit blijkt uit een
overzicht samengesteld door de keurings
commissie van het Katholiek Filmcentrum
te Rome, die ten behoeve van de gelovi
gen geregeld Iflsten publiceert, waarop de
nieuwe films staan geclassificeerd als toe
laatbaar vo.or iedereen, voorbehouden
voor volwassenen of verboden.
Van de 476 films die in 1956 door de
keuringscommissies werden beoordeeld,
werden er 269 toelaatbaar geacht voor
iedereen, 168 werden met voorbehoud toe
laatbaar verklaard en 39 werden verboden.
Wat de Italiaanse produktie betreft wer
den er van de 96 films 63 toelaatbaar ver
klaard voor iedereen, 24 werden met voor
behoud toegelaten en slechts 9 werden
verboden.
In de tweede helft van 1956 vertoonde
het verloop van de katholieke nakeuring
in Nederland blijkens een onlangs ontvan
gen overzicht van de Katholieke Filmcen
trale (KFC) ongeveer eenzelfde beeld.
In de laatste zes maanden van genoemd
jaar werden bij de KFC 256 hoofdfilms
ter nakeuring aangeboden. Daarvan wer
den door de KFC 224 (87.5°/o) voor dezelfde
leeftijdsklasse toegelaten als door de rijks
keuring, hoewel ten aanzien van 39 films
(15.2°/«) in de C-klasse (boven 18 jaar) ex
tra voorbehoud moest worden gemaakt.
Toegelaten voor een hogere leeftijdsklasse
werden 28 films (10.9%), terwijl er slechts
4 films (1.6%) ontoelaatbaar werden ver
klaard. Hierbij dient er evenwel rekening
mee te worden gehouden, dat de KFC als
nakeuringsorgaan alleen kennis neemt van
de films, die door de Centrale Commissie
voor de Filmkeuring (rijkskeuring) voor
vertoning in Nederland zijn toegelaten.
In totaal week de uitsp-aak van de
KFC met betrekking tot de 256 ter nakeu
ring aangeboden films slechts in 71 (27.7%)
gevallen af van die der rijkskeuring.
.•jt'ed Zinnemann, maker van films als
Seventh Cross", „The Search" „The
ij""» „Teresa", „High Noon" en „From
U® to eternity", is in Amerika terugge-
!,9"d uit de Belgische Kongo, waar hij
Schikte plaatsen heeft gezocht voor de
^''enopnamen van zijn film „The Nun's
tofry", die hij voor Warnes Bros zal regis-
kj^'hnemann heeft intussen een bespre-
h0 8 gehad met Audrey Hepburn, die de
"drol zal spelen in de film, welke is
!Laseerd op het gelijknamige boek van
"ryn Hulme.
ltAii
ji^'ha Lollobrigida, de charmante Ita-
filmster zal in september van dit
Weer voor de filmcamera's optreden.
s door RKO Radio Pictures aangezocht
ho "hder regie van Edmund Goulding de
tijvj drol te spelen in de film „Anna of
yn"» die geheel in Rome zal wor-
"Ogenomen en waarin zii opnieuw de
*1,. "speelster zal zijn van Vittorio de
echtgenoot, de Joego-Slavische
Skofic, heeft aan de pers ver-
er geen enkel bezwaar tegen te
*>5 3 dat zijn vrouw weer gaat filmen
*itw® geboorte van de baby, die tegen het
Q van deze maand wordt verwacht,
't vp de vraag, of zij zo vlak na de geboor-
"ig?" de baby in staat zou zijn, urenlang
"ilk r de gloeiende schijnwerpers te staan,
°Drdde Gina: „Ik verwacht mijn baby
'Wi, zodat ik ongeveer twee maan-
?9 o0heb om onder het deskundig toezien-
]®S van mijn man weer geheel in vorm
Et)
c'drt bet commentaar van dokter Scofic
„Het filmen zit mijn vrouw in het
|>W' M«n zou evengoed een plant het
A ®n kunnen verbieden als Gina het
t B°vendien zal ik er nauwlettend
®z'en, dat ze de zaken niet overdrijft".
J
Paddy Carstairs, die o.a. de film-
,le Just my luck" met Norman Wis-
ln de hoofdrol heeft geregisseerd.
heeft op een tentoonstelling, die hij on
langs in Londen heeft gehouden, vijftien
van zijn schilderijen verkocht. Onder de
kopers bevond zich de filmregisseur
Michael Powell.
Onder de filmmensen zijn de werken
van „Paddy" erg populair. Otto Pretnin-
ger, de eigenaar van een grote collectie
schilderijen, waaronder drie Picasso's,
heeft eveneens een werk van Carstairs
gekocht en het meegenomen naar New
York.
Minstens één van zijn laatste schilde
rijen gaat ook naar de Verenigde Staten.
Het is aangekocht door Walter Rothschild,
die het zal opnemen in zijn schilderijen
collectie te New York.
Tijdens een receptie van het gemeente
bestuur van Haarlem is vrijdagavond in
de ridderzaal van het stadhuis de prijs
uitreiking geschied van het internationaai
improvisatieconcours 1957. Burgemeester
mr. O. Cremers overhandigde voor de
tweede maal in successie de wisselprijs
aan de winnaar Klaas Bolt. uit Haarlem
Aan de receptie was een concert in het
Concertgebouw vooraf gegaan. Het Noord-
hollands Philharmonisch Orkest, het
N.C.R.V.-ensemble, het Collegium Musi-
eum Amstelrodamense, Annette de la Bije
(sopraan), Nap de Klijn (viool), Carel van
Leeuwen Boomkamp (cello) en Piet Kee
(orgel) verleenden medewerking. Het con
cert werd geleid door prof. Anton Heiller
uit Wenen.
Voor het eerst werden gespeeld Maria-
nisches Konzert van Clemens Brinkman
(bekroond met de eerste prijs in de door
de commissie internationaal orgelconcours
uitgeschreven prijsvraag) en sonata da
Chiesa van J F. Doppelbaner, die woens-
te danken, aldus verklaarde later een in
specteur van politie voor de kinderrechter
in Doncaster, dat het kindje niet was ge
dood.
De inspecteur deerde verder mee, dat de
kleine jongen, nadat hij de baby op de
richel had achtergelaten, aan een kelnerin
van het Broad Higway Hotel in Wood
lands bij Doncaster, waar het gebeurde
zich afspeelde, had verteld dat „er een
baby op de muur lag". De vrouw had geen
acht geslagen op deze mededeling. Later
kwam de grootvader van de baby tot de
ontdekking, dat de kinderwagen leeg was
en hoorde hij zwakke kreetjes van het
dak komen.
De jongen, die zijn daad bexende, werd
door de rechter drie weken naar een ver
beteringsgesticht gezonden voor het uit
brengen van een rapport over hem.
Het gaat natuurlijk niet aan, de film als
oorzaak aan te wijzen van deze daad. Een
Waar dit boekje mij bovenal van door
drongen heeft, is het besef van de grote
betekenis die een bepaald boek in het le
ven van een mens kan innemen. Het kan
zelfs van beslissende invloed zijn; de eer
ste stap van 't geluk, of tot 'n vernietigen-
de onrust, tot verzoening of tot haat. Het
normale, gezonde jongen van acht jaar zal j kan troost brengen of oude wonden open
er niet aan denken om alles, wat hij op
het witte doek ziet, maar direct in prak
tijk te gaan brengen. Maar toch bewijst
dit voorval, dat men. waar het kinderen
betreft, niet voorzichtig genoeg kan zijn
met het vertonen van niet voor jeugdigen
geschikte films, ook al bestaat zo'n film
slechts uit enkele framenten, die bedoeld
zijn om het volgende programma aan te
kondigen.
rijten. En hoe-vele lezers vinden iets van
zichzelf in de romanfiguren terug en le
ren daardoor zichzelf beter begrijpen
Dit alles accentueert weer eens de grote
verantwoordelijkheid, die op de schrijver
en de uitgever rust. Er zijn, als inzending
op de prijsvraag verscheidene aangrijpende
brieven binnengekomen, die de realiteit
scherp aftekenden. Daar was de brief van
de Joodse sportinstruct^ur. Zijn gehele fa-
zijn vrouw, door een hel van ellende. Na
de oorlog was er in zijn hart slechts plaats
voor een onverzoenlijke haat. Tot hij de
grootse roman „D€ zon is mijn noodlot"
las en zichzelf terugvond. „De boeken ga.
tige herstellen en zijn persoonlijk levens*
geluk herwinnen, eenvoudig met een glim*
lach
Dierenliefde, mededogen van mens tot
mens, begrip voor anderen en daardoor
den dat Metthew Flood, een der hoofd
personen, moest ondergaan. Ook op mij
was „Verlos mij, o God" van toepassing
Ik leerde berusten. En het is goed zo
En meer; de man leerde begrijpen en op
nieuw beginnen.
Bijzonder leuk is «je brief van de le
raar, die voelde dat hij dor en saai en
vervelend was geworden en in zijn klas
op begrijpelijke onwil ging stuiten. Het
boek „Levenswijsheid met «en glimlach"
was voor hem als een verfrissend bad
Het grootste deel der gewijde muziek
welke we zowel in de Notre Dame als
dag aan het concours heeft deelgenomen j Sacré Coeur, in de Saint-Vincent de Paul
(bekroond met de tweede prijs in de prijs- a's 'n de Sainte-Trinité hebben kunnen
vraag) I beiuisteren» was van een adel van klank-
geving die in eerste instantie door de
Met het Te Deum van de dirigent Anton mUziek zelf en de uitvoerende krachten
Heiller werd het concert besloten. tot stand werd gebracht, maar die een
derde speler hier in het geding bracht
waarover men in ons land nimmer na
denkt of hoogstens fluisterende gesprek
ken voert: de a k o e s t ie k. Ter illustratie
tratie hiervan het volgende incident:
Afgemat door een 12-urige autobusreis
en de abnormale temperatuur van Eind
hoven naar Parijs waren een 12-tal knapen
van het Eindhovense jongenskoor zater
dagavond uitgevallen. Besloten werd der
halve de eerste der twee missen waar
dit koor zou moeten zingen geen jongens
koor in te zetten. Ter versterking van
het jongenskoor waren evenwel een 10-
tal grotere meisjes meegereisd en zo werd
mijn „Messa Festiva" slechts met 5 so
pranen, 5 alten, benevens het volledige
mannenkoor uitgevoerd. Maar hier trad
de wonderbaarlijke akoestiek der Saint-
Paul als reddende engel op. De Saint-
Paul destijds parochiekerk van Franz
Liszt is n.l. gelijk een Romeinse ba
siliek: hoog, recht, lang, met colonnades,
beuken, wanden en plaveisel van marmer
en rechtlijnig plafond. Eén bazuinstoot
doet alle wanden van deze basiliek trillen,
laat staan het uit vele trompet- en bazuin
klanken bestaande Cavaillé-Coll-orgel
(hier door Hub. Houët meesterlijk be
speeld) dat het koor ondersteunde. Het
was stellig Lo de Rooy's bijzondere ver
dienste de partijen in evenwicht t« hebben
gehouden. Doch in welke katholieke kerk
in Holland ware hem dit gelukt Het
geheel vervloeide tot een weldadige har
monie, die zich langs de gewelven voort
plantte en daar nog als met een zeker
verliefdheid bleef naklinken.
Waar in Nederland is deze oude luis
ter, deze klankadel gebleven die eens van
ÏÊW Y: V.-'V'f* A
Y i-.
het neg niet. Want.... zij kijken zover;
hun blik is zo wereldwijd. En in die
wereldwijde blik komt hun eigen presta
tie hen zo nietig voor.
Toneelspelen is de mens eigen, zegt
de heer Schuttenhelm, en het is niet te
verwonderen, dat het toneelspelen door
amateurs altijd bestaan heeft en zal blij
ven bestaan.
Toneelspelen zit ons in het bloed. We be
ginnen er als klein kind al mee. En wie
de toneelkunst niet op de planken beoefent
speelt in zeer vele gevallen toch in het
dagelijkse leven toneel.
Maar er is geen kunstbeoefening zo ge
vaarlijk voor eigen overschatting als de
beoefening van het toneel. Want we be
oefenen deze kunst nu eenmaal voor pu
bliek. E.n het publiek is zeer gewillig.
Het klapt snel en is vlug enthousiast.
De kortzichtige speler voelt zich toe
gejuicht en bewierookt enhet kwaad
is geschied. Wat hij gepresteerd heeft,
zouden duizenden hem verbeteren, maar
hij heeft geen vergelijkingsmateriaal voor
handen en meent een uitzonderlijk talent
te zijn.
En uitzonderlijke talenten dienen nu een
maal in de watten te worden gelegd
Men kan zomaar niet meer voor iedereen
en jan en alleman spelen. Uitzonderlijke
talenten verdienen een uitzonderlijk pu
bliek.
Och laten we toch eerlijk zijn, hoevelen
van ons denken niet, dat we niet voor
Waar wij in onze hoogmoedswaanzin
nogal eens toe geneigd zijn, is: om zo
gauw wij iets kunnen, te menen dat wij
iets bijzonders zijn.
En dit is juist wat al ons kunnen zo
onvruchtbaar maakt. Want door deze me
ning sluiten wij ons af van anderen. Wij
delen ons kunnen niet mee en bovendien
ontnemen wij aan ons kunnen alle ont-
plooiïngsmogelijkheid.
Wij zijn dan als een paar appelen aan
een boom, die zichzelf zo uitzonderlijk
mooi en schitterend vinden, dat ze tot
elkaar zeggen: „Wij zijn niet voor het
gewone volk; alleen een prinses mag ons
plukken". Met het gevolg dat ze blijven
hangen en wegrotten, omdat geen enkele
prinses naar hen omkijkt om het een
voudige feit, dat de wereld vol hangt met
schitterende appelen. Maar dit laatste kon
den die paar onnozele appeltjes aan dat
ene boompje niet weten, omdat ze immers
niet zien konden, te kortzichtig waren.
Zo zijn wij nu, als wij van onszelf
denken iets bijzonders te zijn, zo gauw wij
bijvoorbeeld een beetje spelen kunnen op
de planken.
Vreemd is het (of eigenlijk helemaal
niet vreemd) dat mensen, die WERKE
LIJK iets bijzonders zijn, dit helemaal
niet van zichzelf weten. Het is de kritiek
en de anderen, die hun dit aan het ver
stand moeten brengen en dan geloven zij
het beroepstoneel behoeven onder te doen.
Dat we zo'n beetje kunstenaars bij de
gratie Gods zijn.
En ondanks alle goede bedoelingen van
organisaties als het W.K.A., werken de
ze organisaties dit nog heel dikwijls in
de hand door hun cursussen, die zij ge
ven, door hun toneelwedstrijden, die zij
organiseren, door hun prijzen, die zij daar
bij uitreiken, etcetera.
En het is hiertegen, dat de voorzitter
van het W.K.A. waarschuwt. „Wij zijn er
voor de massa. Wij moeten er voor waken,
dat we geen upper-ten kweken. Onze ac
tiviteiten moeten bij voortduring gericht
blijven op de grote massa van onze ama
teurtonelisten. Wij zullen bij al ons werk
voortdurend rekening moeten houden met
de doorsnee toneelverenigingen en haar
mogelijkheden".
Wij zijn er voor de massa. Dat is een
organisatie als het W.K.A., dat is ook
iedere amateurtoneelvereniging.
De massa is middelmatig inderdaad, de
prestaties van iedere amateurtoneelver
eniging zijn eveneens middelmatig. Al
moeten we onmiddellijk toegeven, dat de
één ver kan uitsteken boven de ander.
En al moet ons streven erop gericht zijn;
zo hoog mogelijke prestaties te leveren
Maar een vergelijking van onze presta
ties met die van het beroepstoneel komt
eenvoudig niet eens aan de orde. Wie
een dergelijke vergelijking meent wel te
kunnen doorstaan, is reeds fout en verlo
ren.
Wie de toneelkunst als vrijetijdsbeste
ding beoefent, is een bevoorrecht mens,
juist omdat hij de massa door zijn spel
zoveel kan geven: ontspanning op de
eerste plaats, daarnaast in zekere mate
ook ontwikkeling en schoonheidsbele
ving en verfijning van smaak en een wij
dere blik op de mens.
Gaat de amateur-toneelspeler zich ech
ter in een uitzonderlijkheids-positie gevoe
len, dan is hij al verloren voor de massa
en blijft zijn kunnen onvruchtbaar en gaat
zelfs op den duur dood.
Daarom moet vooral ook het repertoire
afgestemd blijven op de massa. GOEDE
spelen inderdaad, maar begrijpelijke stuk
ken.
ven mij troost voor datgene wat ik zelf voor zichzelf - uit de brieven blijkt dat
had meegemaakt", schreef hij. „Immers de lezers voor dit alles zeer gevoelig zijn
dat alles ^verzinkt in het niet bij het lij- j Het is uit boeken te leren, evengoed als
,1 j- 'j haat en slechtheid. Het heeft natuurlijk
geen zin het bestaan van dit laatste te
ontkennen, maar het gaat om de houding
die men, er tegenover aanneemt. „Ik
haatte de Duitsers zo erg, dat ik er moe
van werd", schreef een dame uit Limburg
„Doch Ernst Wiechert, die zo ontzettend
veel van zijn eigen volk te lijden heeft
gehad en alle reden tot bitterheid had,
heeft mij door zijn boeken geleerd hoe
verkeerd alle fanatieke haat en geweld
Is"
Dr. P. H. Ritter Jr. wijst er in zijn in
teressant artikel op, dat niet alle le
zers naar zelfherkenning zoeken, maar dat
velen hunkeren naar een tijdelijke desertie
uit het leven - naar zelfvervreemding dus
„Maar in beide gevallen treedt het boek
in de plaats van de tastbare werkelijk
heid, valt de grens weg tussen realiteit
en droom. De vereenzelviging van het
verhaal met een feitelijke beleving gaat
zo ver, dat een boek soms de eenzaam
heid van de lezer gaat bevolken; met
de personen uit het boek om, als waren
er feitelijke ontmoetingen.
„Het is een ontroerende ervaring, op te
merken, hoe velen worstelen om het goede
leven, hoe velen streven naar wederge
boorte en hoe zij daarin zich door het
boek vinden bijgestaan." Terecht wijst de
schrijver erop, dat hij in zijn beschouwing
niet alleen en uitsluitend 't literaire werk
op het oog heeft, maar ook het ontspan-
nings-boek-op-niveau. Iedere goede, ver
antwoorde roman kan invloed uitoefenen
ten goede en ten kwade.
De enquête is ingesteld door de Zuid-
Hollandse Uitgeversmij. Ad. M. C. Stok
te 's Gravenhage, maaj- het resultaat er
van geeft aanwijzingen, die niet slechts
tot het fonds van deze firma beperkt
blijven.
„Er is aanleiding voor de veronder
stelling, dat indien andere uitgevers zou
den overgaan tot een dergelijk onderzoek,
zij over een overeenkomstige uitkomst
zouden beschikken. Daarom is dit proef
onderzoek van veel betekenis. Het licht
ons in omtrent de gesteldheid van de bo
dem, waarop de literatuur wordt ge
zaaid. Het boek spreekt niet tot onbe
schreven mensenzielen, maar tot lezers,
die er kennis van nemen, aangedaan door
ontvankelijkheden waarmee het leven hen
reeds heeft bespeeld".
„Over het geluk van het leven", een
kleine feestelijke uitgave bij het vijfen
twintigjarig bestaan van de Z.H.Uitg. Mij
geeft veel stof tot nadenken - en geeft
alle reden tot nieuwe bezinning op de
verantwoordelijkheid welke rust op ieder
die op welke wijze ook een schakel vormt
tussen het boek en de lezer. Behalve de
genoemde opstellen bevat het boekje een
zeer sympathieke inleiding van de heer
Stok, bijdragen van Antoon Coolen en
Fred Thomas, en tenslotte wetenswaar
digheden over en portretten van auteurs
en fragmenten uit enige boeken.
de oude, grote kerken triumfeerde In
ons land is men thans door het spook der
„volumebeperking" hard op weg een nieu
we beeldenstorm te ontketenen, welke van
onze nieuwe bedehuizen doofpotten maakt
door orgels diep in de wanden letterlijk
ingemetseld te verbergen en door de
koorruimten in te snoeren. Akoestiek is
wel het laatste element waarmee de vele
schoonheidscommissies, orgelraden, litur
gische verenigingen en andere hoogge
roemde organisaties zich occuperen.
Intussen wordt hierdoor aan de muzikale
ontplooiing onzer liturgie een element
ontnomen: de geluids voortplanting, om
het in zuiver Nederlands te zeggen, die
onze kerkmuzikale uitvoeringen alle vi
taliteit ontneemt.
Met minimum middelen werd veelal
in Par(js een optimaal klankeffect verkre
gen, terwijl onze goede Nederlandse ko
ren, dirigenten en organisten een hope
loos gevecht leveren tegen nirhmer te
overwinnen geluidsbarrières.
Het moge een eerste ongezocht winst
punt geweest zijn van het Partjse Kerk-
muziekcongres aan de wereld en in het
bijzonder aan de weetgierigen van ons
land schier-onvergelijkbare exempelen
of het moesten de Romeinse basilieken
zijn te hebben gegeven.
De deelneming van vrouwenstemmen
bij het uitvoeren van meerstemmige mu
ziek oud of nieuw is nimmer een
probleem geweest in de Franse diocesen,
noch in die van Italië, noch in die van
Duitsland of Oostenrijk. Slechts In het
land waar het Calvinisme zulke diepe
sporen in karakter en zelfs op de ge
laatstrekken heeft achtergelaten, in Ne
derland, werd het deelnemen van vrou
wenstemmen zo iets als een probleem van
zedelijke aard gewikt en gewogen op goud-
schaaltjes van theologische hypothesen.
Om de speculaties dienaangaande wat
te verlichten heeft niemand minder dan
de Opperherder zelf in zijn jongste En
cycliek meer vrijheid van handelen toe
gestaan. Doch naar Hollandse aard wer
den ook deze woorden met een uiterst
fijne loep van verstandelijke analyse be
keken.
Het blijft mijn vaste overtuiging dat
knapenstemmen de ideale klank van so
pranen en alten In de meerstemmigheid
van onze liturgie verbeelden door hun on-
persoonlijk-angeliek karakter. Maar even
zeer moet met de praktijk rekening ge
houden worden, die een gebruik van vrou
wenstemmen verkieslijker maakt om re
denen welke ieder ervaren koorleider u
kan mededelen. Met deze realiteit reke
ning houdend kwamen vele koren tot het
congres met vrouwelijke soprani en alti,
zeer tot stichting van de aanwezige
gemeenschap.
Moet men dus onzerzijds een St-Rom-
boutskoor uit Mechelen o.l.v. Kan. Vijver
man roemen als een ideale koorgemeen
schap zowel door de repertoirekeuze
als door de koordiscipline zelf, welke
zoals hier het geval is, met seminaris
ten ten top is te voeren anderzijds bleek
ook een koor der West-Minster uit Londen
en dat uit Pampeluna dat van gemeng
de aard was (antopologisch gespro
ken!) eveneens recht te hebben op bijzon
dere waardering althans wat de stemmen-
scholing zelf betreft. Van liturgisch muzi
kaal besef scheen dat van de Londense
kathedraal weinig kaas gegeten te hebben.
Men presteerde het om een aria weg te
geven uit Haendel's „Dettinger Te Deum"
(voor solo-stem natuurlijk)! In dit opzicht
kan men ook van een koor als van de Sa
cramentskerk te Breda veel leren!
Bij de Franse koren die zowel bij de
pontificale missen in de Notre-Dame als
in Reims zongen kwamen er geheel geen
knapen aan te pas en niemand onder de
duizend aanwezigen die ook maar een
ogenblik aan deze koorbezetting aan
stoot zal hebben genomen.
Vele klanken zjjn op dit congres
verklonken maar ook vele woorden. Mis
schien is er wel naar Frans gebruik
te veel de kunst der rhetorica beoefend
en te weinig die van musica. Doch hoe
dan ook, één romeins prelaat heeft een
document van eminente waarde ter tafel
gebracht.
In feite was het niet meer dan een
herinnering aan 's pausen encycliek waar
in met klem de liturgisch-muzikale vor
ming van de toekomstige clerus wordt
voorgt..„» *■-. Het is inderdaad waar dat
als oegrip van onze kerkmuziek-
oefe».i"i bij de clerus mag verwachten
met de smaakvorming en begripsvorming
In de vormingsjaren van de jeugd be
gonnen moet worden. Jeugdimpressies ziin
onuitwisbare merktekenen voor rijpere
jaren Zo zijn er in ons land nog enkele
1 Ln °uder« clerici (op de duizen-
den.) die de wijze lessen van een mgr
v. Schalk, prof. v.d. Wiel, pater de Son-
naville en nog twee of drie andere ra*
res aves onder de naar de taal der Mu
zen versteende geestelijke leiders, als
hunner dierbaarste herinneringen meedra-
gen. Begrip en smaak voor klassieke po
lyfonie zowel als eenstemmigheid, voor
alle bloeiperioden der kerkmuziek en al
les wat er aan klankgewrochten in de
loop der tijden is ontstaan, laat zich niet
in een paar voordrachten, te hooi en te
gras gehouden, vangen. Hiertoe is, gelijk
voor de studie van een taal, een jarenlan
ge systematische vorming nodig waartoe
de seminaria-opleiding geëigend zou kun
nen zijn. Doch de overbelasting der leer
programma's gebiedt een inperking van
eén of twee bijvakken, wil er bij de se
minaristen nog enige ruimte in hun geest
overblijven om de klankentaai te leren
verstaan.
Dat er bij onze Nederlandse clerus zulk
een gering begrip heerst van alles wat
met de kerkmuziek samenhangt, is op
zichzelf een gevolg van gebrekkige oplei
ding en van de a-musische gesteldheid
die het Calvinisme als een nog steeds
dodende bacil heeft achtergelaten. Nooit
werden de wetten van oorzaak en gevolg
in de kerkmuziek beoefening zó rigoreus
toegepast als in onze kerkelijke gemeen
schap. Anders zou het nooit hebben mo
gen voorkomen dat er tientallen nieuwe
kerken verrijzen waarin de wetten van de
geluids voortplan ting verkracht worden en
dat voor het nageslacht een bron van er
gernis en wanbegrip zal veroorzaken; dat
men de aanwending van vrouwenstemmen
met Argusogen gadeslaat als wijlen Nurks
spiedend naar spijkers op laag water; dat
men van het gebruik van edele instrumen
ten als violen, bazuinen, fluiten of schal
meien wederom een theologisch vraagstuk
maakt. Allemaal dingen waarover in de
jongste encycliek ons een milde hand
wordt toegestoken door de Opperherder
der Kerk zelf.
En juist ter bevestiging van deze en
cycliek was het jongste congres inge
steld en is als zodanig een universele ma
nifestatie geworden tot ontplooiing van de
sacrale muziek, die als gave van de H.
Geest zelf waait waar die Geest ze voe
ren wil.
milie was uitgemoord, zelf ging hij, met en vóór het te laat was, kon hij zijn pres-
7lin "irrftimr <4nr>- «ztn <mn ollnnrln KT- i: »- L i.n