„Oprechte samenwerking,
anders komt men er niet"
OOSTERSE
TAWHE»
Je moet altijd oppassen dat een ander je niet voorgaat
Moderne meubel steeds meer
gewaardeerd
SOCIALE WEGWIJZER]
He
T WITTE PAARD
NIEUWE STEDEN IN NEDERLAND
Jaarvergadering Ned* Instituut voor Volks
huisvesting en Stedebouw
v/h TOORENBl
DA MME
- en dat is géén goede instelling voor weggebruiker
PAG UN A 6
Niet „kleven" aan aan
vullende werken
Toeslagen melkgarantie
spoedig uitbetaald?
Reclame-plan van 2,5
Plan om kokos in eigen land te spinnen
Wat is een bedrijfs
ongeval?
KLAVER
VIER
miljoen
HONDEN
Duitse vergoedingen
van schade
VH
ZATERDAG 26 OKTOBER 1957
Verwarring en tegenstellingen
Rapport over mobiliteitsactie
Stedebouwkundige aspecten
Voordelen van hoge bouw
mËm
11
"Saaülilir'T Advertent*
zichtzendingen door geheel Nederland!
Nieuwe Binnenweg 340-344 Tel. 34136-55947
HARDE NOTEN OP VIJFTIENDE WEGVERKEERSDAG
Unieke drooginstallatie
Nederland grootste afnemer
van kokos
Nieuwe Waterweg-gemeenten
spraken met provincie
(Van onze verkeersredacteur).
SCHEVENINGEN, vrijdag
Op de Vijftiende Wegverkeers-
dag van de K.N.A.C. zijn vandaag
in het Scheveningse Kurhaus har
de noten gekraakt. Nederlandse
deskundigen staken de hand in
eigen boezem: waarom zijn wij
slechte weggebruikers? In ons
dichtbevolkte land, zei prof. dr. S.
J. Groenman, hoogleraar aan de
Rijksuniversiteit te Utrecht, wordt
je dagelijks voorgehouden, dat je
in de rij moet staan. Wij moeten
in de rij staan voor loketten en
worden geplaatst op wachtlijsten
voor telefoons en woningen. Je
moet altijd op je qui-vive zijn, dat
een ander je niet voorgaat. En dat
is géén instelling, die ons tot goede
weggebruikers maakt.
Bijna alles
Geen gruwels?
Bundeling
AHOYHAL- ROTTERDAM
TENTOONSTELLING
MEER DAN 1000 HONDEN
Stijl gevraagd
Uitzending elke
zaterdagavond 9.45,
Hilversum li (298m.)
BENOEMINGEN BIJ DE S.E.R.
Thans ook voor personen
in Nederland
Betere mensen
ROMAN van
Anny von Panhuys
ll".f
(Van onze Haagse redactie)
„Begin met een samenwerking, die oprecht is. anders komt men er beslist
liet." Dit was het steeds terugkerende thema op de jaarvergadering van het
Yed. Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw, die ditmaal gewijd was
aan het onderwerp „Nieuwe steden in Nederland" en die gisteren in het Haagse
Dierentuingebouw gehouden werd.
Het was vooral dit advies ook, dat een der drie prè-adviseurs, prof. dr. G. A.
van Poelje, lid van de Raad van State, aan de aanwezigen voorhield. Hij was
het, die een vurig pleidooi hield voor een samenwerking tussen de provinciale
bestuursorganen en verder tussen de gemeenten voorzover hier in^ de wet Ge
meenschappelijke Regelingen geen ruimte geboden wordt. Wettelijke voorzie
ningen vormden de muur waaraan verdere kapstokken van welke vorm ook op
gehangen dienen te worden.
En dan bü de planning samenwerking, „anders kunnen we wel naar huis
gaan", aldus prof. Van Poelje.
bepalen op welke wijze deze groei ver
der zal gaan tot een wenselijke omvang
bereikt is.
Bij alle discussies, die tijdens dit con
gres rond de nieuwe steden gevoerd wer
den, kwamen echter talrijke onzekerhe
den, vaagheden, tegenstellingen en pro
blemen naar voren, die over deze dag
een rookgordijn legden van verwarrende
complicaties. Dit verschijnsel werd dan
ook aan het eind van de dag geconsta
teerd door de voorzitter van het Instituut
ir. F. Bakker Schut, die desondanks deze
debatten een stap vooruit achtte in de
richting van een realisering van de nieu
we steden, vooral in het westen van ons
land.
De onlangs door de Tweede Kamer in
gestelde „Commissie Mobilitcitsactie",
waarvan de burgemeester van Itucphcn,
tevens voorzitter van de commissie van
advies voor de aanvullende werkgelegen
heid, P. B. M. Alberts, voorzitter is, heeft
thans rapport uitgebracht. De commissie
komt hierin tot de conclusie dat de voort
zetting van de mobiliteitsaetie in de hui
dige situatie in bepaalde gebieden met een
arbeidsoverschot in de zomer nodig ver
antwoord kan zijn. In het bijzonder denkt
de commissie hier aan de drie noordelijke
provincies.
Over deze kwestie is uitvoerig gedis-
Reeds in zijn preadvies had prof. Van
Poelje ervan gewaagd, dat het vraag
stuk der nieuwe steden in ons land een
reeds dertig jaar oud probleem is. Men
heeft echter al die tijd verzuimd een al
gemene structuur te tekenen waarbinnen
dit alles tot een oplossing zou kunnen
worden gebracht. Hij zag deze los van
de gedachten aan een algemene nationa
le regeling, omdat hierdoor tegenstellin
gen zouden worden opgeroepen.
„Alle instanties moeten zich realiseren
(lat naast de grote en menselijke belan
gen, ook het Nederlandse belang staat,
dat er boven uit moet worden erkend,
aanvaard en gediend. Spr. achtte het no
dig en noodzakelijk, dat binnen drie
maanden door de deskundigen een plan
ter tafel wordt gebracht voor een wette
lijke regeling, die nauw aansluit bij de
bestaande regelingen. Een afzonderlijke
wet als bijzondere oplossing voor geval
len waarin de gedachte aan intercommu
nale samenwerking dient te worden los
gelaten zou hiernaast kunnen komen,
In dit verband noemde een van de spre
kers, mr. H. W. Bloemers, commissaris
van de Koningin in Gelderland, die hier
echter als privé persoon sprak, de ge
meentelijke indeling een uiterst ineffi
ciënte aangelegenheid. Evenals prof. Van
Poelje had ook deze spreker veel bewon-
iering voor het bestuurlijke aspect van
het plan-Wilsveen, „een goed stuk maat
werk".
Vervolgens kwam er een hartekreet om
centraal beleid in deze kwestie uit de
mond van burgemeester Thomassen van
Zaandam, die zich afvroeg: „Hoe kunnen
we omhoog naar een niveau waarop we
hiding kunnen geven om een achterstand
in te halen en te redden wat er nog te
redden is".
Prof. ir. Jac. P. Thijsse, algemeen ad
viseur van de Rijksdienst voor het Natio
nale Plan, had in zijn preadvies de ste
debouwkundige aspecten der nieuwe sle
den behandeld. Hij was hierin tot de con
clusie gekomen, dat ons land er in de
naaste toekomst 6 nieuwe steden bij zal
krijgen. Vier in de IJsselmeerpolders, een
bij Den Haag en 1 op het eiland Voome.
Als normen voor deze steden stelde
prof. Thijsse de breedte van de agglo
meratie op 8 km. De lengte van een stad
zou niet meer dan 10 km mogen bedra
gen en de minimum afstand tussen de
agglomeraties 4 km.
Jhr. mr. De Ranitz (ontwerper plan
Reyens) en met hem diverse andere spre
kers, ontwikkelde denkbeelden over de
waarde van de metropool tegenover klei
nere steden. Het grote en machtige po
tentieel van onze Randstad biedt zelfs
mogelijkheden, die een stad als New York
niet biedt, ook al door de grote variëteit
der onderdelen, waarvan spr. liever geen
ontkoppeling zag.
Tenslotte was daar een preadvies van
drs. G. J. van den Berg, lid van de di
rectie van de Prov. Planologische Dienst
van Noord-Holland. Deze stelde het pro
bleem van de verstedelijking van ons
volk centraal. Vooral de sociologische
Droblematiek kwam hierbij aan de orde
Maar dan in de ruimste zin en zelfs in
mondiaal verband.
Individuele vrijheid binnen de steden,
nieuwe stedebouwkundige modellen die
deze vrijheid bieden, werden hierbij ver
bonden aan de bevordering van hoge
bouw. Deze dient beslist niet als minder
waardig beschouwd te worden, aldus spr.
Verder meende deze Inleider dat de grote
Nederlandse steden vooralsnog niet hun
groei behoeven te beëindigen, hoogstens
te vertragen.
De directeur van de Rijksdienst voor
het Nationale Plan, mr. J. Vink, sprak
eveneens als particulier, enig wantrou
wen u!t tegen de waarde van de verste
delijking. Hij zag in tegenstelling tot drs,
Van den Berg dat de horizon van deze
mens zich niet verruimt tot mondiale
proporties, maar eerder verschraalde tot
het beeldscherm van een t.v.-toestel. Spr.
waarschuwde tegen een te omvangrijke
groei der steden en hield zich liever aan
een optium waarbij de gemeente zelf zal
De minister van Landbouw is in prin
cipe bereid te bevorderen, dat zo spoe
dig mogelijk wordt overgegaan tot het
uitbetalen van de toeslagen ingevolge de
garantieprijsrege(ing voor de melk. De po
sitie van 's rijks kas maakt het echter
niet mogelijk tot een voorschotuitkerinf,
over te gaan.
Hoewel uit de opbrengst van de m®*'
gedurende een half jaar slechts met de
grootste voorzichtigheid een conclusie is
te trekken omtrent de gemiddelde jaar
opbrengst, wil de minister in volgende
jaren wel overwegen, indien daartoe de
mogelijkheid aanwezig is, tot een voor
schotuitkering over tè gaan. zodra vast
staat, dat de opbrengstprijs van de melk
aanzienlijk onder de garantieprijs blijft.
Dit heeft de bewindsman meegedeeld in
antwoord op schriftelijke vragen uit de
Tweede Kamer.
Twee beeldendie een indruk geven
van het werk in het Haringvliet, waar
men bezig is een enorme bouwput aan
te leggen. Deze bouwput nadert nu snel
zijn voltooiing. Op de bovenste foto zien
we hoe draklines de dijk om de bouwput
opwerpen; op de bovenste foto zien we
hoe dat gedeelte van de dijk, dat gereed
is direct met asfalt wordt bedekt: een
beschermende laag tegen de nooit af
latende aanvallen van de zee.
cussieerd in het sociaal maandblad „ar
beid" tussen ir. H. Vredeling, lid van de
Tweede Kamer, en dr. ir. D. Mansholt,
directeur-generaal voor de arbeidsvoor
ziening. De discussie was ontstaan nadat
ir. Vredeling over de mobiliteitsactie een
artikel had geschreven waarin hij stelde,
dat de mobiliteitsactie, die onder meer
ten doel had te bevorderen dat de jongere
landarbeiders een plaats buiten de land
bouw zouden zoeken, een onsociale maat
regel was, omdat de jongere krachten de
plaatsen van de ouderen innamen.
Toen deze in het maandblad „Arbeid"
gevoerde discussie de aandacht van de
Tweede Kamer trok, kwam er een com
missie tot stand om rapport over de rnobili-
teitsacties uit te brengen.
Aangezien er nu, om de mobiliteit te
bevorderen, een regeling bestaat, dat per
sonen beneden de veertig jaar van be
paalde aanvullende werken kunnen wor ten
uitgesloten (volgen3 de commissie om te
voorkomen dat men aan deze werken
gaat „kleven"), waarschuwt de commis
sie er in haar rapport voor, dat deze uit
sluiting zo goed mogelijk op de plaatse
lijke werkgelegenheid moet worden af
gestemd.
Tfprjr.1
-ï,rr
(Van onze Utrechtse redacteur. j heel omgekeerd worden, zodat men naar
Van 4 tot en met 9 november wordt in twee zijden uitzicht kan hebben, zonder het
de Jaarbeursgebouwen te Utrecht weer gehele meubel te moeten omdraaien,
een Beurs voor Meubelen en Woningtex- Waar de Meubelbeurs ook een goed
tiel gehouden, waar wü ongetwijfeld veie overzicht biedt van de mogelijkheden
den aan tapijten van zacht weefsel werd
voor 42 miljoen gulden kokos- en slsal-
weefsel gemaakt. Van deze laatste cate
gorie voert ons land vooral naar Amerika
uit.
Nederland is zelfs de grootste afnemer
van kokos uit India, die daar nog met
de hand gesponnen wordt.
De fabrikanten van kokosprodukten in
Nederland zijn een plan aan het uitwer
ken om gezamenlijk de ruwe kokos te
importeren uit een ander land dan Inida,
nieuwe modellen meubelen te zien krijgen
alsmede andere noviteiten op het gebied
van de woninginrichting. De ontwikkeling
op dit terrein is nog steeds gaande en de
groep mensen die op het traditionele meu
bel uitgekeken raken en gevoel krijgen
voor goede vormgeving en de functie van
een bepaald meubel, wordt steeds groter.
Wij hebben onlangs een bezoek gebracht
aan een betrekkelijk nog jonge meubelfa
briek in Culemborg, die zich uitsluitend
toelegt op het vervaardigen van moderne
zitmeubelen en daarbij passende tafels.
Als houtsoort wordt alleen kersenhout ge
bruikt, dat voornamelijk uit Frankrijk
wordt betrokken, en zich bijzonder goed
leent voor moderne meubelen. Dit hout
moet uiteraard, gelijk elk ander hout, eerst
behoorlijk gedroogd worden, waarvoor het
eerst de nodige tijd in de buitenlucht ligt.
De Culemborgse fabriek laat het daarna
een behandeling ondergaan in een unieke
drooginstallatie volgens een centrifugaal-
systeem, waarbij het hout gedurende drie
dagen en nachten in het rond wordt ge.
slingerd.
Voor twee nieuwe soorten meubelen zal
op de aanstaande Beurs speciale aandacht
gevraagd worden. Een Doubletbank, die
als zitbank en rustbed afwijkt van de be
staande modellen en een Janusbank, een
set van twee aan elkaar bevestigde fau
teuils en tafeltje. Het grappige is, dat zit
tingen en tafelblad onderling verwisseld
kunnen. De zittingen kunnen bovendien ge-
In de praktijk blijkt, dat bij vele werk
gevers en werknemers geen goed begrip
bestaat over de vraag, wanneer sprake
is van een bedrijfsongeval, waarvoor
door de Sociale Verzekeringsbank krach
tens de bepalingen van de Ongevallen
wet uitkering wordt verleend.
Op zichzelf is dit wanbegrip niet zo ver
schrikkelijk. Immers, wanneer een be
drijfsongeval door de werkgever ten on
rechte bij de Sociale Verzekeringsbank
is aangegeven, dan stuurt deze de stukken
wel naar het uitvoeringsorgaan va-n de
Ziektewet door, opdat dat orgaan uit
kering krachtens de bepalingen van de
Ziektewet kan verlenen. Om de werkge
ver onnodige administratieve rompslomp
te besparen en om te voorkomen, dat
ie werknemer onnodig lang op uitkering
moet wachten, is het echter wel gewenst,
dat de aangifte direct bij het juiste uit
voeringsorgaan wordt ingediend.
Een bedrijfsongeval is een ongeval,
dat d« werknemer in verband met zijn
dienstbetrekking overkomt.
De Ongevallenwet geeft geen definitie
van het begrip ongeval. Uit de rechtspraak
is de volgende definitie af te leiden: on
der ongeval wordt verstaan een onver
wachte gebeurtenis, waarbij door een
plotseling van buiten af inwerkend ge
weld letsel ontstaat, hetwelk arbeidson
geschiktheid teweeg brengt, dan wel ge
nees- of heelkundige behandeling nodig
mdciKt.
Een duidelijk voorbeeld waarop deze
definitie van toepassing is. is de timmer
man, die op zijn werk zijn duim kwetst ten
gevolge van een msslag met zijn hamer.
Zo zijn er talloze voorbeelden te vin
den. Met nadruk wijzen wij er op, dat
vertillen, verrekken,' spit en dergelijke
nooit als ongevalsgebeurtenis aangemerkt
wordt. Hierbij ontbreekt namelijk het
van buiten af inwerkende geweld. Indien
een dergelijk voorval arbeidsongeschikt
heid veroorzaakt, dan moet dit dus aan
gegeven worden bij het uitvoeringsorgaan
van de Ziektewet.
Welke ongevallen in verband met de
dienstbetrekking vallen nu onder de On
gevallenwet? Allereerst dus de onge
vallen tijdens het werk.Maar ook de on
gevallen op weg van huis naar werk of
van werk naar huis houden verband
met de dienstbetrekking. Wel zal in het
algemeen de kortste of de meest gebrui
kelijke route moeten zijn gevolgd, un-
gevallen tijdens schafttijd kunnen in som
mige bevallen geacht worden verband te
houden met de dienstbetrekking Dat
hangt af van verschillende omstandighe
den. Als er bij de ongevallen op weg
van huis naar werk of omgekeerd sprake
is geweest van roekeloosheid van de zl-loe
van de getroffen werknemer, dan wordt
geen uitkering verleend. Dit geldt niet
voor de ongevallen tijdens werktijd. Sinas
korte tijd worden ook de ongevallen in
verband met werkzaamheden ten behoeve
van de bewaking van de onderneming
b.v. ingevolge de Wet Bescherming Be
volking als ongt vallen in verband met
de dienstbetrekking beschouwd.
Met ongeval stelt de Ongevallenwet ge
lijk' letsels in betrekkelijk korte tijd ont
staan zoals bevriezing, warmtebevan-
Ing peesschede-ontsteki-ng enz. Ook wor
den' een aantal met name genoemde be
roepsziekten met ongeval gelijkgesteld
o.a. lood vergiftiging, silicose, bakkersec
zeem, tuberculose bij personen werkzaam
in sanatoria of ziekenhuizen, enz.
Vragen omtrent de Sociale Verzeke
ringswetten kunnen schriftelijk worden .n-
acdiend bij onze sociaal-economische
redactie, Kortenaerstraat 1 te Rotterdam,
ten aanzien van vloerbedekking, is het
wel interessant met een enkel woord te
wijzen op onze eigen tapijtindustrie.
In een der grootste tapijtfabrieken van
ons land, in Moordrecht, hebben wij ge
zien, hoe gestreefd wordt naar een goed
kwaliteitsprodukt. Meisjes waren bezig
met het knopen van tapijten uit de hand,
waarbij een frappante vingervaardigheid
getoond wordt.
Al naar het dessin doen twee meisjes
gemiddeld vier weken over een tapijt
van 2 bij 3 meter. Zo ontstaat het Smyrna
tapijt en hoewel ook machinaal tapijten
geknoopt worden, wil men hier daaraan
toch niet deze benaming toekenen.
Hoe de naam Smyrna-tapijt is ontstaan?
Wel de Raadspensionaris Schimmelpen-
ninck had eens uit Turkije een kleed ge
kregen. waarin door een uit het vuur
weggerold houtblok een gat was gebrand.
In Deventer werden toen al tapijten ge
weven en daarheen werd het kleed ter re
paratie gezonden. Natuurlijk moest eerst
het weefsel van het beschadigde kleed be
studeerd worden en zo ontdekte men in
in ons land de knoopttechniek, die daar
na met veel succes ook ten onzent wordt
toegepast, Nederland en vooral Deventer
hebben zich daardoor zelfs een wereld
faam weten te verwerven. Tot uit Ame
rika toe komen de bestellingen.
Amerika is zelf het land met de groot
ste produktie tapijten; in 1955 bijna 90
miljoen vierkante meter. In 1956 lag de
produktie 10 pet. hoger. Dit alles is voor
eigen verbruik en komt overeen met on
geveer 0.60 vierkante meter per hoofd
der bevolking. In ons land, waar in
1956 5.100.000 vierkante meter geproduceerd
werd, ligt het verbruik daar niet ver
onder Daarbij hebben wij in 1956 voor
18 miljoen gulden geëxporteerd.
De laatste jaren neemt ook de produktie
van kokostapijten zeer toe. Tegenover
een produktie in 1956 van 84 miljoen gul-
Op verzoek van Ged. Staten van Zuid-
Holland is een negental gemeentebesturen
uit het gebied rond de Nieuwe Waterweg
bijeengeweest ter provinciale griffie om
over bestuursproblemen in dit gebied te
spreken die op korte termijn om een op
lossing vragen.
Deze gemeenten nemen deel aan het
bekende overleg van 27 gemeenten waar
het gesprokene in een spoedig te be
leggen vergadering aan de orde gesteld
zal worden.
Radio-actie in samenwerking met en ten
bate van: Stichting Prins Bernhardfonds.
Stichting Het Nederl. Blindenwezen, Ne-
derl. Vereen. Sociale Zorg voor Minder-
Prof. dr. K. Baschwitz, oud-hoogleraar
in perswetenschap en massa-psychologie
aan de Universiteit van Amsterdam, zag
het psychologisch en constateerde gelijk
gerichte effecten bij de verschillende
groepen van weggebruikers. Een stroom
van fietsers op een rijwielpad geeft bij
voorbeeld zo lang mogelijk de bromfiet
sers geen ruimte om te passeren alsof
er een stilzwijgende afspraak tussen de
fietsers bestond. Dit is een kwestie van
gewoontevorming en psychische aanpas
sing aan het telkens nieuwe vervoermid
del. Het aanpassingsproces is op gang,
maar nog lang niet ver genoeg gevor
derd. Hier valt nog onmetelijk veel
sociaal-pedagogisch werk te verrichten.
Ja, beter begrip op de weg, dat was
ook de wens van de reclame-deskundige,
jhr. W. van Andringa de Kempcnaer
voorzitter van het genootschap voor
reclame die zich afvroeg, of we er wel
komen met het uitvoerig publiceren van
alle uiterlijke verschijnselen van de ver
keersonveiligheid. We weten bijna
Maar één belangrijk gegeven onttrekt
zich aan onze beoordeling. En dat is^ juist
het gegeven, waar het om gaat. Temidden
van al onze cijfers weten wij namelijk
niet wat de mens bewoog, toen het onge
luk gebeurde. Psychologisch onderzoek
naar de diepere oorzaken van ongelukken
is daarom van het grootste belang.
Het is te hopen, dat wetenschappelijke
werkgroepen er in zullen slagen de on
misbare gegevens over de psychologische
achtergronden aan de deskundigen ter
hand te kunnen stellen. Zolang echter dit
voor iedere reclameman hoogst waarde
volle materiaal ontbreekt, zullen wij moe
ten roeien met de riemen die wij hebben.
Er zijn de laatste tijd stemmen opge
gaan, de verkeerspropaganda gruwelijker
te maken. Jhr. van Andringa de Kempe-
naer vroeg zich af, of de „bloed-zweet-
en-tranen"-techniek de gewenste reacties
teweeg zal brengen. De verkeersonveilig
heid zou ook vanuit een positieve (recla
me) hoek benaderd kunnen worden.
„Amerikaanse verzekeringsmaatschappijen
hebben het thema van treurende nabe
staanden" verlaten en hebben het meer
gezocht in de aantrekkelijke schets van
een jong, gelukkig gezin, dat tijdig voor
zieningen had getroffen en nu kennelijk
geen materiële zorgen meer kende. Een
koerswijziging, die zeer opmerkelijke
resultaten heeft gegeven.
Op het gebied van de reclame had spre
ker nog een raad. Géén versnippering.
Het gevoel, dat alle beetjes helpen, gaat
in de reclame niet op. Het is in de
reclame als in de geneeskunde: er is een
bepaalde dosis beneden welke geen enkel
effect kan worden gesorteerd. Daarom
uitgegaan moet worden van een drie- of
vijfjarenplan. Ik ben ervan overtuigd,
dat de Nederlandse reclame-industrie vol
doende deskundige krachten beschikbaar
zal willen stellen, zo zei hij. Elke week
MORGEN, ZONDAG 27 OCT.
van 9 18 uur, in de
INTERNATIONALE
MET NATIONALE- EN INTER
NATIONALE KAMPIOENSCHAPPEN
de grootste hondententoonstelling
ooit in Rotterdam gehouden
Toegang {1.50, Kinderen totl 4 j.fO.50
doorlopende dagkaarten f 2.50
in alle dagbladen een advertentie va°
een halve pagina, inschakeling van tü
radio en televisie. De totale kosten
een effectieve nationale campagne zub
zo meende deze spreker niet ver van
2,5 miljoen liggen.
Is een dergelijk bedrag verantwoor
De verkeersongevallen hebben Ne°e *11.
in 1955 naar schatting ongeveer 200
joen gulden gekost, zijnde het nation
produktieverlies door dood, invalid
en verwonding, benevens de kosten
verpleging en afwikkeling door politie,
justitie. Dit bedrag kan voor 1957. ,ie *,ii
worden gesteld op 220 miljoen. Als1
2,5 miljoen investeren, dus ongevc
één procent van die 220 miljoen j
wÜ zouden een resultaat boeken vaI*,|e
pet., dan zon het eerste jaar van de ac
ons reeds een „winst" opleveren
ongeveer 8 miljoen.
Voorlopig hebben wij nog te kam?!?
met een stroef wegverkeer. Als een o
oorzaken daarvan zag prof. Groe,n'Art
de welvaartsstijging. Deze welva1
vraagt om aanpassing zo zei hij en vraaa
om stijl.
De Nederlanders hebben het in he'
scheppen van stijl, van een harmonise
levehspatroon, naar het oordeel van
vreemdeling weinig ver gebracht.
welvaartsstijging heeft ons gebrek aa^
stijl en maatgevoel nog wat scherpe
aan het licht doen treden. Wij zijn
Wu
kampioenen van de hela-hola-stijl.
te
tol
Alia cijfers
opgeteld
Inzenden aan: Klaver Vier, Hilversum
Bij K.B. is benoemd tot lid van de
S.E.R. professor P. de Wolff te Heem
stede en tot plaatsvervangend lid mr. R.
van den Bergh te Amsterdam.
Prof de Wolff, die de vacature zal ver
vullen welke is ontstaan door net aan
ir H. Vos op diens verzoek verleende eer
vol ontslag, is buitengewoon hoogleraar
in de statistiek, wiskundige economie en
econometrie aan de gemeentelijke univer
siteit te Amsterdam, alsmede directeur
van het Centraal Plan Bureau.
Mr. Van den Bergh is wethouder der
gemeente Amsterdam. Hij beheert de
portefeuille van volkshuisvesting.
Ingevolge de in de Bondsrepubliek
Duitsland afgekondigde achtste wet tot
wijziging van de wet tot evenredige ver
deling van lasten is de aanmelding van
schaden, waarvoor in de wet tot evenre
dige verdeling van lasten vergoedingen in
het vooruitzicht worden gesteld, opnieuw,
en wel tot nader aankondiging, mogelijk
geworden. Op de schadevergoedingsrege
ling, welke destijds In het kader van de
wet tot evenredige verdeling van las
ten werd getroffen had reeds betrekking
de publikatie in de Nederlandse Staats
courant van 6 mei 1953. De bepalingen, wel
ke voor Nederlandse onderdanen in het
bijzonder van belang zijn, worden in een
publikatie in de staatscourant van heden
nogmaals in het kort uiteengezet.
Nadat in de afgelopen jaren in het al
gemeen slechts voorschotten op deze
„HauptenschSdigung" werden verleend
aan personen, die hun voortdurend ver
blijf hebben in het gebied van de Bonds
republiek Duitsland of van West-Berlin,
zullen thans óók personen* die in Neder
land of in een ander land buiten West-
Duitstand of West-Eerlijn woonachtig zijn,
voor uitkeringen In aanmerking komen,
Aangezien genoemde wet echter tevens
bepaalt, dat de uitbetalingen in de eerste
plaats ten goede zullen moeten komen aan
personen, die op grond van hun leeftijd of
hun invaliditeit recht hebben op een zeke
re prioriteit, kan het nog geruime tijd du
ren vooraleer alle betrokkenen de hun toe
komende schadevergoeding zullen hebben
ontvangen. De wet stelt als uiterste ter
mijn 31 maart 1979.
De Duitse ambassade verstrekt aanmel-
weten ons nog geen discipline op
leggen, die tot correctheid leidt,
maathouden. Inherent aan de welvaart®'
stijging is ook, dat wij grote waard®
zijn gaan hechten aan allerlei symbole®»
waaruit onze nieuwe staat kan blijke®'
Al wat rijdt en glimt leent zich in be
bijzonder als status-symbool.
Ik ga nog een stap verder, aldus dez®
spreker: dankzij de welvaartsstaat, waa
in ik overigens dankbaar ben te ^evez!
is de vroegere standen- en klassenstrui
tmir verbleekt en komen het persoonlU
tuur verbleekt, en komen het persoo
bezit, de symbolen waarover men
be'
schikt, sterk naar voren om een prestig®^
structuur te scheppen. Er zijn nieUJpt
groepen ontstaan, met name ook in h
verkeer die elkaar, net als vroeger
- - <je ogen
de klassen,
gunnen
het licht in
noê
De genoemde prestige-structuur is n
geenszins tot rust gekomen. Wie eerst
fiets had, gaat klimmen naar de brom
fiets en vandaar naar de kleine auto,
tenslotte te komen tot een grote au-
Deze ontwikkeling verloopt zó snel,
het naar mijn mening nog de fletser
die de normen voor het verkeer b®Pa®aji
De automobilisten en bromfietsers v
vandaag zijn de fietsers van gtet®7
Voor de fiets geldt in feite het „kr"
door, sluip door". Een deel van o»
automobilisten zit te fietsen in een au t
Het feit, dat in Nederland de automobi"
een voormalig fietser is en dat vool
Nederlandse kind de fiets het ubUP p
vervoermiddel is, biedt wel mogelljkhej-'
tot verkeersopvoeding. In deze zin nau^g
lijk: als wij willen dat het gemotorise g
verkeer keurig gaat rijden, moeten jj
kinderen netjes leren fietsen. D r0p)
overigens niet voldoende. Het gaat e -
een aantal trekken in onze samenlev
te corrigeren.
Een goede geestesgesteldheid wordt
aangekweekt door middel van verkc<!pg
opvoeding, aldus prof. Groenman.
slagzin moet niet zijn „wees een heer^e
het verkeer", maar „wees een heer'
opvoeding, die ons dit resultaat U1
brengen, is in de eerste plaats een ®^g
voor het gezin en daarnaast voor
school. Als w|j de mens tot een t>®
mens maken, zal ook het verkeersge
heter worden.
Een tijdlang zwegen de beide inzitten
den van de wagen; ieder scheen in zijn
eigen gedachten verdiept.
- U komt uit een streek, die al bijzonder
rijk is aan landschapsschoon, juffrouw
Burger, begon von Dittborn. - Onze Mark
daarentegen is zo'n beetie een stiefkind
van de natuur. Zijn stem werd dieper,
warmer. - Maar het zou onbillijk zijn,
ze uit te schelden vor lelijk en eentonig,
al kan ze op de oppervlakkige toeschou-
wer w€l eens die indruk maken. Ze
heeft haar eigen verborgen schoonheden
en stemmingen, maar die laat ze zo
maar niet aan iedereen zien. Men moet
Brandenburg door en door kennen, er
misschien wel geboren zim om het op
zijn juiste waarde te kunnen schatten. Ik
houd er van uit de grond van mijn hart, en
ik zou zijn plekje grond hier niet willen
ruilen met de beroemdste streek van de
wereld.
Josefa bemerkte met verwondering op.
hoe levendig en gevoelig dit schijnbaar
koele en strenge mannengezicht kon wor
den; het leek zo veel jonger en knapper.
Hij sprak verder meegesleept door zijn
enthousiasme.
Onze sombere dennebossen staan stei
ler en ongenaakbaarder dan alle dennen,
die je elders ziet, vind ik altijd, en het
ruisen van de wind door de dichte naal
den klinkt zo geheimzinnig als oude sagen.
Midden in de stilte van doodse vlakten
liggen dan opeens diepe meren, hun wa
ter is helemaal donker van de lichte beu
ken, die er omheen drommen. En de stem
ming, die daar hangt, die weemoed, die
ingekeerdheid, die heb ik overal elders
vergeefs gezocht.
Josefa zat doodstil en luisterde naar zijn
bewogen stem; ze had wel gewild, dat bij
urenlang zo doorsprak. Het leek haar
werkelijk, of ze zelfs al iets voelde van de
betovering van het landschap, die hij haar
schilderde. Doch plotseling zweeg nij,
blijkbaar gestoord door de schrille claxon-
stoot van een auto, die hen in razende
vaart inhaalde.
De koetsier, naast wie de knecht stijf-
rechtop de bok zat, zwenkte een beetje
naar rechts en meteen schoot ook al de
lange, donkerblauwe wagen voorbij; het
was de Mercedes, die Josefa daarstraks
op het stationspleintje bewonderd had. Ze
herkende in een flits het kleine gave
poppegeziicht van baronesse Grettenau
en voelde, bijna pijnlijk, als een scherpe
steek, een seconde de blik van twee groen-
glinsterende ogen, die met een mengeling
van spot en medelijden in de hare priem
den. 'n Wolk fijn stof joeg achter de wa
gen op en hulde het rijtuig als in een
grauwe sluier.
Malte Dittborn bleef verder zwijgen en
slechts nu en dan maakte hij een korte
opmerking om haar een of ander detail
van het landschap te verklaren.
Het was een verrukkelijke dag in de
vroege herfst, en nu, op het middaguur
had de zon een bijna zomerse gloed. Geen
mens was wijd en zijd te zien, slechts
heel uit de verte klonk nu en dan honde-
geblaf door de dennebomen, die als een
bijna zwarte muur aan weerszijden van
de landweg oprezen. Het geblaf kwam
blijkbaar niet van de een of andere hoeve,
want geleidelijk klonk het al dichter en
dichterbij, en plotseling kwam uit e,^n
smalle zijweg een amazone te voorschijn
naast wier gitzwart paard twee grote
jachthonden sprongen. Paard cn berijd
ster kwamen regelrecht op het rijtuig
toe en de laatste hield met een ruk de
teugels in.
Een eigenaardige vrouw, dacht Josefa,
want de vreemde droeg een slappe heren-
vilthoed met een brede rand en onder de
tweedrok kwamen stevige mannenlaarzen
uit. Het Ucht-blozende gezicht was bijna
zonder rimpels en een paar korte, bruine
vlokken haar krulden onder de hoedrand
te voorschijn.
De koetsier bracht de paarden tot staan
alsof iemand hem dat bevolen had en de
vrouw reed stapvoets tot vlak naast het
rijtuig.
Met, een mengeling van verlegenheid en
licht verwijt riep de jonge landheer:
Maar moeder, kon u nu werkelijk met
wachten, tot we kwamen?.
Josefa schrok. Moeder, had de baron
gezegd Dus dan was dat mevrouw von
Dittborn die ze liefdevol had willen ver
plegen, dat was de vrouw, die ze zich wit
harig en lijdend had voorgesteld
- En hier hebben we juffrouw Josefa
Burger
Baronesse Dittborn reikte haar de hand
en schudde krachtig de hare. -Ik heb me
erg op uw komst verheugd, kindlief, want
de avonden hier te lande en speciaal in
onze kluizenaarswoning zijn eindeloos
en ik ben te ongedurig om urenlang zelf te
zitten lezen. Maar ik vind het heerlijk
als iemand me voorleest, terwijl ik zit te
weven of te borduren en ook helb ik erg
graag wat jeugd om me heen.
Josefa herademde verlicht. Op het eer
ste gezicht was ze bijna bang geworden
voor deze forse verschijning, maar de
warme, hartelijke stem, en de lieve uit
drukking in de grote grijze ogen verjoe
gen die indruk onmiddellijk.
- Me dunkt, dat we het zamen uitste
kend zullen kunnen vinden, lieve kind, de
kloeke amazone knikte haar ten afscheid
toe, - tot weerziens later op Dittborn.
Ook de baron kreeg een kort knikje - hij
had in het geheel niet aan het woord kun
nen komen - en het volgend ogenblik had
de vrouw haar paard gekeerd en, door
de twee luid-blaffende honden begeleid,
draafde ze over het bospad terug in de
richting waaruit ze gekomen was. Het uit
gelaten gekef stierf in de verte weg.
Josefa Burger zat perplex. De tegen
stelling tussen haar fantasie en de wer
kelijkheid was al te groot.
Haar metgezel ried, wat er in haar om
ging.
U had zich mijn moeder zeker enigs
zins anders voorgesteld vroeg hij glim
lachend, terwijl de jachtwagn ver
reed.
Josefa gaf het eerlijk toe. -Maair, {fl-
de ze er bij, -ook zo is mevrouw me mis,
pathiek; ze begroette me zo echt harv
- Mijn moeder is de beste, liefste vr
ter wereld, antwoordde hij, en er l gte®1'
wereld van warmte in zijn zachte eet
Daarop wist het jonge meisje niets
te antwoorden; alles wat ze had ge'
zeggen, zou smakeloos en af gezaag j:1
klonken hebben en hij zag er n' ats®*1
als iemand, wie men met gemeenp1
een genoegen kon doen. zie®
Daarginds zult u dadelijk Dittborn
opduiken, zei hij na een korte s«
wees met uitgestrekte arm naar plek
waar tussen de bomen een grote op®"
zichtbaar werd. r eet>
Door hoge zwarte dennen als doo ^e-
muur omsloten, zag men een J?r° n lig'
bouwencomplex met pannen en daBha»t*
gen, door 'n hoge ronde toren ovev
De landweg maakte hier een boen'
links, muren en toren sohenen te 8 jgjjji|
naarmate alles dichterbij kwam. U"'
kon het jonge meisje nu alle deta
haar toekomstig tehuis onderschei"
Rechts en links lagen de bijgeD
en in het midden, wat meer op de (O'
grond, stond een langgestrekt ^>0^
als ze in het begin van de v°rJS j,r®®
gebouwd werden. De wagen Uf£i
een boog en reed langs de grote
aan de rechterkant. sP®
Rauwe schrille vogelschreeuwen
ten onwelluidend over het erf.
(Wordt verV®1*