Jeugdige Sintniklazers roodgloeiend van verwachting f Praalwagenstoet in Vlaams stadje Tegenzet op een „hemelse' intrige a Studenten in de kuip Post Radio en televisie Het Hongaarse Woord Overheid en pers ZATERDAG 19 OKTOBER 1957 PAGINA voor St.-Nicolaas t t êe' Over enkele dagen is het een jaar geleden, dat de Hongaarse opstand uitbrak, die zo hoopvol begon en zo diep-tragisch eindigde. Met pijn in het hart zullen we terugdenken aan de machteloosheid, waarmee wij moesten aanzien, hoe het met elemen taire kracht losgebarsten vrijheidsverlangen van een geknecht en uitgebuit volk met bruut geweld werd neergedrukt. Het enige, wat we konden doen, was de grote stroom van Hongaarse vluchtelingen te hulp snellen en hun een veilig en goed onderko nen te verschaffen. Maar met deze sucesvolle hulp in het materiële iak is het Hongaarse vluchtelingenprobleem nog iang niet uit de wereld. Aan dit vraagstuk zitten al. ook belangrijke psychologische en geestelijke as- oecten. De aanpassing aan de westerse, i.e. Neder landse levenssfeer en levenswijze, waaromtrent vaak heel verkeerde voorstellingen leefden, is voor vele Hongaarse vluchtelingen bijzonder moeilijk. Losgeraakt uit de totalitaire, alles omvattende le venssfeer van het communisme zijn vele vluchtelin gen in geestelijk en sociaal opzicht in een vacuum terecht gekomen. In menig opzicht voelen zij zich teleurgesteld door de westerse levenssfeer, welke zij zich als het land van belofte hadden gedacht. Na de goed-geslaagde materiële hulpverlening moet het voor het westen een erezaak zijn, dat deze vluchtelingen zich ook in geestelijk en sociaal op zicht in onze levenssfeer thuis gaan voelen, dat zjj over hun aanpassingsmoeilijkheden worden heenge- holpen. „Magyar Szo" (Het Hongaarse Woord), het blad voor de Hongaren in Nederland, heeft hierbij in het afgelopen jaar een belangrijke rol gespeeld. Dit blad wordt verzorgd door Hongaren, meest zelf vluch telingen, die dit werk volkolmen belangeloos in hun vrije tijd doen. Het doel van dit blad is de Hongaren door een daarop afgestemde voorlichting en infor matie te helpen bij hun aanpassing aan de nieuwe levenssfeer en levenswijze en bij de ideologische vraagstukken, waarmee zjj nog altijd worstelen. Vooral de jonge generatie onder de vluchtelingen is nog altijd in meer of mindere mate in de ban van de communistische ideologie. Door een goede voorlichting tracht het blad hen te beveiligen tegen de communistische propaganda, waaraan zij nog -teeds in sterke mate bloot staan via toegezonden Hongaarse kranten, de radio en communistische agenten. Tevens worden de Hongaarse vluchtelingen vertrouwd gemaakt met de Europese gedachte en de achtergronden hiervan. Helaas kampt het blad thans met grote financiële moeilijkheden. Het ontvangt met ingang van 1 ok- 'ober j.I. geen subsidie meer van de Nederlandse Federatie voor het Vluchtelingenwezen. Deze Fede- atie geeft thans zelf een algemeen vluchtelingen- blad uit, „Nieuwe Verten" genaamd, dat bestemd is voor alle vluchtelingen in Nederland. Dit blad. dat in het Nederlands geschreven is, bereikt echter alleen vluchtelingen, wier aanpassing is geslaagd. Voor de vele nog niet-geïntegreerde Hongaarse vluchtelingen is deze Nederlandse uitgave van wei nig betekenis. Dezen hebben nog behoefte aan een ngen Hongaars blad, dat hun moeilijkheden en pro blemen psychologisch het best weet te benaderen. „Magyar Szo" doet thans een beroep op het Ne derlandse volk om het voortbestaan ervan te ver zekeren. Ter gelegenheid van de herdenking van de Hongaarse revolutie geeft het een speciale Neder- 'andse editie uit. In dit nummer staat o.a. een be- 'znopt overzicht van het rapport van de Ver. Naties over de gebeurtenissen in Hongarije; verder bevat bet een beschrijving van de ervaringen van slacht offers der A.V.H., de bekendmaking van een aantal vonnissen, die door de Hongaarse gerechtshoven zijn geveld en tal van artikelen van Nederlandse en Hongaarse journalisten. Het geheel is verlucht imet vele foto's. Men kan een of meer exemplaren be stellen door f 0.55 te storten op giro 1860 ten name van Magyar Szo, Klein Vrijenban 3, Delft. Wij hopen van harte, dat velen van deze gelegen heid gebruik zullen maken om het sympathieke en zo belangrijke streven van dit blad te steunen. Verenigingen of organisaties, die verscheidene exemplaren wensen ter verspreiding onder hun leden, kunnen dit schriftelijk aan bovengenoemd adres aanvragen. Wij zouden de besturen van ons rijk-gevarieerde verenigingsleven gaarne hiertoe willen opwekken. De maatregel tegen de parlementaire correspon dent van „De Volkskrant", de heer Faas, vormde vrijwel de enige branding in de overigens opmer kelijk rustige stroom der deze week gehouden al gemene begrotingsbeschouwingen. Speciaal prof. Romme keerde zich met kracht tegen dr. Drees' antwoord op de vragen van mr. Vrolijk. Terecht heeft prof. Romme zich tot tolk gemaakt van het in brede perskringen geuite protest tegen het persoonlijke karakter van de regeringsmaatre gel, welke zonder in een nadere motivering te treden de journalist trof. die wel het gewraakte materiaal verzameld had, doch die niet voor de publikatie ervan verantwoordelijk mag worden gesteld. Dit uitgangspunt beïnvloedde uiteraard de formulering van het regeringsantwoord aan mr. Vrolijk, dat ook verder niet van een overmaat aan weldoordachtheid blijk gaf. In het Kamerdebat is evenwel niet de principiële en algemene vraag uit de verf gekomen of de regering faciliteiten mag weigeren aan de jour nalistieke vertegenwoordigers van een persorgaan, dat om het Rommiaans te zeggen „in zijn voorlichting het accent soms ten onrechte meer schijnt te leggen op het belang van de primeur dan op het publieke nut der publikatie". Daar even wel ligt, naar het ons voorkomt, de kern van de zaak. De regering heeft op deze vraag, in het antwoord aan mr. Vrolijk, een duidelijk ja laten horen, zich baserend op haar eigen verantwoorde lijkheid. Zij stelt zich op het standpunt, dat zij niet behoeft te volstaan om de bestaande „lek kages" in haar eigen apparatuur zoveel mogelijk te repareren, maar voor zover in haar vermogen ligt moet voorkomen dat het regent! Dit in prin cipe gezonde uitgangspunt wordt, zoals steeds, wanneer het om belangen van de pers en de vor ming der publieke opinie gaat terstond zeer nete lig, als men het in praktijk wil brengen. Men komt in de uitermate moeilijke materie terecht van het rechter in eigen zaak spelen van de overheid. Om de beeldspraak door te trekken: in hoeverre moet de regering zelf kunnen bepalen, of de regen vol doende is voor de groei en bloei der democratische meningsvorming? Vragen rijzen als: wat is, of wat behoort te zijn, het „rechtskarakter" der „facili teiten"? In hoeverre bestaat er of behoort er te bestaan een „recht op informatie" aan de zijde van de pers in onze samenleving? Op dit terrein bestaan geen duidelijke inzichten en de ervaring heeft geleerd hoe uitermate moeilijk het is zelfs maar een poging tot het brengen van klaar heid, tot het formuleren van verantwoordelijkhe den over en weer, te doen. Hoe duidelijk af en toe zoals in het onderhavige geval het onoirbare van een bepaalde publikatie ook mag zijn, zo moei lijk is het om een remedie aan te geven. Het voor stel om dit soort aangelegenheden voor te leggen aan de Raad van Toezicht, de tuchtrechtorganisa tie van de Joumalistenfederatie, neemt weliswaar het bezwaar weg dat de overheid „recht doet" in eigen zaak. Maar het is, naar ons gevoel, nog al lerminst duidelijk hoe in deze materie te onder scheiden valt tussen rechts- en beleidsvragen, zo dat wij de houding van de regering op dit punt niet onjuist kunnen achten. Het toegezegde overleg tussen regering en pers, dat uit deze affaire resulteert kan intussen alleen maar vruchtbaar zijn voor de groei van duidelijker zij het wellicht slechts casuïstische criteria voor overheids- en persbeleid. Al ontveinzen wij ons niet, dat het onderwerp zo breed is als de zee. In 't Soete Land van Waas Daar woont Sinterklaas SINT-NIKLAAS, 19 oktober. In deze residentie van de goed-heilig man wonen morgen alleen ge lukkige kinderen. Zij worden er bevestigd in het eeuwenoud geloof aan hun gemijterde vriend en de Sintniklazers doen dat op een manier die niet is mis te verstaan. Zij hebben er de radio en de televisie voor gemobiliseerd. En voor alle kinderen is er een zoete voorproef op de zaligheden die er op de 6e december in en om honderdduizenden paren schoenen worden uitgestald. De helpers van de Sint trekken daarbij onbewust een lange neus in de richting van de heer Wallich Sieuwerts, die een weliswaar ernstig, maar ook weinig roomsgezind schrijver moet zijn geweest uit het begin van de zeventiende eeuw. De heer Sieuwerts heeft zich namelijk anti-paapse verdiensten verworven door protest aan te tekenen tegen de viering van het feest van Sinter klaas. Hij zag dat alleen maar als „een sotte en onghesondeerde ma nier, om de kinderen haere schoenen met allerley snoeperie ende slickerdemick te vullen", en daarmee overtrof hij zelfs de meest or thodoxe twlntigste-eeuwse voedingsspecialist, die op zulke dagen nog wel eens van het gezonde appeltjes- en worteltjeskouwen wil dis penseren terwille van een ruiltransactie, die de wortelen bij het Paard en tanden- en maagbedervende slickerdemick bij het kind doet be landen. Om de kosten van de feestviering te bestrijden werd eet grote loterij op touw gezet. Een der hoofdprijzen is dd glas-in-loodraam waarin Frans van Immerseel het hoofd' motief van de feeststoet verwerkte. Sinterklaas en de sympathieke knecht Zivarte Piet, bestuderen het lijvige boek, waarin de namen der brave kinderen in gouden letters staan geschreven, in zwarte letters de namen der stoute bengels. Bij de jeugdige Sintniklazers is de verwachting al roodgloeiend gespannen. Naast de Boet- en de Bloedprocessies van Veurne en Brugge heeft hun stad sinds kort zijn heel bijzondere Sinterklaasstoet die tot een even grote traditie wil uitgroeien als het Drakenspel van Bergen en de Kattestoet van Yperen. De kinde ren van Sint-Niklaas staan daar mee bij die van andere steden een paar weken voor. Zij mo'gen dat doen omdat hun stad nu eenmaal de naam van de heilige voert, die in het Vlaamse land vanouds nog- alwat vereerders heeft. Niet al leen bij de kinderen trouwens, maar ook bij trouwlustige meis jes, die in een liedboekje van ruim tweehonderd jaar geleden (1731) al zuchtten: Sinter-Niclaas, waarde vriendt, Geef mij toch wat mij dient. Mijn blommetje staai nu in zijn fleur, Achttien jaartjes ben ik deur. Het valt mij te lang, Het valt mij te lang. Wilt mij verhoren, Of ik moet smoren Al mijn leven lang. (Uit „Het nieuwe verma kelijke Thirsis Minnewit") En verder bij al die anderen, de gevangenen en de verdrukten, de wijnhandelaars en de bakkers, de advocaten en de ,,Heeren van den Gerechte", de bankiers en de apothekers, de voerlieden en de handelaren in levensmiddelen en kleding (die in deze gemeenschap pelijke affectie wellicht de oplos sing vinden voor hun Texaroma- oorlog), die zich in de loop der eeuwen onder de hemelse patro nage van de Sint hebben gesteld. Doet er niet toe of dat die van Myra is of zijn naamgenoot uit Tolentijn, die speciaal bij de schip pers in de gunst staat. Dat zij nu al, half oktober, zijn lof kunnen zingen en de feiten uit zijn leven en legende overdenken, en hun eerste gave In ontvangst nemen, dat danken zij vooreerst aan de hemelse intriges van hun heilige vriend. Toen zijn vereer ders vorig jaar het feest pas eind november inzetten, liet hij het prompt zo hondshard regenen dat de feestkas met een catastrofe be dreigd werd. Een heel merkwaar dig gezelschap heeft zich toen op een tegenzet beraden. Wat zoudt u denken van de combinatie van een wethouder, een bierbrouwer, een kunstenaar en een comité uit de plaatselijke middenstand? Met elkaar hebben die de intocht op een vroegere datum besproken. Zij lieten de door de regen ver fomfaaide kostuums herstellen en garandeerden de Sint een regeD matiger verloop van zijn feest dan vorig jaar. En voor hun attracties is de Sint tenslotte gezwicht om deze maand al zijn winterresiden- tie te betrekken. dan 300.000 franken) klinkt, dat in de „hemelwagen" is mgebouwd. Maar in de samenwerking met een plaatselijke harmonie moet dat bij alle kinderen toch wel een onvergetelijke indruk "aten. Van Immerseel deed trouwens meer. Hij werkt met volksdansers en met de motieven van oude ge- bakvormen die de versiering leve ren voor zijn rollend materiaal. Hij haalde er een weefgetouw bij, waaraan een engel de textiel- produkten weeft, die de Sint ten geschenke geeft, en een bakkerij die ons eraan he - -'at de heilige Nicolaas van Tolentijn (leefde duizend jaar na zijn naam genoot van Myra) in het Land van Waas een devotie in het leven heeft geroepen waarbij koortslijders ne gen dagen achter elkaar een stuk je moeten eten van een ter ere van hun heilige gewijd broodje. Er is een postkantoor in de stoet, voor de correspondentie van de Sint. Maar Van ïmmerseel's sterkste troef dit jaar is toch wel de nieu we wagen met het „herbergcom plex". „Het ontwerpen en uitwerken van een Sinterklaasstoet behoren tot de schoonste ogenblikken van Brouwer De Baere had voor .zijn bierstunt geen tapwedstrijden en commerciële radio nodig. Hij verdiepte zich simpelweg in de Sinterklaaslegende waarin de kuipen en de tonnen (die ook wel het bovenstuk van een toren kun- Ja, lezer, „in 't Soete Land van Waas daar woont nu Sinter klaas". En de schepen, Maurice van Haver, heeft het wel zo willen regelen dat de burgemeester en de schepenen in vol ornajt de heilig- man op het stadhuis zullen ont vangen. Daar gaat bij morgen dan ook de hulde en de verzoe ken in ontvangst nemen van.vi'f- tienhonderd kir-""-en, die daar mee op het grootste marktplein van heel België de hpotheose vie ren van hun feeststoet. Het in Turk se kermisstijl gebouwde muziek- tempeltje zal er dan he "aal weg vallen tegen de deining van de praalwagens, de op ee i folkloris tisch feest onontbeerlijke reus, de maskers en de vlaggen (voor el ke zakenman aangepast bij zijn eigen beroep) die allemar' or4- ten zijn aan de fantasie Frans van Immerseel. In zijn gewone leven is Van Im merseel een nijver glazenier en grafisch kunstenaar die duizenden vrome en wijze en leerzame spreuken heeft geïllustreerd. Maar de afgelopen weken was deze Ant werpenaar Sintniklazer met de Sintniklazenaars, druk als hij was met het ontwerpen van de grote stoet die in Amerikaa ,se superla tieven als het meest verzorgde, het best verantwoorde en het grootste folkloristische Kindc: feest van West-Europa is -•* Pd. Van Immerseel zouden wij het best kunnen vergelijken met onze eigen Joris Briels. Hij was ook de man die de Yperse Kattestoet in elkaar heeft gezet, evenals de uit bundige carnavalstoet van Asse nede. Doch voor Sint-Niklaas trok hij nog andere registers c en. Let terlijk, doordat hij de orgelvirtu- oos Adriaan Bank tot 1.. nelorga nist verklaarde. Misschien bezor gen wij alle hagiografen de grote verrassing van hun leven met te vertellen dat de hemelmuziek van de heer Bank uit een nuchter-mo- dern Hammondorgel (waarde meer een folklorist en tekenaar", zegt Frans van Immerseel er zelf van. „Vooral wanneer het thema zo ge laden is met zoveel historische en eerbiedwaardige documentaties". Voor de aansluiting op de werke lijkheid zorgde dan wel de bier brouwer De Baere, die daarmee de ereprijs verdient van elle bier propagandisten ter wereld. nen betekenen) een nadrukkelij ke rol spelen: „Voor kinderen wist Sinterklaas -in goedheid overal de baas-, door een mirakel in een ton te zijn een echte levensbron.." Zo heèt het tenminste in de Sin- terklaaspoëzie van brouwer De Baere. En wat zou een rasechte brouwer anders kunnen doen, dan daaruit de inspiratie putten voor de compositie van een nieuwe, biersoort? Klaas-ale is de naam van het bier dat voortaan de associatie van de Sint met de ton nen moet levend houden. Voor de meer spirituele kant zorgt dan wel Frans van Immerseel die daarvoor de oude handschriften heeft geraadpleegd. Van Immerseel beroept zich voor de samenstelling van zijn pronkstuk in de optocht namelijk op „Li Livres de Saint Nicholay" van de in 1175 gestorven Norman- dische minnezanger Wace. Noord- Frankrijk was toen nog het cul turele centrum van West-Euro pa, en voor de „varende scholie ren" uit die streken, de studen ten die van de ene universiteits stad naar de andere zwierven - was Sint Nicolaas de patroon. „Hij bood immers een lichtend voorbeeld van studiezin en vroom heid, hij was bekend als redder uit moeilijkheden. En studenten zijn niet vreemd aan dezelfde si tuaties, vooral rond de exa mens verklaart Van Immer seel. „Meer nog, deze zwervende studenten waren dikwijls bloot gesteld aan aanvallen van dieven en moordenaars. Ligt het nu niet voor de hand, dat iemand daar op het idee is gekomen ter betere pedagogische uitbuiting van de ze ideaal-gestalte de bisschop zelf ten tonele te laten verschijnen?" Voor de keus van een patroon vroeg de middeleeuwse opvatting echter ook een wonderverhaal. Uit die behoefte zou dan het scho lierenmotief ontstaan zijn, de ge schiedenis van de drie jeugdige studenten die door een herbergier vermoord werden, ter bestrijding van de hongersnood volgens alle regels van de kunst ingekuipt en tenslotte op voorspraak van Sint Nicolaas weer als levende mensen aan de wetenschap werden terug gegeven. Er zijn op die legende enkele variaties en zij zou zelfs een voor gangster hebben in het verhaal van de drie officieren die door kei zer Konstantijn ten onrechte in een toren (een kuip!) gevangen waren gezet, waaruit zij door Sint Nicolaas werden verlost. Om de grootheid van de heilige te be klemtonen kregen de drie officie ren naast hem de gestalte van kinderen. Ja, ja, grote en kleine kindc renvoor zover u dat nOr niet wist: Sint Nicolaas verblijf1 tegenwoordig niet meer in Span- je. Hij is door de Vlamingen ge annexeerd en heeft na morgen zijn zetel gevestigd in Sint Ni klaas, de hoofdstad van het Land van lVaas. Wilt u hem schrijven? Dat kan! Zijn adres luidt: Residentie Sinterklaas, Stadhuis, Sint-Niklaas (België). De Sint heeft het plan om alle brieven te beantwoorden. Dte prestatie zal dan weer een nieutoo zijn in de reeks van bijzonder daden die de heilige bisschop worden toegeschreven. Alleen. - vrijstelling van briefport heeft zijn nieuwe vaderland hem nog n& gegeven. Wij laten buiten be schouwing of dat de schuld is vfl" de bestedingsbeperking of van de anti-klericale regering Van Acker- Maar wel zouden wij uit naaf1 van de in Sint-Niklaas resideren de Spaans/Vlaamse bisschop briefschrijvers willen verzoeken i een internationale antwoordcou pon bij hun brief in te sluite,>' <le De schatkist moet immers voor o 6e december intact blijven! h®' fiP Al zulke verhalen spelen daag de Sintniklazers door hoofd. Zij hebben er de matl jj) van radio en televisie bijge" uit*e, „iet®01 king ervan te laten meegem^p om heel de wereld van de De kunstenaar Frans van Immerseel bespr eekt met Sint Nicolaas de volgorde der feestelijk heden. en eigenlijk zouden we ons <*- maar moeten verwonderen het feit dat de hoofdstad va pt Soete Land van Waas zicb veel eerder tot de residentie zijn grote heilige heeft verk*3 Maar nu zij dat dan doen e beurt dat met alle nadruk' j Sintniklazers eisen voor bun zelfs de eer op, de enige sta e zijn die als administratieve^py- naming „de naam van deze pathieke vriend van Sr0° pa* klein in haar schild draag* er in de omgeving van gS,p een ander St.-Nicolas ligt, gpS de Bulgaars-Hongaarse een Nikopol dat in zijn j,aP toch ook wel enige verwan p toont zullen wij in de *eestgS); de maar vergeten. Het ^5' immers voornamer dan be tige, nietwaar? Will. K°r tcK*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 6