ïr
rr
Op het bal
Part-time onderwijs
Het programma
Ascese een dwangbuis?
DIENST IS DIENST
m
k"
IN VOGELVLUCHT
M!
e mogen u
voorstellen:
met ideëel karakter
bestedings
beperking
j°Ngelui
muzikale
^ateurs
Ni
&È.3
2céïERDAG 14 DECEMBER 1957
v
ïn
IliHro
H
Hun dexie-land
N bh\rinet«st beweert dat
Vai- spelen van het coll(
v.»oe
Schuchter begin
Mater Amabilisscholen mikken op harmonische
ontwikkeling van het meisje
Doel
Subsidie
Christelijke
levenshouding
aü
TM
l - >1^*1
y JwlS
•-L' -!ƒ
- - :'T,
-I
CÏ1'
eef
ni^
'of
„The Harbour Jazz Band
!>awen de muziekinstrumenten inge-
e'de ^erden hebben we de band-
getj.r ingeschoten en een afspraak
bij a^t. De andere avond zaten wé
oVere* thuis met bier te praten
IW; die voortreffelijke vrijetijdsbe-
muziek maken.... al zullen
■ilet maken van Dixielandmu-
niet bij muziek maken willen re
1i.« D% rriO/nr» ^34- r»l -ï /3nn e.lnnVif intfo
be
'e'hte' maar dat zijn dan slecht inge-
e Üeden met een vooroordeel.
e 'hogen u voorstellen:
kC bandleider omdat hij met de
sejjta *e maken heeft en als repre-
ke ht mag gelden van het artistie-
liit Zelschap gaat zijn naam vol
zin"? Jaap van Velzen 23 jaar, bij
W*ader in de zaak, handelend in
tie- ^'jgrondstoffen. Toen hij vijf-
z;ek -s haalde hij alle Dixieland mu-
vat) ült de radio die er inzat, kocht
krat,een bevriende relatie voor een
sE>ele een aftandse trompet, begon te
koU(jh^en is er niet meer mee opge-
geloof ik, dat ik weer les ga
8&eie Wan't als .ie werkelijk wil
tf'j^at je in je hoofd hebt, moet
"mnisch uitstekend zijn."
W* trombonist die van die
'^e glijders kan maken met-
"Schuif" is 17 en zit op de
De klarinet is voor een 24-
Delftse student. Niet op het po-
hij maar zo voor zich zelf speelt
stJ>o klassiek. Het gezelschap
un j
n voor de kwaliteit van zijn
«oh
W,
Werpen.
fli
'ft.
en tekenen in de muziekmake-
>e<k ft,a^Cn of er grote hoogte in be-
er veeI levensvreugde in vin
(]S) e bassist (17) en slagwerker
Zl'ten beiden op de Mulo.
Een gezelschap van uiteenlopende samenstelling wordt één achter de instrumenten.
h'anist, lithograaf op een druk-
Vjjj is 23. Is behalve dat, promotor
3^ ^uidamerikaanse muziek, waar-
de band zich ook af en toe waagt.
1,fth ,midSe student in de medicij-
hej10n sPeelt gitaar en banjo. Hij
*lkaal die vele onbekende mu-
*tfUm e?aafden die met ieder in-
nt hit de voeten kunnen als ze
her-6 ee'oven dat meer dan bii schil-
ttie^ensen te vinden zijn met veel
en die zonder dat ze er hun vak
Vnn®Bner Sez®lschap is moei-
i6r> k! r te stellen. De band die al-
r? de muziek is blijk-
sterk genoeg.
V'i be X?eren iullie eigenlijk uit?
t^lhMgriiPeTi niet veel van die hoe-
Jh?" f^n geluid die jullie produce-
is een vraag van een ver-
hij vindt dat hij moet doen
helemaal nergens van weet.
borden ingewijd in hun Dixie-
bi tevnardighei(J is dat ie v°igens
Seniaakte afspraak een
h6 thet ^heen om de beurt. Af en
\k®tt a ""'Jmische onderbreking. Soms
M a 6 ritmegroep ook een kans om
migheidjes uit te halen."
- 11>I
hij
collectief
Ch ^Raal °""BOU"c axöiJiddfv ccu
hl h imn motief collectief speelt en
d a2ersj?1"0viseren de jongens van de
te 'ijk P °t de Piano daar afzon-
6r bestaat geen geschreven
Van?"
^re^higheid is juist dat impro-
11 r>n~.en het samen maken van
u Urhmer."
"d0e t
komen jullie aan elkaar?"
^kbandleider blijkt een oude af-
de Dgestand te hebben gedaan,
Planist om na de dienstperio-
de in Indië een band in elkaar te zet
ten. Met enige mutaties is het huidi
ge gezelschap gegroeid en niemand
denkt aan weggaan. Ze kunnen het
uitstekend met elkaar vinden.
„We begonnen te repeteren in een
kantoortje van het bedrijf van Jaaps
vader. Iedere week hingen de
jongetjes uit de buurt tegen de ge
vel op vuilnisbakken en op de za
dels van fietsen, over de gordijntjes
te kijken en te luisteren."
Om een deftig woord te gebruiken
vragen we hoe ze hun carrière heb
ben gemaakt.
„Oorspronkelijk interesseerde ons
het spelen op een avondje niet, er
zijn er bij die er nog niets om ge
ven. Hun gaat het alleen om het spe- 1
len, maar over het algemeen maakt
het wel indruk voor een dankbaar
publiek te spelen en een dansavond
te verzorgen. Er komen natuurlijk
hoofdzakelijk jonge mensen."
We begonnen voor een paar flesjes
cola voor een club waar we later
liever af wilden. Zo'n stel puberale
jonge leeghoofden. Die hebben bij
een woeste danspartij onze sambabal
len nog eens vernield en een deuk
in de trombone getrapt. Daar zijn we
nu vanaf.
We speelden eens op een gymna-
siumfuif waar we na afloop allemaal
handtekeningen uit moesten delen
aan die enthousiastelingen. Zulke din
gen stimuleren wel. Onze grootste
klant als je dat zo mag zeggen,
want het blijft amateurswerk en om
het geld doen we het niet is de
Instuif geworden. Daar trekken we
volle zalen. We hebben werkelijk ge
merkt dat ze ons graag zien komen.
Eén keer hebben we zelf eens wat
op touw gezet. De pastoor die over
het zaaltje ging kwam net toen we
een vat bier aangeslagen hadden en
hij had al last gehad met de herrie.
Toen zijn we met dat „heidense ge
doe" op straat gezet. Zonde van dat
vat bier".
„Natuurlijk" beamen we, niet
iedereen houdt er van en ik geloof dat
je „in the game" moet zijn om jullie
muziekmakerij te waardoren. Dat
kun je niet van iedereen verwach
ten".
„Kost het niet veel tijd?"
„Daar moeten we wel mee oppas
sen, vooral de jongens die studeren.
We repeteren iedere zaterdagmid
dag. En de blazers, omdat ze dicht bij
elkaar wonen ook nog wel een avond
in de week. In het weekend treden
we zeker eenmaal op."
„Je kunt het toch niet laten. Het
is een mieterse teamsport. Morgen
gaan we weer spelen."
„Dan zal ik weer zien do' ik de
wagen van de zaak pik. Kijken of mijn
vader weer zo (bekende gebaar van
door vingers kijken) doet."
„Volgende week nemen we vier
nieuwe nummers op de repetitie en
in bet verschiet heb ik wel eens zin
om mee te doen met een wedstrijd
voor amateurs. Bij de radio organi
seren ze wel eens zo iets."
Bij het nababbelen komt er weinig
meer voor de dag dat geschikt is voor
de lezers. Laat in de avond groeten we
de muzikale vrienden met het .vensen
van veel succes en veel ptezier.
Er zijn toch nog veel kostelijke ma
nieren om je vrije tijd door te bren
gen.
F.B.
Dezer dagen naar een verlaat
Sinterklaasbal geweest. Met al
lemaal jongelui van 17 tot 20
jaar. Ijverig meegedaan met
het dansen waarin zo'n feest he
den blijkbaar bij voorkeur moet
bestaan. Nog niet zolang gele
den varieerden we het program
meer met een Schnitzelbank of
zoiets, in ieder geval meer met
spelletjes en voordrachten. Maar
de foxtrot en zijn nazaten heb
ben het gewonnen. Het zij zo .Het
was reuze gezellig en dat was
voor een groot deel aan de band
te danken. Die zeven knapen
speelden voortreffelijk. We heb
ben ze gestrikt voor een repor
tage die u op deze pagina vindt.
Zeven amateurs die hun vrije
tijd opmaken aan muziek ma
ken.
Ondertussen hebben we ook een
bittere pil geslikt.
Bij een afklapdans maakten we
gebruik van ons goed recht af te
klappen.
„Hé jasses", zei het meisje,
„ik was net zo fijn aan het dan
sen."
„Dank je", zelden wij met een
van bitterheid verwrongen ge
laat.
Afgelopen met de jongerenpa
gina! Schei er maar uit, de jaren
gaan tellen. Vaarwel, o goede
tijd van jeugd en jonkheid.
F. B. je wordt oud. Probeer
over te schakelen op de K.A.B.
of de middenstand. Ga in de po
litiek of pak rrrteen de bejaar
denzorg bij de horens.
Daarvoor ben je nog wel op tijd.
„Het was overigens een grap
je", zei ze.
F.B.
De opmerkzame lezer zal zich
herinneren, dat we nog het een en
ander in portefeuille hadden over
de Mater Amabilisscholen. De vo
rige week hebben we de Goed Hei
lig Man voor laten gaan. maar
deze week dan nogmaals: de M. A.-
scholen.
Met twee dames en twee heren
zitten we bij elkaar, met koffie
en nog wat. In onze tijd valt het
niet mee op te schrijven in welke
kwaliteit men iemand ontmoet.
Vroeger ging dat makkelijker:
leerlooier, molenaar, koperslager,
enz.
De functies van ons gezelschap
beslaan een velletje van ons aan
tekenboek.
Mej. C. H., diocesaan leidster
van het bisdom Rotterdam; drs.
F. v. R., nationaal secretaris van
de nationale stichting voor Mater
Amabilisscholen.
Mej. H. S., hoofdleidster van de
school waaraan we een bezoek
brachten en de heer M. L., be
stuurslid van die school.
„Zoals u weet, hebben wij op onze
pagina aandacht besteed aan de Le
vensscholen voor jongens en toen
kwamen we als vanzelf op de ge
dachte ook eens naar de vrouwelijke
pendant, de M.A.-scholen te stappen,
Afgezien nog van het feit dat uw be
stuurslid de heer M. L. ons aan
klampte".
We zien begrijpende maar ook be
denkelijke gezichten.
„Die parallel is niet jüist, al ligt
ze voor de hand. U zou het zo kunnen
zeggen. Op de levensscholen werkt
men vanuit de situatie van de arbei
dende jeugd en richt men zich ook
meer op de volwassen levenswijze
van de arbeidende'man. Wij vertrek
ken bij de vrouw".
„Hoe zoudt u dan het doel van uw
scholen willen definiëren?"
„Het gaat ons om de harmonische
ontwikkeling van het meisje tot chris
telijke volwassenheid. Wij willen dat
doen denkend vanuit het wezen van
de vrouw".
„En welke meisjes komen er voor
in aanmerking?"
„Vanaf de leeftijd van 17 jaar en
van alle rang en stand. Wij richten
ons dus niet speciaal tot het fabrieks
meisje, ook afgestudeerden van Ulo en
middelbare scholen zijn bij ons".
„Maar het is part time onderwijs?"
„Inderdaad. Er worden 5 lesuren
van 50 minuten per week gegeven of
overdag of 's avonds.
De dagcursus duurt twee, de avond
cursus drie jaar".
„Hoe moet ik me dat onderwijs
voorstellen?"
Ja, dat bleek makkelijker gevraagd
dan gezegd.
Programma
We kwamen te spreken over het
lesprogramma en over de methodiek.
Van het grootste belang wordt de
vorming van groepen geacht die echt
samen op moeten trekken omdat men
dan de Christelijke liefde het op
de ander gericht zijn zijn sterkst
mogelijke uitdrukking kan geven.
Voor een meisje is dat wel bijzonder
wezenlijk in haar opvoeding. Dat ze
dat leert.
Het blijft niet alleen bij een ge
sprek, de secretaris trekt papieren en
tijdschriften met de vriendelijke ge
ruststelling dat we die thuis maar
eens door moeten lezen.
„Daar staat alles nog eens goed ge
formuleerd in".
„Draait de zaak nogal goed?"
Ook dit onderwijs blijkt gesubsi
dieerd door een koppeling aan het
huishoudonderwijs. Voor de docenten
is dan ook een nijverheidsakte ver-
Het is een lijvig boekwerk dat programma van de M.A.-school,
maar het is de moeite waard er eens in te lezenvoor sommige
dingen willen wij ook tekenen.
Over opvoedkunde: In drie jaren wordt de hele ontwikkelings
gang van kleuter tot bejaarde besproken en kwistig worden de
publikaties vermeld van dé eminente deskundigen die dè Katho
lieke Gemeenschap heden rijk is en die zo zeer onze hoge achting
verdienen. Daar figureren het uitmuntende tijdschrift Dux en
namen als prof. dr. N. Perquin, mevr. dr. H. Snijders-Oomen. om
er enkele te noemen. Degelijke bakens voor de opvoedkundelessen
op de M.A.-scholen.
We lezen over Medische Raad, voor een vrouw die het leven
schenkt en het verzorgt van de grootste betekenis.
Onder smaakontwikkeling leren we over gastvrouw zijn; aan
tafel; geschenken en attenties; omgang met anderen.
Woninginrichting en inkomstenbesteding komen aan de orde
enkoken, waar vrouwen bij elkaar zijn moet gekookt worden.
Er wordt aan huismuziek gedaan, aan vrije expressie en aan
gymnastiek.
De zondagsmis, heeft het tegen
woordig gedaan. Was het maar niet
verplicht, niet van boven opge
legd, dan zou het nog wel gaan.
Maar velen voelen zich in de Kerk
als in een soort dwangbuis. Alles
is opgelegd van buiten af, verbo
den of geboden. Wat blijft erover
van de vrijheid van de kinderen
Gods? En wanneer we over ascese
gaan spreken, dan Is het helemaal
erg. Akelige visioenen komen op
van kloostermuren en tralies, van
verhalen uit: „Ik sprong over de
muur", of de „nun's story". In een
dergelijk dwangbuis kun je niet ade
men, leven. Daarom in alle geval
geen ascese, maar vrijheid.
Men zou zich natuurlijk wel kun
nen afvragen: ligt de situatie wel
zo, of voel je ze alleen zo aan.
In het laatste geval moet er iets
ontbreken bij jezelf. Dan heb je
eigenlijk niet begrepen, waar het
om gaaf en geef je zo maar kritiek.
Laten we die verplichte zondags
mis, om eens een mooi beeld te ge
bruiken, bij de horen nemen. Waar
komt die verplichting vandaan? Is
het louter een juridische maatregel
van de Kerk welke dan met wille
keur zegt: en dat nu is onder dood-
m
Fotograaf en trombonist zien perspectief in dit instrument.
*rgie vind je niet alleen bij
een krant.
SINDS WE in dienst zitten hebben
we een „slapie". Een heel bij
zondere figuur is zo iemand.
Zomaar een wild-vreemde jongen uit
precies het andere stuk Nederland
dan waar jij vandaan komt. Hij heeft
juist dat beroep waarvan je altijd
smaalde, dat iemand dat kon worden
en hij houdt er bovendien, naar jouw
mening de vreemdste ideeën op na.
En toch ben je al vanaf de eerste
dag dat je in dienst kwam zijn sla
pie. Vanaf die eerste dag slaap
je al onder elkaar, loop je al naast
elkaar bij de exercitie, staat jouw kast
naast de zijne en help je elkaar bij
allerlei klusjes. Je bent direct gezwo
ren kameraden geworden en behalve
je eigen registratienummer ken je
ook dat van je slapie uit je hoofd.
Een knaap waarmee je in het bur
gerleven misschien nooit omgang ge
zocht zou hebben.
Nu heb ik het bovendien goed ge
troffen: mijn Frederik is een bijzon
der slapie. Thuis schijnen ze hem
wel Freek fe noemen, maar hier vin
den we dat Frederik krijgshaftiger
klinkt. Frederik nu, heeft sleutelre
laties zoals hij ze zelf noemt. Vanaf
de eerste dag wist hij met wie hij
vriend moest worden. Hij is o.a.
eens gaan babbelen met de kantine
baas toen er verder niemand in de
kantine was. Heeft eens een sigaretje
met hem gerookt en nu kan het
zo gek niet lopen, maar Frederik
biljart. Hij heeft 't bovendien op een
listige manier aangelegd met de man
die bet eten uitdeelt: als niemand
een appel krijgt, weet Frederik er
toch nog wel eentje te versieren.
Weer een ander van zijn vriendjes
is een strijkijzerbezitter. Onberis
pelijke, messcherpe vouwen komen er
in zijn broek. De gróte vriend van
Frederik is echter de fourier. Hij
krijgt alles geruild, zelfs de dingen
waar anderen al mee teruggestuurd
zijn. Frederik is een vent met in
zicht in de organisatie van het leger
of misschien wel in heel het leven.
Volgens hem is het zo: „aan die men.-
sen met sterren en balken, daar
heb je niks aan. Je ziet ze amper.
Neen jongen, de relaties op de sleu
telposities, die zijn voor ons soldaten
belangrijk. Je blijft alleen van de sleu
telrelaties leven", hij zegt dat altijd
met zijn „accent van de andere kant
van Nederland". Frederik is een le
venswijs slapie.
T.K.
zonde verplicht? Zo is het toch niet.
Als christenen moeten wij ons be
wust zijn, wat het eigenlijk betekent
„verlost" te zijn (Voelt u zich als
verloste mens?). Deze verlossing,
waarvan de christen elke dag
dieper de gevolgen moet ondervin
den en ervaren, zal regelmarig her
dacht moeten worden. Regelmatig
moet het verloste Volk Gods te
zamen komen, om deze Verlossing
te vieren en tegelijk sterkte putten,
om nu eens werkelijk als bevrijde
mens te leven. Dit is iets vanzelf
sprekends. Dat behoeft van boven
niet opgelegd te worden. Als de Kerk
de zondagsmis voorschrijft, dan is
dit geen verplichting van boven op
gelegd, dan is dit niets anders dan
zeggen: kijk, wat jii uit een inner
lijk moeten verplicht bent, dat
doen we op een bepaalde dag, dat
wil zeggen: op zondag. Dan komt
het volk Gods als volk Gods teza
men.
Dit is een voorbeeld, maar zo
gaat het over de gehele linie. Asce
se, toeleggen op de persoonsverhou
ding met God in Christus en al
wat hiermee samenhangt, is niet
iets, dat van buiten af opgelegd
wordt. Dit is juist het nieuwe, dat
Christus gebracht heeft, dat de wet
van de christen een innerlijke wet
is: een innerlijk verwerkelijken van
onze mogelijkheden en onze aanleg
overeenkomstig onze eigen begena
digde natuur. Er zit hier niets
dwangmatigs in, niets, dat de mens
verwringt of niet iets psychisch
ongezonds. Ascese heeft dus als
doel onze aanleg als christen te re
aliseren volgens de organische in
nerlijke wetten van ons christen
zijn.
Men kan hier natuurlijk alles te
gen in brengen en wijzen op allerlei
wetten en geboden, die zinloos zou
den zijn. Men kan wijzen op mensen,
die er psychisch onder gedrukt
gaan en ik weet al niet wat. Dat
kan best zijn. Maar dan komt tege
lijk een volgende vraag: hebben
die mensen dat dan wel juist be
leefd, zaten hier geen opvoedings
fouten, was er ergens in een gebod
geen verstarring ingetreden, zodat
het niet meer aangepast was aan
het nieuwe levensgevoel? Om wille
van fouten, welke gemaakt wor
den, kan men niet alle verplichtin
gen en regels zo maar overboord
gooien. Dat is geen stijl. Daarom:
We moeten ons diep bewuszijn,
dat het christelijke zedelijke leven
niets anders is en mag zijn dan de
ontwikkeling van de innerlijke aan
leg van de christen-mens en dat de
godsdienst ook niet in zijn geboden
normaal gesproken iets be
hoeft te forceren. Ascese wil dus
niet zeggen, dat men iets moet
doen, wat vreemd is aan de mense
lijke natuur, maar juist dat wat de
ze tot ontwikkeling doet komen, zo
dat de christen kan uitgroeien tot.de
volwassen mannenmaat van Christus.
H.B.
eist en de opnemingscapaciteit van
leerlingen blijkt gekoppeld aan het
aantal gastoestellen in de lokalen van
de huishoudscholen waar de M.A.-
scholen voor een groot gedeelte van
hun programma zijn ondergebracht.
Grote hilariteit als we een ver
baasd gezicht zetten.
„U vóelt toch wel dat er waar vrou
wen zijn, gekookt moet worden. En
dan wordt het aantal gastoestellen
heel belangrijk voor het bepalen van
de grootte van de groepen".
„We meenden te horen dat er nog
een deel van het programma buiten
de huishoudscholen gegeven wordt?"
„Een groot gedeelte zelfs. We noe
men dat met een beetje verkeerd
woord het aanvullend program. Dat
bestaat uit zomerkampen, feestvie
ringen, weekenden, excursies, bezoe
ken aan schouwburg en theater of
ook bijv. uit een reeks lezingen als
de meisjes er prijs op stellen en
de' plaatselijke schoolbesturen er mid
delen voor weten. Op dit punt hangt
veel af van het particulier initiatief".
VoQrdat we thuis aan het lezen
slaan en we beloven u dat we de
lezers zeker daarover zullen schrij
ven moeten we u vragen of u nog
iets te zeggen hebt dat u er erg graag
in zou willen hebben.
Het is hoe kan het anders
dit:
„Laten de ouders en de bedrijven
toch beseffen hoe belangrijk 't is dat
heden in onze ingewikkelde tijd jon
ge mensen een kameraadschappelijke
volwassen hulp kunnen vinden.
Praat erover. Duizenden meisjes zijn
enthousiast",.
F.B.
En buiten dat programma om zijn
er de suggesties van allerlei activitei
ten die aan de ijver van de staf wor
den overgelaten.
Bezoek een balletuitvoering; houd
een modeshow; probeer eens een echt
goed ziekenbezoek te brengen.
Tenslotte nemen we nog even het
fraai verzorgde propagandageschrift
ter hand'. Het heet: Ook Loeki gaat
naar de M.A.-school.
„Loeki is 18 jaar. Ze woont'in Am
sterdam en eerlijk gezegd' ze
mag er zijn. Ze heeft een leuk pittig
gezicht, gezellig springend haar en
ze weet wat haar staat. Dat moet ook
wel. zegt ze, want in een herenmode
zaak kijken de klanten niet alleen
naar het artikel. Neen verloofd is ze
niet. Ik ben nog veel te jong, vindt
ze. Trouwens of ik nu trouw of niet,
ik ben nog niet klaar. Ik lijk wel een
hele dame, maar ik moet nog veel
leren. Waar ik dat doe?
U kent het adres onder de hand.
Wij vinden dat Loeki een goed
adres wist.
ET ALLB» RESPECT 'voor
de fraai gevonden bewoor
dingen voor dit onderwijs
zoals: „een begeleiding op weg
naar volwassenheid" blijft voor
velen de vraag: Waarom M. A—
scholen? Is dit verschijnsel op
nieuw een verkapt bewijs voor het
tekort van ouders en gezin of van
de reeds bèstaande opvoedings
milieus?
Voorop wil de M. A.-school een
hulp voor ouders en gezin zijn,
met een aanvullende taak. Juist
heden is die hulp nodig want onze
dynamische tijd laat soms weinig
heel van oude zekerheden.
Het is niet meer nogelijk, de
mens van jongsafaan een uitge
werkt levensschema mee te
geven, wat in een betrekkelijk
stabiele tijd nog wel mogelijk 'is.
Het is nodig tot de altijd blijven
de kern door te dringen. Een be
wust persoonlijk Christendom en
hoe dat te belqven in de situatie
waarin men verkeert is het nu
toch wel 'n algemeen verbreid ide
aal. In een vertechniseerde maat
schappij waarin de mens én tot
de massa behoort én eenzaam is
komt het er op aan toch een per
soonlijkheid te zijn. Daartoe wil
de M. A.-sehool helpen door haar
leerlingen bijv. te doen ervaren
wat het betekent gemeenschaps
wezen te zijn in dë groepen waar
van ieder lid door geven en nemen
leert wat het betekent op de an
der gericht te zijn.
Door het handwerk op het be-
bied van de goede smaak, de
keuken en de mode wil de M. A.-
school proberen de jong: vrouw
zorgend en bezorgd bij de dingen
te doen zijn
Door de theorielessen en het ge
sprek wil ze dit streven onder
steunen en wil zij vooral inzake
godsdienst proberen mee te
helpen aan de opbouw van een
persoonlijke Christelijke geloofs
houding.
w?
r
T
,V> v. A