en vooroordelen
Lessen
in
Arabische
psychologie
De grootste grief van de Algerijn is niet van politieke aard
m
Drie man in de boot...
de
Weekstaat in het teken van
transactie met het I.M.F.
mmmm
m
Het meisje, dat het deed
Indrukken uit een
opstandig land III
Finale zangers-
vocalistenconcours
Boeke en Huidekoper
Deviezenreserve met f 262 miljoen gestegen
Prov. toneeladviseur
voor Noord-Brabant
Groot Westduits
uitvoer overschot
VI>
WOENSDAG 18 SEPTEMBER 1957
PAGINA 6
Een van de wagens van het kleine konvooi was achter
geraakt. Ergens op de landweg hielden wij halt om de
achterblijver af te wachten. Enkele groezelige kinderen,
die schapen hoedden aan de rand van de weg, vluchtten
snel toen zij de militaire auto's vlak bij hen zagen stoppen.
Ik had een foto van hen willen maken en ik riep hen na,
maar kennelijk verstonden zij geen Frans. Zij begrepen
mij beter toen ik een geldstuk uit mijn zak haalde. De
flinkste van het stel, een ventje van een jaar of tien,
kwam onmiddellijk terug en de anderen volgden hem
schoorvoetend. Ze gingen keurig op een rijtje staan en ze
begonnen zelfs te lachen. De ontmoeting met deze kinderen
was een aangenaam intermezzo na een gehele dag van
lange en vaak weinig opwekkende gesprekken.
1
mmmy
i mWWwm
-o
„Zij zijn niet zoals wij...
„Wii ziin geen wilden..."
„V rij hei clgelij kheid,
broederschap..."
Een zekere loyaliteit
Franse misdaden
ik.
C'
DE ONTWIKKELING OP HET
GEBIED VAN DE LONEN
Kostprijs landbouwartikelen
baseren op C.A.O.-lonen
Voor de 24e maal
Kath. Onderwijzers-
dagen in Amsterdam
NEDERLANDSCHE BANK
RIJK LOSTE PAPIER AAN
BUITENLAND AF
Afrekening E. B. V.
Goud in dollars omgezet
Rekening van het Rijk
OLIEPIJPLEIDING VAN
PERZIë NAAR TURKIJE g
WEE*1
AMSTEL BROUWERIJ
6 PCT. INTERIM DIVIDE^,
f
Europeanen, Mohammedanen
"ff y
■-0T..
Kleine schaapherdertjes uit Kabylië
Mijn metgezel, een Franse functiona
ris, zei niet veel toen wij weer verder
reden. Hij hadkennel ijk even veel
last als ik van de verpletterende hitte,
die in de auto heerste. Met een luste
loos gezicht zat hij in een hoek van
de wagen.
„Waarom", zegt hij opeens misprij
zend, „waarom hebt u die kinderen
per se willen fotograferen? Waarom
strijkt u hen over het hoofd als u hen
op straat tegenkomt? De Arabieren
lachen u uit, mijn beste meneer.... ze
zijn ten eerste niet van dit soort vrien
delijkheden gediend, en ten tweede
zijn ze ervan overtuigd, als zij u z0
zien optreden, dat u bang voor hen
bent.... Met dat soort manieren be
reikt u echt niet? bij hen, neemt u
dat van mij aan. Ik heb hier mijn
levenlang gewoond, zoals mnn vader
hier vóór mij gewoond heeft. Het enige
wat zij respecteren is eendrachtig op-
treden, sans histoires.
Het Is niet dq eerete maal, dat een
Franse functionaris het. nodig acht mij
enig inzicht bij te brengen in de psy
chologie en de mentaliteit van de Al
gerijn. „Ils ne sont pas comme nous,
pensez-vous!" dat is het thema dat
men vaak. wat al te vaak naar mijn
zin, tegenover rn;j beklemtoond hfe
Eenmaal heb ik perplex gestaan Dat
was toen een in Algerije geboren
Franse functionaris (en maar liefst een
functionaris, die belast was met de
voorlichtingsdienst!! mij met een dood
ernstig gezicht verzekerde, dat men
eigenliik maar een. onnozele hals was
als men, na op een landweg een in
heemse Algerijn onderste boven te
hebben gereden, stopte om eens te kij
ken hoe de man (of wat van hem over
was) het maakte, ..Wat denkt u? Dat
verwachten ze immers helemaal me.
van u.... Natuurlijk, natuurlijk, men
wil eventuele moeilijkheden met de
politie vermijden en men stopt dan ook
wel. maar echt. de Arabier zelf is de
laatste om dit van u te verwachten..
Kijkt u maar eens hoe ze onder eikaar
zijn: er is geep .groter slavendrijver
en geen groter beul dan een inheemse
landeigenaar
Weer een andere functionaris, niet
minder serieus, probeerde bui ervan
te overtuigen, dat het de Arabier zijn
lust en zijn leven is om te wonen in
een stinkende hut en om op blote voe
ten en gahuld in de smerigste vodden
door het leven te gaan. „Wij hebben
wel eens schoenen aan de kinderen
uitgedeeld, maar de volgende dag al
had de vader ze verkocht. Het zijn
zulke sjacheraars, weet u
Nagenoeg algemeen is onder de
Fransen de mening verbreid, dat de
Arabieren lui zijn. (Zij moesten eens
weten als hoe lui ten onrechte
de Fransen te boek staan in menig
Europees land!) Zij vertellen u dan-
dat de Arabier niets liever doet dan
enkele dagen ergens werken en dan
zo lang mogelijk in de zon liggen
nietsdoen. Misschien zit er in deze
bewering ergens een kern van waar
heid. ik kan dat niet beoordelen.
Maar het is niettemin toch wel op
merkelijk. dat ik in geheel Algerije
alleen maar mannen heb gevonden,
die zich bitter beklaagden over hun
werkloosheid. Het is even opmerke
lijk. dat de Algerünen bii honderd
duizenden naar Frankrijk trekken
om daar gedurende lange jaren de
meest nederige arbeid te verrichten
om te kunnen voorzien in het le
vensonderhoud van hun familie. In
Kabylië, de meest arme streek, is,
naar een Frans functionaris mij ver
zekerde. praktisch geen enkele valide
man meer aanwezig, omdat allen in
Frankrijk werken. Het lijkt mij
eveneens een beetje tegenstrijdig als
ik de Europeanen in Algerije, die zo
nochen op hun kennis van de Ara
bische mentaliteit, hoor spreken over
„luiheid", hoewel zij in feite toch
dag in dag uit kunnen constateren
hoe tenminste in de steden de
inheemse Algerijnen elkaar verdrin
gen om desnoods wel gedurende 12
uur oer dag en gedurende zeven
dagen per week voor een gering loon
te komen werken
Dwaze vooroordelen als de zojuist
geciteerde zijn onder de Europeanen
in Algerije zeer wijd verbreid. Als zij
ook al niet meer altijd hardop worden
uitgesproken, dan liggen zc toch
meestal wel ten grondslag aan de
houding van de Europeaan ten opzich
te van de inheemse Algerijn. Zeker,
niet alle Europeanen houden er zulke
wonderlijke opvattingen op na. Ik zou
hier het woord kunnen citeren van
een authentieke „colon", een indu
strieel nog wel, wiens familie al sinds
verscheidene generaties hier woonde.
„Een bewijs van respect aan een
eenvoudig Arabier bewezen, een en
kel goed woord, een vriendelijk ge
baar. och, men staat soms ver
stomd over de uitwerking, die dat
hebben kan, over de aanhankelijk
heid. die de mensen u dan tonen^,
zo zegt hij. Maar deze zelfde „colon
een zeer gefortuneerd man overigens,
is „persona non grata" in de Euf°~
pese gemeenschap van de hooofdstad
Algiers.
Het is heel zeker, dat de inheemse
Algerijnen lijden onder.de hardnek
kige vooroordelen, die veel Europea
nen er jegens hen op na houden. „Ils
ne sont, pas comme nous.... „riJ
zijn geen mensen zoals wij... -
maar" wat drommel, zij waren wel
„mensen zoals wij" toen het erom
ging in twee wereldoorlogen en in
Ïndo-China ziin bloed veil te hebben
Voor Frankrijk.
De inheemse Algerijn is trots. Hij
heeft een sterk eergevoel, een sterk
bewustzijn van zijn persoonlijkheid.
Hij is diep gekrenkt over de voor
oordelen, die de Europese Fransen,
dat weet hij heel goed, er jegens
hem op na houden. Men kan met
bijna geen Algerijn spreken of_ tel
kens en telkens weer opnieuw
komt al heel gauw ditzelfde woord
terug: „Nous ne sommes pas des
sauvages. ne le croyez pas.... Wij
ziin geen wilden, gelooft u dat toch
niet...." Zij voelen het als een
smaad niet 'au sérieux genomen te
worden en vooral hun analfabetisme
dragen zij met schaamte.
Men behoeft in Algerije niet ver
te zoeken en niet veel te vragen om
uit te vinden welke de oorzaken zijn
van de opstand en van de diepe on
tevredenheid, die door het gehele
land woelt. Het is al te evident, dat
er in Algerije twee klassen, mén zou
willen zeggen twee kasten van Fran
se staatsburgers zijn, voor wie het
republikeinse beginsel van de „8®"'
lijkheid" slechts in theorie geldt.
Zeker, rassenscheiding bestaat niet m
Algerije, maar de feitelijke ongelijk
heid, zowel in politiek als in econo
misch opzicht is daarom niet minder
Bij de wet van 20 september 1947
is Algerije tot een integraal deel van
Frankrijk verheven. Bij diezelfde
wet werden alle Algerijnen tot
staatsburgers gepromoveerd. Dit wil
dus zeggen, men begrijpe het goed,
dat volgens de termen der wet Al-
gerije een onderdeel vsn FranKrijK
vormt zoals de provincie lie de
France of de Vendée een onderdeel
van Frankrijk vormt, en dat de Ber
bers uit bet Atlas-gebergte evenzeer
Frans staatsburger zijn als de bevol
king van de stad Parijs. Maar nim
mer is het beginsel, dat aan deze wet
teii grondslag lag in praktijk ge
bracht, Zo gebeurde het, dat de tien
of twaalf miljoen inheemse Algerij
nen in de Parijse Nationale Verga
dering niet sterker vertegenwoordigd
waren dan het miljoen Europeanen
die in Algerije wonen. Dit was in
derdaad de praktijk van het „ils ne
sont pas comme nous....
De wet van 20 september 1947
was, om weinig te zeggen, een farce
en een fictie en zij is Frankrijk duur
komen te staan. Zij proclameerde een
principe, dat niet alleen door de „ul
tra's" in Algerije verafschuwd werd,
maar dat ook door een Fransman uit
het moederland, hoe „liberaal ook,
nauwelijks serieus gewenst kon wor
den. Immers waar zou het naar toe
moeten als het Mohammedaanse Al
gerije met zijn galopperende geboor-
Het analfabetisme is een der ern
stigste grieven, die zij tegenover de
Fransen hebben. Zij weten, dat het
analfabetisme de grondoorzaak is,
die hun emancipatie heeft verhin
derd. Gezegd moet worden, dat de
Fransen sinds enige tijd hard aan
het werk gegaan zijn om dit euvel
te bestrijden. Trouwens, het anal
fabetisme blijkt op het ogenblik ook
van zeer groot nadeel voor de Fran
sen nu zij ten koste van iedere prijs
inheemse Algerijnen in bepaalde be
stuursfuncties pogen in te schakelen
maar er niet in slagen om voldoende
geschikte kandidaten te vinden.
tecijfers (ik heb mij laten vertellen,
dat de Algerijnse geboortecijfers de
hoogste ter wereld zijn) afgevaardig
den naar Parijs zou zenden overeen
komstig zijn bevolkingscijfer. En nog
om een andere reden was deze wet
een dwaasheid: als en voorzover het
„ils ne sont pas comme nous" waar
heid was. bijv. door verschillen van
godsdienst, beschaving, gemiddeld
ontwikkelingspeil enz., waarom dan
zo verschillende bevolkingsgroepen
willen integreren?
Maar de wet van 1947 was er, en
zij heeft haar kwaad ruimschoots
gedaan. Zij is door de inheemse be
volking uitgelegd als eén leugen te
meer. Men exporteert niet ongestraft
het jargon en de slagzinnen van de
Westelijke „democratie" als men met
van plan is die ook buitenshuis toe
te passen. Nog herinner ik mij een
splinternieuw gemeentehuis, ge
bouwd op een heuvel midden in een'
dorp in Kabylië. Met reusachtige let
ters stond het devies van de Repu
bliek in de witte gevel gegrift: „li
berie égalité. fraternite". Ik moet
vaak aan dat devies denken. Het
beeft mij geholpen veel dingen in de
geestesgesteldheid van de inheemse
Algerijnen te begrijpen. „Leugens,
zeggen ze „allemaal leugens
Toch heb ik de indruk gekregen,
al geef ik er mij rekenschap van,
dat sommige mensen, die de situatie
beter kennen dan ik er een andere
mening op na houden, dat de grootste
grief van de inheemse bevolking niet
van politieke aard is. Op grond van
mijn persoonlijke bevindingen heb ik
de indruk gekregen, dat de onafhan
kelijkheidsslogan van het FLN de
mensen niets zegt.
Bovendien bestaat er, ongetwijfeld,
nog een zeker overblijfsel aan loyali
teit ten opzichte van Frankrijk. Eer
lijk gezegd: ik heb in Algerije meer
loyaliteit aan Frankrijk gevonden
dan ik had durven verwachten, maar
het is een loyaliteit, die zeer deerlijk
gehavend is.
„Somme toute", ;zo werd mij vaak
verteld, ,.de Fransen zijn hier lam?
geweest. Wii kennen hen en begrij
pen hen, wij spreken hun taal en
wij zijn aan hen gewend. Wij hebben
aan hun zijde oorlogen gevoerd. Al
les en alles bij elkaar genomen zijn
ze ook niet zó kwaad.Maar dan
volgt, onherroepelijk, een lange lijst
van grieven, waarvan de ernstigste
en meest bittere van zeer recente
datum zijn. te weten van na het uit
breken van de opstand. Zelfs zij
misschien juist diegenen die steeds
Frankrijke meest trouwe vrienden
geweest zijn. zijn ontzet pn verbitterd
over de omvang, die de repressie
heeft aangenomen en over de scru-
pelloze methoden, die daarbij worden
gevolgd, over de grove manier, waar
op eigenlijk iedereen, die geen Eu
ropeaan is bii voorbaat als verdacht
wordt behandeld.
De verhalen, die de ronde doen
over folteringen van volstrekt on-
schuldigen met het doel om in
lichtingen van hen af te persen
over collectieve represailles, over
het neerschieten van verdachten,
over de meest willekeurige arresta
ties zonder enigerlei rechterlijke
tussenkomst zijn beslist niet_ uit de
lucht gegrepen. Het betreft hier din
gen, die minstens tot voor zéér kort,
heel wat minder incidenteel waren
dan d'e officiële en „rechtse" propa
ganda het wel heeft willen voorstel
len. Ik baseer mij hier niet alleen
op wat ik in Algiers gehoord en ge
zien heb, doch tevens op wat op on
weerlegbare wijze uit gepubliceerde
documenten is gebleken.
De terreur, «lie vaak wordt uitge
oefend door de politie, de „para's",
de parachutistendivisie van generaal
Massu en vooral ook door de „ter-
ritoriaux', de „homeguard" van in
Algerije wonende Europeanen, kan
uit oogpunt van barbarij wedijveren
met die van het FLN. Als wij in onze
voorgaande artikelen verschillende
malen en terecht gezegd heb
ben, dat een deel van de partisanen
van het FLN bestaat uit misdadigers,
dan is het hier de plaats om duide
lijk te zeggen, dat aan de zijde van
de „ordestrijdkrachten" zich even
eens een categorie van misdadigers
bevindt.
De hoogste autoriteiten in Algerije
en in Frankrijk hebben zich bij ver
schillende gelegenheden tegen deze
praktijken uitgesproken. Er zijn af
en toe sancties' getroffen tegen men
sen, die zich aan deze praktijken
hebben schuldig gemaakt. Maar nog
veel meer is, zo niet met opzet dan
toch door niet te verontschuldigen
nalatigheid, door de vingers gezien.
Kennelijk bestaat er van hogerhand
geen werkelijke controle op de „po-
litie—activiteit, zoals die op het ogen
blik door de verschillende branches
van leger, politie, territoriaux etc.
wordt uitgeoefend.
Het zijn vooral deze praktijken,
die de Fransen veel vrienden hebben
doen verliezen. De inheemse bevol
king acht de Fransen op het ogenblik
tot alles in staat. Het is karakteris
tiek, dat de gehele inheemse bevol
king er unaniem van overtuigd is
ik durf te zeggen: zonder één enkele
uitzondering dat het bloedbad, dat
enkele maanden geleden werd aan
gericht in Melouza het werk van de
Fransen geweest is. Geen mens
ook niet degenen, die een zekere
loyaliteit jegens Frankrijk hebben
bewaard gelooft, dat dit het werk
van het FLN geweest is, al moet ik
er bij zeggen dat niemand in staat
geweest is om mij hiervoor ook
maar de schijn van een concreet be
wijs te leveren. Maar dit geloof
schijnt mij wel zeer tekenend voor
de geestesgesteldheid van de in
heemse bevolking.
Slechts de meest evenwichtige en
bezonnen elementen onder de in
heemse bevolking slagen erin om in
dit klimaat nog een onderscheid te
maken tussen het ideaal-beeld van
Frankrijk „la France généreuse et
puissante". zoals het overal op de
de aanplakbiljetten gekalkt staat
en het huidige optreden van al te
veel Fransen. En de gematigde en
bezonnen elementen worden in bet
huidige Algerije hoe langer ho° zeld
zamer. G. H.
i/'flfejff.--' ':n; "f&té
s'g us
«Guller
0&G°.
Jtecheet
!ikleUam,'
le<
Op vragen van het lid van de Tweede
Kamer, de heer Vondeling (PvdA) over
de in het jaarverslag 1956 van het Land-
bouw-Economisch Instituut gegeven uit
eenzetting betreffende de ontwikkeling
op het gebied van de lonen, heeft de mi
nister van Landbouw, Visserij en Voed
selvoorziening geantwoord dat hij de ge
citeerde mededeling van het Landbouw-
Economisch Instituut niet in strijd acht
met hetgeen is vermeld in de memorie
van antwoord op hoofdstuk II- In de
aangehaalde passage uit het jaarverslag
van het L. E. I. wordt gewezen op ge
constateerde afwijkingen van de mini
ma, voorzien in de collectieve arbeids
overeenkomst, die door dit instituut be
zwaarlijk kunnen worden genormali
seerd. Dit neemt echter niet weg, dat
het L. E. I. in staat is betekenende af
wijkingen van de C. A. O., die zouden
kunnen leiden tot onjuiste kostprijsbere
keningen voor het prijsbeleid, te con-
stateren.
De minister blijft van mening, dat de
kostprijzen van landbouwprodukten, die
ten grondslag liggen aan het garantio-
prijsbeleid van de regering, gebaseerd
behoren te zijn op de officieel toegestane
lonen. Slechts indien en zolang het op
nemen van de werkelijke lonen niet tot
gevolg heeft dat hiervan wordt afgewe
ken, heeft hij tegen de door het L. E. I.
gevolgde werkwijze geen bezwaar.
Voor een avontuurlijke trip naar Nieuw
Zeeland zijn ze gestart van Littlehampton
in Sussex in een 9-tonner, de „Tina". Van
links naar rechts de 26-jarige ingenieur
en binnenhuisarchitect Talbot Bradlëy, de
28-jaar oude RAF-navigator en de squa
dron leider Lance White als schipper. Ze
zijn van plan de reis via West-In-dië, Pa
namakanaal en de Fry-eilanden te maken.
In de lente hoopte het drietal Auckland te
bereiken.
Na de demi-finale van het Internatio
nale vocalistenconcours te 's Hertogen
bosch zijn nog elf zangers en zangeressen
voor de finale overgebleven. Deze deel
nemers zullen in ieder geval allen het
diploma van het concours ontvangen.
In de eindstrijd zullen uitkomen de so
pranen: Valerie Cardnell uit Surbiton in
Engeland, Gabrïelie Obremba-Wadja uit
Warschau. Inge Wolff uit Wenen. Maria
van Dongen uit Zaandam: de alten: Re-
nate Günther uit Berlijn en Maria Ver-
bruggen-Verhaert uit Antwerpen; de te
noren: Ferdinand Koch uit Coesfeld in
Duitsland en Simon van der Geest uit
Haarlem; de bassen JSarr Peterson uit
Münster, Busby Ranken uit Ilford en
Derek Stroud uit Londen.
(Van onze Amsterdamse redactie)
Gisteren en vandaag is in Krasnapolsky
de 24e Amsterdamse Onderwijzersdag ge
houden, dinsdag voor de afdelingen Am
sterdam en Aar- en Amstelstreek en van
daag voor Haarlem, Beverwijk en Zaan
dam Het programma was voor heide
dagen gelijk. Vele honderden onden zers
en onderwijzeressen bevolkten de con
greszaal van Kras, toen de voorzitter, de
heer P. J. Peters uit Haarlem de bijeen
komsten opende.
Met een bijzonder hartelijk woord ver
welkomde hij de nieuwe leden, de kleu
terleidsters, die door een fusie nu ook
deel gaan uitmaken van de St.-Augusti-
nusvereniging. Nadat een koortje van
leerlingen van de r.-k. Kweekschool „De
Voorzieningheid" o.l.v. zusters Antonine
een viertal liederen had gezongen, betrad
de bekende Dante-kenner pater Antoon
Ariaens SVD uit Soesterberg de katheder
om zijn gehoor met woord en beeld te
leiden door de „Divina Commedia".
Tijdens de pauze boekte de al weer
uitgebreide leermiddelententoonstelling,
waarop 60 exposanten het allernieuwste
leermateriaal toonden, groot bezoek. In de
middaguren vergastte de toneelgroep
.Puck" de onderwijzers en onderwijze
ressen, die de dag begonnen waren met
een gedialogeerde door rector B. J. de Bot
in de St.-Nicolaaskerk opgedragen H.
Mis, op een kluchtige komedie, getiteld
,En toen kwam dokter Frost". Vele we-
reldlijke en geestelijke autoriteiten woon
den deze onderwijzersdagen bij.
EEN VAN TWEEëN hebben ze het moesten handhaven", zei ze, er lach,end
(Wordt vervolgd)
gemakkelijk, de man die het deed
rechter Davies en de zestien-jarige
Thelma Mothershead, het meisje, dat hst
bestond, dwars door een menigte joelend
aan toevoegend, op die ochtend heel wat
lelijke woorden te hebben geleerd.
Thelma's vader is psychiatrisch assis_
tent in een ziekenhuis. Ze kwam als kind
schooljongens naar de school der blanken van zes jaar jn Little Rock wonen, waar
te stappen.
Rechter Davies heeft gouverneur Fau-
bus van Arkansas al een beetje klein ge
kregen, geholpen door president Eisenho-
wer.
Maar wie helpt Thelma Mothershead?
Wel, haar moeder. Deze beschouwt zich
evenals haar dochter als een pionierster
Dit te zijn, is niet gemakkelijk. Want tot
midden in de nacht en in de vroege och-
tend gaat bij haar thuis de telefoon. Fr
schreeuwt iemand; je huis staat in brand,
als een soort bedreiging of ze hoort onbe
tamelijke woorden. Dat is nu al zo, sinds
Thelma het besluit nam, naar de Central
High School van Little Rock te gaan.
Little Rock is een stad van 125.000 inwo
ners. Er bestaat een middelbare school
voor kleurlingen, de Horace Mann School
Maar deze is niet zo goed als de Central,
vooral wat de opleiding voor onderwijze
res betreft. Thelma wil hij het onderwijs.
Bovendien, de Horace Mann School is een
half uur gaans terwijl de Central op enke
le blokken afstands van haar huls ligt.
Zowel Thelma als haar moeder zijn de
mening toegedaan, dat het echter in de
eerste plaats om een principiële kwestie
gaat. Wanneer Thelma wordt toegelaten,
zullen spoedig ook andere negerkinderen
het uitstekende onderwijs van de Central
High School kunnen volgen.
Thelma Is natuurlijk geïnterviewd. Ze
gaf toe, dat het uitjouwen niet prettig
was geweest. Maar het meest had het haar
pijn gedaan, dat ze door soldaten van de
Nationale Garde Was tegengehouden en
teruggestuurd. „Ik dacht, dat die de wet
heen het gezin van Bloomberg (Texas)
verhuisde. In Texas had ze de rassendi.s
crimminatie nooit zo gevoeld. Intussen, ze
is ervan overtuigd, dat wanneer de blan
ke jongens en meisjes in Little Rock er
eenmaal aan gewend zijn, negerkinderen
in hun klas te hebben, ze wel van hou
ding zullen veranderen en vriendelijk te
gen haar zullen zijn.
Intussen zal ze nog enige tijd moeten
wachten, vooraleer ze de Central High
School kan binnengaan. De gedwongen
vakantie vindt ze verre van prettig. „Z
moeten maar een beetje opschieten'
merkte ze op. Thelma snapt nog niet pre
cies, welke juridische problemen moeten
worden opgelost, voordat het laatste ver
zet in Arkansas, met dat van_ de gouver
neur incluis, gebroken zal zijn. De con
troverse: staat Arkansas—federale rege
ring te Washington is haar niet recht dui
delijk.
Thelma vindt zichzelf helemaal geen
heldin. „Ze hebben me niets gedaan en
ze zullen me niets doen", vertelde ze de
reporter. „Ze kennen me niet. Als ze^ mij
en de andere zwarte jongens en meisjes
kennen, die bij hen op school zullen ko
men, worden ze beslist heel anders".
Thelma Mothershead en haar acht klas
genoten, die op die woensdagochtend naar
de Central High School in Little Rock
gingen, hebben historie gemaakt. Zij ds®"
het woord tegenover de pers, maar stelde
echter eerst de daad.
Daar behoorde toch wel moed toe. Ook
als je alleen maar uitgescholden wordt,
omdat je zwart bent
Direct na de jongste wereldoorlog be-
trok de Koninklijke handelmaatschappij
v/h Boeke en Huidekoper N.V. te Gro
ningen de machines in de eerste plaats
van de International Harvester Company,
in Amerika, doch thans worden de ma
chines, voornamelijk betrokken van de .fa
brieken van de Harvester in West-Duits-
lan-d, daarnaast ook in enkele andere -1
Europese landen. Duitsland is echter de
grootste leverancier. Dit werd gezegd in
de jaarvergadering, waarbij de cijfers
over 1956 werden goedgekeurd en het di- -
vidend werd bepaald op 14 procent in
aandelen ten laste van de agioreserve. Dit
wordt betaald in 10 pet en 4 pet op 2 di
videndbewijzen.
Het winstsaldo over 1956 ad 16.000 is
aanzienlijk lager dan dat over 1955 van.
ruim 455.000. Verklaard werd dat de net
to win-s-t veel groter was geweest, n.l. ruim
ƒ300.000, doch dat dit bedrag voorname-,
lijk was gebruikt voor versterkte afschrij
vingen en in feite dus in het bedrijf was
gehouden.
Volgend jaar hoopt men ook mee-r te
kunnen vertellen over de beide dochter
ondernemingen, de Handelmij Satunnu®
en de Machinefabriek en MetaalgieterU
Bosch te Nijverdal. Saturnus behartigt de
belangen vooral op het gebied van de
tuinbouw en deze markt ligt aanmerke'
lijk gunstiger dan bij de landbouw. Oo»
de afnamemogelijkheid van de tuinbouw
is nog zeer groot, en de behaalde results'
ten zijn in 1957 gunstig geweest. De ma'
chinefabriek beschikt over een aantrek
kelijke orderportefeuille en men hoop1
hier in 1958 met de serieproduktie te be'
ginnen. Boeke en Huidekoper is niet om
tevreden over de tot dusver bereikte om'
zetten in jan./juli 1957, hoewel de koste»
gestegen en de omzetten iets lager zij»
dap in dezelfde periode van 1956. Sinds^
dien zijn de resultaten echter niet on'
gunstig.
De goud- cn deviezenreserve van de
Nederlandsche Bank is in de afgelopen
week met 262,1 miljoen gestegen tot
3311.7 miljoen. Deze verbetering vloeit
voor 261 miljoen voort uit de door de
regering met het Internationale Monetaire
Fonds gesloten transactie ingevolge welke
Nederland 68,75 miljoen Amerikaanse
dollars bij het Fonds heeft opgenomen
tegen afgifte van 261 miljoen (zijnde de
tegenwaarde van bet dollarbedrag) in
guldens luidende promessen, in dit geval
„notes" genaamd.
Het resterende bedrag van 1,1 mil
joen waarmede de deviezenvoorraad is
toegenomen, vertegenwoordigt het saldo
van de normale transacties die in de af-
gelopep week hebben plaats gevonden
De betekenis van deze winst is uiteraard
niet te verwaarlozen, zeker in het licht
van de zware verliezen die in augustus zijn
geleden. Als symptoom van het herstel
van de rust aan het valutafront is het
cijfer nochtans wel belangrijk. Als zodanig
past het ook in de dalende lijn die in de
afgelopen weken met betrekking tot de
deviezenverliezen viel waar te nemen.
Ten opzichte van de voorgaande week,
toen het verlies reeds tot 10,1 miljoen
was ingekrompen, had men zich niettemin
wel een krachtiger herstel kunpen den
ken dan in feite het geval is geweest
Bij de geconstateerde vooruitgang dient
immers in aanmerking te worden ge
nomen, dat hierin een zekere inhaal is
begrepen uit hoofde van de verliezen die
in "de dagen van valuta-onrust werden
geleden als gevolg van verricht-e vooruit
betalingen door importeurs enerzijds en
uitgestelde incassi van buitenlandse vor
deringen doör exporteurs anderzijds.
Behalve door de transactie met het
I.M.F. is de samenstelling van de goud
en deviezenrekeningen van de Ned. Bank
in de afgelopen week beïnvloed door de
maandelijkse afrekening met de E.B.U
Over de maand augustus had ons land in
het betalingsverkeer met de aan de E.B.U.
deelnemende landen een tekort van ƒ403.9
miljoen. Hiervan moest ingevolge de be
staande voorwaarden 75 pet. of wel 302,9
miljoen in goud of dollars worden vol
daan, terwijl de resterende 25 pet., zijnde
101 miljoen, op het door Nederland
verleende krediet in mindering kwam.
Bovendien kwam op dit krediet in minde
ring een bedrag van 6.3 miljoen, dat
wegens gesloten consolidatie-overeenkom-
sten door enkele landen in goud of dol
lars moest worden voldaan. Per saldo bad
ons land over augustus zodoende 296,6
miljoen in goud of dollars te betalen.
Zoals in ons blad reeds eerder werd
uiteengezet brengt de afrekening in de
E.B.U. geen wijziging in de netto
deviezenpositie van de Ned. Bank, omdat
de tekorten resp. overschotten reeds als
schulden resp. vorderingen in haar balans
worden geboekt in de periode dat zij
ontstaan. Het E.B.U.-tekort over augustus
was dus reeds als passiefpost geboekt en
als zodanig begrepen in de achteruitgang
van de netto deviezenreserve welke in
de betreffende periode in de onderschei
den weekstaten van de Ned. Bank tot
uitdrukking is gekomen. Nu tot ver
effening van de schuld moest worden
overgegaan zijn derhalve zowel de totale
passiva als de activa met dit bedrag
gedaagd.
Dank zij de transactie met het I.M.F
kon de bres die door de betaling aan de
E.B.U. in het bezit aan goud en converti
bele valuta werd geslagen, bijna geheel
worden gedicht. Uiteindelijk kwam de
Nod. Bank hieraan immers slechts 36.6
miljoen tekort. Daarnaast werd voor het
lopende deviezenverkeer n-og 4,2 mil
joen aan harde valuta opgevraagd.
Hoewel het hieruit resulterende totaal
van 40,8 miljoen uit de n°8 aanwezige
voorraad harde valuta had kunnen wor
den opgebracht, heeft de Ned. Bank het
wenselijk geoordeeld opnieuw een deel
van de goudvoorraad in convertibele
valuta om te zetten. Deze omzetting be
trof een bedrag van 177,5 miljoen. Hier
tegenover is de beschikbare hoeveelheid
convertibele deviezen per saldo met
f 136,7 miljoen gestegen.
De goudvoorraad beloopt nu 2648.7
miljoen en de netto deviezenreserve 663
miljoen.
Als uitvloeisel van de lening welke de
regering b;i het Monetaire Fonds heeft
aangegaan kon de gewone rekening van
het rijk bij de Ned. Bank met 261
miljoen worden gecrediteerd. Hiertegen
over zijn thans echter alle gelden, d.w.z.
332,8 mifjoen, die tegen afgifte van
schatkistpapier in het recente verleden
bij buitenlandse circulatiebanken werden
opgenomen, geheel afgelost.
De positie van de schatkist ging daar
mede per saldo dus 71.3 miljoen achter
uit. Belastinginkomsten lieten na aftrek
van verrichte betalingen echter nog een
batig saldo van 45,4 miljoen, zodat in
feite slechts een daling van het'tegoed
van het rijk met f 26.4 miljoen plaats
vond, waarna nog 57,8 miljöen ter be
schikking bleef.
Inmiddels moet dit tegoed evenwel
reeds weer voor ëen debetsaldo hebben
plaats gemaakt, aangezien vandaag 147
miljoen schatkistpapier komt te verval
len. waartegenover uit de vtjdse ge
houden inschrijving slechts f 38 miljoen
aan nieuw geld wordt ontvangen.
ving niet meer papier hebben afgenomen
moet waarschijnlijk worden toegeschreven
aan het feit, dat van het vervallend
papier reeds een groot deel bij de Ned.
Bank was verdisconteerd, alsook aan de
omstandigheid, dat zij met het oog op de
nog te verwachten grote belasting
betalingen een voorzichtige kaspolitiek
wensen te volgen.
De bankblf.jettcncircuiatie heeft in de
afgelopen week een verdere daling van
f 53,2 miljoen te zien gegeven, waarmede
deze maand In totaal reeds ongeveer 50
miljoen meer papier is teruggekeerd dan
er hij de laatste ultimo in omloop is ge
bracht. Voor het eerst sinds 24 juni ligt
het cijfer van de hil.iettenomloop thans
beneden de 4 miljard.
Dat de banken bij de jongste inscjirij- Oisterwijk.
Tot provinciaal toneeladviseur van
Noord-Brabant voor de Werkgemeenschap
Katholiek Amateurtoneel (W.K.A.) en de
Ned. Amateurtoneel Unie (N.A.T.U.) is
benoemd de heer Ad van de Ven te Den
Bosch. Hij genoot zijn opleiding aan de
Toneelacademie te Maastricht en hij ge
niet in Brabant grote bekendheid als
acteur en als regisseur van diverse Bra
bantse gezelschappen. Hij werkte o.a.
verschillende malen mee aan de open
luchtspelen van „De Kersouwe" te Hees-
wijk: de laatste twee jaren regisseerde hij
het openluchtspel in het natuurtheater te
De Westdudtse uitvoer heeft in augustu®
de invoer overtroffen met ongeveer Dri
500 miljoen. De export beliep nl. DM 30°^
miljoen (26 pet. meer dan in augusto
1956 en ongeveer evenveel als in juli 19'
en de invoer bedroeg DM 2586 milj°fj
(11 pet. meer dan In augustus 1956 en 4'
pet. minder dan in juli 1957).
Het Westduitse overschot op de ha»
delsbalans bedroeg over juli DM 349 i»
joen en over augustus vorig jaar DM 1
miljoen.
Binnenkort zullen vertegenwoordig®^,
van Perzië in, Istanboel arriveren ter e
dertekening van de overeenkomst inZ®ep
de aanleg van een oliepijpleiding tl's'f;oO
Perzië en Turkije ter waarde van e
miljoen. De leiding zal uitmonden aatl bjj
Middellandse Zeekust van Turkij® i
ïskanderum. Het project wordt geste
door Britse, Nederlandse, Amerikaanse -
Franse oliemaatschappijen, als aanvul'
op de bestaande middelen van ®„ta
transport in verband met de verwa®
sterke stijging van de vraag.
Naar wij vernemen, keert de
Brouwerij N.V., evenals verleden „er
een interimdividend uit van 6 P®'
1 oktober 1957 (Over het gehele
1956 werd 11 pet. uitgekeerd).
ja'
af