Begroef Goering goudschat in
Beierse rotsen bij Veldenstein?
PUZZEL
m 3D
mm**
P.. a sa
m m m ,m M
m mif
p m m b
s m m m 'm
m m m m e
m
s ira, m
53 s§ m m
VOOR OOfiG
23 april 1625:
Preëmptief bieden
CIJFERPUZZEL No. 64
ONZE DAGELIJKSE
HET GRABBELTONNETJE
BRIDGERUBRIEK
4o
3
A
^ilcle geruchten over kostbaarheden
in ..Bismarck-schacht''
m H
2 m rn^rn w
m m x m
WÊ s
Mi
m m *A I
m p p m
m i
Mouringh was te koy ekropen
En den endeloose slaep
Had syn wacker oogh beslopen
Ee
+7
180
9
+6
0
18
1ö5
128
16 0
+16
+21
•c
iiJH
Nazi-erfenis aan goud en edelstenen
i
m hp mm gm
w.
5
mÊ
w m w. M M
Nieu w poort
Palamédes
Maurits' dood
Welk spreekwoord
3581
(53090
5100
2301
12
i-n
9
8
H
H
1
ZATERDAG 19 \PRTL 195G
Geruchten
Geluksridders
Ook kenners zochten
Systematisch onderzoek
7'
Oplossing van gisteren:
mm. mm
m *vaFP Hl
■m ɧ4l#ii I m
mu> A W
-JU Mm
35
-H J
mm
vM -'M
L JSSIW» W».
vb. w».
ist
'ièr
m <ap
m gaf
m
'f m
beantwoordt aan deZe
omschrijving?
eA
'4
35
-
1
5
7
3
5
8
1
1
6
9
9
l
7
1
1
8
2
1
8
1
2
1
3
8
2
5
2
1
7
O
l
8
1
1
1
7
3
1
h".
tij- 4e
vt-Si
a".<
V,
(Van onze correspondent)
Bonn, april.
Van dc voormalige rijksmaarschalk
Herman Goering is bekend, dat hij zijn ho
ge positie graag gebruikte voor het be
reiken van privédoeleindcn. Hjj had een
zeer uitgesproken voorkeur voor kostbaar
heden: schilderijen van oude meesters,
oosterse tapijten, antieke en moderne gou
den en platina sieraden en kostbare edel
stenen, briljanten en zo meer. Na de in
eenstorting van het Derde Rijk werden
veel van deze kostbaarheden opgespoord
en in veiligheid gebracht, waarbij de be
zettende machten de leiding in handen
hadden. Menig stuk is daarbij overge
bracht naar landen over het grote water
en niet altijd op legale manier. Hiervan
getuige bepaalde processen.
Wanneer een zo pronkzuchtig man als
Goering de ineenstorting heeft voorzien,
dan is het ook waarschijnlijk, dat hij heeft
geprobeerd zijn kostbaarheden te redden
om, ondanks het gewone leven, dat hem
wachtte, toch in een zekere praal verder
te kunnen leven.
Het zou dan ook niet verwonderlijk zijn.
wanneer Goering, die zich tegen het einde
van het derde rijk op de burcht „Velden
stein" bij Königstein-Neühaus in de Ober-
pfalz (Beieren) had teruggetrokken, in de
nabijheid van deze burcht een grote schat
aan goud op een geheime plek had ver
borgen. „In de nabijheid", dat betekent:
in de labyrint-achtige holen, die als de
..Bismarck-schacht" bekend staan. Deze
holen bestaan uit twee etages en de kron
kelgangen met hun talrijke zijtakken zijn
zeven kilometer lang.
In ieder geval gaan er in de streek
over deze schacht, sedert 1945, de
meest wilde geruchten. Men beweert,
dat Goering de SS-ers van zijn persoon
lijke lijfwacht destijds met het transport
van de schat heeft belast.
Het is duidelijk, dat men voorshands
niet aanneemt, dat deze SS-ers, die de
plaats, waar de schat werd verborgen,
kenden, zich over de kostbaarheden ont
fermd hebben, voordat zij als burgers de
dienst hadden verlaten en in de naamloos
heid van de volksmassa waren terugge
keerd.
Het schijnt langzamerhand echter niet
meer zo zeker te zijn, dat er inderdaad
een Goering-schat, zorgvuldig ingepakt in
oliepapier, karton, wol en ingevette doe
ken, in tegen het weer bestande kisten in
de Bismarck-schacht werd verstopt. De ve
le geluksridders, die zich sedert 1945 op
hun eigen houtje, dikwijls met gevaar voor
eigen leven, in de holen waagden om de
sprookjesachtige schat te vinden, kwamen
weliswaar geheel uitgeput weer boven de
grond, maar van de kostbaarheden ont
dekten zij niet het geringste spoor. Zij ga
ven vergeefs hun goede geld uit aan zak
lantaarns, fakkels, kaarsen en drooglijnen
(waarmee zij de weg. die zij gingen, mar
keerden).
Ook kenners echter van deze spelonken
beproefden hun geluk. Kurt KassmantT
(uit Bamberg), onderzocht samen met
twee andere mannen, de onderaardse ho
len en gangen. Zij waren uitgerust met
stalen ladders, kabels, schijnwerpers, tele
foons en andere moderne hulpmiddelen,
maar ook zij vonden niet het geringste
spoor van een verborgen schat in de drie
dagen, die zij in het binnenste der aarde
doorbrachten.
Weliswaar zijn drie dagen zoeken niet
voldoende om de zo uitgebreide spelonken
en holen volledig te onderzoeken, terwijl
de schat ook in de kalkrotsen ingemetseld
kan zijn. Daarom wordt het zoeken dan
ook niet opgegeven, maar zelfs systemati-
cher doorgevoerd.
Eerst wil men de onderaardse gangen
uitmeten. De staat zal dit werk zelfs met
een financiële bijdrage steunen. Een spe
lonkkenner, de heer Zaunik uit Muggen-
dorf, dio deze door de natuur gevormde
rotsmassa's kent alsof het zijn broekzak
was, zal de meting verrichten. Daarna zal
een kleine ter zake kundige expeditie wor
den gevormd, die aan de hand van het
meetplan de gewelven centimeter voor
centimeter zal afzoeken met mijnenvegers-
instrumenten.
Men verwacht dan, dat of deze expe-
tie resultaat zal opleveren, óf dat blijken
zal, dat er in de Bismarck-schacht nooit
een Goering-schat verborgen is geweest. I
dien de schat echter is gestolen, zal men
zeker sporen vinden van deze roof.
HORIZONTAAL; 1. rivier in België, 6.
zeediertje. 11. niet vast, 12. meisjesnaam.
14. soort, 15. water in Friesland, 17. vogel.
19 lengtemaat, 20 jongensnaam. 22 deel
van het kippenhok, 23. rivier in Neder
land, 25 watering. 26 jongensnaam. 29
plaats in Limburg 31. geheel de uwe
(Fr.) 32. hoofddeksel, 34 Duits lidwoord.
35. rivier (Spaans). 37. evenwichtig, 40.
voetbalvereniging. 42 stofmaat, 43 bouw
kundig ingenieur (afk.). 44. meisjesnaam,
46. aanwezig. 49. ter attentie van (afk.).
51 meisjesnaam, 53 insekt, 54 groet, 56
soort zang, 59. hekel, 61. afgemat. 62. hert,
64. pret, 65. nauw, 66. maanstand, 68.
zacht. 71 voedsel, 72 insektk, 74 ontken
ning, 75. vogel, 77. treffend, 78. in het
oog vallend.
VERTICAAL: 1. roofvogel, 2. welwillen
de lezer (Lat. afk.), 3. groente, 4. verlaag
de toon. 5. roemen, 6. kleur. 7. onder het
nodige voorbehoud (Lat. afk.), 8. drink
gerei. 9. spil, 10. muziekterm. 13. titel, 16.
lidwoord, 17. onb. voornaamw., 18. vo
geleigenschap, 19 bijwoord, 21 jongens
naam, 22 steenmassa, 24 deel van de hals,
25 meisjesnaam, 27 onder anderen (afk.).
28 stremsel, 30 Chinese maat, 32 schilder
gerei, 33 rivier in Italië. 36 zij
rivier van de Donau. 38 voor
zetsel. 39 Duits lidwoord. 41 spoedig, 44
plaats in Nederland. 45 titel. 46 stel, 47
zangnoot, 48 wat -gesproken wordt, 4a
hoofd (Fr.), 50 keukengerei, 52 voorzetsel,
55 titel. 57 familielid, 58 Europeaan, 59
vod, 6o ouderwets lidwoord, 63 vogel, 64
grondsoort, 67 onvruchtbaar, 69 lidwoord,
70 klein baardje. 72 pers. voornaamw., 73
voorzetsel, 75 vreemde munt. 76 familielid.
HORIZONTAAL: 1 verzadigd. 8 a.t.o.,
10 orgel, 11 Erica, 12 fel, 14 mild, 17 Etna,
19 on, 20 o.k., 21 op. 22 eg. 23 naar, 26 eter,
28 gom, 30 immer, 31 arena, 32 aar, 34 ver
sieren.
VERTICAAL: 2 engel, 3 zalf. 4 at, 5 doel
6 grint, 7 volmondig, 9 paragraaf, 13 ei, 15
Ina, 16 dor, 17 Epe, 18 nee, 24 armoe, 25
zo. 27 trede. 28 gras, 29 mare, 33 ai.
Schaakredacteur P. A. KOETSHEID,
Huize St.-Bernardus. Sassenheim.
Zaterdag 19 april.
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK.
Deze keer bepalen wij ons weer tot
twee problemen, beide tweezetten. Eerste
publikaties ontvangen wij de laatste tijd
zeer weinig. We herinneren onze mede
werkers er nog eens aan, dat hun bijdra
gen bij ons steeds een welkom onthaal
vinden.
Nu iets over beide problemen van deze
week.
No. 7679 is een gedurfd probleem. De
auteur merkte ons op „een gewaagde
opgave", waarmede we volmondig kun
nen instemmen. De oplosser zal er mis
schien vreemd van opkijken, wat de
auteur zich hier heeft gepermitteerd.
Bij no. 7680 zullen sommigen misschien
menen, dat hier drie zetten ais sleutelzet
in aanmerking komen. De nauwkeurige
lezer echter zal de tegenzet van zwart
wel vinden, waardoor er slechts een weg
tot het doel leidt. Het bezit ook zeer goe
de varianten.
PROBLEEMOPLOSSINGEN.
No. 7671. J. Haring. Opl. 1. Le5—d6
dreiging 2. Pf7h6tt Dat de auteur met
deze opgave verschillende oplossers om
de tuin zou leiden, was te verwachten,
zijn opzet is goed geslaagd..
Op 1. Lg7: volgt eenvoudig 1Kf4!
en op 1. Db5 of 1. Dc6 is 1Pd6 een
afdoend antwoord, hierna wordt Pf7 ge
pend. Van de plaatsing van de w. K. Is
hier keurig gebruik gemaakt.
No. 7672. L. Scotti en P. Monreal. Opl.
1 Pf3—el dr. 2. Dfl—d3:ff.
No. 7673. P. A. Koetsheid. Opl. 1. Dh4—
a4 dreiging 2. Pg6f4ft. 1. Df4 faalt door
1. De6:; en 1. Df6 door 1Kd4.
GOEDE OPLOSSINGEN.
Deze drie problemen werden goed op
gelost door P. M. Dekker, Rotterdam;
Th. K. J. Deuling, Den Haag; Joh. Ko-
nings, Oudenbosch; C. Lutz Gouda; Paul
Raschdorf, Hannover; G. G. Smit, Schie
dam; W. Stam, Rotterdam; C. v. d. Wei
de, Rotterdam.
No. 7671 en no. 7672 door A. C. Nun-
nink, Voorburg; P. J. M. v. d. Maarel,
Overschie; F. Pijls, Maasbracht.
No. 7672 en no. 7673 door John Auping,
Joppe; dr. R. Bromberg, Roermond; B
Kouwenhoven, Rotterdam; J. C. F. Schij-
vens, Hilvarenbeek.
No. 7672 door George Auping, Joppe; H
J. van Galen, Rotterdam; W. H. Haring,
Schipluiden; L. Tielemans, Maastricht.
No. 7679.
J. HARING. DEN HAAG.
Eerste plaatsing.
Mat in 2 zetten.
Wfo WW.
Wit wint hier door 3430 (of 3127),
35X24 (of 22X31); 2. 31—27 (of 34—30),
22X31 (of 35X24); 3. 28—23, 19X37; 4. 38—32
37X28; 5. 33X11. Thans moet zwart meer-
slag nemen, waardoor wit gelegenheid
krijgt schijf 11 op 7 te offeren. Zwart dus
24X44; 6 11—7!, 1X12; 7. 43—39, 44X33;
8. 42—38, 33X42; 9. 48X10, 4X15 en 10.
25X3.
Voor de Russische meesters was deze
combinatie waarschijnlijk geheel nieuw.
Niettemin publiceerde ik dezelfde slag
reeds in het april-nummer van het jaar
1923 van „Het Damspel", het officieel or
gaan van de Kon. Ned. Dambond, in de
volgende stand:
Stand no. 4067
G. J. A. VAN DAM
Stand no. 4069
KOEPERMAN
No. 7680.
A. ELLERMAN.
Die Schwalbe. sept. 1957.
Mat in 2 zetten.
VWW, m,
No. 3109. 19 april 1958
Redacteur: G. J. A. VAN DAM
Vossiusstraat 18, Amsterdam-Z.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel
voor antwoord insluiten.
DE „CHALLENGE MONDIAL"
Maandag 21 april vangt te Rotterdam de
voorwedstrijd aan tussen de vertegen
woordigers van België, Frankrijk, Neder
land en Rusland, die zijn afgevaardigd
voor de strijd, welke de eerstaankomende
het recht zal geven de tegenwoordige we
reldkampioen, Marcel Deslauriers (Cana
da), het volgend jaar uit te dagen.
Het is voor het éérst in de geschiedenis
van het damspel, dat Rusland in een in
ternationaal toernooi is vertegenwoordigd.
Rusland is lid van de „Fédération Mon
diale du Jeu de Dames" en wel met een
officieel aangemeld „club-spelers-totaal"
van30.000. Dat scheen men voorlopig
voldoende te vinden. Bekend is echter-
dat Rusland geen 30.000 maar waarschijn
lijk meer dan 100.000 clubdammers bezit.
In alle regionen van dit uitgestrekte land
wordt intensief het damspel beoefend en
belangrijke wedstrijden in alle delen van
de Verenigde Sovjet Republieken worden
als het ware „aan de lopende band" geor
ganiseerd.
Hierdoor is het begrijpelijk dat de ver
wachtingen hoog gespannen zijn en men
met grote belangstelling de verrichtingen
van de door Rusland afgevaardigde groot
meester M. I. Koeperman tegemoet ziet.
Koeperman heeft vooral gedurende de
laatste paar jaar bijna ononderbroken aan
«11e grote wedstrijden in Rusland deel
genomen envoor zover mij bekend,
deze ook alle gewonnen!
Het was onze oud-wereldkampioen B.
Springer, die enige jaren geleden voor het
eerst met de spelkennis van de Russische
meesters werd geconfronteerd toen hij
deelnam aan een trainingstoernooi. dat in
Moskou werd gespeeld. Thans zullen an
dere dammeesters van de westerse wereld
in staat zijn. en op eigen terrein, hun
krachten met de Russische vertegenwoor
diger te meten. Dat Koeperman de sterk
ste troef van Rusland is staat wel vast.
Toch zijn er behalve hun kampioen nog
tientallen andere Russische meesters, die
maar meel weinig met Koeperman in
kracht verschillen.
Het westen hoorde pas enige jaren ge
leden van Koeperman's prestaties en het
was ook in die periode (1955), dat onder
staande „praktische combinatie" van hem
in de dampers circuleerde:
M. I. KOEPERMAN
ti//// '/"//A/
Zw. 1, 4. 9, 13, 14, 16- 17, 19—22, 35.
Wit 25, 28, 29, 31, 32, 33, 34, 38, 39, 42,
43, 48. Wit> aan zet, wint. (1955).
Zw. 2, 7, 9, 12—15. 17, 19—22, 35. Wit 25,
28, 29, 31—34, 38, 39, 43, 45, 47, 48. (H. D.
1923).
Hier wint wit door 34—30 3127, 28—23
3832 33X11, tot zover nog geheel gelijk
aan Koeperman's ontwikkeling; nu speel
de ik echter hier de tempo 4742 inplaats
van 117, daarna weer gevolgd door de
zelfde zettenreeks als in de stand van
Koeperman, nl. 43—39, 42—38, 48X10 en
25X3.
Na tweeëndertig jaar vindt Koeperman
dus dezelfde praktische combinatie en
brengt daarin tevens nog een nieuwe fi
nesse aan, namelijk de meerslag bij de
zet 11—7!
Een klein bewijs, dat de Russen het
damspel werkelijk in alle finesses aan
het bestuderen zijn en zij, op hun beurt,
thans mogelijkheden en combinaties ont
dekken, die voor ons al „oude koek" zijn.
Ongetwijfeld zullen zij thans in de toe
komst het spel nog met vele nieuwe vond
sten gaan verrijken.
Dat Koeperman zeer diepe combinaties
ziet en voor het bord weet te berekenen,
blijkt nog uit de volgende twee partij
fragmenten.
Stand no. 4068
KOEPERMAN
KORCHOW
Zw. 3, 4, 6, 8—16, 19. 21, 23, 24. 26. Wit
25, 27, 28, 30, 3235, 3745. Zwart aan zet.
Koeperman won hier zeer fraai door
1. 24—29; 2. 33X24, 1520; 3. 24X15, 23—29;
4. 34X23, 26—31; 5. 37X17. 11X33; 6. 39X28
(gedw., op 38X29, 14X48, 41—37, 48X34,
40X29, 1621 enz. met winnende door
braak), 16—21: 7. 27X16, 6—11; 8. 16X18,
13X33; 9. 38X29, 19X50!
'Si
I--' m m
POMIERANJETS
Zw. 1, 3, 6—9, 13—15, 18. 22, 23, 27, 35.
Wit 24—26, 31, 36, 38, 39, 41—45, 47, 49. Wit
aan zet.
Wit had berekend, dat 1. 3933 goede
kansen gaf. Zwart mag nu namelijk niet
spelen 23—29, wegens 25—20!, 14X25, 24—19
13X24. 33—28, 22X33, 31X11, 6X17, 4339
enz. met winst. Ook mocht zwart niet
spelen 7—12 wegens 33—29, 23X34, 24—20,
15X24, 44—40, 35X44, 49X20 en een ver
nietigende doorbraak is niet te keren.
Na wit's 3933 antwoordde Koeperman
echter: 22—28!; 2. 33X22 (gedw.), 23—28;
3. 22X33, 18—23; 4. 31X22, 13—19! 5. 24XH,
6X46 en won!
irnxm
vtouo
8
Seneka,
en ongena j.
it in \7ilf „nS
Veroordeelt als een
Door Nrnoos haet
Een groot hekeldicht in vijf
ven, de Palamédes, stelde verV'
„onder de schorsse" ener G:-'<senl(io"
torie, de heerszucht van Agah16 n!'
/7\/r.,„n V
IF
en de snoodheid van vaS(
predikanten) aah de
(Maurits)
ches (de
en riep het medelijden in voor
médes, onschuldig veroordeeld-
pal'-
Tenslotte verscheen
„Dit 's Grootvaar, van wiens
i':
op Barnev^
Aldus Constantijn I-Iuygens in zijn
mooiste gedicht, de bekende „Scheeps-
praet ten overlijden '-an Prins Mau-
ritz". Bij een zeevarend volk als het
onze, sloeg deze beeldspraak gemak
kelijk in.
Hij, die „de vrije schepen van de
sevenlandtsche buert (de zeven Ned.
gewesten) vëertigh jaeren onbegre
pen (onberispelijk) onbekropen (niet
in 't nauw gedreven) had gestuert,
Mouringh, schipper sonder wëergae,
ovi 'eed de 23e april 1625 te 's-Graven-
hage.
Het ligt niet op onze weg om ziin
figuur ten voeten uit te tekenen; we
willen maar enkele bijzonderheden uit
zijn veelbewogen leven vertellen.
Zouden we de schooljeugd naar Mau
rits' bekendste wapenfeit vragen, tien
tegen één, dat we ten antwoord zou
den krijgen: „1600, slag bij Nieuw-
poort". Dat is zo een van de we' lige
jaartallen, die er nooit meer uitgaan.
De v 'dheer zelf zou het met dat oor
deel stellig niet eens zijn. De herinne
ring aan de moeizaam, eerst tegen het
vallen van de avond bevochten zege
praal, kon hem bitter stemmen, Bar-
nevelt en de Staten hadden die tocht
doorgedreven, eigenlijk met de bedoe
ling: te stoten naar het roofnest der
drieste kapers, Duinkerken. Met zicht
bare tegenzin voldeed Maurits aan het
bevel der „langrokken", het lc„k hem
alles veel te gewaagd. Trouwens,
Nieuwpoort kon niet eens genomen
worden. Tot teleurstelling zijner last
gevers scheepte de aanvoerder zijn
mannen te Oostende in voor de thuis
reis.
Honderd vaandels vormden de buit,
hetgeen niet wegnam, dat „Mouringh"
de „langrokken" toesnauwde „dat de
heren Staten en mijnheer Van Olden-
barnevelt in het bijzonder hem en het
leger op de slachtbank hadden ge
voerd, waarvan God alleen hen had
gered". Professor Westendorp tekent
hierbij aan: „Maurits' verhouding tot
Oldenbarnevelt, die oorspronkelijk uit
stekend was, werd er niet vriendschap-
pelijker door", een verwijdering, die
een twintigtal jaren later zou voeren,
tot de betreurenswaardige onthoofding
van de grote Staatsman.
Neen, Maurits' verdiensten li<*nen
niet bij Nieuwpoort, maar in wat ge
noemd is: de renaissance te velde!
Dr. Mulder noemt het: een radicale
opstanding teipidden van vagebonden,
verroeste wapenen en verouderde sys
temen. Maurits en zijn bloedverwant,
de Friese -tadhouder Willem Lodewiik,
beiden opgevoed aan de Calvinistische
hogeschool te I-Ieidelberg, hebben een
nieuwe krijgskunde in het leven ge
roepen, die zij menigmaal op gelukki
ge wijze konden toepassen.
We schreven: vagebonden, inder
daad, want de in andere landen ge
huurde sr'daten Nederlanders wer
den in die dagen niet graag soldaat
waren nu niet bepaald van goeden
huize en bestonden uit een allegaartje
van leeglopers, drinkebroers en lui
wammesen, die vochten als ze soldij
kregen en die het land afstroopten
wanneer ze die niet kregen. Sommi
gen konden met geen geweer over
weg en wisten niet eens wat marche
ren was.
Maurits bracht orde in de chaos,
discipline, tucht. Nu, er kwam in die
dagen heel wat kijken m één loden
of ijzeren „knikker" af te schieten.
Frater Claassen heeft er plaatjes over
in zijn geschiedeniswerk: vóór het la
den eerst de pan schoon blazen; het
musket links op d.e grond zetten; kruit
uit het kruitbusje in de pan doen;
kruit in de loop doen; een kogel uit de
„mate" nemen en door de loop in de
pan doen; lont aansteken en bij de
pan brengen: musket op de gaffel of
de vork leggen en mikken; schieten!
Tegenwoordig gaat dat alles wel een
tikje v'.u""er. Maar Maurits wist zijn
mannen tot een model-leger te vor
men, een der beste van Europa, dat
vreemde generaals een lesje kon ge
ven. Zijn: „Wapenhandelinghe" met
de gravures van Jacob de Gheijn wordt
in het Rijksrr'-seum bewaard.
Maurits heeft uitgeblonken als
grootste krijgsheld van zijn tijd.
de
:tf>
Het is genoegzaam en algemeen be
kend. dat mede door toedoen van
Maurits de dertiende mei 1619 een der
grootste staatslieden, die ons land ooit
heeft gekend, Johan van Oldenbarne
velt, werd onthoofd, al moet men me
nen, dat de stadhouder te goeder
trouw handelde. Prof. Van Hamel stelt,
dat Barnevelt werd gevonnist, omdat
hij bij de uitoefening van zijn ambt
was ingegaan tegen de nieuwe, cen
trale machtsvormen, welke hij in de
provincies om zich zag heengrijpen;
hij had aldus verzuchtte hij voor
zijn partijdige rechters in zijn jonge
jaren andere grondregels van staats
inrichting geleerd.
Een uiterst bezadigd historicus als
Blok heeft de executie als „een ge
rechtelijke moord" gebrandmerkt.
Twee zoons van de Landsadvocaat
sloegen toe: Reinier van Groeneveld,
de oudste, in 1619 ontslagen als luite
nant-houtvester van Holland en de
jongste, Willem van Stoutenburg, ge
wezen gouverneur van Bergen op
Zoom. De samenzwering was stunte
lig in eikaar gezet en werd verijdeld.
Groeneveld, de minst schuldige, boet
te de misdaad met zijn leven. Stouten
burg ontsnapte. De hoogbejaarde vrou
we van Barnevelt ging bij Maurits om
genade smeken voor haar schuldige
zoon; voor haar man had zij dat niet
gedaan; op hem rustte, naer haer hei
ligste overtuiging, geen schuld.
Maurits kon de grootmoedigheid niet
opbrengen de bejaarde moeder terwil-
le te zijn; Hij ontving haar koel, maar
beleefd.
Een aanslag die wel raak was, kwam
uit een heel andere hoek: Vondel nam
het voor Barnevelt op! Zijn breed,
machtig talent vereêuwigde de Lands
advocaat in de,, Geuse-Vesper („Avond
klokje voor de Geuzen") voor de vier-
en-twintigh": het stel bevooroordeelde
rechters:
„Had hij Hollant dan gedragen
Onder 't hart,
Tot zijn afgeleefde dagen
Met veel smart..
Niemant kan de wellen stoppen
Van die Moort.."
Een ander, lyrisch gedicht was het
onvergelijkelijke: „Stockske van Ol
denbarnevelt, vader des vaderlants".
„O Stock en stut, die geen verrader
Maer 's vrij doms stut en Hollants
Vader
Gestut hebt,- op dat wreet schavot,
Toen hij voor 't bloedigh zwaert
most knielen.
geen eeuwen zullen vijS
Zijn vijand dronk de dood aa°
zijn onschuldig bloed"
Elders heet het, dat „M-
's Lants Voorspraak met desen
steen den mont had gestopt"-
„Dit was de zwarte nasleep (jt
den noodlottigen dag, waarop V,
denbarnevelt het leven liet"-
Boudier Bakker). |f
Op het stadhouderlijk kwartiefftï
Den Haag overleed de prins aa?evfê|1
leverkwaal. Zijn particuliere
had in brede kringen zeer vee' X
stoot gewekt. „Aan zijn hof
een ruw-militaire geest en losba*y
heid". Zijn laatste toevlucht waStei
die hij, naar zijn juiste beke1} ,,-i
„grotelijks geoffenseerd had, en P;
Hem bidden, dat Hij mij oprecn
rouw wil geven, nog groter "a
hebbe"
v.
!^a0
t V
1. Vertrouwelijke omgang rn^-pe'
teren wil nogal eens verkeerd ui'1 J
2. Vaak handelt iemand uit een s
gevoel van rechtvaardigheid, doCa |t-'
om zich persoonlijk te bevoor
Men zegt dan
3. Hij doet in het geheim kwaa
gen.
4. Alle waar is naar haar
zuinigheid bedriegt dikwijls de
heid. ft
5. Iets terstond ter hand nem®n'
niet uitstellen. „gd'"
6. Zich in grote verlegenheid
den, geen uitkomst zien.
7. Iets in zijn opkomst al ve
gen. W
8. De onbekwaamsten sprekeP
wijls het luidst. v'
9. Dit is geheel overbodig en
oorzaakt alleen maar last.
10. Hij voelt zich daar niet
meer, het wordt er te gevaar' jX
11. Wie zich het dichtst bij eep t
van goede dingen bevindt, ge°
het meeste voordeel van. jfi'
12. Waar geen dwang heerst,
(dikwijls) gelukkig. n(/
13. Men kan toch wel verg®g V
zijn, al heeft men niet het hoogs
reikt p
14. De nood is tot het hoogs'e
stegen. dr0t«'
15. Vele kleintjes maken een s'
Oplossing volgende keer.
Heel, heel lang geleden maakten
Onze Lieve Heer en Sint-Pieter sa
men een wandelingetje over de aarde.
Al pratende kregen zij dorst en hon
ger, maar gelukkig, Sint-Pieter zag
in de verte een huisje en daar zou
wel wat te vinden zijn. „Kunnen we
misschien iets te eten en te drinken
krijgen?" vroeg hij aan het oude
vrouwtje, dat het hutje bewoonde.
„Drinken met plezier, goede man,
maar eten zal niet zo makkelijk gaan.
Ik zal dan eerst een brood moeten
bakken"! „Goed" antwoordde Sint-
Pieter „dan komen we over ean uurtje
terug"! Nadat de beide wandelaars
een kroes helder bronwater hadden
gedronken, verlieten ze het huisje.
Het oude vrouwtje maakte deeg
klaar voor twee broden en liet het rii-
zen in de trog. Na een tijdje ging ze
eens kijken. Het deeg, dat voor de
wandelaars was, bleek veel hoger ge
rezen dan wat ze voor zichzelf
had bestemd. Ze schoof beide degen
in de oven. Opnieuw stond ze ver
baasd: na een half uur was het brood
voor de vreemdelingen knappend bruin
en geurig, het andere leek meer op
een homp houtskool. „Dat is ,-reemd"
zei het vrouwtje. „Ik zal dit mislukte
baksel aan die twee mannen geven;
het lekkerste stop ik weg voor mezelf.
>eidi
was ze aan de bakplaat geklea„eK.;
leen een oud hoofdje, met ste yi
kleine
En zo zijn de schildpadden aa eP
tegenwoordige gedaante ge'
Onder preëmptief-bieden verstaat men
hoog openen (bieden) op een betrekkelijk
zwak spel met een zeer lange kleur. In
de praktijk is bewezen, dat deze biedingen
het de tegenpartij vaak lastig plegen te
maken; in de internationale toernooien
worden ze dan ook veelvuldig gebruikt.
Een vrij algemeen aanvaard principe is,
dat een openingsbod van 3 klaveren of 3
ruiten een lange kleur aangeeft, die ech
ter niet geheel solide is (dus er ont
breken honneurs aan), terwijl de bieder
in de hoge kleuren en Q?) weinig
of niets bezit. Dit laatste, om de partner
elke illusie over 4 schoppen of 4 harten
te ontnemen.
Hieronder een spel uit het wereld
kampioenschap tussen Italië en de Ver-
Staten:
H B 10 9
g? A V 9 8 5
O 7 4
*62
8 4
7 4
O V 3 2
A V B 9 7
V 5 3
g? 10 6
O A H B 10
9 8
H 10
A 7 6 2
C H B 3 2
<>6 5
*853
Zuid was gever, niemand kwetsbaar.
Toen de Italianen de OW-kaarten han
teerden, ging het bieden: zuid pas, west,
pas. noord 1 harten, oost 2 ruiten, zuid 2
harten, west 3 klaveren, noord pas, oos'
ruiten, zuid 3 harten, west pas, noord
pas, oost 4 klaveren, allen passen.
Na dit biedverloop was het tegenspel
niet moeilijk: noord begon met C-aas ofi
speelde g? na, die zuid nam. Hierna
speelde zuid *-aas en na zodat OW
één down gingen.
Let u nu eens op het effect van een
openings-driebod door west. Het bieden
aan de andere tafel (Amerika OW) gmg:
zuid pas, west 3 klaveren, noord pas. oost
pas, zuid pas. NZ kreeg hier niet de ge
legenheid aan het bieden deel te nemen.
Had noord na het 3-klaverenbod wel g
boden, b.v. 3 harten, dan had zuid er
ongetwijfeld 4 harten van gemaakt en
waren NZ dus te hoog gekomen, daar ook
zij 4 slagen te verliezen hebben.
Maar niet alleen in het bieden, ook in
het spelen bleef het 3-bod niet zonder
gevolgen. Noord moest nl. uitkomen en
koos 7; hierna was het eenvoudig voor
west om 12 slagen te maken, nl. 6 slagen
in en 6 slagen in
In principe was noords uitkomst slecht.
Tegen een hoog openingsbod moet men
van een sterke kleur afspelen als
regel is het zelfs zeer goed met een
aas uit te komen. Als men dat niet doet,
ziet men wat er gebeuren kan in het
bovenstaande spel.
Theoretisch had noord dus met of C?
moeten uitkomen; de praktijk zou de
theorie hier geheel gedekt hebben, want
bij een uitkomst in één dezer kleuren
hadden NZ 3 overslagen verhinderd.
MIMIR.
De oplossing van no. 63 is
32
290
252
81
280
WQ
32.
1200
3102
8?£>
-H2
20
229
+9
1-12
1-3
tl 2
HO
89
een ononderbroken rij in
richting gelijk is aan het getal,
staat en in verticale richting
getal dat boven staat. y
Staat er evenwel een plustek" js p
voor het aangegeven getal, da11 ^0
niet het -produkt, maar de sou1
in te vullen cjjfers.
De oplossing moet geschieden door in
vulling van een der cijfers 0 t/m 9 zo
danig, dat bet produkt van de cijfers in
Tl V
Staan er twee getallen in
dan heeft het bovenste betrekki"" gp
uau lieert "et uoverisie uetieir.--
horizontale rij en het onderste
ifli
verticale rij.
Oplossingen kunnen worden
den tot donderdagmiddag. Er. z
prijzen van 2.50 beschikbaar.
„aSf' t
Deze week gaan de prijzen "5^1 I
Petterson, Olmendaal 77 Rotter",
J. H. Nuyten Franklin Roose^1f
Breda; J. A. Merk, Palestrin^e#
Utrecht; J. Lampe, Bolewar®
Sneek. Postwisseltje wordt 6ez°r
Als ze heerlijk brood willen i'r
te ze maar naar rijkere mense
ik gaan".
Ze plaatste de bakplaat met he,jj "i
brood op de vloer. „Nu moet v r,
trog over me heen doen Am1'^
ze tot haar kleindochtertje. <Ae f
twee mannen terugkomen, zet 1 (C,
dat donkere brood voor, niet
„En lieve kind, heeft je gr°®#,
der een boterhammetje voor on» t
gezet?" vroeg Sint-Pieter bij z
rugkomst. J
„Hier is uw brood" zei het
en wees naar het stuk houtsko"tX
„Dat ziet er niet erg smakeltI
vond Sint-Pieter. „Is ze niet f
„Nee, ze is weg"! „Dan
bleven waar ze nu is", vond S1' jie
ter en verliet met Onze Liev
het weinig gastvrije huisje. g t
Kom maar te voorschijn, oP° j
zijn weg" riep het kind. nc n
Maar haar opoe kon niet.
zat om haar vastgegroeid!
oogjes keek onder he' j^je1
uit. Handen en voeten ware"
pootjes geworden. i|!