m
bij jonge Franse arbeidsters
rond het St.-Pietersplein
m
m
m
Italië
m
Frankrijk
Duitsland
Amerika
Afrikanen
Kajotters gaven beeld
van de organisatie
in hun land
IN DUITSLAND
TE HOGE LONEN
EN EEN TEVEEL
AAN VBIJE TIJD
f\ 1 H
ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1957
mM.
j
PAGLNA 7
W
[Jt V
Mm
w-..
Msmm
Schrijnende noodtoestanden
Ontmoetingen
Stille aandacht voor de wijze woorden
die regelrecht doordringen tot het hart
Ze zijn weer thuis, of op weg naar
,Uri haardsteden, de jongens en meis-
van bijna 90 landen, uit 5 we-
f^ddelen, die eind augustus Rome
6volkten. Maanden nog zullen ze
Vertellen over de pracht en charme
var
le:
'n de Eeuwige Stad, over de stra-
nde Italiaanse zon, van de diep in-
rükwekkende avondlijk- boetetocht
**aar het Colosseum en die onverge-
zondagmiddag op het Sint-
ietersplein, toen de H. Vader, in
ri°mf door hun rijen gedragen,
av,diëntie verleende aan de dertig-
^izend.
Öe mijnwerkers, dienstmeisjes en
draaiers, de naaisters, boekhou-
en verkoopsters; de elektri-
pds, houtbewerkers en textielar-
P'dsters, ze hebben uit Rome mee
rruggenomen de zichtbare herinne
ren aan gesloten vriendschappen,
Mdjes, vlaggetjes, hoofddoeken,
„Untstukken, die massaal werden
j'lSewisseld. En daarnaast hun boek
je van de Romekruistocht, waarvan de
Ketste bladzijden gevuld zijn met
Ipijke handtekeningen van de slecht
u®sbare krabbels van een neger uit
^fheroen of Mosambique tot het
OT®rlijke handschrift van een bisschop
<j: kardinaal. Want deze hoogwaar-
pkeidsbekleders voelden zich ir
dagen één met de arbeiders
iedereen tevergeefs zocht, te midden
Van 87 landen, naar de georganiseer
de arbeidersjeugd van.. Italië! In
dit land bestaat echter sinds enige
jaren een hecht gefundeerde Katho
lieke Actie, onder leiding van de
militante prof. Gedda. Deze heeft een
onderafdeling de G.I.A.C.: De Katho
lieke Actie voor de mannelijke jeugd
waarin ook de arbeids jeugd is
ondergebracht. Prof. Gedda had zijn
K.A. in deze dagen volop gemobi
liseerd, overal in Rome hingen aan
plakbiljetten en spandoeken met
woorden van hartelijk welkom; bij
de grote plechtigheden werd op alle
mogelijke manieren assistentie ver
leend en zelf hield prof. Gedda bij ver
scheidene gelegenheden zo op een
verbroederingsavond in de termen
van Caracalla vlammende rede
voeringen, waarin hij voortdurend 'n
klemmend beroep deed op eenheid
in de katholieke gelederen, temidden
van zoveel innerlijke verdeeldheid.
„In een land als Italië, waar men
zich toch al zo moeilijk laat organi
seren, is één hechte beweging, die
zich ook op sociaal terrein begeeft
en zodoende het hele leven probeert
te bestrijken, beter dan één versnip
pering van krachten. Onze K.A. ont
ketent al een paar jaar een vrucht
baar gebleken offensief, voor de so
ciale verheffing van de arbeiders. In
N. en M. Italië is het echte commu
nisme beslist op terugtocht. Eenheid
maakt macht, zeker in ons land,
Jeu
"Sd en gingen allereenvoudigst
- -- haar om. Schreef niet onze eigen
igr. Alfrink zaterdagmorgen na de
In triomfantelijke optocht naar het
St.-Pietersplein
Anderhalf uur spraken wij op een
morgen met Michel de la Somme,
(korte, gedrongen figuur, spijker
broek, grauw hemd, krullend zwart
haar, heftige gebaren, ogen vlam
mend van idealisme) en Marie Loui
se de l'Oise (blauwe blouse, kastan
je-bruin haar, bescheiden, zachte
stem), beiden vurige Jodsten uit
Amiens, Noord-Frankrijk.
„Ik kan slechts het woord formi
dabel gebruiken, om voldoende uit
drukking te geven aan mijn blijd
schap hier zoveel vriendschap te vin
den t.m.v. de jonge arbeiders van
andere landen. Ik zou willen zeggen:
Wc hebben elkaar steeds gekend,
maar het is jammer, dat we elkaar
niet altijd begrepen hebben," begon
Michel ons gesprek. En Marie Louise
„Ik heb de K.A.J. ontdekt op een dag,
dat ik parochie-blaadjes in de bus
stopte. Opeens gooide een stel op
geschoten jongens me tegen de grond
Op dat ogenblik heb ik gezien, dat
Christus zijn leven voor ons allen of
ferde en, dat ik dit verdriet kan dra
gen, als ook die jongens op hun beurt
maar Christus zouden kunnen ontdek
ken".
Uiteraard waren wy het meest
nieuwsgierig naar de huidige ontwik
keling van de jeugdbeweging in
Frankrijk, in verband met de kwes
tie Algerië en de strubbelingen met
het Episcopaat. Met welke Frans
man wij ook spraken, overal was
een houding van niet begrijpen der
bisschoppelijke directieven, van te
leurstelling ook, dat het huns inziens
de jeugdbeweging nog moeilijker
werd gemaakt.
H. Mis in de Gesu zijn
Uirpn ballpoint leeg aan handteke-
ëeJetl in tientallen boekjes van Ne-
,.lahdse pelgrims?
^„V^nneer wij af en toe eens een
VeJFe bii het Sint-Pietersplein zwier-
aan het eind van de Via della
lm s'hazione, was het niet moeilijk
hier,be regenboog van kleuren de
Welmoes van talen en de bonte
ta^cheidenheid van beroepen, die
toe r. elk moment bevolkten, af en
h iemand aan te houden en met
°f haar, op een marmeren bank
Bta e®h gezellig café-terrasje, een
Vjj atie te maken over de toestand
I^de arbeidersjeugd in zijn of haar
Djjj. - Thuisgekomen hebben wij in
Of, Rome-boekje de bladzijden van
°t>p wereldbroederschap nog eens
üo geslagen en de verhalen van on-
<i6 °uitenlandse Rome-vrienden voor
lezers uitgewerkt.
van êt meest merkwaardige
dringen was ©isschien wel dat
waar het individualisme zo sterk is",
zeiden ons deskundigen. Een vreem
de redenering wellicht voor ons Ne
derlanders, die veelal zweren bij een
oerwoud van organisaties en instel
lingen, voor ons, die vaak de schijn
wekken de leuze aan te hangen: hoe
ingewikkelder, hoe beter. De éne.
K.A. in Italië is sinds 2 jaren bezig
aan de verwezenlijking van een
eigen sociaal program. In ons land
hebben we stapels sociale organisa
ties, maar het in 1954 door de Bis
schoppen gevraagde sociale pro
gram laat nog immer op zich wach-
ten.
Bovendien wordt het in Italië aan
het beleid van de plaatselijke bis
schoppen overgelaten of zij in hun
bisdom een „Gioventu Operaia Ita-
liana Catolica", een echte K.A.J.,
willen stichten. Zulks is reeds ge
beurd in Ferrara, Milaan en Bologna.
Een breed en moeilijk arbeidster
rein ligt voor de katholieke sociale
actie nog open in Zuid-Italië, een
zeer vruchtbaar land, maar met een
ontstellende armoede en schrijnen
de sociale onrechtvaardigheden, een
haard van communisme derhalve.
„Met heel veel moeite hebben wij
in ons arme land na de oorlog onze
jonge arbeidersbeweging opgebouwd",
'aldus Michel. „We hebben gepro
beerd overal door te dringen, waar
jonge arbeiders werken: de haven
kwartieren, de volksbuurten der gro
te steden, het sportveld, de bioscoop.
Sinds 1950 zenden wij jonge arbeiders
uit naar onderontwikkelde landen.
Onze priesters hebben zich zelf inge
zet als priester-arbeider, om aldus
ons beter te kunnen vormen voor on
ze taak. Hoewel onze J.O.C. ook
stedelijk en landelijk georganiseerd
is, laat men ons .alleen tobben bij al
lerlei problemen en is het enig con
tact af en toe een blaadje of een in
houdloze vergadering. Een tijd gele
den hebben wij stappen gedaan bij
de directie van onze fabriek om te
wijzen op de noodzaak van een kan
tine voor de 300 jonge arbeidsters
in ons bedrijf. Onlangs zijn wij naar
de stadsprefect geweest om een
sportterrein voor onze jonge arbei
ders. We hebben geen andere bron
nen van inkomsten dan ons eigen
geld. Niemand, die ons financieel
steunt. Iedere maand geven wij één
dag loon voor onze groepskas. Een
bijzondere actie proberen wij moge
lijk te maken door het verkopen van
kalenders, agenda's, bloemen of zo.
En dan horen wij, dat het Episco
paat de Franse jeugdbeweging an
ders georganiseerd wil hebben. Maar
aan voorlichting over het hoe of
waarom ontbreekt het. Frankrijk is
een mooi land, maar het is steeds
zo „gedesorganiseerd". Onze aalmoe
zenier heeft als priester-arbeider in
de metaalindustrie tientallen arbeiders
tot de kerk teruggebracht. Toen
kwam het verbod van de bisschop
pen. Hij heeft de consequenties niet
aangekund. Nu zijn wij zonder, men
zegt dat hij thans de kost verdient
als employé bij de spoorwegen.
Weet u, dan ga je je soms eenzaam
voelen, doodeenzaam. En dreig je al
le moed te verliezen.
Toch hebben wij hier in Frankrijk
het afgelopen voorjaar een grote
campagne georganiseerd voor de
verbetering der arbeidstoestanden
onder de meisjes. Deze zijn in grote
delen van Frankrijk hemeltergend.
Neem de meisjes, die in dienstbe
trekking zijn. Velen hebben nooit va
kantie en durven er niet om vragen.
Waarom? Ze verdienen veel te wei
nig en talrijken moeten hun familie
helpen onderhouden. Hebben ze wel
vakantie, dan gaan ze elders wer
ken om haar kleding te kunnen be
kostigen.
Maar de meesten van hen hcbbei
weinig of helemaal geen vrije tijd
Velen komen zondags niet eens bui
ten om naar de kerk te gaan, want
ze zijn te vermoeid. Zij liggen dan
de hele dag op bed en doen niets.
Alleen gaan sommige zondagsavonds
dansen; naar de film gaan ze niet,
want daar vallen ze van vermoeid
heid in slaap. Op de dansvloer kun
nen ze zich wat bewegen. Velen zijn
permanent vermoeid. Hebben geen
lust in haar werk, geen honger, sla
pen 's nachts slecht, hebben nacht
merries of nemen pillen in om de
volgende dag weer fit te zijn, daar
mee allerlei ziekten riskerend. Ze
moeten vaak huizen in kamertjes
zonder frisse lucht, verwarming of
water. De meesten hebben nauwe
lijks 7 uur nachtrust, de anderen
slechts 5 of 6 uur. Velen werken 50
tot 55 uur in de week of zelfs meer.
Ons onderzoek wees verder uit,
dat de jonge arbeidsters vaak niet
voldoende tijd hebben om te eten of
daarvoor niet de nodige tijd nemen.
Ze werken door om van de klanten
zoveel mogelijk fooitjes te krijgen.
Kapsters, verkoopsters, coupeuses
eten haastig om weer zo gauw mo
gelijk ter beschikking van de klanten
te zijn. De meisjes, die werken in
weveryen of bij de P.T.T. verdienen
vaak zo weinig, dat ze er 's avonds
ander werk bijnemen. Tallozen
hebben in haar bedrijf geen kantines
of tafels om te eten. In Boulogne eet
men in een fabriek van visconserves
's middags aan een tafel, waarop tij
dens het werk tomaten gepeld en ge
sneden worden.
Soms hebben wij succes bij onze
pogingen. In een textielfabriek te
Amiens, met 650 arbeidsters is geen
eetlokaal en schaften de meisjes bui
ten, op een grasveld, in de naburige
cafés of in de vestiaires. Marie
Louise praat met een paar jonge ar
beidsters over het ongewenste van
deze toestand. Door plakkaten op de
fabriek en convocaties thuis worden
ze opgeroepen voor een vergadering.
Samen besluit men stappen te doen
bij de directie en een eetzaal te vra
gen. De directie belooft deze na am
pele besprekingen, voor het najaar,
omdat men voor die tijd geen geld
heeft, maar tot dat tijdstip richt men
een fabrieksruimte in als eetzaal
voor de arbeidsters. En voor wie in
de vestiaire willen blijven eten, ko
men er banken.
Dit zijn incidentele successen. Men
moest echter massaal bijeenkomen
en oproepen richten tot de ministe
ries van gezondheid en van agbeid,
en tot de vakverenigingen om hen te
wijzen op de mensonwaardige toe
standen, waarin nog in 1957 vele jon
ge arbeidsters in Frankrijk moeten
werken. Maar, helaas, de eenheid
ontbreekt in ons land, de goede voor
lichting en het organisatietalent. En
als je dan nog in de kranten leest,
dat de bisschoppen één op andere
leest geschoeide jeugdbeweging wil
len hebben, maar dat de hoge leiders
zich niet willen onderwerpen en af
treden, dan voel je je soms „fati-
gué", moe, moe, moe, van het vele
schijnbaar vergeefse strijden. Wat
vfrij nodig hebben is een sterke hand,
die alle plaatselijke acties bundelt tot
één machtige organisatie met één
sterke leiding. Want er is nog zoveel
te doen in dit onoverzichtelijke land."
Het waren de stemmen van slechts
een paar van de 6000 Franse kajot
ters, die in deze dagen in Rome wa
ren. Maar de oprechtheid, waarmee
dit alles werd gezegd, doet vrezen, dat
bij een nader onderzoek, het de stem
men van zeer velen zouden blijken
te zijn.
Evenals in ons land, dateert de
Duitse Christlicher Arbeiter Jugend
van na de oorlog. Van de plm. 13.000
leden, die deze organisatie telt, wa
ren er 2400 in Rome vertegenwoor
digd. Het zou tegen de waarheid in
druisen te zeggen, dat dit contingent
niet opviel, want ook in de Eeuwige
Stad demonstreerde het vaak de be
kende Duitse luidruchtigheid —zelfs
tijdens het grote spel op het Sint-Pie
tersplein en met Duitse doortas
tendheid zorgden velen dat ze bij de
verschillende plechtigheden niet ach
teraan kwamen!
We hadden-een kort gesprek met
kajottersleider Heins Biberauer uit
Dortmund. Hij vertelde ons dat de
Duitse C.A.J. vooral vaste voet heeft
gekregen in het Westduitse indus-
We weigerden beslist het pakje
kauwgom dat Mac Cormack, voor
zitter van een kajottersgroep in Chi
cago (U.S.A.) ons in Rome aanbood.
Desondanks was hij wel bereid ons
iets te vertellen over de K.A.J. in zijn
land. Tenminste nadat hij vijf minu
ten lang allerlei, merendeels vol
maakt onverstaanbare uitrofepen had
geslaakt over de schone plechtighe
den van 24 en 25 augustus. En dat
wil voor een Amerikaan, die toch de
nodige „show en glamour" gewend
is, wel wat zeggen.
We hoorden dat in het uitgestrek
te gebied der Verenigde Staten nog
slechts 3000 actieve georganiseerde
kajotters, bestaan verdeeld over 180
afdelingen, waarvan 40 in de grote
steden. De problemen, waarvoor men
zich hier gesteld ziet, zijn o.a.: ge
brek aan idealisme, aan een rich
tinggevende levensbeschouwing; men
weet zijn vrije tyd niet te besteden
en is totaal materialistisch ingesteld.
In de grote steden lopen de jonge ar.
was voldoende om ons broeders te
voelen van alle mede-mensen. Het
leek wel of hij ieder van ons persoon
lijk kende. We gaven hem een albe
en een borstbeeld van mgr. Cardijn,
helemaal van leer gemaakt door de
arbeiders van een schoenfabriek. On
ze mede-jonge arbeiders in Brazilië
hadden zich niet kunnen indenken dat
wij ooit door de Paus ontvangen zou
den worden, want wij zijn maar ge
wone arbeiders en de Paus is zo'n
hoog geplaatst persoon".
Bartolo Perez werkt, zo vertelde
hij ons, op een textielfabriek met
10.000 employés, waarvan 45 pet.
vrouwen zijn. De meeste jonge ar
beiders (sters) behoren tot de K.A.J.
Als probleem waarmee de jonge ar
beiders in Brazilië, evenals in vele
andere Z.-Amerikaanse landen, wors
telen, noemde hij: de verstedelijking
van het platteland door de industria
lisatie, het schreeuwend tekort aan
priesterroepingen (de H. Vader vroeg
in zijn rede tot de arbeiders-jeugd
om veel meer roepingenn uit haar
midden), het feit, dat de leken lui
zijn en de priesters te weinig helpen
bij hun gigantische taak en tenslotte
het gebrek aan beroepsscholing, door
dat er een groot tekort aan ambachts
scholen is.
Nauwelijks hadden we onze espres
so met Bartolo uitgedronken of een
paar
kwamen langs café San Pietro. Op
vallend door hun kleding (lang wit
gewaad, met rode balken afgezet,
met daarover hun prachtige, kleuri
ge sarongs), opvallend ook door hun
hoffelijkheid en bescheidenheid, uitin
gen van een hoogstaande cultuur, die
zij nog ongerept hebben weten te be
waren. Ze waren in Rome met een
delegatie van 80 personen uit Bel-
jé
Volksdanse K.A.J.-ers in fraaie natio
nale kostuums in actie.
triegebied. Grote problemen zijn hier
in tegenstelling met Frankrijk!
de zeer hoge lonen, die men grote
lijks verkwist en de vele vrije tijd,
waarover de arbeiders in dit goed
georganiseerde land beschikken.
Spaarzaamheid bevorderen, is één
van de voornaamste doeleinden op
dit moment bij de C.A.J.1 a 5 mark
per week opzij leggen. Men organi
seert verder gezamenlijke excursies
en zomerkampen. Op 14-jarige leef
tijd worden vele jongens en meisjes
de fabriek ingestuurd, onervaren,
zonder enige kennis van de proble
men, die het industriële leven mee
brengt. De C.A.J. probeert bij de di
recties meer belangstelling te wek
ken voor het mens-zijn van deze nog
onervaren jeugd, zodat het. werk hen
niet binnen de kortst mogelijke tijd
van het goede pad afvoert, zoals nu
nog maar al te vaak geschiedt.
beiders verloren in de massa en heb
ben b.v. byna nimmer goede vrienden
Voor de oplossing van al deze moei
lijkheden, waarmee honderdduizen
den worstelen, wil slechts een klein
aantal idealisten al hun krachten ge
ven.
En wat Zuid-Amerika betreft: Bar
tolo Perez uit Paulista Pomanbuca,
even bruinzwart als de koffie, die in
zijn land verbouwd wordt, was nog
vol van de audiëntie, die de Brazi
liaanse delegatie op Castel Gandolfo
ten deel was gevallen. Ze hebben de
zaken daar groots aangepakt, in het
verre Brazilië, want ze waren met
niet minder dan 180 jonge arbeiders
vertegenwoordigd, met aan het hoofd
de kardinaal van Rio de Janeiro.
Bartolo vertelde: „Alleen al door
zijn oogopslag voelde wij dat de H.
Vader van ieder van ons hield en dat
Met gloeiende toortsen en brandende
fakkels wie ziet de symbolen hier
van niet? trokken de Kajotters
door de straten van de Eeuwige Stad.
gisch Kongo en Ruanda Urundi, had
den een maand in België doorge
bracht om daar het Europese leven
in zijn vele facetten te leren kennen.
Jaren spaarden zij voor deze reis.
Soms hadden zij zoveel van hun in
komen opzij gelegd, dat ze honger
moesten lijden. Daarenboven hadden
de Belgische kajotters lVs miljoen
franken voor hen ingezameld uit eigen
spaarpot en een speciaal adoptie
fonds. Hogelijk naïef bleek onze
vraag of een K.A.J. in hun land al
zo dringend nodig was. Felix Kolon-
ga, één van hen, zei ons: „Bij ons in -
Afrika kunt u mijncomplexen vin
den, die al meer personeel hebben
dan de grootste bedrijven van Euro
pa en Amerika. In onze Kongo zijn
reeds meer dan een miljoen betaal
de inheemsen werkzaam in de indus
trie. Maar de ontvangst, die onze
Europese broeders ons bereid heb
ben, heeft ons beter dan ooit doen be
seffen, dat er geen onderscheid naar
ras of kleur bestaat. Het is voor ons
een grote vreugde, dat wij Europa
mogen leren kennen.
Wij hopen samen te arbeiden, iede
re dag opnieuw, met al onze krach
ten om een betere wereld te bouwen,
zoals wij het in onze kajotters-liede-
ren zingen."
En hier beginnen de onbeschre
ven bladzijden in ons Rome-boek
je. Alleen achterin ligt nog een fo
to, die wij konden bemachtigen
van de zilveren kelk, welke de
H. Vader zondagmiddag 25 aug.
door de kajotters aller landen kreeg
aangeboden. In een rijkdom van fi
guren worden hierop twee tafere
len uitgebeeld. Op de cuppa het le
ven van Christus, op de voet
het leven van jonge arbeiders en
arbeidsters uit de hele wereld. De
nodus (het knooppunt): een we
reldbol met 5 edelstenen, als sym
bool van de werelddelen en hef
K.A.J.-schildje, verbindt de twee
taferelen. Immers de K.A.J. wordt
uitgezonden om de arbeidersjeugd
met Christus te verbinden.
Moge zij de komende jaren in
alle landen ter wereld waar ma
ken, wat rond de nodus van deze
kelk staat gegraveerd: „Wanneer
Ik van de aarde verheven zal zijn,
zal Ik alles tot My trekken!"
L. L.