kees klaare-. Van misdienaartje tot conferencier voor „bruiloften en partijen De boodschap van Thornton Wilder: Is eigen Nederlands repertoire mogelijk? Albert Camus Uitleendiscotheek te Rotterdam DE WERELD NOBELPRIJSWINNAAR fll et een lach en Wij leven voor de liefde van niens tot mens b-o-uwt het mad&ine - n Li Nederlands minderwaardigheids complex? een traan in drukinkt Televisie bracht weer een vleugje van de roem van vroeger dagen „Geloof en Wetenschap" Dit is-ie dan! Contact-F oto-Kalender 1958 Erna Spoorenberg en Geza Frid naar Londen Simpele tri Hans Roest Les voor liet amateur toneel Hans van Bergen MIJN VOLK ROEPT OM VRIJHEID VB ZATERDAG 19 OKTOBER 1957 PAGENA 11 U t°5 Hooi, ~'J /'n'n ae me Voor de televisie Nog nooit zoveel verdiend Interessant jaarprogramma De grote vredesprijs van deaDuitse boekhandel is dit jaar voor de eerste maal uitgereikt aan een Amerikaan, namelijk aan lliornton Wilder, de schrijver van de beroemde romans „De hemel is mijn beloning" en „De brug van San Luis Rey' en van het toneelspel „Onze kleine stad". Zijn naam is nu met ere toegevoegd aan de illustere rij, waarvan Albert Schweitzer, Romano Guardim, Hermann Hesse en Reinhold Schneider de bekendste zijn. Het lijkt me een rechtvaardige daad om dit jaar een Amerikaan, die door zijn werk veel voor de vredesidee heeft gedaan, uit te verkiezen voor deze hoge onderscheiding. Het is immers zo op de Frankfurter Buchmesse bleek dat onomstotelijk dat er in Duitsland veel uit het Amerikaans vertaalde boeken worden gelezen. Voorts heeft men aan Thornton Wilder een ereschuld, omdat hij na de tweede wereld oorlog (vooral door zijn toneelspelen) het geslagen Duitse volk de ogen heeft geopend voor de noodzaak van en plicht tot menselijke waardigheid. Zijn boodschap was toen tegelijk terechtwijzing, op- THORNTON WILDER Europese Amerikaan wekking en troost. Papieren applausjes iimininnminfliimmiuHnniraiiiiiiiuiimiuniiuinnfuuuiuwiiiunmunraiininimiiimiimuiuiiuiiimuinnraiiniiiiiinmmiiuiiiiiHiiinHiimiiiiuiiinHiiumnnniiuntniiiniiiminii^nnimimiKimiinimuiiBni NED. BOND VAN KATHOLIEKE UITGEVERS NIEUW STUK VAN MAX CROISET BIJ DE HAAGSE COMEDIE Op' AKKERTJES" w «ifa I kunt U bouwen! Albert Camus, die volgende maand 44 jaar wordt, is de ne gende Fransman wie de hoge on derscheiding van de Nobelprijs ten deel viel. Tekenend voor de geestelijke en creatieve oriënte ring van Frankrijk is, dat zes van deze negen prominenten letter kundigen zijn, indien men althans de wijsgeer Henri Bergson tot de literatuur mag rekenen, waar tegen inderdaad geen bezwaar is, daar letteren en wijsbegeerte el kaar steeds op het hoogste niveau ontmoeten en dan ook tot dezelf de faculteit behoren. Deze na tuurlijke verwantschap tussen de scheppende gedachte en de li teraire vormgeving krijgt juist bij Albert Camus is een „Afrikaanse" r ransman, die op 7 november 1913 te Mondovi, een kleine plaats in Algerije, het levenslicht aanschouwde. Na een moeilijk studentenleven in de univer siteitsstad Algiers, waar hij door al lerlei werk in eigen onderhoud moest voorzien, kwam hij op 25-jarige leef tijd naar Parijs om er zich als jour nalist te vestigen. Hij had toen reeds een aantal schetsen en beschouwin- Boeken, boeken 'is ^eFf ®ennekroek van de Rosalia-paroohie uit de Leeuwenstraat m'*d' 00rzaak geweest, dat ik artiest werd. Ik was toen G S (1len/lartje bij kem en hij vond, dat ik zo mooi kon zingen. ben toen gaan zingen". Het is misschien een beetje moei- kin I6 geJ°ren' ^at ërote> forse man tegenover ons, bepaald niet y]ee €ra°htig versierd met een flinke hoeveelheid kilo's mensen- tvitt eenS Z°-n j°ngetie was 'n een r0O(f toogje en een angstig- 6 suPerPbe. Maar hij is het todi heus geweest, net zo goed als die eeilS Cen Seviei'd conferenvier en liedjeszanger was. Zo'n man, öa ,Ze ,pSenwoordig „entertainer" noemen en die optreedt in dure WasUC Cn dancings. Vroeger bestond dit nog niet zo en toen Pai l°en ar'*es':' (^e zÜn hart aan de lichtvoetige muze had ver- Parti' T!7Tler en liedjeszanger in cafés, op „bruiloften en Kee kleine misdienaartje van toen, is de nu 72 jaar oude iVat! aare' ras-Rotterdammer, eens gevierd als de grote man Va oen lach en een traanSinds 1940 was Keees op een bladzijde °P»e 'even3hock terecht gekomen, die nauwelijks nog wordt heg S ^?f n' ^'aar sin(ls donderdagavond is dat weer even veranderd, We„are tra(l °p voor de televisie en met één slag is hij nu r e beroemdheid van vroeger geworden. Jj- v* 'profrl3^", —z° stond «r toen op Sll€n>. gLamma 8 -„Lachen, gieren, heef, !res llet de mensen lachen en t-L nat- 7n'« jj. i0 sef1' untiOe elll^ yl' uit se* tf!i Op ?aan. On zo'n dïkke dertig jaar ge- nn t podium van grote bios- i t®etje„ de gammele plan'kiertjes van LonJL de Provincie, in dure zalen v atPmafnn' \°ox de microfoon van 'een !®?r de «^Platenmaatschappij in Berlijn, ncl>0ne daU:derlandlse radio, die in die tSadio,7 ®?n van weleer „Hilversumse Ën rtTf Omroep" heette. 'datnse n maar' omdat een Rot- lekk* vond' da,t kleine Keesje ?i?,8 Öna*£. ihad Kleine Kees J? et wat ouder was ook ij^arakerk man«<mkoor va„ de SU kontdCkte Kees' dat hi' nog wat n kyrii: d3,n de gelovigen stichten met Op "le en het Gloria. gLS Kea verjaardagsfeest van een neef een o-olr lUdU. rïiï. J ïia, 6n «e •hei n ^rood alleen genoeg heeft r>lo*^en liedie' de familie had V'. „Bat moet je meer doen. i ir ^««na^ucmu gezega. neu d!nd. een het me<?r gaan doen. Hij k. öianist amP3i&non in de persoon van N S.rkun«tfluiter Bram Flora en sa- eh Wern u 1 Uiuev je meer aoen, vo^°°n ip ,sn^^ac^end iprezegd. Non 'k'" »°.atl nonf»6® zÖ.toen de mensheid die -vermaken met hun spel. -aar "^ezen of kabelen bo=„Ktfs had ook n°s zoiets hes bij w' D n hel,e Soeie ook: em- 3e Rotterdamse Leidingwater- 3o 1JI- Kol "vueraamse Geidmgwat r kboei. .s bwam echter lichtelijk in Va„tal nu 1Zen en trekken kost veel tijd, dip, 182ai"^7e s°hrijven zo in de buurt ki<w®tt kwaiV ~.er steeds meer aanbi- latR1* nf binnenstromen. „Ik moest Hu, briijjj. beien", zei Kees. Het werd er sarrien V, sbow-bussiness en Kees was da «Ooit spii.et Bram. beroeps. Hij heeft vas ats amijan gehad. Ook al had hij tie- teur een macht medailles, ov«r;„ Pgeti, veVV van dit soort onder- °P dg,el}s wei tdlend- Die prijken iis Kees van i-OU,w gebleven, want tot hui,v? Prijken zij in een Papil ^^r. boven het t: *n land kunstbloemen. «-en .Sens dag Pjlh de Kee€t de PapiktR^r. boven het tafereel- l 1 s en Bra 65 ï°ngand af; trad? si°uwd,en samen stad o in 1 'atjes t, - - beu'uVea. Toe1 ,erliln- Tot 1940 duurde en u nde he!n Wam de oorlog en dat VoiV am- De L!lnd« van het duo Kees Ge- dat de mpagnon behoorde tot het Wei-?anen ha? w va'n de volbloed- Vd ty^. U "Rroim FlOTS en ten 'n 197S n In 1924 in Londen oip. dj). ,P'aatjes L ï.00?, d€ radio en maak- nui? "net zird PPgewekt. Bram F1 V>4 heeft >5nel€ Sezin opgepakt «af di+ „„'.."en ooit teruggeizien. dit ogenblik hield Kees met lied' jes zingen op. Maar het heimwee naar de planken, die schmink en de spotlights bleef zijn invloed uitoefenen op de reus, die inmiddels uit het kleine misdienaar tje was gegroeid. Op de E-55 was Kees present en ook aan de wedstrijd voor de „Beste stemmen rond de Maas" deed hij mee; wist to,t de finale door te dringen. Maar een echt optreden was er niet meer bij, zou Kees ook niet meer willen, want hij gelooft niet, dat hij de spanning zou kunnen verdragen: „M'n bloeddruk, hè.." Maar één optreden is er nu toch nog bijgekomen: voor de televisie donderdag avond. Kees werd geïnterviewd en moest een liedje zingen. Natuurlijk ging dat over Rotterdam, hoe kan het anders Na zijn liedje - we hebben het gezien en gehoord en het was In één woord af vroeg Kees, juist als hij zijn radiooptre den in 1925, om een „papieren ap plaus": kijkers, die het leuk hadden ge vonden, werd gevraagd, een kaartje naar hem te sturen. Dat zijn optreden in de smaak viel, is Kees nu al duidelijk gewor den. Hij was nog in de studio, toen hij een telegram kreeg uit Jubbega.. En gister morgen bij de eerste post was er al een flinke stapel brieven en kaarten voor Kees Ach zo leuk, allemaal. Er is een brief van een dame uit Eindhoven en., nu ja, het is allemachtig aardi.g!"zei Kees blo zend. Ditzelfde vond Kees ook van bloe men, die hij van een Rotterdamse bloe mist bad gekregen. „De mensen zijn me toch nog niet vergeten!" Overigens viel dat optreden voor de televisie hem toch nog lang niet mee Bang, om te laat te komen voor de repe titie zat Kees al om acht uur des morgens in de trein. In Bus-sum kwam Kees een dame tegen. Hij vroeg naar de weg. „Ach zei de dame verrukt. „Moet u voor de tele visie optreden? O, wat interessant! Waar spreekt u over? Over luipaarden soms?' (In hetzelfde avondprogramma kwam een filmpje voor in de t.v.-rubriek „Luipaard op schoot") Kee-s lachte geheimzinnig, liet de dame met een onbevredigd nieuws gierig gevoel voor de deur van de studio achter. Toen kwam de eerste reipetitie en prompt stond de hele studio onderstebo ven: het duurde zes minuten te lang.... Wéér een repetitie: anderhalve minuut te lang. „Enfin, dat heeft zo de hele dag ge duurd," zit Kees nu gezellig op zijn praat stoel. „Ik werd er doodzenuwachtig van Maar toen kwam de uitzending en ik was weer helemaal de oude .Ik vond het gewel dig. En zeg. wa-t is die Ger Lugtenburg een aardige man. Ik ga hem een be dankbrief schrijven, tenminste, ik zal aan mijn neef vragen of die het doen wil. Die neef van me is zo goed in dat soort din gen, hèMaar die televisie is gewei De Vereniging „Geloof en Wetenschap" in Amsterdam heeft weer een interessant jaarprogramma weten samen te stellen, dat de leden wel zullen waarderen. Zoals bekend, worden de bijeenkomsten altijd gehouden in de grote zaal van het Ameri can Hotel, des avonds om 8 uur precies Pater J. van Kilsdonk S.J. is de spre ker van de eerste avond op woensdag 30 oktober a.s. Hij zal het hebben over „De houding van ouders en ouderen bij geloofs- moeilijkheden van jongeren". Mr. G. M. J Herberichs, redacteur van de Maasbode komt op vrijdag 22 nov. naar Amsterdam om de politieke problemen in het Mid denOosten te belichten, momenteel een zeer actueel onderwerp. De filmredacteur H. W. A. Joosten van de Projeetie-Onder- wijs-Centrale behandelt op donderdag 19 december het vraagstuk der Jehova's Ge. tuigen en drs A. H. Briels. directeur van de K.F.C. en voorzitter van de Algemene Filmkeuringscommissie, spreekt op woens dag 8 januari over „Filmische vertel kunst". Interessant zal ook zijn de lezing van de heer L. van Kranendonk, hoofd van de researchafdeling van de Bijenkorf op vrijdag 31 januari over „Achter de schermen van een groot warenhuis". Op donderdag 27 januari zal prof dr. S. Dres den. hoogleraar aan de Leidse universl- teV.' het zijne zeggen over detectiveromans terwijl op maandag 24 maart pater Paul Kiene S.J. uit Spaubeek een lezing met lichtbeelden zal houden over „De lijkwade van Chijstus". Men kan zich als lid van „Geloof en Wetenschap" opgeven bij mej. E. Damen. Herengracht, 415, tel 34620. En dit is-ie dan: Kees Klaare, gul-lachend, zoals in de dagen van weleer, toen hij 't middel punt was van een schare fees tende mensen. Aan opgewekt heid heeft de nu 72-jarige allerminst ingeboet! Bij uitgeverij Contact te Amsterdam verscheen haar bekende Contact-Foto-Ka lender voor het jaar 1958. Het is zoals gewoonlijk weer een weekkalender ver lucht met prachtige foto-opnamen over Nederland van de gerenommeerde foto graaf Cas Oorthuys. De nieuwe kalender is ook verkrijgbaar met een Engelse tekst. De sopraan Erna Spoorenberg zal met de pianist Geza Frid op 27 oktober in de Wigmore Hall te Londen een serie concerten openen, welke aldaar onder auspiciën van de Nederlandse ambassade worden gegeven. Het programma omvat o.m. liederen van Mozart en Mahler. Op 4 november zal het artistenduö voor ra dio Keulen optreden. Want Thornton, Wilder beeft in zijn werk de mens gezocht, zonder zich de begrenzing te stellen van plaats, groepe ring en zelfs van tijd. Hij heeft heden e-n verleden. Europa en Amerika, vriend en- vijand in één enkele ruimte zo men wil: op één toneel tezamen gebracht en hij is tot deze zekerheid gekomen: dat het menszijn nooit wordt bepaald door soci ale, politieke of technische factoren, en dat zelfs de wetenschap niets kan veran deren aan de eeuwige opdracht van de mens: lief te hebben. Nu, in het atoomtijdperk, is deze op dracht. deze bestemming niet anders dan in de grijze oudheid of in de Middel eeuwen. Wereldrijken verdwijnen, steden vergaan tot stof maar in de mens is ingeboren de hunkering naar de liefde I haar te ontvangen en haar te geven. die t»en minuten, dat ik optrad, heb ik nog flink wat verdiend: ik heb nog nooit zo'n groot honorarium gekregen En dan komen nu de herinneringen los: uit een antiek kastje komt een boek met foto's. Artiesten, waarmee Kees Klaare beeft samengewerkt. Bekende en minder be kende namen, een foto va-n een opgewekt lachende jongeman: Willy Derby In het grote huis aan de Rotterdamse Binnenweg - een huis, waarin, getuige de naambordjes op de voordeur zes gezinnen w-onep - woont Kees Klaare, die altijd vrijgezel is gebleven, nu al 42 jaar bij zijn zuster in. In een kamer, vol met oude familie-portretten woont de man, die heel wat mensen op hun feestjes aan het lachen heeft gemaakt, nu met zijn herin neringen. En met zijn doos papieren applausjes.. mnitiniiii BETIMMERINGEN VERBOUWINGEN ENZ. VOORHAVEN 101 TEL 34971 ROTTERDAM <&i' ii .'c De statuten van de Nederlandse Bond van Katholieke Uitgevers heeft de ko ninklijke goedkeuring op haar statuten verkregen. Het bestuur van deze bond is thans als volgt samengesteld: F. Verbiest, voorzitter; J. Gianotten, onder-voorzitter; H. van Gent, penningmeester; mr. J. B. M. Laudy, secretaris; leden: drs. W. Hen driks en P. Gerth. Geestelijk adviseur is prof. drs. J. van der Gaeg. De bond is gevestigd in Den Haag, Jan van Nassau- straat 103 en aangesloten bij St.-Jan, de federatie van katholieke ondernemersvak bonden inzake lectuurvoorziening. f, i-„I „«,1 De Haagse Comedie zal in dit seizoen Amphitryon van Max Croiset onder regie dig. En weet le, wat ook zo lollig was? In van de auteur op het repertoire nemen. Alï we rond ons heen zien naar wat er alzo gespeeld wordt, zouden we tot de conclusie moeten komen, dat een eigen Nederlands repertoire wel tot de onmogelijkheden behoorde Want welke schouwburg men ook binnenstapt, honderd tegen één, dat men er een stuk opvoert van buiten landse makelij. En onze gesubsidieerde beroepsgezelschappen zouden toch wel de eerste zijn, die stukken van eigen bodem zouden nemen, indien dit enigszins mogelijk was. Althans dit mag men van hen veronderstellen, want hiermede zou een brok vaderlandse cultuur gediend zijn van de eerste orde. Wat we zien is: bijna zo goed als nooit een stuk van eigen bodem op de planken van het beroepstoneel. Wat we horen is: dat de Hollandse schrijver nu eenmaal geen toneel kan schrijven. Hiermede schijnt de zaak afgedaan. Wat ik me echter afvraag, is: of het beroeps toneel wel goed zoekt. Ziet men niet te veel en te snel naar het buitenland, naar de grote successen aldaar? Komt de re denering, dat de Hollandse schrijver nu eenmaal geen toneel kan schrijven, niet voort uit een zeker minderwaardigheids complex in deze? Door het louter opvoe ren van buitenlands toneel ontneemt men de schrijver in ieder geval alle kans. om zich als toneelschrijver te ontwikkelen. Of., zouden we het geheel moeten toe schrijven aan een zeker snobisme? Een gen gepubliceerd, en in het jaar 193R volgde het toneelwerk Caligula, dal een zeker, vooral literair succes ken de. In 1942 verscheen zijn belangrijke essay Le Mythe de Sisyphe, dat hem in wijde kring de naam van „de filo soof van het absurde" bezorgde. In de mythologische figuur van Sisyphus ziet Camus het menselijk bestaan ver zinnebeeld: de zwoeger die een zware steen tegen de helling oprolt, welke last echter steeds weer naar beneden valt wanneer hij de veilige hoogte bijna bereikt had. De overwinning van het absurde ligt voor Camus echter in de aanvaarding er van, en hij wil dan ook dat men zich Sisyphus als „gelukkig" voorstelt, wat voor dege ne, die zijn uitgangspunt (de absur diteit van het leven) niet delen kan een absurde eis wordt. Uit hetzelfde oorlogsjaar dateert zijn eerste roman, L'Etranger, die na de bevrijding grote j? kende stad en land vroeger "?s Klaare: in zijn rol van ge- 'diseerde, met een „lach en een traan"... een schrijver als Camus een bii- °PSang maakte en in verschillende ta- zonder reliëf .aangezien hij op le" Werd overfiezet fook in het Ne" beide gebieden grote verdiensten heeft verworven. De motivering vain de Zweedse Academie luidde dan ook: „Wegens zijn belang rijke literaire oeuvre waarin de problemen van de hedendaagse, menselijke geest op heldere en diepgaande wijze worden be licht." werd overgezet (ook in het Ne derlands). In 1945 volgde het toneel werk Le Malentendu en de vermaard geworden Lettres a un ami allemand. Daarna kwam in 1947 zijn belangrijk ste roman, La Peste, die zijn wereld roem voorgoed heeft gevestigd. Zeer belangrijk is voorts zijn es say L'homme révolté (1951), vertaald onder de titel: De mens in, opstand (1952), waarin hij zich distancieert van het nihilistisch existentialisme en on derzoekt hoe de mens zch vrij kan maken door de persoonlijke revolte, een verzet dat geen opstand ontketent die weer de vrijheid van anderen be laagt. Deze publikatie leidde tot een openlijke breuk met Sartre, wiens fi losofie overigens op wezenlijke pun ten van die van Camus verschilt. Bij de waardering van deze grote schrijver dient men uit te gaan van het feit, van niet-künnen-geloven en deze houding als onvoorwaardelijk op- snobisme zowel van de kant van het pu bliek als van de kant der beroepsgezel schappen? Al deze vragen zijn met zo gemakkelijk te beantwoorden. Vreemd is het wel. dat we wel een eigen roman-literatuur heb ben en tegenwoordig ook een eigen ballet en een eigen opera. Eigenlijk hebben we alles eigen. Zo groot zal het minderwaardigheidscomplex van de Hollander dus wel niet zijn. Erg gauw laten we ons heus niet intimide ren door het buitenland. Maar op het ge bied van toneelschrijven liggen we voor het buitenland op onze knieën. Nee, wat zij kunnen, kunnen wij niet. En steeds blijkt het weer gepruts, als het beroeps het weer eens met een stuk van eigen bodem probeert. I En toch wil de redenering, dat de Hol landse schrijver nu eenmaal geen toneel kan schrijven, er bij ons niet goed in. Natuurlijk moeten we niet komen aan dragen met de redenering, dat het ama teurtoneel volop stukken van eigen bodem speelt. Dus eigen stukken in overvloed. Het beroeps kan nu eenmaal heel dik wijls niet spelen, wat voor het amateur toneel wel geschikt is. Aan het beroepstoneel worden heel wat hogere eisen gesteld dan aan het amateurtoneel. Van het beroeps verwacht men het beste van het beste. Het amateurtoneel is het meest ge diend met eenvoudige spelen vol hande ling en vaart. Het beroepstoneel ziet men het liefst een diepgaand probleemspel aansnijden, waarin het veel meer aan komt op het woord dan op de handeling. Men verwacht van -het beroepstoneel dus het beste van het beste. Men meent, dat dit alleen uit het buitenland kan ko men. Maar wat men ziet op de planken van het beroepstoneel, is lang niet altijd het beste van het beste. Vele of moe ten we zeggen de meeste stukken hou- teleurstelling in. Het Natuurlijk heeft het beroepstoneel ook de plicht ons het beste van het beste uit het buitenland te laten zien, als de 6feer en de probleemstelling van zo'n stuk ons ligt. Maar de eerste plicht van het beroepstoneel is toch om de cultuur van eigen bodem te dienen. Tenzij men voor een onmogelijkheid «staat, zoals men wil doen voorkomen. Tenzij het werkelijk waar is, dat wij Hollanders niet capa bel zijn om zelf toneel te plegen. Nu kan men ook niet redeneren: speel maar raak, al is het dan voorlopig van wat minder gehalte, als onze schrijvers hierdoor maar in de gelegenheid ge steld worden zich als toneelschrijver te ontwikkelen. Neen. we moeten wel degelijk eerst een goed Nederlands stuk hebben. Geen schrijver is ermee gediend, als er minder goed werk van hem wordt opgevoerd. Hierdoor verspeelt hij juist zijn kansen. Maar., is dit betere Nederlandse werk er niet? Zoekt het beroepstoneel wel ac curaat? Wordt het Nederlandse werk niet heel dikwijls nog ongezien terzijde ge schoven als „dit kan toch niets zijn"? Komen er bij de toneeluitgevers niet heel dikwijls stukken uit. die om haar kwaliteit door het amateurtoneel ge schroomd worden en daardoor blijven lig gen, maar juist uiterst geschikt zouden zijn voor het beroepstoneel? Onze mening is, dat dit inderdaad het geval is. Maar doordat deze kwaliteits stukken blijven liggen, wordt de schrij ver de moed ontnomen of hij grijpt naar eenvoudiger gegevens, die het amateur toneel wel aan kan. Gegevens van meer volkse aard. Wilder heeft deze boodschap niet op zalverige manier gebracht, maar in een frisse, echt levendige vorm, wijs en met een weldadige humor Zelf noemt hij er gens zijn levensles „een simpele wijsheid": dat is zij ook zij is eigenlijk zo oud als de wereld, evenals het kwaad en de nijd. Maar Wilder heef-t haar na veel strijd en leed opnieuw heroverd op een ontspoord leven in een losgeslagen tijd. Deze simpele wijsheid", te vaak verne derd tot een leeg woord en een prekerige gemeenplaats, heeft door hem een nieuwe klank gekregen. En deze klank heeft gelukkig! in Duitsland e-en echo gevonden en daarom heeft men Thornton Wilder de Vredes prijs geschonken. De thans zestigjarige Amerikaanse schrijver heeft bij deze ge legenheid een grote rede gehouden, waar in hij zijn vertrouwen in Europa uitsprak. Hij. de professor die in de Griekse tijd even goed thuis is als in de Romeinse of in <fe Middeleeuwen, en die daarom wel eens „een Europese Amerikaan" wordt genoemd, herhaalde met klem zijn overtuiging: Europa moet niet de moed opgeven! Het is niet verloren zolang het zich laat inspireren door zijn eigen, rijke en altijd bevruchtende cultuur. Dat in West-Europa aan de klassieke cultuur, welke Wilder op het oog had, velen zich laven, kon men op de Messe zien. Dertienhonderd uitgevers uit vier en twintig landen, waaronder dit jaar de Sovjet-Unie, exposeerden meer dan zes tigduizend boeken. Zeventienduizend hier van waren in eerste druk. Zoals hierboven reeds werd gezegd, ver schijnen er in Duitsland veel Engelse en Amerikaanse boeken in vertaling. In bet vorige jaar waren het er resP- 408 en 356. Dan volgt Frankrijk met 317 titels. Nederland komt op de vijfde plaats met 57 vertalingen van Nederlandse en (voor al) Vlaamse auteurs. Omgekeerd komt Nederland op de twee- 1 de plaats. In 1955 publiceerden wij na- melijk 191 Duitse boeken in Nederlandse vertaling. Boven aan de lijst staat Japan met 195 titels. Amerika nam in hetzelfde jaar 179 Duitse boeken in vertaling. De Sovjet-Unie, die 47 auteurs exporteerde, importeerde er 123 uit de Bondsrepubliek. Interessant is het te weten, dat'de Sov jet-Unie met 30.811 titels per jaar boven aan de internationale boekenproduktie staat. Dan volgt Japan met 21.653 titels en vervolgens komen Engeland, West- Duitsland en de Verenigde Staten. Ons land neemt met 7.292 titels de achtste plaats in. Veelzeggender nog worden deze cijfers van de boekenproduktie, als men ze ziet in verhouding tot het aantal inwoners. Ge rekend per 100 inwoners publiceert Zwit serland 77 boeken per jaar, Nederland 68, Engeland 37. West-Duitsland 33, Frank rijk 27. de Sovjet-Unie 14, de Verenigde Staten8. Alleen Brazilië heeft er min der, namelijk 6 titels op elke 100 inwo ners. Al deze cijfers zijn een nuchtere en ,soms onthullende berekening van wat er achter het beste van al die tienduizenden kleurige banden en omslagen schuil gaat: een wereld van cultuur en van „simpele wijsheid" het enige wat volgens Thorn ton Wilder ons tenslotte zal kunnen red den. Als wij tenminste willen luisteren en willen begrijpen De les, die het amateurtoneel hieruit trekken kan, is: doe voor goed afstand van het snobisme, om ook enkel maar buitenlands werk te willen brengen. Want vele juist zeer goede verenigingen me nen dat zij ook aan hun standing ver plicht zijn om buitenlands werk te spe len. Zij doen toch 0 zo graag het be roeps na. Menen hierdoor enigszins op gelijke voet te komen met het beroeps. Menen hierdoor door het publiek zeer hoog aangeslagen te worden. Maar het eigen cultuurgoed, dat zij dienen^ kunnen door het spelen van werk van eigen bo dem. wordt volkomen over het hoofd ge- zien. Goed, breng zo nu en dan ook eens een stuk van buitenlandse makelij, als u in de mening verkeert, dat dit zo goed is, dat u het uw publiek niet onthouden mag, maar zoek, zoek eerst naar stukken van niet heen te komen is. omdat de pro bleemstelling ons niet ligt of de sfeer. Dit laatste is heel normaal waar het bui tenlandse stukken betreft. Successen in het buitenland, behoeven hier nog geen suc cessen te worden. Al meent men, dat wij niet capabel zijn om zelf toneel te plegen, daarom hebben wij onze eigen sfeer, 'onze eigen opvattingen, ons eigen aanvoelingsvermogen nog wel. mensen -een kans mee, en u zet uw pu bliek tenminste een stuk voor, dat het kan begrijpen en aanvoelen, omdat de sfeer en de probleemstelling van dat stuk zo door en door eigen, zo Hollands is. recht en derhalve als menselijke mo gelijkheid te aanvaarden. Hierto" wordt men trouwens gedwongen doo het onmiskenbare ethos dat er var, Camus' werk uitgaat, een ethos dat hem uit diepe overtuiging tot een strijder voor de menselijke waardig heid heeft gemaakt. Hoe zuiver zijn standpunt is, kan reeds blijken uit de titel die een andere zuivere, ditmaal christelijke geest, Emmanuel Mounier, aan een studie over hem meegaf, een titel die het beste samenvat, dat over Camus te zeggen valt; Albert Camus, Pascal sans Christ. Daarmee immers is tevens Camus' rang als eminent schrijver aangeduid, wiens taal om haar klassieke soberheid, helderheid en nauwkeurigheid alom door ken ners als een voorbeeld geprezen wordt, J. R. V. Naar het voorbeeld van de „Discothèque National de Belgique" te Brussel hoopt nen in Rotterdam in het begin van het ,'Olgend jaar tot een uitleendiscotheck te komen. Het bestuur van de stichting de „Centrale Discotheek", dat gevormd wordt door de heren W. Veder, C. Th. Erwich, mr. H. L. Benjamins, ir. C. E. Kampman, L. L. Krolisch en mej. S. Bessem, hoopt dan de plannen zover uitgewerkt te heb ben, dat begonnen kan worden met de uitlening van grammofoonplaten op mu zikaal, litterair en historisch gebied. Naar wij menen is dit niet de eerste poging om tot een instituut te geraken, dat grammofoonplaten uitleent, maar op zet en uithoudingsvermogen bleken meest al onvoldoende te zijn, zodat deze instel lingen als eendagsvliegen weer snel ten ondergang gedoemd waren. In het buiten land echter is men reeds veel verder op dit gebied gekomen, de „Discothèque Na tional de Belgique" te Brussel b.v. bestaat reeds vanaf november 1956 en zal de vol gende maand in Charleroi een onderaf deling openen. Als de voortekenen niet bedriegen zullen de fundamenten van de „Centrale Discotheek" zo degelijk zijn, dat een vertrouwen in de toekomst ge rechtvaardigd is, waar het instituut als „Stichting" niet het maken van winsten be oogt, kunnen de binnenvloeiende gelden ook geheel aangewend worden tot instand houding en uitbreiding. De kosten voor het lidmaatschap zullen 17,50 per jaar bedragen, terwijl voor het lenen van een normale 30 cm plaat een wekelijkse ver goeding van 0,75 per week gevraagd zal worden. De prijs van een lidmaatschap, dat vóór de oprichtingsdatum wordt aan gevraagd, is f 15,p. p. Platen, die door hun aard of aantal niet voor de uitlening beschikbaar gesteld kunnen worden, kun nen beluisterd worden in een daartoe nog aan te wijzen lokaliteit. Voor het opgeven van lidmaatschap of voor het verkrijgen van inlichtingen wende men zich tot de heer R. Maas, Prinses Julianalaan 65, tel. 137627 te Rotterdam, die met de dagelijkse leiding is belast. Roman door Peter Abraliams, vertaald door Dick Ouwendijk. Uitgegeven door Uitgeverij Foreholte, Voorhout. ..„Mijn hele leven was beheerst door een teken, dat vaak onzichtbaar was ge bleven, ofschoon het dan n-iet minder reëel was en dat zei: „Uitsluitend voor Europeanen". Omwille van dat teken was ik geboren in de vuilnis en de afschuwelijkheid van de achterbuurt en ik had er mijn kinder jaren en bijna mijn hele jeugd_ door gebracht; omwille daarvan was niet één, maar waren vele generaties temidden van de vuilnis en de afschuwelijkheid van de achterbuurt geboren, opgegroeid en gestorven De wereld van vandaag be hoorde aan „de Europeanen". En in mijn contacten met hen hadden de Europeanen mij duidelijk gemaakt, dat zij de heersers waren, dat de aarde en al haar rijkdom aan hen toebehoorden Deze alinea is het fundament van net boek: „Mijn volk roept om vrijheid Een fundament, waarop Peter Abrahams zijn klacht opbouwt, zijn aanklacht tegen de wereld van de blanken, die zich met wil mengen met het minderwaardige ras van kleurlingen, van negers. Juist in deze tijd, nu wij de affaire van Little Rock nog maar kort achter ons hebben, is het goed, de stem van een kleurling te horen die beschuldigend zijn vinger naar de blanken uitsteekt. Om daardoor tot het besef te komen, dat God Zijn wereld niet in bruikleen aan één supe rieur ras heeft afgestaan. Peter 'Abrahams die in deze roman zijn eigen leven beschrijft bezit een eenvoudige, maar suggestieve taal, waar door zijn aanklacht aan intensiteit wint. Na lezing van zijn boek ontkomt men met aan een zeker schuldgevoel. Want al neo- ben wij, hier in Nederland, dan geen rassenscheiding, het is toch het blanke ras, waartoe wij behoren, dat zulk een afschuwelijke scheidsmuur heeft opge worpen tussen zichzelf en tussen andere, gekleurde" mensen Peter Abrahams bezit op een voortreffelijke manier de gave, ons deze scheidsmuur te schilderen en ons te overtuigen van het misdadige hiervan. God geve, dat de roep om vrijheid van Peter Abrahams en zijn volk, verstaan moge worden. F- v-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 11