VAKANTIE AVONTUREN
Amerika belooft verrassende modellen
tteskniifllgen
9
9
PER AUTO NAAR:
naai
Stijlverandering in auto-industrie?
Laat nu eens
aan het woord!
LEEK!!!!
Kamer in tijdnood
Parlementair Voetbal
CHEVROLET
wapen in
tegen verkeerswet
Eerste piüikatle („Verkeer
en Wij") boekt a! succes
ZATERDAG 13 JULI 1957
honderd gulden
to
WORDEN
EN LAGER
(Van onze verkeersredacteur)
NA DE TALLOZE geschriften, die door talloze verkeersdeskun-
digen zijn gepubliceerd over de toenemende verkeersonveilig
heid en de middelen, waarmee deze steeds heviger wordende
dreiging-op-de-weg zou kunnen worden beperkt, zijn we
thans in het stadium gekomen, waarin de deskundigen het op
prijs stellen ook eens de mening van de leek te horen.
Verkeer en verkeerstechniek zijn nu eenmaal geen zuiver
theoretische zaken en het is intussen wel tot iedereen door
gedrongen, dat, zelfs wanneer iedereen zijn „lesje" van buiten
zou kennen, de ongelukken de wereld nog niet uit waren. En
dat komt dan, omdat het „lesje" nu eenmaal bijzonder moeilijk
waterdicht is te maken. Het groeiende verkeersmonster ver
keert nog immer in een woelige puberteit en het is voor de
opvoeders dat zijn, naast de deskundigen, ook u en ik
niet alleen een taak het monster regels op te leggen, maar ook
deze regels, aangepast aan de huidige situatie, feilloos te
formulerenen te hanteren.
Theorie
Nieuwe ideeën
Geen honorarium
Wachten
Leek
De Beneluxlanden
Italië
Frankrijk
Automonteurs met een
looplamp te zoeken
Wet besluit van de Tweede Kamer overigens
P verzoek der regering om voortaan op vrij-
niet meer te vergaderen, heeft het probleem
sr!r begrotingsbehandelingen opnieuw in alle
berpte aan de orde gesteld.
He Kamervoorzitter, dr. L. G. Kortenhorst,
yeeft op dat punt al eerder noodkreten geslaakt.
,,'in streven was er steeds op gericht de begro-
ïmSsbehandeling vóór Kerstmis tot een einde te
Pingen, niet alleen opdat de Eerste Kamer de
"e?rotingen óók nog tijdig zou kunnen afdoen,
Nar ook om door een meer beperkte tijd van be
handeling de breedsprakigheid der Kamerleden in
y tomen en de behandeling daardoor aan kwa-
'teit te doen winnen.
i Hat doel is nooit bereikt. Men is er nooit toe
Pbhncn komen zich te bepalen tot de algemene
^leidslijn, ook niet aan de overzijde van het
rjhncnliof, in de Eerste Kamer. Ondanks de
Preektijdbeperking bij de begrotingsdebatten is
P®t toch ieder jaar weer een oeverloos debat ge.
,v°i'den door het onvermogen der Kamerleden om
jO°fdzaken van bijzaken te scheiden en door het
?°°S opgevoerde vermogen zich te verliezen in
a'loze details. Wij herinneren ons de kwesties,
N'ke werden besproken in een begrotingsbehan-
®ling van anderhalve dag van Verkeer en Water
Nat, eens te hebben geteld en kwamen toen tot
N voor dc politieke belangstelling ruïneuze to-
®al van 337,
draagstukken, gje jn het centrum der belang
NUing zouden moeten staan, gingen aldus teloor
n de veelheid der bijzaken. Dit beeft het gevaar
Nïeroepen van het in diskrediet taken van de par.
'«m ent ai re arbeid, welk gevaar toch reeds onge
'd in de hand gewerkt wordt door de aanwe-
Nheid in de Kamer van de vele speciale des-
bündigen op een of ander terrein, die dikwijls
a"een bij de begroting, dus eenmaal per jaar de
tegenheid krijgen het hunne te zeggen.
Thans, staande voor het feit, dat de begrotings-
~roeid nog méér moet worden ingekrompen, heeft
JA Kortenhorst de Kamer met dit feit ernstig ge-
®°nfronteerd. Hij heeft zich beraden over een an-
ere procedure en als mogelijkheden genoemd:
nog straffere spreektijdbeperking óf het op
^aken van tweejaarlijkse begrotingen.
Het eerste middel heeft reeds gefaald. Het
?aat er bovendien niet alleen om op tijd met de
r'grotingen klaar te komen, maar ook om weer
langstelling te wekken voor de politieke zaken.
Ook in het geval van tweejaarlijkse begrotin
®jeh zou de Kamer haar zucht om zich in hon-
^""den details te verliezen moeten laten varen.
Maar deze laatste zaak is ook nog niet rijp. Een
Neringseommissie is doende een herziening van
,e comptabiliteitswet voor te bereiden. Aange-
?!eh voor de invoering van tweejaarlijkse begro
ten eveneens een wijziging in deze wet nodig
?0 zijn, heeft dr. Kortenhorst aan deze commis-
Sle in overweging gegeven dit punt nu alvast
e,-hstig bij haar plannen te betrekken. Maar nog
®ehs, daarmee is dan alleen maar een oplossing
loonden voor het bezwaar van overlading van de
Nmer met begrotingsarbeid en nog niet voor het
Afleven der politieke belangstelling.
Hr. Kortenhorst heeft daarom bovendien als
*erste stap aanbevolen het maken van een af
haak om bepaalde afdelingen van een begroting
*eer summier te behandelen, waardoor voor andere
Relingen meer aandacht en tijd zou vrijkomen,
pa het reces zal de Kamervoorzitter met de frac
tievoorzitters en de voorzitters der vaste com
missies bijeenkomen om dit probleem en deze
'Uggestie te bespreken.
De kans is, er, dat de Kamer nu, in het vooruit-
-icht van de grote tijdnood, tot een andere metho-
e Tan begrotingsbehandeling zal komen. De tijd
voor de begrotingsbehandeling dit najaar is door
rf behandeling van de verdragen inzake de Euro-
hiarkt en Euratom nog korter geworden en nu
°k de vrijdag nog wegvalt, zal er toch iéts moe-
eh gebeuren, wil men tenminste geen drie avond-
®rgaderingen per week hebben en bovendien
ans lopen op maandag te moeten vergaderen.
.Mij geloven, dat het overleg binnen de fracties
tenslotte het gezag van de fractievoorzitters
n'er de doorslag zullen moeten geven. Men zal in
fracties voortaan moeten uitmaker., niet alleen
jN er spreken zal bij een bepaalde begroting
^aar vooral ook over welke zaken niet zal wor-
gesproken Men pleegt immers de redevoe
rden in de fractievergaderingen te bespreken
A daar zou desnoods op gezag van de voorzitter
9.astisch het potlood moeten worden gehanteerd,
flpt (*en spreker zich toch weer in een vloed van
lails dreigt te willen verliezen.
^Misschien, dat dan uit deze tijdnood een leven-
V'm parlementaire arbeid te voorschijn komt,
(>0 'be dan tevens het gevaar van de politieke-
°d-in-de-pot zou kunnen bezweren.
Mi
v r- Blaisse heeft een initiatief genomen,
^ai-van een ongemene bekoring uitgaat. Kenden
j,a a' jaren het verschijnsel bedrijfsvoetbal, thans
rj' het fenomeen parlementsvoetbal op de gras-
A' verschijnen. Elftallen van parlementariërs
w eh nl. in september of oktober hun krachten
eten.
d'e gewoon zijn aan een hete gang van za-
b4j a's het tussen België en Nederland op voet-
aankom*' houden het niet voor onmogelijk,
t- hit experiment de uitvoer van Nederlandse
fco a*en ais zs supporters-tomaten ten
ijAhe zal komen. De Nederlandse ploeg zal het
q, ers niet kunnen laten het spelletje politiek
ba^e'en- Hoe dit zij, voor de Benelux is dit een
Crtlentair opkikkertje, dat men niet moet ver
is ^en- Dat men eikaars doel tracht te verkennen
V Weliswaar in de internationale betrekkingen
'ekt geen nieuws, doch dat men het doel van
Rsenstander zo openlijk strijdlustig mag po-
V0j, 'e doorboren zal voor menig staatsman en
No SverMgenwoordiger een verfrissende nieuwig-
«te].1J ziJn intussen zeer benieuwd naar de samen-
't van de Nederlandse ploeg. Zal de A.R.
hio Achtervleugel geheel voor haar rekening
Nl')611 nemen' Ei speelt Romme middenvoor of
Reb- aoilen als backs het Nederlandse doel-
t0ej|ea afgrendelen? Wij zouden hier Gerbrandy
een kans willen geven, hij bijt zich in de te-
her vast. Netelig is de vraag wie op uiterst
hg optreden. De tijd is voorbij, dat Paul
VJ00t Mouw langs het lijntje snelde; tegen-
tiet 'S '10" hij moeizaam achter de feiten aan.
^Oofcl 'S huidelijk dat op al deze vragen het ant-
^or(J met he grootste zorg gegeven zal moeten
1 1* f 1 Li t n n aimtviicCI O 1 n
iev<
Er dient hiertoe een studie-commissie in
%her}jCn te worden geroepen, mogelijk zelfs een
hie ^afdelingscommissie. Een prealabele vraag,
Worden beantwoord is, in hoeverre het
toep. 5er evenredige vertegenwoordiging van
SNa!;S'"f hient te zijn. Men moet hier, naar onze
NatsCen ruini standpunt innemen. Op de eerste
'A ttl°et gelet worden op de wil om te winnen.
Nuhi hij de algemene neiging om met com
bat ('n genoegen te nemen de keuze uiteraard
N|,i 7"'e''ijk. Enige oefenwedstrijden, bijvoor-
tegen
hhidelijke
parlementaire pers, kunnen op dit
aanwijzingen geven.
••••••••••••••••••••••••a-I
WANNEER wij thans, aan
de vooravond van het „gro
te'' vakantie-seizoen er u,
lezer, toe uitnodigen een
van uw belevenissen op pa-
A; pier te zetten en op te stu-
ren naar ons redactie-adres,
dan komt dat beslist niet,
omdat het journalistieke
brein van deze krant in ver-
A; legenheid zou zitten bij ge-
brek aan (bijvoorbeeld) een
tere beschrijving van Nice-
bij-nacht of Lugano-bij-
zonneschijn.
GBij alle perschefs van de
V.V.V.-kantoren, néén.
Onze map Nice-bij-nacht
is dik genoeg om er een ca-
sino mee te behangen en
met het materiaal, vervat in
ons dossier Lugano-bij-zon-
neschijn, zouden wij met ge
mak een drie-jarige cursus kunnen samenstellen.
Maar daar gaat het dan ook niet om, wat wij
van u vragen is geen scherpe concurrentie met
de V.V.V.-auteurs en evenmin met de al dan
niet litterair begaafde reisbeschrijvers, wier bla
deren in de vakantietij d herfstig over de dag
bladdaken fladderen, neen, wij vragen u slechts
een persoonlijke impressie van een gebeurtenis,
welke u tijdens uw vakantie sterk heeft aan
gegrepen.
Dat kan, zoals u begrijpt, van alles zijn.
Stel u voor, dat de kelner in Kopenhagen
u verwisselt met die klant van het vorig jaar,
die hier grote bedragen verteerde, maar die
plots was verdwenen toen er betaald moest wor
den, en dat die kelner u thans onder veel „ötes"
„inskes" voor die rekening aansprakelijk stelt.
Beschrijf dat.
Stel u voor, dat uw vrouw zich aan de
grens herinnert, dat zij haar pas op het keu
kenkastje heeft laten liggen en dat u zodoende
gedwongen bent om saampjes, in jolige vakan
tiestemming, nog eens even terug te gaan.
Beschrijf dat.
Stel u voor, dat u in Londen een half uur
lang moeilijk Engels hebt staan te doen tegen
een man, die, zoals tenslotte blijkt, bij u thuis
om de hoek een melkzaak drijft.
Beschrijf dat.
Stel u voor, dat u na een alpentochtje in
het hotel komt en daar ontdekt, dat uw jongste
ginds, heel hoog achter, bij een alpenhutje nog
steeds bloemetjes zit te plukken.
Beschrijf dat.
Stel u voor, dat u tijdens uw vakantie ont
dekt helemaal niets te zijn vergeten en na uw
vakantie ontdekt helemaal niets te zijn kwijt
geraakt.
Beschrijf dat.
Het zijn dus de kleine avontuurtjes, hetzij
grappig, hetzij penibel, hetzij romantisch, won
derbaarlijk of al'een maar menselijk, die u moe
ten inspireren tijdens of na uw vakantie naar de
pen te grijpen.
U behoeft er beslist geen litteratuur van te
maken, vertel over de oh zo indrukwekkende
zonsondergang in Benidorm in vredesnaam niet
meer. dan dat het er na een tijdje donker wordt.
Dat moet nu eenmaal, het is ons onmogelijk elke
week een letterkundig proefschrift met bijvoeg
sels uit te geven. Neen, vertel uw belevenis over
zichtelijk, schrijf duidelijk en gebruik niet meer
dan ten hoogste vierhonderd woorden.
Wat wij met uw pennevruchten ven plan zijn?
Wel, wekelijks zal in ons blad het beste epistel
worden gepubliceerd, dat tot op dat ogenblik is
binnengekomen. Dit verhaal zal worden gehono
reerd met een prijs van TIEN GULDEN.
De auteur dingt, nadat zijn verhaal is goedge
keurd en in druk is verschenen, bovend'en
ook automatisch mee naar de proote prijs tan
Deze prijs zal aan het einde van het vakantie
seizoen, dus nadat het laatste verhaal is ver
schenen. aan de beste story worden toegekend.
Wij wijzen er de lezer wél op. dat deze prijs
vraag geheel los staaf van de grote foto-wedstrijd
1957. die eveneens door de Maasbode-pers is uit
geschreven.
Uw verhalen zullen worden beoordeeld door
een jury, waarin zitting is genomen door drie
deskundige journalisten.
Met belangstelling zien wij en de lezers
de eerste inzendingen tegemoet. U wordt ver
zocht al uw brieven, betrekking hebbend op
deze prijsvraag, te adresseren aan Maasbode
pers, Kortenaerstraat 1, Rotterdam, en in de
linkerbovenhoek te vermelden: Vakantie-prijs
vraag.
Wij wensen u veel succes!
en
e
hl;
DE AMERIKAANSE AUTO-IN
DUSTRIE, die in 1958 een concurre
rende markt verwacht, maakt zich
gereed voor een van de grootste en
volledigste stijlveranderingen van de
laatste tijd, zo schrijft het Am.eri-
kaanse blad „Time".
Het blad maakt bijzonderheden be
kend van grote veranderingen ip het
gebied van ontwerp en techniek en
schrijft, dat de Amerikaanse auto
fabrikanten zich ten volle bewust zijn
van het feit, dat de markt het vol
gend jaar moeilijk zal zijn, ook al
waren de verkopen in de eerste zes
maanden van dit jaar 5,6 procent ho
ger dan in 1956.
DE GENERAL MOTORS Corpo
ration heeft volgens het blad tussen
de 500 en 600 miljoen dollar besteed
aan technische omschakeling in de
hoop, dat zij op deze wijze 'n deel van
de verkoopverm.indering van 41 pro
cent van dit jaar zal kunnen terug-
winnen,De concurrentie van Ford en
Chrysler op het gebied van de goed
kope automobielen dwong de General
Motors drastische veranderingen in
de modellen 1958 van Buick en Olds-
mobile aan te brengen. De hoekige
lijnen van de Buick zouden voor een
deel verdwijnen en soepeler worden.
Volgens het blad zullen beide auto's
langer en lager worden en soepeler
rijden. De Chrysler krijgt een nieu
we kap, grill, bumpers en achterpa
nelen. De Chevrolet en Pontiac zul
len langer en lager worden dan de
voorgangers van 1957, aldus het blad.
DE CHRYSLER CORPORATION,
die in 1957 grote veranderingen aan
bracht en de markt veroverde met
haar revolutionaire ontwerpen, zou
volgens het blad tot 1960 wachten
met het aanbrengen van belangrijke
stijlveranderingen.
OOK FORD heeft volgens „Time"
plannen voor belangrijke veranderin
gen en zou een gloednieuwe wagen
introduceren, de Edsel. Dit model
1958 zou in de midden-prijsklasse lig
gen.
De maatschappij zou een bedrag
van 250 miljoen dollar aan de ont
wikkeling besteden. De Ford zelf zou
volgens het blad een verrassend nieu
we grille krijgen, dubbele koplam
pen en enorme achterlichten, die ho
rizontaal over het achtereinde van de
wagen zullen lopen.
niet
Met theorie alleen komt men er
niet, hoe vaak niet stelt de praktijk
ons voor onverwachte verrassingen.
In Maastricht, waar de verkeersdes-
kundigen plotsklaps epergiek zijn ge
worden en waar nu zelfs de wielrij
ders zich aan de niet in de wet
omschreven plicht van 't voorsor
teren moeten onderwerpen, kan men
daar een sprekend voorbeeld van
zien. Men bouwde daar op verschil
lende plaatsen solide torentjes voor
de verkeersagenten, die vanaf deze
hoge post een prachtig gezicht hebben
op het komende en gaande verkeer.
Maar men vergat, dat de automobilist
in het kleine wagentje doorgaans niet
met gebogen schouders naar de lucht
staart, zodat de bevelende agent,
vooral, wanneer de automobilist in
deze stad vreemd is, en dus normaal
voor zich uit kijkt, aan zijn gezichts
veld wordt onttrokken. Ook in dit
geval zou men er goed aan doen de
mening van de leek eens te polsen.
De K.N.A.C. is van plan dit in meer
massaal verband te gaan doen en
heeft zelfs een prijsvraag uitgeschre
ven voor journalisten, waarin dan
wordt gevraagd ideeën te geven en
suggesties te doen op het gebied van
verkeerswetgeving, verhouding tus
sen weggebruikers en politie-justitie,
de verbreiding van de verkeerskennis
verkeersinzicht en verkeersfatsoen.
Ongetwijfeld een goed idee, dat wel
licht vruchtbare resultaten zal dra
gen
Vlak voordat dit idee werd gelan
ceerd dergelijke dingen hangen
nu eenmaal in de lucht verscheen
bjj Kruseman in Den Haag al een
boek, waarin opvattingen van de
leek in het verkeer duideljjk worden
weergegeven. Het is geschreven door
Theo B. W. Walbeehm, medewerker
aan de Psychologische Dienst van de
P.T.T., die, als niet-deskundige en
als „onpartijdige" weggebruiker, zjjn
visie geeft op toestanden en situa
ties.
De leek.
Hij laat hem zeggen:
„Kijk, ik ben maar een heel ge
wone man. Geen jurist, geen psy
choloog. geen politieman. En mis
schien omdat ik maar een heel ge
wone man ben, zie ik het verkeer
met de problemen daaraan verbon
den, gewoon als belanghebbende,
als verkeersdeelnemer dus. Zeker,
mijnheer, wel heb ik mijn gezonde
verstand gebruikt en mijn ogen de
kost gegeven, al jaren lang. Ik heb
naar het oordeel geluisterd van an
dere weggebruikers, ik heb de inge
zonden stukken over verkeersvraag-
stukken gelezen, ik heb mij geabon
neerd op de tijdschriften van ver
schillende groepen weggebruikers.
En verder heb ik mijzelf bestudeerd
in mijn gedrag op de weg en de ge
dragingen gevolgd van vele andere
weggebruikers. En op grond van dit
alles heb ik mijn mening gevormd
over het wegverkeer".
Hij geeft dan stellingen, die hij zo
formuleert:
0 De formele organisatie van de
verkeerswetgeving worde zoda
nig opgebouwd, dat noodzakelijk
geworden wijzigingen op korte
termijn kunnen worden doorge
voerd.
0 De opsporende bevoegdheid van
de (verkeers)politie moge meer
inhouden dan de opsporing van
oorzaken en van feiten.
9 Van organisaties op het gebied
van de publiciteit dient gebruik
gemaakt te worden voor een
massale actie, een doelgerichte
propaganda voor de verkeersvei
ligheid beogend.
Zij, die belast zijn met de aanleg
van straten, pleinen en verkeers.
voorzieningen, dienen hierbij re
kening te houden met de ge
woonten van de weggebruiker en
dienen controle uit te oefenen in
hoeverre alsnog verbeteringen
kunnen worden aangebracht.
0 Bij het vaststellen van wetten en
regels en verkeersa angelegen he
den roepe men de medewerking
van statistici in. Het afgaan op
meningen zonder meer leidt veel
al niet tot het gewenste resul
taat.
Vijf stellingen, die o zo eenvoudig
en simpel lijken, maar die enkele
positieve fundamenten bevatten,
waar men terdege rekening mee zal
moeten houden, willen de regels
niet door het praktische verkeer
worden gepasseerd.
stateert en geeft zijn raad, enfin,
dat is het dan ook, hetgeen dit boek
van de meer „wetenschappelijke"
werken onderscheidt. Men denke
niet. dat de adviezen hierdoor in
waarde verliezen, integendeel, het
is boeiend te ervaren hoe iemand,
die de problemen fris en onbevan
gen benadert, tot conclusies komt,
waarvoor de deskundige wellicht
even zou terugschrikken.
Ook de humor ontbreekt niet in
dit boek. Victor van Vreeden heeft
aan vjjf verkeersagenten gevraagd,
wat hjj als voetganger nn precies
moet doen. ais de verkeersagent het
teken geeft» dat hjj over mag ste
ken.
Alle vjjf antwoordden hem: „O,
dan moet U even wachten tot hel
gaat
Het doet prettig aan, in deze pu-
blikatie vele „eigen" ervaringen te
vinden en tijdens het lezen wil men
dan wel vergeten, dat de heer Vic
tor van Vreeden af en toe nogal erg
opdringerig naar voren komt en dat
het boek, ook stilistisch gezien, meer
Men vindt in dit Doek nog tal van
andere, gespecificeerde onderwerpen
behandeld, zoals de invloed van het
alcoholgebruik, de plaats van ouden
van dagen in het verkeer, de status
van honden, bromfietsen en trams.
Wat dit laatste vervoermiddel be
treft, doet de schrijver zijn zegsman
uitroepen: laat men toch het voor
rangsprivilege intrekken, en du is
wei een typerende passage, omdat
eruit blijkt, dat de heer Victor van
Vreeden niet alleen erg enthousiast,
maar op sommige ogenblikken ook
wel een beetje impulsief is. Hij con-
De schrijver creëerde
gelegenheid de figuur
van Vreeden.
voor deze
van Victor
hoteltermen, wandelen en winkelen,
de auto op stal, autotermen, al deze
hoofdstukken vindt men op uitvoe
rige wijze behandeld en ook op de
vraag: „waar hoort die Franse auto
thuis" wordt op royale manier
antwoord gegeven.
De leek in het internationale auto
verkeer behoeft rfa het lezen van
dit boek niet langer meer in het
duister te tasten omtrent de geldig
heid van zijn rijbewijs, eventuele
verplichte verzekering, nationali
teitsteken, autoradio, caravan, ver
blijfsvergunning, deviezenbepalingen
etc. etc. Ir. B. D. Swanenburg, die
met medewerking van A. C. Nicolai
en M. J. A. van der Linden dit
werkje samenstelde, zorgde er wel
voor, dat men nimmer tevergeefs
een beroep op deze vraagbaak be
hoeft te doen. Prijs f 5.90.
Zojuist is Michelin gereed gekomen
met de „Guide Benelux", 'n nieuwe
en zeker niet onbelangrijke aanwinst
in de Michelin-serie, waarin alle voor
de toerist belangrijke details uit Bel
gië, Nederland en Luxemburg staan
vermeld.
Het lijvige, doch in handig formaat
uitgevoerde boekwerk (210 bladzijden)
bevat o.m. een inleiding tot een reis,
waarin de meest karakteristieke as
pecten van de betrokken landen
staan opgesomd, een zevental reis
programma's, een beschrijving van
bezienswaardigheden, natuurschoon
en kunstwerken, talrijke kaarten en
plattegronden en een reusachtige hoe
veelheid gegevens over gecontroleer
de hotels en restaurants met waar
devolle opmerkingen over prijzen,
comfort, aantrekkelijkheid en de pe
rioden. waarin dez^ bedrijven ge
opend zijn.
Speciaal voor de automobilist is het
bijzonder prettig in deze „Guide Be
nelux" opgave te kunnen vinden van
de dealers van vcchiliende auto
merken; mocht hij tijden: zijn reis
door pech worden overvallen, dan
zal deze Guide hem de weg wijzen
naar de dichtst bijzijnte garage, waar
men hem aan onderdelen kan helpen.
Een waardevolle handleiding voor
allen, die van plan zijn hun vakantie
in d» Benelux-landen door te bren
gen. Tek'f In het Frans.
Ttito v'iees de Tourisme. Mi
chelin, Taris.
(Van onze verkeersredacteur)
VOOR de automobilist, die van
plan is per auto naar Italië te gaan,
is onlangs bij de uitgeverij W. de
Haan N.V. te Zeist een bijzonder
aantrekkelijk boekwerk verschenen,
waarin bij voorbaat al alle proble
men zijn opgelost, die zich tijdens
zo'n reis kunnen voordoen. Met grote
kennis van het land en het volk
geven de auteurs de lezer vaste
richtlijnen voor zijn reis en honder
den waardevolle adviezen, niet al
leen wat betreft behandeling en on
derhoud van zijn automobiel (zoals
verkeerstips en adressen van gara
ges) maar ook op het gebied van de
toeristische aantrekkelijkheden van
het land. Veel plaatsruimte is be
steed aan de lijst van hotels en res
taurants, terwijl er tevens een lij
vige vocabulaire is opgenomen,
waarin de lezer de vertaling vindt
van praktisch alle auto-onderdelen
en reparatiewerktuigen, zodat hij
bij een garage nimmer met de mond
vol tanden behoeft te staan.
Het ontwerp van dit boek is van
ir. B. D. Swanenburg, bij het schrij
ven werd medewerking verleend
door Stine Pisani uit Rome en de
directie E.N.I.T. uit Amsterdam.
Prijs f 5.90.
DE automobilist die naar Frank
rijk gaat zal in het bij de uitgeverij
W. de Haan N.V. te Zeist uitgege
ven vraagbaakje een antwoord kun
nen vinden op alle problemen, die
hem in dat land voor de bumper
komen. Voorbereidingen van de reis,
grenspassage, verkeersbeleid, ver
keersregels, termen voor langs de
weg. eetgelegenheden, de Franse
keuken rn"'onale cu"naire speciali
teiten, de Franse wijnen, logeren,
dan eens typisch het kenmerk van
een leken-publikatie draagt. Belang
rijk zijn deze kleine onvolkomenhe
den niet, wél belangrijk is, dat een
outsider thans de pen heeft gegrepen
om te zeggen wat hij over verkeer
en verkeersveiligheid denkt. De
heer Th. B. Walbeehm heeft met
deze uitgave slechts een ideëe! doel
beoogd, een honorarium voor zijn
werk verlangt hij niet en dat is dan
ook de reden, waarom „Verkeer en
Wij" voor slechts f 4.90 op de markt
kan worden gebracht.
De laatste conclusie, waartoe de
schrijver komt, is zeer gezond. Aan
passing van de wegsituatie aan de
gemiddelde mens met daarnaast
aanpassing van allen aan deze ge
middelde wegsituatie, doch bovenal
actief gedrag tegenover het ver
keersongeval moeten de basis vor
men van ons streven naar veilig
verkeer.
Deze wederzijdse aanpassing kan
worden bereikt door de waarnemer
statisticus in te schakelen. Want
slechts hij is in staat om door een
nauwgezette gedragsobservatie richt
lijnen aan te geven aan allen, die bij
het wegverkeer zijn betrokken. Dus
ook aan de verkeersleiding en ook
aan de weggebruiker. Eerst dan is
het mogelijk om wetten en regle
menten samen te stellen, die inder
daad aan het gestelde doei beant
woorden: het bevorderen van een
vlotte doorstroming van het verkeer
met een hoge mate van veiligheid.
Nederland kampt met een ernstig
gebrek aan antomontenrs. In het be
gin van dit jaar hebben we o.m. nit
het jaarverslag van de R.A.I. kun
nen vernemen, dat meer dan vijftig
procent van de garagehouders door
omstandigheden gedwongen is, in de
open lucht te repareren. Een even
erge noodzaak werd nog eens gecon
stateerd op de onlangs gehouden
jaarvergadering van de Automobiel
Technische Club. Het ENAVO-blad,
uitgegeven door de Eerste Neder
landse Autoveiling Organisatie, tekent
daarbij aan, dat ook de vooruitzich
ten niet bflzonder opwekkend zijn.
Ons land komt duizenden monteurs
tekort, hetgeen uiteraard de veilig
heid op de weg niet in de hand werkt.
De stichting Vakopleiding Auto- en
Motorbedriff schat, aldus het blad,
dat ons land in 1960 niet minder dan
1185 automonteurs te kort zal ko
men. Oorzaken zijn emigratie- en
prijspolitiek. Ook de stndie voor de
vereiste diploma's doet velen terug
schrikken. Een op de vijf monteurs
verlaat jaarlijks zijn vak, aldus de
ENAVO, omdat hij op een andere
man'er gemakkelijker zijn brood kan
verdienen