en vooroordelen Lessen in Arabische psychologie De grootste grief van de Algerijn is niet van politieke aard m Drie man in de boot... de Weekstaat in het teken van transactie met het I.M.F. mmmm m Het meisje, dat het deed Indrukken uit een opstandig land III Finale zangers- vocalistenconcours Boeke en Huidekoper Deviezenreserve met f 262 miljoen gestegen Prov. toneeladviseur voor Noord-Brabant Groot Westduits uitvoer overschot VI> WOENSDAG 18 SEPTEMBER 1957 PAGINA 6 Een van de wagens van het kleine konvooi was achter geraakt. Ergens op de landweg hielden wij halt om de achterblijver af te wachten. Enkele groezelige kinderen, die schapen hoedden aan de rand van de weg, vluchtten snel toen zij de militaire auto's vlak bij hen zagen stoppen. Ik had een foto van hen willen maken en ik riep hen na, maar kennelijk verstonden zij geen Frans. Zij begrepen mij beter toen ik een geldstuk uit mijn zak haalde. De flinkste van het stel, een ventje van een jaar of tien, kwam onmiddellijk terug en de anderen volgden hem schoorvoetend. Ze gingen keurig op een rijtje staan en ze begonnen zelfs te lachen. De ontmoeting met deze kinderen was een aangenaam intermezzo na een gehele dag van lange en vaak weinig opwekkende gesprekken. 1 mmmy i mWWwm -o „Zij zijn niet zoals wij... „Wii ziin geen wilden..." „V rij hei clgelij kheid, broederschap..." Een zekere loyaliteit Franse misdaden ik. C' DE ONTWIKKELING OP HET GEBIED VAN DE LONEN Kostprijs landbouwartikelen baseren op C.A.O.-lonen Voor de 24e maal Kath. Onderwijzers- dagen in Amsterdam NEDERLANDSCHE BANK RIJK LOSTE PAPIER AAN BUITENLAND AF Afrekening E. B. V. Goud in dollars omgezet Rekening van het Rijk OLIEPIJPLEIDING VAN PERZIë NAAR TURKIJE g WEE*1 AMSTEL BROUWERIJ 6 PCT. INTERIM DIVIDE^, f Europeanen, Mohammedanen "ff y ■-0T.. Kleine schaapherdertjes uit Kabylië Mijn metgezel, een Franse functiona ris, zei niet veel toen wij weer verder reden. Hij hadkennel ijk even veel last als ik van de verpletterende hitte, die in de auto heerste. Met een luste loos gezicht zat hij in een hoek van de wagen. „Waarom", zegt hij opeens misprij zend, „waarom hebt u die kinderen per se willen fotograferen? Waarom strijkt u hen over het hoofd als u hen op straat tegenkomt? De Arabieren lachen u uit, mijn beste meneer.... ze zijn ten eerste niet van dit soort vrien delijkheden gediend, en ten tweede zijn ze ervan overtuigd, als zij u z0 zien optreden, dat u bang voor hen bent.... Met dat soort manieren be reikt u echt niet? bij hen, neemt u dat van mij aan. Ik heb hier mijn levenlang gewoond, zoals mnn vader hier vóór mij gewoond heeft. Het enige wat zij respecteren is eendrachtig op- treden, sans histoires. Het Is niet dq eerete maal, dat een Franse functionaris het. nodig acht mij enig inzicht bij te brengen in de psy chologie en de mentaliteit van de Al gerijn. „Ils ne sont pas comme nous, pensez-vous!" dat is het thema dat men vaak. wat al te vaak naar mijn zin, tegenover rn;j beklemtoond hfe Eenmaal heb ik perplex gestaan Dat was toen een in Algerije geboren Franse functionaris (en maar liefst een functionaris, die belast was met de voorlichtingsdienst!! mij met een dood ernstig gezicht verzekerde, dat men eigenliik maar een. onnozele hals was als men, na op een landweg een in heemse Algerijn onderste boven te hebben gereden, stopte om eens te kij ken hoe de man (of wat van hem over was) het maakte, ..Wat denkt u? Dat verwachten ze immers helemaal me. van u.... Natuurlijk, natuurlijk, men wil eventuele moeilijkheden met de politie vermijden en men stopt dan ook wel. maar echt. de Arabier zelf is de laatste om dit van u te verwachten.. Kijkt u maar eens hoe ze onder eikaar zijn: er is geep .groter slavendrijver en geen groter beul dan een inheemse landeigenaar Weer een andere functionaris, niet minder serieus, probeerde bui ervan te overtuigen, dat het de Arabier zijn lust en zijn leven is om te wonen in een stinkende hut en om op blote voe ten en gahuld in de smerigste vodden door het leven te gaan. „Wij hebben wel eens schoenen aan de kinderen uitgedeeld, maar de volgende dag al had de vader ze verkocht. Het zijn zulke sjacheraars, weet u Nagenoeg algemeen is onder de Fransen de mening verbreid, dat de Arabieren lui zijn. (Zij moesten eens weten als hoe lui ten onrechte de Fransen te boek staan in menig Europees land!) Zij vertellen u dan- dat de Arabier niets liever doet dan enkele dagen ergens werken en dan zo lang mogelijk in de zon liggen nietsdoen. Misschien zit er in deze bewering ergens een kern van waar heid. ik kan dat niet beoordelen. Maar het is niettemin toch wel op merkelijk. dat ik in geheel Algerije alleen maar mannen heb gevonden, die zich bitter beklaagden over hun werkloosheid. Het is even opmerke lijk. dat de Algerünen bii honderd duizenden naar Frankrijk trekken om daar gedurende lange jaren de meest nederige arbeid te verrichten om te kunnen voorzien in het le vensonderhoud van hun familie. In Kabylië, de meest arme streek, is, naar een Frans functionaris mij ver zekerde. praktisch geen enkele valide man meer aanwezig, omdat allen in Frankrijk werken. Het lijkt mij eveneens een beetje tegenstrijdig als ik de Europeanen in Algerije, die zo nochen op hun kennis van de Ara bische mentaliteit, hoor spreken over „luiheid", hoewel zij in feite toch dag in dag uit kunnen constateren hoe tenminste in de steden de inheemse Algerijnen elkaar verdrin gen om desnoods wel gedurende 12 uur oer dag en gedurende zeven dagen per week voor een gering loon te komen werken Dwaze vooroordelen als de zojuist geciteerde zijn onder de Europeanen in Algerije zeer wijd verbreid. Als zij ook al niet meer altijd hardop worden uitgesproken, dan liggen zc toch meestal wel ten grondslag aan de houding van de Europeaan ten opzich te van de inheemse Algerijn. Zeker, niet alle Europeanen houden er zulke wonderlijke opvattingen op na. Ik zou hier het woord kunnen citeren van een authentieke „colon", een indu strieel nog wel, wiens familie al sinds verscheidene generaties hier woonde. „Een bewijs van respect aan een eenvoudig Arabier bewezen, een en kel goed woord, een vriendelijk ge baar. och, men staat soms ver stomd over de uitwerking, die dat hebben kan, over de aanhankelijk heid. die de mensen u dan tonen^, zo zegt hij. Maar deze zelfde „colon een zeer gefortuneerd man overigens, is „persona non grata" in de Euf°~ pese gemeenschap van de hooofdstad Algiers. Het is heel zeker, dat de inheemse Algerijnen lijden onder.de hardnek kige vooroordelen, die veel Europea nen er jegens hen op na houden. „Ils ne sont, pas comme nous.... „riJ zijn geen mensen zoals wij... - maar" wat drommel, zij waren wel „mensen zoals wij" toen het erom ging in twee wereldoorlogen en in Ïndo-China ziin bloed veil te hebben Voor Frankrijk. De inheemse Algerijn is trots. Hij heeft een sterk eergevoel, een sterk bewustzijn van zijn persoonlijkheid. Hij is diep gekrenkt over de voor oordelen, die de Europese Fransen, dat weet hij heel goed, er jegens hem op na houden. Men kan met bijna geen Algerijn spreken of_ tel kens en telkens weer opnieuw komt al heel gauw ditzelfde woord terug: „Nous ne sommes pas des sauvages. ne le croyez pas.... Wij ziin geen wilden, gelooft u dat toch niet...." Zij voelen het als een smaad niet 'au sérieux genomen te worden en vooral hun analfabetisme dragen zij met schaamte. Men behoeft in Algerije niet ver te zoeken en niet veel te vragen om uit te vinden welke de oorzaken zijn van de opstand en van de diepe on tevredenheid, die door het gehele land woelt. Het is al te evident, dat er in Algerije twee klassen, mén zou willen zeggen twee kasten van Fran se staatsburgers zijn, voor wie het republikeinse beginsel van de „8®"' lijkheid" slechts in theorie geldt. Zeker, rassenscheiding bestaat niet m Algerije, maar de feitelijke ongelijk heid, zowel in politiek als in econo misch opzicht is daarom niet minder Bij de wet van 20 september 1947 is Algerije tot een integraal deel van Frankrijk verheven. Bij diezelfde wet werden alle Algerijnen tot staatsburgers gepromoveerd. Dit wil dus zeggen, men begrijpe het goed, dat volgens de termen der wet Al- gerije een onderdeel vsn FranKrijK vormt zoals de provincie lie de France of de Vendée een onderdeel van Frankrijk vormt, en dat de Ber bers uit bet Atlas-gebergte evenzeer Frans staatsburger zijn als de bevol king van de stad Parijs. Maar nim mer is het beginsel, dat aan deze wet teii grondslag lag in praktijk ge bracht, Zo gebeurde het, dat de tien of twaalf miljoen inheemse Algerij nen in de Parijse Nationale Verga dering niet sterker vertegenwoordigd waren dan het miljoen Europeanen die in Algerije wonen. Dit was in derdaad de praktijk van het „ils ne sont pas comme nous.... De wet van 20 september 1947 was, om weinig te zeggen, een farce en een fictie en zij is Frankrijk duur komen te staan. Zij proclameerde een principe, dat niet alleen door de „ul tra's" in Algerije verafschuwd werd, maar dat ook door een Fransman uit het moederland, hoe „liberaal ook, nauwelijks serieus gewenst kon wor den. Immers waar zou het naar toe moeten als het Mohammedaanse Al gerije met zijn galopperende geboor- Het analfabetisme is een der ern stigste grieven, die zij tegenover de Fransen hebben. Zij weten, dat het analfabetisme de grondoorzaak is, die hun emancipatie heeft verhin derd. Gezegd moet worden, dat de Fransen sinds enige tijd hard aan het werk gegaan zijn om dit euvel te bestrijden. Trouwens, het anal fabetisme blijkt op het ogenblik ook van zeer groot nadeel voor de Fran sen nu zij ten koste van iedere prijs inheemse Algerijnen in bepaalde be stuursfuncties pogen in te schakelen maar er niet in slagen om voldoende geschikte kandidaten te vinden. tecijfers (ik heb mij laten vertellen, dat de Algerijnse geboortecijfers de hoogste ter wereld zijn) afgevaardig den naar Parijs zou zenden overeen komstig zijn bevolkingscijfer. En nog om een andere reden was deze wet een dwaasheid: als en voorzover het „ils ne sont pas comme nous" waar heid was. bijv. door verschillen van godsdienst, beschaving, gemiddeld ontwikkelingspeil enz., waarom dan zo verschillende bevolkingsgroepen willen integreren? Maar de wet van 1947 was er, en zij heeft haar kwaad ruimschoots gedaan. Zij is door de inheemse be volking uitgelegd als eén leugen te meer. Men exporteert niet ongestraft het jargon en de slagzinnen van de Westelijke „democratie" als men met van plan is die ook buitenshuis toe te passen. Nog herinner ik mij een splinternieuw gemeentehuis, ge bouwd op een heuvel midden in een' dorp in Kabylië. Met reusachtige let ters stond het devies van de Repu bliek in de witte gevel gegrift: „li berie égalité. fraternite". Ik moet vaak aan dat devies denken. Het beeft mij geholpen veel dingen in de geestesgesteldheid van de inheemse Algerijnen te begrijpen. „Leugens, zeggen ze „allemaal leugens Toch heb ik de indruk gekregen, al geef ik er mij rekenschap van, dat sommige mensen, die de situatie beter kennen dan ik er een andere mening op na houden, dat de grootste grief van de inheemse bevolking niet van politieke aard is. Op grond van mijn persoonlijke bevindingen heb ik de indruk gekregen, dat de onafhan kelijkheidsslogan van het FLN de mensen niets zegt. Bovendien bestaat er, ongetwijfeld, nog een zeker overblijfsel aan loyali teit ten opzichte van Frankrijk. Eer lijk gezegd: ik heb in Algerije meer loyaliteit aan Frankrijk gevonden dan ik had durven verwachten, maar het is een loyaliteit, die zeer deerlijk gehavend is. „Somme toute", ;zo werd mij vaak verteld, ,.de Fransen zijn hier lam? geweest. Wii kennen hen en begrij pen hen, wij spreken hun taal en wij zijn aan hen gewend. Wij hebben aan hun zijde oorlogen gevoerd. Al les en alles bij elkaar genomen zijn ze ook niet zó kwaad.Maar dan volgt, onherroepelijk, een lange lijst van grieven, waarvan de ernstigste en meest bittere van zeer recente datum zijn. te weten van na het uit breken van de opstand. Zelfs zij misschien juist diegenen die steeds Frankrijke meest trouwe vrienden geweest zijn. zijn ontzet pn verbitterd over de omvang, die de repressie heeft aangenomen en over de scru- pelloze methoden, die daarbij worden gevolgd, over de grove manier, waar op eigenlijk iedereen, die geen Eu ropeaan is bii voorbaat als verdacht wordt behandeld. De verhalen, die de ronde doen over folteringen van volstrekt on- schuldigen met het doel om in lichtingen van hen af te persen over collectieve represailles, over het neerschieten van verdachten, over de meest willekeurige arresta ties zonder enigerlei rechterlijke tussenkomst zijn beslist niet_ uit de lucht gegrepen. Het betreft hier din gen, die minstens tot voor zéér kort, heel wat minder incidenteel waren dan d'e officiële en „rechtse" propa ganda het wel heeft willen voorstel len. Ik baseer mij hier niet alleen op wat ik in Algiers gehoord en ge zien heb, doch tevens op wat op on weerlegbare wijze uit gepubliceerde documenten is gebleken. De terreur, «lie vaak wordt uitge oefend door de politie, de „para's", de parachutistendivisie van generaal Massu en vooral ook door de „ter- ritoriaux', de „homeguard" van in Algerije wonende Europeanen, kan uit oogpunt van barbarij wedijveren met die van het FLN. Als wij in onze voorgaande artikelen verschillende malen en terecht gezegd heb ben, dat een deel van de partisanen van het FLN bestaat uit misdadigers, dan is het hier de plaats om duide lijk te zeggen, dat aan de zijde van de „ordestrijdkrachten" zich even eens een categorie van misdadigers bevindt. De hoogste autoriteiten in Algerije en in Frankrijk hebben zich bij ver schillende gelegenheden tegen deze praktijken uitgesproken. Er zijn af en toe sancties' getroffen tegen men sen, die zich aan deze praktijken hebben schuldig gemaakt. Maar nog veel meer is, zo niet met opzet dan toch door niet te verontschuldigen nalatigheid, door de vingers gezien. Kennelijk bestaat er van hogerhand geen werkelijke controle op de „po- litie—activiteit, zoals die op het ogen blik door de verschillende branches van leger, politie, territoriaux etc. wordt uitgeoefend. Het zijn vooral deze praktijken, die de Fransen veel vrienden hebben doen verliezen. De inheemse bevol king acht de Fransen op het ogenblik tot alles in staat. Het is karakteris tiek, dat de gehele inheemse bevol king er unaniem van overtuigd is ik durf te zeggen: zonder één enkele uitzondering dat het bloedbad, dat enkele maanden geleden werd aan gericht in Melouza het werk van de Fransen geweest is. Geen mens ook niet degenen, die een zekere loyaliteit jegens Frankrijk hebben bewaard gelooft, dat dit het werk van het FLN geweest is, al moet ik er bij zeggen dat niemand in staat geweest is om mij hiervoor ook maar de schijn van een concreet be wijs te leveren. Maar dit geloof schijnt mij wel zeer tekenend voor de geestesgesteldheid van de in heemse bevolking. Slechts de meest evenwichtige en bezonnen elementen onder de in heemse bevolking slagen erin om in dit klimaat nog een onderscheid te maken tussen het ideaal-beeld van Frankrijk „la France généreuse et puissante". zoals het overal op de de aanplakbiljetten gekalkt staat en het huidige optreden van al te veel Fransen. En de gematigde en bezonnen elementen worden in bet huidige Algerije hoe langer ho° zeld zamer. G. H. i/'flfejff.--' ':n; "f&té s'g us «Guller 0&G°. Jtecheet !ikleUam,' le< Op vragen van het lid van de Tweede Kamer, de heer Vondeling (PvdA) over de in het jaarverslag 1956 van het Land- bouw-Economisch Instituut gegeven uit eenzetting betreffende de ontwikkeling op het gebied van de lonen, heeft de mi nister van Landbouw, Visserij en Voed selvoorziening geantwoord dat hij de ge citeerde mededeling van het Landbouw- Economisch Instituut niet in strijd acht met hetgeen is vermeld in de memorie van antwoord op hoofdstuk II- In de aangehaalde passage uit het jaarverslag van het L. E. I. wordt gewezen op ge constateerde afwijkingen van de mini ma, voorzien in de collectieve arbeids overeenkomst, die door dit instituut be zwaarlijk kunnen worden genormali seerd. Dit neemt echter niet weg, dat het L. E. I. in staat is betekenende af wijkingen van de C. A. O., die zouden kunnen leiden tot onjuiste kostprijsbere keningen voor het prijsbeleid, te con- stateren. De minister blijft van mening, dat de kostprijzen van landbouwprodukten, die ten grondslag liggen aan het garantio- prijsbeleid van de regering, gebaseerd behoren te zijn op de officieel toegestane lonen. Slechts indien en zolang het op nemen van de werkelijke lonen niet tot gevolg heeft dat hiervan wordt afgewe ken, heeft hij tegen de door het L. E. I. gevolgde werkwijze geen bezwaar. Voor een avontuurlijke trip naar Nieuw Zeeland zijn ze gestart van Littlehampton in Sussex in een 9-tonner, de „Tina". Van links naar rechts de 26-jarige ingenieur en binnenhuisarchitect Talbot Bradlëy, de 28-jaar oude RAF-navigator en de squa dron leider Lance White als schipper. Ze zijn van plan de reis via West-In-dië, Pa namakanaal en de Fry-eilanden te maken. In de lente hoopte het drietal Auckland te bereiken. Na de demi-finale van het Internatio nale vocalistenconcours te 's Hertogen bosch zijn nog elf zangers en zangeressen voor de finale overgebleven. Deze deel nemers zullen in ieder geval allen het diploma van het concours ontvangen. In de eindstrijd zullen uitkomen de so pranen: Valerie Cardnell uit Surbiton in Engeland, Gabrïelie Obremba-Wadja uit Warschau. Inge Wolff uit Wenen. Maria van Dongen uit Zaandam: de alten: Re- nate Günther uit Berlijn en Maria Ver- bruggen-Verhaert uit Antwerpen; de te noren: Ferdinand Koch uit Coesfeld in Duitsland en Simon van der Geest uit Haarlem; de bassen JSarr Peterson uit Münster, Busby Ranken uit Ilford en Derek Stroud uit Londen. (Van onze Amsterdamse redactie) Gisteren en vandaag is in Krasnapolsky de 24e Amsterdamse Onderwijzersdag ge houden, dinsdag voor de afdelingen Am sterdam en Aar- en Amstelstreek en van daag voor Haarlem, Beverwijk en Zaan dam Het programma was voor heide dagen gelijk. Vele honderden onden zers en onderwijzeressen bevolkten de con greszaal van Kras, toen de voorzitter, de heer P. J. Peters uit Haarlem de bijeen komsten opende. Met een bijzonder hartelijk woord ver welkomde hij de nieuwe leden, de kleu terleidsters, die door een fusie nu ook deel gaan uitmaken van de St.-Augusti- nusvereniging. Nadat een koortje van leerlingen van de r.-k. Kweekschool „De Voorzieningheid" o.l.v. zusters Antonine een viertal liederen had gezongen, betrad de bekende Dante-kenner pater Antoon Ariaens SVD uit Soesterberg de katheder om zijn gehoor met woord en beeld te leiden door de „Divina Commedia". Tijdens de pauze boekte de al weer uitgebreide leermiddelententoonstelling, waarop 60 exposanten het allernieuwste leermateriaal toonden, groot bezoek. In de middaguren vergastte de toneelgroep .Puck" de onderwijzers en onderwijze ressen, die de dag begonnen waren met een gedialogeerde door rector B. J. de Bot in de St.-Nicolaaskerk opgedragen H. Mis, op een kluchtige komedie, getiteld ,En toen kwam dokter Frost". Vele we- reldlijke en geestelijke autoriteiten woon den deze onderwijzersdagen bij. EEN VAN TWEEëN hebben ze het moesten handhaven", zei ze, er lach,end (Wordt vervolgd) gemakkelijk, de man die het deed rechter Davies en de zestien-jarige Thelma Mothershead, het meisje, dat hst bestond, dwars door een menigte joelend aan toevoegend, op die ochtend heel wat lelijke woorden te hebben geleerd. Thelma's vader is psychiatrisch assis_ tent in een ziekenhuis. Ze kwam als kind schooljongens naar de school der blanken van zes jaar jn Little Rock wonen, waar te stappen. Rechter Davies heeft gouverneur Fau- bus van Arkansas al een beetje klein ge kregen, geholpen door president Eisenho- wer. Maar wie helpt Thelma Mothershead? Wel, haar moeder. Deze beschouwt zich evenals haar dochter als een pionierster Dit te zijn, is niet gemakkelijk. Want tot midden in de nacht en in de vroege och- tend gaat bij haar thuis de telefoon. Fr schreeuwt iemand; je huis staat in brand, als een soort bedreiging of ze hoort onbe tamelijke woorden. Dat is nu al zo, sinds Thelma het besluit nam, naar de Central High School van Little Rock te gaan. Little Rock is een stad van 125.000 inwo ners. Er bestaat een middelbare school voor kleurlingen, de Horace Mann School Maar deze is niet zo goed als de Central, vooral wat de opleiding voor onderwijze res betreft. Thelma wil hij het onderwijs. Bovendien, de Horace Mann School is een half uur gaans terwijl de Central op enke le blokken afstands van haar huls ligt. Zowel Thelma als haar moeder zijn de mening toegedaan, dat het echter in de eerste plaats om een principiële kwestie gaat. Wanneer Thelma wordt toegelaten, zullen spoedig ook andere negerkinderen het uitstekende onderwijs van de Central High School kunnen volgen. Thelma Is natuurlijk geïnterviewd. Ze gaf toe, dat het uitjouwen niet prettig was geweest. Maar het meest had het haar pijn gedaan, dat ze door soldaten van de Nationale Garde Was tegengehouden en teruggestuurd. „Ik dacht, dat die de wet heen het gezin van Bloomberg (Texas) verhuisde. In Texas had ze de rassendi.s crimminatie nooit zo gevoeld. Intussen, ze is ervan overtuigd, dat wanneer de blan ke jongens en meisjes in Little Rock er eenmaal aan gewend zijn, negerkinderen in hun klas te hebben, ze wel van hou ding zullen veranderen en vriendelijk te gen haar zullen zijn. Intussen zal ze nog enige tijd moeten wachten, vooraleer ze de Central High School kan binnengaan. De gedwongen vakantie vindt ze verre van prettig. „Z moeten maar een beetje opschieten' merkte ze op. Thelma snapt nog niet pre cies, welke juridische problemen moeten worden opgelost, voordat het laatste ver zet in Arkansas, met dat van_ de gouver neur incluis, gebroken zal zijn. De con troverse: staat Arkansas—federale rege ring te Washington is haar niet recht dui delijk. Thelma vindt zichzelf helemaal geen heldin. „Ze hebben me niets gedaan en ze zullen me niets doen", vertelde ze de reporter. „Ze kennen me niet. Als ze^ mij en de andere zwarte jongens en meisjes kennen, die bij hen op school zullen ko men, worden ze beslist heel anders". Thelma Mothershead en haar acht klas genoten, die op die woensdagochtend naar de Central High School in Little Rock gingen, hebben historie gemaakt. Zij ds®" het woord tegenover de pers, maar stelde echter eerst de daad. Daar behoorde toch wel moed toe. Ook als je alleen maar uitgescholden wordt, omdat je zwart bent Direct na de jongste wereldoorlog be- trok de Koninklijke handelmaatschappij v/h Boeke en Huidekoper N.V. te Gro ningen de machines in de eerste plaats van de International Harvester Company, in Amerika, doch thans worden de ma chines, voornamelijk betrokken van de .fa brieken van de Harvester in West-Duits- lan-d, daarnaast ook in enkele andere -1 Europese landen. Duitsland is echter de grootste leverancier. Dit werd gezegd in de jaarvergadering, waarbij de cijfers over 1956 werden goedgekeurd en het di- - vidend werd bepaald op 14 procent in aandelen ten laste van de agioreserve. Dit wordt betaald in 10 pet en 4 pet op 2 di videndbewijzen. Het winstsaldo over 1956 ad 16.000 is aanzienlijk lager dan dat over 1955 van. ruim 455.000. Verklaard werd dat de net to win-s-t veel groter was geweest, n.l. ruim ƒ300.000, doch dat dit bedrag voorname-, lijk was gebruikt voor versterkte afschrij vingen en in feite dus in het bedrijf was gehouden. Volgend jaar hoopt men ook mee-r te kunnen vertellen over de beide dochter ondernemingen, de Handelmij Satunnu® en de Machinefabriek en MetaalgieterU Bosch te Nijverdal. Saturnus behartigt de belangen vooral op het gebied van de tuinbouw en deze markt ligt aanmerke' lijk gunstiger dan bij de landbouw. Oo» de afnamemogelijkheid van de tuinbouw is nog zeer groot, en de behaalde results' ten zijn in 1957 gunstig geweest. De ma' chinefabriek beschikt over een aantrek kelijke orderportefeuille en men hoop1 hier in 1958 met de serieproduktie te be' ginnen. Boeke en Huidekoper is niet om tevreden over de tot dusver bereikte om' zetten in jan./juli 1957, hoewel de koste» gestegen en de omzetten iets lager zij» dap in dezelfde periode van 1956. Sinds^ dien zijn de resultaten echter niet on' gunstig. De goud- cn deviezenreserve van de Nederlandsche Bank is in de afgelopen week met 262,1 miljoen gestegen tot 3311.7 miljoen. Deze verbetering vloeit voor 261 miljoen voort uit de door de regering met het Internationale Monetaire Fonds gesloten transactie ingevolge welke Nederland 68,75 miljoen Amerikaanse dollars bij het Fonds heeft opgenomen tegen afgifte van 261 miljoen (zijnde de tegenwaarde van bet dollarbedrag) in guldens luidende promessen, in dit geval „notes" genaamd. Het resterende bedrag van 1,1 mil joen waarmede de deviezenvoorraad is toegenomen, vertegenwoordigt het saldo van de normale transacties die in de af- gelopep week hebben plaats gevonden De betekenis van deze winst is uiteraard niet te verwaarlozen, zeker in het licht van de zware verliezen die in augustus zijn geleden. Als symptoom van het herstel van de rust aan het valutafront is het cijfer nochtans wel belangrijk. Als zodanig past het ook in de dalende lijn die in de afgelopen weken met betrekking tot de deviezenverliezen viel waar te nemen. Ten opzichte van de voorgaande week, toen het verlies reeds tot 10,1 miljoen was ingekrompen, had men zich niettemin wel een krachtiger herstel kunpen den ken dan in feite het geval is geweest Bij de geconstateerde vooruitgang dient immers in aanmerking te worden ge nomen, dat hierin een zekere inhaal is begrepen uit hoofde van de verliezen die in "de dagen van valuta-onrust werden geleden als gevolg van verricht-e vooruit betalingen door importeurs enerzijds en uitgestelde incassi van buitenlandse vor deringen doör exporteurs anderzijds. Behalve door de transactie met het I.M.F. is de samenstelling van de goud en deviezenrekeningen van de Ned. Bank in de afgelopen week beïnvloed door de maandelijkse afrekening met de E.B.U Over de maand augustus had ons land in het betalingsverkeer met de aan de E.B.U. deelnemende landen een tekort van ƒ403.9 miljoen. Hiervan moest ingevolge de be staande voorwaarden 75 pet. of wel 302,9 miljoen in goud of dollars worden vol daan, terwijl de resterende 25 pet., zijnde 101 miljoen, op het door Nederland verleende krediet in mindering kwam. Bovendien kwam op dit krediet in minde ring een bedrag van 6.3 miljoen, dat wegens gesloten consolidatie-overeenkom- sten door enkele landen in goud of dol lars moest worden voldaan. Per saldo bad ons land over augustus zodoende 296,6 miljoen in goud of dollars te betalen. Zoals in ons blad reeds eerder werd uiteengezet brengt de afrekening in de E.B.U. geen wijziging in de netto deviezenpositie van de Ned. Bank, omdat de tekorten resp. overschotten reeds als schulden resp. vorderingen in haar balans worden geboekt in de periode dat zij ontstaan. Het E.B.U.-tekort over augustus was dus reeds als passiefpost geboekt en als zodanig begrepen in de achteruitgang van de netto deviezenreserve welke in de betreffende periode in de onderschei den weekstaten van de Ned. Bank tot uitdrukking is gekomen. Nu tot ver effening van de schuld moest worden overgegaan zijn derhalve zowel de totale passiva als de activa met dit bedrag gedaagd. Dank zij de transactie met het I.M.F kon de bres die door de betaling aan de E.B.U. in het bezit aan goud en converti bele valuta werd geslagen, bijna geheel worden gedicht. Uiteindelijk kwam de Nod. Bank hieraan immers slechts 36.6 miljoen tekort. Daarnaast werd voor het lopende deviezenverkeer n-og 4,2 mil joen aan harde valuta opgevraagd. Hoewel het hieruit resulterende totaal van 40,8 miljoen uit de n°8 aanwezige voorraad harde valuta had kunnen wor den opgebracht, heeft de Ned. Bank het wenselijk geoordeeld opnieuw een deel van de goudvoorraad in convertibele valuta om te zetten. Deze omzetting be trof een bedrag van 177,5 miljoen. Hier tegenover is de beschikbare hoeveelheid convertibele deviezen per saldo met f 136,7 miljoen gestegen. De goudvoorraad beloopt nu 2648.7 miljoen en de netto deviezenreserve 663 miljoen. Als uitvloeisel van de lening welke de regering b;i het Monetaire Fonds heeft aangegaan kon de gewone rekening van het rijk bij de Ned. Bank met 261 miljoen worden gecrediteerd. Hiertegen over zijn thans echter alle gelden, d.w.z. 332,8 mifjoen, die tegen afgifte van schatkistpapier in het recente verleden bij buitenlandse circulatiebanken werden opgenomen, geheel afgelost. De positie van de schatkist ging daar mede per saldo dus 71.3 miljoen achter uit. Belastinginkomsten lieten na aftrek van verrichte betalingen echter nog een batig saldo van 45,4 miljoen, zodat in feite slechts een daling van het'tegoed van het rijk met f 26.4 miljoen plaats vond, waarna nog 57,8 miljöen ter be schikking bleef. Inmiddels moet dit tegoed evenwel reeds weer voor ëen debetsaldo hebben plaats gemaakt, aangezien vandaag 147 miljoen schatkistpapier komt te verval len. waartegenover uit de vtjdse ge houden inschrijving slechts f 38 miljoen aan nieuw geld wordt ontvangen. ving niet meer papier hebben afgenomen moet waarschijnlijk worden toegeschreven aan het feit, dat van het vervallend papier reeds een groot deel bij de Ned. Bank was verdisconteerd, alsook aan de omstandigheid, dat zij met het oog op de nog te verwachten grote belasting betalingen een voorzichtige kaspolitiek wensen te volgen. De bankblf.jettcncircuiatie heeft in de afgelopen week een verdere daling van f 53,2 miljoen te zien gegeven, waarmede deze maand In totaal reeds ongeveer 50 miljoen meer papier is teruggekeerd dan er hij de laatste ultimo in omloop is ge bracht. Voor het eerst sinds 24 juni ligt het cijfer van de hil.iettenomloop thans beneden de 4 miljard. Dat de banken bij de jongste inscjirij- Oisterwijk. Tot provinciaal toneeladviseur van Noord-Brabant voor de Werkgemeenschap Katholiek Amateurtoneel (W.K.A.) en de Ned. Amateurtoneel Unie (N.A.T.U.) is benoemd de heer Ad van de Ven te Den Bosch. Hij genoot zijn opleiding aan de Toneelacademie te Maastricht en hij ge niet in Brabant grote bekendheid als acteur en als regisseur van diverse Bra bantse gezelschappen. Hij werkte o.a. verschillende malen mee aan de open luchtspelen van „De Kersouwe" te Hees- wijk: de laatste twee jaren regisseerde hij het openluchtspel in het natuurtheater te De Westdudtse uitvoer heeft in augustu® de invoer overtroffen met ongeveer Dri 500 miljoen. De export beliep nl. DM 30°^ miljoen (26 pet. meer dan in augusto 1956 en ongeveer evenveel als in juli 19' en de invoer bedroeg DM 2586 milj°fj (11 pet. meer dan In augustus 1956 en 4' pet. minder dan in juli 1957). Het Westduitse overschot op de ha» delsbalans bedroeg over juli DM 349 i» joen en over augustus vorig jaar DM 1 miljoen. Binnenkort zullen vertegenwoordig®^, van Perzië in, Istanboel arriveren ter e dertekening van de overeenkomst inZ®ep de aanleg van een oliepijpleiding tl's'f;oO Perzië en Turkije ter waarde van e miljoen. De leiding zal uitmonden aatl bjj Middellandse Zeekust van Turkij® i ïskanderum. Het project wordt geste door Britse, Nederlandse, Amerikaanse - Franse oliemaatschappijen, als aanvul' op de bestaande middelen van ®„ta transport in verband met de verwa® sterke stijging van de vraag. Naar wij vernemen, keert de Brouwerij N.V., evenals verleden „er een interimdividend uit van 6 P®' 1 oktober 1957 (Over het gehele 1956 werd 11 pet. uitgekeerd). ja' af

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 6