ositie voor schoonheidsminnaars Exp Samenwerki Maar hoe? Hollywood vond nieuw onderwerp FILMS Drie mannen op zoek naar een oude vijand deze week Negende antiekbeurs in Delft Prestaties van de handelaren ten toon gespreid Zilveren kloosterfeest pater Castorius Groothuis O.F.M. A Hatful of Rain", confrontatie met de waarheid Zij maakten van een kamer een enorme ravage .ATERDAG 7 SEPTEMBER 1957 PAGINA 6 PLUIMVEEPROEFBEDRIJF OVERIJSSEL-GELDERLAND MGR. C. VEERMAN IN NEDERLAND STUDEREN IN AMERIKA Beurzen en reistoelagen voor Nederlanders n JUBILEUMCONGRES VAN DE ARKA IN MAASTRICHT EEN JAAR GEEIST WEGENS VALSE REISDECLARATIES ,Raffa Raffa Maatschappelijke bete kenis van de Missie in niet-westerse gebieden 111. (slot) VLIEGTUIG HAALDE EEN POLIO-PATIëNT OP -V Donderdagavond is dan de negende Antiekbeurs in Delft met enige gerechtvaardigde trots en feestelijkheid geopend. Want deze Antiekbeurs is meer dan zijn naam zegt. Het zou ons niet ver wonderen wanneer nog velen in Nederland door een betere be. naming gelokt zouden worden naar de jaarlijkse overzichtsten. toonstelling van wat er in de binnenkamers en meestal te be. perkte etalages van de antiek handelaren aan merkwaardigs maar vooral aan schoons is opge tast. En dan mag de gedachte aan kopen gerust achterwege blijven. Ook wie niet meer wil dan de eindeloze varië teit van de menselijke fantasie en de daarop aangesloten stijlverscheiden heid vanaf de glorie der Egyptische cultuur tot aan de vorige eeuw met aandacht en rust wil beleven kan in het Prinsenhof terecht en is er zelfs welkom. Want het prestige van de antiekhandelaren is voor hen op zich zelf al belangrijk en van hun verre reizen doen ook zij graag, verhalen, liefst in de vorm waarin de Delftse tentoonstelling jaarlijks wordt gego ten. En, wie zich door zijn beurs niet van deze „Beurs" laat afhouden, zal aan een enkel bezoek nauwelijks vol doende hebben, om de schat aan opge dane indrukken ook maar enigszins te verwerken en te ordenen. De catalo gus, hoe fraai ook van uitvoering, helpt hem trouwens weinig op weg. Het is een fotoboek geworden, dat meer een hartverwarmende herinne ring dan een leidraad kan betekenen. En een verlokking voor iedereen om de gefotografeerde en niet-gefotogra- feerde werkelijkheid te gaan zien. Kunstschatten De benaming „antiek" brengt de ge dachten van het publiek allicht naar meubelen en snuisterijen. Maar wie in het uitgestalde bos de bomen wil zien, zal alleen al op schilderkundig gebied een dorado kunnen ontdekken. Er zijn uitzonderlijke werken van Jan Steen, merkwaardige schilderijen van A. van Ostade, Franse primitieven, een por tret van Govaert Flinck, dat als het ware door Rembrandt's invloed ge maakt is. Verder kan men stilstaan bij de droge peinture van Jan van Goyen, een helder stukje van David Teniers of een geromantiseerd landschap van Aart van der Neer. Andere oude be kenden als Fragonard, Floris van Schooten en Pieter van Slingeland ontbreken niet op het veelkleurig ta pijt. Extra de moeite loont een rustpauze bij de „Madonna met Kind" van .lean Bellegambe. een doek waarin primi tieve innigheid op wonderlijke wijze haar tedere gebaar maakt tegen een fond van renaissancistische koelte, waarin het warme koloriet van de Moedermaagd contrasteert met de on bewogen kilte van haar troon; een stuk, dat voor de historieliefhebber van de grootste betekenis moet zijn! Wie het op de sculptuur voorzien heeft, zal niet minder verrast zijn over het door de antiekhandelaren in Delft geëtaleerde. Zeker, men vindt er even min omvangrijke beelden uit de Ita- (Van onze correspondent) Pater Castorius Groothuis O. F. M„ de volksmissionaris van de Maastrichtse Plankstraat, die daar reeds sinds 1945 woont en werkt temidden van de minst- bedeelden, vier zondag a.s. in Hen gelo zijn zilveren kloosterfeest. Hij heeft bij zijn werk in Maastricht opmerkelijke successen geboekt. Tweemaal in de week trekt Pater Castorius met een draai orgel door de Limburgse hoofdstad, om op deze wijze geld voor de voortzetting van zijn arbeid te verkrijgen. Madonna met Kind", van Jean Bellegambe liaanse renaissance als na-antieke werken, zoals die op de Rotterdamse Lijnbaan of in het hoofdstedelijk mu seum te kijk zouden kunnen staan. Maar een enkel werk uit de school van Claus Sluter, wat reliëfs uit het Maas gebied en vooral enkele Zuiddiutse werken transporteren u onmiddellijk naar een wereld, vol bewogen inner lijkheid, die allang tot het verleden behoort. En dan zijn er een serie bron zen en beslist niet alleen van Ita- liaansen huize die met hun leven dige plasticiteit het hart van iedere fijnproever zullen veroveren. Om van het werk uit Oosterse gebieden maar niet te spreken. Wat uit Nepal, Cam bodja en andere Aziatische landen in het bezit van onze antiquairs is geko men, is hoogst waardevol voor het zicht op een wereld, die ver achter onze dagelijkse horizon ligt. Diversen Wat meubelen, sieraden, gebruiks voorwerpen en snuisterijen aangaat, is de Antiekbeurs zo goed voorzien, dat elke aanduiding een te beperkte in druk zou geven. De bezoeker kan het best zelf zijn ogen de kost geven te midden van de overdaad, die veel van zijn aandacht zal vragen. Hij kan zich daarmee vermoeien maar zeker niet verarmen. V* R. De landbouworganisaties in Overijssel en Gelderland hebben besloten ten be hoeve van de bedrijfspluimveehouders een proefbedrijf op te richten. Daar in Overijssel en Gelderland op vele ee- mengde bedrijven een deel van het in komen uit de pluimveehouderij wordt verkregen, is het van groot belang dal de pluimveehouderij in deze gebieden op een zo hoog mogelijk peil wordt gebracht Er is reeds overeen gekomen, dat net proefbedrijf in Overijssel zal worden gp- vestigd. In welke plaats is nog niet de finitief bekend; gedacht, wordt aan Mar- kelo of Delden. De betreffende landbouworganisati ?s zullen samenwerken in de op te rirnten vereniging „Pluimveeproefbedrijf Over ijsselGelderland". Leden van deze vereniging zullen 'tin: de ABTB, de CBTB Overijssel—NOP. de Geldersche CBTB, de Geadersche Mij, van Landbouw en de OLM. Ook andere organisaties zouden eventueel lid kunnen worden van deze vereniging. Mgr. C. Veerman, Lazarist, Volendam- mer van geboorte, is uit zijn missiegebied aan de Toccantins in Noord-Brazilië, waar hij sinds 1953 apostolisch-administrator is in het studie-huis, tevens provincialaat van de Paters Lazaristen te Nijmegen, teruggekeerd. Hij zal tot maart van het volgend jaar in ons land, voornamelijk in Vol end am, verblijven. De missiebisschop werkt in Brazilië met een 15-tal Nedei1- landse Lazaristen onder een bevolking van 120.000 Brazilianen. Sinds 1935 is dit missiegebied aan de zorgen van de Pa ters Lazaristen toevertrouwd. Het Nederland-Amerika Instituut te Amsterdam heeft meegedeeld, dat voor het studiejaar 1953—1959 wederom de mo gelijkheid wordt opengesteld om te solli citeren naar studiebeurzen en/of reis toelagen voor een jaar studie aan een universiteit of „college" in de Verenigde Staten. Voor deze beurzen en toelagen kunnen niet alleen degenen in aanmerking ko men die hun opleiding aan een instelling van hoger onderwijs (universiteit, hoge school, school voor maatschappelijk werk, huishoudschool bibliotheekopleiding enz.) bijna geheel of gedeeltelijk hebben vol tooid maar ook elndexaminandi 1958 van scholen voor middelbaar on voorbereidend hoger onderwijs. Verzoeken om aanmel dingsformulieren en inlichtingen moeten worden gericht aan het Nederland' Amerika Instituut te Amsterdam. Colombine-figuur in Delfts aardewerk en gepolychromeerd. Het jubileumcongres van de Algemene R.-K. Ambtenarenvereniging. dat op 13, 14 en 15 september in de Staarzaal te Maastricht zal worden gehouden, wordt op vrijdag 13 september 's morgens te half elf geopend met een rede door de voorzitter mr. G. A. A. M. Boot.. Daarna begint het werkcongres, dat op vrijdagmiddag en zaterdagmorgen wordt voortgezet. Tijdens een feestzitting ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van de ARKA, zal zaterdagmiddag het woord worden gevoerd door mgr. dr. J. M. J. A. Hanssen, bisschop-coadjutor van Roermond, door prof. dr. Van Poelje te Den Haag en door de heer Vaninten- dael, secretaris van de Christelijke In ternationale te Brussel. Deze feestver- gadering wordt besloten met een officiële receptie in de grote foyer. Op zondagmorgen te 10 uur wordt in de St.-Servaaskerk een pontificale Hoog mis opgedragen door mgr. Hanssen. De officier van justitie bij de rechtbank te Dordrecht heeft 1 jaar gevangenis straf, waarvan zes maanden voorwaarde lijk met een proeftijd van 3 jaar, geëist tegen de 40-jarlge administratieve ambte naar J. S„ wonende te Dordrecht, om dat hij als secretaris van een der afde lingen der vereniging „Pro Juventute" te Dordrecht verscheidene malen oplich tingen had gepleegd. S. had In de periode vap 1 januari 1956 tot en met 28 februari 1957 declaraties van reis- en verblijfkos ten opgevoerd of zelfs geheel vervalst. Op deze wijze had hij de vereniging „Pro Juventute" voor een bedrag van f. 1400.- tot f. 1500.. benadeeld. Hollvwood heeft een nieuw onderwerp gevonden, dat kan worden uitgemol ken. In tegenstelling tot andere keren heeft men zich dit keer geworpen op een zeer menselijk, en tevens zeer precair onderwerp: dat van de verslaving aan Xt>Het onderwerp was oorspronkelijk verboden door de Hollywood Code, maar langs omwegen had men altijd wel kans gezien het op het doek te brengen: men bracht de strijd in beeld, die de internationale en Amerikaanse politie aanbon den met de organisaties, die het witte poeder smokkelden en in omloop brach- 'elEen jaar geleden echter brak Otto Premlnger het stilzwijgen èn de Code met zijn „Man With The Golden Arm" en bracht het probleem voor het forum. Spoedig volgden nu andere films, o.a. „Monkey on my back", maar al te diep wilde of drufde men niet op de zaken ingaan en men raakte verwikkeld in clichés en in de stereotiepe personages. Zelfs wist men meestal een „happy- ending" te vinden, waarin beterschap en een toekomst zonder morfine werden beloofd, een zeer twijfelachtige suggestie Een nieuw hoofdstuk in de serie over verslaafden aan verdovende middelen schijnt te worden ingeluid door „A Hat ful of Rain", gemaakt door Fred Zinne- man die in vroegere films, zoals „Die Gezeichneten", „Teresa" en „From here to Eternity" reeds bewees een begaafd regisseur te zijn; hij heeft een oog voor eigentijdse problemen en gaat het rea lisme niet uit de weg, indien een onder werp dat verlangt. Realisme, goede type ring, maar ook een omzeilen van melo drama, waardoor het verhaal onwerkelijk zou kunnen worden, dienen bij een ge geven als „A Hatful of Rain" op de eer ste plaats te staan en Zinneman is daarin geslaagd. De film is een confrontatie van mensen met de waarheid, waarbij he'. feit, dat één der hoofdpersonen verslaafd is aan verdovende middelen, slechts in cidenteel belangrijk is. Johnny Pope is een veteraan uit de Korea-oorlog. Hij is getrouwd en zijn vrouw, die in verwachting is, denkt, dat hij haar ontrouw is, omdat Johnny nach ten lang weg is. In werkelijkheid probeert hij dan „dope", morfine, te krijgen, want tijdens de oorlog heeft hij in een zieken huis een te grote hoeveelheid morfine gekregen, waardoor hij, eenmaal ont slagen, niet meer buiten het witte poeder blijkt te kunnen. Zijn inwonende broer heeft zijn spaargeld van 2500 reeds ge ïnvesteerd in de ziekte van Johnny, steeds gelovend in zijn broers belofte dat hij nooit meer «en spuitje zal nemen. De situatie spitst zich toe. als hun va der overkomt en een beroep doet op Polo. de broer, om zijn spaargeld te steken in 'n nieuwe zaak, die hij wil opzetten .Polo heeft het geld niet. Hij heeft niet eens de paar tientallen dollars, die nodig zijn om Johnny's pijn te verlichten voor het open van een poeder. Vader Pope ziet zich teleurgesteld in zijn zoons. Johnny staat op het punt een misdaad te begaan om zich geld en morfine te verschaffen. Polo bekent van zijn broers vrouw, Celia, te houden. Deze moet positie kiezen en komt tot de ontdekking dat zij getrouwd is met iemand die verslaafd is aan ver dovende middelen. Het is een crisistoe stand, die alleen sterke karakters zullen doorstaan. „A Hatful of Rain" is een sterke film geworden, omdat Zinneman weigerde de gemakkelijke weg te kiezen en er een melodrama van te maken. Langzaam ont vouwt het drama zich en terwijl de toe schouwer nog slechts kan vermoeden, dat er iets mis is. wordt toch de dreiging voelbaar gemaakt. De film is gebaseerd op een toneeb stuk van Michael C. Gazzo, dat enige tijd geleden een succes op Broadway was. Het zich aan deze werkelijkheid heeft gehou den en niet een droom In een droom heeft verwerkt. S.A. Johnny moet beslissen, of hij al dan niet morfine zal nemen. Dan Murray en Anthony Francios/i in „A Hatful of Rain" van Fred Zinneman. in de filmwereld, dat de hoofdrol in dat stuk werd vertolkt door een filmactrice, Shelly Winters, maar dat de rol in de film wordt vervuld door Eva Marie Saint, die bekendheid op het toneel verwierf en pas in „On the Waterfront" haar eerste filmrol kreeg. Zij speelt de rol van Celia ingetogen, zonder handenwringen en bouwt hem op tot een gaaf geheel. Don Murray als Johnny is bewonderenswaardig en An thony Franciosa als Polo brengt begrip en twijfel in zijn rol. Een zwak punt in „A Haf ui of Rain" zijn de „dopepeddlers", de verkopers van morfine, die een soort operette-figu ren zijn geworden, een humoristische noot in een grimmige situatie, die niet op zijn plaats en ongepast is. Niettemin wordt de ernstige, oprechte toon die de film heeft tot het einde volgehouden. Er wordt geen toekomst zónder morfine voor Johnny af geschilderd. Het verhaal wordt afgebro ken op het moment, dat Johnny zich bij de politie aangeeft en er een poging zal worden gedaan hem van zijn verslaving af te helpen. Dat is de werkelijkheid en is typerend voor de hedendaagse toestand het is de verdienste van Zinneman, dat hij De film „II Brigante di Tacca de Lu- po" die hier wordt vertoond onder de ti tel „Raffa Raffa", werd in 1952 door de Italiaanse regisseur Pietro Germi ge maakt. De reden, waarom we dit werk van de toen reeds in Italië beroemde regisseur pas nu te zien krijgen zal wel zijn, dat Germi bij ons pas na de vertoningen van „De machinist" In het begin van dit jaar bekend werd. Hij is Pen man met een persoonlijk talent en eigen opvattin gen. met name inzake de termen „neo realisme" en „verisme" en hun beteke nis Daarover heeft hi) zich tijdens zijn bezoek aan Amsterdam ondubbelzinnig uitgelaten tegenover de vertegenwoordi gers van de pers, waarbij hij erop wees, dat er zich in de Italiaanse filmproduk- tie een tendens in de richting van de ro mantiek ontwikkelt. Welnu, uit dit oudere werk van Germi kan men zich een duidelijker beeld daar van vormen, dan bijvoorbeeld uit „De Machinist", waarin de realiteit nog al- eens werd getemperd en gekleurd door een dosis romantiek en een zekere over daad aan tragiek met een wat al te ge makkelijke en plezierige oplossing aan het eind. In „Raffa Raffa" verplaatst Germi ons naar Sicilië en wel in de periode van haat en wraak in 1860, toen het konink rijk der beide Siciliën nauwelijks was sa mengevoegd met andere delen van Italië. Het is wel een bijzondere verdienste van de scenarioschrijvers, onder wie de beroemde regisseur Federico Fellini, dat zij dit gecompliceerde verhaal zoda nig bewerkten, dat Germi de hele situatie met enkele sterk sprekende beelden kon duidelijk maken. Na deze voortreffelijke inzet, waarbij hij met zijn met betekenis geladen beel den en geluiden een boelend spel be drijft, waaraan geen woord dialoog te pas komt, vervalt hij plotseling in een scène van enkele sprekende heren, die het ver haal weliswaar al pratend een eind ver derop brengen, maar de filmbeweging ge durende al die tijd volkomen stopzetten. Onder die heren bevindt zich de be faamde mooie jongen Amadeo Nazzari, die verder de hele film door een flinke commandant voorstelt, wiens nobele niet altijd begrepen en gewaardeerde bedoe lingen tenslotte toch tot de zege voeren, Dit is wel één der. voornaamste fei len van dit nog onevenwichtig gecom- pnoeerde werkstuk, waarin echter aanzien lijke fragmenten voorkomen, die duide lijk het talent van Germi aankondigen. In de schildering der achtergronden, het milieu, de aard en gedragingen der Siciliaanse bevolking is Germi voortref felijk geslaagd. Temeer omdat hij zich hieid aan de documentaire stijl, zonder dramatische vertekening. De intriges, die zich meer op de voorgrond afspelen, doen minder zuiver aan. hoewel er nau welijks van romantiek sprake is. Uit het feit, dat Germi iedere opzette lijke sentimentaliteit merkbaar heeft ver meden volgt intussen niet, dat hij ner gens gevoelige details inlast. Daar is bij voorbeeld het herhaalde afroepen der na men van de soldaten uit de compagnie, die langzaam uitdunt, Dit gevoelselement gaat echter over het algemeen schuil on der een onafgebroken vloelende stroom van gedetailleerde camera-notities, die in de beste delen een doorlopende reeks van gemoedsbewegingen wekken, waardoor de toeschouwer geboeid meeleeft. In de juiste keuze van het sprekende detail en de veelheid van welsprekende beelden, waarmee hij virtuoos speelt, schuilt juist DE controverse inzake de interna tionale bijstandsacties, welke thans onder katholieken aan de dag treedt, kan wellicht tot haar juiste proporties worden terugge bracht door te stellen, dat de katho lieken, zoals de Paus nog eens heeft ingescherpt, moeten samenwerken met alle mensen die van goede wil zijn teneinde de noden van de mens heid te lenigen. In principe zullen de katholieken dus con amore voor standers zijn van SUNFED en van nationale acties als van de NOVIB. Maar daarbij is wel het een en an der in het oog te houden. Vooreerst mag en kan de mede werking van katholieken niet ten koste gaan van de eigen missionaire taak ook op maatschappelijk terrein. Wij hebben voor dit standpunt in de voorgaande artikelen argumenten aangevoerd; wij roepen bovendien de hartstochtelijke Oproep van de H. Vader in de herinnering, onlangs ge daan in zijn encycliek „Fidei Do- num", Een overweging van vaderlands- nuchtere aard speelt hierbij een rol: ook een katholiek kan een gulden slechts één keer uitgeven. En het hulppotentieel van de bevolkings groepen is zeker niet onuitputtelijk! Grote nationale geldinzamelingen blijken vaak een gevoelige terugslag te hebben op andere traditonele ac ties, die niet zo gelukkig zijn te pro fiteren van de gunstige massa-psy chologische entourage, waarmee die incidentele grote acties zijn omge ven. En vervolgens menen wij te heb ben aangetoond, dat de katholieken het volste recht hebben bij hun me dewerking aan de hulpaotiviteiten van anderen aanspraak te maken op een daadwerkelijke erkenning van de functie, die de missie-organen in de niet-westerse gebieden vervullen. Het sociaal en cultureel werk van de Nederlandse missionarissen is een nationaal goed. Het wordt gedragen door minstens één derde van onze bevolking, en reeds generaties lang mogelijk gemaakt door de relatief grote offers van merendeels kleine luiden. F NOVIB, wil zij nationaal zijn, moet meer doen dan dit feit slechts platonisch erkennen. Zij kan verder rustig erkennen, dat zij voor lopig niet in staat is een ervaring op te doen, een apparaat in de niet-wes terse land enop te bouwen, te verge lijken met de ervaringen en de ac tiviteiten van de missie en de zen ding. Is het dan niet redelijk te stellen, dat de NOVIB zowel voor haar eigen projecten als voor die van missie en zending één nationale financiële actie voert en de baten naar rato aan missie en zending evenals aan haar eigen projecten ten goede doet ko men? Wanneer de NOVIB om een concrete suggestie te doen 40 pet. van de opbrengst kan bestemmen voor eigen projecten en het overige deel gelijkelijk missie en zending ten goede komt, wordt een formule gehanteerd die, naar het ons voor komt, beter recht doet aan de fei telijke verhoudingen dan aan de in tenties, expliciet of impliciet bewust van het overgrote deel der gevers. Uiteraard blijven daarbij de missie- organen in het aanwenden van de middelen volledig autonoom. Tenslotte moet men bij de samen werking van katholieken en niet- katholieken de omstandigheden van tijd en plaats betrekken, waarbij de richtlijnen van de kerkelijke over heid uitreaard bepalend zijn voor de te volgen koers. Hier nu valt het op, dat pater Jelsma in zijn gememoreerd artikel in „De Tijd" (zie het eerste artikel in deze reeks) tot interpretaties komt die op zijn zachtst gezegd merkwaar dig zijn. Hij beroept zich op de eer ste plaats op een toespraak van Pius XII tot de leden van Pax Romana. Deze toespraak ontleent zijn grote betekenis aan de positieve stelling neming van de Paus tegenover de inspanningen, die velen zich getroos. ten om te komen tot een wereldge meenschap. De plaats van de katho lieken in het geheel van die inspan ningen roept principiële "ragen op ten aanzien van de samenwerking met instellingen „waarin God niet uitdrukkelijk als Schepper en Wet gever van het heelal wordt erkend". De H. Vader wijst erop, dat de chris ten bereid zal zijn medewerking te verlenen aan al wat ondernomen wordt tot rechtstreekse verbetering van het lot der armen en misdeelden in de overtuiging, dat hij daarmede een plicht van collectieve naasten liefde vervult. Voor de katholieken die vooraan staan op politiek, maat schappelijk of godsdienstig terrein (de H. Vader spreekt van hen „die een zekere vermaardheid genieten en daardoor de geest van het open bare leven kunnen beïnvloeden") geldt, dat hun deelneming aan twij felachtige ondernemingen een dek king zou kunnen schijnen van een onaanvaardbaar politiek of sociaal stelsel. „Maar", aldus de H. Vader, „ook hier doet zich een uitgestrekt gebied voor, waarop geesten, die vrij zijn van vooroordeel en hartstocht, tot overeenstemming kunnen komen en elkaar kunnen helpen ten voor dele van een werkelijk en betekenis vol algemeen welzijn". En dan trekt de H. Vader de conclusie: „Daarom is de medewerking der katholieken wenselijk aan alle instellingen, die in theorie en praktijk de gegevens der natuurwet eerbiedigen". HET opvallende in het betoog van pater Jelsma is, dat hij in zijn concretisering van deze Pause lijke opmerking, nl. in zijn toepas sing op de verhouding van de Ne derlandse katholieken tot de NOVIB geheel voorbijziet aan het feit, dat deze door de H. Vader in algemene woorden gegeven richtlijn geen aan wijzing geeft voor de concrete wijze, waarop zij van geval tot geval moet worden gerealiseerd. Ook al zijn de katholieken prin cipieel voorstanders van nationale en internationale samenwerking, daarom is niet iedere vorm van sa menwerking op een bepaald terrein en voor een bepaald doel even ge wenst. In casu geeft de encycliek „Fidei Donum" ten duidelijkste aan wijzingen, dat vooreerst de missio nerende en emanciperende taak van de Kerk niet in de enge zin van pater Jelsma moet worden opgevat, en vervolgens dat een hernieuwde krachtsinspanning in gebed en of fervaardigheid voor de missionering en voor de inheemse christengemeen schappen een brandende eis is, juist omwille van het geestelijk en maat schappelijk welzijn van de niet- westerse volkeren. In het licht van de context van het geheel der richt lijnen, welke de Kerk aan zijn gelo vigen geeft, zouden wij van pater Jelsma eerder hebben verwacht, dat hij binnen de NOVIB bij de andere deelnemers in deze door allen ge wilde samenwerking meer begrip zou trachten te kweken zowel voor de noden als voor de betekenis van deze zo nauw bij de doelstelling van de NOVIB aansluitende onbaat zuchtige supra-nationale christelijke bijstand, dan in de marginale toe zegging van de NOVIB aan missie en zending tot uiting komt. Nog merkwaardiger is de wijze, waarop pater Jelsma steun zoekt bij de predikatie, welke mgr. Alfrink bij het 10-jarig jubileum van het Ka tholiek Sociaal-Kerkelijk Instituut heeft gehouden. Hierin gaf de aarts bisschop aan de Nederlandse katho lieken een richtlijn voor het vraag stuk van de samenwerking op het terrein der internationale hulpverle ning. De Kerk prijst de inspannin gen van allen, die het materiële wel zijn van grote delen der mensheid willen dienen, die in bestaansnood verkeren en gebrek hebben aan ma teriële en culturele basisgoederen. Zij spoort Haar kinderen aan zich met die inspanningen te verenige"j Maar Zij kan daarbij niet afzien vaI| Haar eigen taak. Er zijn grote pr°' jecten, die naar hun aard slechts door intergouvernementele orgahen of door afzonderlijke staten kunnen worden gefinancierd en georgani seerd. Maar bij de uitvoering ervan zal men de Kerk niet moeten voor bijzien. En hetzelfde gêldt voor de activiteiten van particuliere aard» die op het nationale plan onderno men worden". De strekking lijkt duidelijk. Maar wat doet pater Jelsma? Ook hij be roept zich op het bovenaangehaalde woord van mgr. Alfrink, doch be perkt zich daarbij tot de eerste twee zinnen. Aan de passus echter die onmiddellijk daarop volgt en begint met de aanduiding van een voor de: „Maar Zij kan daarbij p afzien van Haar eigen taak", schenkt hij geen aandacht. Maar deze pas sage, dunkt ons, heeft nu juist ook betrekking op de NOVIB. Mgr. Al frink spreekt duidelijk over „activi teiten van particuliere aard, die op het nationale plan worden onderno men". Dit ligt ook in de rede. Im mers, de activiteiten van de NOVIB zullen mede voor een belangrijk deel door de katholieken gefinan cierd worden. Wanneer zij dus er gens aanspraak op kunnen maken op een daadwerkelijke plaats ook in de uitvoering der projecten is dit op particulier terrein. En mgr. Al frink vervolgt: „Maar daarnaast en in zekere zin daarboven draagt de katholieke gemeenschap zelf de on afwendbare godsdienstige verant woordelijkheid, om op edelmoedige evangelische wijze naastenliefde te betrachten van mondiale aard in de vorm van sociale en culturele hulp. die deze tijd aan de orde heeft ge steld". In de huidige structuur van de hulpacties van de NOVIB zien wij helaas zeer weinig mogelijkheden om aan de door de aartsbisschop geuite verlangens en voorwaarden te beantwoorden, noch wat betreft de bestemming der ingezamelde gel den, noch wat betreft de aanwijzing, opzet en uitvoering der projecten. Nu de NOVIB haar eerste actie nog moet ontplooien, kan zij nog alle mogelijkheden te baat nemen om de structuur van haar werk aan te pis sen aan het nationaal patroon, waar in het missie- en zendingswerk een zo markante en voor het werk der internationale bijstand zo'n vrucht bare plaats vindt. Daardoor wordt de NOVIB in werkelijke zin natio naal. De katholieken zullen gaarne me dewerken om door een nationaal élan én zichzelf én de groepen die tot nu toe in het hulpwerk aan de niet-westerse landen geen activitei ten hebben ontplooid, te stimuleren tot edelmoedige(r) bijstand. Dat is de zin van de samenwerking. Die sa menwerking wordt naar het onS voorkomt beslist minder zinvol, wan neer zij gaat ten koste van eigen activiteiten, die een reeds bestaande en groots ontwikkeld sociaal en cul tureel hulpwerk in stand moeten houden en lees „Fidei Donum" met alle kracht moeten uitbreiden en vervolmaken. Maar hoe dit ook zij, het is drin gend. geboden, dat de katholieken er meer en meer van overtuigd wor den, dat zij hun uiterste vermogens moeten concentreren op de mis sionaire hulp aan de niet-westerse gebieden. Zij mogen hun eerstge boorterecht op het terrein van de mondiale hulp niet prijsgeven. Het is de directe toepassing van het Evangelisch Liefdegebod in de meest concrete zin. Het is een middel oih de volkeren het hoogste geluk te doen geworden. -a» Germi's kracht. Een moeilijk, kostbaar en tijdrovend procédé, dat veel van zijn collega's uit de weg gaan. temeer omdat de montage een grote beheersing van het vak vergt. Germi bracht dit kunst stuk tot een goed einde. Zijn film werd in grote delen een ritmische ordening van speelmomenten, waarmee hij boeiende dingen zegt op documentaire wijze en waarnaar men met spanning en gegrepen kijkt. Niet alleen hierom, maar ook als studie object ten opzichte van de verdere ont wikkeling van Germi en die van de Ita liaanse film in het algemeen, een inte ressante en aantrekkelijke film. P. v. d. H. Tot een gevangenisstraf van één maand veroordeelde mr. C. W. de Visser, politierechter te Rotterdam, gisteroch tend de 23-jarige stoelenmatter F- H. S., woonwagenbewoner, nadat de officier van justitie, mr. I. H. van de Roemer, een gevangenisstraf van drie weken en f, 50.- boete of 20 dagen had geëist. Zjjn oom, de 40-jarlge koopman S.H.B., eveneens woonwagenbewoner, tegen wie drie weken was gevraagd, is vrijgespro ken. S. die wegens mishandeling gedetineerd Man en vrouw weer herenigd na de bloedige guerillastrijd op Sicilië. Vincenzo Musolino en Coretta Greco in dc film „Raffa Raffa" van de Italiaanse regisseur Pislro Germi. ls en op 29 september a.s. weer op vri.i® voeten komt, was op Koninginnedag toe zijn oom en diens 16-jarige zoon Ingegaan om, zoals de politierechter ov merkte, „handelsgeld bij Sociale ZaK« te gaan halen". Het kantoor was op deze dag uiteraa^ gesloten en men besloot een biertje gaan drinken. Oom kon er niet te W* tegen en in een tweede café wilde to ook S niet meer tappen. Op zeker °„ra blik is men toen op stap gegaan iemand te gaan zoeken met wie men Cjp week geleden ongenoegen had gehad, een doodlopend steegje, waar de be.„ge- man moest wonen, vroeg men een jon» man naar het juiste adres. „Het laatste huls" was het antwoord ons drietal ging op zoek. Er stond - deur open en met S. voorop stapte jet drietal er binnen. Het was evenwel het huls van de gezochte, maar van „€t buurman, een glazenwasser, die van ,g bezoek niet gediend was. Deze sla1An, erin het drietal de deur uit te werg€n maar toen begon het lieve leven. p - ruit werd ingeslagen en door een an ,0u belandde een fiets op de tafel. Verder nog een stoel naar binnen zijn ®e®\,ad Hoe het ook zij, de glazenwasser j. voor f. 400.- schade aan zijn inb<>e zo vertelde hij. a0- „Een enorme ravage in de kamer Bij gebracht", was het oordeel van de 0 a- cler van justitie, die S. de grote gaos ker noemde. ja- De politierechter meende, dat van ge- menwerking tussen S. en B. niets tj0je- bleken. Er ls geen openlijke gewemf ging begaan, maar vernieling. de Een Valetta-transportvliegtuig vSSgi- R.A.F. is gisteren met een groep re artsen en een ijzeren long van &^tra) (bij Singapore) naar Medan (Suffldjjet dat aan kinderverlamming W^t. ,er), gevlogen Nederlands kind op te kind en de moeder zijn dezelfde -- nog naar Sjangi gevlogen, waar het. J getje in een ziekenhuis is opgenom

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 6