ingeschakeld
bij het opsporingswerk
m.
<11
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 8
ÏSOfDSTUK
N-"e bleten zullen dan ook alles doen,
■8 deT?
ST.-NICOLAAS-NUMMER
PAGINA 3
sb°e
O
(Vervolg van nevenliggende pagina)
steat.
N
xf
0oCp
Sint-Nicolaas
tezers(essen) die niet alleen de koppen ten examinator voor het Brevet voor de
Van de hoofdstukken gelezen hebben, zal het Schoenhandel".
hiet vreemd, voorkomen, dat hij deze vol- „Dat wordt moeilijk" moest pastoor Bolte
korrien leeg vond. Slechts de poes zat spin- antwoorden. „Eerlijk gezegd bemoei ik me
n«id bij het bijna leeggebrande fornuis. Dit- nooit met haar schoenen. Maar wacht es
"haal was de biefstuk haar niet ontgaan, heuvel". Als de weerga kroop hij door het
Aanvankelijk zag pastoor Bolte niets
Vreemds in de verdwijning van Afie. Ze ging
Wel
eens meer uit, om boodschappen te doen.
reemder vohd hij het dat de heer Bene-
v°lente afwezig was en ook vond hij het
Wat eigenaardig, dat Afie weg was gegaan,
*rWijl er bezoek was. Voorlopig zou hij nog
hiaar een uurtje afwachten.
°nze (nou ja onze, was het maar waar)
auto was inmiddels de gemeente Brullekens
hoek (gemeente Brullekenskerke) genaderd,
een veilige afstand yan Brullekenshoek
de lezers van V.V.V.-gidsen kunnen het
^anaen, kasteel „De Mosheuvel" zo ge-
h°emd, omdat het in een drassig moeras Erin zaten zwarte leren veters, met aan het
moeras en tegen het dak op, wierp een blik
door de schoorsteen en wat zag hij daar?
Beneden in de kelder stond een verpleeg
stersschoen, zoals zijn baas hem verzocht
had te zoeken.
Nee maar, dat was even een buitenkansje.
Viel hij even met zijn neus in de boter. Zo
snel als hij kon ging hij terug naar de Sint
even. Ze heeft juist vorige week een paar
nieuwe gekocht. Ik zal even kijken, of ik de
bon nog kan vinden".
Dit mocht hem inderdaad gplukken en een
kwartier later kon hij Sint alle bijzonderheden
geven. Het waren een paar zwarte verpleeg
stersschoenen in de maat 38V2 van 29.75.
hoek gehad en waren op weg naar Brulle- „Mijn collega's zitten in „De Mosheuvel"
kenskerke. Dat was het laatste plaatsje wat valse tientjes te maken. Ze zijn er al de hele.
ze vannacht nog zouden doen, dan kon het nacht aan bezig en nu wilde ik ze voor hun
wel weer eens. harde werken eens verrassen. Ik dacht,
Plotseling zagen zij enkele honderdtallen weet je wat, dacht ik, ik ga in het dorp een
meters voor zich uit, uit een zijweg een man zak pepernoten halen en dan ga ik strooien,
op de grote rijksweg van Brullekenshoek Dat hebben ze wel verdiend",
naar Brullekenskerke komen. „Hee is daar „Ja, ja" zei de Sint „weet je wat, kom
dan nog een huis?" vroeg St.-Nicolaas aan achterop zitten, dan gaat het vlugger". En
zijn knechts. zo ging het heen en terug naar Brullekens-
„Weet ik veel" zei de ene, die zich al lang kerke. Maar eenmaal, teruggekomen bij de
met een oorvijg verzoend had. twee Pieten was het spel van goocheme Je-
„Ik zullen eens gaan kijken" zei de ander, pie uitgespeeld. De twee zwarten bonden
die nog steeds op de oorlam rekende. En be
hoedzaam sloop hij door het bos van boom
tot boom. Plotseling stond hij voor „De Mos-
en zijn makkers, om hun zijn bevindingen te
hem aan handen en voeten en legden hem
veilig achter een boom echter niet, nadat
zij hem de sleutel van „De Mosheuvel" ont
futseld hadden en nadat de ene Piet het gebit
vertellen. Heel behoedzaam ging hij weer te van Jopie tot marsepein geslagen had.
^at echter niet in de V.V.V.-gids staat en
^'at dus zelfs de lezers ervan niet kunnen we-
®n> is, dat dit kasteel, dat 's zomers nu en
an door een enkele rondtrekkende toerist
7®Zocht wordt, 's winters in bezit genomen
0r<h door enkele doortrapte lieden, die met
°Plichting, valsemunterij en ontvoeringen
aan de kost komen.
Via een smalle weg door het moeras lood-
6 goocheme Jopie de wagen tot aan de voor-
t eur en gaf een teken op de claxon: Twee kor-
stoten en een half stootje. Vrijwel on-
'ddelijjk hierna werd de voordeur geopend,
°°r een onzichtbare hand.
•■Kom op", zei toffe Toon tot Afie en met
°°cheme Jopie betraden zij het kasteel.
v "^e hebben voorlopig een mooi kamertje
tot°r gereserveerd daar mag je logeren,
dat we besloten hebben, wat we met je
atl doen". „Is er nog nieuws?" vroeg hij
eind een leren tierelantijntje. Aan de
rechterzijde van de linkerschoen was er een
knok in uitgeperst.
„Vooral dit laatste is belangrijk" zei de
Sint, „want u moet eens weten hoeveel ver
pleegstersschoenen er zijn. Op de eerste
plaats zijn er al zo tweemaal zoveel ver
pleegstersschoenen als verpleegsters en ver
der zijn het lang niet allen verpleegsters
die verpleegstersschoenen dragen. Staan er
misschien nog meer dergelijke wenken op
de bon?
„Ruilen alleen vóór de middag en niet
's zaterdags. Zonder bon wordt niet geruild".
„Dat doet weinig ter zake" zei de Sint
„want er staat toch zeker ook wel op, dat
gedragen schoenen niet meer geruild wor
den?"
werk, want hij begreep wel, dat het geen
zuivere koffie was. De Sint had hem wel
niet alles precies verteld, maar hij was toch
wel zoveel te weten gekomen, dat de lieden
die de juffrouw ontvoerd hadden er niet voor
terugdeinsden, om doortastend op te tre
den, als ze in het nauw gedreven werden.
Vervolgens ging een van de pieten, op een
veilige afstand gevolgd door de Sint en Piet
II naar „De Mosheuvel" gewapend met de
zak pepernoten, met daartussenin een gou
den tientje.
Het plan was n.l. als volgt. Piet I zou het
huis binnendringen en om de hoek van de
deur zijn lekkernijen in het boevenvertrek
werpen. De mogelijkheid bestond echter,
dat de doortrapte lieden reeds zover in de
slechtheid gevorderd waren, dat zelfs pe
pemoten zouden nalaten hun harten in be
roering te brengen, vandaar dat het gouden
Toen onze zwarte Piet zich weer bij de tientje er bij zat Het moest al erg raar lo-
Sint en Piet II gevoegd had, vertelde hij met Pen- als zelfs dit niet bij machte was de be-
vuur en verve zijn bevindingen. De Sint geerte van deze, aan de zelfkant van bet le
sfond zenuwachtig met zijn mijter te draaien ven verblijvende mensen, *op te wekken,
bij het vernemen van zoveel onverwacht en Voor het geval, dat de slechterikken zwarte
goed nieuws. Aanvankelijk wilde men te Piet zouden overmeesteren, was afgespro-
Waarin we kennisma
ken met het plan de
campagne.
ten, om binnen een half uur in Waserooitiet-
vuur en te zwaard gedrieën optrekken naar ken, dat hij dan zou zeggen, dat hij gooche-
„De Mosheuvel", maar toen de eerste opwin- me Jopie was en dat hij zichzelf zwart ge- Suur geslagen hebben op het schoteltje.
ding waf geluwd was, besloot men in ge- maakt had, om alles echter te' doen lijken. „300, 310, 320, 330" hoorde hij toffe Toon serveen te zijn".
„Inderdaad" zei de pastoor en dan staat er zamenlijk overleg een plan op te stellen. Als z« dit niet zouden geloven, zou hij aan- tellen. Nou dat hoefde de Sint P
nog op de achterkant, dat als men over de „Rust en nog eens rust en daarna handelen bieden dit te bewijzen, door zich in de bad- v §een lweede
aankoop niet tevreden is, dat men dit aan dat is de enige manier om tegenover derge- kamer te gaan wassen. En dan was het een een anaere slem> toebehorende aan keer te zeggen. Autorijden was zijn hobby
i|[ti,ttf[ de leverancier moet vertellen en dat als men lijke duistere sujetten iets te bereiken" zei koud kunstje, om via de afvoerleiding van een manspersoon, die wij tot nu toe nog en nog geen vijf minuten later bracht hij de
aa» ee~n vrouw die hen"inmiddels in" de gang wel tevreden is, dat men dit dan aan an- de Sint en toen hij dit gezegd had zette hij het bad aan de grijpgrage handen van de niet ontmoet hebben n.l. aan Dirk de deug- wagen knarsend voor onze vrienden tot
bemoei gekomen was en die in de onderwe- deren moet verteIlen!" ziJ'n mijter weer op en schoof ziin zenuwen duistere sujetten te ontkomen. _,.x «t.xxx
®ki bekend is onder de naam Mottige Mies.
"Vanmorgen stond er in de krant, dat mi
eter Samkalden persoonlijk in zijn eigen
jullie achterna is."
-kan niet", zei Toon, „want wij
deren moet vertellen!" zijn mijter weer op en schoof zijn zenuwen
„Dat ds geen kassabon meer, dat is een °PZÜ-
dwangbevel" zei de Sint, „maar enfin, ik „Gelukkig maar", zei Piet I, „ik was al
weet voorlopig genoeg. We zullen ons uiter- bang, dat de zenuwen in uw bloed zouden
ste best doen. Voordat die schoenen versie- slaan. Dat kan. Een schoonzuster van mijn
ten zijn, heeft u ze terug, met alles wat er zwager heeft dat ook wel eens gehad en.."
stil-
as
eh in zijn auto gereden" en hiermee
voor hem de kous af.
°Qcheme Jopie bracht Afie hierna naar
\k" sPelonkachtig gedeelte van de kelder,
*ar:
'h een hokje voor haar was ingericht.
hi
in en bij hoort".
's Avonds trok de Sint er met twee tot de
hagelwitte tanden gewapende zwarte Pie
ten op uit. „Kijk goed uit naar een rechter-
verpleegstersschoen met aan de linkerkant
een knok erin uitgeperst" had de Sint tot de
wakkere knechten gezegd. „Als het zover is,
'er mag je je tijd zoetbrengen", zei
"let een vals lachje. „Je eten wordt je zullen we ééns wild geraas gaan maken; als
°r een luikje toegereikt. Veel plezier en jullie de schoen vinden krijg je een oorlam,
als jullie hem niet vinden krijg je een oor
vijg. Kiezen of delen dus".
En zo trokken de Sint en de Pieten van
schoorsteen naar schoorsteen. Ze keken al
leen maar even naar de schoenen, maar de
den er verder niets in. Daar was die nacht
geen tijd voor. Even een vluchtige blik door
de schoorsteen en verder maar weer.
Tegen de morgen had men zo vierenne-
Weer."
een harde klap smeet hij de zware
6ten deur achter haar -dicht.
^Afie hekeek ,h6t kamertje eens rustig en zij
fcr.est toegeven; het was aardig ingericht.
ailpSe meubeltjes, indirecte verlichting en
s Precies, zoals het in de rubriek „Hoe
W ^aar
w«ré
wij wonen" in de damesblaadjes
„Nu geen geleuter meer" zei Piet II wat
gaan we doen?"
„Laten we alles, wat we tot nu tóe weten
even rustig nagaan" zei de Sint.
„Punt 1: Afie bevindt zich in „de Mosheu
vel".'
„Punt 2: Haar schoen staat bij de schoor
steen".
„Punt 3: Zojuist is één der zich in het huis
bevindende personen vertrokken".
„Punt 4: Blijft de vraag „Wat gaat deze
persoon zo vroeg in de morgen doen?"
„De enige mogelijkheid om daar achter te
komen is het hem te vragen" zei Piet II.
„Inderdaad" zei St.-Nicolaas „dus, ik ga
er achteraan op mijn zoete appelschimmel"
„Spoorslags reed hij in de richting van
Sint en Piet II zouden inmiddels het dak
beklimmen, om een oogje in het zeil te hou
den en om Afie door de schoorsteen van
haar a.s. bevrijding op de hoogte te stellen.
Het lijkt ons het veiligste, dat wij ons voor
lopig maar aansluiten bij de Sint en Piet II,
om zo het verloop op de voet te volgen.
Waarin we kennisma
ken met de uitvoering
van het plan de cam
pagne.
niet vroeg: „Wat moeten we die pastoor nu stand,
voor losgeld vragen, voor die dienstbode?", Zelfs de morgenstond vroeg zich af, of
maar hierop volgde geen antwoord. het goud in haar mond, wel 18 karaats was,
Uit het gerammel van de kopjes kon Piet zo begon het te klapperen bij het zien van
opmaken, dat de thee nu langzamerhand de snelheid, waarmee de richting van Was-
op de plaats van bestemming stond. Muis- erooitietserveen werd ingeslagen,
stil deed hij de deur open en luid joelend Voor het zover was had er nog een klei-
riep hij: ne strubbeling plaatsgevonden. „Goocheme
„Hier zijn jullie speculaasjes bij de thee Jopie, mottige Mies, Afie en jullie tweeën
en dan nog pepernoten en bitterkoekjes. Eet gaan met de wagen" zei de Sint „ik zal
er maar lekker van jongens". En uitgelaten volgen op mijn trouwe zoete appelschimmel"
tastte hij in zijn zakken en strooide, dat het „Ik denk er niet over, zei Afie. „Ik ga
Tamelijk snel zaten Sint en Piet II bij de een lieve lust was. nog veel liever lopen, dan dat ik bij deze
schoorsteen. Piet luisterde aandachtig. Het liep gedeeltelijk, zoals men verwacht zwaar belaste zielen in de wagen ga zitten.
„Ze slaapt nog" zei hij zachtjes tot de had. De beide manspersonen bleven rustig A^s ik ma§ kiezen tussen boef en heilige
Sint. Ik zal haar wekken, door een hand pe- aan hun werk. Mottige Mies echter vloog op kies ik toch maar liever een heilige. Ik moet
pernoten door de schoorsteen te werpen.." de lekkernijen af en kroop grabbelend over toegeven, dat ik in drieste buien wel eens
Zo werd Afie door een dof gerikketik ge- de grond. Zwarte Piet talmde niet ook zijn anders gewild heb, maar na dit avontuur
Brullekenskerke en na enige tijd haalde hij wekt uit haar diepe droomloze slaap. Even laatste troef uit te spelen en met een kun- ben daar volkomen van genezen. Trou-
i?ig v-t ZOll het zich gent'g gemeenten doorgewerkt en reeds acht- inderdaad de persoon in. Het was Goocheme had zij nodig om tot haar positieven te ko- dige zwaai wierp hij het gouden tientje tus- wens, ik ben nu in een auto ontvoerd, nu
aar gemakkelijk maken. Ze installeer- ten de beide pietermannen een oorvijg ze- Jopie. sc x,waax »«xt, xj s xxcxx ucixljc
«ch
hatn
ih
W a€ze omgeving veiligheidshalve even
in het gezellige stoeltje bij de haard ker.
een boek uit de kast. Wel viel zij
„Ik geloven niet, dat wij iets zullen vinden
Sint" had de ene al eens terloops gezegd,
en de ander liep aanhoudend diep te zuch
ten. „Als ik die ontvoerder tegenkom,
slaan ik zijn gebit tot marsepein" zei ie tel-
idj 0tlder het bed lagen. Zelfs was er een kens en u kunt er van op aan, dat dit zou
kijjj® 'n haar oude gewoonte: onder het bed
Vf0^n> of er geen nare man onder lag.
f6Is §6r §el°ofde ze altijd, dat er nare ke-
men. „Wat was er ook weer? schoot het sen de diepgezonken valsemunters.
„Goede morgen edele heer" sprak de x
Sint. „Wie zijt gij en waar gaat gij heen?". or r eirL »Er was immers iets heer- Het lawaai wat hierop volgde was ont-
Nu was goocheme Jopie een toef, die niet biks gebeurd? O ja ze was ontvoerd" en zettend. Nauwelijks hadden Toffe Tooü en
^'as ®eweest, dat ze het hoopte, maar later
gewoon,te vanzelf overgegaan. Toch
00lk nu haar vrees ongegrond en na
tijd begaf zij zich ter ruste. Nog
15 n °'itijds schoot haar te binnen, dat het
het °VetTiber was. Een mooie datum om voor
*«tj6eerst haar schoen bij de schoorsteen te
Waarin we voor de zo
veelste maal kennis
maken met de goed
heid van St.-Nicolaas.
in de eerste leugen gestikt was. Hemeltje- Juist wilde ze zich bij deze geruststellende ge
lief nee. Rechters had hij misleid en advo- dachte nog eens omdraaien, toen een twee-
caten had hij een rad voor de ogen gedraaid de roffel pepernoten haar volkomen bij de
Maar vroeger reeds was hij ontzettend bang
geweest voor St.'-Nicolaas en die schrik zat J bracht.
er nog geweldig in. Hij dacht er dan ook Plotseling hoorde zij een stem door de
Ook Smt-Nicolaas zelf kreeg, nadat hij zijn niet over, om de Sint om de tuin te leiden, schoorsteen- Afie Afie hen ie wakker?
tweehonderd en zesenvijftigduizendste blik want hij voelde er niets voor, om in de zak wakker,
geworpen had wel wat spijt van zijn belofte mee naar Spanje te moeten,
aan pastoor Bolte. Ze hadden nu Brullekens- „Ik ben goocheme Jojjie" zei hij dan ook.
gebeuren ook, want in dat soort dingen was
deze zwarte Piet een rare. Een héle rare.
Dirk de deugniet het blinkende stukje aards
slijk opgemerkt of zij vlogen er op af, on
der luid gejoel. Zo hard liepen zij met hun
koppen tegen elkaar, dat zij beiden zielto
gend ter aarde vielen. Een vloek was het
laatste wat van beider lippen kwam en daar
na gaven zij de geest. Een wel zeer gelukki
ge oplossing van dit gedeelte van ons ver-
wil ik met een paard thuis gebracht worden.
Ik hou van verandering. Ik haat sleur. Sleur
ia iets voor getrouwe honkvaste pastorie-
dienstboden. Ik ben niet getrouw, en ik
ben niet honkvast. Trouwens waar praat
ik over, ik ben immers geen pastorie., eh..
verroest, dat ben ik wél. Laat ik dat in de
spanning nou helemaal vergeten zijn".
En zo geviel het, dat Afie achter op de
zoete appelschimmel terugkwam in Waser-
ooitietserveen. In de kom van het dorp nam
Harte-
was pastoor Bolte toch niet he-
gerust op de zaak. Het duurde toch
Nraiat erg lang, eer Afie terugkwam en
'et jj. "et verdwijnen van de heer Antonio
na mi zekere onrust bij hem op te
'Vht n, K°e meer hij over het geval na-
I- meer eigenaardigheden hij ging
%i0 in de praatstijl van* de heer An-
f^Oier met schrik herinnerde hij zich de
m ga Waar<>P de secretaris gezegd had:
in elk geval mee". Na veel vijven
0 minder zessen besloot hij St.-Nico-
- bellen, om deze om opheldering
i Kaj.
a 8«veS niet nodiS> het gehele gesprek weer
°'aas n> om u te laten weten, dat St.-Ni-
«*>it van ene Antonio Benevolente
c0a ,"ad en dat de hele bedoening om
,K'^aar 3ut°r geënsceneerd was.
'6 v mijn hemel" zei pastoor Bolte
Ur, heeft me dus lelijk te pakken ge-
grootste vraag is, wat moet er
°m Afie uit de machf van die
Mk k signeur te bevrijden?"
^0 be
Uw moeilijkheden meneer pas
veer v°ordde St.-Nicolaas. „Allereerst
°et; ik u ernstig berispen, dat u het
iZxxmaar één moment serieus ge-
en ee^' St.-Nicolaas zoekt geen coad-
zal er nooit een nodig hebben ook.
de
i'
haam gewroken worden. Ik en
van aJ?dere kant moet het misbruik ma-
''«Kil? Op "herder of de ontvoerders en zo-
c hete
h, 0n organisatie, die zij achter zich
'h r1 te rollen en Afie weer veilig bij
V5n Wi,atStorie te krijgen".
j-U zeker het signalement van de
K0w menstmaagd hebben?" vroeg pas-
lu'Als ®6n beetje benepen,
k de maat en de vorm en de
vote Van haar schoen op wilt geven
°ande" zei de Sint. „Van schoe-
alles, wat overigens niet ver-
in Spanje zijn al mijn Pie-
Hoe gaat het? Heb je het erg slecht daar in
die kelderspelonk.. Ik ben Zwarte Piet en
St.-Nicolaas is bij me, we komen je bevrij- haal dus. We wisten n.l. werkelijk niet meer z afscheid van haar bevrijders,
den".
Even viel het Afie tegen, dat ze nu al be
vrijd werd. Maar ja, je kan ook niet eeuwig
ontvoerd blijven. Er moet tenslotte eens een
eind aankomen.
waar we met beide boeven naar toe moes- lyk dank hoor tengens" zei ze en ze kuste
ten. Nu weten we het wel: naar het kerkhof. st-Nteolaas de hand en de beide knechten
Mottige Miesje viel bij het zien van zoveel hun wangen' Piet 1 beantwoordde de kus op
gelijke wijze, maar wel wat al te langdurig.
„Dat is nog eens wat anders dan een oor
lam" zei hij.
„Piet" zei de Sint vermanend, „waarom
moet dit verhaal nu, in strijd met de ver
lijken onmiddellijk van haar stokje en zwar
te Piet, nam dit stokje mee. „Je kan nooit
„Nou het gaat best" antwoordde ze dan weten, hoe dit nog van pas komt" dacht hij
ook. „Het is hier net een gevangenis, zo goed „misschien is het nog als bewijsstuk te ge-
heb ik het hier. Het enige verschil met een bruiken voor het gerecht,
echte gevangenis is, dat ik hier met geen Natuurlijk had hij nu geen moeite, de weg 'wachtingen, bij de lezers gewekt i.p.v. met
mogelijkheid uit kan komen". naar de kelder te vinden en Afie te bevrij- een oorlam, met een oorvijg eindigen?" en
„Laat dat maar aan ons over" zei Piet, den. „Hier wazze we dan" zei hij monter, bij voegde de daad bij dit raadselachtige
„hier komt St-Nicolaas nog even". En door de schoorsteen riep ie: „Laten we woord.
„Laat je maar niet van de wijs brengen afspreken over vijf minuten bij de boom, Sint en zijn Pieten reden vervolgens
Afie" zei de Sint gemoedelijk. „Voor het waarachter goocheme Jopie verborgen ligt", met de beide boeven naar Den Haag. Onge-
ochtendrood verbleekt, ben jij weer in Wa- En zo vonden we onze vrienden (zo mo- twijfeld zullen zij hun gerechte straf niet
serooitietserveen. Ik sta achter je met mijn gen we ze intussen toch wel noemen) vijf ontdaan en een gevangenisstraf is het min-
baard en met alle andere middelen, die mij minuten later bij de genoemde boom. Goo- ®te wat we verwachten kunnen. Om zulk een
ten dienste staan. Geef de moed niet op", cheme Jopie had intussen van louter zenuw- r°l te spelen in zo'n hooggestemd verhaal
„Dat nooit" zei Afie. „Dat vind ik meer achtigheid zijn hele marsepeinen gebit op a's het onze, moet men wel zeer gemeen
iets voor wankelmoedige, laffe kioskjuffrou- liggen kouwen en was daarvan zo misselijk, van inborst zijn.
wen. Ik ben niet wankelmoedig en ik ben dat, zelfs al was hij niet aan handen en vee
niet laf. Trouwens waar praat ik over, ik ten gebonden, er toch geen gevaar meer
ben immers geen kioskjuffrouw. van hem te verwachten was. Op bevel van
„Zo ken ik je weer" zei de Sint. „Nou Piet, was ook Mottige Mies jneegelopen en
het grootste leed is geleden. Hier komt Piet die was van alles zo van streek, dat ook draaimolenbei door het huis en even later
nog even". van deze kant geen moeilijkheden te ver- °pende pastoor Bolte de deur.
„Hallo Afie, hier Piet" zei Piet. „Straks wachten waren. £fie' ban je daar?" ™eg ?astootr-
„Je hebt me knap m ongerustheid laten zit-
kun je een andere Piet verwachten, die je „Hoe komen we nu naar Waserooitiet- ten Ik heb gisteravond van de zenuwen de
komt bevrijden. Zorg dat je dan gereed serveen?" vroeg de Sint. „We zijn nu met ene sigaar na de andere gerookt. Niet dat
staat, want alles moet snel en als de ge- es kijken 1, 2, 3.. 6 personen, die kunnen ik dat anders niet doe, maar nu deed ik het
Met een licht gevoel in haar hoofd liep
Afie naar de pastorie en trok aan de tong,
die uit de muil van de goed onderhouden
miniatuur leeuwekop hing.
Net als vroeger klaterde het geluid van de
smeerde bliksem gebeuren".
„Nou dan ga ik me even opknappen" zei
Afie.
„Wat versta je onder even?" vroeg Piet,
maar hij kreeg geen antwoord meer.
De andere zwarte Piet was intussen naar
niet allemaal op mijn paard. Het is een
best paard daar niet van, maar ook zijn
mogelijkheden zijn begrensd".
„In de garage staat de auto van minister
Samkalden" zei Afie.
Bij het horen van die naam viel Mottige
de kamer geslopen, waar de reeds meer Mies van de graat, omdat zij niet meer van
genoemde boeven, briefjes van tien zaten haar stokje kon vallen. Dat had zwarte Piet
te vervalsen. veilig verborgen.
„We schieten lekker op jongens" hoorde „Piet, haal de wagen vkn minister Sam-
hij mottige Mies zeggen. Wie wil er nog een kalden. Het is de snelste wagen van het hele
bakje thee. Jammer, dat ik er niets bijge- land, want hij staat boven de wet van de
haald heb. Een speculaasje zou geen gek fi- maximumsnelheid. Wat kan ons dus belet
van de zenuwen en dat is ellendig. Dat moet
je me niet meer aandoen".
„Wat maakt die bel weer een lawaai" zei
Afie.
„Ja ik heb de theedoek er maar weer af
gehaald" zei pastoor Bolte.
„Het was geen theedoek, het was een gla-
zendoek" zei Afie, want ze was de goedheid
zelve, maar ze kon niet velen, dat iemand
tn zeker mijnheer pastoor niet, haar linnen
goed, dat altijd in keurige stapeltjes in de
kast lag, dok maar taalkundig door elkaar
haalde.
En als u wilt geachte lezer, kunt u nü weer
bij alinea vier van hoofdstuk 2 verder lezen.
Maar wij beginnen er niet meer aan.