Begroef Goering goudschat in Beierse rotsen bij Veldenstein? PUZZEL m 3D mm** P.. a sa m m m ,m M m mif p m m b s m m m 'm m m m m e m s ira, m 53 s§ m m VOOR OOfiG 23 april 1625: Preëmptief bieden CIJFERPUZZEL No. 64 ONZE DAGELIJKSE HET GRABBELTONNETJE BRIDGERUBRIEK 4o 3 A ^ilcle geruchten over kostbaarheden in ..Bismarck-schacht'' m H 2 m rn^rn w m m x m WÊ s Mi m m *A I m p p m m i Mouringh was te koy ekropen En den endeloose slaep Had syn wacker oogh beslopen Ee +7 180 9 +6 0 18 1ö5 128 16 0 +16 +21 •c iiJH Nazi-erfenis aan goud en edelstenen i m hp mm gm w. 5 mÊ w m w. M M Nieu w poort Palamédes Maurits' dood Welk spreekwoord 3581 (53090 5100 2301 12 i-n 9 8 H H 1 ZATERDAG 19 \PRTL 195G Geruchten Geluksridders Ook kenners zochten Systematisch onderzoek 7' Oplossing van gisteren: mm. mm m *vaFP Hl ■m ɧ4l#ii I m mu> A W -JU Mm 35 -H J mm vM -'M L JSSIW» W». vb. w». ist 'ièr m <ap m gaf m 'f m beantwoordt aan deZe omschrijving? eA '4 35 - 1 5 7 3 5 8 1 1 6 9 9 l 7 1 1 8 2 1 8 1 2 1 3 8 2 5 2 1 7 O l 8 1 1 1 7 3 1 h". tij- 4e vt-Si a".< V, (Van onze correspondent) Bonn, april. Van dc voormalige rijksmaarschalk Herman Goering is bekend, dat hij zijn ho ge positie graag gebruikte voor het be reiken van privédoeleindcn. Hjj had een zeer uitgesproken voorkeur voor kostbaar heden: schilderijen van oude meesters, oosterse tapijten, antieke en moderne gou den en platina sieraden en kostbare edel stenen, briljanten en zo meer. Na de in eenstorting van het Derde Rijk werden veel van deze kostbaarheden opgespoord en in veiligheid gebracht, waarbij de be zettende machten de leiding in handen hadden. Menig stuk is daarbij overge bracht naar landen over het grote water en niet altijd op legale manier. Hiervan getuige bepaalde processen. Wanneer een zo pronkzuchtig man als Goering de ineenstorting heeft voorzien, dan is het ook waarschijnlijk, dat hij heeft geprobeerd zijn kostbaarheden te redden om, ondanks het gewone leven, dat hem wachtte, toch in een zekere praal verder te kunnen leven. Het zou dan ook niet verwonderlijk zijn. wanneer Goering, die zich tegen het einde van het derde rijk op de burcht „Velden stein" bij Königstein-Neühaus in de Ober- pfalz (Beieren) had teruggetrokken, in de nabijheid van deze burcht een grote schat aan goud op een geheime plek had ver borgen. „In de nabijheid", dat betekent: in de labyrint-achtige holen, die als de ..Bismarck-schacht" bekend staan. Deze holen bestaan uit twee etages en de kron kelgangen met hun talrijke zijtakken zijn zeven kilometer lang. In ieder geval gaan er in de streek over deze schacht, sedert 1945, de meest wilde geruchten. Men beweert, dat Goering de SS-ers van zijn persoon lijke lijfwacht destijds met het transport van de schat heeft belast. Het is duidelijk, dat men voorshands niet aanneemt, dat deze SS-ers, die de plaats, waar de schat werd verborgen, kenden, zich over de kostbaarheden ont fermd hebben, voordat zij als burgers de dienst hadden verlaten en in de naamloos heid van de volksmassa waren terugge keerd. Het schijnt langzamerhand echter niet meer zo zeker te zijn, dat er inderdaad een Goering-schat, zorgvuldig ingepakt in oliepapier, karton, wol en ingevette doe ken, in tegen het weer bestande kisten in de Bismarck-schacht werd verstopt. De ve le geluksridders, die zich sedert 1945 op hun eigen houtje, dikwijls met gevaar voor eigen leven, in de holen waagden om de sprookjesachtige schat te vinden, kwamen weliswaar geheel uitgeput weer boven de grond, maar van de kostbaarheden ont dekten zij niet het geringste spoor. Zij ga ven vergeefs hun goede geld uit aan zak lantaarns, fakkels, kaarsen en drooglijnen (waarmee zij de weg. die zij gingen, mar keerden). Ook kenners echter van deze spelonken beproefden hun geluk. Kurt KassmantT (uit Bamberg), onderzocht samen met twee andere mannen, de onderaardse ho len en gangen. Zij waren uitgerust met stalen ladders, kabels, schijnwerpers, tele foons en andere moderne hulpmiddelen, maar ook zij vonden niet het geringste spoor van een verborgen schat in de drie dagen, die zij in het binnenste der aarde doorbrachten. Weliswaar zijn drie dagen zoeken niet voldoende om de zo uitgebreide spelonken en holen volledig te onderzoeken, terwijl de schat ook in de kalkrotsen ingemetseld kan zijn. Daarom wordt het zoeken dan ook niet opgegeven, maar zelfs systemati- cher doorgevoerd. Eerst wil men de onderaardse gangen uitmeten. De staat zal dit werk zelfs met een financiële bijdrage steunen. Een spe lonkkenner, de heer Zaunik uit Muggen- dorf, dio deze door de natuur gevormde rotsmassa's kent alsof het zijn broekzak was, zal de meting verrichten. Daarna zal een kleine ter zake kundige expeditie wor den gevormd, die aan de hand van het meetplan de gewelven centimeter voor centimeter zal afzoeken met mijnenvegers- instrumenten. Men verwacht dan, dat of deze expe- tie resultaat zal opleveren, óf dat blijken zal, dat er in de Bismarck-schacht nooit een Goering-schat verborgen is geweest. I dien de schat echter is gestolen, zal men zeker sporen vinden van deze roof. HORIZONTAAL; 1. rivier in België, 6. zeediertje. 11. niet vast, 12. meisjesnaam. 14. soort, 15. water in Friesland, 17. vogel. 19 lengtemaat, 20 jongensnaam. 22 deel van het kippenhok, 23. rivier in Neder land, 25 watering. 26 jongensnaam. 29 plaats in Limburg 31. geheel de uwe (Fr.) 32. hoofddeksel, 34 Duits lidwoord. 35. rivier (Spaans). 37. evenwichtig, 40. voetbalvereniging. 42 stofmaat, 43 bouw kundig ingenieur (afk.). 44. meisjesnaam, 46. aanwezig. 49. ter attentie van (afk.). 51 meisjesnaam, 53 insekt, 54 groet, 56 soort zang, 59. hekel, 61. afgemat. 62. hert, 64. pret, 65. nauw, 66. maanstand, 68. zacht. 71 voedsel, 72 insektk, 74 ontken ning, 75. vogel, 77. treffend, 78. in het oog vallend. VERTICAAL: 1. roofvogel, 2. welwillen de lezer (Lat. afk.), 3. groente, 4. verlaag de toon. 5. roemen, 6. kleur. 7. onder het nodige voorbehoud (Lat. afk.), 8. drink gerei. 9. spil, 10. muziekterm. 13. titel, 16. lidwoord, 17. onb. voornaamw., 18. vo geleigenschap, 19 bijwoord, 21 jongens naam, 22 steenmassa, 24 deel van de hals, 25 meisjesnaam, 27 onder anderen (afk.). 28 stremsel, 30 Chinese maat, 32 schilder gerei, 33 rivier in Italië. 36 zij rivier van de Donau. 38 voor zetsel. 39 Duits lidwoord. 41 spoedig, 44 plaats in Nederland. 45 titel. 46 stel, 47 zangnoot, 48 wat -gesproken wordt, 4a hoofd (Fr.), 50 keukengerei, 52 voorzetsel, 55 titel. 57 familielid, 58 Europeaan, 59 vod, 6o ouderwets lidwoord, 63 vogel, 64 grondsoort, 67 onvruchtbaar, 69 lidwoord, 70 klein baardje. 72 pers. voornaamw., 73 voorzetsel, 75 vreemde munt. 76 familielid. HORIZONTAAL: 1 verzadigd. 8 a.t.o., 10 orgel, 11 Erica, 12 fel, 14 mild, 17 Etna, 19 on, 20 o.k., 21 op. 22 eg. 23 naar, 26 eter, 28 gom, 30 immer, 31 arena, 32 aar, 34 ver sieren. VERTICAAL: 2 engel, 3 zalf. 4 at, 5 doel 6 grint, 7 volmondig, 9 paragraaf, 13 ei, 15 Ina, 16 dor, 17 Epe, 18 nee, 24 armoe, 25 zo. 27 trede. 28 gras, 29 mare, 33 ai. Schaakredacteur P. A. KOETSHEID, Huize St.-Bernardus. Sassenheim. Zaterdag 19 april. DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK. Deze keer bepalen wij ons weer tot twee problemen, beide tweezetten. Eerste publikaties ontvangen wij de laatste tijd zeer weinig. We herinneren onze mede werkers er nog eens aan, dat hun bijdra gen bij ons steeds een welkom onthaal vinden. Nu iets over beide problemen van deze week. No. 7679 is een gedurfd probleem. De auteur merkte ons op „een gewaagde opgave", waarmede we volmondig kun nen instemmen. De oplosser zal er mis schien vreemd van opkijken, wat de auteur zich hier heeft gepermitteerd. Bij no. 7680 zullen sommigen misschien menen, dat hier drie zetten ais sleutelzet in aanmerking komen. De nauwkeurige lezer echter zal de tegenzet van zwart wel vinden, waardoor er slechts een weg tot het doel leidt. Het bezit ook zeer goe de varianten. PROBLEEMOPLOSSINGEN. No. 7671. J. Haring. Opl. 1. Le5—d6 dreiging 2. Pf7h6tt Dat de auteur met deze opgave verschillende oplossers om de tuin zou leiden, was te verwachten, zijn opzet is goed geslaagd.. Op 1. Lg7: volgt eenvoudig 1Kf4! en op 1. Db5 of 1. Dc6 is 1Pd6 een afdoend antwoord, hierna wordt Pf7 ge pend. Van de plaatsing van de w. K. Is hier keurig gebruik gemaakt. No. 7672. L. Scotti en P. Monreal. Opl. 1 Pf3—el dr. 2. Dfl—d3:ff. No. 7673. P. A. Koetsheid. Opl. 1. Dh4— a4 dreiging 2. Pg6f4ft. 1. Df4 faalt door 1. De6:; en 1. Df6 door 1Kd4. GOEDE OPLOSSINGEN. Deze drie problemen werden goed op gelost door P. M. Dekker, Rotterdam; Th. K. J. Deuling, Den Haag; Joh. Ko- nings, Oudenbosch; C. Lutz Gouda; Paul Raschdorf, Hannover; G. G. Smit, Schie dam; W. Stam, Rotterdam; C. v. d. Wei de, Rotterdam. No. 7671 en no. 7672 door A. C. Nun- nink, Voorburg; P. J. M. v. d. Maarel, Overschie; F. Pijls, Maasbracht. No. 7672 en no. 7673 door John Auping, Joppe; dr. R. Bromberg, Roermond; B Kouwenhoven, Rotterdam; J. C. F. Schij- vens, Hilvarenbeek. No. 7672 door George Auping, Joppe; H J. van Galen, Rotterdam; W. H. Haring, Schipluiden; L. Tielemans, Maastricht. No. 7679. J. HARING. DEN HAAG. Eerste plaatsing. Mat in 2 zetten. Wfo WW. Wit wint hier door 3430 (of 3127), 35X24 (of 22X31); 2. 31—27 (of 34—30), 22X31 (of 35X24); 3. 28—23, 19X37; 4. 38—32 37X28; 5. 33X11. Thans moet zwart meer- slag nemen, waardoor wit gelegenheid krijgt schijf 11 op 7 te offeren. Zwart dus 24X44; 6 11—7!, 1X12; 7. 43—39, 44X33; 8. 42—38, 33X42; 9. 48X10, 4X15 en 10. 25X3. Voor de Russische meesters was deze combinatie waarschijnlijk geheel nieuw. Niettemin publiceerde ik dezelfde slag reeds in het april-nummer van het jaar 1923 van „Het Damspel", het officieel or gaan van de Kon. Ned. Dambond, in de volgende stand: Stand no. 4067 G. J. A. VAN DAM Stand no. 4069 KOEPERMAN No. 7680. A. ELLERMAN. Die Schwalbe. sept. 1957. Mat in 2 zetten. VWW, m, No. 3109. 19 april 1958 Redacteur: G. J. A. VAN DAM Vossiusstraat 18, Amsterdam-Z. Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel voor antwoord insluiten. DE „CHALLENGE MONDIAL" Maandag 21 april vangt te Rotterdam de voorwedstrijd aan tussen de vertegen woordigers van België, Frankrijk, Neder land en Rusland, die zijn afgevaardigd voor de strijd, welke de eerstaankomende het recht zal geven de tegenwoordige we reldkampioen, Marcel Deslauriers (Cana da), het volgend jaar uit te dagen. Het is voor het éérst in de geschiedenis van het damspel, dat Rusland in een in ternationaal toernooi is vertegenwoordigd. Rusland is lid van de „Fédération Mon diale du Jeu de Dames" en wel met een officieel aangemeld „club-spelers-totaal" van30.000. Dat scheen men voorlopig voldoende te vinden. Bekend is echter- dat Rusland geen 30.000 maar waarschijn lijk meer dan 100.000 clubdammers bezit. In alle regionen van dit uitgestrekte land wordt intensief het damspel beoefend en belangrijke wedstrijden in alle delen van de Verenigde Sovjet Republieken worden als het ware „aan de lopende band" geor ganiseerd. Hierdoor is het begrijpelijk dat de ver wachtingen hoog gespannen zijn en men met grote belangstelling de verrichtingen van de door Rusland afgevaardigde groot meester M. I. Koeperman tegemoet ziet. Koeperman heeft vooral gedurende de laatste paar jaar bijna ononderbroken aan «11e grote wedstrijden in Rusland deel genomen envoor zover mij bekend, deze ook alle gewonnen! Het was onze oud-wereldkampioen B. Springer, die enige jaren geleden voor het eerst met de spelkennis van de Russische meesters werd geconfronteerd toen hij deelnam aan een trainingstoernooi. dat in Moskou werd gespeeld. Thans zullen an dere dammeesters van de westerse wereld in staat zijn. en op eigen terrein, hun krachten met de Russische vertegenwoor diger te meten. Dat Koeperman de sterk ste troef van Rusland is staat wel vast. Toch zijn er behalve hun kampioen nog tientallen andere Russische meesters, die maar meel weinig met Koeperman in kracht verschillen. Het westen hoorde pas enige jaren ge leden van Koeperman's prestaties en het was ook in die periode (1955), dat onder staande „praktische combinatie" van hem in de dampers circuleerde: M. I. KOEPERMAN ti//// '/"//A/ Zw. 1, 4. 9, 13, 14, 16- 17, 19—22, 35. Wit 25, 28, 29, 31, 32, 33, 34, 38, 39, 42, 43, 48. Wit> aan zet, wint. (1955). Zw. 2, 7, 9, 12—15. 17, 19—22, 35. Wit 25, 28, 29, 31—34, 38, 39, 43, 45, 47, 48. (H. D. 1923). Hier wint wit door 34—30 3127, 28—23 3832 33X11, tot zover nog geheel gelijk aan Koeperman's ontwikkeling; nu speel de ik echter hier de tempo 4742 inplaats van 117, daarna weer gevolgd door de zelfde zettenreeks als in de stand van Koeperman, nl. 43—39, 42—38, 48X10 en 25X3. Na tweeëndertig jaar vindt Koeperman dus dezelfde praktische combinatie en brengt daarin tevens nog een nieuwe fi nesse aan, namelijk de meerslag bij de zet 11—7! Een klein bewijs, dat de Russen het damspel werkelijk in alle finesses aan het bestuderen zijn en zij, op hun beurt, thans mogelijkheden en combinaties ont dekken, die voor ons al „oude koek" zijn. Ongetwijfeld zullen zij thans in de toe komst het spel nog met vele nieuwe vond sten gaan verrijken. Dat Koeperman zeer diepe combinaties ziet en voor het bord weet te berekenen, blijkt nog uit de volgende twee partij fragmenten. Stand no. 4068 KOEPERMAN KORCHOW Zw. 3, 4, 6, 8—16, 19. 21, 23, 24. 26. Wit 25, 27, 28, 30, 3235, 3745. Zwart aan zet. Koeperman won hier zeer fraai door 1. 24—29; 2. 33X24, 1520; 3. 24X15, 23—29; 4. 34X23, 26—31; 5. 37X17. 11X33; 6. 39X28 (gedw., op 38X29, 14X48, 41—37, 48X34, 40X29, 1621 enz. met winnende door braak), 16—21: 7. 27X16, 6—11; 8. 16X18, 13X33; 9. 38X29, 19X50! 'Si I--' m m POMIERANJETS Zw. 1, 3, 6—9, 13—15, 18. 22, 23, 27, 35. Wit 24—26, 31, 36, 38, 39, 41—45, 47, 49. Wit aan zet. Wit had berekend, dat 1. 3933 goede kansen gaf. Zwart mag nu namelijk niet spelen 23—29, wegens 25—20!, 14X25, 24—19 13X24. 33—28, 22X33, 31X11, 6X17, 4339 enz. met winst. Ook mocht zwart niet spelen 7—12 wegens 33—29, 23X34, 24—20, 15X24, 44—40, 35X44, 49X20 en een ver nietigende doorbraak is niet te keren. Na wit's 3933 antwoordde Koeperman echter: 22—28!; 2. 33X22 (gedw.), 23—28; 3. 22X33, 18—23; 4. 31X22, 13—19! 5. 24XH, 6X46 en won! irnxm vtouo 8 Seneka, en ongena j. it in \7ilf „nS Veroordeelt als een Door Nrnoos haet Een groot hekeldicht in vijf ven, de Palamédes, stelde verV' „onder de schorsse" ener G:-'<senl(io" torie, de heerszucht van Agah16 n!' /7\/r.,„n V IF en de snoodheid van vaS( predikanten) aah de (Maurits) ches (de en riep het medelijden in voor médes, onschuldig veroordeeld- pal'- Tenslotte verscheen „Dit 's Grootvaar, van wiens i': op Barnev^ Aldus Constantijn I-Iuygens in zijn mooiste gedicht, de bekende „Scheeps- praet ten overlijden '-an Prins Mau- ritz". Bij een zeevarend volk als het onze, sloeg deze beeldspraak gemak kelijk in. Hij, die „de vrije schepen van de sevenlandtsche buert (de zeven Ned. gewesten) vëertigh jaeren onbegre pen (onberispelijk) onbekropen (niet in 't nauw gedreven) had gestuert, Mouringh, schipper sonder wëergae, ovi 'eed de 23e april 1625 te 's-Graven- hage. Het ligt niet op onze weg om ziin figuur ten voeten uit te tekenen; we willen maar enkele bijzonderheden uit zijn veelbewogen leven vertellen. Zouden we de schooljeugd naar Mau rits' bekendste wapenfeit vragen, tien tegen één, dat we ten antwoord zou den krijgen: „1600, slag bij Nieuw- poort". Dat is zo een van de we' lige jaartallen, die er nooit meer uitgaan. De v 'dheer zelf zou het met dat oor deel stellig niet eens zijn. De herinne ring aan de moeizaam, eerst tegen het vallen van de avond bevochten zege praal, kon hem bitter stemmen, Bar- nevelt en de Staten hadden die tocht doorgedreven, eigenlijk met de bedoe ling: te stoten naar het roofnest der drieste kapers, Duinkerken. Met zicht bare tegenzin voldeed Maurits aan het bevel der „langrokken", het lc„k hem alles veel te gewaagd. Trouwens, Nieuwpoort kon niet eens genomen worden. Tot teleurstelling zijner last gevers scheepte de aanvoerder zijn mannen te Oostende in voor de thuis reis. Honderd vaandels vormden de buit, hetgeen niet wegnam, dat „Mouringh" de „langrokken" toesnauwde „dat de heren Staten en mijnheer Van Olden- barnevelt in het bijzonder hem en het leger op de slachtbank hadden ge voerd, waarvan God alleen hen had gered". Professor Westendorp tekent hierbij aan: „Maurits' verhouding tot Oldenbarnevelt, die oorspronkelijk uit stekend was, werd er niet vriendschap- pelijker door", een verwijdering, die een twintigtal jaren later zou voeren, tot de betreurenswaardige onthoofding van de grote Staatsman. Neen, Maurits' verdiensten li<*nen niet bij Nieuwpoort, maar in wat ge noemd is: de renaissance te velde! Dr. Mulder noemt het: een radicale opstanding teipidden van vagebonden, verroeste wapenen en verouderde sys temen. Maurits en zijn bloedverwant, de Friese -tadhouder Willem Lodewiik, beiden opgevoed aan de Calvinistische hogeschool te I-Ieidelberg, hebben een nieuwe krijgskunde in het leven ge roepen, die zij menigmaal op gelukki ge wijze konden toepassen. We schreven: vagebonden, inder daad, want de in andere landen ge huurde sr'daten Nederlanders wer den in die dagen niet graag soldaat waren nu niet bepaald van goeden huize en bestonden uit een allegaartje van leeglopers, drinkebroers en lui wammesen, die vochten als ze soldij kregen en die het land afstroopten wanneer ze die niet kregen. Sommi gen konden met geen geweer over weg en wisten niet eens wat marche ren was. Maurits bracht orde in de chaos, discipline, tucht. Nu, er kwam in die dagen heel wat kijken m één loden of ijzeren „knikker" af te schieten. Frater Claassen heeft er plaatjes over in zijn geschiedeniswerk: vóór het la den eerst de pan schoon blazen; het musket links op d.e grond zetten; kruit uit het kruitbusje in de pan doen; kruit in de loop doen; een kogel uit de „mate" nemen en door de loop in de pan doen; lont aansteken en bij de pan brengen: musket op de gaffel of de vork leggen en mikken; schieten! Tegenwoordig gaat dat alles wel een tikje v'.u""er. Maar Maurits wist zijn mannen tot een model-leger te vor men, een der beste van Europa, dat vreemde generaals een lesje kon ge ven. Zijn: „Wapenhandelinghe" met de gravures van Jacob de Gheijn wordt in het Rijksrr'-seum bewaard. Maurits heeft uitgeblonken als grootste krijgsheld van zijn tijd. de :tf> Het is genoegzaam en algemeen be kend. dat mede door toedoen van Maurits de dertiende mei 1619 een der grootste staatslieden, die ons land ooit heeft gekend, Johan van Oldenbarne velt, werd onthoofd, al moet men me nen, dat de stadhouder te goeder trouw handelde. Prof. Van Hamel stelt, dat Barnevelt werd gevonnist, omdat hij bij de uitoefening van zijn ambt was ingegaan tegen de nieuwe, cen trale machtsvormen, welke hij in de provincies om zich zag heengrijpen; hij had aldus verzuchtte hij voor zijn partijdige rechters in zijn jonge jaren andere grondregels van staats inrichting geleerd. Een uiterst bezadigd historicus als Blok heeft de executie als „een ge rechtelijke moord" gebrandmerkt. Twee zoons van de Landsadvocaat sloegen toe: Reinier van Groeneveld, de oudste, in 1619 ontslagen als luite nant-houtvester van Holland en de jongste, Willem van Stoutenburg, ge wezen gouverneur van Bergen op Zoom. De samenzwering was stunte lig in eikaar gezet en werd verijdeld. Groeneveld, de minst schuldige, boet te de misdaad met zijn leven. Stouten burg ontsnapte. De hoogbejaarde vrou we van Barnevelt ging bij Maurits om genade smeken voor haar schuldige zoon; voor haar man had zij dat niet gedaan; op hem rustte, naer haer hei ligste overtuiging, geen schuld. Maurits kon de grootmoedigheid niet opbrengen de bejaarde moeder terwil- le te zijn; Hij ontving haar koel, maar beleefd. Een aanslag die wel raak was, kwam uit een heel andere hoek: Vondel nam het voor Barnevelt op! Zijn breed, machtig talent vereêuwigde de Lands advocaat in de,, Geuse-Vesper („Avond klokje voor de Geuzen") voor de vier- en-twintigh": het stel bevooroordeelde rechters: „Had hij Hollant dan gedragen Onder 't hart, Tot zijn afgeleefde dagen Met veel smart.. Niemant kan de wellen stoppen Van die Moort.." Een ander, lyrisch gedicht was het onvergelijkelijke: „Stockske van Ol denbarnevelt, vader des vaderlants". „O Stock en stut, die geen verrader Maer 's vrij doms stut en Hollants Vader Gestut hebt,- op dat wreet schavot, Toen hij voor 't bloedigh zwaert most knielen. geen eeuwen zullen vijS Zijn vijand dronk de dood aa° zijn onschuldig bloed" Elders heet het, dat „M- 's Lants Voorspraak met desen steen den mont had gestopt"- „Dit was de zwarte nasleep (jt den noodlottigen dag, waarop V, denbarnevelt het leven liet"- Boudier Bakker). |f Op het stadhouderlijk kwartiefftï Den Haag overleed de prins aa?evfê|1 leverkwaal. Zijn particuliere had in brede kringen zeer vee' X stoot gewekt. „Aan zijn hof een ruw-militaire geest en losba*y heid". Zijn laatste toevlucht waStei die hij, naar zijn juiste beke1} ,,-i „grotelijks geoffenseerd had, en P; Hem bidden, dat Hij mij oprecn rouw wil geven, nog groter "a hebbe" v. !^a0 t V 1. Vertrouwelijke omgang rn^-pe' teren wil nogal eens verkeerd ui'1 J 2. Vaak handelt iemand uit een s gevoel van rechtvaardigheid, doCa |t-' om zich persoonlijk te bevoor Men zegt dan 3. Hij doet in het geheim kwaa gen. 4. Alle waar is naar haar zuinigheid bedriegt dikwijls de heid. ft 5. Iets terstond ter hand nem®n' niet uitstellen. „gd'" 6. Zich in grote verlegenheid den, geen uitkomst zien. 7. Iets in zijn opkomst al ve gen. W 8. De onbekwaamsten sprekeP wijls het luidst. v' 9. Dit is geheel overbodig en oorzaakt alleen maar last. 10. Hij voelt zich daar niet meer, het wordt er te gevaar' jX 11. Wie zich het dichtst bij eep t van goede dingen bevindt, ge° het meeste voordeel van. jfi' 12. Waar geen dwang heerst, (dikwijls) gelukkig. n(/ 13. Men kan toch wel verg®g V zijn, al heeft men niet het hoogs reikt p 14. De nood is tot het hoogs'e stegen. dr0t«' 15. Vele kleintjes maken een s' Oplossing volgende keer. Heel, heel lang geleden maakten Onze Lieve Heer en Sint-Pieter sa men een wandelingetje over de aarde. Al pratende kregen zij dorst en hon ger, maar gelukkig, Sint-Pieter zag in de verte een huisje en daar zou wel wat te vinden zijn. „Kunnen we misschien iets te eten en te drinken krijgen?" vroeg hij aan het oude vrouwtje, dat het hutje bewoonde. „Drinken met plezier, goede man, maar eten zal niet zo makkelijk gaan. Ik zal dan eerst een brood moeten bakken"! „Goed" antwoordde Sint- Pieter „dan komen we over ean uurtje terug"! Nadat de beide wandelaars een kroes helder bronwater hadden gedronken, verlieten ze het huisje. Het oude vrouwtje maakte deeg klaar voor twee broden en liet het rii- zen in de trog. Na een tijdje ging ze eens kijken. Het deeg, dat voor de wandelaars was, bleek veel hoger ge rezen dan wat ze voor zichzelf had bestemd. Ze schoof beide degen in de oven. Opnieuw stond ze ver baasd: na een half uur was het brood voor de vreemdelingen knappend bruin en geurig, het andere leek meer op een homp houtskool. „Dat is ,-reemd" zei het vrouwtje. „Ik zal dit mislukte baksel aan die twee mannen geven; het lekkerste stop ik weg voor mezelf. >eidi was ze aan de bakplaat geklea„eK.; leen een oud hoofdje, met ste yi kleine En zo zijn de schildpadden aa eP tegenwoordige gedaante ge' Onder preëmptief-bieden verstaat men hoog openen (bieden) op een betrekkelijk zwak spel met een zeer lange kleur. In de praktijk is bewezen, dat deze biedingen het de tegenpartij vaak lastig plegen te maken; in de internationale toernooien worden ze dan ook veelvuldig gebruikt. Een vrij algemeen aanvaard principe is, dat een openingsbod van 3 klaveren of 3 ruiten een lange kleur aangeeft, die ech ter niet geheel solide is (dus er ont breken honneurs aan), terwijl de bieder in de hoge kleuren en Q?) weinig of niets bezit. Dit laatste, om de partner elke illusie over 4 schoppen of 4 harten te ontnemen. Hieronder een spel uit het wereld kampioenschap tussen Italië en de Ver- Staten: H B 10 9 g? A V 9 8 5 O 7 4 *62 8 4 7 4 O V 3 2 A V B 9 7 V 5 3 g? 10 6 O A H B 10 9 8 H 10 A 7 6 2 C H B 3 2 <>6 5 *853 Zuid was gever, niemand kwetsbaar. Toen de Italianen de OW-kaarten han teerden, ging het bieden: zuid pas, west, pas. noord 1 harten, oost 2 ruiten, zuid 2 harten, west 3 klaveren, noord pas, oos' ruiten, zuid 3 harten, west pas, noord pas, oost 4 klaveren, allen passen. Na dit biedverloop was het tegenspel niet moeilijk: noord begon met C-aas ofi speelde g? na, die zuid nam. Hierna speelde zuid *-aas en na zodat OW één down gingen. Let u nu eens op het effect van een openings-driebod door west. Het bieden aan de andere tafel (Amerika OW) gmg: zuid pas, west 3 klaveren, noord pas. oost pas, zuid pas. NZ kreeg hier niet de ge legenheid aan het bieden deel te nemen. Had noord na het 3-klaverenbod wel g boden, b.v. 3 harten, dan had zuid er ongetwijfeld 4 harten van gemaakt en waren NZ dus te hoog gekomen, daar ook zij 4 slagen te verliezen hebben. Maar niet alleen in het bieden, ook in het spelen bleef het 3-bod niet zonder gevolgen. Noord moest nl. uitkomen en koos 7; hierna was het eenvoudig voor west om 12 slagen te maken, nl. 6 slagen in en 6 slagen in In principe was noords uitkomst slecht. Tegen een hoog openingsbod moet men van een sterke kleur afspelen als regel is het zelfs zeer goed met een aas uit te komen. Als men dat niet doet, ziet men wat er gebeuren kan in het bovenstaande spel. Theoretisch had noord dus met of C? moeten uitkomen; de praktijk zou de theorie hier geheel gedekt hebben, want bij een uitkomst in één dezer kleuren hadden NZ 3 overslagen verhinderd. MIMIR. De oplossing van no. 63 is 32 290 252 81 280 WQ 32. 1200 3102 8?£> -H2 20 229 +9 1-12 1-3 tl 2 HO 89 een ononderbroken rij in richting gelijk is aan het getal, staat en in verticale richting getal dat boven staat. y Staat er evenwel een plustek" js p voor het aangegeven getal, da11 ^0 niet het -produkt, maar de sou1 in te vullen cjjfers. De oplossing moet geschieden door in vulling van een der cijfers 0 t/m 9 zo danig, dat bet produkt van de cijfers in Tl V Staan er twee getallen in dan heeft het bovenste betrekki"" gp uau lieert "et uoverisie uetieir.-- horizontale rij en het onderste ifli verticale rij. Oplossingen kunnen worden den tot donderdagmiddag. Er. z prijzen van 2.50 beschikbaar. „aSf' t Deze week gaan de prijzen "5^1 I Petterson, Olmendaal 77 Rotter", J. H. Nuyten Franklin Roose^1f Breda; J. A. Merk, Palestrin^e# Utrecht; J. Lampe, Bolewar® Sneek. Postwisseltje wordt 6ez°r Als ze heerlijk brood willen i'r te ze maar naar rijkere mense ik gaan". Ze plaatste de bakplaat met he,jj "i brood op de vloer. „Nu moet v r, trog over me heen doen Am1'^ ze tot haar kleindochtertje. <Ae f twee mannen terugkomen, zet 1 (C, dat donkere brood voor, niet „En lieve kind, heeft je gr°®#, der een boterhammetje voor on» t gezet?" vroeg Sint-Pieter bij z rugkomst. J „Hier is uw brood" zei het en wees naar het stuk houtsko"tX „Dat ziet er niet erg smakeltI vond Sint-Pieter. „Is ze niet f „Nee, ze is weg"! „Dan bleven waar ze nu is", vond S1' jie ter en verliet met Onze Liev het weinig gastvrije huisje. g t Kom maar te voorschijn, oP° j zijn weg" riep het kind. nc n Maar haar opoe kon niet. zat om haar vastgegroeid! oogjes keek onder he' j^je1 uit. Handen en voeten ware" pootjes geworden. i|!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 12