omatieke intJT r KI rm H ^nifséerieii2.e plechtigheid op hlote isoeten of de liefde hetra.pt c?*los en grod Sint-Nicolaasverhaal Tekeningen N o>C£stS.^en FUk 231 hij reCht°P DONDERDAG 5 DECEMBER 1957 PAGINA 5 IJ HOORDE boven het geraas van de machine een stem, die brul de: Spring. van nu af: drie, twee, één, jaa! Hij kneep zijn ogen dicht en liet zich vallen. Hij voelde de zilte zee lucht langs zijn lichaam stromen. Ze hadden hem bevolen door de neus te ademen, maar dat lukte niet erg, want hij was altijd een stug rokertje geweest.Hij voelde dat hij zweefde. Ik moet er toch haast zijn, dacht hij koelbloediger dan hij had verwacht, maar hij opende nog niet zijn ogen. Toen de geluiden van de branding sterker tot hem doordrongen, durfde hij te kijken. Hij zag een blauwe water massa en precies onder zijn bolderende jas strekte het strand zich als een warm bed uit, vriendelijk en verlaten. Van de knetterende machine was niets meer te zien. Voordat ik nu mij oude benen op het strand breek, dacht hij, zal ,,het gebed voor behouden aankomst'' geen kwaad kunnen. Hij kneep zijn ogen weer dicht en nauwelijks was hij begonnen, of de zeewind blies zijn valscherm opzij en in een juweel van een neerwaartse uit schieter, gleed hij in het warme zand als een knikker in een schaal warme balkenbrij. niet. sta; 3r, °P als °omde He v *et borreluurtje bifpk en ~Stf' toen ^U>ron°sI1Uiken De ontdekking HET MOEST REEDS diep in de nacht zijn, toen een licht gekraak en een kwellende dorst hem klaar wakker maakten, Hij wist onmid- 0(0 De plechtigheid van FRANS DUISTER van JAN VAN DER VOO NADERHAND heeft een oude rechtzinnige vissersman, die te gen de ochtend van die dag naar het strand trok, verteld, dat hij drie zingende mensen was tegen gekomen. De Amerikaanse zesde vloot haalde enkele dagen later de kostbare gast op. Vanuit de vrije wereld ging een bisSchoppe- lijke brief naar Moskou en Wash ington. De ambassadeurs werden niet overgeplaatst. dat hij drie zingende mensen ivas tegengekomen. |'V 'P< T Y V gjjf1 sch maakte het val- een gemakkelijk 5 Arnen, zei hij, 'e in het zand. 0pve ^an was klein. Hij bezat niets j^^lands, maar met enig recht zou kunnen zeggen, dat hij onrecht- grote handen had en een ïjj. enkelijke plooi tussen zijn ogen. liet rn°es* 'leel wat onder zijn, dan 1-antasiepak met het speelse ^ePje de oppervlakkige br ou- zi)n laten geloven. Toen hij koed afnam om het zweet van de 1 van zijn schedel te üit vegen, zitten. de bedenkelijke plooi Verstoorde zijn vrome stemming Hij hief een danklied nauwelijks ver- aan en liet toe haar zeewind spotte met de enkele sihd- °P hoofd. Voor het eerst b latlge tijd besprong hem de on- voelde dat hij zweefde ^bare t Sch0 •Ust m.de open lucht zijn UR trekken, want hij tea aRe Seweld zijn, blote voe- stan, bet zand steken en dan con- 3 £n hi' i"'?Vl-us gaan zitten denken, ^opter' V°0r vakantie uit een -li- bij Was gegooid. Even ijl Vakantie en slaap toe. Ter- hrj e branding tegen het strand ede de Zich Wmd, de zeevogels wkl.snd schreeuwden, rolde hij een marmot in zijn nest van vrede op aarde. l ma^ERD WAKKER, toen ie- h tjin d een heerlijk vocht tussen Ohu spui Vppen trachtte te persen, i; 'bekenrt kwam hem niet helemaal "lef, f,Voor. want het hield het ahdoiu?sen paprikasoep en oud- r\._ e ]p.no„o,. Jl-.sj ie^ergeiv •,enever uit de tijd van de tis nd wlen" En °mdat nog nooit dbup°hsui^S dood §eSaan aan het ma- eh, nr.neren van genoemde pro- ^ok^6 'sla °e^e bij monkeiend en wil- <jan op ap voortzetten. Hij draaide 1 dat anhere zijde, maar be. Be,, het stra blnei"Wnf, Plaats gemaakt voor een V0 pdr0(j„Se sofa met krullen. Een I Sprel lag frivool aan bihr dp n bet spaarzame licht, maar strand toch verlaten hij erop neer- zat hij r< dat het warme de kleine zijn dat kamer Van"c ontdekte hij de forse ge lag het Sp Van hj3derj e&n man, die bij nadere to»en I een Klaasje in zijn hand rijn.c.rj m vriendelijk Aziatisch V^v, 6' Vl- de rest stonden er dis ®ep s,®vige knalrode stc.-len obekend ras in de kamer, Scha ch ip? e'Sen karakter hadden aCh?PP6liik mei'kwaardigs gemeen- iiip.® akt' Waarschijnlijk waren 't •hg &ast ®kjes, die stuk voor stuk t. in dit sub-tropisch kli- tvpjj?9. zei de grote vent teme- a moskova. Hij pakte de fles van tafel en gromde tevreden. Waarom ook niet, dacht de kleine man op de sofa, hij is toch gek en ik heb dorst. Hij nam enthousiast het glas aan en hief het op. Op de partij, eh.. kameraad, en op de vreedzame coëxistentie tus- 'sen oost en west. En zeg me tegelijk ook even, hoe laat de bus gaat. De bolle reus grinnikte en viel met een zucht van verlichting op de stoel neer, die het karakter had van over gave. Blij, dat u het zo opvat. Aardig, heel aardig. Zojuist vreesde ik, dat u het hoekje al om was; bij Lenin's baard, wat kan u slapen. De man op de sofa duwde de kussens, overtrokken met Omsker kantwerk, in positie en ging op zijn gemak zitten. —Prut, prut, en hoehebt u mij gevonden? Voor u een vraag en voor ons een weet. In zijn vettige stem lag een klank van triomf. Was ik moeilijk vervoerbaar? U bent zo licht als een sneeuw vlok, meneer. Vreemde beeldspraak voor iemand die het warm heeft, dacht de man op de sofa. U bent van de partij, als ik me niet vergis? Waarom doen jullie dit allemaal? Wij hebben ook recht op u! Iedereen heeft recht op mij, zeggen ze. Maar wij hebben een streepje voor, gromde de vent. Waarom? Omdat wij ten minste alles eer lijk delen. Dat is niet voldoende om mij zo bruut uit mijn werk weg te slepen. Het zou wat anders zijn als jullie in mij konden gaoven. Mag ik u nog wat inschenken? Graag. Ze gaven 'm lange tijd zwijgend doch drinkend van jetje. Toen zei de man op de sofa: Misschien is het wel waar, dat jullie recht op mij hebben. Maar waar niet is, verliest zelfs de partij haar recht. De partij heeft altijd gelijk, me neer, en daarom wordt het ec i en kele reis voor u. —He, wacht eventjes, zei de man op de sofa, dat gaat zó maar niet, daar krijgt u een heleboel gedonder mee, weet u dat wel? Hij nipte aan zijn glas en vervolgde: Ik wil natuurlijk wil ik wel. maar dan moet het een retourtje worden en.na 5 december. Eerder kan en wil ik niet. basta! Wat zei u? Basta. U heeft veel noten op uw zang, maar dat gaat er wel af. Kom, kom drink nog eens uit. Het is gezellig. U zult me niet omkopen. Bo vendien ben ik een gevonden oor- werp, vadertje, en gevonden voorwer pen behoren los van welke levens overtuiging dan ook, altijd bij de wet telijke instanties te worden aangege ven. Haal dus een autoritei. i zeg hem dat ik gevonden ben op het strand. Ik .ben een autoriteit. Nu uitkijken kleine, dacht de man op de sofa, als hij dat open en bloot-durft te beweren, is het een autoriteit en dan zit je er in voordat je het door hebt. Hij zei: Zo, zo, u bent een autori teit, mag ik dan even kennis maken? De reus kwam krakend uit zijn overgave. Iwan Martensky, zaak waarnemer en plaatsvervangend ambassadeur voor de Verenigde Sov jet Republieken Hoofdstad' Mos kou, tevens zetel van de rege ring. Wij zijn zo verstandig geweest u asiel te verlenen, want u had voor hetzelfde geld veel rotter terecht kunnen komen in de Amerikaanse ambassade hiernaast. U bent nu vei lig, De kleine man verslikte zich in zijn wodka. Wat zeg je me daarvan? Alsje blieft, moeder laat vragen óf het zo goed is? Ze slepen je eerst uit je huis, du wen je in een lawaaierig vliegtuig en gooien je, alsof het nog niet genoeg is, als een zak zand naar beneden om je vervolgens in een vreemde k^mer met rode stoelen door een onbeken de autoriteit vol te laten gieten met een al even onbekend spul, dat wel smaakt, maar dat je niet op zijn kracht kan schatten. Waar ben ik? De lange vent ging op een stoel zit ten, die kennelijk een leerstoel was en zweeg. Waar ben ik? Op een eiland, meneer. De naam van het staatje is geheim. Meer kan ik niet zeggen. Ik ben dus afgesloten van de we reld. Maar verbonden met uw toekom stig vaderland. Nog wat wodka? U verstoort hiermede de orde meneer, u en uw regering.... Tot hier en niet verder, eerwaar de. Hij stond op en drukte op een belletje. Er verscheen een andere reusachtige gestalte. Boris Lensky, zei de olaatsver- vangend ambassadeur, onze chauf feur. A ha, zei de kleine man, uw baas dus! Nee, nee, lachte Martensky, dit keer is hij echt alléén maar chauf feur, nietwaar Boris? Boris boog. Ik ga een rapport uitwerken, vervolgde de ambassadeur. Deze man zal bij u blijven om u te beschermen. Veel plezier. Hij ging de kamer uit en gaf aan Boris de fles wodka. De wacht was overgedra gen. Boris begon zacht een droevig Russisch lied te neuriën en terwijl hij er naar luisterde, zakte de kleine man opnieuw in een diepe slaap. menselijk ziel, dat hij het vrijster- tje begreep. Nu, ga verder Terry, hoorde hij een donkerbruine stem zeggen. A-ha, dacht de spion achter het rolluik, de vrijer. .wel, tenzij we hier trouwen. Hoe kan dat nu?, klonk het ver baasd. Oh, hou je niet van me? Zeg dat niet meer, anders wordt Nicolaï vreselijk boos! Liefste Liefste. Het bleef nu geruime tijd stil, lang genoeg voor de kleine man om te peinzen over de liefde in het alge meen en deze in het bijzonder. Hij moest zijn beschouwing vroeger af breken dan hij had verwacht, want het tweede bedrijf was begonnen met een gesmoord: Verdomme! Heb je je pijn gedaan, vroeg een bezorgd vrouwenstemmetje. Dat verdraaide balkon ook, het zit vol met prikkeldraad. Dat heeft de vorige ambassa deur gedaan, die had ook een zoon. Wat zeg je me daar? Och, maar hij was een verve lende partijbons hoor. Gaf hij zoveel om je, dat zijn vader prikkeldraad moest aanleggen? Ik gaf niets om hem en zijn va der liet die versperring aanleggen, omdat hij dat gewend was. Gaan we nu ruzie maken? Natuurlijk niet malle Nikolai; wacht even, ik zal wat bier uit de ijskast voor je halen. De kleine man moest een tijdje wachten, voordat het derde bedrijf begon. Het water kwam hem in de mond, toen hij het bier hoorde klok ken in de keel van de onzichtbare minnaar. Hij kreeg een glimp van het tweetal te zien, maar dan moest hij op een stoel gaan staan. Ik zou ook best een ijskast wil len hebben. Kom dan bij ons wonen. Als we hier trouwen en je vraagt aan mijn vader politiek asiel, dan kan je heel de dag koel bier drinken, cocktailpar- ties organiseren en naar de televisie kijken. En af en toe ook naar mij, liet ze er vertederend op volgen. Liefste! Liefste! Het wordt eentonig dacht de klei ne man. maar het zal wel een klas siek drama zijn. Eenheid van tijd, plaats en woordkeus. Het vierde en vijfde bedrijf bestonden uit de woor den liefste en nog eens liefste. Maar er was nog een epiloog. Een epi loog, die allerbelangrijkst zou blijken te zijn voor deze twee gelieven, maar ook voor de kleine man én voor de gehele wereld. Wie moet ons dan trouwen, Ni colaï? Wie moet ons dan trouwen, Ter ry? De pastoor krijgen we niet zo gek, Nicolaï. Nee, de pastoor kijkt wel uit, Terry Bovendien vind ik het onaar dig je vader in zijn hemd te zetten. en hief het op uellijk waar hij was. Boris was verdwenen en door de spleten van de rolluiken viel het blauwe maanlicht in smalle banen naar binnen. Hij luisterde naar de stilte, onbewust, want in wezen was hij een beschouwende geest. Toen merkte hij dat die stilte niet volmaakt was, maar dat dicht bij de ramen een fluisterend gesprek werd gevoerd. Hij was ook nieuwsgierig. Hij liet zich zachtjes van de sofa afglijden en sloop naar de rolluiken. Twee mensen spraken met elkaar. Hij voelde, dat hij een kleur kreeg, toen hij de draad van het gesprek te pakken had, maar bedacht dat liefde en minnekozen niet gebon den waren aan tijd en plaats, laat staan aan politieke overtuigingen. Het vertederde hem en hij wilde dis creet naar zijn sofa terugsluipen, toen zijn oren hem dwongen nog verder te vernemen, wat het minnekozende paartje op de respectieve harten lag. Hij lufsterde opnieuw. Wij kunnen niet vluchten, Nico laï, tenzijHet klonk als het tin kelen van een zilveren bel, dit stem metje. De kleine man had toch wel zoveel verstand van de roerselen der Goeie dag, lieve mensen, geneer je niet". Dat betekent Siberië voor jullie en dan ben je nog verder van huis, Ni colaï. Ik ben nu toch dicht bij je, Ter ry. Wil je dat blijven, Nicolaï? Natuurlijk liefste. De man op de rode stoel achter het rolluik hield het niet langer uit. Hü maakte voorzichtig een opening door de latjes van het luik van elkaar te trekken. Het lukte en hg kon net zgn hoofd er door steken. Goeie dag, lieve mensen, geneer je niet. Hij keek recht in 't geschrokken ge zicht van de Russische ambassadeurs- zoon Nicolaï. die zich met een koe ne sprong voor het huiverend maagdje had geplaatst. Kan ik soms helpen met het een of ander? Nee meneer, niet nodig vandaag Wie bent u eigenlijk? O, neem me vooral niet kwalijk zei de kleine man, maar ik kon de slaap niet vatten. Ik zou graag even een luchtje willen scheppen op dit balkon. En wie ik ben, wel een gast van uw vader. Zou u de deur naar het balkon even open willen doen? Nicolaï aarzelde. Toen zei hij: Het is erg klein hier. Bovendien denk ik, dat u de kamer niet uit- mag. Waarpm? Omdat het de zweetkamer is en mensen die in de zweetkamer te recht komen zijn niet rechtzinnig in de leer. En die zijn gevaarlijk. Ik wil helemaal niet rechtzinnig in uw leer zijn. Laat me er uit of ik roep Boris Lensky. Dit voorstel had meer succes. Ni colaï draaide de sleutel van de bal kondeur om en de kleine man liep het balkon op. Nog steeds stond Ni colaï beschermend voor zijn geliefde Terry. MAG IK DE BRUID niet zien, vroeg de kleine man. Meneer, zei Nicolaï nu moe dig, meneer vergeet dit. Doe maar of u hebt gedroomd en zeg het niet tegen mijn vader, de ambassadeur. He toe, klonk het smekend ach ter op het balkonnetje. De kleine man trachtte een beden kelijke plooi uit zijn voorhoofd te la chen en zei met zijn vriendelijkste stem: Als jullie hier trouwen, dan zijn we gered. —Wij? Wij? Dan kunnen jullie altijd bij el kaar blijven dan mag hij zeggen wat ie denkt, en zij mag zich me vrouw noemen; dan zitten jullie 's avonds gezellig om de kachel en kan je je benen onder je eigen ta fel steken; dan is er geen partij, die altijd gelijk heeft, nog minder de dreiging van verbanning, laat staan het gedwongen drinken van wodka; dan kan je in de ijskast duiken, wan-» neer je wilt en naar behoefte, bij maanlicht gaan zeilen en kan je vrij naar het buitenland. O ja, nu we het daar toch over hebben, ik weet een mieters land voor jonggehuwden. Heb je wel eens van Spanje gehoord? Naar Italië mag je natuurlijk ook gaan maar de Italianen zijn soms net ver klede ijscomannetjes en in Spanje is het veel goedkoper dan je denkt. De kleine man was buiten adem. Hij wist dat het erop of eronder was. Nu stond Terry vlak voor hem. Ze zei Mijnheer begrijpt er iets van, u heeft de jeugd van tegenwoordig door. U denkt in onze maatstaven, en dat is al heel wat. U bent niet ouder wets. Nicolaï vind je het geeA ver rukkelijk mannetje? Waarom zetten jullie zo iemand nu in een zweetka mertje? Schande. Schreeuw niet zo, zei de kleine jullie zijn er nog niet. Je moet eerst trouwen. Wat heb ik je gezegd, fluister de het meisje, is hij niet verruk kelijk? Ik zal jullie trouwen, zei de klei ne man plechtig. De eerste kunstmaan had geen gro ter reactie kunnen ontketenen. U? Bent u soms dronken of toneel speler? Nee, dat scheelt maar weinig. Ik blijf er bij, ik zal jullie trouwen. Met welk recht..? stamelde Ni colaï. Met het recht van mijn ambt, jongeman. Wel eens van de bisschop van Mira gehoord? Kerkgeschiedenis is niet mijn sterkste kant. Nu, hier staat ie dan, zonder tabberd, zonder schoenen en zonder baard. Ze hebben me alles afgeno men, omdat ze vonden, dat ik voor hetzelfde geld wel voor kerstmannetje door kon gaan. Je reinste gewetens dwang, want Sinterklaas is Sinter klaas, hier en hiernamaals zal hij als Sinterklaas gelukkig zijn, maar in het westen blijft ie het beter dan in het oostèn. Daarom nemen jullie me als ik je getrouwd heb mee naar de vrije wereld O.K.? Bent u Sinterklaas?? Om u te dienen. Kersvers uit Spanje gekidnapt en met vooruitzich ten om te grienen. De ene dienst is de andere waard. Ik trouw jullie hier. Ik sta als bisschop boven de partij en al heb ik stemrecht en als 'n bis schop nog getuigen nodig heeft zijn de zeden achteruitgegaan, wat ik ech ter niet geloven wil. Hij gebood: Ga daar staan. Het tweetal gehoorzaamde met schroom Uw naam, jij daar? Terry de Face, dochter van de U.S.A. ambassadeur Toni de Face oud eenentwintig jaar, uit gods dienstig milieu en niet bang voor de waarheid. Uw naam, jij daar? Nicolaï, Serge, Antonowitsch Martensky, zoon van de U.S.S.R plaatsvervangend ambassadeur, oud drieëntwintig jaar. oorspronkelijk uit een godsdienstig milieu, maar we zijn een beetje de draad kwijt geraakt, en niet bang voor de vrijheid. De kleine man scheen plotseling een merkwaardige gloed uit te stralen. Zijn ogen kregen een diepe uitdruk king, terwijl hij zijn handen vouwde. Het was doodstil. De maan scheen haar glans te versterken, de bomen groeiden roerloos verder, de serin gen geurden zwaar en heel ver weg klonk het gefluister van de bran ding op het strand. Theresia de Face, wilt gij Nico laï Serge, Antonowitsch Martensky nemen tot uw wettige echtgenoot en man? Weer was er de stilte van de na nacht. —Ik wil, zei het zilveren stemmetje Nicolai, Serge, 'Antonowitsch, mijn naamgenoot Martensky, wilt gij Theresia de Face, meerderjarige dochter van Toni de Face, nemen tot uw echtgenote en wettige huisvrouw? Ik wil, klonk het donkerbruin en vastberaden. Geeft elkaar de rechter hand. Zo, ik verbind u nu in het huwelijk. En wat verbonden is op dit balkon, dat zal geen mens meer scheiden. DE KLEINE MAN was duidelijk ontroerd. Het moest bij hem herinneringen oproepen uit de tijd, dat hij nog niet de opdracht had alléén maar stoute en zoete kin deren respectievelijk te straffen of te belonen. Hij draaide zich om en boog over de rand van het balkon. Hij kon er net bij. Hij brak een tros seringen uit een boom en gaf de bloemen met een sierlijk gebaar aan de stralende bruid. Toen zei hij: Wacht hier even, dan ga ik mijn schoenen en mijn jas halen. Even la ter stond hij weer bij hen, met zijn onrechtvaardig grote handen, zijn streepjespak en de bedenkelijke plooi tussen zijn ogen. Hij zuchtte: Als het zo warm blijft, is mijn baard weer juist op lengte gegroeid als ik in de vrije wereld kom. Daar is de vrije wereld, eerwaar de, zei Terry, dan moet ie verdu veld hard groeien. Ze wees op de don kere silhouetten van de Amerikaanse ambassade in de aangrensende tuin. Ze klommen gedrieën over de prikkel draadversperring, Terry met d'r bloe men, Nicolaï met de lege flessen en Sint-Nicolaas (met de wodka, anders zou hij later voor zichzelf niet gelo ven, dat het allemaal echt gebeurd was)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 5