J Leidse studenten krijgen paviljoen als „kast" rm w X Een Limburgse „Sangerkrieg" te Venlo Gevaarlijke stelling HfaM "S i'V'i Kamer-nood dwong tot nieuwbouw Moderne huisvesting voor honderd vrij gezellen Officiële uitreiking van Gljsbert Japicxprijs ,1957 te Bolsward Zestien koren bezochten de zangersdag 5* H1 B' V Donderdag opening Leiden nog steeds in last Tentoonstelling Ameri kaanse Zeefdrukken Televisiezender Goes volgende week in proef bedrijf Knikkerende jongens vonden inbrekersbuit „Een brief ging verloren" w rfl«n ijdf tir DINSDAG 5 NOVEMBER 1957 PAGINA 3 derd Seds in Iëst- Aan ruim h°n" nieu karr>erzoekenden zal in de kynn barakken een onderdak vip,.uen borden geboden, maar tV/pil°nderd (van de in totaal büjv nveertighonderd) studenten g0eden nog verstoken van een om ;6 ^oon-accommodatie. Daar- Churvl61 p^an geopperd, aan de F],,„cbill-laan te Leiden 'n groot kan, 0Uw in te richten, dat 222 st*r! zal bevatten, waarin de ginopf}, n volgens hetzelfde „be- t0e als bij de paviljoens werd onrf„st> zullen kunnen worden (Van onze verslaggever) DE UNIVERSITEITSSTAD Leiden heeft al even hard te kampen met kamer-nood als de andere studentensteden; wie er in slaagt een >,kast" te verove ren, is een geluksvogel, die be nijd wordt door de ongeveer vijfhonderd woningzoekende studenten, die in Leiden dag-in- dag-uit de dagbladen na-snuf felen en belletjes-proberen, in de ijdele hoop dat het dit keer mis schien tóch wel lukken zal. Gelukkig is er nu in deze si tuatie enige verbetering geko men; a.s. donderdag zal aan het Piet Paaltjens-pad te Leiden of ficieel een complex van zeven paviljoens worden geopend, waarin honderd en drie studen ten een eigen kamer, alsmede de voor een studerende vrijge zel hoognodige voorzieningen zullen kunnen aantreffen. Het complex, dat reeds wordt be woond in deze dagen heeft men zelfs geen ruimte" meer, een officiële opening af te wach ten ligt op het gemeentelijk sportpark; zevfen lange, moder ne barakken met goede accommo datie zijn daar in vijf maanden tijd neergeplant, omdat allerlei instanties wel inzagen, dat thans de dakloze academische koe duchtig bij de horens diende te worden gevat. Géén bedden opmaken Niet isoleren GENERALE CONGREGATIE DER JEZUÏETEN BENOEMDE TWEE ASSISTENTEN GOEDKOOP MAALTJE VLEES Incasseerder spaarde voor zelfbedieningswinkel KON. ONDERSCHEIDINGEN In een oude kous JONGE DUITSER STAL BROMFIETS IN NEDERLAND Lid van jeugdige bende? MAN GING ER MET EEN GEHUURDE AUTO VANDOOR ggglg 1111111111 •ft' -J*!. J&" Karakteristiek NIEUWE AANWINSTEN VOOR HIST- MUSEUM ORDE VAN ADVOCATEN TE ROTTERDAM Kon. Nederlandse Schouwburg f-'j' erK' ia3r def5 19' be' Je off I de 09r ei' V9" v«r <r 7 U" «ri»' 5 e" <K •'-it»1; a.W-*0 X 0f' yv.-^.- »5»3S$5* da t I-/;,, i b,0nie ln het nieuwe studenten- klagen Geen lastige hospita, die komt han$ °ler gejengel, dat nou-onder-de- n aar~eens-afgelopen-moest-wezen. ellH sin tich omgeving kan de student r dijden aan studie, op elk gebied. (Van onze verslaggever) Zeven3nlc® de WÖde aanwinst van trou£PavilS°ens is Leiden, net als iï0„ ^.ens al onze studentensteden, Dietr!ebracht- een 1, ne"vei"diepingengebouw zal het i ar niiljoen moeten kosten; jaar ,n.' deze flat bet volgend heeft3 *n geneedheid te hebben, bj; i 'nen wegens moeilijkheden «e financiering moeten laten on Niettemin blijft men hopen van ff1 spoedige verwezenlijking Voo Project. Het kamerzoeken r studenten wordt immers gev i moeibjker; niet alleen ten- OoV van de woningnood, maar de °nder invloed van het feit, dat tp: (evensomstandigheden van gen financieel draagkrachti- hii, bie in de kamer-verhuur een •/.ij ienste zochten, steeds beter b'b geworden èn de omstandig- gt'd, dat de rond de stad op- gg3elende nieuwbouw zich, ten volg® van de motjerne ruimte- h!gfiPPe hg®riPPen, moeilijker leent voor ka" afstaan arners. De student, die het geluk heeft deze paviljoens als „kast" toegewezen te krijgen, kan zich gelukkig prijzen met een ruime kamer, waarin hij een bed, een kast, een stoel en meestal ook een bureau aantreft. Hij betaalt voor deze inwoning vijftig a vijfenvijftig gulden per maand en wéét, dat hij dan geen zorgen meer behoeft te hebben over re keningen van gas, water en elektriciteit, dat zijn kamer door een werkster zaly worden schoongehouden, dat zijn bed wordt opgemaakt, dat zijn eigen vuilnis bakje zal worden geledigd en dat een centrale verwarming hem gedurende de wintermaanden een behoorlijke studie- temperatuur garandeert. Bovendien pro fiteert hij van een gemeenschappelijke douche-inrichting en kan hij gebruik maken van een collectief keukentje met eet-kamertje; niet zozeer bestemd voor volledige maaltijden, dan wel voor de kleine hapjes. De zeven paviljoens, die elk vijftien kamers bevatten, staan onder beheer van een huisbewaarder, die de zorgen van het 103 man sterke gezin zal dragen. Uiteraard was het een probleem: hoe de studenten in te delen. Daartoe riep de Stichting Leidse Studentenbelangen, die de paviljoens met rijkssubsidie liet bouwen, uit de studentenkring zeven nestors bij elkaar, die ieder op hun beurt weer twee assistenten kozen. Sa men heeft men toen de hoofden bijeen Kortgeleden nog een lege ruimte, die naar verf rook: nu al een tot „gezellige kast" gebombardeerde studentenkamer. Zeker mevrouw, niet alles ligt er op z'n plaats, maar wat geeft dat. Als het de studie maar ten goede komt. In alle ernst: hier woont sedert kort de heer D. M. Bokken en hij is al hele maal ingeburgerd. gestoken, de (lange) lijst van aanvragen geraadpleegd en- geconfereerd over de selectie. Het resultaat is, dat men in een paviljoen verscheidene eerste-jaars, maar ook een aantal oudere-jaars aan treft. Nu is het beslist niet de bedoeling, dat de „paviljoen-studenten" elke avond bij elkaar blijven „hokken". Onder meer is daarom het in-de-stad-eten geëntameerd. Tevens is er gelet op de animo voor het sociëteits-leven: het is immers een van de grote bezwaren, die men in studen tenkringen koestert ten aanzien van de spoor-studenten, dat zij niet voldoende in de studenten-sfeer kunnen opgaan. Ook in de paviljoens zou „isolatie" kun nen ontstaan; vandaar, dat fatsoenlijke uithuizigheid beslist niet wordt afgera den. Boodschappen-doen is voor de pavil joeniers nu geen bezwaar meer; een klein winkeltje biedt hun de mogelijk heid tot het kopen van de envoudige koloniale waren, waaraan in een vrijge zellen-huishouding zo dikwijls en op zulke ongelegen ogenblikken gebrek kan bestaan. Na Delft is Leiden de tweede Neder landse studenten-stad, die zich met een dergelijke nuttige „stadsuitbreiding" ge lukkig kan prijzen. Men is er terecht trots op, hetgeen ook wel zal blijken als de president-curator, Baron dr. J. E. de Vos van Steenwijk, het nieuwe complex a.s. donderdag officieel zal openen. (Van een medewerker) In Maastricht wordt tot IV november een tentoonstelling gehouden van Ameri can Screen Printings, in goed Neder lands: zeefdrukken. De expositie zal te zien zijn in de kunsthandel Dejong-Ber- gers aan de Grote Staat, waar ze woensdagavond wordt ingeleid door dr. J. Herold, voorzitter van het Neder- land-Amerika Instituut te Maastricht. Aan de inrichting ervan werken mee de voorlichtingsdienst van de U.S.A.-ambas- sade in Den Haag en de Nederlandse Vereniging van Zeefdrukkers te Amster dam. In de loop van de volgende week zal een aanvang gemaakt worden met proef- uitzendingen van de televisiezender Goes. Het ligt in de bedoeling zo regel matig mogelijk de Nederlandse en even tuele Eurovisie-programma's uit te zen den. Met ingang van vandaag zal de zender op alle werkdagen, behalve op zaterdag tussen 16 en 17 uur met een elektronisch testpatroon in de lucht komen. De officiële indienststelling van de te levisiezender Goes zal waarschijnlijk in de eerste helft van december plaats vin den. (Van onze Romeinse correspondent) De Generale Congregatie van de Je zuïeten, die nu al sedert twee maanden bijeen is (en die het hoogste bestuursor gaan van de orde vormt) heeft twee nieuwe assistenten benoemd, nl. een as sistent voor de zg. Engelse assistentie in de persoon van de Canadese pater John Swain, tot nu toe novicenmeester van Japan en de assistent voor de nieuw op gerichte asstentie van India en het Verre Oosten, (dat ook Japan in Indonesië om vat) in de persoon van de beroemde Indiase pater Hyronimus Souza. Deze verwierf grote vermaardheid door zijn aandeel in het tot stand komen van de nieuwe Indiase grondwet, als lid van de constituerende vergadering, en als leider van de Indiase delegatie bij de UNO, 1 (Van onze Haagse redactie) Zaterdagmorgen heeft de Haagse re cherche op de Sportlaan de 49-jarige in casseerder B. M. gearresteerd, die er een gewoonte van maakte om wanneer een slagersknecht zijn fiets tegen de muur had gezet om zijn klanten te bedienen een maaltje vlees uit de bakfiets te halen. Dit heeft hij het afgelopen jaar zo'n 150 tot 200 keer gedaan. Nog groter werd de ver bazing van de politie, toen zij huiszoeking deed bij M. Hier trof men n.l. een enorme voorraad gestolen goed aan: Honderden blikjes levensmiddelen, sloffen sigaretten, flessen jenever, coca cola en slaolie. Ver der tientallen paren dameskousen. Alles bij elkaar was voldoende om twee bestel wagens te vullen. Het totaal gewicht aan levensmiddelen bedroeg anderhalve ton. M. had zijn vrouw wijsgemaakt, dat hij de spullen zolang voor een vriend opsloeg. Bij K. B. is benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw bri gade-generaal L. A. van Baarsel, inspec teur van de militaire administratie; zijn benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau: de heren E. Hennv. voor- (Van onze Haagse redactie) Bij het knikkeren op straat vonden drie Haagse jongens vrijdag onder het lucht rooster van een kelder aan de Kock- straat een oude kous, waarin twe» zakjes zaten, die bij opening tal van gouden sieraden bleken te bevatten. De U-jarige H. Draaier waarschuwde zijn oom, die toevallig in de buurt was en die politie-agent is. Deze bracht de kennelijk van inbraak afkomstige buit naar het politiebureau. In de zakjes bevonden zich meer dan honderd souden ringen, sloopsoud, siera den waaruit de edelstenen waren ver wijderd. broches, kettingen en hangers. De politie heeft nog in onderzoek, van welke inbraak of mogelijk zelfs inbra ken deze kostbare vondst afkomstig is. De rechtbank te Maastricht heeft gister morgen de achttienjarige glasslijper H. Graff uit Aken veroordeeld tot een gevan genisstraf van 6 maanden, omdat hij op 11 augustus te Vaals een bromfiets had gestolen. De jongeman zei, dat hij er alleen maar op naar Aken had willen rijden om geld te halen, maar de officier van justitie meen de, dat de jongeman behoorde tot een aantal jonge Duitse infiltranten, die in Nederland komen stelen en roven. Tegen verdachte was zeven maanden geëist. Op 30 oktober j.l. huurde de 35-jarige P. G. te 's Gravenhage een auto, naar hij zei voor een dag of twee. Met deze wagen reed hij terstond naar Amersfoort, waar hij hem voor 2700 van de hand deed. Vanwege de lage prijs kreeg men ech ter argwaan en stelde men de man voor heen directeur van de firma Van' Rees mee te gaan naar de politie. Hij voelde tel H ton Kost het Paviljoen-Project, dat in Leiden is uitgevoerd, maar daarvoor hebben ruim honderd studen- en\n" 00k een eigen „home". De studentenkamers liggen gelijkvloers naast elkaar; elk vertrek heeft grote ramen tel iedt a«e mogelijkheden, gezellig te worden ingericht. Het ontxoerp van deze huisjes is van de architect HPoa- ook de Delftse paviljoens ontwierp. Het complex is voor een groot deel opgetrokken uit m de fabriek vervaardigde segmenten. tic e{( er v v8 (ets uiden de grote rivieren XVa°°rt; van middeleeuwse feest- 5 alle arbÜ zangerenbroederschappen z. g0Uwen van het toenmalige t. iri genc haar de Wartburg begaven tj1'1'8 toer6361 6n vredelievend en kunst- r''L°On tJn°0i !lun zangkunst en -kunde sPreiden? da' zeggen als men zoals zon- -qg co--» uitu ovaio t-u" i'3 VenV 7e Limburgse zangers- ar mol meemaakt. Want behalve ^iftrtJwaalfhn,Aul:le Iaoh °P het gelaat gs$tr? eken nderd-tal zangers uit alle v4n &thd rt>nd Venlo was samen- He-Ae bur^33 .'(aar ook het meeleven ?Cz6 ki di.o en van de plaatselijke ,Scharen middel onbenut liet om too en met i l°e tèY„met °Pen armen een wel- I ip v'°ePen. Zo geschieddehet dat ;i hilet KonetV,reigen verenigingsgebouw ^Pir c°hce ',Mannenkoor „Venlona" als vOor gebouw (of wat daar voor- bIaatfehou<je!!geren moét) concerten wer- ,.eh sche Waarvoor er meer staan- Pla,,2ltplaa. enen te worden ingenomen v°öd fn en bovendien een receptie header stadhuize door de nieuwe en zijn „schepenen" welk een 6stormI omliist werd door 3r°ffe,l en<( klaroenr/schal en sjjg .Rilde p„en. geblaas van het Akker- zicfh Koninklijke". Dit alles 6'eih Welt 3t in de vorm van een ?atu statirm0! emdeliik op het Markt- vo!» zich I" een spontane (W Woomh» deren ontlaadde. Prompt WQ0. deze knrgemeester mr. dr de 3Sen 5angbulde met geestige be an werden er in de luister rijke, zo juist gerestaureerde stadhuishal overvloedige bokalen gevuld.. Over de muzikale prestaties van de zestien in de concertzalen of wat men daarvoor noodgedwongen moet vergelij ken kan met veel lof worden gewaagd. Ieder, ongeacht zij uit Heer, Beek, Horst, Echt,, Reuver, Venray, Sittard, Swart- broek, Heerlerbaan, ILoermond of Venlo kwamen, dan wel uit het Rheinische Velbert. hadden als opgave een drietal werken te doen horen. De aanwezigheid van bet Duitse mannenkoor had het ar tistiek voordeel een perfect-geschoold ensemble te laten horen, waarvan de stemkwaliteiten uitzonderlijk goed ziin te noemen. Maar dit optreden betekende voor de Nederlandse gemeenschap de vleiende boodschap dat men daarginds wat man- nenkoormuziek zelf betreft een halve eeuw bij de onze ten achter staat. Nog steeds vergaapt men zich in Duits land zowel als Oostenrijk, en misschien in nog meer landen, aan de bombarie- stijl welke men gemeenlijk „de Lieder- tafelstijl" heeft genoemd: overmatige sen timentsontladingen en andere opgebla zenheden met snel verlopende ebben en vloeden van descrescendi en crescendi en tempo-wisselingen gepaard gaande, welke harmonisch gesproken in 't dominantsep- tiemakkoord verminderde en septiemak koorden de grootste luidruchtigheden of fluisteringen konden tentoon spreiden Zelfs een componist als Reger van wie 't Duitse koor „Ueber die Berge" zong ging zich aan deze alledaagse effecten te buiten. Deze keerkring of maaldrift is door de nieuwe stroming in onze man nenkoorzang gepasseerd en men stevent blijkens een goed deel van het door deze koren gezongene, naar een nieuw getij, een nieuwe vloed, op hoger gelegen ni veau van muziekbeoefening. In détails treden heeft hier geen zin: men leze daar toe het juryrapport. Maar wel heeft het zin even stil te staan bij een aspect dat op deze 7e zan gersdag in Limburg duidelijk naar voren is getreden. Als hier zestien koren op treden met een repertoire van 3-4 stuk ken betekent zulks dat men in een twee tal séances een vijftigtal werken te ver werken krijgt. Aangenomen dat bijna al deze stukken a-cappella-mannenkoor zijn, behoort er werkelijk een ongewoon uit houdingsvermogen toe zulk een cente- naarslast urenlang te moeten torsen. Het was dan ook een soort signaal van be vrijding toen het Kon. Mannenkoor uit Roermond trompetters en slagwerk liet aanrukken om daarna het bekende „To a God unknow" van M. Niël aan te hef fen, eveneens toen er een ovationeel ap plaus losbrak na het optreden van het jeugdkoor „Venlona". Beide gebeurlijk heden vonden echter te elfder ure plaats Met alle goedwillendheid waarmee pu bliek zowel als kritiek deze korendag heeft gevolgd, moet men evenwel de realiteitszin bewaren en constateren dat zulke dagen in de toekomst alleen kans van slagen hebben wanneer de program ma's met breder muzikaal inzicht zijn samengesteld. Het is niet alleen zaak de zangers of semi-professionals te interes seren, het is ook een plicht het contact met de luisterende gemeenschap te be houden en deze dusdanig te animeren, tot luisteren te dwingen dat men in deze muziek iets van eigen tijd en eigen geest terug vindt, zonder concessies aan alle daagsheid. Aan dit kapittel zou een af zonderlijk artikel te wijden zijn MARIUS MONNIKENDAM Een door regenvlagen gestriemde stad was gisteren de gastvrouwe van de Friese muze in Bolsward. de vaderstad van de Friese renaissance dichter Gijs- bert Japicx (1603—1666), klopte het Friese hart. Ier traditie getrouw maakte ook dit jatlr het college van Gedeputeerde Sta ten van Friesland gebruik van het aan bod van Bolswards vroede vaderen de 2-jaarlijkse Friese literatuurprijs (dit maal voor poëzie en toegekend aan de Friese dichter D. A. Tamminga van IJs- brechtum bij Sneek voor zijn in 1956 verschenen bundel „Balladen") uit te reiken in het raadhuis. Een 150-tal genodigden, voornamelijk afgevaardigden van Friese organisaties, leden van de Bond van Friese Kunste naars („In Boun Fan Fryske Kunstners") en autoriteiten, B. en W. van Bolsward en de heer H. J. W. Michael van he* mi nisterie van O., K. en W., waren aanwe zig, toen namens het college van Ged. Staten van Friesland mr. D. Okma, als waarnemend commissaris der Koningin in Friesland, het woord voerde. Spreker schetste de levensloop van de heer Tamminga. diens betekenis voor de Friese cultuur in het algemeen en voor de Friese literatuur in het bijzonder. Zo was de heer Tamminga o.a. samensteller van Friese voordrachtbundels, lees- en schoolboeken, Friese kalenders, samen steller van Friese radio-programma's, bewerker van Friese volksverhalen en sprookjes en niet in de laatste plaats Fries dichter van 'n bijzondere begaafd heid. Het verschijnen van de bundel „Balladen" was op advies van een daar toe ingestelde commissie aanleiding voor Ged. Staten de Gijsberi Japicxprijs voor 1957, bestaande uit een oorkonde en 750,aan de dichter D. A. Tamminga toe te kennen. Namens deze adviescommissie gaf drs. K. Dijkstra van Harlingen hierna een Wijlen de heer A. Wieringa, gewoond hebbende aan de Mathenesserdijk 226 en aldaar het vorig jaar overleden, heeft een aantal voorwerpen uit zijn nalatenschap aan de gemeente Rotterdam vermaakt. Krachtens deze wilsbeschikking heeft het Historisch Museum een antieke stoel- tjesklok verworven, drie horloges uit de 18e eeuw, een aantal 19de-eeuwse glazen en een oude koffiemolen. In de jaarlijkse vergadering van de Orde van Advocaten in het arrondisse ment Rotterdam is mr. W. M. E. van Rossem als deken afgetreden. De raad van toezicht is thans als volgt samengesteld: mr. A. Blom, deken; mr. D. Schuur, secretaris-penningmeester; mr. N. J. Bink, mr. H. Bavinck, mr. W. E. Boeles, mr. A. Boekwinkel en mr. J. A. L. M. Loeff, leden. karakteristiek van het bekroonde werk. Spreker kenschetste de dichter Tammin ga als een „taaismid", die de levende volkstaal ambachtelijk ontsmeedt tot literatuur. Traditionele stijlmiddelen en de vormen van de oude volksballade worden door de dichter omgevormd tot moderne scheppingen, zodat „kunstballa den" ontstaan, die de vergelijking met equivalenten in andere talen glansrijk z.i. kunnen doorstaan. In het kader van de culturele uitwis seling tussen de twee havensteden Ant werpen en Rotterdam heeft gisteravond onder auspiciën van de Rotterdamse Kunststichting in de Rotterdamse Schouwburg aan de Aert van Nesstraat de Koninklijke Nederlandse Schouwburg „Nationaal Toneel van België" een eerste voorstelling gegeven van het toneelspel „Een brief ging verloren". Een bijzonderheid was hierbij dat dit stuk van de Roemeense schrijver Ion Luca Care- giale (geb. 1852) in Rotterdam in première ging, terwijl eerst enige dagen' later de eerste voorstelling in Antwerpen zal plaats vinden. Dit laatste kan dan misschien als verzachtende omstandigheid gezien wor den, want deze uitvoering heeft niet aan de verwachtingen beantwoord. De bedoelingen van deze politieke sa tire zijn beslist niet uit de verf gekomen. We kunnen ons voorstellen, dat dit toneel stuk van Caregiale aan het einde van de negentiende eeuw in het Roemenië van toen geen lange levensduur beschoren was. Maar om nu te beweren dat hier een Roemeense Don Quichotte aan het woord is, nee, dat lijkt wel erg kras uit gedrukt. Hij vecht wel in dit stuk tegen „windmolens', en met name op het ter rein der sociale en politieke noodtoestan den, maar het is allemaal te verward en niet interessant, omdat we te ver er vanaf staan en tevens omdat er ontzet tend veel over gebabbeld wordt. Bokken noch schapen worden gespaard; dat wordt ook herhaaldelijk duidelijk, maar het is een vriendelijk meesmuilen op situaties die niet uitgediept zijn en niet getuigen van een brede kijk. Het verhaal in dit stuk is middelmatig. De oppositiepartij in een klein stadje heeft tegen verkiezingstijd een compro mitterende brief in handen gekregen van een der vooraanstaande aanhangers van de regeringspartij. De kandidaat van de regeringspartij moet zich terugtrekken, maar later blijkt de kandidaat van de tegenpartij ook niet helemaal rechtzinnig in de leer te zijn; een onbenullig man neke wordt nu kandidaat en wint. Ten slotte krijgt men een groot ver&roede- ringsfeest te zien. Over het spel van onze Belgische vrien den moeten we volstaan met te zeggen, dat hun manier van spelen ons niet erg ligt. Wat zij temperament noemen, noe men wij waarschijnlijk pathos en wat zij gesticuleren noemen, heet bij ons waar schijnlijk „groots gebarend". Een satire Iaat wellicht veel ruimte voor overdreven spel en dat is ook zeker de bedoeling van regisseur Maurits Balfoort geweest, maar wanneer zij niet strak in de hand gehou den wordt, krijgt men een „vuurpijlen- spel" dat vermoeiend is. Du. en Greve, te 's Gravenhage en R. N. Ide- ma te Wassenaar, hoofddirecteur van het ijkwgzen; tot ridder in de orde van Oranje-Nassau: de heren J. de Kruyter te Goes, A. v. d. Boomgaard, inspecteur korpschef van gemeentepolitie te 'Leer dam en P. Lutmers, secretaris der ge meente Delfzijl. daar weinig voor, aangezien de politie hem, naar hij zeide, voor iets anders zocht. De koop werd toen ongedaan ge- msskti Bij een nader onderzoek werd de man vrijdag te Hamburg aangetroffen; de auto is weer aan de rechtmatige eigenaar terugbezorgd. (Van onze militaire medewerker) MET verbazing en verontrusting ook namen wij kennis van een beschouwing, gehouden door een gewezen Brits officier. De spre ker ontvouwde in zijn betoog geheel nieuwe ideeën over de oorlogvoe ring, welke ten doel hadden de con ventionele denkwijze over de defen sie te doorbreken. Hij ging hierbij uit van twee grond gedachten nl.: dat de democratische lan den het er nu eenmaal niet voor over hebben hun conventionele strijdkrachten gelijkwaardig te maken aan of in even wicht te brengen met die van de Sovjet- Unie en dat de wederzijdse vrees voor het onbeperkt gebruik van nucleaire strijdmiddelen zodanig toeneemt, dat er rekening mee dient te worden gehou den, dat geen der oorlogvoerende par tijen zijn toevlucht tot deze middelen wil nemen. Hiervan uitgaande zo betoogde de spreker moet de mogelijkheid van een geslaagde vijandelijke aanval met als gevolg een bezetting van Europa geheel of ten dele worden aanvaard. Hij beschouwt zulk een bezetting echter slechts als een tactische nederlaag en hij noemt het betreurenswaardig ondemocra tisch een bezetting als de uiteinde lijke nederlaag te bestempelen. Hierbij haalt hij voorbeelden aan van het verzet in verschillende tijdens de Tweede Wereldoorlog be zette Europese landen. Hij komt tot de merkwaardige conclusie, dat naar zijn mening Engeland het on beperkt gebruik van nucleaire strijdmiddelen eenzijdig dient af te wijzen en dat de Europese defensie in een gesloten verdedigingsorganisa tie op vorenstaande basis dient te worden gesteld. Nu kan niemand worden belet er een persoonlijke visie op na te houden, doch dat dergelijke inzichten blijkbaar pu bliekelijk op rustige wijze in een gezel schap van beroepsofficieren worden be sproken is op zichzelf verontrustend. Immers de spreker verliest geheel uit het oog, dat het nationaal verzet in de tijdens de Tweede Wereldoorlog bezette landen, slechts geleidelijk tot zijn recht kon komen tegenover een steeds meer verzwakkende tegenstander tengevolge van de toepassing van de onbeperkte luchtoorlog. Voorts kan een landelijk of regionaal verzet tijdens een bezetting slechts gebaseerd zijn op een hoog mo reel van het desbetreffende volk op grond van de overtuiging van de uitein delijke overwinning. Deze kunnen toch bezwaarlijk aanwezig zijn indien de Eu ropese verdediging bij voorbaat daarop zou worden georganiseerd. Tenslotte is het landelijk en regionaal verzet in hoge mate afhankelijk van geografische fac toren. Hierbij komt nog, dat hoe wreed de Duitse maatregelen tegen het nationaal verzet ook waren deze nog zeer humaan zouden kunnen blijken in vergelijking met de maatregelen, welke van een Sovjet-bezetter moeten worden verwacht tegenover een georganiseerd Europees verzet tijdens een bezetting. Wij weten maar al te zeer, hoe de Rus een zelfs goed georganiseerd regionaal verzet weet te onderdrukken indien dit verzet niet gelijktijdig van buitenaf kan worden gesteund. cleaire strijd dus doch na verlies van een groot gebied, vele bases en krach ten. Nogmaals, wij achten het ver kondigen van dergelijke inzichten in hoge mate betreurenswaardig, zeker in Engeland. De Britse regering heeft het voornemen om de conventionele krachten te beperken t.b.v. een ver sterking van de nucleaire kracht reeds ten dele tot uitvoering gebracht. Het eenzijdig afwijzen van het ge bruik van atomische strijdmiddelen zou de Britse kracht als N.A.T.O.- bondgenoot nog meer verzwakken. De N.A.T.O.-verdediging is wij be spraken dit meermalen in de eerste plaats gericht op de nucleaire kracht als afschrikking ter voorkoming of als ver gelding ter beëindiging van agressie. Wanneer één der N.A.T.O.-landen, dat de potentie heeft aan dit element van de westerse verdediging deel te nemen, zich hieraan zou onttrekken in woord of daad, dan zou dit het huidige, toch reeds zeer labiele evenwicht van krachten, in ernstige mate verstoren. De Sovjet-te genstander kan zeker van agressie wor den weerhouden door het vooruitzicht op een onbeperkte nucleaire vergelding, hij zal zich echter daarvan nimmer laten weerhouden door de in verhouding toch reeds zwakke conventionele strijdkrach ten gepaard aan een georganiseerd Europees verzet na bezetting. IJ het in beginsel aanvaar den van een Europesebe zetting zou het lot van Eu ropa geheel afhankelijk worden ge steld van de nucleaire en conven tionele kracht van de buiten Europa opererende NATO-bondgenoten; het is aap rechtvaardige twijfel onder hevig of zij bij een zodanige ver dedigingsorganisatie nog lust zouden hebben Europa te hulp te komen. Bovendien zou bij een voort zetting van de strijd na deze „tacti sche" nederlaag, deze geheel worden verplaatst naar het bezette gebied, waarbij een nucleaire luchtoorlog dan zeker niet meer is te vermijden. Een uitstel en verplaatsing van de nu- -ET is naar onze mening een uit gemaakte zaak, dat de vrijheid lievende landen van Europa een onbeperkte atoomoorlog met alle con sequenties van dien boven een bezet ting stellen. De gruwelen van een bezetting zonder meer, laat staan als deze gepaard gaat met een georgani seerd verzet, zijn afschuwelijker, niet alleen op zichzelf maar ook in zijn consequenties, dan de verschrikke lijke gevolgen van een onbeperkte atoomoorlogvoering. Ook de minister van Defensie legde dit beginsel neer in zijn „Nota ter algemene inleiding van de memorie van toelich ting" betreffende de Rijksbegroting voor Oorlog en Marine 1958 wanneer hij zegt: „Zolang het totaal van de door de N.A.V.O.-landen te leveren conventionele middelen een doeltreffend onderdeel t) van de gezamenlijke verdediging in haar geheel U uitmaakt, en hiermede daad werkelijk wordt gewaarborgd dat In ge val van agressie ons grondgebied niet meteen door de vijand kan worden bezet, zolang is het waard aan de versterking daarvan een grote inspanning ten koste te leggen". Natuurlijk niemand kan de verzekering geven, dat tijdens een on verhoopt Oost-West-conflict de tegen stander geen enkel gebied van de Wes terse landen zal betreden. De strijd is daar dan echter nog niet ten einde; de regionale strijdkrachten, welke nog on der nationale verantwoordelijkheid zijn gevormd en gegroepeerd nemen dan mede hun plaats in de totale strijd in. Indien in een bepaald gebied de strijd krachten geheel worden uitgeschakeld, ja dan kan slechts een bezetting van dat gebied het gevolg zijn. Of dit dan een tactische of strategische nederlaag is hangt geheel af van de geografische be tekenis van het bezette gebied en de omvang van de daarbij uitgeschakelde strijdkrachten en bases. In hoeverre in dit bezptte gebied een regionaal verzet tot organisatie en daadwerkelijk optre den kan komen is geheel afhankelijk van het verdere verloop van de strijd, het plaatselijk regionaal moreel en de geo grafische mogelijkheden. Een bezetting van Westeuropees grondgebied bij voorbaat als uit gangspunt te nemen voor een Euro pese verdedigingsorganisatie met ter zijdestelling van enig verdedigings middel (i.e. de kernenergie) kan slechts twijfel veroorzaken t.a.v. de overtuiging, dat de N.A.T.O.-partners voor hun verdediging gebruik zullen maken van alle hun ter beschikking staande verdedigingsmiddelen. Het is zaak dat de Europese N.A.T.O.-lan den met kracht tegen deze tendens opkomen, uit welke hoek hij ook mocht komen. Vet van de redactie.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 3