Cursus „Kerkelijke architectuur zet deuren open Soledad" van Colette Audry Kemp lerre „EMERITAAT" Maastrichtse schouwburg blijft het restauratie-treurspelprolongeren Fase van bezorgdheid afgesloten Kosten van het theater waarschijnlijk 6 a 7 miljoen Vestiging van T.H. in Twente noodzakelijk F. P. C. de Koek f Twaallde lustrum van „Sanctus Virgilius" Geen gelukkige keus van N.N.T.G. Maastrichtse St.-Servaas opnieuw beschreven Nieuwe publikaties Kerkenbouw in Limburg DINSDAG 14 JANUARI 1958 PAGINA 3 'euw leerprogramma betekent gelijkberechtiging v°°r uiteenlopende stromingen Op 25 januari start in het Bos- Sche Kruithuis de driejarige cur- SUs „Kerkelijke Architectuur", lesprogram, dat voor dit in- s,;ituut opmerkelijk nieuw is. Zo- vrij algemeen bekend mag ^°rden geacht lagen aan deze Cufsus louter de gedachten ten lr°ndslag, die voornamelijk door P°m. H. van der Laan O.S.B. en lr- N. v. d. Laan omtrent het plastische getal" waren ontwik- pld. Een geleidelijk en systema lseh uitgegroeide theorie om- jpnt plastischeverhoudingen in bouwen, speciaal toegespitst °P de kerkelijke architectuur. Na-oorlogse bezinning Uitgangspunt AMABASSADEUR IN LIBERIA Journalistieke historie Abdij-kapittel-parochie Gerijpt besluit WIJZIGING BESTUUR CARNEGIE-STICHTING Zes miljoen? Oude kerk Conflict PROF. Dr. J. LINDEBOOA TIJDENS TREINREIS OVERLEDEN Vandaar dat de cursus ook tot nu toe niet bestudeerde stromingen in het pro gramma heeft opgenomen om zo rijk mogelijke vruchten voor de kerkelijke architectuur te bereiken. De term „Bos sche school" zal als aanduiding van een kerk-type, dat sommige kringen te zwaar en van de wereld afgesloten voor komt. hebben afgedaan. En hopelijk breekt een nieuwe vruchtbare periode voor de cursus aan. Het vraagstuk van de Kerkelijke Bouwkunst in een snel veranderende maatschappij is dat zeker waard. öe O j. ^-Martinus-kerk te Kerkdriel vertoont met haar plastische verhoudingen etyk verwantschap met de oud-christelijke basiliek. De kerk werd ontworpen door ir. I. G. Deur en ir. C. Pouderoyen en kwam. in f9155 gereed. (Van onze redacteur) *\°rt na de oorlog was de cursus op- u ric'ht om voorname waarden in de tgdkelijke bouwkunst veilig te stellen g "bidden van veel verwarring, die Va lgde een evenwichtige ontwikkeling U de kerkenbouw te belemmeren. Zj ®uwe gedachten op het terrein van z; ,z°rg, theologie en liturgie dienden "th Vry Plotseling aan. Er was een roep "en yers°bering in het liturgisch gebeu r/V 'n drang naar meer en intenser be- pj eb van de gewijde plechtigheden, in- êfof8 van verstandelijk begrip op een Idt. ■nd- Het was duidelijk, dat alle g0,?eh die aan de wieg van de neo- eri hadden gestaan waren gestorven de kerken uit de jaren dertig niet t«nr ^srhaling vatbaar waren. Er moes- ]at(, Wogen worden gezocht om na vijf Op n van stilstand opnieuw te beginnen 'b uen gezonde grondslag. Vooral waar to tijd zoveel kerken zouden ge- bg-j.Wd moeten worden was diepgaande g^j/bnin-g op het wezen van het kerk- gevaUw broodnodig, temeer omdat het \Ve gevreesd werd, dat allerlei nieq- <3és e°bnische mogelijkheden en procé dé,,. Plotseling zouden worden gehan- V.jjA voordat zij in geestelijk opzicht toe,! bde verwerkt waren om cultuur- te kunnen worden. v°r>d Cursus „Kerkelijke Architectuur" <3at een uitgangspunt in de gedachte "hi mens een omgeving nodig heeft ^®vin existeren en dat het begrip om- ondenkbaar is zonder de mens. terw vloeit volgens de opgestelde re- tot v'bg voort dat wonen betekent het *h (j, tbi geworden zijn in een omgeving "ttigg®. woonbetrekking tussen mens en tj- "bg moet het huis via de wand en hnenruimte tot expressie brengen. zo vervolgde het betoog, dat Bossche cursus ten grondslag lag, p. ystieke gemeenschap van de men- s6t het Lichaam van Christus, "benzpn van de gelovigen is van deze Kerk het zichtbare symbool en ook dit samenzijn vraagt ons een ruimte, die tot omgeving wordt. Zoals iedere zichtbare samenkomst van de gelovigen de gehele Kerk als gemeenschap vertegenwoordigt, zo ver tegenwoordigt iedere kerk als gebouw de gehele aarde, waarop wij mensen le ven. Aldus brengt het kerkgebouw het „overal en altijd" van het mystieke Lichaam van Christus tot uitdrukking en dat dient het gebouw te doen door zijn architectonische uitdrukkingskracht. Want daardoor wordt het een verstaan baar teken, iets wat het dient te zijn omdat het door de kerk-consecratie ver heven wordt tot uitwendig teken van het mystieke huis waarin wij met God samen wonen. Dat waren de gedachten, die alle zorg om de kerkelijke architectuur motiveer den en tevens het vertrekpunt vormden voor de „Bossche theorie". Het zou fe ver voeren deze theorie te schetsen, maar wel moet erop worden gewezen, dat het er niet louter om ging, de vor men van de oud-Christelijke basiliek aan te prijzen. Zeker er bestond een op merkelijke aandacht voor dat kerk-type dat uitstekend in de verkondigde leer paste. Maar men zag daarin hoogstens een vertrekpunt omdat er alvast bouwd moest worden ook toen de diep gaande theorie noig niet tot een meer oorspronkelijke vormgeving was door gedacht. Intussen is het wel duidelijk geworden hoe hachelijk het is één be paalde theorie, die duidelijk omschreven consequenties brengt op het stuk van architectonische vormgeving het alleen recht 'binnen een onderwijsinstituut te geven. Het gevaar, dat het bouwen in veel gevallen niet uitkomt boven het verstenen van de theorie valt dan blijk baar moeilijk te ontgaan, omdat het voor sommige minder talentvollen nogal pret tig stoelen is op de leer. Daarom is het voor verscheidene vu rige aanhangers van de „Bossche ge dachte" min of meer bevrijdend, dat de cursus „Kerkelijke Architectuur" in het nieuwe program de deur ruim openzet voor andere stromingen in de wereld van de bouwkunst. Nu in het Kruithuis niet enkel de theorie van het plastisch getal zal worden gedoceerd wordt het gevaar gekeerd, dat deze gedachte in verkeerde zin „school" zal maken. (Van onze correspondent) In zijn nieuwjaarsrede, uitgesproken in de maandag gehouden raadsvergade ring, heeft burgemeester M. van Veen, van Enschede, onder meer gesproken over de vestiging van een technische hoge school in Twente. Hij wees er op, dat er ook in andere delen van de provincie Overijssel grote belangstelling wordt ge toond voor een grotere spreiding van het hoger onderwijs en verheugde zich over het feit, dat de acties in Zwolle en in Deventer in een geheel andere richting gaan dan waaraan men in Twente denkt. In beide eerstgenoemde steden is de aandacht immers gericht op een universi teit, terwijl ons een veel beperkter doel voor ogen staat. Vandaar dan ook,-dat deze acties langs eikaar gaan en elkaar niet hoeven te hinderen. Verder volgt hieruit, dat de behoefte aan coördinatie niet groot is. Het is wel duidelijk, dat er in ons land naast de bestaande inrichtingen van tech nisch hoger onderwijs nog steeds behoefte is aan een nieuwe inrichting. Daarvan uit gaande als primair gegeven wijzen wij er nogmaals met grote ernst op, dat hier in het oosten des lands nog steeds intellect braak ligt en dat daarom vooral Twente in aanmerking komt voor de vestiging van een nieuw instituut. Ik heb het reeds eerder gezegd en be hoef dat waarlijk niet opnieuw te beto gen: als de spreidingsgedachte ook op dit terrein geen ijdel woord is, dan is één blik op de kaart voldoende om te bepa len, waar verdere uitbreiding dient plaats te hebben. Te Wassenaar overleed zondagmorgen onverwachts de heer F. P. C. de Koek. De heer De Koek is meer dan twintig jaar als bibliothecaris verbonden geweest aan het R.-K. Centraal Bureau voor On derwijs en Opvoeding in Den Haag. In zijn functie verwierf hij zich een uitge breide kennis van de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs en van de problemen die met het huidige onderwijs samenhangen. Daarnaast bezat hij een uitgesproken journalistieke aanleg. Hij publiceerde tal van interessante bijdra gen, o.m. in „Het Schoolbestuur" en in „Kultuurleven" en trad op als correspon dent van „De Gazet van Antwerpen". Ook ons blad verliest in hem een zeer gewaardeerd medewerker op het gebied van onderwijszaken. Vooral het Lager Onderwijs en wat daar 'heden ten dage mee samenhangt heeft hij aan menige beschouwing onderworpen. Zijn heengaan heeft hem midden uit Pius-X-kerk te 's Grarenhagt. Het Ingenieurs en Architectenbureau Taen en Uix streefde naar het hanteren van nobele elementaire vormen. In de buitengewone vergadering, die de katholieke studentenvereniging „Sanctus Virgilius" te Delft op zaterdag 25 januari in de aula van de technische hogeschool aldaar ter gelegenheid van het twaalfde lustrum zal houden, zal het erelidmaat schap van de vereniging worden verleend aan dr. ir. J. S. A. M. van Aken, directeur van de staatsmijnen in Limburg, en aan dr. H. J- van Doorn^, president-directeur van Van Doorne's Automobielfabriek N.V. te Eindhoven. Na afloop van de vergadering zal pater Laval O.P. uit Parijs in het stedelijk mu seum Het Prinsenhof te Delft de tentoon stelling „Nieuwe Religieuze Kunst" ope nen, waarna het bestuur en de nieuw benoemde ereleden aldaar zullen reci piëren. Mgr. M. A. Jansen, bisschop van Rotter dam, zal ter gelegenheid van het lustrum op zondag 9 februari een pontificale H. Mis celebreren in de kerk van de H. Hippolytus te Delft. Des avonds zal een galavoorstelling worden gegeven van het toneelstuk „Engelen zonder vleugels" van Albert Husson. zijn arbeid en uit zijn plannen weggerukt. Hij moge rusten en gevolmachtigd ambassadeur bij in vrede. republiek Liberia. Bij K B. is j'hr. G. C. D. Hooft Graaf land benoemd tot Hr. Ms. buitengewoon de Men kan niet zeggen, dat de Franse schrijfster Colette Audry met haar eer ste toneelstuk „Soledad" een gelukkige greep heeft gedaan. Zij tracht de geestes houding van mensen, die uit edele mo tieven in verzet komen tegen de dicta tuur, erin te typeren, maar komt niet verder dan hun gedachten in te geven, die getuigen van een grote verwarring ten gevolge van onbegrepen filosofische bespiegelingen. Soledad is een studente, die zich voor de goede zaak heeft ingezet. Op een dag wordt zij gearresteerd en haar mede strijders schrijven haar dan af. Haar zus ter Tita kan dit niet verdragen en gaat dan naar later blijkt niet louter uit op offering in op de avances van de chef van de geheime dienst. Deze laat als tegenprestatie Soledad vrij. Haar kamera den begrijpen deze gang van zaken niet. en gaan haar wantrouwen. Tita vertelt dan hoe de vork in de steel zit en Soledad ruimt daarna de politiechef uit de weg om zichzelf en haar zuster van het ver leden te bevrijden. Zo geformuleerd mag dit niet onlogisch klinken, in het verband van het stuk hangen deze reactie en de tegenreactie, die de daad opwekt, in de lucht. De ver zetslieden, en vooral een zekere meneer Paco. schermen met begrippen als groep en kameraadschap, alsof zij een absoluut eigen bestaan leiden, naast de individuen, waarop zij naar het normale spraakge bruik betrekking hebben. De dictatuur is niet omschreven en ook niet voelbaar. Zij is niet de verklaring voor de gedragingen van de opstandelingen. Deze mensen lig gen voortdurend met zichzelf overhoop, schijnen warhoofdige rancunisten. Het programma geeft als toelichting enkele geheide waarheden als: „De aantrekkings- kracht tussen man en vrouw stoort zich niet aan politieke tegenstellingen" en „Het is gevaarlijk zich om welke reden dan ook persoonlijk in te laten met zijn tegenstander, omdat daarmee ook per- soonijke kwetsbaarheid mogelijk wordt" Het stuk stimuleert deze bekendheden passief, vertroebelt iedere duidelijkheid ervan zelfs en tracht daarbij zo'n intel lectuele indruk te wekken, dat het resul taat averechts is. Het Nieuw Nederlands Toneelgezel schap, dat het stuk gisteravond in het Centraal Theater te Amsterdam heeft ge bracht, had de bijzonder moeilijke op gaaf, om het zwakke stuk enig leven in te blazen. Anita Menit vermocht op enke le momenten de figuur van Soledad aan vaardbaar en reëel te maken, maar Ad Noyons als Paco en Piet Kamerman als de leider Sebastiaan kregen geen eigen spel naast het groepsidee dat zij zo moes ten propageren. Robert Schels vertegen woordigde ais de politiechef Alfonso zon der veel overtuiging de dictatuur. Fien Berghegge was Tita. Het N.N.T.G. is niet gelukkig geweest met deze uitbreiding van zijn repertoire. Jammer. DE W. In de laatste dagen van verleden jaar is de literatuur over de Sint-Servaaskerk te Maastricht uitgebreid met een populair geschrift van de hand van dr. Charles Thewissen. Maastrichtenaar van geboor te, historicus door studie en journalist van professie. Hij wilde een boekje schrijven voor de cultuurhistorische leek, die een bezoek brengt aan de tempel van de „Grote Heer van Triecht". Dat heeft hij met verve gedaan. In een tiental bladzijden geeft hij eerst in vogelvlucht de geschiedenis van de kerk, vanaf de begrafenis van Sint-Servaas buiten de muren van het laat-romeinse Trajectum in het jaar 384 tot en met de gevaarlijke torenbrand op 9 september 1955. Vervolgens vindt men in het boekje een reeks jaartallen, die belangrijke gebeurtenissen uit de his torie der kerk markeren. Twaalf grote foto's van Frans Lahaye completeren de inhoud. De schrijver hij is ook de uitgever is journalist genoeg om de historische ge gevens op een speciale manier en met onmiskenbare voorkeur voor pikante de tails te verwerken. Zo vernemen we, dat het middeleeuwse Maastricht eigenlijk uit drie territoria bestond: de Sint-Servaas- kerk met omgeving, waar de proost van het Kapittel soeverein was, een gedeel te dat onderworpen was aan de Prins- Bisschop van Luik en een ander deel dat toebehoorde aan de Hertog van Bra bant, wiens rechten later werden overge nomen door Frederik Hendrik. Deze staat kundige verdeling bestond al in de tijd der Karolingers, die zeer aan Sint-Servaas verknocht waren. „Dit verklaart ook" schrijft dr. Thewissen „het curieuze feit, dat Karei Martel, zeer in het nauw gedreven door de Saracenen op het slag veld van Poitiers, spontaan de hulp van Servatius van Maastricht inroept, omdat hem deze streekheilige om zo te zeggen het eerst in de mond kwam. Als hij de overwinning behaald heeft, stuurt hij een gezantschap van Rijksgroten en enkele bis schoppen naar Maastricht, die het graf van Sint-Servaas openen, de relikwieën verheffen, wat nog altijd gevierd wordt als de Elevatio Sancti Servatii." In aan sluiting op deze passage voert de schrij ver ons dan naar het graf van de laatste Karolinger, Karei van Lotharingen, wiens stoffelijk overschot in 1001 werd bijgezet in de crypte der Maastrichtse kerk. Met Charles Thewissen als gids ont snapt weinig aan de attentie van de toe ristische bezoeker der Sint-Servaas. De bouw der nabufige Sint-Janskerk wordt hem verklaard als parochiekerk naast de grote basiliek, die uitsluiend bestemd was voor de diensten der kanunniken en voor de ontvangst van grote heren, als daar was keizer Otto IV, die hier in 1214 huw de met Maria van Brabant. Na in de geest deze luisterrijke bruiloft te hebben mee gevierd wordt de bezoeker dan meegeno men naar de schone keizerzaai, naar het standbeeld van Karei de Grote, de nood kist, de historische grafmonumenten, de 7000-kilo-zware „grote klok" en de schat kamer, waar de relikwieën der H. Maag den bewaard worden in struisvogeleieren, oude symbolen van de zuiverheid. Het nieuwe boekje over de beroemde Sint-Servaaskerk heeft reden van be staan naast de twee jaar geleden ver schenen „Bouwgeschiedenis" van prof. J. Timmers, die zich meer richt tot de expert. Het is een betrouwbare gids, die gelegenheid te over geeft tot his torische meditatie over de rol van het zuiden in de geschiedenis van de Lage Landen. Overigens is de Cursus „Kerkelijke Architectuur" met deze doorbraak naar gelijkberechtiging der verschillende stromingen beslist niet over één nacht ijs gegaan. Maar de cursus-leiding meent, dat beslist niet in het minst de ontwerpers die meer nadrukkelijk aan sluiting zochten bij het algemene na oorlogse architectuurbeeld principiële begrippen hebben helpen handhaven om trent een waardige expressieve vorm van het Godshuis. Het begrip voor de kernwaarden in het kerkelijk bouwen bleek voldoende diep geworteld om na de stilsfend der oorlogsjaren ook in een nieuwe situatie nieuwe mogelijkheden te richten op de expressiviteit van het kerkgebouw. Met het klimmen der jaren neemt de litteraire produktie van de oudste der jon geren en de jongste der ouderen, de Maas trichtse dichter Pierre Kemp, eerder toe dan af. Hij hoopt dit jaar zijn 72-ste ver jaardag te vieren. Uit de oogst van de voorbije jaren verzamelde hij drie bun dels die nu klaar liggen voor publikatie. „Droom in het Jekerdai" za) komend voorjaar verschijnen als bibliofiele uit gave, gedrukt door Maurice Laudy en geïllustreerd door Jos Kipping, een leer ling van de Jan van Eijckacademie. Nog onbekend is het lot van de bundel „Vijf families en een poederblauw", die een inhoudslijst meekrijgt van honderd titels. Tenslotte heeft Kemp een boek gereed dat de ongeloofwaardige titel „Emeritaat" zal krijgen. Bij K.B. is met ingang van 15 maart 1958 op zijn verzoek eervol ontslag ver leend aan mr. S. J. R. de Monchy als lid en voorzitter van het bestuur der Carnegie Stichting en is als zodanig benoemd jhr. mr. A. W. Tjarda van Starkenborgh Stach'ouwer, minister van staat. Van onze verslaggever) In Maastricht heerst op het ogenblik opnieuw ontstemming over het feit, dat de restauratie van de oude schouwburg weer stokt. De vergunning van het de partement van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid is tot nu toe uitgebleven en de aannemer heeft zün arbeiders ontslagen, onder titel van: beëindiging der werkzaamheden. Maastricht zou zich nu alleen kunnen bezighouden met hef geven van openluchtvoorstellingen in een schouwburg zonder dak, afgezien nog van het feit, dat er, wat de inrichting betreft op de toneelaccommodatie na, nog weinig is gerealiseerd. de goedkeuring van G. S. van Limburg, die ook nog steeds niet is verkregen. Een belangrijk gedeelte van het beschikbaar gestelde bedrag is intussen reeds opge soupeerd, zodat men nu diep in de zorgen zit. Vorige week donderdag is een pers conferentie gehouden, waarop werd medegedeeld, dat men de vergunning zeer binnenkorft verwachtte. Deze is intussen nog niet gekomen. Op het ogenblik van het verschijnen van dit blad is de ge meenteraad van Maastricht bijeen in af wachting van een gunstige beslissing van' het departement. De bedoeling is om de werkzaamheden onmiddellijk daarna voort te zetten. Intussen wacht Maastricht nog altijd op verdere afbouw van de schouwburg. Men is teleurgesteld o.a. door het feit, dat tussen de jaren 1955-1957 Sittard bij voorbeeld een schouwburg beeft gekre gen, die drie en een half miljoen heeft gekost, terwijl naar de mening van des kundigen de Maastrichtse schouwburg, wanneer hij eenmaal geheel zou zijn afgebouwd, waarschijnlijk zes of zeven miljoen zal kosten. En dan wacht men dus ook nog op een vergunning van Rijksmonumentenzorg om het oude monument dusdanig aan te tasten, als op dit ogenblik door de deels uitgewerkte plannen van de stadsarchi tect van Maastricht en van de particuliere architect van de schouwburg is geschied. Maastricht volgt het treurspel met qpn- dacht, maar buiten het theater Maastricht krijgt een gerestaureerde schouwburg, maar voorlopig ziet het er nog zo uk. In 1954 werd 60.000 gulden door de gemeenteraad beschikbaar gesteld om plannen te ontwerpen voor de restauratie van het stadstheater. Daarna werd een particulier architect aangewezen om deze plannen uit te werken. De moeilijkheid deed zich daarij echter voor, dat men aangezien de oude schouwburg een voor malige Jezuietenkerk is een vergun ning nodig had van Rijksmonumenten zorg, om te gaan restaureren en verbou wen. Deze vergununing is tot nu toe niet afgekomen, evenmin als die van het mi nisterie om de restauratie te doen door gaan, zoals in de plannen was vastgelegd. In de loop der jaren zijn verschillende werkzaamheden uitgevoerd. Het is- ech ter gebleken, dat men bij de eerste aan bestedingen een tekort had van 1.700.000 gulden. Daarop is Den Haag dat wil zeggen het departement van Volkshuis vesting en Bouwnijverheid wakker ge- schrokkem en heeft een commissie van onderzoek naar Maastricht gestuurd om een en ander nader onder ogen te zien. Later is gebleken, dat behalve verschil lende gemeentelijke instanties, ook diver se architectenbureaus en de adviseurs van de gemeente (buiten Maastricht wonend) aan dit onderzoek zijn onderworpen. En het gevolg daarvan is geweest, dat tot nu toe nog altijd geen officiële vergunning van Den Haag voor dit wederopbpuwont- werp is gegeven. Intussen werkte men door tot in de loop van de vorige week. Toen is een con flict gerezen tussen de gemeente en de betrokken aannemer, in verband met de betaling der werkzaamheden, die tot op dit ogenblik waren verricht. Dit conflict is nog niet ten einde en tussen gemeente en departement zijn nog altijd onderhan delingen gaande om de vergunning alsnog los te krijgen. Daartussendoor speelt vanzelfsprekend „Credo", het diocesaan weekblad voor het bisdom Roermond heeft een overzicht gegeven van wat er verleden jaar in Limburg is gebeurd op het gebied van de kerkenbouw. Dat blijkt heel wat te zijn. Niet minder dan acht nieuwe kerken konden in gebruik worden genomen. Hier van liggen er vier in de mijnstreek, waar de laatste jaren tal van parochies zijn opgericht. Voorts begonnen van zes andere kerken de bouwwerkzaamheden; zo bij voorbeeld van de Sint-Gulielmuskerk te Maastricht, waarvoor de benodigde gelden aan mgr. Lemmens werden aangeboden als feestgave van de Limburgers bij gele genheid van zijn zilveren bisschopsjubi leum op 19 maart. De Minister van Volks huisvesting en Bouwnijverheid verleende hiervoor extra-bouwvolume. Tenslotte zijn verleden jaar zes Limburgse parochie kerken uitgebreid of gerestaureerd. Werk opnieuw stopgezet. Maastricht kijkt, na dit ellenlange treurspel, verlangend uit naar een ander stuk. Wat. minder rommelig, graag. Prof. dr. J. Lindeboom, oud-hoogleraar in de theologie aan de rijksuniversiteit te Groningen, is gistermiddag, toen hij per trein onderweg was van Amsterdam naar Groningen, tengevolge van een hartver lamming overleden. De trein was om ls.29 ui,t Amsterdam vertrokken. Omstreeks kwart voor vier merkten andere inzittenden, dat hun medereiziger onwel werd en een hunner trok aan de noodrem. Toen een arts en andere hulp kwamen, bleek de hoogleraar reeds te zijn overleden. Prof. Lindeboom is 75 jaar geworden. De trein had 20 minuten vertraging. Na maanden van intense restauratiearbeid, ontwaart men in dr Maas trichtse schouwburg meer van een oude Jezuietenkerk, dan van een nieuw bouwwerk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 3