kees klaare-.
Van misdienaartje tot conferencier
voor „bruiloften en partijen
De boodschap van Thornton Wilder:
Is eigen Nederlands repertoire mogelijk?
Albert Camus
Uitleendiscotheek te Rotterdam
DE WERELD
NOBELPRIJSWINNAAR
fll
et een lach en
Wij leven voor de liefde van niens tot mens
b-o-uwt het mad&ine
- n
Li
Nederlands minderwaardigheids
complex?
een traan
in drukinkt
Televisie bracht weer een vleugje
van de roem van vroeger dagen
„Geloof en Wetenschap"
Dit is-ie dan!
Contact-F oto-Kalender
1958
Erna Spoorenberg en
Geza Frid naar Londen
Simpele tri
Hans Roest
Les voor liet amateur
toneel
Hans van Bergen
MIJN VOLK ROEPT
OM VRIJHEID
VB
ZATERDAG 19 OKTOBER 1957
PAGENA 11
U
t°5 Hooi, ~'J /'n'n ae me
Voor de televisie
Nog nooit zoveel verdiend
Interessant jaarprogramma
De grote vredesprijs van deaDuitse boekhandel is dit jaar voor de
eerste maal uitgereikt aan een Amerikaan, namelijk aan lliornton
Wilder, de schrijver van de beroemde romans „De hemel is mijn
beloning" en „De brug van San Luis Rey' en van het toneelspel
„Onze kleine stad". Zijn naam is nu met ere toegevoegd aan de
illustere rij, waarvan Albert Schweitzer, Romano Guardim,
Hermann Hesse en Reinhold Schneider de bekendste zijn. Het lijkt
me een rechtvaardige daad om dit jaar een Amerikaan, die door
zijn werk veel voor de vredesidee heeft gedaan, uit te verkiezen voor
deze hoge onderscheiding. Het is immers zo op de Frankfurter
Buchmesse bleek dat onomstotelijk dat er in Duitsland veel uit
het Amerikaans vertaalde boeken worden gelezen. Voorts heeft men
aan Thornton Wilder een ereschuld, omdat hij na de tweede wereld
oorlog (vooral door zijn toneelspelen) het geslagen Duitse volk de
ogen heeft geopend voor de noodzaak van en plicht tot menselijke
waardigheid. Zijn boodschap was toen tegelijk terechtwijzing, op-
THORNTON WILDER
Europese Amerikaan
wekking en troost.
Papieren applausjes
iimininnminfliimmiuHnniraiiiiiiiuiimiuniiuinnfuuuiuwiiiunmunraiininimiiimiimuiuiiuiiimuinnraiiniiiiiinmmiiuiiiiiHiiinHiimiiiiuiiinHiiumnnniiuntniiiniiiminii^nnimimiKimiinimuiiBni
NED. BOND VAN
KATHOLIEKE UITGEVERS
NIEUW STUK VAN MAX
CROISET BIJ DE HAAGSE
COMEDIE
Op' AKKERTJES"
w «ifa I kunt U bouwen!
Albert Camus, die volgende
maand 44 jaar wordt, is de ne
gende Fransman wie de hoge on
derscheiding van de Nobelprijs
ten deel viel. Tekenend voor de
geestelijke en creatieve oriënte
ring van Frankrijk is, dat zes van
deze negen prominenten letter
kundigen zijn, indien men althans
de wijsgeer Henri Bergson tot de
literatuur mag rekenen, waar
tegen inderdaad geen bezwaar is,
daar letteren en wijsbegeerte el
kaar steeds op het hoogste niveau
ontmoeten en dan ook tot dezelf
de faculteit behoren. Deze na
tuurlijke verwantschap tussen
de scheppende gedachte en de li
teraire vormgeving krijgt juist bij
Albert Camus is een „Afrikaanse"
r ransman, die op 7 november 1913 te
Mondovi, een kleine plaats in Algerije,
het levenslicht aanschouwde. Na een
moeilijk studentenleven in de univer
siteitsstad Algiers, waar hij door al
lerlei werk in eigen onderhoud moest
voorzien, kwam hij op 25-jarige leef
tijd naar Parijs om er zich als jour
nalist te vestigen. Hij had toen reeds
een aantal schetsen en beschouwin-
Boeken, boeken
'is ^eFf ®ennekroek van de Rosalia-paroohie uit de Leeuwenstraat
m'*d' 00rzaak geweest, dat ik artiest werd. Ik was toen
G S (1len/lartje bij kem en hij vond, dat ik zo mooi kon zingen.
ben toen gaan zingen". Het is misschien een beetje moei-
kin I6 geJ°ren' ^at ërote> forse man tegenover ons, bepaald niet
y]ee €ra°htig versierd met een flinke hoeveelheid kilo's mensen-
tvitt eenS Z°-n j°ngetie was 'n een r0O(f toogje en een angstig-
6 suPerPbe. Maar hij is het todi heus geweest, net zo goed als
die eeilS Cen Seviei'd conferenvier en liedjeszanger was. Zo'n man,
öa ,Ze ,pSenwoordig „entertainer" noemen en die optreedt in dure
WasUC Cn dancings. Vroeger bestond dit nog niet zo en toen
Pai l°en ar'*es':' (^e zÜn hart aan de lichtvoetige muze had ver-
Parti' T!7Tler en liedjeszanger in cafés, op „bruiloften en
Kee kleine misdienaartje van toen, is de nu 72 jaar oude
iVat! aare' ras-Rotterdammer, eens gevierd als de grote man
Va oen lach en een traanSinds 1940 was Keees op een bladzijde
°P»e 'even3hock terecht gekomen, die nauwelijks nog wordt
heg S ^?f n' ^'aar sin(ls donderdagavond is dat weer even veranderd,
We„are tra(l °p voor de televisie en met één slag is hij nu
r e beroemdheid van vroeger geworden.
Jj-
v* 'profrl3^", —z° stond «r toen op
Sll€n>. gLamma 8 -„Lachen, gieren,
heef, !res llet de mensen lachen en
t-L nat- 7n'« jj.
i0 sef1'
untiOe
elll^ yl'
uit
se* tf!i
Op
?aan. On zo'n dïkke dertig jaar ge-
nn t podium van grote bios-
i t®etje„ de gammele plan'kiertjes van
LonJL de Provincie, in dure zalen
v atPmafnn' \°ox de microfoon van 'een
!®?r de «^Platenmaatschappij in Berlijn,
ncl>0ne daU:derlandlse radio, die in die
tSadio,7 ®?n van weleer „Hilversumse
Ën rtTf Omroep" heette.
'datnse n maar' omdat een Rot-
lekk* vond' da,t kleine Keesje
?i?,8 Öna*£. ihad Kleine Kees
J? et wat ouder was ook
ij^arakerk man«<mkoor va„ de SU
kontdCkte Kees' dat hi' nog wat
n kyrii: d3,n de gelovigen stichten met
Op "le en het Gloria.
gLS Kea verjaardagsfeest van een neef
een o-olr lUdU. rïiï. J
ïia,
6n
«e
•hei
n ^rood alleen genoeg heeft
r>lo*^en liedie' de familie had
V'. „Bat moet je meer doen.
i ir ^««na^ucmu gezega. neu
d!nd. een het me<?r gaan doen. Hij
k. öianist amP3i&non in de persoon van
N S.rkun«tfluiter Bram Flora en sa-
eh Wern u 1 Uiuev je meer aoen,
vo^°°n ip ,sn^^ac^end iprezegd. Non
'k'"
»°.atl nonf»6® zÖ.toen de mensheid die
-vermaken met hun spel.
-aar "^ezen of kabelen
bo=„Ktfs had ook n°s zoiets
hes bij w' D n hel,e Soeie ook: em-
3e Rotterdamse Leidingwater-
3o 1JI- Kol "vueraamse Geidmgwat
r kboei. .s bwam echter lichtelijk in
Va„tal nu 1Zen en trekken kost veel tijd,
dip, 182ai"^7e s°hrijven zo in de buurt
ki<w®tt kwaiV ~.er steeds meer aanbi-
latR1* nf binnenstromen. „Ik moest
Hu, briijjj. beien", zei Kees. Het werd
er sarrien V, sbow-bussiness en Kees was
da «Ooit spii.et Bram. beroeps. Hij heeft
vas ats amijan gehad. Ook al had hij
tie- teur een macht medailles,
ov«r;„ Pgeti, veVV van dit soort onder-
°P dg,el}s wei tdlend- Die prijken iis Kees
van i-OU,w gebleven, want tot
hui,v? Prijken zij in een
Papil ^^r. boven het t:
*n land kunstbloemen.
«-en
.Sens
dag
Pjlh de
Kee€t de PapiktR^r. boven het tafereel-
l 1 s en Bra 65
ï°ngand af; trad? si°uwd,en samen stad
o in 1
'atjes t, - -
beu'uVea. Toe1 ,erliln- Tot 1940 duurde
en u nde he!n Wam de oorlog en dat
VoiV am- De L!lnd« van het duo Kees
Ge- dat de mpagnon behoorde tot het
Wei-?anen ha? w va'n de volbloed-
Vd ty^. U "Rroim FlOTS
en
ten 'n 197S n In 1924 in Londen oip.
dj). ,P'aatjes L ï.00?, d€ radio en maak-
nui? "net zird PPgewekt. Bram F1
V>4 heeft >5nel€ Sezin opgepakt
«af di+ „„'.."en ooit teruggeizien.
dit
ogenblik hield Kees met lied'
jes zingen op. Maar het heimwee naar
de planken, die schmink en de spotlights
bleef zijn invloed uitoefenen op de reus,
die inmiddels uit het kleine misdienaar
tje was gegroeid. Op de E-55 was Kees
present en ook aan de wedstrijd voor de
„Beste stemmen rond de Maas" deed hij
mee; wist to,t de finale door te dringen.
Maar een echt optreden was er niet meer
bij, zou Kees ook niet meer willen, want
hij gelooft niet, dat hij de spanning zou
kunnen verdragen: „M'n bloeddruk, hè.."
Maar één optreden is er nu toch nog
bijgekomen: voor de televisie donderdag
avond. Kees werd geïnterviewd en
moest een liedje zingen. Natuurlijk ging
dat over Rotterdam, hoe kan het anders
Na zijn liedje - we hebben het gezien en
gehoord en het was In één woord af
vroeg Kees, juist als hij zijn radiooptre
den in 1925, om een „papieren ap
plaus": kijkers, die het leuk hadden ge
vonden, werd gevraagd, een kaartje naar
hem te sturen. Dat zijn optreden in de
smaak viel, is Kees nu al duidelijk gewor
den.
Hij was nog in de studio, toen hij een
telegram kreeg uit Jubbega.. En gister
morgen bij de eerste post was er al een
flinke stapel brieven en kaarten voor Kees
Ach zo leuk, allemaal. Er is een brief
van een dame uit Eindhoven en., nu ja,
het is allemachtig aardi.g!"zei Kees blo
zend. Ditzelfde vond Kees ook van bloe
men, die hij van een Rotterdamse bloe
mist bad gekregen. „De mensen zijn me
toch nog niet vergeten!"
Overigens viel dat optreden voor de
televisie hem toch nog lang niet mee
Bang, om te laat te komen voor de repe
titie zat Kees al om acht uur des morgens
in de trein. In Bus-sum kwam Kees een
dame tegen.
Hij vroeg naar de weg. „Ach zei
de dame verrukt. „Moet u voor de tele
visie optreden? O, wat interessant! Waar
spreekt u over? Over luipaarden soms?'
(In hetzelfde avondprogramma kwam een
filmpje voor in de t.v.-rubriek „Luipaard
op schoot") Kee-s lachte geheimzinnig,
liet de dame met een onbevredigd nieuws
gierig gevoel voor de deur van de studio
achter. Toen kwam de eerste reipetitie en
prompt stond de hele studio onderstebo
ven: het duurde zes minuten te lang....
Wéér een repetitie: anderhalve minuut
te lang.
„Enfin, dat heeft zo de hele dag ge
duurd," zit Kees nu gezellig op zijn praat
stoel. „Ik werd er doodzenuwachtig van
Maar toen kwam de uitzending en ik was
weer helemaal de oude .Ik vond het gewel
dig. En zeg. wa-t is die Ger Lugtenburg
een aardige man. Ik ga hem een be
dankbrief schrijven, tenminste, ik zal aan
mijn neef vragen of die het doen wil. Die
neef van me is zo goed in dat soort din
gen, hèMaar die televisie is gewei
De Vereniging „Geloof en Wetenschap"
in Amsterdam heeft weer een interessant
jaarprogramma weten samen te stellen,
dat de leden wel zullen waarderen. Zoals
bekend, worden de bijeenkomsten altijd
gehouden in de grote zaal van het Ameri
can Hotel, des avonds om 8 uur precies
Pater J. van Kilsdonk S.J. is de spre
ker van de eerste avond op woensdag 30
oktober a.s. Hij zal het hebben over „De
houding van ouders en ouderen bij geloofs-
moeilijkheden van jongeren". Mr. G. M. J
Herberichs, redacteur van de Maasbode
komt op vrijdag 22 nov. naar Amsterdam
om de politieke problemen in het Mid
denOosten te belichten, momenteel een
zeer actueel onderwerp. De filmredacteur
H. W. A. Joosten van de Projeetie-Onder-
wijs-Centrale behandelt op donderdag 19
december het vraagstuk der Jehova's Ge.
tuigen en drs A. H. Briels. directeur van
de K.F.C. en voorzitter van de Algemene
Filmkeuringscommissie, spreekt op woens
dag 8 januari over „Filmische vertel
kunst".
Interessant zal ook zijn de lezing
van de heer L. van Kranendonk, hoofd
van de researchafdeling van de Bijenkorf
op vrijdag 31 januari over „Achter de
schermen van een groot warenhuis". Op
donderdag 27 januari zal prof dr. S. Dres
den. hoogleraar aan de Leidse universl-
teV.' het zijne zeggen over detectiveromans
terwijl op maandag 24 maart pater Paul
Kiene S.J. uit Spaubeek een lezing met
lichtbeelden zal houden over „De lijkwade
van Chijstus". Men kan zich als lid van
„Geloof en Wetenschap" opgeven bij mej.
E. Damen. Herengracht, 415, tel 34620.
En dit is-ie dan: Kees Klaare,
gul-lachend, zoals in de dagen
van weleer, toen hij 't middel
punt was van een schare fees
tende mensen. Aan opgewekt
heid heeft de nu 72-jarige
allerminst ingeboet!
Bij uitgeverij Contact te Amsterdam
verscheen haar bekende Contact-Foto-Ka
lender voor het jaar 1958. Het is zoals
gewoonlijk weer een weekkalender ver
lucht met prachtige foto-opnamen over
Nederland van de gerenommeerde foto
graaf Cas Oorthuys. De nieuwe kalender
is ook verkrijgbaar met een Engelse
tekst.
De sopraan Erna Spoorenberg zal met
de pianist Geza Frid op 27 oktober in
de Wigmore Hall te Londen een serie
concerten openen, welke aldaar onder
auspiciën van de Nederlandse ambassade
worden gegeven. Het programma omvat
o.m. liederen van Mozart en Mahler. Op
4 november zal het artistenduö voor ra
dio Keulen optreden.
Want Thornton, Wilder beeft in zijn
werk de mens gezocht, zonder zich de
begrenzing te stellen van plaats, groepe
ring en zelfs van tijd. Hij heeft heden
e-n verleden. Europa en Amerika, vriend
en- vijand in één enkele ruimte zo men
wil: op één toneel tezamen gebracht en
hij is tot deze zekerheid gekomen: dat het
menszijn nooit wordt bepaald door soci
ale, politieke of technische factoren, en
dat zelfs de wetenschap niets kan veran
deren aan de eeuwige opdracht van de
mens: lief te hebben.
Nu, in het atoomtijdperk, is deze op
dracht. deze bestemming niet anders dan
in de grijze oudheid of in de Middel
eeuwen. Wereldrijken verdwijnen, steden
vergaan tot stof maar in de mens is
ingeboren de hunkering naar de liefde
I haar te ontvangen en haar te geven.
die t»en minuten, dat ik optrad, heb ik nog
flink wat verdiend: ik heb nog nooit zo'n
groot honorarium gekregen
En dan komen nu de herinneringen los:
uit een antiek kastje komt een boek met
foto's.
Artiesten, waarmee Kees Klaare beeft
samengewerkt. Bekende en minder be
kende namen, een foto va-n een opgewekt
lachende jongeman: Willy Derby
In het grote huis aan de Rotterdamse
Binnenweg - een huis, waarin, getuige de
naambordjes op de voordeur zes gezinnen
w-onep - woont Kees Klaare, die altijd
vrijgezel is gebleven, nu al 42 jaar bij
zijn zuster in. In een kamer, vol met
oude familie-portretten woont de man, die
heel wat mensen op hun feestjes aan het
lachen heeft gemaakt, nu met zijn herin
neringen.
En met zijn doos papieren applausjes..
mnitiniiii
BETIMMERINGEN VERBOUWINGEN ENZ. VOORHAVEN 101 TEL 34971 ROTTERDAM
<&i' ii
.'c
De statuten van de Nederlandse Bond
van Katholieke Uitgevers heeft de ko
ninklijke goedkeuring op haar statuten
verkregen. Het bestuur van deze bond is
thans als volgt samengesteld: F. Verbiest,
voorzitter; J. Gianotten, onder-voorzitter;
H. van Gent, penningmeester; mr. J. B. M.
Laudy, secretaris; leden: drs. W. Hen
driks en P. Gerth. Geestelijk adviseur is
prof. drs. J. van der Gaeg. De bond is
gevestigd in Den Haag, Jan van Nassau-
straat 103 en aangesloten bij St.-Jan, de
federatie van katholieke ondernemersvak
bonden inzake lectuurvoorziening.
f, i-„I „«,1
De Haagse Comedie zal in dit seizoen
Amphitryon van Max Croiset onder regie
dig. En weet le, wat ook zo lollig was? In van de auteur op het repertoire nemen.
Alï we rond ons heen zien naar wat er alzo gespeeld wordt, zouden
we tot de conclusie moeten komen, dat een eigen Nederlands repertoire
wel tot de onmogelijkheden behoorde Want welke schouwburg men ook
binnenstapt, honderd tegen één, dat men er een stuk opvoert van buiten
landse makelij. En onze gesubsidieerde beroepsgezelschappen zouden toch
wel de eerste zijn, die stukken van eigen bodem zouden nemen, indien
dit enigszins mogelijk was. Althans dit mag men van hen veronderstellen,
want hiermede zou een brok vaderlandse cultuur gediend zijn van de
eerste orde.
Wat we zien is: bijna zo goed als nooit
een stuk van eigen bodem op de planken
van het beroepstoneel.
Wat we horen is: dat de Hollandse
schrijver nu eenmaal geen toneel kan
schrijven.
Hiermede schijnt de zaak afgedaan. Wat
ik me echter afvraag, is: of het beroeps
toneel wel goed zoekt. Ziet men niet te
veel en te snel naar het buitenland, naar
de grote successen aldaar? Komt de re
denering, dat de Hollandse schrijver nu
eenmaal geen toneel kan schrijven, niet
voort uit een zeker minderwaardigheids
complex in deze? Door het louter opvoe
ren van buitenlands toneel ontneemt men
de schrijver in ieder geval alle kans. om
zich als toneelschrijver te ontwikkelen.
Of., zouden we het geheel moeten toe
schrijven aan een zeker snobisme? Een
gen gepubliceerd, en in het jaar 193R
volgde het toneelwerk Caligula, dal
een zeker, vooral literair succes ken
de. In 1942 verscheen zijn belangrijke
essay Le Mythe de Sisyphe, dat hem
in wijde kring de naam van „de filo
soof van het absurde" bezorgde. In
de mythologische figuur van Sisyphus
ziet Camus het menselijk bestaan ver
zinnebeeld: de zwoeger die een zware
steen tegen de helling oprolt, welke
last echter steeds weer naar beneden
valt wanneer hij de veilige hoogte
bijna bereikt had. De overwinning van
het absurde ligt voor Camus echter
in de aanvaarding er van, en hij wil
dan ook dat men zich Sisyphus als
„gelukkig" voorstelt, wat voor dege
ne, die zijn uitgangspunt (de absur
diteit van het leven) niet delen kan
een absurde eis wordt. Uit hetzelfde
oorlogsjaar dateert zijn eerste roman,
L'Etranger, die na de bevrijding grote
j? kende stad en land vroeger
"?s Klaare: in zijn rol van ge-
'diseerde, met een „lach en
een traan"...
een schrijver als Camus een bii- °PSang maakte en in verschillende ta-
zonder reliëf .aangezien hij op le" Werd overfiezet fook in het Ne"
beide gebieden grote verdiensten
heeft verworven. De motivering
vain de Zweedse Academie luidde
dan ook: „Wegens zijn belang
rijke literaire oeuvre waarin de
problemen van de hedendaagse,
menselijke geest op heldere en
diepgaande wijze worden be
licht."
werd overgezet (ook in het Ne
derlands). In 1945 volgde het toneel
werk Le Malentendu en de vermaard
geworden Lettres a un ami allemand.
Daarna kwam in 1947 zijn belangrijk
ste roman, La Peste, die zijn wereld
roem voorgoed heeft gevestigd.
Zeer belangrijk is voorts zijn es
say L'homme révolté (1951), vertaald
onder de titel: De mens in, opstand
(1952), waarin hij zich distancieert van
het nihilistisch existentialisme en on
derzoekt hoe de mens zch vrij kan
maken door de persoonlijke revolte,
een verzet dat geen opstand ontketent
die weer de vrijheid van anderen be
laagt. Deze publikatie leidde tot een
openlijke breuk met Sartre, wiens fi
losofie overigens op wezenlijke pun
ten van die van Camus verschilt.
Bij de waardering van deze grote
schrijver dient men uit te gaan van
het feit, van niet-künnen-geloven en
deze houding als onvoorwaardelijk op-
snobisme zowel van de kant van het pu
bliek als van de kant der beroepsgezel
schappen?
Al deze vragen zijn met zo gemakkelijk
te beantwoorden. Vreemd is het wel. dat
we wel een eigen roman-literatuur heb
ben en tegenwoordig ook een eigen ballet
en een eigen opera.
Eigenlijk hebben we alles eigen. Zo
groot zal het minderwaardigheidscomplex
van de Hollander dus wel niet zijn. Erg
gauw laten we ons heus niet intimide
ren door het buitenland. Maar op het ge
bied van toneelschrijven liggen we voor
het buitenland op onze knieën. Nee, wat
zij kunnen, kunnen wij niet. En steeds
blijkt het weer gepruts, als het beroeps
het weer eens met een stuk van eigen
bodem probeert. I
En toch wil de redenering, dat de Hol
landse schrijver nu eenmaal geen toneel
kan schrijven, er bij ons niet goed in.
Natuurlijk moeten we niet komen aan
dragen met de redenering, dat het ama
teurtoneel volop stukken van eigen bodem
speelt. Dus eigen stukken in overvloed.
Het beroeps kan nu eenmaal heel dik
wijls niet spelen, wat voor het amateur
toneel wel geschikt is.
Aan het beroepstoneel worden heel
wat hogere eisen gesteld dan aan het
amateurtoneel. Van het beroeps verwacht
men het beste van het beste.
Het amateurtoneel is het meest ge
diend met eenvoudige spelen vol hande
ling en vaart. Het beroepstoneel ziet men
het liefst een diepgaand probleemspel
aansnijden, waarin het veel meer aan
komt op het woord dan op de handeling.
Men verwacht van -het beroepstoneel
dus het beste van het beste. Men meent,
dat dit alleen uit het buitenland kan ko
men. Maar wat men ziet op de planken
van het beroepstoneel, is lang niet altijd
het beste van het beste. Vele of moe
ten we zeggen de meeste stukken hou-
teleurstelling in. Het
Natuurlijk heeft het beroepstoneel ook
de plicht ons het beste van het beste uit
het buitenland te laten zien, als de 6feer
en de probleemstelling van zo'n stuk
ons ligt. Maar de eerste plicht van het
beroepstoneel is toch om de cultuur van
eigen bodem te dienen. Tenzij men voor
een onmogelijkheid «staat, zoals men wil
doen voorkomen. Tenzij het werkelijk
waar is, dat wij Hollanders niet capa
bel zijn om zelf toneel te plegen.
Nu kan men ook niet redeneren: speel
maar raak, al is het dan voorlopig van
wat minder gehalte, als onze schrijvers
hierdoor maar in de gelegenheid ge
steld worden zich als toneelschrijver te
ontwikkelen.
Neen. we moeten wel degelijk eerst een
goed Nederlands stuk hebben. Geen
schrijver is ermee gediend, als er minder
goed werk van hem wordt opgevoerd.
Hierdoor verspeelt hij juist zijn kansen.
Maar., is dit betere Nederlandse werk
er niet? Zoekt het beroepstoneel wel ac
curaat? Wordt het Nederlandse werk niet
heel dikwijls nog ongezien terzijde ge
schoven als „dit kan toch niets zijn"?
Komen er bij de toneeluitgevers niet
heel dikwijls stukken uit. die om haar
kwaliteit door het amateurtoneel ge
schroomd worden en daardoor blijven lig
gen, maar juist uiterst geschikt zouden
zijn voor het beroepstoneel?
Onze mening is, dat dit inderdaad het
geval is. Maar doordat deze kwaliteits
stukken blijven liggen, wordt de schrij
ver de moed ontnomen of hij grijpt naar
eenvoudiger gegevens, die het amateur
toneel wel aan kan. Gegevens van meer
volkse aard.
Wilder heeft deze boodschap niet op
zalverige manier gebracht, maar in een
frisse, echt levendige vorm, wijs en met
een weldadige humor Zelf noemt hij er
gens zijn levensles „een simpele wijsheid":
dat is zij ook zij is eigenlijk zo oud
als de wereld, evenals het kwaad en de
nijd. Maar Wilder heef-t haar na veel
strijd en leed opnieuw heroverd op een
ontspoord leven in een losgeslagen tijd.
Deze simpele wijsheid", te vaak verne
derd tot een leeg woord en een prekerige
gemeenplaats, heeft door hem een nieuwe
klank gekregen.
En deze klank heeft gelukkig! in
Duitsland e-en echo gevonden en daarom
heeft men Thornton Wilder de Vredes
prijs geschonken. De thans zestigjarige
Amerikaanse schrijver heeft bij deze ge
legenheid een grote rede gehouden, waar
in hij zijn vertrouwen in Europa uitsprak.
Hij. de professor die in de Griekse tijd
even goed thuis is als in de Romeinse
of in <fe Middeleeuwen, en die daarom
wel eens „een Europese Amerikaan"
wordt genoemd, herhaalde met klem zijn
overtuiging: Europa moet niet de moed
opgeven! Het is niet verloren zolang het
zich laat inspireren door zijn eigen, rijke
en altijd bevruchtende cultuur.
Dat in West-Europa aan de klassieke
cultuur, welke Wilder op het oog had,
velen zich laven, kon men op de Messe
zien. Dertienhonderd uitgevers uit vier
en twintig landen, waaronder dit jaar de
Sovjet-Unie, exposeerden meer dan zes
tigduizend boeken. Zeventienduizend hier
van waren in eerste druk.
Zoals hierboven reeds werd gezegd, ver
schijnen er in Duitsland veel Engelse en
Amerikaanse boeken in vertaling. In bet
vorige jaar waren het er resP- 408 en
356. Dan volgt Frankrijk met 317 titels.
Nederland komt op de vijfde plaats met
57 vertalingen van Nederlandse en (voor
al) Vlaamse auteurs.
Omgekeerd komt Nederland op de twee-
1 de plaats. In 1955 publiceerden wij na-
melijk 191 Duitse boeken in Nederlandse
vertaling. Boven aan de lijst staat Japan
met 195 titels. Amerika nam in hetzelfde
jaar 179 Duitse boeken in vertaling. De
Sovjet-Unie, die 47 auteurs exporteerde,
importeerde er 123 uit de Bondsrepubliek.
Interessant is het te weten, dat'de Sov
jet-Unie met 30.811 titels per jaar boven
aan de internationale boekenproduktie
staat. Dan volgt Japan met 21.653 titels
en vervolgens komen Engeland, West-
Duitsland en de Verenigde Staten. Ons
land neemt met 7.292 titels de achtste
plaats in.
Veelzeggender nog worden deze cijfers
van de boekenproduktie, als men ze ziet
in verhouding tot het aantal inwoners. Ge
rekend per 100 inwoners publiceert Zwit
serland 77 boeken per jaar, Nederland
68, Engeland 37. West-Duitsland 33, Frank
rijk 27. de Sovjet-Unie 14, de Verenigde
Staten8. Alleen Brazilië heeft er min
der, namelijk 6 titels op elke 100 inwo
ners.
Al deze cijfers zijn een nuchtere en
,soms onthullende berekening van wat er
achter het beste van al die tienduizenden
kleurige banden en omslagen schuil gaat:
een wereld van cultuur en van „simpele
wijsheid" het enige wat volgens Thorn
ton Wilder ons tenslotte zal kunnen red
den. Als wij tenminste willen luisteren en
willen begrijpen
De les, die het amateurtoneel hieruit
trekken kan, is: doe voor goed afstand
van het snobisme, om ook enkel maar
buitenlands werk te willen brengen. Want
vele juist zeer goede verenigingen me
nen dat zij ook aan hun standing ver
plicht zijn om buitenlands werk te spe
len. Zij doen toch 0 zo graag het be
roeps na. Menen hierdoor enigszins op
gelijke voet te komen met het beroeps.
Menen hierdoor door het publiek zeer
hoog aangeslagen te worden. Maar het
eigen cultuurgoed, dat zij dienen^ kunnen
door het spelen van werk van eigen bo
dem. wordt volkomen over het hoofd ge-
zien.
Goed, breng zo nu en dan ook eens een
stuk van buitenlandse makelij, als u in
de mening verkeert, dat dit zo goed is,
dat u het uw publiek niet onthouden mag,
maar zoek, zoek eerst naar stukken van
niet heen te komen is. omdat de pro
bleemstelling ons niet ligt of de sfeer.
Dit laatste is heel normaal waar het bui
tenlandse stukken betreft. Successen in het
buitenland, behoeven hier nog geen suc
cessen te worden. Al meent men, dat
wij niet capabel zijn om zelf toneel te
plegen, daarom hebben wij onze eigen
sfeer, 'onze eigen opvattingen, ons eigen
aanvoelingsvermogen nog wel.
mensen -een kans mee, en u zet uw pu
bliek tenminste een stuk voor, dat het
kan begrijpen en aanvoelen, omdat de
sfeer en de probleemstelling van dat stuk
zo door en door eigen, zo Hollands is.
recht en derhalve als menselijke mo
gelijkheid te aanvaarden. Hierto"
wordt men trouwens gedwongen doo
het onmiskenbare ethos dat er var,
Camus' werk uitgaat, een ethos dat
hem uit diepe overtuiging tot een
strijder voor de menselijke waardig
heid heeft gemaakt. Hoe zuiver zijn
standpunt is, kan reeds blijken uit de
titel die een andere zuivere, ditmaal
christelijke geest, Emmanuel Mounier,
aan een studie over hem meegaf, een
titel die het beste samenvat, dat over
Camus te zeggen valt; Albert Camus,
Pascal sans Christ. Daarmee immers
is tevens Camus' rang als eminent
schrijver aangeduid, wiens taal om
haar klassieke soberheid, helderheid
en nauwkeurigheid alom door ken
ners als een voorbeeld geprezen wordt,
J. R. V.
Naar het voorbeeld van de „Discothèque
National de Belgique" te Brussel hoopt
nen in Rotterdam in het begin van het
,'Olgend jaar tot een uitleendiscotheck te
komen. Het bestuur van de stichting de
„Centrale Discotheek", dat gevormd wordt
door de heren W. Veder, C. Th. Erwich,
mr. H. L. Benjamins, ir. C. E. Kampman,
L. L. Krolisch en mej. S. Bessem, hoopt
dan de plannen zover uitgewerkt te heb
ben, dat begonnen kan worden met de
uitlening van grammofoonplaten op mu
zikaal, litterair en historisch gebied.
Naar wij menen is dit niet de eerste
poging om tot een instituut te geraken,
dat grammofoonplaten uitleent, maar op
zet en uithoudingsvermogen bleken meest
al onvoldoende te zijn, zodat deze instel
lingen als eendagsvliegen weer snel ten
ondergang gedoemd waren. In het buiten
land echter is men reeds veel verder op
dit gebied gekomen, de „Discothèque Na
tional de Belgique" te Brussel b.v. bestaat
reeds vanaf november 1956 en zal de vol
gende maand in Charleroi een onderaf
deling openen. Als de voortekenen niet
bedriegen zullen de fundamenten van de
„Centrale Discotheek" zo degelijk zijn,
dat een vertrouwen in de toekomst ge
rechtvaardigd is, waar het instituut als
„Stichting" niet het maken van winsten be
oogt, kunnen de binnenvloeiende gelden
ook geheel aangewend worden tot instand
houding en uitbreiding. De kosten voor
het lidmaatschap zullen 17,50 per jaar
bedragen, terwijl voor het lenen van een
normale 30 cm plaat een wekelijkse ver
goeding van 0,75 per week gevraagd zal
worden. De prijs van een lidmaatschap,
dat vóór de oprichtingsdatum wordt aan
gevraagd, is f 15,p. p. Platen, die door
hun aard of aantal niet voor de uitlening
beschikbaar gesteld kunnen worden, kun
nen beluisterd worden in een daartoe nog
aan te wijzen lokaliteit. Voor het opgeven
van lidmaatschap of voor het verkrijgen
van inlichtingen wende men zich tot de
heer R. Maas, Prinses Julianalaan 65, tel.
137627 te Rotterdam, die met de dagelijkse
leiding is belast.
Roman door Peter Abraliams,
vertaald door Dick Ouwendijk.
Uitgegeven door Uitgeverij
Foreholte, Voorhout.
..„Mijn hele leven was beheerst door
een teken, dat vaak onzichtbaar was ge
bleven, ofschoon het dan n-iet minder
reëel was en dat zei: „Uitsluitend voor
Europeanen".
Omwille van dat teken was ik geboren
in de vuilnis en de afschuwelijkheid van
de achterbuurt en ik had er mijn kinder
jaren en bijna mijn hele jeugd_ door
gebracht; omwille daarvan was niet één,
maar waren vele generaties temidden
van de vuilnis en de afschuwelijkheid
van de achterbuurt geboren, opgegroeid
en gestorven De wereld van vandaag be
hoorde aan „de Europeanen". En in mijn
contacten met hen hadden de Europeanen
mij duidelijk gemaakt, dat zij de heersers
waren, dat de aarde en al haar rijkdom
aan hen toebehoorden
Deze alinea is het fundament van net
boek: „Mijn volk roept om vrijheid
Een fundament, waarop Peter Abrahams
zijn klacht opbouwt, zijn aanklacht tegen
de wereld van de blanken, die zich met
wil mengen met het minderwaardige ras
van kleurlingen, van negers. Juist in
deze tijd, nu wij de affaire van Little
Rock nog maar kort achter ons hebben,
is het goed, de stem van een kleurling
te horen die beschuldigend zijn vinger
naar de blanken uitsteekt. Om daardoor
tot het besef te komen, dat God Zijn
wereld niet in bruikleen aan één supe
rieur ras heeft afgestaan.
Peter 'Abrahams die in deze roman
zijn eigen leven beschrijft bezit een
eenvoudige, maar suggestieve taal, waar
door zijn aanklacht aan intensiteit wint.
Na lezing van zijn boek ontkomt men met
aan een zeker schuldgevoel. Want al neo-
ben wij, hier in Nederland, dan geen
rassenscheiding, het is toch het blanke
ras, waartoe wij behoren, dat zulk een
afschuwelijke scheidsmuur heeft opge
worpen tussen zichzelf en tussen andere,
gekleurde" mensen Peter Abrahams bezit
op een voortreffelijke manier de gave,
ons deze scheidsmuur te schilderen en
ons te overtuigen van het misdadige
hiervan.
God geve, dat de roep om vrijheid van
Peter Abrahams en zijn volk, verstaan
moge worden. F- v-