door u hebben wij het leven gevonden mÊÊÈÈÈË Uit het Room-se kladboek van een Kajottersaalmoezenier Grandioze manifestatie van duizenden jonge katholieken Ook India en Senegal waren vertegenwoon rdigd Bedevaart naar Rome was overweldigende gebeurtenis Opmars naar het St.-Pietersplein Een deel van de Nederlandse groep Aartsbisschop Alfrink temidden van de Nederlandse jeugd DE WERELD IN DRUKINKT ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1957 Engelen kregen concurrentie Stad verkennen „Wat een rot-baan" Onvergelijkelijk mooi perstribune puilde uit En toen: de Paus - dat -v -• Dierbare K.AJ.-ers, ROME, augustus 1957. Wat doe je, als goed Nederlands V - en kajotster, als dan eindelijk, eindelijk net mo ment van de Rome-reis is aangebroken? Uitvoe rig heb ie afscheid genomen van vrienden en magen („Wat, ga jij naar Rome, zeg; hoe begaat het; nou, mooie reis en doe de groeten maar aan de Paus!"); je pakt breedvoerig je koffers (im mers 'n reis van de 52e naar de 24e bree^ ,^iaad is geen kleinigheid) en je bevolkt, minstens een uur te vroeg, een of ander station in Nederl'.ad, uitgeleide gedaan door ouders, broers en z .s'er, kortom door alles, wat je aan dierbaren op deze aardbodem bezit. Dan ga je, lachend, giechelend, duwend (puur van de zenuwen!) de trein in, zoekt je plaats op en wacht tot de stationschef zijn „pollepel" heft. De trein in: een heel bij zondere trein. Een ding, waar je de eerste -'enig uur niet meer uitkomt, een soort rijdende wo ning derhalve, een kamertje uit een woonwijk, waar je kennis gaat maken met de bur an, <n overal een praatje verkoopt. Behalve als je ver liefd bent. Dan kruip je aanstonds op een bank je, om er pas af te komen als 's avonds om half elf na het avondgebed de scheiding der geslach ten via de luidsprekers dringend wordt be zolen. Via de luidspreker ja. De leiding van de K.A.J. die in deze bedevaart een toppunt aan organisa tie-vermogen demonstreert, heeft iedere vai de 5 extra treinen voorzien van een hele omroep installatie en een korps knappe technici. En al schettert het geval soms als in Verdi's Requiem de bazuinen op de Oordeelsdag; allerlei nojd- zakelijke mededelingen bereiken nu alle 650 inzittenden tegelijk en de aalmoezeniers krijgen kans door gebed en meditatie van deze tocht ock een bedevaart te maken. Want een bede/aart, een boetetocht is het toch wel. Dat ervoeren b.v. de inzittenden van de Bredase trein, die Duits 2e klas treinmaterieel hebben, ois in Nederland op de kleinere elektrische 'rajechn wordt gebruikt. Van Breda naar Rome is een ,rit" van 1800 km. De rit voert via een Rjjnpanorama, langs het hart der Duitse industrie in de buurt van Mainz en Ludwigshafen, door Zwit serland met zijn keurige, bloemrij ke huisjes en zijn talloze tunnels en viadukten, langs Lugano, dat pa radijsgedachten in de mens op roept, met een vaart van 120 km, door de rijstvelden van de Povlakte; van Bologne, dwars de Apenijnen door, via 41 tunnels, waarvan enkele meer dan 10 km lang zijn. En als je dan via Florence nog door het Tiberdal naar Rome moet, ben je moe, dorstig, sloom en slaperig en blijft er van alle zorgvuldig op gebouwde Rome-idealen een halve dag lang geen spoor meer over. Het enige, dat je dan nog ver langt, is je bed bij moeder thuis en wat drinken, want dit is voor een Nederlandse jonge arbeiders-porte- monnee op Italiaanse stations haast onbetaalbaar. Neen, die dol-geluk- kige stemming, waarover mgr. Bekkers van Den Bosch, het in zijn, in de trein voorgelezen, brief had, is op harde banken, met pijnlijke ogen en dorstige lippen dan verre te zoeken. Daar helpt zelfs geen hartelijk welkom aan van Bologna's kardi naal, zoals dat op het station aldaar wordt omgeroepen. Tot je ineens in Rome bent. Ineens, je ziet de stad slechts even van te voren lig gen, omdat we aankwamen op een afgelegen station Términt. Men. kon ons, Nederlanders er In Stazione Términi, het grootste en mooiste station ter wereld, ondanks zijn 32 perrons, er echt niet bij hebben. Dit bemerk je al gauw, als de ex tra bus je naar je hotel rijdt. De stad hangt vol spandoeken en aan plakbiljetten, waarin de kajot- ters aller landen door de Italiaanse katholieke aktie worden welkom ge heten, dat zie je aan de duizenden jonge kerels en meisjes, die met een zwier, alsof ze echte Italianen zijn en niet helemaal uit Portugal, Hon duras of Brazilië komen, de grote straten en pleinen met hun fleurige uniformen en blijde liederen nog joyeuzer maken dan Rome van zichzelf al is. En als je dan een uur later in je hotel ach Ier een bord vol heerlijke soep met parmesaanse kaas zit en daarna je eerste ver twijfelde poging doet, om de spa- getti met tomatensap rond je vork op te rollen, zodat ze het keelgat kan bereiken, dan denk je niet meer aan die harde treinbanken, die op Stazione Tilurtina je na 6 dagen Rome weer opwacht, om je weder om 1800 km, naar het land van de oceaan-depressies en lage-drukge- bieden te voeren. Hier in Rome schijnt in deze dagen alleen zon, op je steeds roder of bruiner wor dend gezicht en in je hart. dwaalt, —en dat zijn er nu al wat vindt óveral tientallen liefdevolle Romeinen, die hem of haar weer op het juiste pad zetten. Zaterdag begon de Nederlandse dag met een plechtige Mis in de „Gèsu", de kerk der Jezuieten. We kwamen wat laat, maar reeds honderden meters voor de open toe gang, was het daverende Credo uit 3000 Nederlandse monden te horen, zodat tientallen Italianen, die wat bel canto betreft, toch wel wat ge wend zijn, verbaasd bleven staan luisteren. De aanblik van deze wat overdadige kerk was overweldigend een keur van 3000, met Nederlandse helderheid gewassen blouses van kajotters en kajotsters; devote aan dacht en een echt gemeenschapsof fer. Wij konden nog juist een plaats je vinden op het altaar, waaronder de zalige Josef Pignatelli, S.J. in doodshouding ligt opgebaard. Maar Vrijdags ga je de stad verkennen. En weer heeft de leiding van de K.A.J. het je gemakkelijk gemaakt. Precies op tijd staat een prachtige Italiaanse bus met een nog prach tiger Italiaanse chauffeur (compleet met snor, pet diep over de ogen en permanente glimlach) voor je ho tel om je in een halve dag twaalf schone punten van Rome te laten zien; het uitzicht op de Pincio, Trastevere, de kerk van Sint-Petrus Banden, de Sint-Jan van Lateranen met de Scala Santa, de heilige Trap. De invloed, die van Rome uitgaat is zo onweerstaanbaar, dat we in een halve dag al voor een deel Ro mein met de Romeinen geworden zijn. Velen van ons gaan hier van de twee zeer realistische beeldgroe pen, voorstellende de Ecce-Homo scene en de Judas-kus, knielend, tree voor tree naar boven. Natuur lijk glimlachen zij als Hollanders nog wat onzeker naar elkaar (we blijven hu eenmaal een volk van kaas-koppen en spruitjes-eters), om dat we ons voor. elkaar wat scha men, maar temidden van zusters en oude, in het zwart geklede Ro meinse vrouwtjes, komen we toch boven, enwe vinden het toch eigenlijk niet gek, dat we op een be devaart ook eens een vorm van boe te hebben geprobeerd, die onze hoogmoedige tijd belachelijk vindt. En als je dan zo'n eerste avond op een terrasje wat zit uit te blazen, bij wat „gelati citrone", heerlijk Italiaans citroen-ijs, stappen voort- - durend Nederlanders voorbij met een zekerheid, alsof ze al jaren in Rome wonen. Maar, och, wie ver- voortdurend dreigde de Zalige uit zijn eeuwige rust te ontwaken bij zulk een luide manifestatie van het gemeenschappelijk gevierde en meegezongen misoffer. De engelen die in deze kerk, overal uit de raam kozijnen puilen, hadden concurren tie gekregen in verschillende kajot ters, die, wegens plaatsgebrek uit de biechtstoelen hingen. Op de plaat sen, waar anders 's morgens de eer- waarde heren, brevierend uit hun biechtstoel puilen, wachtend op geestelijke buit, was nu een kajot- ter gebogen om zoveel mogelijk van de pontificale mis, die overigens met minder uiterlijke statie werd opgedragen dan bij ons, te kunnen genieten Nog nimmer zal in de oren van de deelnemers bet Wilhelmus zo indrukwekkend hebben geklonken, als na afloop van deze Mis in deze kerk in het verre Rome. Daverend werd het begeleid door het orgel, voor ons 3000 kajotters en kajotsters uit Nederland „Mijn schild en de be trouwen sijt Gij, o God, mijn Heer, Op u so wil ik bouwen, verlaat mij nimmer meer". Mgr. Alfrink, die in deze dagen heel gemoedelijk met zijn Neder landers omgaat, kreeg, toen hij de kerk uitkwam, tientallen boekjes onder zijn ogen geduwd, met het verzoek, een handtekening te zetten (K.A.J.-vriendschap ontspant de wereld, heten deze open bladzijden in het programmaboekje). Dapper was de aartsbisschop een kwartier bezig, tot zijn potlood leeg was. „Vanmiddag de rest," zei hij. „Ook een baan, om bisschop te zijn" zei een Amsterdams Kajotter-tje, die dit alles met interesse had ge volgd. 's Middags waren we weer rond onze aartsbisschop verenigd in het Angelicum, de universiteit der Paters Dominicanen in Rome. Ver keersopstoppingen, door de aanwe zigheid van 30.000 kajotters in Ro me dat op verkeersgebied het nodi ge gewend is, veroorzaakt maakte dat verscheidenen te laat kwamen. Da grote gehoorzaal kon alle aanwezi gen niet bevatten, reden, waarom een tweede zaal per luidspreker was aangesloten. Aalmoezenier van Wel uit Amster dam had ook nu weer geen moeite om de aanwezigen te krijgen tot Italiaans „bel canto", heel wat an ders dan het gebrom, dat op de meeste parochiële avonden wordt gehoord. Mgr. Alfrink zat nu eens niet te midden van paars en zwart, maar naast Stefan Yawe uit Java en Theo Tjing e Tjoe uit Japan, twee kajotters, door de Nederlanders ge adopteerd, beiden in fleurige na tionale klederdracht. De aartsbis schop wenste ons toe, dat Rome ons allen, zoals hem, die hier 4 jaar gestudeerd had, iets zou meegeven voor het leven. Ook hier weer een bijeenkomst, die opviel door blij heid en een stijl, zoals zij in Neder land op plaatselijke parochieavon den meestal afwezig is. Het enige stijlloze was de vergaderplaats. De vrij nieuwe zaal van het Angeli cum is al even lelijk gebouwd als bijna alle auditoria van seminaria. Precies een halve circuspiste, al wordt hier uitsluitend de acrobatiek gepleegd van het. diepzinnig onder scheid dat de aloude Thomas eens legde tussen „wezen" en „bestaan" en soortgelijke zaken. Onvergelijkelijk mooi, minstens even schoon als de zondagmiddag op het Sint-Pietersplein, was de tocht zaterdagavond naar het Co losseum. Uit vier hoeken van de stad trokken dertigduizend jonge ren, met een flambouw in de hand, biddend en zingend, op naar de plaats, geheiligd door het bloed der martelaren. In elk der 240 nissen, waar eertijds een standbeeld stond van een keizer, consul of senator, waren nu 2 kajotters opgesteld met fakkels in de hand. Het was als een lichtprocessie van Lourdes, maar dan 1000 maal vergroot. Het ver keer werd in de war gestuurd, dui zenden toeschouwers langs de weg baden devoot de rozenkrans mee. Alleen de Fransen kwamen zwijgend aangetreden, uit sympathie voor die mensen in de wereld, die altijd zwijgen moeten, de slaven, de ver trapten, de hongerlijders, de ver volgden. Waar eens de gladiatoren het veld oprenden om een ronde te lopen langs de Romeinse keizer onder het uitroepen van hun sinis tere groet: Ave, Caesar, morituri te salutant! Gegroet, gij, Caesar, zij die gaan sterven, groeten u" dach ten nu 30.000 jongeren en duizenden toeschouwers aan onze goddelijke Caesar, die voor ons stierf, opdat wij- zouden leven. De Romeinse Caesar besliste met een handgebaar over dood en leven. Onze Caesar heeft beslist: „Ik ben gekomen, opdat zij het Leven zouden hebben en wel overvloedig". Mgr. Cardijn bad tel kens na iedere statie het Weesge groet met hetzelfde vuur, waarmee hij in 1912 de grondslag legde voor de K.A.J. Intussen liepen langs het Colosseum limonade-venters rond met op hun kist het opschrift: Inter nationale J.V.C.-bij eenkomst 1957" maar niemand, die hier aanstoot aan nam. En dan, het hoogtepunt, de zon dag. De barok van de Sint-Pieter contrasteerde fel met de diepe een voud van al die jongens en meisjes met de bescheidenheid, waarmee Mgr. Cardijn voor de microfoon kwam en weer verdween, met de eenvoudige stille mis opgedragen door kardinaal Tisserant, waarbij twee monseignorl en twee misdie- naartjes van 20 jaar als assistenten fungeerden. Opgepropt was de kerk Velen vielen flauw en werden, als men ze niet met waaiers kon bij brengen op sterke mannenschou- ders weggedragen. Hoewel velen niets van het misoffer konden zien, was de Sint-Pieter gevuld met één diep devote massa, die haar Credo luid galmend beleed boven het graf van de eerste Paus. hand zijn woorden onderstreept- „Verkondigt toch aan degenen, 1 geketend zijn door de banden vaa ellende, armoede en zonde, de Ver rijzenis en het leven, dat God tl Se geven heeft. Dan zal spoedig in een onafzienbare schare met u en ron dom u de arbeiderswereld de hym®8 zingen, zoals de Apocalyps haar ver kondigt: „Dierbare K.A.J.-ers, hoor u hebben wij het ware Leven §e' vonden en kunnen wij God, onze V®- der en het Lam op het altaar de eer geven, die Hem toekomt' Een andere maal, na de vakan tie, als de 4ijd is aangebroken 00 zich weer met de zwaarwichtig6 dingen des levens bezig te houden- hopen wij die blaadjes voor de le zers uit ons kladboek te scheuren- waarin wij de vele ontmoetingeri met buitenlanders en hun proble men met de K.A.J. in eigen lan<^ hebben vastgelegd. L. En toen de middag. De perstribu ne puilde uit, omdat tientallen, al of niet eerwaarde heren, allerlei hoge relaties, manke benen of ouder domskwalen belijdend, er tot door gedrongen waren en door geen pau selijke gendarm er meer afgesleurd konden worden. Schrijver dezes, stond 21/j uur lang met één been op een zitbank, met het andere een halve meter lager tegen een omvangrijke Portugese dame opgeklemd, waarbij de rug van de voorbuurman als steun voor het notitieboekje fungeerde. Maar wat gaf het: wij waren nog geen 3 meter van de troon, waarop de Paus zou komen te zitten. En ook de kardinalen en bisschoppen za ten, terzijde, slechts op een eenvou dige houten bank, zonder leuning. Al waren er, ter ere van hun functie rode en paarse kleden over gelegd. Alle hulde voor het massaspel, met zo weinig repetities voorbereid, gespeeld door tientallen landen, met zo'n perfectie en verve opgevoerd. Voor de ka j otters-drumband uit Brabant in haar rood-witte uni form, voor de dappere Hongaarse delegatie, die ÏXU uur in een warm te van 28 gr. C. kaarsrecht bleef staan ter hoogte van de pauselijke troon; voor de houding der dertig duizend, die door hun enthousiast roepen en vragen, waar dat volgens de tekst moest, haar dankbaarheid aan de Kerk toonde, omdat zij on vermoeid de liefdewet van Chris tus blijft prediken. En toen DE PAUS. De Paus, die het ons vroeg, terwijl hij met kor te, felle gebaren van zijn rechter „Ik, Willie Sutton", de levens^ van de brutaalste, meest befa®10 de bankrover en uitbreker Amerika. Opgetekend door tin Reynolds Uitgeverij Torenlaan". Assen. Dit boek neemt ongetwijfeld een 8t>a^ te plaats In de criminele literatuur Het ig een soort autobiografie, doorsP6^ met een aantal zelfbekentenissen e0 ledingen van het eigen ik van een 0 die een groot gedeelte van zijn leven 0 gevangenis doorbracht en daar, onda ernstige pogingen, niet voldoende lijk weerstandsvermogen wist te ver^r ven, om zijn neiging töt misdaad te #e staan. Dit paradoxale karakter vf g6- nadat hij weer eens tot een zware vangenisstraf was veroordeeld, in cel twee boeken te mogen lezen-^ 0( daarvan was Fulton Sheens „Pea ejj, Soul". Hij liet zijn memoires opte^ ef« onder conditie dat de opbrengs van ten goede zou komen aan een 0 ling, die het bestrijden van de 1 ^jl- crlminaliteit beoogde. Het boek, ^°or^piS' lem van Iependaal bewerkt, is met rikaanse luchthartigheid en psych1^ lytische theorieën opgevuld. Wie me j, derscheid leest, zal er interessante spectieven in ontdekken. Niet alleeb jjg- aanzien van het wezen van de niis to' held in Amerika, die de autoriteite"tJ,eft veel zorgen baart, maar ook wat ^0 de reacties van het individu op bep ^oot toestanden in de Verenigde Staten eji. hen, die de jeugdcriminaliteit bestlJ,jet "e zullen de memoires van de waarlijk „jjd- scheiden, onevenwichtige persoonlü ^ei>- die zich „Ik, Willie Sutton" liet heel wat interessante gegevens 0 mp' ren. Het is intussen geen boek, -- geren i^i handen gegeven moet

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 6