J
Leidse studenten krijgen
paviljoen als „kast"
rm
w
X
Een Limburgse „Sangerkrieg" te Venlo
Gevaarlijke stelling
HfaM
"S
i'V'i
Kamer-nood dwong tot nieuwbouw
Moderne huisvesting voor honderd
vrij gezellen
Officiële uitreiking van Gljsbert
Japicxprijs ,1957 te Bolsward
Zestien koren bezochten de
zangersdag
5*
H1
B'
V
Donderdag opening
Leiden nog steeds
in last
Tentoonstelling Ameri
kaanse Zeefdrukken
Televisiezender Goes
volgende week in proef
bedrijf
Knikkerende jongens
vonden inbrekersbuit
„Een brief ging
verloren"
w
rfl«n
ijdf
tir
DINSDAG 5 NOVEMBER 1957
PAGINA 3
derd Seds in Iëst- Aan ruim h°n"
nieu karr>erzoekenden zal in de
kynn barakken een onderdak
vip,.uen borden geboden, maar
tV/pil°nderd (van de in totaal
büjv nveertighonderd) studenten
g0eden nog verstoken van een
om ;6 ^oon-accommodatie. Daar-
Churvl61 p^an geopperd, aan de
F],,„cbill-laan te Leiden 'n groot
kan, 0Uw in te richten, dat 222
st*r! zal bevatten, waarin de
ginopf}, n volgens hetzelfde „be-
t0e als bij de paviljoens werd
onrf„st> zullen kunnen worden
(Van onze verslaggever)
DE UNIVERSITEITSSTAD
Leiden heeft al even hard te
kampen met kamer-nood als de
andere studentensteden; wie er
in slaagt een >,kast" te verove
ren, is een geluksvogel, die be
nijd wordt door de ongeveer
vijfhonderd woningzoekende
studenten, die in Leiden dag-in-
dag-uit de dagbladen na-snuf
felen en belletjes-proberen, in de
ijdele hoop dat het dit keer mis
schien tóch wel lukken zal.
Gelukkig is er nu in deze si
tuatie enige verbetering geko
men; a.s. donderdag zal aan het
Piet Paaltjens-pad te Leiden of
ficieel een complex van zeven
paviljoens worden geopend,
waarin honderd en drie studen
ten een eigen kamer, alsmede
de voor een studerende vrijge
zel hoognodige voorzieningen
zullen kunnen aantreffen. Het
complex, dat reeds wordt be
woond in deze dagen heeft
men zelfs geen ruimte" meer,
een officiële opening af te wach
ten ligt op het gemeentelijk
sportpark; zevfen lange, moder
ne barakken met goede accommo
datie zijn daar in vijf maanden
tijd neergeplant, omdat allerlei
instanties wel inzagen, dat thans
de dakloze academische koe
duchtig bij de horens diende te
worden gevat.
Géén bedden opmaken
Niet isoleren
GENERALE CONGREGATIE
DER JEZUÏETEN BENOEMDE
TWEE ASSISTENTEN
GOEDKOOP MAALTJE
VLEES
Incasseerder spaarde voor
zelfbedieningswinkel
KON. ONDERSCHEIDINGEN
In een oude kous
JONGE DUITSER STAL
BROMFIETS IN NEDERLAND
Lid van jeugdige bende?
MAN GING ER MET EEN
GEHUURDE AUTO VANDOOR
ggglg
1111111111
•ft' -J*!. J&"
Karakteristiek
NIEUWE AANWINSTEN VOOR
HIST- MUSEUM
ORDE VAN ADVOCATEN
TE ROTTERDAM
Kon. Nederlandse Schouwburg
f-'j'
erK'
ia3r
def5
19'
be'
Je
off
I de
09r
ei'
V9"
v«r
<r
7 U"
«ri»'
5 e"
<K
•'-it»1;
a.W-*0
X
0f'
yv.-^.-
»5»3S$5*
da t I-/;,, i
b,0nie ln het nieuwe studenten-
klagen Geen lastige hospita, die komt
han$ °ler gejengel, dat nou-onder-de-
n aar~eens-afgelopen-moest-wezen.
ellH sin
tich omgeving kan de student
r dijden aan studie, op elk gebied.
(Van onze verslaggever)
Zeven3nlc® de WÖde aanwinst van
trou£PavilS°ens is Leiden, net als
iï0„ ^.ens al onze studentensteden,
Dietr!ebracht-
een 1, ne"vei"diepingengebouw zal
het i ar niiljoen moeten kosten;
jaar ,n.' deze flat bet volgend
heeft3 *n geneedheid te hebben,
bj; i 'nen wegens moeilijkheden
«e financiering moeten laten
on Niettemin blijft men hopen
van ff1 spoedige verwezenlijking
Voo Project. Het kamerzoeken
r studenten wordt immers
gev i moeibjker; niet alleen ten-
OoV van de woningnood, maar
de °nder invloed van het feit, dat
tp: (evensomstandigheden van
gen financieel draagkrachti-
hii, bie in de kamer-verhuur een
•/.ij ienste zochten, steeds beter
b'b geworden èn de omstandig-
gt'd, dat de rond de stad op-
gg3elende nieuwbouw zich, ten
volg® van de motjerne ruimte-
h!gfiPPe
hg®riPPen, moeilijker leent voor
ka" afstaan
arners.
De student, die het geluk heeft deze
paviljoens als „kast" toegewezen te
krijgen, kan zich gelukkig prijzen met
een ruime kamer, waarin hij een bed,
een kast, een stoel en meestal ook een
bureau aantreft. Hij betaalt voor deze
inwoning vijftig a vijfenvijftig gulden
per maand en wéét, dat hij dan geen
zorgen meer behoeft te hebben over re
keningen van gas, water en elektriciteit,
dat zijn kamer door een werkster zaly
worden schoongehouden, dat zijn bed
wordt opgemaakt, dat zijn eigen vuilnis
bakje zal worden geledigd en dat een
centrale verwarming hem gedurende de
wintermaanden een behoorlijke studie-
temperatuur garandeert. Bovendien pro
fiteert hij van een gemeenschappelijke
douche-inrichting en kan hij gebruik
maken van een collectief keukentje met
eet-kamertje; niet zozeer bestemd voor
volledige maaltijden, dan wel voor de
kleine hapjes.
De zeven paviljoens, die elk vijftien
kamers bevatten, staan onder beheer
van een huisbewaarder, die de zorgen
van het 103 man sterke gezin zal dragen.
Uiteraard was het een probleem: hoe
de studenten in te delen. Daartoe riep
de Stichting Leidse Studentenbelangen,
die de paviljoens met rijkssubsidie liet
bouwen, uit de studentenkring zeven
nestors bij elkaar, die ieder op hun
beurt weer twee assistenten kozen. Sa
men heeft men toen de hoofden bijeen
Kortgeleden nog een lege ruimte, die
naar verf rook: nu al een tot „gezellige
kast" gebombardeerde studentenkamer.
Zeker mevrouw, niet alles ligt er op
z'n plaats, maar wat geeft dat. Als
het de studie maar ten goede komt.
In alle ernst: hier woont sedert kort
de heer D. M. Bokken en hij is al hele
maal ingeburgerd.
gestoken, de (lange) lijst van aanvragen
geraadpleegd en- geconfereerd over de
selectie. Het resultaat is, dat men in een
paviljoen verscheidene eerste-jaars,
maar ook een aantal oudere-jaars aan
treft.
Nu is het beslist niet de bedoeling, dat
de „paviljoen-studenten" elke avond bij
elkaar blijven „hokken". Onder meer is
daarom het in-de-stad-eten geëntameerd.
Tevens is er gelet op de animo voor het
sociëteits-leven: het is immers een van
de grote bezwaren, die men in studen
tenkringen koestert ten aanzien van de
spoor-studenten, dat zij niet voldoende
in de studenten-sfeer kunnen opgaan.
Ook in de paviljoens zou „isolatie" kun
nen ontstaan; vandaar, dat fatsoenlijke
uithuizigheid beslist niet wordt afgera
den.
Boodschappen-doen is voor de pavil
joeniers nu geen bezwaar meer; een
klein winkeltje biedt hun de mogelijk
heid tot het kopen van de envoudige
koloniale waren, waaraan in een vrijge
zellen-huishouding zo dikwijls en op
zulke ongelegen ogenblikken gebrek kan
bestaan.
Na Delft is Leiden de tweede Neder
landse studenten-stad, die zich met een
dergelijke nuttige „stadsuitbreiding" ge
lukkig kan prijzen. Men is er terecht
trots op, hetgeen ook wel zal blijken als
de president-curator, Baron dr. J. E. de
Vos van Steenwijk, het nieuwe complex
a.s. donderdag officieel zal openen.
(Van een medewerker)
In Maastricht wordt tot IV november
een tentoonstelling gehouden van Ameri
can Screen Printings, in goed Neder
lands: zeefdrukken. De expositie zal te
zien zijn in de kunsthandel Dejong-Ber-
gers aan de Grote Staat, waar ze
woensdagavond wordt ingeleid door
dr. J. Herold, voorzitter van het Neder-
land-Amerika Instituut te Maastricht.
Aan de inrichting ervan werken mee de
voorlichtingsdienst van de U.S.A.-ambas-
sade in Den Haag en de Nederlandse
Vereniging van Zeefdrukkers te Amster
dam.
In de loop van de volgende week zal
een aanvang gemaakt worden met proef-
uitzendingen van de televisiezender
Goes. Het ligt in de bedoeling zo regel
matig mogelijk de Nederlandse en even
tuele Eurovisie-programma's uit te zen
den.
Met ingang van vandaag zal de zender
op alle werkdagen, behalve op zaterdag
tussen 16 en 17 uur met een elektronisch
testpatroon in de lucht komen.
De officiële indienststelling van de te
levisiezender Goes zal waarschijnlijk in
de eerste helft van december plaats vin
den.
(Van onze Romeinse correspondent)
De Generale Congregatie van de Je
zuïeten, die nu al sedert twee maanden
bijeen is (en die het hoogste bestuursor
gaan van de orde vormt) heeft twee
nieuwe assistenten benoemd, nl. een as
sistent voor de zg. Engelse assistentie in
de persoon van de Canadese pater John
Swain, tot nu toe novicenmeester van
Japan en de assistent voor de nieuw op
gerichte asstentie van India en het Verre
Oosten, (dat ook Japan in Indonesië om
vat) in de persoon van de beroemde
Indiase pater Hyronimus Souza. Deze
verwierf grote vermaardheid door zijn
aandeel in het tot stand komen van de
nieuwe Indiase grondwet, als lid van de
constituerende vergadering, en als leider
van de Indiase delegatie bij de UNO,
1
(Van onze Haagse redactie)
Zaterdagmorgen heeft de Haagse re
cherche op de Sportlaan de 49-jarige in
casseerder B. M. gearresteerd, die er een
gewoonte van maakte om wanneer een
slagersknecht zijn fiets tegen de muur had
gezet om zijn klanten te bedienen een
maaltje vlees uit de bakfiets te halen. Dit
heeft hij het afgelopen jaar zo'n 150 tot
200 keer gedaan. Nog groter werd de ver
bazing van de politie, toen zij huiszoeking
deed bij M. Hier trof men n.l. een enorme
voorraad gestolen goed aan: Honderden
blikjes levensmiddelen, sloffen sigaretten,
flessen jenever, coca cola en slaolie. Ver
der tientallen paren dameskousen. Alles
bij elkaar was voldoende om twee bestel
wagens te vullen. Het totaal gewicht aan
levensmiddelen bedroeg anderhalve ton.
M. had zijn vrouw wijsgemaakt, dat hij
de spullen zolang voor een vriend opsloeg.
Bij K. B. is benoemd tot ridder in de
orde van de Nederlandse Leeuw bri
gade-generaal L. A. van Baarsel, inspec
teur van de militaire administratie; zijn
benoemd tot officier in de orde van
Oranje-Nassau: de heren E. Hennv. voor-
(Van onze Haagse redactie)
Bij het knikkeren op straat vonden drie
Haagse jongens vrijdag onder het lucht
rooster van een kelder aan de Kock-
straat een oude kous, waarin twe» zakjes
zaten, die bij opening tal van gouden
sieraden bleken te bevatten.
De U-jarige H. Draaier waarschuwde
zijn oom, die toevallig in de buurt was
en die politie-agent is. Deze bracht de
kennelijk van inbraak afkomstige buit
naar het politiebureau.
In de zakjes bevonden zich meer dan
honderd souden ringen, sloopsoud, siera
den waaruit de edelstenen waren ver
wijderd. broches, kettingen en hangers.
De politie heeft nog in onderzoek, van
welke inbraak of mogelijk zelfs inbra
ken deze kostbare vondst afkomstig is.
De rechtbank te Maastricht heeft gister
morgen de achttienjarige glasslijper H.
Graff uit Aken veroordeeld tot een gevan
genisstraf van 6 maanden, omdat hij op 11
augustus te Vaals een bromfiets had
gestolen.
De jongeman zei, dat hij er alleen maar
op naar Aken had willen rijden om geld te
halen, maar de officier van justitie meen
de, dat de jongeman behoorde tot een
aantal jonge Duitse infiltranten, die in
Nederland komen stelen en roven. Tegen
verdachte was zeven maanden geëist.
Op 30 oktober j.l. huurde de 35-jarige
P. G. te 's Gravenhage een auto, naar
hij zei voor een dag of twee. Met deze
wagen reed hij terstond naar Amersfoort,
waar hij hem voor 2700 van de hand
deed.
Vanwege de lage prijs kreeg men ech
ter argwaan en stelde men de man voor
heen directeur van de firma Van' Rees mee te gaan naar de politie. Hij voelde
tel H ton Kost het Paviljoen-Project, dat in Leiden is uitgevoerd, maar daarvoor hebben ruim honderd studen-
en\n" 00k een eigen „home". De studentenkamers liggen gelijkvloers naast elkaar; elk vertrek heeft grote ramen
tel iedt a«e mogelijkheden, gezellig te worden ingericht. Het ontxoerp van deze huisjes is van de architect HPoa-
ook de Delftse paviljoens ontwierp. Het complex is voor een groot deel opgetrokken uit m de fabriek
vervaardigde segmenten.
tic e{( er v
v8 (ets uiden de grote rivieren
XVa°°rt; van middeleeuwse feest-
5 alle arbÜ zangerenbroederschappen
z. g0Uwen van het toenmalige
t. iri genc haar de Wartburg begaven
tj1'1'8 toer6361 6n vredelievend en kunst-
r''L°On tJn°0i !lun zangkunst en -kunde
sPreiden?
da'
zeggen als men zoals zon-
-qg co--» uitu ovaio t-u"
i'3 VenV 7e Limburgse zangers-
ar mol meemaakt. Want behalve
^iftrtJwaalfhn,Aul:le Iaoh °P het gelaat
gs$tr? eken nderd-tal zangers uit alle
v4n &thd rt>nd Venlo was samen-
He-Ae bur^33 .'(aar ook het meeleven
?Cz6 ki di.o en van de plaatselijke
,Scharen middel onbenut liet om
too en met i
l°e tèY„met °Pen armen een wel-
I ip v'°ePen. Zo geschieddehet dat
;i hilet KonetV,reigen verenigingsgebouw
^Pir c°hce ',Mannenkoor „Venlona" als
vOor gebouw (of wat daar voor-
bIaatfehou<je!!geren moét) concerten wer-
,.eh sche Waarvoor er meer staan-
Pla,,2ltplaa. enen te worden ingenomen
v°öd fn en bovendien een receptie
header stadhuize door de nieuwe
en zijn „schepenen" welk
een
6stormI omliist werd door
3r°ffe,l en<( klaroenr/schal en
sjjg .Rilde p„en. geblaas van het Akker-
zicfh Koninklijke". Dit alles
6'eih Welt 3t in de vorm van een
?atu statirm0! emdeliik op het Markt-
vo!» zich I" een spontane
(W Woomh» deren ontlaadde. Prompt
WQ0.
deze knrgemeester mr. dr de
3Sen 5angbulde met geestige be
an werden er in de luister
rijke, zo juist gerestaureerde stadhuishal
overvloedige bokalen gevuld..
Over de muzikale prestaties van de
zestien in de concertzalen of wat men
daarvoor noodgedwongen moet vergelij
ken kan met veel lof worden gewaagd.
Ieder, ongeacht zij uit Heer, Beek, Horst,
Echt,, Reuver, Venray, Sittard, Swart-
broek, Heerlerbaan, ILoermond of Venlo
kwamen, dan wel uit het Rheinische
Velbert. hadden als opgave een drietal
werken te doen horen. De aanwezigheid
van bet Duitse mannenkoor had het ar
tistiek voordeel een perfect-geschoold
ensemble te laten horen, waarvan de
stemkwaliteiten uitzonderlijk goed ziin te
noemen. Maar dit optreden betekende voor
de Nederlandse gemeenschap de vleiende
boodschap dat men daarginds wat man-
nenkoormuziek zelf betreft een halve
eeuw bij de onze ten achter staat.
Nog steeds vergaapt men zich in Duits
land zowel als Oostenrijk, en misschien
in nog meer landen, aan de bombarie-
stijl welke men gemeenlijk „de Lieder-
tafelstijl" heeft genoemd: overmatige sen
timentsontladingen en andere opgebla
zenheden met snel verlopende ebben en
vloeden van descrescendi en crescendi en
tempo-wisselingen gepaard gaande, welke
harmonisch gesproken in 't dominantsep-
tiemakkoord verminderde en septiemak
koorden de grootste luidruchtigheden of
fluisteringen konden tentoon spreiden
Zelfs een componist als Reger van wie
't Duitse koor „Ueber die Berge" zong
ging zich aan deze alledaagse effecten te
buiten. Deze keerkring of maaldrift is
door de nieuwe stroming in onze man
nenkoorzang gepasseerd en men stevent
blijkens een goed deel van het door deze
koren gezongene, naar een nieuw getij,
een nieuwe vloed, op hoger gelegen ni
veau van muziekbeoefening. In détails
treden heeft hier geen zin: men leze daar
toe het juryrapport.
Maar wel heeft het zin even stil te
staan bij een aspect dat op deze 7e zan
gersdag in Limburg duidelijk naar voren
is getreden. Als hier zestien koren op
treden met een repertoire van 3-4 stuk
ken betekent zulks dat men in een twee
tal séances een vijftigtal werken te ver
werken krijgt. Aangenomen dat bijna al
deze stukken a-cappella-mannenkoor zijn,
behoort er werkelijk een ongewoon uit
houdingsvermogen toe zulk een cente-
naarslast urenlang te moeten torsen. Het
was dan ook een soort signaal van be
vrijding toen het Kon. Mannenkoor uit
Roermond trompetters en slagwerk liet
aanrukken om daarna het bekende „To
a God unknow" van M. Niël aan te hef
fen, eveneens toen er een ovationeel ap
plaus losbrak na het optreden van het
jeugdkoor „Venlona". Beide gebeurlijk
heden vonden echter te elfder ure
plaats
Met alle goedwillendheid waarmee pu
bliek zowel als kritiek deze korendag
heeft gevolgd, moet men evenwel de
realiteitszin bewaren en constateren dat
zulke dagen in de toekomst alleen kans
van slagen hebben wanneer de program
ma's met breder muzikaal inzicht zijn
samengesteld. Het is niet alleen zaak de
zangers of semi-professionals te interes
seren, het is ook een plicht het contact
met de luisterende gemeenschap te be
houden en deze dusdanig te animeren, tot
luisteren te dwingen dat men in deze
muziek iets van eigen tijd en eigen geest
terug vindt, zonder concessies aan alle
daagsheid. Aan dit kapittel zou een af
zonderlijk artikel te wijden zijn
MARIUS MONNIKENDAM
Een door regenvlagen gestriemde stad
was gisteren de gastvrouwe van de
Friese muze in Bolsward. de vaderstad
van de Friese renaissance dichter Gijs-
bert Japicx (1603—1666), klopte het Friese
hart.
Ier traditie getrouw maakte ook dit
jatlr het college van Gedeputeerde Sta
ten van Friesland gebruik van het aan
bod van Bolswards vroede vaderen de
2-jaarlijkse Friese literatuurprijs (dit
maal voor poëzie en toegekend aan de
Friese dichter D. A. Tamminga van IJs-
brechtum bij Sneek voor zijn in 1956
verschenen bundel „Balladen") uit te
reiken in het raadhuis.
Een 150-tal genodigden, voornamelijk
afgevaardigden van Friese organisaties,
leden van de Bond van Friese Kunste
naars („In Boun Fan Fryske Kunstners")
en autoriteiten, B. en W. van Bolsward
en de heer H. J. W. Michael van he* mi
nisterie van O., K. en W., waren aanwe
zig, toen namens het college van Ged.
Staten van Friesland mr. D. Okma, als
waarnemend commissaris der Koningin
in Friesland, het woord voerde.
Spreker schetste de levensloop van de
heer Tamminga. diens betekenis voor de
Friese cultuur in het algemeen en voor
de Friese literatuur in het bijzonder. Zo
was de heer Tamminga o.a. samensteller
van Friese voordrachtbundels, lees- en
schoolboeken, Friese kalenders, samen
steller van Friese radio-programma's,
bewerker van Friese volksverhalen en
sprookjes en niet in de laatste plaats
Fries dichter van 'n bijzondere begaafd
heid. Het verschijnen van de bundel
„Balladen" was op advies van een daar
toe ingestelde commissie aanleiding voor
Ged. Staten de Gijsberi Japicxprijs voor
1957, bestaande uit een oorkonde en
750,aan de dichter D. A. Tamminga
toe te kennen.
Namens deze adviescommissie gaf drs.
K. Dijkstra van Harlingen hierna een
Wijlen de heer A. Wieringa, gewoond
hebbende aan de Mathenesserdijk 226 en
aldaar het vorig jaar overleden, heeft een
aantal voorwerpen uit zijn nalatenschap
aan de gemeente Rotterdam vermaakt.
Krachtens deze wilsbeschikking heeft
het Historisch Museum een antieke stoel-
tjesklok verworven, drie horloges uit de
18e eeuw, een aantal 19de-eeuwse glazen
en een oude koffiemolen.
In de jaarlijkse vergadering van de
Orde van Advocaten in het arrondisse
ment Rotterdam is mr. W. M. E. van
Rossem als deken afgetreden.
De raad van toezicht is thans als volgt
samengesteld: mr. A. Blom, deken; mr.
D. Schuur, secretaris-penningmeester; mr.
N. J. Bink, mr. H. Bavinck, mr. W. E.
Boeles, mr. A. Boekwinkel en mr. J. A.
L. M. Loeff, leden.
karakteristiek van het bekroonde werk.
Spreker kenschetste de dichter Tammin
ga als een „taaismid", die de levende
volkstaal ambachtelijk ontsmeedt tot
literatuur. Traditionele stijlmiddelen en
de vormen van de oude volksballade
worden door de dichter omgevormd tot
moderne scheppingen, zodat „kunstballa
den" ontstaan, die de vergelijking met
equivalenten in andere talen glansrijk
z.i. kunnen doorstaan.
In het kader van de culturele uitwis
seling tussen de twee havensteden Ant
werpen en Rotterdam heeft gisteravond
onder auspiciën van de Rotterdamse
Kunststichting in de Rotterdamse
Schouwburg aan de Aert van Nesstraat
de Koninklijke Nederlandse Schouwburg
„Nationaal Toneel van België" een eerste
voorstelling gegeven van het toneelspel
„Een brief ging verloren".
Een bijzonderheid was hierbij dat dit stuk
van de Roemeense schrijver Ion Luca Care-
giale (geb. 1852) in Rotterdam in première
ging, terwijl eerst enige dagen' later de
eerste voorstelling in Antwerpen zal plaats
vinden. Dit laatste kan dan misschien als
verzachtende omstandigheid gezien wor
den, want deze uitvoering heeft niet aan
de verwachtingen beantwoord.
De bedoelingen van deze politieke sa
tire zijn beslist niet uit de verf gekomen.
We kunnen ons voorstellen, dat dit toneel
stuk van Caregiale aan het einde van de
negentiende eeuw in het Roemenië van
toen geen lange levensduur beschoren
was. Maar om nu te beweren dat hier
een Roemeense Don Quichotte aan het
woord is, nee, dat lijkt wel erg kras uit
gedrukt. Hij vecht wel in dit stuk tegen
„windmolens', en met name op het ter
rein der sociale en politieke noodtoestan
den, maar het is allemaal te verward
en niet interessant, omdat we te ver er
vanaf staan en tevens omdat er ontzet
tend veel over gebabbeld wordt. Bokken
noch schapen worden gespaard; dat wordt
ook herhaaldelijk duidelijk, maar het is
een vriendelijk meesmuilen op situaties
die niet uitgediept zijn en niet getuigen
van een brede kijk.
Het verhaal in dit stuk is middelmatig.
De oppositiepartij in een klein stadje
heeft tegen verkiezingstijd een compro
mitterende brief in handen gekregen van
een der vooraanstaande aanhangers van
de regeringspartij. De kandidaat van de
regeringspartij moet zich terugtrekken,
maar later blijkt de kandidaat van de
tegenpartij ook niet helemaal rechtzinnig
in de leer te zijn; een onbenullig man
neke wordt nu kandidaat en wint. Ten
slotte krijgt men een groot ver&roede-
ringsfeest te zien.
Over het spel van onze Belgische vrien
den moeten we volstaan met te zeggen,
dat hun manier van spelen ons niet erg
ligt. Wat zij temperament noemen, noe
men wij waarschijnlijk pathos en wat zij
gesticuleren noemen, heet bij ons waar
schijnlijk „groots gebarend". Een satire
Iaat wellicht veel ruimte voor overdreven
spel en dat is ook zeker de bedoeling van
regisseur Maurits Balfoort geweest, maar
wanneer zij niet strak in de hand gehou
den wordt, krijgt men een „vuurpijlen-
spel" dat vermoeiend is.
Du.
en Greve, te 's Gravenhage en R. N. Ide-
ma te Wassenaar, hoofddirecteur van het
ijkwgzen; tot ridder in de orde van
Oranje-Nassau: de heren J. de Kruyter
te Goes, A. v. d. Boomgaard, inspecteur
korpschef van gemeentepolitie te 'Leer
dam en P. Lutmers, secretaris der ge
meente Delfzijl.
daar weinig voor, aangezien de politie
hem, naar hij zeide, voor iets anders
zocht. De koop werd toen ongedaan ge-
msskti
Bij een nader onderzoek werd de man
vrijdag te Hamburg aangetroffen; de
auto is weer aan de rechtmatige eigenaar
terugbezorgd.
(Van onze militaire medewerker)
MET verbazing en verontrusting
ook namen wij kennis van een
beschouwing, gehouden door
een gewezen Brits officier. De spre
ker ontvouwde in zijn betoog geheel
nieuwe ideeën over de oorlogvoe
ring, welke ten doel hadden de con
ventionele denkwijze over de defen
sie te doorbreken.
Hij ging hierbij uit van twee grond
gedachten nl.: dat de democratische lan
den het er nu eenmaal niet voor over
hebben hun conventionele strijdkrachten
gelijkwaardig te maken aan of in even
wicht te brengen met die van de Sovjet-
Unie en dat de wederzijdse vrees voor
het onbeperkt gebruik van nucleaire
strijdmiddelen zodanig toeneemt, dat er
rekening mee dient te worden gehou
den, dat geen der oorlogvoerende par
tijen zijn toevlucht tot deze middelen
wil nemen.
Hiervan uitgaande zo betoogde
de spreker moet de mogelijkheid
van een geslaagde vijandelijke
aanval met als gevolg een bezetting
van Europa geheel of ten dele
worden aanvaard. Hij beschouwt
zulk een bezetting echter slechts als
een tactische nederlaag en hij noemt
het betreurenswaardig ondemocra
tisch een bezetting als de uiteinde
lijke nederlaag te bestempelen.
Hierbij haalt hij voorbeelden aan
van het verzet in verschillende
tijdens de Tweede Wereldoorlog be
zette Europese landen. Hij komt
tot de merkwaardige conclusie, dat
naar zijn mening Engeland het on
beperkt gebruik van nucleaire
strijdmiddelen eenzijdig dient af te
wijzen en dat de Europese defensie
in een gesloten verdedigingsorganisa
tie op vorenstaande basis dient te
worden gesteld.
Nu kan niemand worden belet er een
persoonlijke visie op na te houden, doch
dat dergelijke inzichten blijkbaar pu
bliekelijk op rustige wijze in een gezel
schap van beroepsofficieren worden be
sproken is op zichzelf verontrustend.
Immers de spreker verliest geheel uit
het oog, dat het nationaal verzet in de
tijdens de Tweede Wereldoorlog bezette
landen, slechts geleidelijk tot zijn recht
kon komen tegenover een steeds meer
verzwakkende tegenstander tengevolge
van de toepassing van de onbeperkte
luchtoorlog. Voorts kan een landelijk of
regionaal verzet tijdens een bezetting
slechts gebaseerd zijn op een hoog mo
reel van het desbetreffende volk op
grond van de overtuiging van de uitein
delijke overwinning. Deze kunnen toch
bezwaarlijk aanwezig zijn indien de Eu
ropese verdediging bij voorbaat daarop
zou worden georganiseerd. Tenslotte is
het landelijk en regionaal verzet in hoge
mate afhankelijk van geografische fac
toren. Hierbij komt nog, dat hoe
wreed de Duitse maatregelen tegen het
nationaal verzet ook waren deze nog
zeer humaan zouden kunnen blijken in
vergelijking met de maatregelen, welke
van een Sovjet-bezetter moeten worden
verwacht tegenover een georganiseerd
Europees verzet tijdens een bezetting.
Wij weten maar al te zeer, hoe de Rus
een zelfs goed georganiseerd regionaal
verzet weet te onderdrukken indien dit
verzet niet gelijktijdig van buitenaf kan
worden gesteund.
cleaire strijd dus doch na verlies van
een groot gebied, vele bases en krach
ten. Nogmaals, wij achten het ver
kondigen van dergelijke inzichten in
hoge mate betreurenswaardig, zeker
in Engeland. De Britse regering heeft
het voornemen om de conventionele
krachten te beperken t.b.v. een ver
sterking van de nucleaire kracht
reeds ten dele tot uitvoering gebracht.
Het eenzijdig afwijzen van het ge
bruik van atomische strijdmiddelen
zou de Britse kracht als N.A.T.O.-
bondgenoot nog meer verzwakken.
De N.A.T.O.-verdediging is wij be
spraken dit meermalen in de eerste
plaats gericht op de nucleaire kracht als
afschrikking ter voorkoming of als ver
gelding ter beëindiging van agressie.
Wanneer één der N.A.T.O.-landen, dat
de potentie heeft aan dit element van
de westerse verdediging deel te nemen,
zich hieraan zou onttrekken in woord of
daad, dan zou dit het huidige, toch reeds
zeer labiele evenwicht van krachten, in
ernstige mate verstoren. De Sovjet-te
genstander kan zeker van agressie wor
den weerhouden door het vooruitzicht op
een onbeperkte nucleaire vergelding, hij
zal zich echter daarvan nimmer laten
weerhouden door de in verhouding toch
reeds zwakke conventionele strijdkrach
ten gepaard aan een georganiseerd
Europees verzet na bezetting.
IJ het in beginsel aanvaar
den van een Europesebe
zetting zou het lot van Eu
ropa geheel afhankelijk worden ge
steld van de nucleaire en conven
tionele kracht van de buiten Europa
opererende NATO-bondgenoten; het
is aap rechtvaardige twijfel onder
hevig of zij bij een zodanige ver
dedigingsorganisatie nog lust
zouden hebben Europa te hulp te
komen. Bovendien zou bij een voort
zetting van de strijd na deze „tacti
sche" nederlaag, deze geheel worden
verplaatst naar het bezette gebied,
waarbij een nucleaire luchtoorlog dan
zeker niet meer is te vermijden. Een
uitstel en verplaatsing van de nu-
-ET is naar onze mening een uit
gemaakte zaak, dat de vrijheid
lievende landen van Europa een
onbeperkte atoomoorlog met alle con
sequenties van dien boven een bezet
ting stellen. De gruwelen van een
bezetting zonder meer, laat staan als
deze gepaard gaat met een georgani
seerd verzet, zijn afschuwelijker, niet
alleen op zichzelf maar ook in zijn
consequenties, dan de verschrikke
lijke gevolgen van een onbeperkte
atoomoorlogvoering.
Ook de minister van Defensie legde dit
beginsel neer in zijn „Nota ter algemene
inleiding van de memorie van toelich
ting" betreffende de Rijksbegroting voor
Oorlog en Marine 1958 wanneer hij zegt:
„Zolang het totaal van de door de
N.A.V.O.-landen te leveren conventionele
middelen een doeltreffend onderdeel t)
van de gezamenlijke verdediging in haar
geheel U uitmaakt, en hiermede daad
werkelijk wordt gewaarborgd dat In ge
val van agressie ons grondgebied niet
meteen door de vijand kan worden bezet,
zolang is het waard aan de versterking
daarvan een grote inspanning ten koste
te leggen". Natuurlijk niemand kan de
verzekering geven, dat tijdens een on
verhoopt Oost-West-conflict de tegen
stander geen enkel gebied van de Wes
terse landen zal betreden. De strijd is
daar dan echter nog niet ten einde; de
regionale strijdkrachten, welke nog on
der nationale verantwoordelijkheid zijn
gevormd en gegroepeerd nemen dan
mede hun plaats in de totale strijd in.
Indien in een bepaald gebied de strijd
krachten geheel worden uitgeschakeld,
ja dan kan slechts een bezetting van dat
gebied het gevolg zijn. Of dit dan een
tactische of strategische nederlaag is
hangt geheel af van de geografische be
tekenis van het bezette gebied en de
omvang van de daarbij uitgeschakelde
strijdkrachten en bases. In hoeverre in
dit bezptte gebied een regionaal verzet
tot organisatie en daadwerkelijk optre
den kan komen is geheel afhankelijk van
het verdere verloop van de strijd, het
plaatselijk regionaal moreel en de geo
grafische mogelijkheden.
Een bezetting van Westeuropees
grondgebied bij voorbaat als uit
gangspunt te nemen voor een Euro
pese verdedigingsorganisatie met ter
zijdestelling van enig verdedigings
middel (i.e. de kernenergie) kan
slechts twijfel veroorzaken t.a.v. de
overtuiging, dat de N.A.T.O.-partners
voor hun verdediging gebruik zullen
maken van alle hun ter beschikking
staande verdedigingsmiddelen. Het is
zaak dat de Europese N.A.T.O.-lan
den met kracht tegen deze tendens
opkomen, uit welke hoek hij ook
mocht komen.
Vet van de redactie.