witte doek
Een kindervriend VIERDE FEEST
Bedank meneer Hildvan ons
De Wereld in drukinkt
I
I
Drie bekroonde stukken
KEERPUNT IN LOOPBAAN VAN
LILLIAN GISH
ëiliö' pfi
Het was te heet te New York
Vb
Communisme en kunst I
ii
Romantiek
Warner liad geen
geluk
i
mm
DE ONGEWENSTE
GAST
Hans Roest
Mens en muziek" tot
30 september
BUIGEN of BARSTEN
Hans van Bergen
ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1957
PAGINA
Kans voor John Gavin
n°oit 'S een °Ud gezegde'
to ST van "A Time t0 Lov€ and a ,Time
Jannen.
Griffith zag film als het Esperanto van de kunst
Een paar weken geleden is een groot vriend van
de kinderen vijftig jaar geworden. Het is de
populaire verteller A. D. Hildebrand, de geeste
lijke vader van Bolke de Beer, Monus, Brïlstra
en tal van andere figuren uit populaire jeugd
boeken. Er is geen ruchtbaarheid aan dit jubi
leum gegeven, maar ik weet zeker dat tal van
kinderen hun lievelingsschrijver een welgemeen
de gelukwens zouden hebben gestuurd als zij van
het feest hadden geweten. Vit eigen ervaring is
mij bekend, hoe Hildebrand zowel jongens als
meisjes weet te boeien. Ik heb een tiental zijner
boeken (alle uitgaven van H. Meulenhoff te
Amsterdam) onder een groep jongeren laten cir
culeren, teneinde hun reacties erop te vernemen.
Het was natuurlijk geen verrassing te constate
ren, dat niet één van de kinderen, hoe ook zijn
(haar) belangstelling gericht is, niets iets naar
zijn(haar) gading vond. Wel stond ik in sommige
gevallen te kijken van die „gading
hoogst merkwaardige voorkeuren.
dus: van
vien Leigh bezoekt Verona
hii*
DE INTERNATIONALE
MEDISCHE STUDENTEN
FEDERATIE
van A. J. Zoetmulder
ONTELBAAR.
door L. de Groof
WERELDNIEUWS
Erich Remarque scenarioschrijver
.(Van onze filmredacteur)
Lfich Maria Remarque heeft, voor
eet eerst in zijn veel bewogen leven,
en filmscenario geschreven naar één
an zjjn eigen romans en vond het
"^ï1. 0PWindend, nieuw avontuur".
Ujdens zjjn optreden als scenario-
chrjjver heeft hjj ook voor het eerst
'nds bjjna dertig jaar weer op kan
oor gezeten, waar hij zich iedere mor-
=en om precies 9 uur meldde om tussen
es middags vijf en zes uur weer naar
Uis te gaan. Onder zijn arm hield hij,
s hij zijn „air-conditioned"-bureau
erliet, trouw een dikke, zwarte akte-
as geklemd, waarin pagina's vol dia
ogen zaten voor de film „Also Time
Love", een titel, later weer veran-
ord m There's a Time to Love", die
'Jn ontstaan had te danken aan zijn
h)an ,,a Time to Love and a Time to
,c". Maar Hollywood is nu eenmaal
rS bijgelovig met betrekking tot het
„oord „sterven" in een filmtitel en
dus
6eh°.°r het eerst sinds hij romans ging
ïi0 Hyen, heeft Erich Remarque, die zich
\Vei el §oed kan herinneren, hoe hij
k0Q®er .als journalist in Duitsland zijn
vóór het drukken van de krant op
haa z.etterii moest hebben, zich moeten
hon "H,et scenaria moest in vier,
tijetgstons vijf weken klaar zijn. Dat is
erg lang. Over een roman doe ik
Hj..e tot drie jaar, maar zo'n scenario is
«q 'i?0 moeilijk. Dialogen lopen gauw uit
È1* vond het erg interessant, omdat ik
ton, moest schrijven, wat ik bij mijn
i?ans nooit doe".
Srt^marque heeft zijn bekendheid als
hjver voornamelijk te danken aan zijn
l9iq n 'dm Westen nichts Neues", die in
ïtla Yerscheen. Naar deze roman werd de
ssiek geworden film gemaakt door een
tV®'schappij, die de zeer toepasselijke
(j m 'Universal" droeg. Maar dat is niet
it^toden geweest, waarom Remarque is
jSegaan op het verzoek van dezelfde
l0a'Schappij om zijn roman „A Time to
w15 and a Time to Die" tot scenario te
VpX€rken. «Om de waarheid te zeggen",
Yr> arde hijzelf, „was de hitte in New
dat toen ik het aanbod kreeg, zó groot,
om lk maar al te graag pp een aanbod
"naar Californië te gaan inging".
0v« Was overigens heus niet de enige
6aBKWe§tog, die hem er toe bracht, het
«oh „d aan te nemen. „Naarmate een
h.Yriiver ouder wordt", ging hij voort,
vJennend, dat hij 60 jaar was", moet hij
jegens nieuwe ervaringen opdoen.
John Gavin, die officier bij de in
lichtingendienst van de Amerikaanse
vloot is geweest, heeft tot nog toe slechts
ondergeschikte rollen gespeeld in films
als „Behind the high wall". Four Girls
in town" en „Quantez". Zijn spel ver
toonde echter zulke grote beloften, dat
Universal International hem de hoofd
rol in „There's a Time to love" toever
trouwde, daarmee een 27 jaar geleden
reeds geschapen precedent voortzettend
toen de nieuweling Lew Ayres de hoofd
rol kreeg in Remarque's „lm Westen
nichts Neuwes".
John Gavin, die in werkelijkheid Go-
lenor heet, is op 8 april 1931 in Los An
gelos geboren. Als zoon van een zakenman
werd hij opgeleid aan de St. John's Mill
tair Academy en aan de universiteit van
Stanford, waar hij in juni 1951 gradu
eerde, valk voor hij bij de luchtmacht
van de vloot in dienst kwam. Aan boord
van het Amerikaanse vliegtuigmoeder
schip „Princeton" diende hij in Japan,
Hongkong en Korea.
Tijdens een Kerstverlof, dat hij door
bracht in Beverly Hills, werd hij door
een filmvertegenwoordiger uitgenodigd
voor een proefopname. Hij ging daarop
toen niet in, maar na zijn ontslag uit
de dienst in 1955 vertelde hij het gebeur
de aan Bryon Foy, een filmproducent
en vriend van de familie Golenor. die
zich on verbinding stelde met Henry Wil
son, de „.ontdekker" van Rock Hd-
son. Rory Calhoun, Tab Hunter en Ro
bert Wagner. Willson bracht hem in con
tact met Universal International, het
geen leidde tot een contract voor zeven
jaar.
pValt altijd nog iets te
!ehv0
te leren.
dat een roman
afkomt, maar dat de schrijver er
eJ?v°udig mee ophoudt. Ik heb nog nooit
br boek van me voor de film willen
perken, omdat ik er te dicht bij stond.
B-C'to" heb ik voldoende afstand kunnen
Va en om mezelf er niet langer een deel
Cpn te voelen. Het werd in 1954 gepubli-
c7erti en dus kon ik er met een frisse kijk
terugkomen.
ti,tot is bijzonder interessant om voor de
63.te schrijven. Het verschil tussen het
s„"rÜven van een roman en een film-
Va aido is als dat tussen h€t besturen
5 een vrachtauto en een racewagen",
tj "oezeer Remarque door het werk bij
ij, film is gegrepen, blijkt wel uit de
toedeling, die Universal-International
tos sindsdien heeft gedaan, namelijk
g] be schrijver heeft besloten, persoonlijk
t0s acteur in de filmversie van „A Time
Love and a Time to Die" op te treden
fn de rol van een Duitse professor.
Cj„ t de produktie van de film, die in
f"emaScope en kleuren wordt opgeno-
n' 's men intussen al in West-Berlijn
'„"der regie van Douglas Sirk, die
Cotton on the Wind" en „Battle Hymn"
W 1 gemaakt, spelen twee jonge krach-
L?' John Gavin en de Zwitserse actrice
plotte Pulver, wier voornaam door Hol.
er ,°°d intussen al in Lisa is veranderd,
"e hoofdrollen in.
89
Ter gelegenheid van het filmfestival zijn ook Russische filmsterren in Venetië
verschenen. Nadia Cerednicenko (links) en Tatiana Pilezkaia maakten, als
elke toerist, een tochtje per motorboot door de lagunen.
De eerste secretaris van de Rus
sische Communistische Partij, Ni-
kita Kroesjtsjef, heeft tegen Russi
sche schrijvers, kunstschilders en
musici gezegd, dat „een van de be
langrijkste principes, die de kunst
in de Sovjet-Unie regeren, de on
verbrekelijke band tussen de poli
tiek van de communistische partij en
de kunst is".
Dit wordt medegedeeld in een ar
tikel in de „Pravda" dat gewijd is
aan de redevoeringen, die Kroestsjef
kortgeleden heeft gehouden voor
Russische schrijvers en kunstenaars.
Volgens de. „Pravda" zou de Rus
sische partijleider erop gewezen
hebben dat de partij op consequente
wijze alle fouten die gemaakt zijn
tijdens de periode van persoonsver
heerlijking verbetert, maar ook vast
besloten optreedt tegen hen die de
fouten van het verleden trachten
uit te buiten om de leiding van de
.partij in kwesties van literatuur en
kunst aan te vallen.
Kroesjtsjef zei dat de partij een
beroep doet op de schrijvers en kun
stenaars „om dieper in het leven te
graven en de schitterende successen
te laten zien waardoor elke dag van
Communistische opbouw geken
merkt wordt".
Als voorbeeld van een schrijver,
die in zijn plicht tekort is gescho
ten noemde Kroesjtsjef de auteur
van de omstreden roman „Niet bij
brood alleen", Wladimir Doedintsjef.
A. D. Hildebrand, vertelt zijn grappige radio-ervaringen
aan John Bakkenhoven
Een jongen van twaalf, met een onmis
kenbaar technische aanleg en dus vol over
auto's en vliegtuigen, kon eenvoudig niet
genoeg krijgen van de boeken over Bolke
de Beer. Men kan daaruit opmaken, dat
hij, met zijn exacte belangstelling, toch
ïhortCk Warner, de Amerikaanse film-
ïiQ ""cent, stapte maandag J.l. het Casi
ng, Cannes binnen en maakte bekend
SI, hiï de bank wilde openen, die, zo-
Semeld, hij en een paar vrienden
®toi-]Paar weken geleden 350.000 pond
toaajto§ 3.500.000 armer hadden ge-
*o was mr. Wagner echter niet
tokkig. Michael Alachouzos, een
L? Chvl6 scheepseigenaar en mrs. Pame-
a"dr,i hill> de vroegere echtgenote van
/Pb Churchill, namen het op te-
?ags h "ank en om vier uur des mid-
f f Mr- Warner 35.000 pond Ster-
Naa- 350.000) verloren.
«p dtn Verluidt. werd Mr. Warner later
Nr VJ»M in Monte Carlo gesignaleerd
toak^nProbe€rde z'jn verhes weer goed
lis€tlu ^igh, die in Italië met vakan-
°QrsBK eIt een Shakespeareweekeinde
h/., oht in de villa van de hertog
Wb- gin Visconti di Modrone in de
/toko/ Van Piacenza. Vivien zal bm-
shce on1®'' baar echtgenoot, SSIR Lau-
B^rsie V er- beginnen aan diens film
en „a n "Macbeth" en de hertogin is
•laitesrS, Italië's meest vooraanstaande
i, UiH,. ar«-speelsters
Qtobp buis van Julia en aan de graf-
fa* e 1„ be_
bal-
uns haar verblijf bij het hertogelijke
,'t| Vivien con bezoek gebracht
ptobp f buis van Julia en aan de g
b f ln .Verona. Bij die gelegenheid
v^. JLcb ook op het beroemde
•hei/'
biet, of'ze ook de" niet minder be-
iinrU IaIb)r T"> mm b, u r. .v, j-,
.Julia, maar de geschiedenis ver-
toktst sprak „O Romeo, Romeo
Mi ütou Rprnqol"-
Lillian Gish, die de oudere bioscoop
bezoekers zich nog wel zullen herinneren
uit de tijd van de stomme film, toen ze
onder regie van D. W. Griffith, maker
van „The Birth of a Nation", in tal van
films optrad, zal op het Filmfestival, dat
volgende maand in Berlijn wordt gehou
den, optreden in twee éénacters, die oor
spronkelijk voor haar zijn geschreven, na
melijk in ..Portrait of the Madonna" van
Tennessee Williams, een bewerking van
diens ontwerp voor „A Streetcar named
Desire" en „Wreek of the 5.25" van Thorn
ton Wilder.
Dit jaar is er een keerpunt gekomen in
de loopbaan van Miss Gish, want haar
optreden in Berlijn volgt op de voltooiing
van een rol in haar eerste Britse film
„Orders to Kill", die onder regie van
Anthony Asquith in de Sheppertonstudio's
is gemaakt.
Deze terugkeer in de internationale be
langstelling van een vroeger wereldbe
roemde filmster is voor een medewerker
van het Britse dagblad „Times" aanleiding
geweest om met Miss Gish te gaan praten
over de eisen, die haar werk voor de film
en op het toneel haar in de verschillende
stadia van haar loopbaan heeft gesteld
„Ofschoon mijn zusje Dorothy en ik",
aldus Miss Gish, „onze loopbaan op het
toneel begonnen we leerden „onder
weg" lezen en schrijven, niet op school
had ik aan mijn toneelervaring niets,
toen ik voor de film ging optreden. In die
jaren ik heb van 1913 tot 1922 voor
D. W. Griffith gewerkt was het enige,
wat we allemaal van het acteren voor de
film wisten, dat het radicaal verschillend
moest zijn van ons optreden op het to
neel. Het toneel steunt op het woord,
maar wij moesten het zonder doen. We
moesten ons spel op iets heel anders ba
seren. De vraag was alleen maar: op wat?
De vraag, of Griffith deze basis zocht
in de mimiek, werd door Miss Gish be
vestigend beantwoord. Ze verklaarde, dat
Griffith bijzonder verheugd was geweest,
toen de Guitry's hem in 1917 vertelden,
dat zijn invloed de pantomime had terug
gebracht op het Parijse toneel. Maar voor
al hechtte hij de grootste waarde aan ab
solute eerlijkheid. Griffith geloofde, dat
men door middel van de film zonder woor
den rechtstreekser dan door welk ander
medium ook het hart kon raken van de
mensen overal ter wereld. Hij zag de film
als een soort Esperanto van de kunst.
„Ik herinner me", vervolgde Miss Gish,
„dat hij ons de raad gaf de dieren en vo
gels te bestuderen en ein-genliJPt besef ik
nu pas goed, dat hij ons wilde laten ac
teren fials de commedia dell' arte dat
opvatte. Ik geloof, dat we dit ideaal van
hem het dichtst benaderden, als we im
proviseerden. Dat gebaar van mij bij
voorbeeld als het meisje in ..Broken Blos
soms", waar ik de hoeken van mijn mond
met m'n vingers omhoogtrek om te glim
lachen, was geïmproviseerd. Ik had het
niet gerepeteerd. Het vloeide voort uit
onze concentratie op het verhaal, zoals het
in onze verbeelding gestalte kreeg.
Op het toneel concentreer je je niet zo
zeer op het verhaal dan wel op de woor
den, waarmee de auteur het gestalte heeft
gegeven".
Toch is het acteren voor de geluidsfilm
volgens Miss Gish niet minder bevredi
gend dan voor de stomme film. „Je moet
nog altijd gebruik maken van alles wat je
hebt en wat je bent om het gewenste ef
fect te bereiken. Het is een nieuw soort
effect en het vraagt nieuwe methoden,
maar het doel is hetzelfde gebleven: iets,
waarin je gelooft, overbrengen op een
publiek".
In filmencylopedieën kan men vinden,
dat Lillian Gish 61 jaar is. Miss Gish ver
klaart, dat dit niet juist is.
„Toen ik een kind was", zegt ze, „moest
ik mijn leeftijd verhogen om op het toneel
te kunnen optreden. Thans heb ik de
grootste moeite om die jaren weer terug
te krijgen",
I -V
Robert Anderson, toneel- en scenario
schrijver, is in Hollywood om het sce
nario te schrijven van „The Nun's Story"
de roman van Kathryb Hulme, die onder
regie van Fred Zinneman door Warner
Bros zal worden geproduceerd. Aanvan
kelijk was Anderson, schrijver van „Tea
and Sympathy", van plan geweest het
scenario voor „The Nun's Story" in New
York te maken, maar later besloot hij
zich in Hollywood te vestigen, tot zijn
werk zou zijn voltooid.
Audrey Hepburn zal, zoals men weet,
de hoofdrol spelen in de film, waar-voor
tegen het eind van het jaar de buiten
opnamen zullen worden gemaakt in Bel
gisch Kongo.
„Dr. Wybo Fjjnjc" door dr. Chr.
Kroes-Ligtenberg Uitg. van
Gorcum en Comp., Assen.
De ondertitel van deze historische stu
die luidt: „Belevenissen van een jour
nalist in de patriottentijd". Van oudsher
hebben onze woordenboeken de „beleve
nis" als een lelijk germanisme uit hun
kolommen geweerd. Maar de nieuwe woor
denlijst heeft het woord zonder meer op
genomen; dus moeten wij het wel ac
cepteren zoals menig ander, dat vroeger
taboe was.
De man. wiens levensloop (17501809)
hier verhaald wordt was aanvankelijk
doopsgezind predikant doch ging onder in
vloed van de uit Frankrijk overwaaiende
vrijheidsleuzen spoedig over naar het cou-
rantiersvak, dat hem meer lag, maar hem
tevens als prominent „patriot" veel na
righeid bezorgde; zelfs moest hij toen de
Pruisen ons land binnenvielen de vlucht
nemen naar het buitenland. Op het cha
teau de Watte bij Duinkerken heeft hij
enige jaren lief en leed der emigranten
gedeeld; en ook zijn eerste vrouw Emilie
Lazac verloren en zijn tweede, een een
voudig Frans meisje, leren kennen. Na
het keren van het getij, bij het binnen
rukken der Fransen, kwam Fijnje naar
Holland terug en bekleedde later aan
zienlijke betrekkingen. Van lange duur
was dit echter niet en tenslotte is hij
aan t.b.c. voortijdig gestorven als „ie
mand met wie men alleen nog maar me
delijden had".
Over de woelige „patriottentijd" kan
men in deze bladzijden tussen de niet
feilloos geschreven brieven van de beide
echtgenoten door een en ander opvan
gen maar een meer volledig beeld mist
men nog steeds .Duidelijk is echter zonder
twijfel wat aan het slot van dit levens
verhaal uit de pen van een van Fijnjes
zoons. Jean-Etienne. wordt geciteerd:
„Een eigenschap der oude lieden heb
ik echter niet: ik ben geen lofredenaar
van de tijden mijner jeugd. Gelukkig de
genen, die ze niet beleefd hebben! Het
was verschrikkelijk, goede verstandige
lieden elkander zo te zien haten en ver
volgen."
Ja, daarvan legt deze studie ruimschoots
getuigenis af.
L.H.
„Samenleven in een technische
tijd" door prot. dr. ir. F. Ph. A.
Tellegen Uitg. Het Spectrum,
Utrecht.
De technische ontwikkeling opent ener
zijds ontzaglijke toekomstmogelijkheden,
anderzijds bergt zij het grote gevaar in
zich van voortgaande ontmenselijking van
mens en samenleving.
Over dit onderwerp is reeds veel nage
dacht en gepubliceerd, maar het blijft
nopen tot telkens hernieuwde bezinning,
want het gaat hier om een van de voor
naamste aspecten van de moderne be-
staansproblematiek.
In zijn boekje: „Samenleven in een
technische tijd", verschenen in de serie
„Mens en Medemens" van uitgeverij
Het Spectrum, heeft prof. Teilegen een
zeer waardevolle bijdrage geleverd tot
deze noodzakelijke bezinning. Hij geeft
hierin een diepgaande en zeer verhel
derende analyse van de consequenties der
moderne technische ontwikkeling op het
menselijke samenwerken en samenwo
nen en stelt hierbij scherp in het licht,
dat de voortgaande vertechnisering van
het leven dwingt tot hogere gemeen
schapsvorming zij leidt nl. tot een
sterk toenemende onderlinge afhankelijk
heid, welke alleen leefbaar is vanuit een
'sterker gemeenschapsbesef
tenslotte behoefte heeft aan wat sprook
jesachtige romantiek. Het kind in de klei
ne technicus is gelukkig niet dood.
Het heeft behoefte aan die andere,
schonere wereld der verbeelding. Beer
tjes, die kunnen praten en die allerlei
wonderlijke avonturen beleven de he
mel zij dank, zijn er ook in het atoomtijd
perk kinderen, die er vast in kunnen ge
loven zo lang ze met de vingers in de oren
over de Bolke de Beer-boeken gebogen
zitten.
Opvallend is het voorts, dat boeken, die
toch in de eerste plaats voor jongens zijn
bedoeld, juist de meisjes zo boeien. Toen
„Brilstra en zijn bromvlieg", een span
nend en door en door gezond verhaal, op
een kamp werd voorgelezen, waren het
vooral de meisjes die de regen vergaten
en niet van ophouden wilden weten.
Science fiction, zoals Hildebrand die op
verrassende wijze brengt in „Monus, de
man van de maan" (er zijn over deze fi
guur verscheidene delen verschenen),
blijkt dan toch wel vooral het domein van
jongens te zijn. En het verhaal over een
aardig, doodgewoon gezin, zoals het met
zoveel vaart en humor wordt beschreven
in „De spijkers van Duindorp", is weer
iets dat alle kinderen tussen de tien en
zestien jaar aanspreekt.
Dan zijn er nog „Thomas, Teddie en
Trabbelman", „Lodewijk, het kleine man
netje" en tal van andere boekjes, alle
maal even populair bij de jeugdige lezers
Speciale aandacht verdienen tenslotte de
voortreffelijke historische boeken van
Hildebrand, het keer op keer herdrukte
„Postduiven voor de Prins", het geroman
tiseerde verhaal over 't roemruchte beleg
„zeden" en tot een ethica van de macht,
die de terugkeer tot zichzelf en de be
zinning op de verkregen uiterlijke waar
den impliceert, willen we de gevaren,
welke aan de technische ontwikkeling
vastzitten vermijden.
De wijsgerige beschouwingen, in dit
boekje neergelegd, vereisen wel de nodi
ge intellectuele inspanning, maar deze
inspanning wordt rijkelijk beloond door
een verdiept inzicht in een uitermate be
langrijk aspect van onze tijd.
Prof. Teilegen bewijst in dit boekje op
nieuw een modern christelijk denker van
tot nieuwe formaat te zijn.
Op de 6e algemene vergadering van de
internationale federatie van medische
studentenorganisaties, die deze week in
Kopenhagen is gehouden, is de heer T.
B. Intveld uit Utrecht tot president be
noemd.
Op de algemene vergadering waren af
gevaardigden uit 21 landen aanwezig.
De internationale federatie stelt zich
tot doel uitwisseling van medische stu
denten. Zo hebben het afgelopen jaar
2500 studenten uit verschillende landen
een maand of langer in het buitenland
vertoefd om daar te we-rken in zieken
huizen.
De federatie heeft voorts een com
missie. die zich bezighoudt met en in
lichtingen verstrekt over de bestudering
van de medische opleiding en het leven
der studenten in de diverse landen. Deze
commissie zetelt sinds enige tijd in
Utrecht. Voorzitter is een Utrechts stu
dent, de heer J. P. C. Moors.
Endeliik zijn zij dan verschenen de drie bekroonde stukken, het resultaat van
de prijsvraag, welke werd uitgeschreven door de Bond van Nederlandse 1 once—
uitgevers in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Toneelschrijvers.
We hebben ons gehaast ze te lezen. Onze verwachtingen waren hoog gespannen.
Doch we zijn teleurgesteld. De stukken komen niet boven het middelmatige uit.
Gelukkig hebben we ook nog andere pas verschenen stukken gelezen, die min
stens een kop boven de bekroonde stukken uitsteken, anders zouden wij menen,
dat het niet al te best gesteld was met het kunnen van onze eigen schrijvers,
als men meent dergelijke middelmatige stukken te moeten bekronen. Maar onze
beste schrijvers schijnen niet aan de prijsvraag te hebben deelgenomen. Vandaar
denkelijk dit vrij povere resultaat.
Hans Keuls schreef een spel, dat zdch
afspeelt op Curagao. Reeds meer dan
220 jaar is Tamarinde een bloeiende
plantage geweest. De opkomende indus
trie trekt de arbeiders echter naar de
fabrieken. En hiermee vangt voor Ta
marinde een zeer slechte tijd aan. Zelfs
zo slecht, dat Sjon Jan ni-et eens in
staat is zijn zoon voor een paar jaar 6tudie
naar Holland te sturen. Wel wat onbe
grijpelijk, maar een gegeven feit in dit
stuk. De hoofdschotel vormt echter de
liefde tussen de dochter van Sjon Jan
en Philip. de buitenechtelijke zoon van
de meid op Tamarinde, een gemoede
lijke dikke Cura?aose kleurlinge. Philip
is één en al i-nteligentie en innemend
heid, verovert een studiebeurs en gaat
naar Holland, waar hij arts wordt. In
tegenstelling met de zoon van Sjon Jan,
Henk, die dom is en lui, en arrogant
en alleen maar teleurstelt, later de han
del ingaat, waar hij absoluut ongeschikt
voor is en zijn compagnon voor 30.000
gulden oplicht. Een sterkere wit-zwart
tekening had de schrijver niet kunnen
maken. Volkomen ongegrond natuurlijk
maar Philip wordt door iedereen op han
den gedragen, door Sjon Jan als kind in
zijn eigen huis naast zijn zoon Henk op
gevoed en als het meest voor de hand
liggende zich openbaart, namelijk een
liefde tussen Philip en Sjon Jans dochter
Maria, dan wordt Philip als een ondank
bare hond op niet onzachte wijze het
huis uitgezet. De kinderen houden na
tuurlijk voet bij stuk. Philip gaat naar
Holland en keert zes jaar later als dok
ter terug. Ze huwen tegen vaders wil.
Vader wil hen niet ontvangen. Intussen
speelt zich de affaire met zijn zoon Henk
af, die zijn compagnon oplicht. Vader
-krijgt een hartaanval. De Plantage gaat
j steeds meer achteruit. Vader weigert
echter de plantage tegen hoog geld aan
de industrie te verkopen. Een pastoor
speelt voor bemiddelaar tussen vader
en kinderen, weet zelfs de oplossing aan
de hand te doen, waardoor de plantage
voor vader behouden blijft en het spel
eindigt met een verzoening en een ont
moeting van vader en kleinzoon. Alles
ietwat zoetelijk, soms een beetje over
hellend naar de drakerige kant, weinig
origineels, geen groots uitbouw van ka
rakter, maar wel heel goed van sfeer en
met kennis van zaken geschreven. We
krijgen een heel goede indruk van het
leven op een plantage in Curasao.
neemt de wijk naar achter het IJzeren
Gordijn; een onschuldige boekhouder
wordt de dupe ervan en draait de gevan
genis in. De zakenman heeft zijn vrij
spraak te danken aan een sluwe advo
caat van slechte zaakjes. Hij viert zijn
vrijspraak met een rijk diner, waaraan
hij ook zijn a.s. schoonzoon genodigd,
heeft, een rijke bankierszoon. Doch deze
bedankt op het laatste nippertje voor
de eer. De dochter is woedend en teleur
gesteld tegelijk. De schoonzoon in spe
verklaart tegenover de dochter dat het
hem spijt, maar als haar vader WEL
schuldig bevonden was, dan had hij
naast haar kun-nen staan, want tenslotte
kan iedereen een fout begaan in zijn le
ven. maar nu haar vader vrj gesproken
is bij gebrek aan bewijs, is het hem als
man van onbesproken reputatie onmo
gelijk naast haar te staan.
Een uur voordat het diner begint, dient
zich de Ongewenste Gast aan. Hij is me
mand minder dan de voortvluchtige pro
curatiehouder. Hij heeft er genoeg van
overal door de politie te worden gezocht
en wil zich vrijwillig gaan melden, om
na zijn straf uitgezeten te hebben, een
nieuw leven te beginnen. De zakenman
wil hier natuurlijk niets van weten. Het
proces zou opnieuw beginnen. De boek
houder zou dan wel gerehabiliteerd wor
den, maar hij zou er eveneens weer in
betrokken worden. De zakenman biedt
hem een mooie baan aan in Afrika.
De procuratiehouder, een man van de we
reld, een man, die zich overal wel zou
weten te redden, geeft er echter de voor
keur aan zijn straf uit te zitten. Hij vreest
het heimwee, dat hij in Afrika zou krij
gen en hij kan het ook niet met zijn ge
weten overeen brengen, dat de boek
houder niet gerehabiliteerd zou worden
alhoewel deze op een paar dagen na zijn
straf reeds uitgezeten heeft en er voor
zijn toekomst reeds gezorgd is.
Zo moeten we heel wat slikken in dit
spel. We kunnen absoluut niet geloven in
de ommekeer die zich in de procuratie
houder voltrokken heeft. We kunnen ook
niet geloven in de vele uitspraken van de
verloofde in spé. Wij ontmoeten ook wei
nig nieuws, weinig origineels in dit stuk.
Het geheel steekt niet uit boven de mid
delmaat. Toch is het sterk geschreven. De
karakters worden goed volgehouden en
uitgebalanceerd. En als wij hier en daar
een oogje dichtknijpen, kunnen wij het
stuk zeer zeker wel genieten als een
spannend amateurspel.
van Leiden; en „Schip der verstekelin
gen", waarin op spannende wijze de ge
schiedenis van de list met het turfschip
van Breda wordt verteld.
De schrijver houdt in deze boeken te
recht vast aan de historisch vaststaande
feiten, opdat de kinderen niet op verschil
len stuiten tussen de inhoud van hun ge
schiedenisboekje en dit verhaal. Maar er
blijft voor de schrijver meer dan gelegen
heid om rond deze historische feiten een
kleurig en levendig verhaal te fantaseren.
Beide boeken zijn niet alleen uitermate
boeiend, doch ook leerzaam.
Wat is het geheim van de grote popula
riteit van deze verteller, die van jaar tot
jaar zijn bijna ontelbare reeks boeken
vergroot en tegelijk zijn al lang niet meer
telbare rij jonge (en ook oudere!) vriend
jes? Sommigen blijven hem immer tot ver
over de twintig trouw!
Het antwoord op deze vraag is, lijkt mij,
dat A. D. Hildebrand de kunst verstaat om
losjesweg te vertellen, boeiend, zonder
enige pretentie of opsmuk. Hij begrijpt
wat de kinderen nodig hebben om hun
drang naar romantiek, naar het sprookje
te bevredigen hij weet ook, en dat is
misschien wel het belangrijkste, hoe hij
hun eigen fantasie aan het werk moet
brengen. Hildebrands boeken zijn, zo kan
men het wel zeggen, in „de praktijk" ont
staan. Zij zijn niet de som van een aantal
pedagogische opvattingen en wetten, het
zijn geen bedenksels, die ruiken naar de
studeerkamer. Neen, zij zijn spontaan ge
schreven en daardoor zo volkomen na
tuurlijk.
Hildebrand heeft zelf eens verteld, hoe
hij tot schrijven is gekomen. „Het was
zuiver toeval. Een vriend van me, een
tekenaar, verzorgde zo'n dertig jaar gele
den een jeugdpagina voor een dagblad.
Zijn vrouw schreef er de verhalen en de
versjes bij. Zij werd onverwacht ziek en
toen kwam de wanhopige man naar mij
toe, omme te vragen of ik hem uit de
nood wilde helpen. Hij smeekte net zo
lang tot ik maar toegaf. Op een zondag
middag begon iken om twee uur in
de nacht had ik zes verhalen en vier
versjes gereed. Mijn vriend zei, dat ze
nog aardig waren ook. Wel, dat is het
begin geweest".
Hildebrand, die in Groningen geboren is,
was in die dagen verbonden aan de radio.
Deze stond toen natuurlijk nog in de kin
derschoenen. „Ik was omroeper ja
maar dat betekende in die dagen, dat je
tegelijkertijd ook portier was, stoker,
boodschappenjongen, samensteller van
grammofoonplatenprogramma's, invaller
voor zieke acteurs, idem voor zieke pia
nisten, die zangers en zangeressen moes
ten begeleidenenzenz
Na zijn eerste succes als schrijver, ging
Hildebrand zich geheel aan de pen wij
den. En daaraan danken wij de lange, lan
ge rij boeken en boekjes. „Hoeveel het er
zijn? Dat weet ik zelf heus niet. Misschien
honderdof misschien nog wel meer",
zegt Hildebrand.
5?
De zomertentoonstelling „Mens en Mu
ziek", die in „Dordrechts Museum" te
Dordrecht gehouden wordt, heeft alom in
den lande de aandacht getrokken, niet al
leen om het originele thema, maar vooral
om de kwaliteit van uit musea en particu
liere verzamelingen bijeengebrachte stuk
ken. Omdat de belangstelling voor de
collectie, welker waarde op rond een mil
joen gulden wordt geschat, boven ver
wachting voortduurt, heeft de directeur
van de Dordtse musea besloten de ten
toonstelling tot 30 september te verlengen.
Lisa Pulver en John Gavin spelen de hoofdrollen in de L niversal-Inter-
national-film „There's a Time -to Lovenaar oen roman van
Erich Maria Remarque.,
Een heel ander stuk is de „Onge
wenste Gast" van A. J. Zoetmulder,
dat de tweede prijs behaalde. Veel for
ser geschreven en veel sterker van
karaktertekening, een zeer spannend stuk
zelfs, dat naar onze smaak door het
amateurtoneel wel gespeeld zal worden.
Toch ook hier heel weinig origineels.
Een rijk geworden zakenman heeft zich
ingelaten met een unfaire smokkelzaak,
waaraan hij behoorlijk verdiend heeft.
De zaak loopt fout; hij weet zich bijtijds
terug te trekken; zijn procuratie-houder
Wat de andere stukken misten, bezit
dit stuk in overgrote mate: originaliteit
vaart en charme. Jammer dat het toneel
technisch zeer zwak is, anders was dit
zeer zeker een stuk geweest, dat ver bo
ven de middelmaat uitstak. Maar elk be
drijf. ja elke scène bijpa verloopt. Op
iedere clmax volgt onmiddellijk een anti
climax, zodat geregeld elk effect komt
te vervallen. De schrijver heeft een aller
aardigst en zeer origineel idee gehad,
maar hij heeft er geen raad mee geweten
Het stuk is niet gerijpt. Alles draait om
een burgemeestersverkiezing in een klein
olaatsje in België. Daar schijnen de burge
meesters niet te worden benoemd, maar te
worden gekozen door de gemeentenaren
zelf met alle gevolgen vandien natuurlijk
Spannende verkiezingen met veel kabaal
vechtpartijen omkoping, etcetera. Alles
verloopt even vlot in dit stuk. De taal
is zeer levendig. Het stuk zit vol vondsten
Maar de draad ligt aan 6tukjes en geen
vereniging die deze stukjes tot een boei
end geheel zal weten te rijgen, als eerst
niet de schrijver zelf weer zijn pen ter
hand neemt, om er een sluitend geheel
van te maken. Bovendien is de sfeer
in dit stuk volkomen Vlaams en zal het
ons Hollanders zeer vreemd aandoen.