Minister Algera opent zaterdag eerste vaste IJ-oe ver verbinding mm 4 AéËkm Coopvaen Overheidsbijdragen in de Kerkenbouw SIINW1EI J0N6E Acht landen sluiten nieuw vluchtelingenverdrag PHILIPS Gomiods Faust bij Ned. Opera Roterende .auto-banden' bieden verlichting in parkeernood <Sru7xraad te Na anderhalve eeuw van plannenmakerij Diego Rivera overleden flr) in handige tabakszak q(dincident in interparlementaire Benelux-raad bVl Idee van jonge Italiaan Amsterdam heeft nieuwe wegen naar Schellingwouderbrug nog niet klaar fraai uitzicht over haven en IJsselmeer SmCUit DOUWE EGBERTS ei een nieuwe heerlijke melange van de fijnste baaitabakken Meer zekerheid voor zeelieden-vluchtelingen S"- Nog geen onderzoek naar ramp met Neutron Horizontale pater- nosterlift" WOENSDAG 27 NOVEMBER 1957 PAGINA 3 Weemoed. Belofte '.-■mts Wie krijgt gelijk: "S&Aün 'c^9ewicht - snel strijker tv, Toepassing in Amsterdam? Kosten (Van onze Amsterdamse redactie). bee(e ag za' een gewichtige dag zijn voor Amsterdam. Want dan zal de hier wel een Verguisde minister van verkeer en waterstaat, mr. J. Algera, naar de hoofd wet °.men om ecrste vaste oeververbinding over het IJ officieel te openen. "iet belooft veel een groot feest te worden, met honderden autoriteiten en genodigden, muziek en vlaggentooi. En vooral het noordelijke stadsgedeelte zal zjjn ®"DrS''C n'e' uP^Puue". want eindelijk, na zovele jaren van plannen maken en tl0o aa*> is het uit zijn isolement verlost En al wordt de blijdschap wel getemperd "r de de kunstwerken zelf diie een lengte "W Yim 2.5 km beslaan, hoeven we niets W zeggen. Dat is zaterdag twee, we- 'iksif en al uitvoerig gebeurd, waarbij "linjj^teretaat voor zijn werk, dat in een Hen b®tijd van twe,e iaar is klaar geko- »aIerecht alle lof is toegezwaaid. Zel- Hen van een brug af zulk een fraai Shiüfbb-\ aan de ene kant de ruste- ar,jVen met haa-r kranengewoel en aan "let dere zijde wijd-uit het IJsselmeer aan zijde wijd-uit het °eveJ?an de einder de beboste Gooise "iet ifi' J®mer is echter, dat Amsterdam v"n a is kunnen komen met de aanleg ï)e e wegen die naar de brug toeleiden. stadsingenieur ir. P. Bijlaart geeft °r twee redenen op. Zoals bekend Sr ^'.ike q *^.e totstandkoming van de zuide- e'Senin>r't; 'anSs de Zeeburgerdijk de ont- 6e" hal» Yan de J°°dse begraafplaats. Pas "'as j. f .iaar nadat met de bruggenbouw V "gonnen, bereikte de gemeente een 'le mst over deze penibele kwestie. ®etaj 'offelijke overschotten 30.000 in zouden worden herbegraven op e;st ®Uwe begraafplaats in Diemen. Dit ri"cht*eel arbeid, dat men tot nu toe Je bn °Yer een gedeelte van het kerkhof "eers„s.cbikking heeft gekregen. Het ver- ta gedachte, dat eigenlijk toch eer IJ-tunnel de enig juiste oplossing voor het htj gs'uk der oeververbinding is, cn betreuren vooral de grote industrieën en ook Seniecntebestuur het, dat de bevolking van dit stadsdeel (dat na verwezenlijking sta, ,et uitbreidingsplan uit niet minder dan 120.000 personen zal bestaan een Ve] zichzelf du; een rechtstreekse vaste verbinding met het centrum nog ">e't 3arcn zal moeten ontberen, een feit blijft het, dat Rijkswaterstaat de hoofdstad \ve ®en complex van kunstwerken over, het Buiten-IJ verrijkt heeft, dat zijn ve tga in ons land nog niet heeft en dat in ieder geval voor het interlokale auto- epr soulaas zal bieden. woonde kernen aan beide IJ-oevers, noord en centrum dus, spreekt de nieu we verbinding niet zo. Rijkswaterstaat baseert zich op de prognoses van de Commissie IJ-oeververbindingen van 1953, ramingen echter die toch eigenlijk al zijn achterhaald. Per etmaal zou het aantal voertuigen in 1958 door de Velser tunnel 12.000 zijn, over de Hembrugpont 4300, over de drie IJ-ponten gezamenlijk 8500 en over de Schellingwouderbrug 6800. Amsterdam vraagt zich af, of in deze cijfers wel voldoende rekening is gehouden met de te verwachten grote toeneming van het verkeer in de nabije toekomst. De laatste vijf jaar is het autoverkeer over de IJponten gemiddeld met 200.000 voertuigen gestegen. Zal inderdaad een groot deel van deze „toe neming" de Schellingwouderbrug kie zen? Zowel Rijkswaterstaat als Amsterdam zullen nauwkeurig de ontwikkeling op de voet volgen. Beide zijn erg benieuwd wie gelijk zal krijgen. Het komende weekeinde mag men niet meerekenen, want de Amsterdammer, nieuwsgierig als hij is, zal zich zeker opmaken de nu al r.o veel bejubelde kunstwerken met eigen ogen te gaan aanschouwen. De po litie houdt tachtig man achter de hand om de grote stroom bezoekers in toom te kunnen houden. Voetgangers kunnen slechts gedeeltelijk van de nieuwe brug gen gebruik maken, maar via een omweg over bet IJ-eiland kunnen zij zich toch ook naar de overkant begeven. Natuurlijk moet de vooruitgang der techniek tot dankbaarheid stemmen, maar dat neemt niet weg, dat door de brug een van de weinige stukjes mooie natuur een van de steeds schaarser wor dende plekjes van het gemoedelijke oud-Amsterdam, zaterdag ook „ten gra ve" gedragen wordt. En dan bedoeïen we niet het oude Zeeburg met zijn oude „Vosje", een uitspanning, waar de hoofd- stedeling van rond 1900 van een „kogel tje met een bolus" genoot. En ook niet het Zeeburg dat over een wielerbaan be schikte, waar renners als een Cor Ble- kemolen en een Bosch van Drakestein triomfenvierden. Dat Zeeburg was reeds lang ter ziele. Maar er was nog veel overgebleven. Elke echte Mokummer wandelde 's zon dags wel eens over de landelijke Zee burgerdijk, liet zich met het pontje van „opa" overzetten, maakte een schone promenade over de Oranjesluizen en pik te daar het bootje van Schellingwoude om zich tenslotte in het hart van de city weer te laten afzetten. Niet dat nu niet meer van de lokkende Zuiderzee ook wel „Zuidersoppie" geheten kah wor den genoten of in het Boven- en, Bene- dendiep geen hengeltje meer kan worden uitgeworpen, maar het „rustieke" is weg door het geraas van het snelverkeer. De tijd dat het Diep werd bevaren door honderden visbootjes, van die echte „pieremegoggétjes". die tot diep in de nacht soms peurden, is voorbij. De oude Zeeburgerdijk met haar schone boorden van gouden regen en meidoorns, met haar stemmingsvol Joods kerkhof „jodenmanusje", zei den de Amsterdammers, waal- de tegen elkaar leunende zerken „om stuwd" werden door lage beplanting en waar de jaarlijks terugkerende o zo levendige reigerkolonie voor vertier zorgde is niet meer. De oude keetjes waar een eigen industrieleven en een taai koopmanschap, al was het dan bij de Zeelpurgerdijk kon ".a. nog maar provisorisch worden en van een aftakking naar de 'ti ilcie'weg in oost is nog geen sprake, 'vijzi °°rd is er de moeilijkheid, dat de 2 van het uitbreidingsplan Nieu- ""ktgp-Züid nog geen rechtskracht heeft zodat de autosnelbaan bij de "»nn!n- zodat 'de autosnelbaan bij de '"tspi. "dammerweg in dit tuindorp ophoudt en het verkeer van de straten gebruik moet maken. Zo i °tdp ""ogelijk zal deze snelweg echter "n r! doorgetrokken naar de Meeuwen- °ch in dit verlengde moet ook: nog "°tiatrug of tunnel worden opgenomen, *"1 er nog wel een flinke tijd voorbij y°l!e an. voordat de automobilist het "ten Profiit van de verbinding door lahd zal trekken. *?oet men over het maken van zo'n St ,?°0r het drassige „Ovcrijse" dand te gemakkelijk denken. Voor het "«Cifkomen stuk moest eerst een slappe ril; g van 5 meter dikte en 35 meter 'i "e iC hoeden verwijderd. Het toen ont- %f ltanaal werd gedempt met zand, dat t.""" cutterzuiger werd aangevoerd. NCpi®s'aande dijk diende doorbroken en ."ijp 'iik verlegd te worden en in het tracé moesten een brug en een K ^ïliL- cuutu ue a ^lof^^ndammerweg in dit tuindorp straten gebruik moet maken. Zo >t komen. Het bruggetje hij de "laat *""ot is een unicum geworden; het JYW. "ameijjk niet op palen, maar j'i dp in de zandophoging. Het viaduct 7 topt """ikendammerweg, waaronder in „"istp^hist de autosnelweg zal lopen, is n pfle» s eerste brug van beton ge- "'ha vvaarbii de fraai gevormde bogen "lelijk van elkaar staan. maar in oud-roest, hoogtij vierden, zijn gesloopt. Het gebouw der „huiszittende armen" met zijn historische steen ging voor de bijl, evenals het bekende „Hui ze Zeeburg", een buitenoord dat met zijn prachtige kastanjepartij en het mooie Russische poortje als een trek pleister gold voor de wandelaar. De bewoners die daar tot 1956 een groot deel van hun leven sleten, denken nog vaak met vertedering aan al die heer lijke jaren, ver weg van het stadsru moer. De wandelaar zal ook de volkstuintjes missen met hun grillig gevormde bouw sels, een stukje recreatie-oord dat zo prachtig aansloot op het Flevopark. Dit park is gelukkig gespaard en krijgt een tunnelverbindinkje met de stadswijk in oost, al is dat ook nog toekomstmuziek. Wat ook gebleven is, dat zijn de barak ken van het noodziekenhuis, eens de be ruchte quarantaine-inrichting voor be smette zeelieden, in 1940 nog geen 24 uur na de bezetting door de Duitsers weer verlaten, toen ze vernamen waarin ze terecht waren gekomen. Maar goed, men kan daarover nu een beetje mijifteren en met stille weemoed vervuld zijn, men mag de ogen toch ook niet sluiten voor de eisen van een mo derne tijd die er eindelijk in is geslaagd, na anderhalve eeuw van plannen voor tunnels, boogbruggen, hangbruggen en lorenbruggen er zijn cr tientallen ge publiceerd het IJ, al is het dan wel erg oostelijk in een stalen en betonnen greep te vatten. En Amsterdam rekent erop, dat Rijkswaterstaat zijn woord ge stand doet: dat namelijk de totstandko ming van de Schellingwouderbnn; van geen enkele invloed zal zijn op de bouw van de IJ-tunnel De Mexicaanse schilder Diego Maria de la Rivera is, volgens een te New York ont vangen bericht, in Mexico stad overleden. Op 8 december zou hij 71 jaar worden. Rivera, die vooral bekend geworden is door zijn levendige muurschilderingen, was wegens zijn linksgeoriënteerde poli tieke denkbeelden, eenomstreden figuur. In het begin van het vorige jaar had hij verklaard, dat Russische medici in Moskou hem met behulp van een behandeling met radioactieve isotopen van kanker hadden genezen. coopvaect De Amsterdamse kunstenaar Frans Met- tes heeft in opdracht van de leiding van de Wereldtentoonstelling 1958 te Brussel een affiche ontworpen. Het ontwerp bleek te Brussel zozeer in de smaak te vallen, dat men het thans ook zal gebrui ken voor Denemarken, Finland, Noor wegen, Zweden en Zwitserland. Het af fiche is geïnspireerd op het atomium, de grote attractie van de Wereldtentoon stelling. DOUWE EGBERTS PIJPTABAK OMI «lni»i(fnOhl ij' "1st JY.aterstaat stelde op een persbijeen- tv monde van zijn directeur van nu S bruggen, ir. H. ten Bokkel v -vj dat de Schellingwouderbrug k?'ksiv,.complex kunstwerken in de h -intm- J, ve'].Ver°ke^ al genoemd, ook voor "stjl-.bg van en naar Zaandam een "stin ?"te£Ste geval "li zal betekenen. In het on- zal dit verkeer 7 km t>n°r<3a't jmriiden. maar toch tijd winnen, v "t u, e Amsterdamse city en de Hem- nrien worden gemeden. Voor het '^""t Uit bet Gooi zbn de voor|3e_len NeJj voor dat uit Utrecht ook. Dat V^rn r?n langs brede wegen in Am- 5rtj' "Oost naar de brug worden ge- °or 06 lokale verkeer tussen de be- (Van onze Haagse redactie) Onder voorzitterschap van de leider der Nederlandse delegatie, dr. E. O. ba ron van Boetzelaer, is na besprekingen tussen de vertegenwoordigers van de re geringen van België Denemarken. Frank rijk. Duitsland Engeland. Nederland. Noorwegen en Zweden, zaterdag j.l. te Den Haag een verdrag getekend betreft fende een nieuwe regeling voor zeelieden- vluchtelingen. Dit is hel: resultaat geweest van de derejg conferentie inzake vluchte lingen. die sedert 1955 gehouden is door de landen aangesloten bij de Conventie van 1951 betreffende de status van vluch telingen. Tot nu toe was het zo, dat van de 4000 zeelieden-vluchtelingen, die West Euro pa telt. er velen niet aan land konden komen, doordat zij b.v. onder de vlaggen van Panama of Liberia voeren, zonder dat deze landen hen ais ingezetenen wil den toelaten. Er is nu een regeling ge troffen. waardoor deze vluchtelingen weer letterlijk grond onde- de voeten kunnen krijgen zodat zij met bepaalde banden aan een der acht landen gebonden wor den. Het verdrag heeft onder meer de bedoeline de oude vluchtelingen terug te brengen naar die staat waarmee zij vroe ger contact hebben gehad. b.v. door het afgeven van een paspoort of andere reis documenten of doordat zij minimaal 600 dagen in drie jaar onder een bepaalde vlag hebben gevaren. In de toekomst wanneer bet verdrag door de betrokken regeringen en-of volksvertegenwoordigers Ls geratificeerd, zal ook een nieuwe vluch teling tot een van de acht landen wor den toegelaten, indien hij gedurende drie jaar 600 dagen onder een bepaalde vlag heeft gevaren of indien hij zich -drie jaar lang in een van de acht landen heeft ge vestigd. De banden met de vluchteling zullen echter steeds vervallen, indien hij: 1350 dagen in zes ïaar onder een andere vlag verrassend ^schenk voor iedere vrouw De nieuwe montering van Gounods Faust in de regie van Jean Mercier en in kostumering van Dimitri Bouchène, die de Nederlandse Opera in het seizoen 1955-1956 op haar repertoire heeft genomen en waaraan ook het Rotterdamse publiek in dat seizoen kennis kreeg, keerde in Rotterdam niet meer terug voor maandag avond, waarbij dan nu weer de rol bezetting enige wijzigingen heeft onder gaan. Overigens heeft deze bezetting de nodige voeten in de aarde gehad, noch uta Graf. noch Nel Duval b.v. maar uiteindelijk toch weer Greet Koeman, die naar wij menen niet meer tot het vast bestand van de Nederlandse Opera behoort vervulde de rol van Marguerite, haar waardevolle interpretatie is er een, die de habitués slechts node zouden willen missen. Gerard Groot kreeg ditmaal de.Mefis- tofeles- toegewezen, zijn vertolking viel in vocaal opzcht zeer te bewonderen, ter wijl hij de mogelijkheden tot een klank volle reproduktie, die zijn fraaie en sonore l rib c?tre;; °russe de ^Pondent) ASta ver§ade- ju fnterparle- l^v^enr. Zlch een sNiK 4oghet Vlaa™°sa abze Brusselse tjaj* daar an- uweer wat "W .beeft gezet. Vg- "lerover de ■w°orrtWerpen" j, "a- om eens hl lpt Antwerpse b.lad, „hebben we weer eens les in Ne derlands gekregen. We bedoelen hier niet de vrij omslachtige methode van uitdrukken, die onze noorderburen gebruiken, maar wel de tussenkomst van het liberale kamerlid Molenaar. Hij had klach ten over de Nederlands talige versie van de hem voorgelegde dokqmenten. Tamelijk pretentieus en kwetsend was zijn verwijt aan de „personeelsleden in Brussel",- die hij ver zocht voortaan te willen zorgen voor „keurig-Ne- derlands". Beleefd, maar afdoend was het antwoord van voorzitter Van Cauwe- laert: de teksten werden aldus het gelezen en gecorrigeerd te Worden be- ^®UiJntefb b!i€enk°inst "taari,,arlementaire door de diensten in Den Haag". Het was inderdaad niet zonder een zekere ironie in zijn stem, dat mr. dr. Frans van Cauwelaert er het Nederlandse parle mentslid op wees, dat hij met zijn kritiek aan een verkeerd adres was De „Gazet van Antwer pen" voegt daar nog aan toe: „Dhr Molenaar is blijkbaar een vertegen woordiger van die bepaal de kaste in Noord-Neder land, die altijd even moe ten affirmeren dat ze ge- civiliseerder is dan die mannetjes uit het zuiden, wier sensibiliteit voor de taainuances die van hun noorderburen op verre na niet egali seert. stem hem biedt, tot op het uiterste heeft uitgebut. Hieraan moest toch wel een stukje demonie opgeofferd worden, men werd dan ook geconfronteerd met een Mefisto, die zelden tot diabolische uitval len kwam en over het geheel een goed aardig karakter bewaarde. Ettorre Babini heeft zijn zuidelijke vocaliteit met volle teugen beleefd in zijn weergave van de titelrol, men kan hem nageven, dat vooral zijn tuinaria's het volle effect van een ly rische zangcultuur, die echter wel wat dikwijls gericht werd door overwegingen, die een „stemsparen" beoogden, sorteer den. De oude Faust uit de proloog was in de dramatische uitbeelding nog wat stroef en werd veelal gedragen door de stereo tiepe mimiek van 'n verouderde toneel kunst. Verrassend goed was de Siebel van Jeanette van Dijck, natuurlijkheid in actie en muzikaliteit sierden haar vertolking, de charmant gezongen bloemenaria heeft zij door 'n ongekunstelheid tot 'n fraai hoog tepunt in de uitvoering gemaakt. De Valen tin van Jos Burcksen was wat stijfjes maar muzikaal zeer verantwoord, over het geheel een vertolking, die de pro blematiek. van deze partij scheen te ac centueren. De balletten van Johan Verdoner en Francoise Adret muntten uit door kleur en spiritualiteit, kleine oneffenheden in de groepsopstellingen in het ballet van de Walpurgisnacht heeft het sprekende ef fect yan deze doorgaans fraaie vertoning nergens in de weg gestaan. Alexandra van Rhijn en Maria Sylvaine waren hier de zeer capabele primaballerina's. De muzikale leiding van Arrigo Guarnieri was niet zo dwingend, dat alles in .het rechte spoor bleef. Vooral de koren uit het eerste bedrijf liepen nog al eens uit elkaar, iets, dat zich in het verdere ver loop (soldatenkoor) volledig herstelde. De orkestbegeleiding, die ook in het begin nog oneffenheden vertoonde, heeft vooral in de solistische passages een fraai contact met de spelers onderhouden. Wat de regie betreft moge nog op een storende factor gewezen worden: het bedienen van het spinnewiel in de tuinscène eiste van Mar guerite een ritmisch gebaar, dat duidelijk indruiste tegen het ritme van de ballade. De frontale opstelling maakte het pu bliek deelgenoot van de perikelen van de- spinster, hetgeen met een andere opstel ling te ondervangen is. Voorts is het gecombineerde gebruik van de decors van 3 en 4 natuurlijk wel goedkoop maar niet logisch, B.G. zou varen zonder zich in het land, waar mee hij verbonden is, terug te keren; voorts indien hij gedurende drie jaar jaarlijks minder dan dertig dagen onder de vlag van een der acht genoemde lan den vaart; tenslotte, indien hij in drie jaar tijds minder dan tien dagen per jaar aan wal is geweest in het land, waarmee hij verbonden is. Het verdrag kan pas in werking tre den. indien alle acht landen het zullen hebben geratificeerd. In tegenstelling tot hetgeen aanvanke lijk werd verwacht, mag thans niet wor den aangenomen, dat de Raad voor de Luchtvaart hog dit jaar in openbare zit ting een nader onderzoek zal instellen naar het ongeluk, dat op 16 juli jl. in Biak is gebeurd met de Super Constellation „Neutron" van de K.L.M. Er worden nog aanvullendestukken verwacht en daarna zal nog moeten wor den beslist of de Raad inderdaad een na der onderzoek zalinstellen naar dit on geluk, zo blijkt uit thans van de zijde van het ministerie van Verkeer en Water staat verkregen inlichtingen. De heer J. J. J. M. Festen, gemeente secretaris te Soest, schrijft ons: BIJ de beantwoording der algeme ne beschouwingen op de rijksbe groting 1958 in de Tweede Ka mer der Staten-Generaal nu alweer ongeveer een maand geleden heeft de minister-president te verstaan gege ven, dat de regering binnenkort haar definitief standpunt zal bepalen met betrekking tot de door de commissie- Sassen voorgestelde subsidiëring van de kerkenbouw. Tot vandaag ver keert men over dit regeringsstand punt nog in het onzekere. Niet waarschijnlijk is het uitblijven hieraan te wijten, dat men eerst vrij ge ruime tijd na verschijning van het rap port van verschillende, ook kerkelijke zijden zich meer grondig is gaan verdie pen in een aantal vragen welke een on genoegzaam doordachte beslissing in deze uiterst gevoelige en delicate aan gelegenheid kunnen voorkomen. De meest voor de band liggende vragen zijn; 1. Is er een algemeen aanvaardbare rechtsgrond aan te voeren waarop de overheidssubsidie voor kerkenbouw kan worden gebaseerd? 2. Mag als vaststaand worden aange nomen, dat, ter verwezenlijking der totstandkoming van het noodzakelijk aantal kerken, overheidssubsidie onver mijdelijk is, dan wel is er een mogelijk heid langs andere weg de daartoe beno digde middelen te verkrijgen? 3. Kan de aanvaarding van een alge mene rijkssubsidie-regeling voor de ker-, kenbouw gevolgen met zich brengen, welke men met het oog op de zeer bij zondere zelfstandige positie der kerken in onze samenleving ongewenst acht? HET aan de orde komen van deze vragen is ongetwijfeld voor een goeddeel gestimuleerd door een onlangs verschenen nota door Rotter dams burgemeester over het vraag stuk der kerkenbouw-subsidiëring aan de gemeenteraad uitgebracht. Wanneer men van het rapport der commissie-Sassen heeft kennis genomen moet helaas worden erkend, dat het met onthouding van een overtuigende argu mentatie summier en vrij oppervlakkig concludeert tot de aanwezigheid ener aanvaardbare rechtsgrond, alsmede tot de noodzaak der subsidiëring en het een stemmig oordeel der kerkgenootschap pen tot aanvaarding van overheidsbij dragen. Bij het ingaan op de eerste vraag met betrekking tot de aanvaardbare rechts grond kan men stellen, dat de staat het algemeen welzijn heeft te bevorderen in de meest uitgebreide zin. Daartoe be hoort ontegenzeggelijk ook het belang der Kerken. Deze vervullen immers een zegenrijke taak ten aanzien van het geestelijk en maatschappelijk leven. De deugden, welke de onderscheidene Ker ken in de mensen trachten te bevorde ren en aan te kweken zijn van positieve waarde voor het leven in de staalge meenschap. Het valt niet te ontkennen, dat het na-oorlogse streven vanuit Ame rika ook in ons land gepropageerd om te komen tot een hernieuwde sociale orde, gebaseerd op het tot ontwikkeling bren gen van goede menselijke verhoudingen, een dankbare voedingsbodem vindt in het leergezag der kerken. Ongetwijfeld zullen kerkdijken zowel als buiten-ker- kelijkën het erover eens zijn. dat een innerlijk bewust en oprecht geloofsleven dat leidt tot godsdienstige en zedelijke verheffing van de mens een zeer waar devolle grondslag biedt tot erkenning en onderwerping aan het staatsgezag, voor zover uiteraard dat staatsgezag daarop aanspraak kan maken. Moeilijk kon daarom anders worden verwacht, dan dat ook de Rotterdamse nota de rechts grond voor kerkenbouwsubsidie aanwe zig. acht. Ter beantwoording van de tweede vraag over de noodzaak van subsidie zal men dienen voorop te stellen, dat ter rechtvaardiging van elk overheids subsidie de onvoorwaardelijke eis geldt, dat zij niet gemist kan worden. Erken ning van dit laatste houdt geenszins in, dat moet komén vast te staan dat de lid maten der te subsidiëren organisatie tot de grens van het theoretisch mogelijke hebben bijgedragen. In dat geval zouden ongetwijfeld het merendeel der verleen de subsidies behoren te worden gestaakt. Men zal hier naar redelijke maatstaven hebben te oordelen, daarbij tevens in aanmerking nemend, of het gaat om subsidie tot het totale tekort, dan wel als tegemoetkoming daarin. Waar in het onderhavige geval het door de commissie voorgestelde subsidie beperkt blijft tot een bescheiden bijdrage reëel neerko mend op ongeveer een vijfde der werke lijke stichtingskosten, en in aanmerking genomen de zeer hoge bouwkosten en het sterk toegenomen aantal te bouwen kerken, mag zonder gevaar voor besehul diging van lichtvaardig oordelen veilig worden geconcludeerd, dat de vereiste noodzaak van subsidiëring aanwezig is. Wanneer de Rotterdamse nota in twij fel trekt, of de bedragen van de lidmaten- der onderscheidene kerken nu werkelijk tot de grens van het toelaatbare zijn opgevoerd, dan menen wij hiertegen te mogen opmerken, dat het zo te stellen in deze zaak toch minder juist is. De over heidsbijdrage vormt zoals gezegd een bescheiden bijdrage en willen de Ker ken daarmede in staat zijn de nodige kerkgebouwen te doen verrijzen, dan zullen zij ondanks deze bijdrage in de toekomst zoals in het verteden voortdu rend moeten blijven aandringen op rui mere toevloeiing van particuliere mid delen. Het antwoord op de derde en laatste vraag is minder gemakkelijk positief te beantwoorden Zij zal voorts meer spe ciaal van de betreffende Kerkgenoot schappen zelve een uitspraak verlangen. Het is ontegenzeggelijk een moeilijk te weerspreken feit. dat het afwijzen door de Kerkgenootschappen zelve van over heidsbijdragen de absoluut veiligste weg betekent ter voorkoming van gevaar (Van onze Amsterdamse redactie) Een jonge Italiaan is op het idee ge komen een parkeerinstallatie voor auto's te ontwerpen volgens het principe van de zogenaamde pater-noster-lift. In de een voudigste uitvoering bestaat het apparaat uit twee boven elkaar gelegen rjjen van metalen plateaus, die elk ruimte bieden aan één wagen. Wanneer men een elek tromotor in werking stelt schuiven de platformen op totdat zij aan het einde (in horizontale stand) naar boven of naar beneden worden geheven. Bp een gc! aantal te parkeren voertuigen kan de benodigde ruimte op deze wijze worden teruggebracht tot op circa 1/3 van nor maal. Krupp is in mei begonnen met de produktie van deze apparatuur en het technisch handelskantoor, Vecofa en het ingenieursbureau Hilverhaghe beide te Hilversum hebben de vertegenwoordi ging voor Nederland op zich genomen. De installatie kan boven- en onder gronds worden opgesteld. In München had men een torengarage ontworpen met 8 verdiepingen voor in totaal 800 voer- gen in de kelder, de parterre en de eerste étage. De tweede t/m de vijfde verdieping wer den toen bestemd voor een Warenhuis en de overige drie voor verhuur aan kan toren. In Bremen heeft een warenhuis in de kelderverdieping de parkeerinstal latie ingericht. De bezoekers gaan, na hun wagen gestald te hebben met een, lift binnendoor naar boven. Het voordeel is dat zij hun auto altijd bij de hand heb ben om hun inkopen op te bergen. Het Au-ro-systeem is op twee wijzen te benutten. Men kan de auto's aan een van de lengtezijden erop riiden langs een oprit ter breedte van twee platformen of aan de kop van de band. Wie zijn wa gen terug wil hebben, drukt op een knop. die correspondeert met zijn platform, waarna dit langs de kortste weg wordt voorgedragid. De Amsterdamse architect W. J. Klein heeft voor de beide firma's in Hilversum plannen ontworpen voor een parkeer plaats langs het Singel btf wijze van voorbeeld en onder een deel van het Rokin. Op het uitgeko zen deel van het Singel, gelegen nabij de Raadhuisstraat, staan dagelijks veer tien wagens. Wanneer men onder dc Afbeelding van een Au-ro-installatie in werking. tuigen. Bij de uitwerking van het project grond een tunnel zou maken met een echter bleek, dat men bij toepassing van hoogte van vijf meter, zou daarin plaats het Au-ro-systeem, zoals de naam luidt, zijn voor de Au-ro-installatie m lengte- dit zelfde aantal wagens zou kunnen ber- richting, wiuuu» er met de bovengrondse parkeerruimte mee circa 50 wagens ge stald kunnen worden. Dit aantal is nog te vergroten wanneer men in de tunnel twee „Kop-systemen" naast elkaar op stelt. Onder het Rokin zou de breedte methode kunnen worden toegepast. Op een van de parkeereilanden daar is nu ruimte voor 39 auto's. Als de onder grondse garage er is, kunnen in totaal 90 wagens op en onder zo'n eiland par keren. De investering per plateau is geraamd op 7000, inclusief de aanlegkosten van de tunnel. De investering per plateau „sec" bedraagt circa 3000. Deze uitga ven zijn verantwoord, wanneer de par keerprijs per uur per wagen een kwartje is, zoals nu meestentijds ook aan de par keerwachter voldaan wordt. Dit bedrag kan worden afgedragen aan een wachter of gestort in een automaat. De plannen van de heer Klein zullen worden voorgelegd aan de Amsterdamse Verkeerscommissie. De omloopsnelheid van de plateaus ls zodanig, dat er geen gevaar bestaat, dat een wagen, die zich toevallig boven een brandende auto bevindt, ook door de vlammen wordt aangetast. Wanneer er brandstof lekt uit een auto, wordt deze onmiddellijk afgevoerd naar een brand vrij? opvangbak. Als de elektrische mo toren uitvallen, kan men de wagens altijd nog met handkracht laten rouleren. Een installatie kan dertig tot negentig platformen bevatten bij e'enzelfde ener giebron. De plateaus worden gefabriceerd in verschillende maten, overeenkomstig de afmetingen van de diverse typen wa gens. De banden zijn ook te gebruiken voor intern transport van goederen of bij het laden en lossen van schepen etc. van vreemde inmenging in haar zaken. Aan de Kerken is het oordeel, of zij kans zien zonder deze bijdragen de voor de in de toekomst noodzakelijke kerken bouw benodigde middelen bijeen te krij gen. Zeker is het waar, dat met de ker- kenbouwsubsidiëring de rijksoverheid enigermate getrokken wordt binnen een geheel nieuw terrein, waarvan zij zich sinds 1815 angstvallig verre heeft gehou den. Natuurlijk kan daarin een gevaar schuil gaan, hoezeer men ook bij de uit werking erop bedacht is om elke di recte inbreuk op de vrijheid en zelfstan digheid van het kerkelijk gezag te voor komen. Al heeft, zoals voorgesteld, toe kenning der subsidie plaats in de 'vorm van een eenmalige bijdrage en met als enige voorwaarde tot uitsluitende beste ding voor het beoogde doel. Dit alles neemt niet weg dat daarmede een band is komen te ontstaan tussen Kerk en staat. Niet mogelijk is het ge heel te ontkomen aan het gevaar dat vroeg of laat kerkelijke aangelegenhe den een onderwerp gaan vormen van discussie binnen 's lands vergaderzaal. Een andere vraag is evenwel, of dit de Kerken zodanig verontrust, dat zij al leen reeds om die reden en in weerwil van elke dringende noodzaak van over heidssubsidie menen te moeten afzien. DE Rotterdamse nota wijst er met de meeste tiadruk op, dat, wan neer de overheid aan erkenning van het maatschappelijk belang van het kerkelijk leven subsidie verbindt, onder bepaalde omstandigheden het verlies van volkomen vrijheid en zelf standigheid voor de Kerken niet denkbeeldig is. Zij wijst daartoe op de mogelijkheid van situaties, waar in de Kerken genoodzaakt zijn zich tegen de overheid te keren, haar tot de orde menen te moeten roepen en zelfs aan haar lidmaten gehoorzaam heid aan de burgerlijke overheid zou den moeten ontraden. Wij geloven niet, dat de gedachte aan deze min of meer uitzonderlijke omstandigheden bij overweging van de vraag van al dan niet aanvaarding van subsidie veel indruk vermag te maken. Niet slechts vóór de Kerken maar ook voor de overheid zelve is er volgens de nota reden tot gereserveerdheid. Met een subsidie-regeling voor de kerken bouw wordt een principiële stap gezet op de weg van voortgaande overheidsbe moeiing met het maatschappelijk leven. Principieel naar zij meent, omdat hier niet geldt de overweging, die op andere terreinen een rol spelen, dat namelijk de organen van het maatschappelijk le ven die financiële steun van de overheid ontvangen, een taak vervullen, die an ders door de overheid zelve zou moeten worden, verricht. Dit is hier niet van toepassing, omdat het godsdienstig leven nooit tot de taak der overheid kan ho- r?n- Wij moeten de juistheid der overwe ging. dat de overheid alleen subsidiëert in die activiteiten waarvan zij de ver zorging rechtstreeks ter hand zou moe ten nemen bij onfbreking van particu liere werkzaamheid, met kracht ontken nen. Het is ons opgevallen, dat de nota nog het standpunt aanhangt als zou er, waar het gaat om behartiging van zaken behorend tot het algemeen maatschap pelijk belang, een tegenstelling bestaan tussen overheid en particulier organisa tieleven. Naar ons oordeel verdraagt deze zienswijze zich niet meer met de huidige opvattingen. Veel meer dan de nadruk te leggen op een taakverdeling tussen overheidsor ganen en particuliere instellingen zal men ervan moeten uitgaan, dat zowel overheid als particulier initiatief geza menlijk het algemeen welzijn hebben te behartigen. De daaruit voortvloeiende taken zullen voor zoveel mogelijk door de vrije maatschappelijke organisaties moeten worden verricht, waar nodig on der aanmoediging en steun van de over heid. Eerst wanneer het particulier initiatief achterwege blijft of onmachtig blijkt zal rechtstreekse overheidszorg geboden zijn. Wanneer men met het gegeven ant woord op de in de aanhef gestelde vra gen kan instemmen dan houdt zulks in, dat er plaats is voor een algemeen gel dende subsidieregeling voor de kerken bouw. De Rotterdamse nota haalt nog enkele bezwaren aan tegen de door de staats commissie uitgewerkte regeling. Zo acht zij het minder juist in het subsidie mede te betrekken pastorieën en bijgebouwen. Tegen pastorieën bestaat het bezwaar, dat de meeste protestantse kerken deze als direct verbonden met het kerkge bouw niet kennen,, terwijl tegen subsidie in bijgebouwen bedenking bestaat, om dat deze veelal mede voor sociale en cul turele doeleinden worden gebruikt, waarin meestal op andere wijze wordt gesubsidieerd Men zal wellicht kunnen erkennen, dat op dit punt nadere pre cisering wenselijk is, terwijl ook de op merking, dat procentuele bijdragen in de stichtingskosten onbillijk kunnen werken, omdat zij ten voordele van be ter gesitueerde kerkgenootschappen en ten nadele van minder draagkrachtige kunnen strekken, overweging verdient. Wel zouden wij erop willen wijzen, dat men bij vaststelling ener regeling ervan zal moeten uitgaan dat de onderschei dene kerkgenootschappen over het ge heel genomen daarmede in staat moeten zijn de strikt nodige kerkgebouwen tot stand te brengen. Er is evenwel naar ons oordeel geen grond voor de ver wachting, dat één hunner door middel van het subsidie meer kerken zal kun nen stichten dan strikt noodzakelijk, of daaraan een uitvoering zal kunnen ge ven waarmede de grens der geboden so berheid wordt overschreden. Overigens geloven wij, dat het te ver zou voeren thans in den brede in te gaan op bezwa ren tegen onderdelen der voorgestelde regeling. Daargelaten het uiteindelijk beslissend oordeel de" Kerken zelve over de vraag van al dan niet aanvaarding van over heidssubsidie in de kerkenbouw hebben wij de stellige hoop, dat, met terzijde stelling van elke enghartige vooringeno menheid, de overgrote meerderheid on zer volksvertegenwoordigers haar sanc tie aan dit al dan niet gewijzigd voor stel zal willen geven. Daarmede zullen ongetwijfeld de waarachtige belangen onzer volksgemeenschap in haar geheel worden gediend, terwijl tevens de in ons huidig tijdsbestek zozeer geboden een heid bij alle verscheidenheid voorbeel dig tot uitdrukking zal worden gebracht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 13