witte doek Een kindervriend VIERDE FEEST Bedank meneer Hildvan ons De Wereld in drukinkt I I Drie bekroonde stukken KEERPUNT IN LOOPBAAN VAN LILLIAN GISH ëiliö' pfi Het was te heet te New York Vb Communisme en kunst I ii Romantiek Warner liad geen geluk i mm DE ONGEWENSTE GAST Hans Roest Mens en muziek" tot 30 september BUIGEN of BARSTEN Hans van Bergen ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1957 PAGINA Kans voor John Gavin n°oit 'S een °Ud gezegde' to ST van "A Time t0 Lov€ and a ,Time Jannen. Griffith zag film als het Esperanto van de kunst Een paar weken geleden is een groot vriend van de kinderen vijftig jaar geworden. Het is de populaire verteller A. D. Hildebrand, de geeste lijke vader van Bolke de Beer, Monus, Brïlstra en tal van andere figuren uit populaire jeugd boeken. Er is geen ruchtbaarheid aan dit jubi leum gegeven, maar ik weet zeker dat tal van kinderen hun lievelingsschrijver een welgemeen de gelukwens zouden hebben gestuurd als zij van het feest hadden geweten. Vit eigen ervaring is mij bekend, hoe Hildebrand zowel jongens als meisjes weet te boeien. Ik heb een tiental zijner boeken (alle uitgaven van H. Meulenhoff te Amsterdam) onder een groep jongeren laten cir culeren, teneinde hun reacties erop te vernemen. Het was natuurlijk geen verrassing te constate ren, dat niet één van de kinderen, hoe ook zijn (haar) belangstelling gericht is, niets iets naar zijn(haar) gading vond. Wel stond ik in sommige gevallen te kijken van die „gading hoogst merkwaardige voorkeuren. dus: van vien Leigh bezoekt Verona hii* DE INTERNATIONALE MEDISCHE STUDENTEN FEDERATIE van A. J. Zoetmulder ONTELBAAR. door L. de Groof WERELDNIEUWS Erich Remarque scenarioschrijver .(Van onze filmredacteur) Lfich Maria Remarque heeft, voor eet eerst in zijn veel bewogen leven, en filmscenario geschreven naar één an zjjn eigen romans en vond het "^ï1. 0PWindend, nieuw avontuur". Ujdens zjjn optreden als scenario- chrjjver heeft hjj ook voor het eerst 'nds bjjna dertig jaar weer op kan oor gezeten, waar hij zich iedere mor- =en om precies 9 uur meldde om tussen es middags vijf en zes uur weer naar Uis te gaan. Onder zijn arm hield hij, s hij zijn „air-conditioned"-bureau erliet, trouw een dikke, zwarte akte- as geklemd, waarin pagina's vol dia ogen zaten voor de film „Also Time Love", een titel, later weer veran- ord m There's a Time to Love", die 'Jn ontstaan had te danken aan zijn h)an ,,a Time to Love and a Time to ,c". Maar Hollywood is nu eenmaal rS bijgelovig met betrekking tot het „oord „sterven" in een filmtitel en dus 6eh°.°r het eerst sinds hij romans ging ïi0 Hyen, heeft Erich Remarque, die zich \Vei el §oed kan herinneren, hoe hij k0Q®er .als journalist in Duitsland zijn vóór het drukken van de krant op haa z.etterii moest hebben, zich moeten hon "H,et scenaria moest in vier, tijetgstons vijf weken klaar zijn. Dat is erg lang. Over een roman doe ik Hj..e tot drie jaar, maar zo'n scenario is «q 'i?0 moeilijk. Dialogen lopen gauw uit È1* vond het erg interessant, omdat ik ton, moest schrijven, wat ik bij mijn i?ans nooit doe". Srt^marque heeft zijn bekendheid als hjver voornamelijk te danken aan zijn l9iq n 'dm Westen nichts Neues", die in ïtla Yerscheen. Naar deze roman werd de ssiek geworden film gemaakt door een tV®'schappij, die de zeer toepasselijke (j m 'Universal" droeg. Maar dat is niet it^toden geweest, waarom Remarque is jSegaan op het verzoek van dezelfde l0a'Schappij om zijn roman „A Time to w15 and a Time to Die" tot scenario te VpX€rken. «Om de waarheid te zeggen", Yr> arde hijzelf, „was de hitte in New dat toen ik het aanbod kreeg, zó groot, om lk maar al te graag pp een aanbod "naar Californië te gaan inging". 0v« Was overigens heus niet de enige 6aBKWe§tog, die hem er toe bracht, het «oh „d aan te nemen. „Naarmate een h.Yriiver ouder wordt", ging hij voort, vJennend, dat hij 60 jaar was", moet hij jegens nieuwe ervaringen opdoen. John Gavin, die officier bij de in lichtingendienst van de Amerikaanse vloot is geweest, heeft tot nog toe slechts ondergeschikte rollen gespeeld in films als „Behind the high wall". Four Girls in town" en „Quantez". Zijn spel ver toonde echter zulke grote beloften, dat Universal International hem de hoofd rol in „There's a Time to love" toever trouwde, daarmee een 27 jaar geleden reeds geschapen precedent voortzettend toen de nieuweling Lew Ayres de hoofd rol kreeg in Remarque's „lm Westen nichts Neuwes". John Gavin, die in werkelijkheid Go- lenor heet, is op 8 april 1931 in Los An gelos geboren. Als zoon van een zakenman werd hij opgeleid aan de St. John's Mill tair Academy en aan de universiteit van Stanford, waar hij in juni 1951 gradu eerde, valk voor hij bij de luchtmacht van de vloot in dienst kwam. Aan boord van het Amerikaanse vliegtuigmoeder schip „Princeton" diende hij in Japan, Hongkong en Korea. Tijdens een Kerstverlof, dat hij door bracht in Beverly Hills, werd hij door een filmvertegenwoordiger uitgenodigd voor een proefopname. Hij ging daarop toen niet in, maar na zijn ontslag uit de dienst in 1955 vertelde hij het gebeur de aan Bryon Foy, een filmproducent en vriend van de familie Golenor. die zich on verbinding stelde met Henry Wil son, de „.ontdekker" van Rock Hd- son. Rory Calhoun, Tab Hunter en Ro bert Wagner. Willson bracht hem in con tact met Universal International, het geen leidde tot een contract voor zeven jaar. pValt altijd nog iets te !ehv0 te leren. dat een roman afkomt, maar dat de schrijver er eJ?v°udig mee ophoudt. Ik heb nog nooit br boek van me voor de film willen perken, omdat ik er te dicht bij stond. B-C'to" heb ik voldoende afstand kunnen Va en om mezelf er niet langer een deel Cpn te voelen. Het werd in 1954 gepubli- c7erti en dus kon ik er met een frisse kijk terugkomen. ti,tot is bijzonder interessant om voor de 63.te schrijven. Het verschil tussen het s„"rÜven van een roman en een film- Va aido is als dat tussen h€t besturen 5 een vrachtauto en een racewagen", tj "oezeer Remarque door het werk bij ij, film is gegrepen, blijkt wel uit de toedeling, die Universal-International tos sindsdien heeft gedaan, namelijk g] be schrijver heeft besloten, persoonlijk t0s acteur in de filmversie van „A Time Love and a Time to Die" op te treden fn de rol van een Duitse professor. Cj„ t de produktie van de film, die in f"emaScope en kleuren wordt opgeno- n' 's men intussen al in West-Berlijn '„"der regie van Douglas Sirk, die Cotton on the Wind" en „Battle Hymn" W 1 gemaakt, spelen twee jonge krach- L?' John Gavin en de Zwitserse actrice plotte Pulver, wier voornaam door Hol. er ,°°d intussen al in Lisa is veranderd, "e hoofdrollen in. 89 Ter gelegenheid van het filmfestival zijn ook Russische filmsterren in Venetië verschenen. Nadia Cerednicenko (links) en Tatiana Pilezkaia maakten, als elke toerist, een tochtje per motorboot door de lagunen. De eerste secretaris van de Rus sische Communistische Partij, Ni- kita Kroesjtsjef, heeft tegen Russi sche schrijvers, kunstschilders en musici gezegd, dat „een van de be langrijkste principes, die de kunst in de Sovjet-Unie regeren, de on verbrekelijke band tussen de poli tiek van de communistische partij en de kunst is". Dit wordt medegedeeld in een ar tikel in de „Pravda" dat gewijd is aan de redevoeringen, die Kroestsjef kortgeleden heeft gehouden voor Russische schrijvers en kunstenaars. Volgens de. „Pravda" zou de Rus sische partijleider erop gewezen hebben dat de partij op consequente wijze alle fouten die gemaakt zijn tijdens de periode van persoonsver heerlijking verbetert, maar ook vast besloten optreedt tegen hen die de fouten van het verleden trachten uit te buiten om de leiding van de .partij in kwesties van literatuur en kunst aan te vallen. Kroesjtsjef zei dat de partij een beroep doet op de schrijvers en kun stenaars „om dieper in het leven te graven en de schitterende successen te laten zien waardoor elke dag van Communistische opbouw geken merkt wordt". Als voorbeeld van een schrijver, die in zijn plicht tekort is gescho ten noemde Kroesjtsjef de auteur van de omstreden roman „Niet bij brood alleen", Wladimir Doedintsjef. A. D. Hildebrand, vertelt zijn grappige radio-ervaringen aan John Bakkenhoven Een jongen van twaalf, met een onmis kenbaar technische aanleg en dus vol over auto's en vliegtuigen, kon eenvoudig niet genoeg krijgen van de boeken over Bolke de Beer. Men kan daaruit opmaken, dat hij, met zijn exacte belangstelling, toch ïhortCk Warner, de Amerikaanse film- ïiQ ""cent, stapte maandag J.l. het Casi ng, Cannes binnen en maakte bekend SI, hiï de bank wilde openen, die, zo- Semeld, hij en een paar vrienden ®toi-]Paar weken geleden 350.000 pond toaajto§ 3.500.000 armer hadden ge- *o was mr. Wagner echter niet tokkig. Michael Alachouzos, een L? Chvl6 scheepseigenaar en mrs. Pame- a"dr,i hill> de vroegere echtgenote van /Pb Churchill, namen het op te- ?ags h "ank en om vier uur des mid- f f Mr- Warner 35.000 pond Ster- Naa- 350.000) verloren. «p dtn Verluidt. werd Mr. Warner later Nr VJ»M in Monte Carlo gesignaleerd toak^nProbe€rde z'jn verhes weer goed lis€tlu ^igh, die in Italië met vakan- °QrsBK eIt een Shakespeareweekeinde h/., oht in de villa van de hertog Wb- gin Visconti di Modrone in de /toko/ Van Piacenza. Vivien zal bm- shce on1®'' baar echtgenoot, SSIR Lau- B^rsie V er- beginnen aan diens film en „a n "Macbeth" en de hertogin is •laitesrS, Italië's meest vooraanstaande i, UiH,. ar«-speelsters Qtobp buis van Julia en aan de graf- fa* e 1„ be_ bal- uns haar verblijf bij het hertogelijke ,'t| Vivien con bezoek gebracht ptobp f buis van Julia en aan de g b f ln .Verona. Bij die gelegenheid v^. JLcb ook op het beroemde •hei/' biet, of'ze ook de" niet minder be- iinrU IaIb)r T"> mm b, u r. .v, j-, .Julia, maar de geschiedenis ver- toktst sprak „O Romeo, Romeo Mi ütou Rprnqol"- Lillian Gish, die de oudere bioscoop bezoekers zich nog wel zullen herinneren uit de tijd van de stomme film, toen ze onder regie van D. W. Griffith, maker van „The Birth of a Nation", in tal van films optrad, zal op het Filmfestival, dat volgende maand in Berlijn wordt gehou den, optreden in twee éénacters, die oor spronkelijk voor haar zijn geschreven, na melijk in ..Portrait of the Madonna" van Tennessee Williams, een bewerking van diens ontwerp voor „A Streetcar named Desire" en „Wreek of the 5.25" van Thorn ton Wilder. Dit jaar is er een keerpunt gekomen in de loopbaan van Miss Gish, want haar optreden in Berlijn volgt op de voltooiing van een rol in haar eerste Britse film „Orders to Kill", die onder regie van Anthony Asquith in de Sheppertonstudio's is gemaakt. Deze terugkeer in de internationale be langstelling van een vroeger wereldbe roemde filmster is voor een medewerker van het Britse dagblad „Times" aanleiding geweest om met Miss Gish te gaan praten over de eisen, die haar werk voor de film en op het toneel haar in de verschillende stadia van haar loopbaan heeft gesteld „Ofschoon mijn zusje Dorothy en ik", aldus Miss Gish, „onze loopbaan op het toneel begonnen we leerden „onder weg" lezen en schrijven, niet op school had ik aan mijn toneelervaring niets, toen ik voor de film ging optreden. In die jaren ik heb van 1913 tot 1922 voor D. W. Griffith gewerkt was het enige, wat we allemaal van het acteren voor de film wisten, dat het radicaal verschillend moest zijn van ons optreden op het to neel. Het toneel steunt op het woord, maar wij moesten het zonder doen. We moesten ons spel op iets heel anders ba seren. De vraag was alleen maar: op wat? De vraag, of Griffith deze basis zocht in de mimiek, werd door Miss Gish be vestigend beantwoord. Ze verklaarde, dat Griffith bijzonder verheugd was geweest, toen de Guitry's hem in 1917 vertelden, dat zijn invloed de pantomime had terug gebracht op het Parijse toneel. Maar voor al hechtte hij de grootste waarde aan ab solute eerlijkheid. Griffith geloofde, dat men door middel van de film zonder woor den rechtstreekser dan door welk ander medium ook het hart kon raken van de mensen overal ter wereld. Hij zag de film als een soort Esperanto van de kunst. „Ik herinner me", vervolgde Miss Gish, „dat hij ons de raad gaf de dieren en vo gels te bestuderen en ein-genliJPt besef ik nu pas goed, dat hij ons wilde laten ac teren fials de commedia dell' arte dat opvatte. Ik geloof, dat we dit ideaal van hem het dichtst benaderden, als we im proviseerden. Dat gebaar van mij bij voorbeeld als het meisje in ..Broken Blos soms", waar ik de hoeken van mijn mond met m'n vingers omhoogtrek om te glim lachen, was geïmproviseerd. Ik had het niet gerepeteerd. Het vloeide voort uit onze concentratie op het verhaal, zoals het in onze verbeelding gestalte kreeg. Op het toneel concentreer je je niet zo zeer op het verhaal dan wel op de woor den, waarmee de auteur het gestalte heeft gegeven". Toch is het acteren voor de geluidsfilm volgens Miss Gish niet minder bevredi gend dan voor de stomme film. „Je moet nog altijd gebruik maken van alles wat je hebt en wat je bent om het gewenste ef fect te bereiken. Het is een nieuw soort effect en het vraagt nieuwe methoden, maar het doel is hetzelfde gebleven: iets, waarin je gelooft, overbrengen op een publiek". In filmencylopedieën kan men vinden, dat Lillian Gish 61 jaar is. Miss Gish ver klaart, dat dit niet juist is. „Toen ik een kind was", zegt ze, „moest ik mijn leeftijd verhogen om op het toneel te kunnen optreden. Thans heb ik de grootste moeite om die jaren weer terug te krijgen", I -V Robert Anderson, toneel- en scenario schrijver, is in Hollywood om het sce nario te schrijven van „The Nun's Story" de roman van Kathryb Hulme, die onder regie van Fred Zinneman door Warner Bros zal worden geproduceerd. Aanvan kelijk was Anderson, schrijver van „Tea and Sympathy", van plan geweest het scenario voor „The Nun's Story" in New York te maken, maar later besloot hij zich in Hollywood te vestigen, tot zijn werk zou zijn voltooid. Audrey Hepburn zal, zoals men weet, de hoofdrol spelen in de film, waar-voor tegen het eind van het jaar de buiten opnamen zullen worden gemaakt in Bel gisch Kongo. „Dr. Wybo Fjjnjc" door dr. Chr. Kroes-Ligtenberg Uitg. van Gorcum en Comp., Assen. De ondertitel van deze historische stu die luidt: „Belevenissen van een jour nalist in de patriottentijd". Van oudsher hebben onze woordenboeken de „beleve nis" als een lelijk germanisme uit hun kolommen geweerd. Maar de nieuwe woor denlijst heeft het woord zonder meer op genomen; dus moeten wij het wel ac cepteren zoals menig ander, dat vroeger taboe was. De man. wiens levensloop (17501809) hier verhaald wordt was aanvankelijk doopsgezind predikant doch ging onder in vloed van de uit Frankrijk overwaaiende vrijheidsleuzen spoedig over naar het cou- rantiersvak, dat hem meer lag, maar hem tevens als prominent „patriot" veel na righeid bezorgde; zelfs moest hij toen de Pruisen ons land binnenvielen de vlucht nemen naar het buitenland. Op het cha teau de Watte bij Duinkerken heeft hij enige jaren lief en leed der emigranten gedeeld; en ook zijn eerste vrouw Emilie Lazac verloren en zijn tweede, een een voudig Frans meisje, leren kennen. Na het keren van het getij, bij het binnen rukken der Fransen, kwam Fijnje naar Holland terug en bekleedde later aan zienlijke betrekkingen. Van lange duur was dit echter niet en tenslotte is hij aan t.b.c. voortijdig gestorven als „ie mand met wie men alleen nog maar me delijden had". Over de woelige „patriottentijd" kan men in deze bladzijden tussen de niet feilloos geschreven brieven van de beide echtgenoten door een en ander opvan gen maar een meer volledig beeld mist men nog steeds .Duidelijk is echter zonder twijfel wat aan het slot van dit levens verhaal uit de pen van een van Fijnjes zoons. Jean-Etienne. wordt geciteerd: „Een eigenschap der oude lieden heb ik echter niet: ik ben geen lofredenaar van de tijden mijner jeugd. Gelukkig de genen, die ze niet beleefd hebben! Het was verschrikkelijk, goede verstandige lieden elkander zo te zien haten en ver volgen." Ja, daarvan legt deze studie ruimschoots getuigenis af. L.H. „Samenleven in een technische tijd" door prot. dr. ir. F. Ph. A. Tellegen Uitg. Het Spectrum, Utrecht. De technische ontwikkeling opent ener zijds ontzaglijke toekomstmogelijkheden, anderzijds bergt zij het grote gevaar in zich van voortgaande ontmenselijking van mens en samenleving. Over dit onderwerp is reeds veel nage dacht en gepubliceerd, maar het blijft nopen tot telkens hernieuwde bezinning, want het gaat hier om een van de voor naamste aspecten van de moderne be- staansproblematiek. In zijn boekje: „Samenleven in een technische tijd", verschenen in de serie „Mens en Medemens" van uitgeverij Het Spectrum, heeft prof. Teilegen een zeer waardevolle bijdrage geleverd tot deze noodzakelijke bezinning. Hij geeft hierin een diepgaande en zeer verhel derende analyse van de consequenties der moderne technische ontwikkeling op het menselijke samenwerken en samenwo nen en stelt hierbij scherp in het licht, dat de voortgaande vertechnisering van het leven dwingt tot hogere gemeen schapsvorming zij leidt nl. tot een sterk toenemende onderlinge afhankelijk heid, welke alleen leefbaar is vanuit een 'sterker gemeenschapsbesef tenslotte behoefte heeft aan wat sprook jesachtige romantiek. Het kind in de klei ne technicus is gelukkig niet dood. Het heeft behoefte aan die andere, schonere wereld der verbeelding. Beer tjes, die kunnen praten en die allerlei wonderlijke avonturen beleven de he mel zij dank, zijn er ook in het atoomtijd perk kinderen, die er vast in kunnen ge loven zo lang ze met de vingers in de oren over de Bolke de Beer-boeken gebogen zitten. Opvallend is het voorts, dat boeken, die toch in de eerste plaats voor jongens zijn bedoeld, juist de meisjes zo boeien. Toen „Brilstra en zijn bromvlieg", een span nend en door en door gezond verhaal, op een kamp werd voorgelezen, waren het vooral de meisjes die de regen vergaten en niet van ophouden wilden weten. Science fiction, zoals Hildebrand die op verrassende wijze brengt in „Monus, de man van de maan" (er zijn over deze fi guur verscheidene delen verschenen), blijkt dan toch wel vooral het domein van jongens te zijn. En het verhaal over een aardig, doodgewoon gezin, zoals het met zoveel vaart en humor wordt beschreven in „De spijkers van Duindorp", is weer iets dat alle kinderen tussen de tien en zestien jaar aanspreekt. Dan zijn er nog „Thomas, Teddie en Trabbelman", „Lodewijk, het kleine man netje" en tal van andere boekjes, alle maal even populair bij de jeugdige lezers Speciale aandacht verdienen tenslotte de voortreffelijke historische boeken van Hildebrand, het keer op keer herdrukte „Postduiven voor de Prins", het geroman tiseerde verhaal over 't roemruchte beleg „zeden" en tot een ethica van de macht, die de terugkeer tot zichzelf en de be zinning op de verkregen uiterlijke waar den impliceert, willen we de gevaren, welke aan de technische ontwikkeling vastzitten vermijden. De wijsgerige beschouwingen, in dit boekje neergelegd, vereisen wel de nodi ge intellectuele inspanning, maar deze inspanning wordt rijkelijk beloond door een verdiept inzicht in een uitermate be langrijk aspect van onze tijd. Prof. Teilegen bewijst in dit boekje op nieuw een modern christelijk denker van tot nieuwe formaat te zijn. Op de 6e algemene vergadering van de internationale federatie van medische studentenorganisaties, die deze week in Kopenhagen is gehouden, is de heer T. B. Intveld uit Utrecht tot president be noemd. Op de algemene vergadering waren af gevaardigden uit 21 landen aanwezig. De internationale federatie stelt zich tot doel uitwisseling van medische stu denten. Zo hebben het afgelopen jaar 2500 studenten uit verschillende landen een maand of langer in het buitenland vertoefd om daar te we-rken in zieken huizen. De federatie heeft voorts een com missie. die zich bezighoudt met en in lichtingen verstrekt over de bestudering van de medische opleiding en het leven der studenten in de diverse landen. Deze commissie zetelt sinds enige tijd in Utrecht. Voorzitter is een Utrechts stu dent, de heer J. P. C. Moors. Endeliik zijn zij dan verschenen de drie bekroonde stukken, het resultaat van de prijsvraag, welke werd uitgeschreven door de Bond van Nederlandse 1 once— uitgevers in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Toneelschrijvers. We hebben ons gehaast ze te lezen. Onze verwachtingen waren hoog gespannen. Doch we zijn teleurgesteld. De stukken komen niet boven het middelmatige uit. Gelukkig hebben we ook nog andere pas verschenen stukken gelezen, die min stens een kop boven de bekroonde stukken uitsteken, anders zouden wij menen, dat het niet al te best gesteld was met het kunnen van onze eigen schrijvers, als men meent dergelijke middelmatige stukken te moeten bekronen. Maar onze beste schrijvers schijnen niet aan de prijsvraag te hebben deelgenomen. Vandaar denkelijk dit vrij povere resultaat. Hans Keuls schreef een spel, dat zdch afspeelt op Curagao. Reeds meer dan 220 jaar is Tamarinde een bloeiende plantage geweest. De opkomende indus trie trekt de arbeiders echter naar de fabrieken. En hiermee vangt voor Ta marinde een zeer slechte tijd aan. Zelfs zo slecht, dat Sjon Jan ni-et eens in staat is zijn zoon voor een paar jaar 6tudie naar Holland te sturen. Wel wat onbe grijpelijk, maar een gegeven feit in dit stuk. De hoofdschotel vormt echter de liefde tussen de dochter van Sjon Jan en Philip. de buitenechtelijke zoon van de meid op Tamarinde, een gemoede lijke dikke Cura?aose kleurlinge. Philip is één en al i-nteligentie en innemend heid, verovert een studiebeurs en gaat naar Holland, waar hij arts wordt. In tegenstelling met de zoon van Sjon Jan, Henk, die dom is en lui, en arrogant en alleen maar teleurstelt, later de han del ingaat, waar hij absoluut ongeschikt voor is en zijn compagnon voor 30.000 gulden oplicht. Een sterkere wit-zwart tekening had de schrijver niet kunnen maken. Volkomen ongegrond natuurlijk maar Philip wordt door iedereen op han den gedragen, door Sjon Jan als kind in zijn eigen huis naast zijn zoon Henk op gevoed en als het meest voor de hand liggende zich openbaart, namelijk een liefde tussen Philip en Sjon Jans dochter Maria, dan wordt Philip als een ondank bare hond op niet onzachte wijze het huis uitgezet. De kinderen houden na tuurlijk voet bij stuk. Philip gaat naar Holland en keert zes jaar later als dok ter terug. Ze huwen tegen vaders wil. Vader wil hen niet ontvangen. Intussen speelt zich de affaire met zijn zoon Henk af, die zijn compagnon oplicht. Vader -krijgt een hartaanval. De Plantage gaat j steeds meer achteruit. Vader weigert echter de plantage tegen hoog geld aan de industrie te verkopen. Een pastoor speelt voor bemiddelaar tussen vader en kinderen, weet zelfs de oplossing aan de hand te doen, waardoor de plantage voor vader behouden blijft en het spel eindigt met een verzoening en een ont moeting van vader en kleinzoon. Alles ietwat zoetelijk, soms een beetje over hellend naar de drakerige kant, weinig origineels, geen groots uitbouw van ka rakter, maar wel heel goed van sfeer en met kennis van zaken geschreven. We krijgen een heel goede indruk van het leven op een plantage in Curasao. neemt de wijk naar achter het IJzeren Gordijn; een onschuldige boekhouder wordt de dupe ervan en draait de gevan genis in. De zakenman heeft zijn vrij spraak te danken aan een sluwe advo caat van slechte zaakjes. Hij viert zijn vrijspraak met een rijk diner, waaraan hij ook zijn a.s. schoonzoon genodigd, heeft, een rijke bankierszoon. Doch deze bedankt op het laatste nippertje voor de eer. De dochter is woedend en teleur gesteld tegelijk. De schoonzoon in spe verklaart tegenover de dochter dat het hem spijt, maar als haar vader WEL schuldig bevonden was, dan had hij naast haar kun-nen staan, want tenslotte kan iedereen een fout begaan in zijn le ven. maar nu haar vader vrj gesproken is bij gebrek aan bewijs, is het hem als man van onbesproken reputatie onmo gelijk naast haar te staan. Een uur voordat het diner begint, dient zich de Ongewenste Gast aan. Hij is me mand minder dan de voortvluchtige pro curatiehouder. Hij heeft er genoeg van overal door de politie te worden gezocht en wil zich vrijwillig gaan melden, om na zijn straf uitgezeten te hebben, een nieuw leven te beginnen. De zakenman wil hier natuurlijk niets van weten. Het proces zou opnieuw beginnen. De boek houder zou dan wel gerehabiliteerd wor den, maar hij zou er eveneens weer in betrokken worden. De zakenman biedt hem een mooie baan aan in Afrika. De procuratiehouder, een man van de we reld, een man, die zich overal wel zou weten te redden, geeft er echter de voor keur aan zijn straf uit te zitten. Hij vreest het heimwee, dat hij in Afrika zou krij gen en hij kan het ook niet met zijn ge weten overeen brengen, dat de boek houder niet gerehabiliteerd zou worden alhoewel deze op een paar dagen na zijn straf reeds uitgezeten heeft en er voor zijn toekomst reeds gezorgd is. Zo moeten we heel wat slikken in dit spel. We kunnen absoluut niet geloven in de ommekeer die zich in de procuratie houder voltrokken heeft. We kunnen ook niet geloven in de vele uitspraken van de verloofde in spé. Wij ontmoeten ook wei nig nieuws, weinig origineels in dit stuk. Het geheel steekt niet uit boven de mid delmaat. Toch is het sterk geschreven. De karakters worden goed volgehouden en uitgebalanceerd. En als wij hier en daar een oogje dichtknijpen, kunnen wij het stuk zeer zeker wel genieten als een spannend amateurspel. van Leiden; en „Schip der verstekelin gen", waarin op spannende wijze de ge schiedenis van de list met het turfschip van Breda wordt verteld. De schrijver houdt in deze boeken te recht vast aan de historisch vaststaande feiten, opdat de kinderen niet op verschil len stuiten tussen de inhoud van hun ge schiedenisboekje en dit verhaal. Maar er blijft voor de schrijver meer dan gelegen heid om rond deze historische feiten een kleurig en levendig verhaal te fantaseren. Beide boeken zijn niet alleen uitermate boeiend, doch ook leerzaam. Wat is het geheim van de grote popula riteit van deze verteller, die van jaar tot jaar zijn bijna ontelbare reeks boeken vergroot en tegelijk zijn al lang niet meer telbare rij jonge (en ook oudere!) vriend jes? Sommigen blijven hem immer tot ver over de twintig trouw! Het antwoord op deze vraag is, lijkt mij, dat A. D. Hildebrand de kunst verstaat om losjesweg te vertellen, boeiend, zonder enige pretentie of opsmuk. Hij begrijpt wat de kinderen nodig hebben om hun drang naar romantiek, naar het sprookje te bevredigen hij weet ook, en dat is misschien wel het belangrijkste, hoe hij hun eigen fantasie aan het werk moet brengen. Hildebrands boeken zijn, zo kan men het wel zeggen, in „de praktijk" ont staan. Zij zijn niet de som van een aantal pedagogische opvattingen en wetten, het zijn geen bedenksels, die ruiken naar de studeerkamer. Neen, zij zijn spontaan ge schreven en daardoor zo volkomen na tuurlijk. Hildebrand heeft zelf eens verteld, hoe hij tot schrijven is gekomen. „Het was zuiver toeval. Een vriend van me, een tekenaar, verzorgde zo'n dertig jaar gele den een jeugdpagina voor een dagblad. Zijn vrouw schreef er de verhalen en de versjes bij. Zij werd onverwacht ziek en toen kwam de wanhopige man naar mij toe, omme te vragen of ik hem uit de nood wilde helpen. Hij smeekte net zo lang tot ik maar toegaf. Op een zondag middag begon iken om twee uur in de nacht had ik zes verhalen en vier versjes gereed. Mijn vriend zei, dat ze nog aardig waren ook. Wel, dat is het begin geweest". Hildebrand, die in Groningen geboren is, was in die dagen verbonden aan de radio. Deze stond toen natuurlijk nog in de kin derschoenen. „Ik was omroeper ja maar dat betekende in die dagen, dat je tegelijkertijd ook portier was, stoker, boodschappenjongen, samensteller van grammofoonplatenprogramma's, invaller voor zieke acteurs, idem voor zieke pia nisten, die zangers en zangeressen moes ten begeleidenenzenz Na zijn eerste succes als schrijver, ging Hildebrand zich geheel aan de pen wij den. En daaraan danken wij de lange, lan ge rij boeken en boekjes. „Hoeveel het er zijn? Dat weet ik zelf heus niet. Misschien honderdof misschien nog wel meer", zegt Hildebrand. 5? De zomertentoonstelling „Mens en Mu ziek", die in „Dordrechts Museum" te Dordrecht gehouden wordt, heeft alom in den lande de aandacht getrokken, niet al leen om het originele thema, maar vooral om de kwaliteit van uit musea en particu liere verzamelingen bijeengebrachte stuk ken. Omdat de belangstelling voor de collectie, welker waarde op rond een mil joen gulden wordt geschat, boven ver wachting voortduurt, heeft de directeur van de Dordtse musea besloten de ten toonstelling tot 30 september te verlengen. Lisa Pulver en John Gavin spelen de hoofdrollen in de L niversal-Inter- national-film „There's a Time -to Lovenaar oen roman van Erich Maria Remarque., Een heel ander stuk is de „Onge wenste Gast" van A. J. Zoetmulder, dat de tweede prijs behaalde. Veel for ser geschreven en veel sterker van karaktertekening, een zeer spannend stuk zelfs, dat naar onze smaak door het amateurtoneel wel gespeeld zal worden. Toch ook hier heel weinig origineels. Een rijk geworden zakenman heeft zich ingelaten met een unfaire smokkelzaak, waaraan hij behoorlijk verdiend heeft. De zaak loopt fout; hij weet zich bijtijds terug te trekken; zijn procuratie-houder Wat de andere stukken misten, bezit dit stuk in overgrote mate: originaliteit vaart en charme. Jammer dat het toneel technisch zeer zwak is, anders was dit zeer zeker een stuk geweest, dat ver bo ven de middelmaat uitstak. Maar elk be drijf. ja elke scène bijpa verloopt. Op iedere clmax volgt onmiddellijk een anti climax, zodat geregeld elk effect komt te vervallen. De schrijver heeft een aller aardigst en zeer origineel idee gehad, maar hij heeft er geen raad mee geweten Het stuk is niet gerijpt. Alles draait om een burgemeestersverkiezing in een klein olaatsje in België. Daar schijnen de burge meesters niet te worden benoemd, maar te worden gekozen door de gemeentenaren zelf met alle gevolgen vandien natuurlijk Spannende verkiezingen met veel kabaal vechtpartijen omkoping, etcetera. Alles verloopt even vlot in dit stuk. De taal is zeer levendig. Het stuk zit vol vondsten Maar de draad ligt aan 6tukjes en geen vereniging die deze stukjes tot een boei end geheel zal weten te rijgen, als eerst niet de schrijver zelf weer zijn pen ter hand neemt, om er een sluitend geheel van te maken. Bovendien is de sfeer in dit stuk volkomen Vlaams en zal het ons Hollanders zeer vreemd aandoen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 5