David 0. Selznick kampioen in het memorandums schrijven Achtjarig jongetje ontvoert babv Moreel betere films in 1956 Zinneman terug uit de Kongo PARIJSE LES IN KERKMUZIEK 9 WIJ ZIJN ER VOOR DE MASSA HET GELUK VAN 1 ittorio de Sica: Ik verscheurde ze" V erantwoord eli j Idieid Aldus de voorzitter van het W.K.A. ZATERDAG 13 JULI 1957 PAGINA 5 ad>' Mevrouw (Jennifer Jons) Selznick. ZELFHERKENNING EN ZELFVERVREEMDING Na „trailer" van gruwelfilm te hebben gezien In Nederland slechts ontoelaatbaar 1,6 Klaas Bolt won Haarlems Orgel- O in a Lollobrigida in „Anna of Brooklyn" GINA LOLLOBRIGIDA twee maanden om weer geheel in vorm te komen concours Hoe reageert de lezer op een boek? Wat doet het hem maakt het iets in hem wakker brengt het hem aan het nadenken en is het daardoor van blijvende invloed op zijn verdere levensgang? De grote Goethe heeft meer dan anderhalve eeuw geleden gezegd: „Drie soorten van lezers zijn er; een éérste, die geniet zonder oordelen; een derde, die oordeelt zonder genieten; en j daartussen een, die genietende oordeelt en oordelend geniet en deze laatste soort schept eigenlijk hei kunstwerk opnieuw Het is voor een boekbespreker j een boeiende en soms verrassende ervaring, van lezer? zelf te horen, hoe zij bepaalde hoeken hebben gelezen en ondergaan, en welke blijvende invloed zij ervan hebben behouden. Twee schrijvers, die geregeld hei publiek over hoeken voorlichten, hebben de rollen omgekeerd: zij hebben zich eens door de lezers (vele j honderden!) laten vertellen wat deze van en in be paalde boeken hebben gevonden. Het zijn dr. P. H. Ritter Jr. en Ben van Eysselstevn, die in 1951 samen met Antoon Coolen de jury voor een prijsvraag hebben gevormd en die nu in het boekje „Over het geluk van Dr p. u. RITTER JR. het lezen" verslag uitbrengen van hun ervaringen. feitelijke ontmoetingen" De even eerbiedwaardige als grijze monsignore Anglés, direc teur der Pauselijke Muziekschool te Rome, had gelijk de Nederlan ders te prijzen om hun organisato rische vermogens. Hij deelde waar schijnlijk deze pluim uit om ande ren Fransen zowel als Italia nen een hart onder de riem te steken als zij in de toekomst nog eens zoiets als een internationaal congres voor gewijde muziek wil len beleggen. Maar men had de monsignore waarschijnlijk niet al les verteld over het wel en wee der kerkmuziekbeoefening in de Lage Landen. Op drie punten n-1. heeft het congres zich onderschei den, op drie Kardinale punten die voor onze beminde vaderlanders en kerkelijke overheden van emi nent nut kunnen zijn. Acoustiek Ti I'rachtige bruidsjapon, die zij miste, toen ze onlangs voor een Q|)|} n'l"r can de burgerlijke stand in Londen trouwde, is Jill Ireland ^"lv n,ef haar man, David McCalhim, in het huwelijk getreden maar 'i0°r nieuwste film „Robbery under arms". Op de foto ziet men lir Jaelt Lee aan Jill en David aanwijzingen geven, voordat de ',uwelijksscène in de Pinewood-studio's iverd opgenomen. „Meer dan welke amateuristische kunstbeoefening ook is de beoefening van de toneelkunst een sterk instrument ter verwezen lijking van de woorden van onze geëerbiedigde Koningin: „Wij dienen werkzaam te zijn opdat de massa's mensen geen massa-mensen worden". Endaarom, aldus de voorzitter van het W. K. A. op het congres te Amsterdam, moeten bij voortduring al onze activiteiten gericht zijn op de grote massa en zullen wij bij al ons werk rekening dienen te houden met de doorsnee-verenigingen en hun mogelijkheden. Geen superten kweken Het goede leven.... Hans van Bergen V ro uivenstemmen Opleiding van de clerus Hans Roest WERELDNIEUWS e» aldus luidt de Romeinse legende, Tte .muntstuk werpt in de Fontana dl (Je J» de Trevi-fontein, zal eens weer in Zo ^wige Stad terugkeren. ,ziin er vele legenden in Rome en ioup arvan wordt door de Amerikaanse „jjjaalist An Buchwald verteld in de iüirjA York Herald Tribune", Wie, aldus i>i0r ^€ze (moderne) legende, een me- Sn andum van de Amerikaanse filmpro- loAT David O. Selznick werpt in de "tee n Van Cinecitta-studio's, zal nooit ty r m««werken aan de produktie van de J, ..Farewell to arms". ®t aantal mensen, dat de produktie (Van onze filmredacteur) ^<*0 T? tin-,, ar«well to arms ,°®ten vaarwel heeft Ojjjf"0" zeggen, loopt in de honderden, er wie een regisseur (John Huston), c"«f-cameraman, drie decorbouwers, thai ^e®'sseur voor speciale effecten, vier "'feurs en het voltallige personeel van Vf0, "a, waar de heer (David O.) en me- (Jennifer Jones) Selznick tij- (je 8 hun verblijf in Italië hun intrek had- W Senomen. Het merendeel van deze tieti°n'en houdt bij hoog en laag vol, dat tjj,he heer Selznick, maar zijn memo- j5hms oorzaak zijn van hun heengaan, Selznick, die met Farewell to Ws" zijn eerste film in negen jaar heeft sta r°huceerd, is waarschijnlijk de groot- inj ^morandumschrijver in de hele film- kin tri«. Onder zijn memo's, die betrek- pp hebben op elk onderdeel van de aj hhktie, van de opmaak der spelers t0. ,°t de belichting toe, zijn er, die 25 tussenruimte getikte vellen lang Aangezien hij ze 's avonds dicteert dy" hrie secretaressen, die elkaar voort- ®nd aflossen, heeft de heer Selznick l?2n tijd om ze later nog eens door te j„®h. Dit leidt nu en dan tot misverstan- aflossen, heeft de heer Selznick ?««n i- Sj - te lussen de producent en zijn assisten- «n daarom hield bijna iedereen die tat he film meewerkte, steeds zijn kof- a gepakt voor het geval hij Rome over- „st zou moeten verlaten. V0 memorandums van mr. Selznick tnj ®n getikt op geel papier (hij is de a,, s.®» die geel papier mag gebruiken) ltj '«dereen. behalve de acteurs en ac- '^es, komt er voor in aanmerking. mensen, die aan de produktie van Jewell to arms" meewerkten, verza- ij 'den Selznick-memorandums zoals an- hia m«nsen postzegels verzamelen. De tj.,"10 aan John Huston, die oorzaak was, er de brui aan gaf, is drie memo's t die Selznick schreef aan de came- Hij annen over het fotograferen van Jen- Wr J°n«s. Eén der produktieleden heeft D]h Uiterst zeldzaam en waardevol exem- Me een Selznick-memo van één regel. heeft hem er 50.000 lires voor ge- kp®n> maar hij weigerde het te ver jon. Ui ?h«reen reageert anders op een Selz- s^-memo. Een afdelingschef, die intus- tt|p, n'et meer in dienst is, meende vuut vuur te moeten bestrijden. Toen hij ü:,h memo van Selznick ontving, stuurde V," hem een memorandum van dezelfde v.hgte terug Maar de volgende dag kreeg J een memo van Selznick met het ver- Ah hem geen memo's meer te sturen '"dat hij geen tijd had, ze te lezen. 5 &en ander, die zich bezorgd maakte .''er de aan hem gerichte memo's, ging a®r Vittorio de Sica, die een rol had in „Farewell to arms", maar die de Selznick-film „Stazione Termini" regis seerde, en vroeg hem, wat hij had gedaan, als hij een memorandum van Selznick kreeg. „Ik verscheurde ze", antwoordde de Sica. Voor de grap heeft de Sica een lang memorandum aan Selznic gestuurd, waar in hij, wijzend op het feit, dat Italiaanse cigaretten verschilden van Amerikaanse, meedeelde, dat hij daarom zijn cigaret in een bepaalde scène anders wilde vasthou den en dat hij de heer Selznick daarvan in kennis wilde stellen. Mr. Selznick zond onmiddellijk een lang memorandum terug, waarin hij de Sica danke voor zijn mededeling en waarin hij uitvoerig zijn mening uiteenzette omtrent sigaretten en haar relatie tot „Farewell to arms". Niet aUe memorandums van Selznick worden persoonlijk overhandigd. Als hij elders vertoeft, stuurt hij ook telegram men. Een telegram, dat hij eens uit Noord-Italië verzond, kostte 750 dollars. Een Italiaanse produktie-assistent, die het zag verzenden, zei met tranen in zijn ogen tot een vriend: „Vóór de oorlog kon den we een film maken met wat dat te legram kost". Boze tongen beweren, dat mr. Selznick geneigd is om te verwijzen naar „Gone with the wind", als hij iemand in een memorandum wil overtuigen. Aangezien hij met alle geweld van „Farewell to arms" een succes wilde maken, stond hij er op. dat de hele technische staf een spe ciale vertoning van „Gone with the wind" bijwoonde. Een buitenstaander, die bij de voorgeschreven vertoning was geweest verklaarde na afloop: „Waarom maakt Selznick zich zo ongerust over „Farewell to arms". De proefopnamen leken me geweldig. HEI LEZEÜ Nadat hij in een voor alle leeftijden toegankelijke bioscoopvoorstelling de trai ler had gezien van een gruwelfilm, waar in twee mensen een baby ontvoeren en proberen te verdrinken, nam onlangs een kleine jongen van 8 jaar in Engeland een drie weken oude baby uit haar kinderwa gen weg, klom er mee over een meter hoog hek en vervolgens op een zeven meter hoog schuin hellend dak. De baby nog steeds vasthoudend, liet hii zich ver volgens aan de andere zijde naar beneden glijden en klauterde op een volgend dak tot hij niet verder kon. Daar legde hij de baby neer op een smalle richel en liet haar in de steek. Het was alleen aan een gelukkig toeval In moreel opzicht heeft de wereldpro- duktie van films in 1956 een lichte verbe tering te zien gegeven. Dit blijkt uit een overzicht samengesteld door de keurings commissie van het Katholiek Filmcentrum te Rome, die ten behoeve van de gelovi gen geregeld Iflsten publiceert, waarop de nieuwe films staan geclassificeerd als toe laatbaar vo.or iedereen, voorbehouden voor volwassenen of verboden. Van de 476 films die in 1956 door de keuringscommissies werden beoordeeld, werden er 269 toelaatbaar geacht voor iedereen, 168 werden met voorbehoud toe laatbaar verklaard en 39 werden verboden. Wat de Italiaanse produktie betreft wer den er van de 96 films 63 toelaatbaar ver klaard voor iedereen, 24 werden met voor behoud toegelaten en slechts 9 werden verboden. In de tweede helft van 1956 vertoonde het verloop van de katholieke nakeuring in Nederland blijkens een onlangs ontvan gen overzicht van de Katholieke Filmcen trale (KFC) ongeveer eenzelfde beeld. In de laatste zes maanden van genoemd jaar werden bij de KFC 256 hoofdfilms ter nakeuring aangeboden. Daarvan wer den door de KFC 224 (87.5°/o) voor dezelfde leeftijdsklasse toegelaten als door de rijks keuring, hoewel ten aanzien van 39 films (15.2°/«) in de C-klasse (boven 18 jaar) ex tra voorbehoud moest worden gemaakt. Toegelaten voor een hogere leeftijdsklasse werden 28 films (10.9%), terwijl er slechts 4 films (1.6%) ontoelaatbaar werden ver klaard. Hierbij dient er evenwel rekening mee te worden gehouden, dat de KFC als nakeuringsorgaan alleen kennis neemt van de films, die door de Centrale Commissie voor de Filmkeuring (rijkskeuring) voor vertoning in Nederland zijn toegelaten. In totaal week de uitsp-aak van de KFC met betrekking tot de 256 ter nakeu ring aangeboden films slechts in 71 (27.7%) gevallen af van die der rijkskeuring. .•jt'ed Zinnemann, maker van films als Seventh Cross", „The Search" „The ij""» „Teresa", „High Noon" en „From U® to eternity", is in Amerika terugge- !,9"d uit de Belgische Kongo, waar hij Schikte plaatsen heeft gezocht voor de ^''enopnamen van zijn film „The Nun's tofry", die hij voor Warnes Bros zal regis- kj^'hnemann heeft intussen een bespre- h0 8 gehad met Audrey Hepburn, die de "drol zal spelen in de film, welke is !Laseerd op het gelijknamige boek van "ryn Hulme. ltAii ji^'ha Lollobrigida, de charmante Ita- filmster zal in september van dit Weer voor de filmcamera's optreden. s door RKO Radio Pictures aangezocht ho "hder regie van Edmund Goulding de tijvj drol te spelen in de film „Anna of yn"» die geheel in Rome zal wor- "Ogenomen en waarin zii opnieuw de *1,. "speelster zal zijn van Vittorio de echtgenoot, de Joego-Slavische Skofic, heeft aan de pers ver- er geen enkel bezwaar tegen te *>5 3 dat zijn vrouw weer gaat filmen *itw® geboorte van de baby, die tegen het Q van deze maand wordt verwacht, 't vp de vraag, of zij zo vlak na de geboor- "ig?" de baby in staat zou zijn, urenlang "ilk r de gloeiende schijnwerpers te staan, °Drdde Gina: „Ik verwacht mijn baby 'Wi, zodat ik ongeveer twee maan- ?9 o0heb om onder het deskundig toezien- ]®S van mijn man weer geheel in vorm Et) c'drt bet commentaar van dokter Scofic „Het filmen zit mijn vrouw in het |>W' M«n zou evengoed een plant het A ®n kunnen verbieden als Gina het t B°vendien zal ik er nauwlettend ®z'en, dat ze de zaken niet overdrijft". J Paddy Carstairs, die o.a. de film- ,le Just my luck" met Norman Wis- ln de hoofdrol heeft geregisseerd. heeft op een tentoonstelling, die hij on langs in Londen heeft gehouden, vijftien van zijn schilderijen verkocht. Onder de kopers bevond zich de filmregisseur Michael Powell. Onder de filmmensen zijn de werken van „Paddy" erg populair. Otto Pretnin- ger, de eigenaar van een grote collectie schilderijen, waaronder drie Picasso's, heeft eveneens een werk van Carstairs gekocht en het meegenomen naar New York. Minstens één van zijn laatste schilde rijen gaat ook naar de Verenigde Staten. Het is aangekocht door Walter Rothschild, die het zal opnemen in zijn schilderijen collectie te New York. Tijdens een receptie van het gemeente bestuur van Haarlem is vrijdagavond in de ridderzaal van het stadhuis de prijs uitreiking geschied van het internationaai improvisatieconcours 1957. Burgemeester mr. O. Cremers overhandigde voor de tweede maal in successie de wisselprijs aan de winnaar Klaas Bolt. uit Haarlem Aan de receptie was een concert in het Concertgebouw vooraf gegaan. Het Noord- hollands Philharmonisch Orkest, het N.C.R.V.-ensemble, het Collegium Musi- eum Amstelrodamense, Annette de la Bije (sopraan), Nap de Klijn (viool), Carel van Leeuwen Boomkamp (cello) en Piet Kee (orgel) verleenden medewerking. Het con cert werd geleid door prof. Anton Heiller uit Wenen. Voor het eerst werden gespeeld Maria- nisches Konzert van Clemens Brinkman (bekroond met de eerste prijs in de door de commissie internationaal orgelconcours uitgeschreven prijsvraag) en sonata da Chiesa van J F. Doppelbaner, die woens- te danken, aldus verklaarde later een in specteur van politie voor de kinderrechter in Doncaster, dat het kindje niet was ge dood. De inspecteur deerde verder mee, dat de kleine jongen, nadat hij de baby op de richel had achtergelaten, aan een kelnerin van het Broad Higway Hotel in Wood lands bij Doncaster, waar het gebeurde zich afspeelde, had verteld dat „er een baby op de muur lag". De vrouw had geen acht geslagen op deze mededeling. Later kwam de grootvader van de baby tot de ontdekking, dat de kinderwagen leeg was en hoorde hij zwakke kreetjes van het dak komen. De jongen, die zijn daad bexende, werd door de rechter drie weken naar een ver beteringsgesticht gezonden voor het uit brengen van een rapport over hem. Het gaat natuurlijk niet aan, de film als oorzaak aan te wijzen van deze daad. Een Waar dit boekje mij bovenal van door drongen heeft, is het besef van de grote betekenis die een bepaald boek in het le ven van een mens kan innemen. Het kan zelfs van beslissende invloed zijn; de eer ste stap van 't geluk, of tot 'n vernietigen- de onrust, tot verzoening of tot haat. Het normale, gezonde jongen van acht jaar zal j kan troost brengen of oude wonden open er niet aan denken om alles, wat hij op het witte doek ziet, maar direct in prak tijk te gaan brengen. Maar toch bewijst dit voorval, dat men. waar het kinderen betreft, niet voorzichtig genoeg kan zijn met het vertonen van niet voor jeugdigen geschikte films, ook al bestaat zo'n film slechts uit enkele framenten, die bedoeld zijn om het volgende programma aan te kondigen. rijten. En hoe-vele lezers vinden iets van zichzelf in de romanfiguren terug en le ren daardoor zichzelf beter begrijpen Dit alles accentueert weer eens de grote verantwoordelijkheid, die op de schrijver en de uitgever rust. Er zijn, als inzending op de prijsvraag verscheidene aangrijpende brieven binnengekomen, die de realiteit scherp aftekenden. Daar was de brief van de Joodse sportinstruct^ur. Zijn gehele fa- zijn vrouw, door een hel van ellende. Na de oorlog was er in zijn hart slechts plaats voor een onverzoenlijke haat. Tot hij de grootse roman „D€ zon is mijn noodlot" las en zichzelf terugvond. „De boeken ga. tige herstellen en zijn persoonlijk levens* geluk herwinnen, eenvoudig met een glim* lach Dierenliefde, mededogen van mens tot mens, begrip voor anderen en daardoor den dat Metthew Flood, een der hoofd personen, moest ondergaan. Ook op mij was „Verlos mij, o God" van toepassing Ik leerde berusten. En het is goed zo En meer; de man leerde begrijpen en op nieuw beginnen. Bijzonder leuk is «je brief van de le raar, die voelde dat hij dor en saai en vervelend was geworden en in zijn klas op begrijpelijke onwil ging stuiten. Het boek „Levenswijsheid met «en glimlach" was voor hem als een verfrissend bad Het grootste deel der gewijde muziek welke we zowel in de Notre Dame als dag aan het concours heeft deelgenomen j Sacré Coeur, in de Saint-Vincent de Paul (bekroond met de tweede prijs in de prijs- a's 'n de Sainte-Trinité hebben kunnen vraag) I beiuisteren» was van een adel van klank- geving die in eerste instantie door de Met het Te Deum van de dirigent Anton mUziek zelf en de uitvoerende krachten Heiller werd het concert besloten. tot stand werd gebracht, maar die een derde speler hier in het geding bracht waarover men in ons land nimmer na denkt of hoogstens fluisterende gesprek ken voert: de a k o e s t ie k. Ter illustratie tratie hiervan het volgende incident: Afgemat door een 12-urige autobusreis en de abnormale temperatuur van Eind hoven naar Parijs waren een 12-tal knapen van het Eindhovense jongenskoor zater dagavond uitgevallen. Besloten werd der halve de eerste der twee missen waar dit koor zou moeten zingen geen jongens koor in te zetten. Ter versterking van het jongenskoor waren evenwel een 10- tal grotere meisjes meegereisd en zo werd mijn „Messa Festiva" slechts met 5 so pranen, 5 alten, benevens het volledige mannenkoor uitgevoerd. Maar hier trad de wonderbaarlijke akoestiek der Saint- Paul als reddende engel op. De Saint- Paul destijds parochiekerk van Franz Liszt is n.l. gelijk een Romeinse ba siliek: hoog, recht, lang, met colonnades, beuken, wanden en plaveisel van marmer en rechtlijnig plafond. Eén bazuinstoot doet alle wanden van deze basiliek trillen, laat staan het uit vele trompet- en bazuin klanken bestaande Cavaillé-Coll-orgel (hier door Hub. Houët meesterlijk be speeld) dat het koor ondersteunde. Het was stellig Lo de Rooy's bijzondere ver dienste de partijen in evenwicht t« hebben gehouden. Doch in welke katholieke kerk in Holland ware hem dit gelukt Het geheel vervloeide tot een weldadige har monie, die zich langs de gewelven voort plantte en daar nog als met een zeker verliefdheid bleef naklinken. Waar in Nederland is deze oude luis ter, deze klankadel gebleven die eens van ÏÊW Y: V.-'V'f* A Y i-. het neg niet. Want.... zij kijken zover; hun blik is zo wereldwijd. En in die wereldwijde blik komt hun eigen presta tie hen zo nietig voor. Toneelspelen is de mens eigen, zegt de heer Schuttenhelm, en het is niet te verwonderen, dat het toneelspelen door amateurs altijd bestaan heeft en zal blij ven bestaan. Toneelspelen zit ons in het bloed. We be ginnen er als klein kind al mee. En wie de toneelkunst niet op de planken beoefent speelt in zeer vele gevallen toch in het dagelijkse leven toneel. Maar er is geen kunstbeoefening zo ge vaarlijk voor eigen overschatting als de beoefening van het toneel. Want we be oefenen deze kunst nu eenmaal voor pu bliek. E.n het publiek is zeer gewillig. Het klapt snel en is vlug enthousiast. De kortzichtige speler voelt zich toe gejuicht en bewierookt enhet kwaad is geschied. Wat hij gepresteerd heeft, zouden duizenden hem verbeteren, maar hij heeft geen vergelijkingsmateriaal voor handen en meent een uitzonderlijk talent te zijn. En uitzonderlijke talenten dienen nu een maal in de watten te worden gelegd Men kan zomaar niet meer voor iedereen en jan en alleman spelen. Uitzonderlijke talenten verdienen een uitzonderlijk pu bliek. Och laten we toch eerlijk zijn, hoevelen van ons denken niet, dat we niet voor Waar wij in onze hoogmoedswaanzin nogal eens toe geneigd zijn, is: om zo gauw wij iets kunnen, te menen dat wij iets bijzonders zijn. En dit is juist wat al ons kunnen zo onvruchtbaar maakt. Want door deze me ning sluiten wij ons af van anderen. Wij delen ons kunnen niet mee en bovendien ontnemen wij aan ons kunnen alle ont- plooiïngsmogelijkheid. Wij zijn dan als een paar appelen aan een boom, die zichzelf zo uitzonderlijk mooi en schitterend vinden, dat ze tot elkaar zeggen: „Wij zijn niet voor het gewone volk; alleen een prinses mag ons plukken". Met het gevolg dat ze blijven hangen en wegrotten, omdat geen enkele prinses naar hen omkijkt om het een voudige feit, dat de wereld vol hangt met schitterende appelen. Maar dit laatste kon den die paar onnozele appeltjes aan dat ene boompje niet weten, omdat ze immers niet zien konden, te kortzichtig waren. Zo zijn wij nu, als wij van onszelf denken iets bijzonders te zijn, zo gauw wij bijvoorbeeld een beetje spelen kunnen op de planken. Vreemd is het (of eigenlijk helemaal niet vreemd) dat mensen, die WERKE LIJK iets bijzonders zijn, dit helemaal niet van zichzelf weten. Het is de kritiek en de anderen, die hun dit aan het ver stand moeten brengen en dan geloven zij het beroepstoneel behoeven onder te doen. Dat we zo'n beetje kunstenaars bij de gratie Gods zijn. En ondanks alle goede bedoelingen van organisaties als het W.K.A., werken de ze organisaties dit nog heel dikwijls in de hand door hun cursussen, die zij ge ven, door hun toneelwedstrijden, die zij organiseren, door hun prijzen, die zij daar bij uitreiken, etcetera. En het is hiertegen, dat de voorzitter van het W.K.A. waarschuwt. „Wij zijn er voor de massa. Wij moeten er voor waken, dat we geen upper-ten kweken. Onze ac tiviteiten moeten bij voortduring gericht blijven op de grote massa van onze ama teurtonelisten. Wij zullen bij al ons werk voortdurend rekening moeten houden met de doorsnee toneelverenigingen en haar mogelijkheden". Wij zijn er voor de massa. Dat is een organisatie als het W.K.A., dat is ook iedere amateurtoneelvereniging. De massa is middelmatig inderdaad, de prestaties van iedere amateurtoneelver eniging zijn eveneens middelmatig. Al moeten we onmiddellijk toegeven, dat de één ver kan uitsteken boven de ander. En al moet ons streven erop gericht zijn; zo hoog mogelijke prestaties te leveren Maar een vergelijking van onze presta ties met die van het beroepstoneel komt eenvoudig niet eens aan de orde. Wie een dergelijke vergelijking meent wel te kunnen doorstaan, is reeds fout en verlo ren. Wie de toneelkunst als vrijetijdsbeste ding beoefent, is een bevoorrecht mens, juist omdat hij de massa door zijn spel zoveel kan geven: ontspanning op de eerste plaats, daarnaast in zekere mate ook ontwikkeling en schoonheidsbele ving en verfijning van smaak en een wij dere blik op de mens. Gaat de amateur-toneelspeler zich ech ter in een uitzonderlijkheids-positie gevoe len, dan is hij al verloren voor de massa en blijft zijn kunnen onvruchtbaar en gaat zelfs op den duur dood. Daarom moet vooral ook het repertoire afgestemd blijven op de massa. GOEDE spelen inderdaad, maar begrijpelijke stuk ken. ven mij troost voor datgene wat ik zelf voor zichzelf - uit de brieven blijkt dat had meegemaakt", schreef hij. „Immers de lezers voor dit alles zeer gevoelig zijn dat alles ^verzinkt in het niet bij het lij- j Het is uit boeken te leren, evengoed als ,1 j- 'j haat en slechtheid. Het heeft natuurlijk geen zin het bestaan van dit laatste te ontkennen, maar het gaat om de houding die men, er tegenover aanneemt. „Ik haatte de Duitsers zo erg, dat ik er moe van werd", schreef een dame uit Limburg „Doch Ernst Wiechert, die zo ontzettend veel van zijn eigen volk te lijden heeft gehad en alle reden tot bitterheid had, heeft mij door zijn boeken geleerd hoe verkeerd alle fanatieke haat en geweld Is" Dr. P. H. Ritter Jr. wijst er in zijn in teressant artikel op, dat niet alle le zers naar zelfherkenning zoeken, maar dat velen hunkeren naar een tijdelijke desertie uit het leven - naar zelfvervreemding dus „Maar in beide gevallen treedt het boek in de plaats van de tastbare werkelijk heid, valt de grens weg tussen realiteit en droom. De vereenzelviging van het verhaal met een feitelijke beleving gaat zo ver, dat een boek soms de eenzaam heid van de lezer gaat bevolken; met de personen uit het boek om, als waren er feitelijke ontmoetingen. „Het is een ontroerende ervaring, op te merken, hoe velen worstelen om het goede leven, hoe velen streven naar wederge boorte en hoe zij daarin zich door het boek vinden bijgestaan." Terecht wijst de schrijver erop, dat hij in zijn beschouwing niet alleen en uitsluitend 't literaire werk op het oog heeft, maar ook het ontspan- nings-boek-op-niveau. Iedere goede, ver antwoorde roman kan invloed uitoefenen ten goede en ten kwade. De enquête is ingesteld door de Zuid- Hollandse Uitgeversmij. Ad. M. C. Stok te 's Gravenhage, maaj- het resultaat er van geeft aanwijzingen, die niet slechts tot het fonds van deze firma beperkt blijven. „Er is aanleiding voor de veronder stelling, dat indien andere uitgevers zou den overgaan tot een dergelijk onderzoek, zij over een overeenkomstige uitkomst zouden beschikken. Daarom is dit proef onderzoek van veel betekenis. Het licht ons in omtrent de gesteldheid van de bo dem, waarop de literatuur wordt ge zaaid. Het boek spreekt niet tot onbe schreven mensenzielen, maar tot lezers, die er kennis van nemen, aangedaan door ontvankelijkheden waarmee het leven hen reeds heeft bespeeld". „Over het geluk van het leven", een kleine feestelijke uitgave bij het vijfen twintigjarig bestaan van de Z.H.Uitg. Mij geeft veel stof tot nadenken - en geeft alle reden tot nieuwe bezinning op de verantwoordelijkheid welke rust op ieder die op welke wijze ook een schakel vormt tussen het boek en de lezer. Behalve de genoemde opstellen bevat het boekje een zeer sympathieke inleiding van de heer Stok, bijdragen van Antoon Coolen en Fred Thomas, en tenslotte wetenswaar digheden over en portretten van auteurs en fragmenten uit enige boeken. de oude, grote kerken triumfeerde In ons land is men thans door het spook der „volumebeperking" hard op weg een nieu we beeldenstorm te ontketenen, welke van onze nieuwe bedehuizen doofpotten maakt door orgels diep in de wanden letterlijk ingemetseld te verbergen en door de koorruimten in te snoeren. Akoestiek is wel het laatste element waarmee de vele schoonheidscommissies, orgelraden, litur gische verenigingen en andere hoogge roemde organisaties zich occuperen. Intussen wordt hierdoor aan de muzikale ontplooiing onzer liturgie een element ontnomen: de geluids voortplanting, om het in zuiver Nederlands te zeggen, die onze kerkmuzikale uitvoeringen alle vi taliteit ontneemt. Met minimum middelen werd veelal in Par(js een optimaal klankeffect verkre gen, terwijl onze goede Nederlandse ko ren, dirigenten en organisten een hope loos gevecht leveren tegen nirhmer te overwinnen geluidsbarrières. Het moge een eerste ongezocht winst punt geweest zijn van het Partjse Kerk- muziekcongres aan de wereld en in het bijzonder aan de weetgierigen van ons land schier-onvergelijkbare exempelen of het moesten de Romeinse basilieken zijn te hebben gegeven. De deelneming van vrouwenstemmen bij het uitvoeren van meerstemmige mu ziek oud of nieuw is nimmer een probleem geweest in de Franse diocesen, noch in die van Italië, noch in die van Duitsland of Oostenrijk. Slechts In het land waar het Calvinisme zulke diepe sporen in karakter en zelfs op de ge laatstrekken heeft achtergelaten, in Ne derland, werd het deelnemen van vrou wenstemmen zo iets als een probleem van zedelijke aard gewikt en gewogen op goud- schaaltjes van theologische hypothesen. Om de speculaties dienaangaande wat te verlichten heeft niemand minder dan de Opperherder zelf in zijn jongste En cycliek meer vrijheid van handelen toe gestaan. Doch naar Hollandse aard wer den ook deze woorden met een uiterst fijne loep van verstandelijke analyse be keken. Het blijft mijn vaste overtuiging dat knapenstemmen de ideale klank van so pranen en alten In de meerstemmigheid van onze liturgie verbeelden door hun on- persoonlijk-angeliek karakter. Maar even zeer moet met de praktijk rekening ge houden worden, die een gebruik van vrou wenstemmen verkieslijker maakt om re denen welke ieder ervaren koorleider u kan mededelen. Met deze realiteit reke ning houdend kwamen vele koren tot het congres met vrouwelijke soprani en alti, zeer tot stichting van de aanwezige gemeenschap. Moet men dus onzerzijds een St-Rom- boutskoor uit Mechelen o.l.v. Kan. Vijver man roemen als een ideale koorgemeen schap zowel door de repertoirekeuze als door de koordiscipline zelf, welke zoals hier het geval is, met seminaris ten ten top is te voeren anderzijds bleek ook een koor der West-Minster uit Londen en dat uit Pampeluna dat van gemeng de aard was (antopologisch gespro ken!) eveneens recht te hebben op bijzon dere waardering althans wat de stemmen- scholing zelf betreft. Van liturgisch muzi kaal besef scheen dat van de Londense kathedraal weinig kaas gegeten te hebben. Men presteerde het om een aria weg te geven uit Haendel's „Dettinger Te Deum" (voor solo-stem natuurlijk)! In dit opzicht kan men ook van een koor als van de Sa cramentskerk te Breda veel leren! Bij de Franse koren die zowel bij de pontificale missen in de Notre-Dame als in Reims zongen kwamen er geheel geen knapen aan te pas en niemand onder de duizend aanwezigen die ook maar een ogenblik aan deze koorbezetting aan stoot zal hebben genomen. Vele klanken zjjn op dit congres verklonken maar ook vele woorden. Mis schien is er wel naar Frans gebruik te veel de kunst der rhetorica beoefend en te weinig die van musica. Doch hoe dan ook, één romeins prelaat heeft een document van eminente waarde ter tafel gebracht. In feite was het niet meer dan een herinnering aan 's pausen encycliek waar in met klem de liturgisch-muzikale vor ming van de toekomstige clerus wordt voorgt..„» *■-. Het is inderdaad waar dat als oegrip van onze kerkmuziek- oefe».i"i bij de clerus mag verwachten met de smaakvorming en begripsvorming In de vormingsjaren van de jeugd be gonnen moet worden. Jeugdimpressies ziin onuitwisbare merktekenen voor rijpere jaren Zo zijn er in ons land nog enkele 1 Ln °uder« clerici (op de duizen- den.) die de wijze lessen van een mgr v. Schalk, prof. v.d. Wiel, pater de Son- naville en nog twee of drie andere ra* res aves onder de naar de taal der Mu zen versteende geestelijke leiders, als hunner dierbaarste herinneringen meedra- gen. Begrip en smaak voor klassieke po lyfonie zowel als eenstemmigheid, voor alle bloeiperioden der kerkmuziek en al les wat er aan klankgewrochten in de loop der tijden is ontstaan, laat zich niet in een paar voordrachten, te hooi en te gras gehouden, vangen. Hiertoe is, gelijk voor de studie van een taal, een jarenlan ge systematische vorming nodig waartoe de seminaria-opleiding geëigend zou kun nen zijn. Doch de overbelasting der leer programma's gebiedt een inperking van eén of twee bijvakken, wil er bij de se minaristen nog enige ruimte in hun geest overblijven om de klankentaai te leren verstaan. Dat er bij onze Nederlandse clerus zulk een gering begrip heerst van alles wat met de kerkmuziek samenhangt, is op zichzelf een gevolg van gebrekkige oplei ding en van de a-musische gesteldheid die het Calvinisme als een nog steeds dodende bacil heeft achtergelaten. Nooit werden de wetten van oorzaak en gevolg in de kerkmuziek beoefening zó rigoreus toegepast als in onze kerkelijke gemeen schap. Anders zou het nooit hebben mo gen voorkomen dat er tientallen nieuwe kerken verrijzen waarin de wetten van de geluids voortplan ting verkracht worden en dat voor het nageslacht een bron van er gernis en wanbegrip zal veroorzaken; dat men de aanwending van vrouwenstemmen met Argusogen gadeslaat als wijlen Nurks spiedend naar spijkers op laag water; dat men van het gebruik van edele instrumen ten als violen, bazuinen, fluiten of schal meien wederom een theologisch vraagstuk maakt. Allemaal dingen waarover in de jongste encycliek ons een milde hand wordt toegestoken door de Opperherder der Kerk zelf. En juist ter bevestiging van deze en cycliek was het jongste congres inge steld en is als zodanig een universele ma nifestatie geworden tot ontplooiing van de sacrale muziek, die als gave van de H. Geest zelf waait waar die Geest ze voe ren wil. milie was uitgemoord, zelf ging hij, met en vóór het te laat was, kon hij zijn pres- 7lin "irrftimr <4nr>- «ztn <mn ollnnrln KT- i: »- L i.n

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 5