ïr rr Op het bal Part-time onderwijs Het programma Ascese een dwangbuis? DIENST IS DIENST m k" IN VOGELVLUCHT M! e mogen u voorstellen: met ideëel karakter bestedings beperking j°Ngelui muzikale ^ateurs Ni &È.3 2céïERDAG 14 DECEMBER 1957 v ïn IliHro H Hun dexie-land N bh\rinet«st beweert dat Vai- spelen van het coll( v.»oe Schuchter begin Mater Amabilisscholen mikken op harmonische ontwikkeling van het meisje Doel Subsidie Christelijke levenshouding aü TM l - >1^*1 y JwlS •-L' -!ƒ - - :'T, -I CÏ1' eef ni^ 'of „The Harbour Jazz Band !>awen de muziekinstrumenten inge- e'de ^erden hebben we de band- getj.r ingeschoten en een afspraak bij a^t. De andere avond zaten wé oVere* thuis met bier te praten IW; die voortreffelijke vrijetijdsbe- muziek maken.... al zullen ■ilet maken van Dixielandmu- niet bij muziek maken willen re 1i.« D% rriO/nr» ^34- r»l -ï /3nn e.lnnVif intfo be 'e'hte' maar dat zijn dan slecht inge- e Üeden met een vooroordeel. e 'hogen u voorstellen: kC bandleider omdat hij met de sejjta *e maken heeft en als repre- ke ht mag gelden van het artistie- liit Zelschap gaat zijn naam vol zin"? Jaap van Velzen 23 jaar, bij W*ader in de zaak, handelend in tie- ^'jgrondstoffen. Toen hij vijf- z;ek -s haalde hij alle Dixieland mu- vat) ült de radio die er inzat, kocht krat,een bevriende relatie voor een sE>ele een aftandse trompet, begon te koU(jh^en is er niet meer mee opge- geloof ik, dat ik weer les ga 8&eie Wan't als .ie werkelijk wil tf'j^at je in je hoofd hebt, moet "mnisch uitstekend zijn." W* trombonist die van die '^e glijders kan maken met- "Schuif" is 17 en zit op de De klarinet is voor een 24- Delftse student. Niet op het po- hij maar zo voor zich zelf speelt stJ>o klassiek. Het gezelschap un j n voor de kwaliteit van zijn «oh W, Werpen. fli 'ft. en tekenen in de muziekmake- >e<k ft,a^Cn of er grote hoogte in be- er veeI levensvreugde in vin (]S) e bassist (17) en slagwerker Zl'ten beiden op de Mulo. Een gezelschap van uiteenlopende samenstelling wordt één achter de instrumenten. h'anist, lithograaf op een druk- Vjjj is 23. Is behalve dat, promotor 3^ ^uidamerikaanse muziek, waar- de band zich ook af en toe waagt. 1,fth ,midSe student in de medicij- hej10n sPeelt gitaar en banjo. Hij *lkaal die vele onbekende mu- *tfUm e?aafden die met ieder in- nt hit de voeten kunnen als ze her-6 ee'oven dat meer dan bii schil- ttie^ensen te vinden zijn met veel en die zonder dat ze er hun vak Vnn®Bner Sez®lschap is moei- i6r> k! r te stellen. De band die al- r? de muziek is blijk- sterk genoeg. V'i be X?eren iullie eigenlijk uit? t^lhMgriiPeTi niet veel van die hoe- Jh?" f^n geluid die jullie produce- is een vraag van een ver- hij vindt dat hij moet doen helemaal nergens van weet. borden ingewijd in hun Dixie- bi tevnardighei(J is dat ie v°igens Seniaakte afspraak een h6 thet ^heen om de beurt. Af en \k®tt a ""'Jmische onderbreking. Soms M a 6 ritmegroep ook een kans om migheidjes uit te halen." - 11>I hij collectief Ch ^Raal °""BOU"c axöiJiddfv ccu hl h imn motief collectief speelt en d a2ersj?1"0viseren de jongens van de te 'ijk P °t de Piano daar afzon- 6r bestaat geen geschreven Van?" ^re^higheid is juist dat impro- 11 r>n~.en het samen maken van u Urhmer." "d0e t komen jullie aan elkaar?" ^kbandleider blijkt een oude af- de Dgestand te hebben gedaan, Planist om na de dienstperio- de in Indië een band in elkaar te zet ten. Met enige mutaties is het huidi ge gezelschap gegroeid en niemand denkt aan weggaan. Ze kunnen het uitstekend met elkaar vinden. „We begonnen te repeteren in een kantoortje van het bedrijf van Jaaps vader. Iedere week hingen de jongetjes uit de buurt tegen de ge vel op vuilnisbakken en op de za dels van fietsen, over de gordijntjes te kijken en te luisteren." Om een deftig woord te gebruiken vragen we hoe ze hun carrière heb ben gemaakt. „Oorspronkelijk interesseerde ons het spelen op een avondje niet, er zijn er bij die er nog niets om ge ven. Hun gaat het alleen om het spe- 1 len, maar over het algemeen maakt het wel indruk voor een dankbaar publiek te spelen en een dansavond te verzorgen. Er komen natuurlijk hoofdzakelijk jonge mensen." We begonnen voor een paar flesjes cola voor een club waar we later liever af wilden. Zo'n stel puberale jonge leeghoofden. Die hebben bij een woeste danspartij onze sambabal len nog eens vernield en een deuk in de trombone getrapt. Daar zijn we nu vanaf. We speelden eens op een gymna- siumfuif waar we na afloop allemaal handtekeningen uit moesten delen aan die enthousiastelingen. Zulke din gen stimuleren wel. Onze grootste klant als je dat zo mag zeggen, want het blijft amateurswerk en om het geld doen we het niet is de Instuif geworden. Daar trekken we volle zalen. We hebben werkelijk ge merkt dat ze ons graag zien komen. Eén keer hebben we zelf eens wat op touw gezet. De pastoor die over het zaaltje ging kwam net toen we een vat bier aangeslagen hadden en hij had al last gehad met de herrie. Toen zijn we met dat „heidense ge doe" op straat gezet. Zonde van dat vat bier". „Natuurlijk" beamen we, niet iedereen houdt er van en ik geloof dat je „in the game" moet zijn om jullie muziekmakerij te waardoren. Dat kun je niet van iedereen verwach ten". „Kost het niet veel tijd?" „Daar moeten we wel mee oppas sen, vooral de jongens die studeren. We repeteren iedere zaterdagmid dag. En de blazers, omdat ze dicht bij elkaar wonen ook nog wel een avond in de week. In het weekend treden we zeker eenmaal op." „Je kunt het toch niet laten. Het is een mieterse teamsport. Morgen gaan we weer spelen." „Dan zal ik weer zien do' ik de wagen van de zaak pik. Kijken of mijn vader weer zo (bekende gebaar van door vingers kijken) doet." „Volgende week nemen we vier nieuwe nummers op de repetitie en in bet verschiet heb ik wel eens zin om mee te doen met een wedstrijd voor amateurs. Bij de radio organi seren ze wel eens zo iets." Bij het nababbelen komt er weinig meer voor de dag dat geschikt is voor de lezers. Laat in de avond groeten we de muzikale vrienden met het .vensen van veel succes en veel ptezier. Er zijn toch nog veel kostelijke ma nieren om je vrije tijd door te bren gen. F.B. Dezer dagen naar een verlaat Sinterklaasbal geweest. Met al lemaal jongelui van 17 tot 20 jaar. Ijverig meegedaan met het dansen waarin zo'n feest he den blijkbaar bij voorkeur moet bestaan. Nog niet zolang gele den varieerden we het program meer met een Schnitzelbank of zoiets, in ieder geval meer met spelletjes en voordrachten. Maar de foxtrot en zijn nazaten heb ben het gewonnen. Het zij zo .Het was reuze gezellig en dat was voor een groot deel aan de band te danken. Die zeven knapen speelden voortreffelijk. We heb ben ze gestrikt voor een repor tage die u op deze pagina vindt. Zeven amateurs die hun vrije tijd opmaken aan muziek ma ken. Ondertussen hebben we ook een bittere pil geslikt. Bij een afklapdans maakten we gebruik van ons goed recht af te klappen. „Hé jasses", zei het meisje, „ik was net zo fijn aan het dan sen." „Dank je", zelden wij met een van bitterheid verwrongen ge laat. Afgelopen met de jongerenpa gina! Schei er maar uit, de jaren gaan tellen. Vaarwel, o goede tijd van jeugd en jonkheid. F. B. je wordt oud. Probeer over te schakelen op de K.A.B. of de middenstand. Ga in de po litiek of pak rrrteen de bejaar denzorg bij de horens. Daarvoor ben je nog wel op tijd. „Het was overigens een grap je", zei ze. F.B. De opmerkzame lezer zal zich herinneren, dat we nog het een en ander in portefeuille hadden over de Mater Amabilisscholen. De vo rige week hebben we de Goed Hei lig Man voor laten gaan. maar deze week dan nogmaals: de M. A.- scholen. Met twee dames en twee heren zitten we bij elkaar, met koffie en nog wat. In onze tijd valt het niet mee op te schrijven in welke kwaliteit men iemand ontmoet. Vroeger ging dat makkelijker: leerlooier, molenaar, koperslager, enz. De functies van ons gezelschap beslaan een velletje van ons aan tekenboek. Mej. C. H., diocesaan leidster van het bisdom Rotterdam; drs. F. v. R., nationaal secretaris van de nationale stichting voor Mater Amabilisscholen. Mej. H. S., hoofdleidster van de school waaraan we een bezoek brachten en de heer M. L., be stuurslid van die school. „Zoals u weet, hebben wij op onze pagina aandacht besteed aan de Le vensscholen voor jongens en toen kwamen we als vanzelf op de ge dachte ook eens naar de vrouwelijke pendant, de M.A.-scholen te stappen, Afgezien nog van het feit dat uw be stuurslid de heer M. L. ons aan klampte". We zien begrijpende maar ook be denkelijke gezichten. „Die parallel is niet jüist, al ligt ze voor de hand. U zou het zo kunnen zeggen. Op de levensscholen werkt men vanuit de situatie van de arbei dende jeugd en richt men zich ook meer op de volwassen levenswijze van de arbeidende'man. Wij vertrek ken bij de vrouw". „Hoe zoudt u dan het doel van uw scholen willen definiëren?" „Het gaat ons om de harmonische ontwikkeling van het meisje tot chris telijke volwassenheid. Wij willen dat doen denkend vanuit het wezen van de vrouw". „En welke meisjes komen er voor in aanmerking?" „Vanaf de leeftijd van 17 jaar en van alle rang en stand. Wij richten ons dus niet speciaal tot het fabrieks meisje, ook afgestudeerden van Ulo en middelbare scholen zijn bij ons". „Maar het is part time onderwijs?" „Inderdaad. Er worden 5 lesuren van 50 minuten per week gegeven of overdag of 's avonds. De dagcursus duurt twee, de avond cursus drie jaar". „Hoe moet ik me dat onderwijs voorstellen?" Ja, dat bleek makkelijker gevraagd dan gezegd. Programma We kwamen te spreken over het lesprogramma en over de methodiek. Van het grootste belang wordt de vorming van groepen geacht die echt samen op moeten trekken omdat men dan de Christelijke liefde het op de ander gericht zijn zijn sterkst mogelijke uitdrukking kan geven. Voor een meisje is dat wel bijzonder wezenlijk in haar opvoeding. Dat ze dat leert. Het blijft niet alleen bij een ge sprek, de secretaris trekt papieren en tijdschriften met de vriendelijke ge ruststelling dat we die thuis maar eens door moeten lezen. „Daar staat alles nog eens goed ge formuleerd in". „Draait de zaak nogal goed?" Ook dit onderwijs blijkt gesubsi dieerd door een koppeling aan het huishoudonderwijs. Voor de docenten is dan ook een nijverheidsakte ver- Het is een lijvig boekwerk dat programma van de M.A.-school, maar het is de moeite waard er eens in te lezenvoor sommige dingen willen wij ook tekenen. Over opvoedkunde: In drie jaren wordt de hele ontwikkelings gang van kleuter tot bejaarde besproken en kwistig worden de publikaties vermeld van dé eminente deskundigen die dè Katho lieke Gemeenschap heden rijk is en die zo zeer onze hoge achting verdienen. Daar figureren het uitmuntende tijdschrift Dux en namen als prof. dr. N. Perquin, mevr. dr. H. Snijders-Oomen. om er enkele te noemen. Degelijke bakens voor de opvoedkundelessen op de M.A.-scholen. We lezen over Medische Raad, voor een vrouw die het leven schenkt en het verzorgt van de grootste betekenis. Onder smaakontwikkeling leren we over gastvrouw zijn; aan tafel; geschenken en attenties; omgang met anderen. Woninginrichting en inkomstenbesteding komen aan de orde enkoken, waar vrouwen bij elkaar zijn moet gekookt worden. Er wordt aan huismuziek gedaan, aan vrije expressie en aan gymnastiek. De zondagsmis, heeft het tegen woordig gedaan. Was het maar niet verplicht, niet van boven opge legd, dan zou het nog wel gaan. Maar velen voelen zich in de Kerk als in een soort dwangbuis. Alles is opgelegd van buiten af, verbo den of geboden. Wat blijft erover van de vrijheid van de kinderen Gods? En wanneer we over ascese gaan spreken, dan Is het helemaal erg. Akelige visioenen komen op van kloostermuren en tralies, van verhalen uit: „Ik sprong over de muur", of de „nun's story". In een dergelijk dwangbuis kun je niet ade men, leven. Daarom in alle geval geen ascese, maar vrijheid. Men zou zich natuurlijk wel kun nen afvragen: ligt de situatie wel zo, of voel je ze alleen zo aan. In het laatste geval moet er iets ontbreken bij jezelf. Dan heb je eigenlijk niet begrepen, waar het om gaaf en geef je zo maar kritiek. Laten we die verplichte zondags mis, om eens een mooi beeld te ge bruiken, bij de horen nemen. Waar komt die verplichting vandaan? Is het louter een juridische maatregel van de Kerk welke dan met wille keur zegt: en dat nu is onder dood- m Fotograaf en trombonist zien perspectief in dit instrument. *rgie vind je niet alleen bij een krant. SINDS WE in dienst zitten hebben we een „slapie". Een heel bij zondere figuur is zo iemand. Zomaar een wild-vreemde jongen uit precies het andere stuk Nederland dan waar jij vandaan komt. Hij heeft juist dat beroep waarvan je altijd smaalde, dat iemand dat kon worden en hij houdt er bovendien, naar jouw mening de vreemdste ideeën op na. En toch ben je al vanaf de eerste dag dat je in dienst kwam zijn sla pie. Vanaf die eerste dag slaap je al onder elkaar, loop je al naast elkaar bij de exercitie, staat jouw kast naast de zijne en help je elkaar bij allerlei klusjes. Je bent direct gezwo ren kameraden geworden en behalve je eigen registratienummer ken je ook dat van je slapie uit je hoofd. Een knaap waarmee je in het bur gerleven misschien nooit omgang ge zocht zou hebben. Nu heb ik het bovendien goed ge troffen: mijn Frederik is een bijzon der slapie. Thuis schijnen ze hem wel Freek fe noemen, maar hier vin den we dat Frederik krijgshaftiger klinkt. Frederik nu, heeft sleutelre laties zoals hij ze zelf noemt. Vanaf de eerste dag wist hij met wie hij vriend moest worden. Hij is o.a. eens gaan babbelen met de kantine baas toen er verder niemand in de kantine was. Heeft eens een sigaretje met hem gerookt en nu kan het zo gek niet lopen, maar Frederik biljart. Hij heeft 't bovendien op een listige manier aangelegd met de man die bet eten uitdeelt: als niemand een appel krijgt, weet Frederik er toch nog wel eentje te versieren. Weer een ander van zijn vriendjes is een strijkijzerbezitter. Onberis pelijke, messcherpe vouwen komen er in zijn broek. De gróte vriend van Frederik is echter de fourier. Hij krijgt alles geruild, zelfs de dingen waar anderen al mee teruggestuurd zijn. Frederik is een vent met in zicht in de organisatie van het leger of misschien wel in heel het leven. Volgens hem is het zo: „aan die men.- sen met sterren en balken, daar heb je niks aan. Je ziet ze amper. Neen jongen, de relaties op de sleu telposities, die zijn voor ons soldaten belangrijk. Je blijft alleen van de sleu telrelaties leven", hij zegt dat altijd met zijn „accent van de andere kant van Nederland". Frederik is een le venswijs slapie. T.K. zonde verplicht? Zo is het toch niet. Als christenen moeten wij ons be wust zijn, wat het eigenlijk betekent „verlost" te zijn (Voelt u zich als verloste mens?). Deze verlossing, waarvan de christen elke dag dieper de gevolgen moet ondervin den en ervaren, zal regelmarig her dacht moeten worden. Regelmatig moet het verloste Volk Gods te zamen komen, om deze Verlossing te vieren en tegelijk sterkte putten, om nu eens werkelijk als bevrijde mens te leven. Dit is iets vanzelf sprekends. Dat behoeft van boven niet opgelegd te worden. Als de Kerk de zondagsmis voorschrijft, dan is dit geen verplichting van boven op gelegd, dan is dit niets anders dan zeggen: kijk, wat jii uit een inner lijk moeten verplicht bent, dat doen we op een bepaalde dag, dat wil zeggen: op zondag. Dan komt het volk Gods als volk Gods teza men. Dit is een voorbeeld, maar zo gaat het over de gehele linie. Asce se, toeleggen op de persoonsverhou ding met God in Christus en al wat hiermee samenhangt, is niet iets, dat van buiten af opgelegd wordt. Dit is juist het nieuwe, dat Christus gebracht heeft, dat de wet van de christen een innerlijke wet is: een innerlijk verwerkelijken van onze mogelijkheden en onze aanleg overeenkomstig onze eigen begena digde natuur. Er zit hier niets dwangmatigs in, niets, dat de mens verwringt of niet iets psychisch ongezonds. Ascese heeft dus als doel onze aanleg als christen te re aliseren volgens de organische in nerlijke wetten van ons christen zijn. Men kan hier natuurlijk alles te gen in brengen en wijzen op allerlei wetten en geboden, die zinloos zou den zijn. Men kan wijzen op mensen, die er psychisch onder gedrukt gaan en ik weet al niet wat. Dat kan best zijn. Maar dan komt tege lijk een volgende vraag: hebben die mensen dat dan wel juist be leefd, zaten hier geen opvoedings fouten, was er ergens in een gebod geen verstarring ingetreden, zodat het niet meer aangepast was aan het nieuwe levensgevoel? Om wille van fouten, welke gemaakt wor den, kan men niet alle verplichtin gen en regels zo maar overboord gooien. Dat is geen stijl. Daarom: We moeten ons diep bewuszijn, dat het christelijke zedelijke leven niets anders is en mag zijn dan de ontwikkeling van de innerlijke aan leg van de christen-mens en dat de godsdienst ook niet in zijn geboden normaal gesproken iets be hoeft te forceren. Ascese wil dus niet zeggen, dat men iets moet doen, wat vreemd is aan de mense lijke natuur, maar juist dat wat de ze tot ontwikkeling doet komen, zo dat de christen kan uitgroeien tot.de volwassen mannenmaat van Christus. H.B. eist en de opnemingscapaciteit van leerlingen blijkt gekoppeld aan het aantal gastoestellen in de lokalen van de huishoudscholen waar de M.A.- scholen voor een groot gedeelte van hun programma zijn ondergebracht. Grote hilariteit als we een ver baasd gezicht zetten. „U vóelt toch wel dat er waar vrou wen zijn, gekookt moet worden. En dan wordt het aantal gastoestellen heel belangrijk voor het bepalen van de grootte van de groepen". „We meenden te horen dat er nog een deel van het programma buiten de huishoudscholen gegeven wordt?" „Een groot gedeelte zelfs. We noe men dat met een beetje verkeerd woord het aanvullend program. Dat bestaat uit zomerkampen, feestvie ringen, weekenden, excursies, bezoe ken aan schouwburg en theater of ook bijv. uit een reeks lezingen als de meisjes er prijs op stellen en de' plaatselijke schoolbesturen er mid delen voor weten. Op dit punt hangt veel af van het particulier initiatief". VoQrdat we thuis aan het lezen slaan en we beloven u dat we de lezers zeker daarover zullen schrij ven moeten we u vragen of u nog iets te zeggen hebt dat u er erg graag in zou willen hebben. Het is hoe kan het anders dit: „Laten de ouders en de bedrijven toch beseffen hoe belangrijk 't is dat heden in onze ingewikkelde tijd jon ge mensen een kameraadschappelijke volwassen hulp kunnen vinden. Praat erover. Duizenden meisjes zijn enthousiast",. F.B. En buiten dat programma om zijn er de suggesties van allerlei activitei ten die aan de ijver van de staf wor den overgelaten. Bezoek een balletuitvoering; houd een modeshow; probeer eens een echt goed ziekenbezoek te brengen. Tenslotte nemen we nog even het fraai verzorgde propagandageschrift ter hand'. Het heet: Ook Loeki gaat naar de M.A.-school. „Loeki is 18 jaar. Ze woont'in Am sterdam en eerlijk gezegd' ze mag er zijn. Ze heeft een leuk pittig gezicht, gezellig springend haar en ze weet wat haar staat. Dat moet ook wel. zegt ze, want in een herenmode zaak kijken de klanten niet alleen naar het artikel. Neen verloofd is ze niet. Ik ben nog veel te jong, vindt ze. Trouwens of ik nu trouw of niet, ik ben nog niet klaar. Ik lijk wel een hele dame, maar ik moet nog veel leren. Waar ik dat doe? U kent het adres onder de hand. Wij vinden dat Loeki een goed adres wist. ET ALLB» RESPECT 'voor de fraai gevonden bewoor dingen voor dit onderwijs zoals: „een begeleiding op weg naar volwassenheid" blijft voor velen de vraag: Waarom M. A— scholen? Is dit verschijnsel op nieuw een verkapt bewijs voor het tekort van ouders en gezin of van de reeds bèstaande opvoedings milieus? Voorop wil de M. A.-school een hulp voor ouders en gezin zijn, met een aanvullende taak. Juist heden is die hulp nodig want onze dynamische tijd laat soms weinig heel van oude zekerheden. Het is niet meer nogelijk, de mens van jongsafaan een uitge werkt levensschema mee te geven, wat in een betrekkelijk stabiele tijd nog wel mogelijk 'is. Het is nodig tot de altijd blijven de kern door te dringen. Een be wust persoonlijk Christendom en hoe dat te belqven in de situatie waarin men verkeert is het nu toch wel 'n algemeen verbreid ide aal. In een vertechniseerde maat schappij waarin de mens én tot de massa behoort én eenzaam is komt het er op aan toch een per soonlijkheid te zijn. Daartoe wil de M. A.-sehool helpen door haar leerlingen bijv. te doen ervaren wat het betekent gemeenschaps wezen te zijn in dë groepen waar van ieder lid door geven en nemen leert wat het betekent op de an der gericht te zijn. Door het handwerk op het be- bied van de goede smaak, de keuken en de mode wil de M. A.- school proberen de jong: vrouw zorgend en bezorgd bij de dingen te doen zijn Door de theorielessen en het ge sprek wil ze dit streven onder steunen en wil zij vooral inzake godsdienst proberen mee te helpen aan de opbouw van een persoonlijke Christelijke geloofs houding. w? r T ,V> v. A

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 11