sa
lil
moet je
heilig worden?
morgen
n
PEUPLE IMMENSE VA (HANTANT
WEEKhartig
INGEKOMEN
BRIEVEN
heden
B
I)
'°,X «SS
^oettocht-
he
rinneringeEi
vo°lbe
Sïlniï" ^6prikt en er P]eis"
m
it
Qespreksstof van de Pax Christi-tocht
Gocls roep
DAGjesmens
De stalen kern
Ti
ZATERDAG io A PR TE 1958
PAGINA 11
O Pk,"EJ laatste
Hoog bezoek
^iiurn TE ETEN had
i£d ter
on
fe r„°"i fa:?»* ,mensen lijden?
9en' ikedlndfca« iets
De groeten
Rugzakken
Gazon
Koe
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
SNIPPERS van een grool verbroederingsfeest
"vrv
Sok fh!?0it'
Op
rechte eind
,D I^cn klem
'.n.m«n wollen wandel-
ter Raefeae]it,Uinhek §ezeten heeft zus-
i .Om de scène enigs-
ten
Zin °p
ns een riv^lii ue scene en
TSn' deed ,k^ftlS{Che kracht te »c"
?°,6n haaldl 7! 'k zeer veel leed.
ze onHpr m+ i
klein
ge-
ieed.
(metv u r ult haar knaP"
flesje e andmiddelen) een
De tocht
ïy'en het"Let nu toch voorbij, we
n' is zeer meer nodig hebben.
S>hek heb .Yerfterkend." Op dat
fdperbe serirlk ,toen Vieux Cognac
a® rector 'vfn ?n'- Misschien van
ni ,ZUster werkt z,ekenhuis, waar
toe. maar dat doet er
kan een heel
Kdrakter hebben.
er
aange-
hoog
ik een
steelpan bij me. De
t een -I0 krom toen de B.B.
^akte Ti°/me schep zuurkool op
J" zondal een gehaktbal. Dat was
ik aï?°rgen één uur' de tijd.
uSlJrige i-f?frers' zondags gekleed,
K6,rs van JEle geniet met wat lek-
/kaagliiP banketbakker in een
rt°°r «tfn l S 0el" Hoe heb ik het
d? °nder aft tUnnen krijgen- Mid"
aehtig f n kree2 onze schil-
P de Parade neergestre
ken route bezoek van de Aartsbis
schop.
Ik herinner me met een volle
mond hem gezegd te hebben, dat we
hem een liedje wensten te offreren.
Met de vork heb ik gedirigeerd, in
de andere hand moest ik de steel
pan rechthouden en met het oog in
de rechterhoek monseigneur in de
gaten houden, opdat hij niet onder
de voet gelopen zou worden.
Hij zal wel gedacht hebben: er
zijn vreemde situaties mogelijk.
<31
"i-na
g:
7 et
"loet
Hoe moet je heilig worden?" is te vergelijken met een vraag als:
18 rijk worden?" Daar is ook zo maar niet een antwoord op te geven.
1 W heil^°g-VGe* moeaVker' mysterieuzer.
5 '((e Wat is voor mij persoonlijk de weg naar de heiligheid?
BnHn i er", d<m van mVn kerkbuur?
TLiar j„ '°n zi-'n er v°l te schrijven.
e Le „00r;;7^ gauw in alleen maar theorie.
Paar hl omschreven gespreksstof van de Pax-Christi-voettocht geeft
jijden praktijk, die voldoende zijn om ver te vorderen op het
t 0oOr heeft u er iets aan.
eSeii0t) e duiden waar de fout in onze houding ligt kun je het positieve
jq e e zeW eindenen aan het werk gaan!
ToutLschvld bekennen Ik
hd fh
^Üien eJjifnkeie mijze afhanke-
f> <lJ Tl.
'°d ter
ltrom
9ebiauhla f?,od Seen betere we-
naf Jern.aaki-> m"" yKen oetere we-
^'(io»0nschnM,vt^aa'"orn hmt God toe
Jaa+01» ,UL(tige mensen
y*r°:ntwoording roe-
p«ld 171 heeft A -S wereld zo rot?
(L e-n. -
niet F een 00rl°9 toe?
%i(,',2eker nietVan aanwezi9~
^zigheid n zorgende
Als ih 'znnü Befêhl ist Befehl!
in,., "c doe't^-1171 lets van mij zeg-
FWcht is Ptotr.v.1 I. ndat het
'it zonü ""-""n wi DejtHi;
xk n,*lidags M "aar de kerk ga
lJ" Vhchfeen vlees eet, dan doe
einel (/p,.„.en moet God my wel
he l
1l
Seven.
rQi iii (j_
hrQ.^"Xn de11l°deTne wetenschap de
sppf6'1- Wel£ena*e uitsluiten. Niet
"ik e" en et is de rol die ik moet
hek Very,,. mogen anderen van
KerF Znc%? Maar vel: Wat
hld%wat heb ik de
lk aan de anderen?
',Ohn„ Te" zelfvertrouwen,
yiug '-mentaliteit.
aktno m tm?edigd zijn door
t:en h de merkelijkheid.
F.t(lritisrne^e Van a"es studeren,
9ann Bang zü'„ dromerijen.
e" uitrei v ver9issing te be-
eph 9"i noivf te morden,
de initintin* lets Pr°beren, nooit
^U>al. i nemen. Stuurlui aan
"n "ie 2epn' mohhen Ze begrij-
^leiey.;-
het
"e^ee4^i. Groot doen in
0Pzicht. Ze doen al-
Niemand boven zich dulden
Niet ondergeschikt kunnen zijn.
Een ander niet vrij laten. Een
ander dwingen om jou sympathiek
te vinden. Huisduivel en straaten
gel zijn.
Anderen het goede niet gun
nen. Het geluk en het goed van an
deren beschouwen als gestolen van
hen zelf. Wij hadden dat eigenlijk
moeten hebben.
Ongemanierdheid, brutaliteit,
woede.
Niet kunnen geven om te ge
ven. Niet kunnen lenenSteeds zijn
plan trekken ten koste van ande
ren. alleen nemen. Steeds pra
ten over zijn rechten en nooit den
ken aan zijn plichten.
Onder het mom van dienstbaar
te willen zijn, misbruikt men de an
der.... omdgt men een levensvul
ling zoekt, een taak om de taak.
Niet kunnen weggaan wanneer
men ziet dat een ander het beter
kan.
Lichaam en zinnen onderwer
pen aan het plezier.
i Zich laten gaan. Zich vervelen.
Niet spreken wanneer men zou
moeten spreken.
Een rustig leven willen leiden,
want God vraagt niet te veel van
een mens. Je mag toch ook wel eens
een lolletje hebben. Ik laat de an
deren met rust, dat ze mij ook met
rust laten. Niet meer doen dan ik
moet doen.
De eigenlijke zondaar is de in liefde
loosheid verharde egoist, wiens zonde
bestaat in hebzucht en harteloosheid, in
haat of sociale uitbuiting of in hoog
moed. Het wezen van de zonde is zelf
handhaving tegenover God en de even
mens, zelfzucht als het contrast van de
liefde (prof. W. Grossouw in Bijbelse
Vroomheid pag. 130).
ER WAS EENS een jongen, die
op een college ergens in Noord-
Holland zat. Hij schreef in zijn
schoolblad niet zulke aangename
dingen over de Voettocht voor deze
nog begonnen was. Met name had
hij iets tegen de romantiek van zo'n
tocht en kon niet inzien waarom er
een tocht nodig was om tot een ge
sprek te komen.
Nu verkopen ze ergens in één van
de plaatsen waar routiers bij elkaar
waren ansichtkaarten met een paar
oude pijprokende ventjes erop, bab
belende op het Marktplein. U kent
die soort prentjes. Zo'n ansicht
kaart hebben ze toen naar die jon
gen van dat schoolblad gestuurd,
met de groeten van de routiers.
FABRIKANTEN van rugzakken
in het meer goedkope genre,
wordt verzocht iets te ver
zinnen op de aanhechting van de
schouderriem op het rugvlak. On
deraan in de hoeken gebeurt er
nooit iets. maar bovenaan
Het ongeluk gebeurt bij voorkeur
bij meisjes, die dan hulpeloos rond
kijken als het stiksel heel langzaam
losgaat en de zak naar beneden kie
pert- Sommigen vragen om 'n touw
waarschijnlijk zonder te weten, wat
je er in dit geval mee moet doen.
De jongens zijn reuze solidair.
VOOR HUIZE ST.-JOZEFZORG
te Esch, dat is een rustig gelegen
pension voor oudere mensen, lag
een mooi bijgehouden gazon, langs
tweekanten een strook rozenstrui
ken. Toen het verbroederingsfeest
begon liep de boeman van het dorp
rond om te zien of niemand zijn
schoenzolen op de fraaie grasmat
had gezet. Allemaal netjes langs het
randje blijven staan. Op het einde
toen het bovendien te donker was
om rozen, grint en gras van elkaar
te onderscheiden, hosten er een man
of vierhonderd over het gazon, rond
mgr. Bekkers.
Zondagmiddag spraken we de bur
gemeester of hij al naar het gazon
met de rozenstruiken was gaan kij
ken.
Die zaak had hij maar tot de vol
gende week laten liggen. Bovendien
vond hij dat de pastoor op de eerste
plaats moest gaan kijken; die had
de trekkers binnengehaald. Als ik
me de gezichten herinner van die
burgemeester, die pastoor en die
nonnetjes-eigenaressen, geloof ik
wel dat de sporen van zoveel op
rechte vreugde met begrip zuilen
worden uitgewist.
NAKLETSEN tot diep in de nacht
na een mooie dag is een schoon
ding. Maar geen medaille heeft zo n
sombere keerzijde. De andere dag
kan je bijna het stro en het hooi
niet uit. Maar wat het gezond ver
stand niet vermag, vermag wel een
koe.
Bij aankomst van een groep in
een boerderij om er te overnachten
vroeg de boer om stilte en rust. De
jongens sliepen boven een koe die
aan het kalven was.
Waarom ook niet solidair met de
koeien?
DAGELIJKS WORDEN stromen van
woorden over ons uitgegoten. We be
hoeven 's morgens de knop van de
radio maar aan te zetten en het be
gint al: de nieuwsberichten. En verder
afwisselend de gehele dag door. Dan
hebben we nog de kranten, welke
thuis bezorgd wordenwaardoor we op
de hoogte gehouden worden van de
wereldgebeurtenissen, beschouwingen
worden gegeven over godsdienst en
politiek en ik weet al niet wat. Al
gauw zijn we dan ook geneigd het
woord, hetzij geschreven, hetzij gespro
ken te beschouwen als een mededeling
van gedachten. „Ik zeg iets aan
iemand", wil dan zeggen: ik deel iets
mee. In de H. Schirft heeft het woord
een enigszins andere functie, zonder
de betekenis van mededeling te willen
uitsluiten. Daar betekent het op de
eerste plaats aanroep, oproep. Als er
dan gesproken wordt over Gods Woord,
zoals dit gesproken wordt via de pro
feten of het ongeschapen Woord van
God, dat vlees geworden is, dan is hier
ook op de eerste plaats mee bedoeld:
God roept de mens aan. Het woord is
hier dynamischer dan in onze aller
daagse betekenis. Als God iemand
aanroept, dan moet degenendie aan
geroepen wordt luisteren, en dat niet
alleen: hij moet gehoorzamen, hij moet
zich overgeven, hij moet tot God toe
treden, hij moet geloven. Dat zijn al
lemaal woorden, waarmee in de Schrift
de reactie van de mens op Gods Woord,
wordt uitgedrukt. Dat alles zit dus in
het woordje geloven in. Geloven is dus
niet uitsluitend of zelfs niet op de eer
ste plaats een voor kennisgeving aan
vaarden, wat God mij meedeelt, maar
tegelijk en vóór alles een zich overge
ven. Wanneer in de Schrift staat, dat
het geloof uit het gehoor, uit de Pre
diking is, dan wil dat zeggen, dat God
tot de mens spreekt in het mysterie der
christelijke Prediking, via dit mensen
woord gesproken door de heraut
van God, de gezondene dat Gods
Woord is.
ER ZIT ZO in het geloven iets dy
namisch in: men luistert en geeft ge
hoor", keert zich naar Christus. De
geloofsbeslissing, welke dan ook ge
vraagd wordt, is altijd op een of an
dere wijze een bekering, een „om
keer". De mens, die echt luistert naar
God en Zijn Woord, keert zich om,
treedt uit de toestand van zondigheid.
Dat wil niet alleen zeggen, uit de dood
zonden, de dagelijkse zonden, maar
uit geheel de overtollige gehechtheid
aan deze wereld, het formalisme, de
routine. Daarom noemt men het ge
loven ook wel een ontmoeting met
Christus, met God. Daaruit vloeit een
persoonlijke geloofshouding voort,
welke langzamerhand moet doordrin
gen tot in het gehele leven, dit leven
moet ordenen en onder de God van
het Heil plaatsen, zodat van de chris
ten werkelijk kan gezegd worden, dat
hij leeft vanuit het geloof, vanuit deze
ontmoeting, vanuit deze persoonlijke
verbondenheid. Dat is dan ook wel
heel iets anders dan het geloven als
„we geloven het wel", zoals we dat bij
vele christenen vinden. Dit is gewoon
een karikatuur van geloven. Een ge
loof als wij bedoeley. houdt de
christen niet rustig, maar roept hem
tot de daad om consequent te zijn,
roept hem tot de persoonlijke liefde
en tot daden van liefde. Iemand, die
zo gelooft, kan geen rustige burger
meer blijven, die het geloof hoogstens
interessant en belangrijk vindt, maar
hij moet iets doen, heeft geen rust
meer. Er is vroeger al eens gereageerd
op deze pagina en deze rubriek door
iemand, die meende, dat, wanneer de
christen niet op de eerste plaats, zich
zou trainen en offers brengen, hij pas
sief zou worden- Het tegendeel is het
geval: iemand die zich overgeeft aan
Christus, werkelijk IN Hem gelooft,
staat gespannen, om geheel zijn leven
roekeloos in dienst van Christus te
stellen. Een dergelijk geloof vraagt
vanuit dit geloven juist de hoogste ac
tiviteit, roept alle zedelijke krachten
van de christen op. H. B.
Waar liefde is en genegenheid, daar Is God.
(Uit de liturgie van de openings
plechtigheid).
Enige maanden geleden schreef een leer
ling van het Triniteitslyceum te Haarlem een
zeer negatief en pessimistisch artikel over de
te houden Pax Christi-tocht die zondag jl.
werd gesloten. Hij heeft bepaald een vooruit
ziende blik gehad, want het was zaterdag 12
april snert op de Parade in Den Bosch, maar
dan heerlijke snert, die de B.B. in grote hoe
veelheden verstrekte aan de ruim 1000 hon
gerige routiers. Als ik zeg, dat deze eerste
Voettocht van jonge mensen hier in ons land
een succes is geworden, dan is dit nog maar
zwak uitgedrukt. Neem bijvoorbeeld kapittel
8, van Route V. Deze kleine groep bestond uit
12 meisjes en 8 jongens, afkomstig uit het
hele land, van Groningen tot Heerlen en van
Nu'.and tot Ruurlo. Niemand had elkaar ooit
tevoren gezien of gesproken, maar donderdag
avond, toen we bij elkaar kwamen was het na
een uur al, of we elkaar jaren kenden. Hier
is het overtuigend bewijs geleverd, dat de
jeugd van nu nog wel degelijk weet wat naas
tenliefde en solidariteit is. De kameraadschap
onder elkaar was overrompelend en ontroe
rend.
TOT VOLGEND JAAR
Ik overdrijf niet wanneer ik beweer, dat
iedere tochtgenoot voor zijn medetrekker door
het vuur zou zijn gegaan. Er is veel gebeden,
aandachtig en dringend, veel gedebatteerd,
veel gelachen ook. Iedere deelnemer verzucht
te bij het slot: „Duurde het nog maar langer".
Toch was er geen opgejut enthousiasme, geen
opgedreven hysterie. Maar al lopende en pra
tende met elkaar, terwijl af en toe de sneeuw
in je ogen dwarrelde of de zon de machtige
bossen in een vurige gloed zette, kwam je tot
het besef wat het betekent, een naaste te heb
ben. De echte christelijke liefde bloeide weer
puur en rein op in zo'n ontstellende schoon
heid, dat je er warm van werd. Zó, stel ik me
voor, was het in de eerste eeuwen, toen het
woord christen" geen holle frase was, maar
dieplevende werkelijkheid. Geen wanklank
werd gehoord en de centrale post in Den Bosch
kon met de armen over elkaar zitten, zo per
fect was de organisatie, zo uitstekend kon
men met elkaar overweg. Volgend jaar komen
deze routiers niet meer in aanmerking voor
deze tocht voor eindexamenkandidaten, omdat
ze dan al geslaagd zijn. Maar iedereen zei zo
vol vertrouwen: „Tot volgend jaar", dat ik
der.k, dat de leiding van de Pax Christi wel
zal zwichten voor deze enthousiaste drang.
HARRY C. M. VAN SEUMEREN
Schietbaanlaan 84b,
Rotterdam.
Zijn we de vorige week in meer dan
een opzicht met Toon Hermans ge
ëindigd, deze week willen wij vrij naar
Wim Kan beginnen met de uitroep: ,,'t
Was me 't weekend wel, lieve mensen,
't was me 't weekend wél". Maar zelden
hebber, wij een toon zo hoog horen aan
slaan en terecht moeten wij zeggen. We
hebben hem gezien en gehoord van al
zijn kanten en dat zijn er heel wat. Hoe
veel mensen zullen hem niet gezien
hebben? Ook zij immers, die geen tele
visietoestel bezitten hebben er een op
gezocht, indachtig het woord van Wim
Sonneveld „De börre zörge drevör"
Het is wel verbluffend, dat een man, die
geen Wim heet en die bovendien geen
tandarts is het zover gebracht heeft in
de lichte-muze-wereld en hij gaat het
nóg verder brengen. „Breng het niet te
ver" zouden we Toon Hermans willen
vragen, waarmee we natuurlijk niet wil
len zeggen, dat we hem zijn succes mis
gunnen. Integendeel. Persoonlijk ge
loven wij, dat het nog ooit inderdaad de
moeite waard gaat worden, aandach
tig de stoel te bekijken, waarop slechts
de zuster van deze man gezeten heeft.
In dit geloof gaan we over tot de
en springen daarmee van Toon gelijk
over op Abe en Faas en Coen, die ook al
«gezorgd hebben, dat we in het afgelopen
weekend niet met lege handen zaten.
Slechts zelden, bij ons weten, hebben
de Nederlanders in de hel van Deurne
zoveel zachte eieren gekookt en de ro
de duivels waren in het zachte lentezon
netje zo mak als lammetjes, hetgeen
overigens maar weinig aan het glans
van de overwinning ontnam. Zelden heb
ben we na afloop ook de Belgische top
mannen zo horen jubelen overhet
Nederlandse spel, over het algemeen
gespeeld door mensen, die het ook ver
gebracht en gehaald) hebben.
Eerlijk gehaald dan altijd in een rui
ge, sportieve strijd om het bestaan.
Twee robuuste knapen in Rotterdam
wilden het minder sportief proberen.
Zij hebben een taxichauffeur van achte
ren bij de keel gegrepen en hem dusda
nig toegetakeld, dat deze laatste door
de geneeskundige dienst behandeld
moest worden. Nu vinden wij, om het
eerlijk te zeggen, dat een man, die van
achteren bij de keel gegrepen kan wor
den, zich al veel eerder onder behande
ling had moeten stellen, maar ja, er zijn
van die mensen, die altijd wachten tot
het te Iaat is. De twee duistere sujetten
zijn inmiddels ook gegrepen. De één 'ge
woon van voren bij de neus, de ande
re daarentegen van onderen in zijn
kraag. „(Ver)grijp u rijk" hebben die
twee gedacht, maar de politie dacht er
anders over.
De Spoetnik 2 is zo goed als zeker naar
de maan. wat in dit speciale geval wil
zeggen, dat het voorwerp vermoedelijk
in zee is gestort. De bemanning vap een
Nederlands schip heeft de kunstmaan
vermcedeiijk zien vallen, maar daar zij
In de buurt van het Maagdeneiland voe
ren, geven wij om die mededeling geen
snars. „Jonges daar valt de kunstmaan"
riep de kapitein, want hij had geen mas
ten genoeg, om er al zijn bemannings
leden aan vast te binden, om zo aan de
lokroep van de sirenen te kunnen weer
staan. Zo iets zal het heus wel geweest
zijn. Hemeltjelief, wat dwalen we
weer afschuwelijk af. Terwijl de lucht zo
goed als zeker vol zit met radio-activi
teit, ten gevolge van een mislukte raket
proef van de Russen, zitten wij ons ge
zapig met de mythologie bezig te houden.
Dat geeft toch geen pas. Op zo'n ma
nier is het
dode spoor af en de schilders willen het
grondontwerp van hun C. A. O. gedekt
zien met een ministerieel tintje. Al met
al blijkt wel dat „het trekken van Suur-
hoff" minder wordt gewaardeerd dan
het „Trekken van Drees" om die uit
drukking dan maar weer eens te ge
bruiken. Ja excellentie, de tijd vliegt.
Nu is het alweer
Hoe is het mogelijk, dat de mensen
zich problemen scheppen rond de vrije
tijdsbesteding. Alsof de tijd te splitsen
is in werktijd en vrije tijd. Hoe kunnen
de mensen tijd over houden, vragen wij
ons af. We kunnen het niet genoeg her
halen: De mens heeft de tijd niet in
handen, maar de tijd heeft de mens in
de hand. De tijd laat ons geen vrije tijd,
ze laat ons hoogstens de tijd, om iets te
doen, dat niet onder het hoofdstuk
„werk" is onder te brengen, maar onder
het hoofdstuk „rust" of „ontspanning".
Die hoofdstukken blijven hoofdstukken
en geen naschriften of aanhangsels of
iets van dien aard. Vrije tijd is geen
tijd, waarin we vrij zijn, het is hoog
stens tijd, die we vrij kunnen besteden,
zonder dat ons hiertoe opdrachten door
derden verschaft worden, maar beste
den moeten we haar.
Als u des avonds thuis komt, moet er
iets van u uit gaan. Neem eens een
voorbeeld aan meneer van Drumme
ien? Kent u meneer van Drummeien?
Nou als die 's avonds thuiskomt gaat er
iets van hem uit. Zijn jas en zijn hand
schoenen. Later gaat er nog meer van
hem uit: zijn colbertje, zijn schoenen en
zijn sigaar een paar keer. Kijk, dat Is
nu wat we hebben moeten. Ook in uw
vrij te besteden tijd moet er iets van u
uit gaan.
Een verkoper, in dienst van een waren
huis in Haarlem heeft f. 130.000 aan goe
deren ontvreemd bij zijn werkgever en
heeft daarmee zijn werkgever handen
vol werk gegeven. Het schijnt nl. nogal
een ingewikkelde geschiedenis te
zijn, waarin de verduisteraar ook zijn
buurafdeling betrokken heeft. Het
schijnt dat het administratiesysteem
daartoe voldoende ruimte liet; de in- en
verkoopchef van de afdeling heeft ook
meegedaan met verduisteren, onder het
motto „Verduister en Deel".
De volle melk krijgt rode capsules,
om het onderscheid te vergemakkelij
ken. Dat wordt een rode kroon op het
werk van minister Vondeling. Als er
nu nog kopers komen ook voor die melk,
dan is ie voor zijn roodkoperen. „Twee
flessen rood" kunnen de huisvrouwen
voortaan zeggen, als ze twee flessen vol
le melk willen hebben. Al meer hebben
wij betoogd, dat melkboeren een kleur
rijk bestaan hebben. Daar wordt ge
beld. „Wie is daar?" roepen wij. De
voor we er erg in hebben, want de tijd
staat niet stil. Hij rent maar verder en
verder en door, verblijft nooit 1 secon
de op dezelfde plaats, want gedurende
die seconde is hij al op weg naar de vol
gende. Hij is wel een eigenaardig huwe
lijk, dat vader tijd en moeder aarde met
elkaar gesloten hebben. Sneller dan het
geluid gaat de tijd, want voor 't woord
„tijd" is uitgesproken, zitten we alweer
in een andere tijd. Wel hebben de men
sen 'n hoeveelheid tijd bij elkaar 'n se
conde genoemd, en een grotere hoeveel
heid tijd een minuut en zo zijn er dagen,
maanden en jaren en heeft men zich de
illusie geschapen, de tijd te kunnen bij
houden.
Als het westen zegt in te stemmen
met spoedig ambassadeursoverleg in
Moskou, dan is „spoedig", als u dit
dinsdags in de krant leest, toch al weer
spoediger dan de sprekers het bedoeld
hebben.
Is het misschien daarom, dat de men
sen nu en dan eens willen lachen, om
tijdloze mopjes in hun krant? Want dat
is zo. De mensen willen eerst om hun
krant gelachen hebben, alvorens haar
mee te geven aan de Liefdewerk-oud
papier-man of vóór haar te gebruiken
als onderlegger voor de Petunia of de
Clivia of andere planten, genoemd naar
straten uit de bloemenbuurt.
Is het daarom, dat men het niet zo
nauw neemt met de ingestelde maxi
mum-snelheid? Is het daarom, dat we
nu maar snel overgaan tot de
klinkt het onder aan de trap en wij
haasten ons de nieuwe dag met de no
dige plichtplegingen binnen te halen,
evenals trouwens het nieuwe nummer
van „Zonzij", waarin weer een royale
pagina gewijd wordt aan „Televisie
in de ziekenkamer". Heeft u eigenlijk
nog een bedrag gegireerd voor ons tele
visietoestel voor een zieke? Of had u het
willen doen en is het er bij ingeschoten?
Het kan nog steeds. Het nummer is nog
steeds 319082 t.n.v. Kath. Nat. Stichting
„De Zonnebloem", Breda. En dan op
het strookje „Steunzender Zonzij". En
nu praten wij er beslist niet meer over,
omdat we weten, dat als u ook maar
even in staat geweest was, om iets te
geven, dit ook gedaan zou hebben. Dus
nu voor het laatst: „Laat er iets van
uitgaan".
Persoonlijk vinden wij de vrijdag al
tijd ietwat feestelijk. We zouden niet
kunnen omschrijven waarom of waar
door, maar wij voelen het altijd zo. Mis
schien, omdat het weekend reeds in de
baklucht hangt? Of zou het komen, door
dat degenen, die een weeksalaris genie
ten, dit vrijdags krijgen uitbetaald, het
geen onwillekeurig zijn weerslag vindt,
op degenen, die een maandsalaris ont
vangen?
Week en maand, ook al van die dingen,
uitgevonden, om de illusie te wekken de
tijd te kunnen bijhouden. „Hoeveel sne
den snijdt men van een heel brood?"
was een raadsel, dat onze grootmoeder
ons vroeger met veel plezier placht op
te geven. Om haar een plezier te doen
raadden we iedere keer zo rond de vijf
entwintig en iedere keer kwam dan
weer het antwoord: „Nee, want als er
een snee af is, is het geen heel brood
meer". Vroeger hebben we altijd met
haar meegelachen, maar later zijn we
bij deze soms afschuwelijke, soms ge
ruststellende wijsheid, stil geworden.
Als de mensen gemiddeld rond de 70
jaar leven, leven ze dan inderdaad 70
jaar of zijn ze spoedig uitgeleefd, om
verder geleefd te worden? Wat doet men
in zijn vrij te besteden tijd? Zingt men
op een koor, of zinkt men in het niet?
Speelt men toneel of speelt men roulet
te? Ligt men in of licht men op? Koes
tert men een wens of koestert men een
mens? Rookt men of stookt men? Leest
men Bomans of romans of iemand de
les? Kaart men of staart men? Luis
tert men of fluistert men? Of doet men
niets en wacht men de hele vrijdag
avond op de
hoewel we feitelijk nog niet over de
dinsdag zijn uitgepraat? Is het daarom,
dat wij ons nu reeds verheugen op de
komende vakantie, een veertien dagen
lange tijd, waarin we ons niets van de
tijd behoeven aan te trekken. Veertien
dagen lang duurt onze vakantie; nee
we zeggen het verkeerd: veertien da
gen lang zal onze vakantie duren, maar
slechts één tel hebben wij de volle veer
tien dagen vakantie, waar wij recht op
hebben.
Is het nog geen tijd, om naar de donder
dag over te gaan? O nee, de tijd geeft
ons nog even gelegenheid om een paar
woensdagse nieuwtjes uit het geheel te
lichten.
Minister Suurhoff heeft ook last met
de tijd. De leden van de Eerste Kamer
zijn van mening, dat het veel te lang
duurt, eer er besluiten vallen o. a. t. a. v.
nieuwe loonregelingen. Volgens de heer
Van Wingerden (P. v. d. A.) wordt de
stemming onder de werknemers gron
dig verpest; niet zo parlementair uit
gedrukt dus, maar wel duidelijk. Alle
boontjes, die om hun loontje komen,
worden op „Sociale zaken" in de week
gezet; op het vuur komen ze echter
niet. Op de „Suurhoffelijke" behande
ling wordt weinig prijs gesteld; de
bouwvakkers willen spijkers met kop
pen, de spoorwegmensen willen van het
en op de wekelijkse uitsmijter, die dit
maal komt aangonzen, rond de lees-
lamp, in de vorm van een botanicus.
Zeg nu niet „nou is de boot aan",
maar luister liever naar het verzoek van
die hommel, dat deze u stelt onder het
motto: „Onbeleefd doch dringend":
In Hoedekenskerke woont een Hom
mel,
Die planten opspaart in een trommel.
Hij is dit ding nu bij Stavoren
Van achter op de fiets verloren.
Op het blik staat slechts vermeld:
Eén gulden vijftig statiegeld.
Dan Is het hier en daar wat kaal.
Maar verder is het heel normaal.
Mocht U dit blije mijn beste vrinden.
Vandaag of morgen misschien vinden,
Blijf af!! van die plantjes met ie
vlerken
En stuur ze op naar Hoedekenskerke.
Wees wijs en adresseer de bus
Aan hommelus botanicus.
van de Mapro-spiraal"
geeft U de zekerheid K
dat Uwgordijnen
onberispelijk strak hangen,
zonder moeilijkheden met -doorsteken.
De geoctrooieerde gordijnspiraal
MAPRO N.V 't HERTOGENBOSCH