Minister Algera opent zaterdag
eerste vaste IJ-oe ver verbinding
mm
4
AéËkm
Coopvaen
Overheidsbijdragen
in de Kerkenbouw
SIINW1EI J0N6E
Acht landen sluiten nieuw
vluchtelingenverdrag
PHILIPS
Gomiods Faust bij Ned. Opera
Roterende .auto-banden' bieden
verlichting in parkeernood
<Sru7xraad te
Na anderhalve eeuw van plannenmakerij
Diego Rivera
overleden
flr) in handige tabakszak
q(dincident in interparlementaire
Benelux-raad
bVl
Idee van jonge Italiaan
Amsterdam heeft nieuwe wegen naar
Schellingwouderbrug nog niet klaar
fraai uitzicht over
haven en IJsselmeer
SmCUit
DOUWE EGBERTS ei
een nieuwe
heerlijke melange
van de fijnste
baaitabakken
Meer zekerheid voor zeelieden-vluchtelingen
S"-
Nog geen onderzoek
naar ramp met Neutron
Horizontale pater-
nosterlift"
WOENSDAG 27 NOVEMBER 1957
PAGINA 3
Weemoed.
Belofte
'.-■mts
Wie krijgt gelijk:
"S&Aün
'c^9ewicht - snel strijker
tv,
Toepassing in Amsterdam?
Kosten
(Van onze Amsterdamse redactie).
bee(e ag za' een gewichtige dag zijn voor Amsterdam. Want dan zal de hier wel een
Verguisde minister van verkeer en waterstaat, mr. J. Algera, naar de hoofd
wet °.men om ecrste vaste oeververbinding over het IJ officieel te openen.
"iet
belooft
veel
een groot feest te worden, met honderden autoriteiten en genodigden,
muziek en vlaggentooi. En vooral het noordelijke stadsgedeelte zal zjjn
®"DrS''C n'e' uP^Puue". want eindelijk, na zovele jaren van plannen maken en
tl0o aa*> is het uit zijn isolement verlost En al wordt de blijdschap wel getemperd
"r de
de kunstwerken zelf diie een lengte
"W Yim 2.5 km beslaan, hoeven we niets
W zeggen. Dat is zaterdag twee, we-
'iksif en al uitvoerig gebeurd, waarbij
"linjj^teretaat voor zijn werk, dat in een
Hen b®tijd van twe,e iaar is klaar geko-
»aIerecht alle lof is toegezwaaid. Zel-
Hen van een brug af zulk een fraai
Shiüfbb-\ aan de ene kant de ruste-
ar,jVen met haa-r kranengewoel en aan
"let dere zijde wijd-uit het IJsselmeer
aan
zijde wijd-uit het
°eveJ?an de einder de beboste Gooise
"iet ifi' J®mer is echter, dat Amsterdam
v"n a is kunnen komen met de aanleg
ï)e e wegen die naar de brug toeleiden.
stadsingenieur ir. P. Bijlaart geeft
°r twee redenen op. Zoals bekend
Sr
^'.ike q *^.e totstandkoming van de zuide-
e'Senin>r't; 'anSs de Zeeburgerdijk de ont-
6e" hal» Yan de J°°dse begraafplaats. Pas
"'as j. f .iaar nadat met de bruggenbouw
V "gonnen, bereikte de gemeente een
'le mst over deze penibele kwestie.
®etaj 'offelijke overschotten 30.000 in
zouden worden herbegraven op
e;st ®Uwe begraafplaats in Diemen. Dit
ri"cht*eel arbeid, dat men tot nu toe
Je bn °Yer een gedeelte van het kerkhof
"eers„s.cbikking heeft gekregen. Het ver-
ta gedachte, dat eigenlijk toch eer IJ-tunnel de enig juiste oplossing voor het
htj gs'uk der oeververbinding is, cn betreuren vooral de grote industrieën en ook
Seniecntebestuur het, dat de bevolking van dit stadsdeel (dat na verwezenlijking
sta, ,et uitbreidingsplan uit niet minder dan 120.000 personen zal bestaan een
Ve] zichzelf du; een rechtstreekse vaste verbinding met het centrum nog
">e't 3arcn zal moeten ontberen, een feit blijft het, dat Rijkswaterstaat de hoofdstad
\ve ®en complex van kunstwerken over, het Buiten-IJ verrijkt heeft, dat zijn
ve tga in ons land nog niet heeft en dat in ieder geval voor het interlokale auto-
epr soulaas zal bieden.
woonde kernen aan beide IJ-oevers,
noord en centrum dus, spreekt de nieu
we verbinding niet zo. Rijkswaterstaat
baseert zich op de prognoses van de
Commissie IJ-oeververbindingen van
1953, ramingen echter die toch eigenlijk
al zijn achterhaald. Per etmaal zou het
aantal voertuigen in 1958 door de Velser
tunnel 12.000 zijn, over de Hembrugpont
4300, over de drie IJ-ponten gezamenlijk
8500 en over de Schellingwouderbrug
6800. Amsterdam vraagt zich af, of in
deze cijfers wel voldoende rekening is
gehouden met de te verwachten grote
toeneming van het verkeer in de nabije
toekomst. De laatste vijf jaar is het
autoverkeer over de IJponten gemiddeld
met 200.000 voertuigen gestegen. Zal
inderdaad een groot deel van deze „toe
neming" de Schellingwouderbrug kie
zen?
Zowel Rijkswaterstaat als Amsterdam
zullen nauwkeurig de ontwikkeling op
de voet volgen. Beide zijn erg benieuwd
wie gelijk zal krijgen. Het komende
weekeinde mag men niet meerekenen,
want de Amsterdammer, nieuwsgierig
als hij is, zal zich zeker opmaken de nu
al r.o veel bejubelde kunstwerken met
eigen ogen te gaan aanschouwen. De po
litie houdt tachtig man achter de hand
om de grote stroom bezoekers in toom
te kunnen houden. Voetgangers kunnen
slechts gedeeltelijk van de nieuwe brug
gen gebruik maken, maar via een omweg
over bet IJ-eiland kunnen zij zich toch
ook naar de overkant begeven.
Natuurlijk moet de vooruitgang der
techniek tot dankbaarheid stemmen,
maar dat neemt niet weg, dat door de
brug een van de weinige stukjes mooie
natuur een van de steeds schaarser wor
dende plekjes van het gemoedelijke
oud-Amsterdam, zaterdag ook „ten gra
ve" gedragen wordt. En dan bedoeïen we
niet het oude Zeeburg met zijn oude
„Vosje", een uitspanning, waar de hoofd-
stedeling van rond 1900 van een „kogel
tje met een bolus" genoot. En ook niet
het Zeeburg dat over een wielerbaan be
schikte, waar renners als een Cor Ble-
kemolen en een Bosch van Drakestein
triomfenvierden. Dat Zeeburg was reeds
lang ter ziele.
Maar er was nog veel overgebleven.
Elke echte Mokummer wandelde 's zon
dags wel eens over de landelijke Zee
burgerdijk, liet zich met het pontje van
„opa" overzetten, maakte een schone
promenade over de Oranjesluizen en pik
te daar het bootje van Schellingwoude
om zich tenslotte in het hart van de city
weer te laten afzetten. Niet dat nu niet
meer van de lokkende Zuiderzee ook
wel „Zuidersoppie" geheten kah wor
den genoten of in het Boven- en, Bene-
dendiep geen hengeltje meer kan worden
uitgeworpen, maar het „rustieke" is weg
door het geraas van het snelverkeer. De
tijd dat het Diep werd bevaren door
honderden visbootjes, van die echte
„pieremegoggétjes". die tot diep in de
nacht soms peurden, is voorbij.
De oude Zeeburgerdijk met haar
schone boorden van gouden regen en
meidoorns, met haar stemmingsvol
Joods kerkhof „jodenmanusje", zei
den de Amsterdammers, waal- de
tegen elkaar leunende zerken „om
stuwd" werden door lage beplanting en
waar de jaarlijks terugkerende o zo
levendige reigerkolonie voor vertier
zorgde is niet meer. De oude keetjes
waar een eigen industrieleven en een
taai koopmanschap, al was het dan
bij de Zeelpurgerdijk kon
".a. nog maar provisorisch worden
en van een aftakking naar de
'ti ilcie'weg in oost is nog geen sprake,
'vijzi °°rd is er de moeilijkheid, dat de
2 van het uitbreidingsplan Nieu-
""ktgp-Züid nog geen rechtskracht heeft
zodat de autosnelbaan bij de
"»nn!n- zodat 'de autosnelbaan bij de
'"tspi. "dammerweg in dit tuindorp
ophoudt en het verkeer van de
straten gebruik moet maken. Zo
i °tdp ""ogelijk zal deze snelweg echter
"n r! doorgetrokken naar de Meeuwen-
°ch in dit verlengde moet ook: nog
"°tiatrug of tunnel worden opgenomen,
*"1 er nog wel een flinke tijd voorbij
y°l!e an. voordat de automobilist het
"ten Profiit van de verbinding door
lahd zal trekken.
*?oet men over het maken van zo'n
St ,?°0r het drassige „Ovcrijse" dand
te gemakkelijk denken. Voor het
"«Cifkomen stuk moest eerst een slappe
ril; g van 5 meter dikte en 35 meter
'i "e iC hoeden verwijderd. Het toen ont-
%f ltanaal werd gedempt met zand, dat
t.""" cutterzuiger werd aangevoerd.
NCpi®s'aande dijk diende doorbroken en
."ijp 'iik verlegd te worden en in het
tracé moesten een brug en een
K ^ïliL- cuutu ue a
^lof^^ndammerweg in dit tuindorp
straten gebruik moet maken. Zo
>t
komen. Het bruggetje hij de
"laat *""ot is een unicum geworden; het
JYW. "ameijjk niet op palen, maar
j'i dp in de zandophoging. Het viaduct
7 topt """ikendammerweg, waaronder in
„"istp^hist de autosnelweg zal lopen, is
n pfle» s eerste brug van beton ge-
"'ha vvaarbii de fraai gevormde bogen
"lelijk van elkaar staan.
maar in oud-roest, hoogtij vierden, zijn
gesloopt. Het gebouw der „huiszittende
armen" met zijn historische steen ging
voor de bijl, evenals het bekende „Hui
ze Zeeburg", een buitenoord dat met
zijn prachtige kastanjepartij en het
mooie Russische poortje als een trek
pleister gold voor de wandelaar. De
bewoners die daar tot 1956 een groot
deel van hun leven sleten, denken nog
vaak met vertedering aan al die heer
lijke jaren, ver weg van het stadsru
moer.
De wandelaar zal ook de volkstuintjes
missen met hun grillig gevormde bouw
sels, een stukje recreatie-oord dat zo
prachtig aansloot op het Flevopark. Dit
park is gelukkig gespaard en krijgt een
tunnelverbindinkje met de stadswijk in
oost, al is dat ook nog toekomstmuziek.
Wat ook gebleven is, dat zijn de barak
ken van het noodziekenhuis, eens de be
ruchte quarantaine-inrichting voor be
smette zeelieden, in 1940 nog geen 24 uur
na de bezetting door de Duitsers weer
verlaten, toen ze vernamen waarin ze
terecht waren gekomen.
Maar goed, men kan daarover nu een
beetje mijifteren en met stille weemoed
vervuld zijn, men mag de ogen toch ook
niet sluiten voor de eisen van een mo
derne tijd die er eindelijk in is geslaagd,
na anderhalve eeuw van plannen voor
tunnels, boogbruggen, hangbruggen en
lorenbruggen er zijn cr tientallen ge
publiceerd het IJ, al is het dan wel
erg oostelijk in een stalen en betonnen
greep te vatten. En Amsterdam rekent
erop, dat Rijkswaterstaat zijn woord ge
stand doet: dat namelijk de totstandko
ming van de Schellingwouderbnn; van
geen enkele invloed zal zijn op de bouw
van de IJ-tunnel
De Mexicaanse schilder Diego Maria de
la Rivera is, volgens een te New York ont
vangen bericht, in Mexico stad overleden.
Op 8 december zou hij 71 jaar worden.
Rivera, die vooral bekend geworden is
door zijn levendige muurschilderingen,
was wegens zijn linksgeoriënteerde poli
tieke denkbeelden, eenomstreden figuur.
In het begin van het vorige jaar had hij
verklaard, dat Russische medici in Moskou
hem met behulp van een behandeling met
radioactieve isotopen van kanker hadden
genezen.
coopvaect
De Amsterdamse kunstenaar Frans Met-
tes heeft in opdracht van de leiding van
de Wereldtentoonstelling 1958 te Brussel
een affiche ontworpen. Het ontwerp
bleek te Brussel zozeer in de smaak te
vallen, dat men het thans ook zal gebrui
ken voor Denemarken, Finland, Noor
wegen, Zweden en Zwitserland. Het af
fiche is geïnspireerd op het atomium, de
grote attractie van de Wereldtentoon
stelling.
DOUWE EGBERTS
PIJPTABAK
OMI «lni»i(fnOhl
ij' "1st JY.aterstaat stelde op een persbijeen-
tv monde van zijn directeur van
nu S bruggen, ir. H. ten Bokkel
v -vj dat de Schellingwouderbrug
k?'ksiv,.complex kunstwerken in de
h -intm- J,
ve'].Ver°ke^ al genoemd, ook voor
"stjl-.bg
van en naar Zaandam een
"stin
?"te£Ste geval
"li
zal
betekenen. In het on-
zal dit verkeer 7 km
t>n°r<3a't jmriiden. maar toch tijd winnen,
v "t u, e Amsterdamse city en de Hem-
nrien worden gemeden. Voor het
'^""t Uit bet Gooi zbn de voor|3e_len
NeJj voor dat uit Utrecht ook. Dat
V^rn r?n langs brede wegen in Am-
5rtj' "Oost naar de brug worden ge-
°or
06 lokale verkeer tussen de be-
(Van onze Haagse redactie)
Onder voorzitterschap van de leider
der Nederlandse delegatie, dr. E. O. ba
ron van Boetzelaer, is na besprekingen
tussen de vertegenwoordigers van de re
geringen van België Denemarken. Frank
rijk. Duitsland Engeland. Nederland.
Noorwegen en Zweden, zaterdag j.l. te
Den Haag een verdrag getekend betreft
fende een nieuwe regeling voor zeelieden-
vluchtelingen. Dit is hel: resultaat geweest
van de derejg conferentie inzake vluchte
lingen. die sedert 1955 gehouden is door
de landen aangesloten bij de Conventie
van 1951 betreffende de status van vluch
telingen.
Tot nu toe was het zo, dat van de 4000
zeelieden-vluchtelingen, die West Euro
pa telt. er velen niet aan land konden
komen, doordat zij b.v. onder de vlaggen
van Panama of Liberia voeren, zonder
dat deze landen hen ais ingezetenen wil
den toelaten. Er is nu een regeling ge
troffen. waardoor deze vluchtelingen weer
letterlijk grond onde- de voeten kunnen
krijgen zodat zij met bepaalde banden
aan een der acht landen gebonden wor
den. Het verdrag heeft onder meer de
bedoeline de oude vluchtelingen terug te
brengen naar die staat waarmee zij vroe
ger contact hebben gehad. b.v. door het
afgeven van een paspoort of andere reis
documenten of doordat zij minimaal 600
dagen in drie jaar onder een bepaalde
vlag hebben gevaren. In de toekomst
wanneer bet verdrag door de betrokken
regeringen en-of volksvertegenwoordigers
Ls geratificeerd, zal ook een nieuwe vluch
teling tot een van de acht landen wor
den toegelaten, indien hij gedurende drie
jaar 600 dagen onder een bepaalde vlag
heeft gevaren of indien hij zich -drie jaar
lang in een van de acht landen heeft ge
vestigd.
De banden met de vluchteling zullen
echter steeds vervallen, indien hij: 1350
dagen in zes ïaar onder een andere vlag
verrassend
^schenk voor iedere vrouw
De nieuwe montering van Gounods
Faust in de regie van Jean Mercier en in
kostumering van Dimitri Bouchène, die
de Nederlandse Opera in het seizoen
1955-1956 op haar repertoire heeft genomen
en waaraan ook het Rotterdamse publiek
in dat seizoen kennis kreeg, keerde in
Rotterdam niet meer terug voor maandag
avond, waarbij dan nu weer de rol
bezetting enige wijzigingen heeft onder
gaan. Overigens heeft deze bezetting
de nodige voeten in de aarde gehad, noch
uta Graf. noch Nel Duval b.v. maar
uiteindelijk toch weer Greet Koeman, die
naar wij menen niet meer tot het vast
bestand van de Nederlandse Opera behoort
vervulde de rol van Marguerite, haar
waardevolle interpretatie is er een, die
de habitués slechts node zouden willen
missen.
Gerard Groot kreeg ditmaal de.Mefis-
tofeles- toegewezen, zijn vertolking viel
in vocaal opzcht zeer te bewonderen, ter
wijl hij de mogelijkheden tot een klank
volle reproduktie, die zijn fraaie en sonore
l
rib
c?tre;; °russe
de ^Pondent)
ASta ver§ade-
ju fnterparle-
l^v^enr. Zlch een
sNiK 4oghet Vlaa™°sa
abze
Brusselse
tjaj* daar an-
uweer wat
"W .beeft gezet.
Vg- "lerover de
■w°orrtWerpen"
j, "a- om eens
hl
lpt
Antwerpse b.lad, „hebben
we weer eens les in Ne
derlands gekregen. We
bedoelen hier niet de vrij
omslachtige methode van
uitdrukken, die onze
noorderburen gebruiken,
maar wel de tussenkomst
van het liberale kamerlid
Molenaar. Hij had klach
ten over de Nederlands
talige versie van de hem
voorgelegde dokqmenten.
Tamelijk pretentieus en
kwetsend was zijn verwijt
aan de „personeelsleden
in Brussel",- die hij ver
zocht voortaan te willen
zorgen voor „keurig-Ne-
derlands".
Beleefd, maar afdoend
was het antwoord van
voorzitter Van Cauwe-
laert: de teksten werden
aldus het gelezen en gecorrigeerd
te Worden be-
^®UiJntefb b!i€enk°inst
"taari,,arlementaire
door de diensten in Den
Haag".
Het was inderdaad niet
zonder een zekere ironie
in zijn stem, dat mr. dr.
Frans van Cauwelaert er
het Nederlandse parle
mentslid op wees, dat hij
met zijn kritiek aan een
verkeerd adres was
De „Gazet van Antwer
pen" voegt daar nog aan
toe: „Dhr Molenaar is
blijkbaar een vertegen
woordiger van die bepaal
de kaste in Noord-Neder
land, die altijd even moe
ten affirmeren dat ze ge-
civiliseerder is dan die
mannetjes uit het zuiden,
wier sensibiliteit voor
de taainuances die van
hun noorderburen op
verre na niet egali
seert.
stem hem biedt, tot op het uiterste heeft
uitgebut. Hieraan moest toch wel een
stukje demonie opgeofferd worden, men
werd dan ook geconfronteerd met een
Mefisto, die zelden tot diabolische uitval
len kwam en over het geheel een goed
aardig karakter bewaarde. Ettorre Babini
heeft zijn zuidelijke vocaliteit met volle
teugen beleefd in zijn weergave van de
titelrol, men kan hem nageven, dat vooral
zijn tuinaria's het volle effect van een ly
rische zangcultuur, die echter wel wat
dikwijls gericht werd door overwegingen,
die een „stemsparen" beoogden, sorteer
den. De oude Faust uit de proloog was in
de dramatische uitbeelding nog wat stroef
en werd veelal gedragen door de stereo
tiepe mimiek van 'n verouderde toneel
kunst. Verrassend goed was de Siebel van
Jeanette van Dijck, natuurlijkheid in actie
en muzikaliteit sierden haar vertolking, de
charmant gezongen bloemenaria heeft zij
door 'n ongekunstelheid tot 'n fraai hoog
tepunt in de uitvoering gemaakt. De Valen
tin van Jos Burcksen was wat stijfjes
maar muzikaal zeer verantwoord, over
het geheel een vertolking, die de pro
blematiek. van deze partij scheen te ac
centueren.
De balletten van Johan Verdoner en
Francoise Adret muntten uit door kleur
en spiritualiteit, kleine oneffenheden in de
groepsopstellingen in het ballet van de
Walpurgisnacht heeft het sprekende ef
fect yan deze doorgaans fraaie vertoning
nergens in de weg gestaan. Alexandra van
Rhijn en Maria Sylvaine waren hier de
zeer capabele primaballerina's. De
muzikale leiding van Arrigo Guarnieri
was niet zo dwingend, dat alles in .het
rechte spoor bleef. Vooral de koren uit
het eerste bedrijf liepen nog al eens uit
elkaar, iets, dat zich in het verdere ver
loop (soldatenkoor) volledig herstelde. De
orkestbegeleiding, die ook in het begin nog
oneffenheden vertoonde, heeft vooral in de
solistische passages een fraai contact
met de spelers onderhouden. Wat de regie
betreft moge nog op een storende factor
gewezen worden: het bedienen van het
spinnewiel in de tuinscène eiste van Mar
guerite een ritmisch gebaar, dat duidelijk
indruiste tegen het ritme van de ballade.
De frontale opstelling maakte het pu
bliek deelgenoot van de perikelen van de-
spinster, hetgeen met een andere opstel
ling te ondervangen is.
Voorts is het gecombineerde gebruik
van de decors van 3 en 4 natuurlijk wel
goedkoop maar niet logisch, B.G.
zou varen zonder zich in het land, waar
mee hij verbonden is, terug te keren;
voorts indien hij gedurende drie jaar
jaarlijks minder dan dertig dagen onder
de vlag van een der acht genoemde lan
den vaart; tenslotte, indien hij in drie
jaar tijds minder dan tien dagen per
jaar aan wal is geweest in het land,
waarmee hij verbonden is.
Het verdrag kan pas in werking tre
den. indien alle acht landen het zullen
hebben geratificeerd.
In tegenstelling tot hetgeen aanvanke
lijk werd verwacht, mag thans niet wor
den aangenomen, dat de Raad voor de
Luchtvaart hog dit jaar in openbare zit
ting een nader onderzoek zal instellen
naar het ongeluk, dat op 16 juli jl. in Biak
is gebeurd met de Super Constellation
„Neutron" van de K.L.M.
Er worden nog aanvullendestukken
verwacht en daarna zal nog moeten wor
den beslist of de Raad inderdaad een na
der onderzoek zalinstellen naar dit on
geluk, zo blijkt uit thans van de zijde
van het ministerie van Verkeer en Water
staat verkregen inlichtingen.
De heer J. J. J. M. Festen, gemeente
secretaris te Soest, schrijft ons:
BIJ de beantwoording der algeme
ne beschouwingen op de rijksbe
groting 1958 in de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal nu alweer
ongeveer een maand geleden heeft de
minister-president te verstaan gege
ven, dat de regering binnenkort haar
definitief standpunt zal bepalen met
betrekking tot de door de commissie-
Sassen voorgestelde subsidiëring van
de kerkenbouw. Tot vandaag ver
keert men over dit regeringsstand
punt nog in het onzekere.
Niet waarschijnlijk is het uitblijven
hieraan te wijten, dat men eerst vrij ge
ruime tijd na verschijning van het rap
port van verschillende, ook kerkelijke
zijden zich meer grondig is gaan verdie
pen in een aantal vragen welke een on
genoegzaam doordachte beslissing in
deze uiterst gevoelige en delicate aan
gelegenheid kunnen voorkomen. De
meest voor de band liggende vragen zijn;
1. Is er een algemeen aanvaardbare
rechtsgrond aan te voeren waarop de
overheidssubsidie voor kerkenbouw kan
worden gebaseerd?
2. Mag als vaststaand worden aange
nomen, dat, ter verwezenlijking der
totstandkoming van het noodzakelijk
aantal kerken, overheidssubsidie onver
mijdelijk is, dan wel is er een mogelijk
heid langs andere weg de daartoe beno
digde middelen te verkrijgen?
3. Kan de aanvaarding van een alge
mene rijkssubsidie-regeling voor de ker-,
kenbouw gevolgen met zich brengen,
welke men met het oog op de zeer bij
zondere zelfstandige positie der kerken
in onze samenleving ongewenst acht?
HET aan de orde komen van deze
vragen is ongetwijfeld voor een
goeddeel gestimuleerd door een
onlangs verschenen nota door Rotter
dams burgemeester over het vraag
stuk der kerkenbouw-subsidiëring
aan de gemeenteraad uitgebracht.
Wanneer men van het rapport der
commissie-Sassen heeft kennis genomen
moet helaas worden erkend, dat het met
onthouding van een overtuigende argu
mentatie summier en vrij oppervlakkig
concludeert tot de aanwezigheid ener
aanvaardbare rechtsgrond, alsmede tot
de noodzaak der subsidiëring en het een
stemmig oordeel der kerkgenootschap
pen tot aanvaarding van overheidsbij
dragen.
Bij het ingaan op de eerste vraag met
betrekking tot de aanvaardbare rechts
grond kan men stellen, dat de staat het
algemeen welzijn heeft te bevorderen in
de meest uitgebreide zin. Daartoe be
hoort ontegenzeggelijk ook het belang
der Kerken. Deze vervullen immers een
zegenrijke taak ten aanzien van het
geestelijk en maatschappelijk leven. De
deugden, welke de onderscheidene Ker
ken in de mensen trachten te bevorde
ren en aan te kweken zijn van positieve
waarde voor het leven in de staalge
meenschap. Het valt niet te ontkennen,
dat het na-oorlogse streven vanuit Ame
rika ook in ons land gepropageerd om te
komen tot een hernieuwde sociale orde,
gebaseerd op het tot ontwikkeling bren
gen van goede menselijke verhoudingen,
een dankbare voedingsbodem vindt in
het leergezag der kerken. Ongetwijfeld
zullen kerkdijken zowel als buiten-ker-
kelijkën het erover eens zijn. dat een
innerlijk bewust en oprecht geloofsleven
dat leidt tot godsdienstige en zedelijke
verheffing van de mens een zeer waar
devolle grondslag biedt tot erkenning en
onderwerping aan het staatsgezag, voor
zover uiteraard dat staatsgezag daarop
aanspraak kan maken. Moeilijk kon
daarom anders worden verwacht, dan
dat ook de Rotterdamse nota de rechts
grond voor kerkenbouwsubsidie aanwe
zig. acht.
Ter beantwoording van de tweede
vraag over de noodzaak van subsidie
zal men dienen voorop te stellen, dat
ter rechtvaardiging van elk overheids
subsidie de onvoorwaardelijke eis geldt,
dat zij niet gemist kan worden. Erken
ning van dit laatste houdt geenszins in,
dat moet komén vast te staan dat de lid
maten der te subsidiëren organisatie tot
de grens van het theoretisch mogelijke
hebben bijgedragen. In dat geval zouden
ongetwijfeld het merendeel der verleen
de subsidies behoren te worden gestaakt.
Men zal hier naar redelijke maatstaven
hebben te oordelen, daarbij tevens in
aanmerking nemend, of het gaat om
subsidie tot het totale tekort, dan wel
als tegemoetkoming daarin. Waar in het
onderhavige geval het door de commissie
voorgestelde subsidie beperkt blijft tot
een bescheiden bijdrage reëel neerko
mend op ongeveer een vijfde der werke
lijke stichtingskosten, en in aanmerking
genomen de zeer hoge bouwkosten en
het sterk toegenomen aantal te bouwen
kerken, mag zonder gevaar voor besehul
diging van lichtvaardig oordelen veilig
worden geconcludeerd, dat de vereiste
noodzaak van subsidiëring aanwezig is.
Wanneer de Rotterdamse nota in twij
fel trekt, of de bedragen van de lidmaten-
der onderscheidene kerken nu werkelijk
tot de grens van het toelaatbare zijn
opgevoerd, dan menen wij hiertegen te
mogen opmerken, dat het zo te stellen in
deze zaak toch minder juist is. De over
heidsbijdrage vormt zoals gezegd een
bescheiden bijdrage en willen de Ker
ken daarmede in staat zijn de nodige
kerkgebouwen te doen verrijzen, dan
zullen zij ondanks deze bijdrage in de
toekomst zoals in het verteden voortdu
rend moeten blijven aandringen op rui
mere toevloeiing van particuliere mid
delen.
Het antwoord op de derde en laatste
vraag is minder gemakkelijk positief te
beantwoorden Zij zal voorts meer spe
ciaal van de betreffende Kerkgenoot
schappen zelve een uitspraak verlangen.
Het is ontegenzeggelijk een moeilijk te
weerspreken feit. dat het afwijzen door
de Kerkgenootschappen zelve van over
heidsbijdragen de absoluut veiligste weg
betekent ter voorkoming van gevaar
(Van onze Amsterdamse redactie)
Een jonge Italiaan is op het idee ge
komen een parkeerinstallatie voor auto's
te ontwerpen volgens het principe van de
zogenaamde pater-noster-lift. In de een
voudigste uitvoering bestaat het apparaat
uit twee boven elkaar gelegen rjjen van
metalen plateaus, die elk ruimte bieden
aan één wagen. Wanneer men een elek
tromotor in werking stelt schuiven de
platformen op totdat zij aan het einde (in
horizontale stand) naar boven of naar
beneden worden geheven. Bp een gc!
aantal te parkeren voertuigen kan de
benodigde ruimte op deze wijze worden
teruggebracht tot op circa 1/3 van nor
maal. Krupp is in mei begonnen met de
produktie van deze apparatuur en het
technisch handelskantoor, Vecofa en het
ingenieursbureau Hilverhaghe beide te
Hilversum hebben de vertegenwoordi
ging voor Nederland op zich genomen.
De installatie kan boven- en onder
gronds worden opgesteld. In München
had men een torengarage ontworpen met
8 verdiepingen voor in totaal 800 voer-
gen in de kelder, de parterre en de eerste
étage.
De tweede t/m de vijfde verdieping wer
den toen bestemd voor een Warenhuis en
de overige drie voor verhuur aan kan
toren. In Bremen heeft een warenhuis
in de kelderverdieping de parkeerinstal
latie ingericht. De bezoekers gaan, na hun
wagen gestald te hebben met een, lift
binnendoor naar boven. Het voordeel is
dat zij hun auto altijd bij de hand heb
ben om hun inkopen op te bergen.
Het Au-ro-systeem is op twee wijzen te
benutten. Men kan de auto's aan een
van de lengtezijden erop riiden langs
een oprit ter breedte van twee platformen
of aan de kop van de band. Wie zijn wa
gen terug wil hebben, drukt op een knop.
die correspondeert met zijn platform,
waarna dit langs de kortste weg wordt
voorgedragid.
De Amsterdamse architect W. J. Klein
heeft voor de beide firma's in Hilversum
plannen ontworpen voor een parkeer
plaats langs het Singel btf wijze
van voorbeeld en onder een
deel van het Rokin. Op het uitgeko
zen deel van het Singel, gelegen nabij
de Raadhuisstraat, staan dagelijks veer
tien wagens. Wanneer men onder dc
Afbeelding van een Au-ro-installatie in
werking.
tuigen. Bij de uitwerking van het project grond een tunnel zou maken met een
echter bleek, dat men bij toepassing van hoogte van vijf meter, zou daarin plaats
het Au-ro-systeem, zoals de naam luidt, zijn voor de Au-ro-installatie m lengte-
dit zelfde aantal wagens zou kunnen ber- richting, wiuuu» er met de bovengrondse
parkeerruimte mee circa 50 wagens ge
stald kunnen worden. Dit aantal is nog
te vergroten wanneer men in de tunnel
twee „Kop-systemen" naast elkaar op
stelt. Onder het Rokin zou de breedte
methode kunnen worden toegepast. Op
een van de parkeereilanden daar is nu
ruimte voor 39 auto's. Als de onder
grondse garage er is, kunnen in totaal
90 wagens op en onder zo'n eiland par
keren.
De investering per plateau is geraamd
op 7000, inclusief de aanlegkosten van
de tunnel. De investering per plateau
„sec" bedraagt circa 3000. Deze uitga
ven zijn verantwoord, wanneer de par
keerprijs per uur per wagen een kwartje
is, zoals nu meestentijds ook aan de par
keerwachter voldaan wordt.
Dit bedrag kan worden afgedragen aan
een wachter of gestort in een automaat.
De plannen van de heer Klein zullen
worden voorgelegd aan de Amsterdamse
Verkeerscommissie.
De omloopsnelheid van de plateaus ls
zodanig, dat er geen gevaar bestaat, dat
een wagen, die zich toevallig boven een
brandende auto bevindt, ook door de
vlammen wordt aangetast. Wanneer er
brandstof lekt uit een auto, wordt deze
onmiddellijk afgevoerd naar een brand
vrij? opvangbak. Als de elektrische mo
toren uitvallen, kan men de wagens altijd
nog met handkracht laten rouleren.
Een installatie kan dertig tot negentig
platformen bevatten bij e'enzelfde ener
giebron. De plateaus worden gefabriceerd
in verschillende maten, overeenkomstig
de afmetingen van de diverse typen wa
gens. De banden zijn ook te gebruiken
voor intern transport van goederen of bij
het laden en lossen van schepen etc.
van vreemde inmenging in haar zaken.
Aan de Kerken is het oordeel, of zij
kans zien zonder deze bijdragen de voor
de in de toekomst noodzakelijke kerken
bouw benodigde middelen bijeen te krij
gen. Zeker is het waar, dat met de ker-
kenbouwsubsidiëring de rijksoverheid
enigermate getrokken wordt binnen een
geheel nieuw terrein, waarvan zij zich
sinds 1815 angstvallig verre heeft gehou
den.
Natuurlijk kan daarin een gevaar
schuil gaan, hoezeer men ook bij de uit
werking erop bedacht is om elke di
recte inbreuk op de vrijheid en zelfstan
digheid van het kerkelijk gezag te voor
komen. Al heeft, zoals voorgesteld, toe
kenning der subsidie plaats in de 'vorm
van een eenmalige bijdrage en met als
enige voorwaarde tot uitsluitende beste
ding voor het beoogde doel.
Dit alles neemt niet weg dat daarmede
een band is komen te ontstaan tussen
Kerk en staat. Niet mogelijk is het ge
heel te ontkomen aan het gevaar dat
vroeg of laat kerkelijke aangelegenhe
den een onderwerp gaan vormen van
discussie binnen 's lands vergaderzaal.
Een andere vraag is evenwel, of dit de
Kerken zodanig verontrust, dat zij al
leen reeds om die reden en in weerwil
van elke dringende noodzaak van over
heidssubsidie menen te moeten afzien.
DE Rotterdamse nota wijst er met
de meeste tiadruk op, dat, wan
neer de overheid aan erkenning
van het maatschappelijk belang van
het kerkelijk leven subsidie verbindt,
onder bepaalde omstandigheden het
verlies van volkomen vrijheid en zelf
standigheid voor de Kerken niet
denkbeeldig is. Zij wijst daartoe op
de mogelijkheid van situaties, waar
in de Kerken genoodzaakt zijn zich
tegen de overheid te keren, haar tot
de orde menen te moeten roepen en
zelfs aan haar lidmaten gehoorzaam
heid aan de burgerlijke overheid zou
den moeten ontraden. Wij geloven
niet, dat de gedachte aan deze min of
meer uitzonderlijke omstandigheden
bij overweging van de vraag van al
dan niet aanvaarding van subsidie
veel indruk vermag te maken.
Niet slechts vóór de Kerken maar ook
voor de overheid zelve is er volgens de
nota reden tot gereserveerdheid. Met
een subsidie-regeling voor de kerken
bouw wordt een principiële stap gezet op
de weg van voortgaande overheidsbe
moeiing met het maatschappelijk leven.
Principieel naar zij meent, omdat hier
niet geldt de overweging, die op andere
terreinen een rol spelen, dat namelijk
de organen van het maatschappelijk le
ven die financiële steun van de overheid
ontvangen, een taak vervullen, die an
ders door de overheid zelve zou moeten
worden, verricht. Dit is hier niet van
toepassing, omdat het godsdienstig leven
nooit tot de taak der overheid kan ho-
r?n- Wij moeten de juistheid der overwe
ging. dat de overheid alleen subsidiëert
in die activiteiten waarvan zij de ver
zorging rechtstreeks ter hand zou moe
ten nemen bij onfbreking van particu
liere werkzaamheid, met kracht ontken
nen. Het is ons opgevallen, dat de nota
nog het standpunt aanhangt als zou er,
waar het gaat om behartiging van zaken
behorend tot het algemeen maatschap
pelijk belang, een tegenstelling bestaan
tussen overheid en particulier organisa
tieleven. Naar ons oordeel verdraagt
deze zienswijze zich niet meer met de
huidige opvattingen.
Veel meer dan de nadruk te leggen op
een taakverdeling tussen overheidsor
ganen en particuliere instellingen zal
men ervan moeten uitgaan, dat zowel
overheid als particulier initiatief geza
menlijk het algemeen welzijn hebben te
behartigen. De daaruit voortvloeiende
taken zullen voor zoveel mogelijk door
de vrije maatschappelijke organisaties
moeten worden verricht, waar nodig on
der aanmoediging en steun van de over
heid. Eerst wanneer het particulier
initiatief achterwege blijft of onmachtig
blijkt zal rechtstreekse overheidszorg
geboden zijn.
Wanneer men met het gegeven ant
woord op de in de aanhef gestelde vra
gen kan instemmen dan houdt zulks in,
dat er plaats is voor een algemeen gel
dende subsidieregeling voor de kerken
bouw.
De Rotterdamse nota haalt nog enkele
bezwaren aan tegen de door de staats
commissie uitgewerkte regeling. Zo acht
zij het minder juist in het subsidie mede
te betrekken pastorieën en bijgebouwen.
Tegen pastorieën bestaat het bezwaar,
dat de meeste protestantse kerken deze
als direct verbonden met het kerkge
bouw niet kennen,, terwijl tegen subsidie
in bijgebouwen bedenking bestaat, om
dat deze veelal mede voor sociale en cul
turele doeleinden worden gebruikt,
waarin meestal op andere wijze wordt
gesubsidieerd Men zal wellicht kunnen
erkennen, dat op dit punt nadere pre
cisering wenselijk is, terwijl ook de op
merking, dat procentuele bijdragen in
de stichtingskosten onbillijk kunnen
werken, omdat zij ten voordele van be
ter gesitueerde kerkgenootschappen en
ten nadele van minder draagkrachtige
kunnen strekken, overweging verdient.
Wel zouden wij erop willen wijzen, dat
men bij vaststelling ener regeling ervan
zal moeten uitgaan dat de onderschei
dene kerkgenootschappen over het ge
heel genomen daarmede in staat moeten
zijn de strikt nodige kerkgebouwen tot
stand te brengen. Er is evenwel naar
ons oordeel geen grond voor de ver
wachting, dat één hunner door middel
van het subsidie meer kerken zal kun
nen stichten dan strikt noodzakelijk, of
daaraan een uitvoering zal kunnen ge
ven waarmede de grens der geboden so
berheid wordt overschreden. Overigens
geloven wij, dat het te ver zou voeren
thans in den brede in te gaan op bezwa
ren tegen onderdelen der voorgestelde
regeling.
Daargelaten het uiteindelijk beslissend
oordeel de" Kerken zelve over de vraag
van al dan niet aanvaarding van over
heidssubsidie in de kerkenbouw hebben
wij de stellige hoop, dat, met terzijde
stelling van elke enghartige vooringeno
menheid, de overgrote meerderheid on
zer volksvertegenwoordigers haar sanc
tie aan dit al dan niet gewijzigd voor
stel zal willen geven. Daarmede zullen
ongetwijfeld de waarachtige belangen
onzer volksgemeenschap in haar geheel
worden gediend, terwijl tevens de in ons
huidig tijdsbestek zozeer geboden een
heid bij alle verscheidenheid voorbeel
dig tot uitdrukking zal worden gebracht.