t'M Kansen voor de Britse witte doek Bij de dood van Reinhold Schneider filmindustrie Beleefdheid kan lastig zijn WORDI DRUK GEFILMD Erasmus en Engeland Hoe is het mogelijk? De zingende pater A 5 vb zrk 3 5' ^ïikaanse monopolie gebroken SSen van Hollywood voor Nederland gaan ook op De stem van het geweten blijft spreken .V f°y Hans Roest Over smaak valt niet te twisten T tet n'"1 ZATERDAG 19 APRIL 1958 PAGINA 5 SEL«! voo™Sl!fLen!iH«C.had- f Jn*uen dat Van dit ?.'s exhale maTkt Lve.rloren en de in" 6 Va* ^rven open voor hen, Sc^an>?. de grotp PAroflteren. Het monopo- Er is helaas heel weinig aandacht hesteed aan het korte bericht in de dagbladen, dat de grote katholieke Duitse schrijver Reinhold Schneider op vierenvijftig]arige leeftijd in Freiburg is overleden. Een van de weinige pijlers, waarop in deze chaotische tijd de laatste resten van de drang naar menselijke waardigheid en gerechtigheid is gestut, is ons ontvallen maar men schijnt zich niet de tijd te gunnen, hij dit gevoelige verlies stil te staan. Want dat het heen gaan van een man als Reinhold Schneider voor West-Europa een geweldig verlies is, staat vast. De schrijver werd zelfs door zijn land genoten ,.de stem van het geweten" genoemd. Zij hebben hem in 19o6 geëerd met de toekenning van de Vredesprijs van de Duitse Boekhandel en onder de vóórstemmers bevonden zich de felste anti-katholieken, die echter de grootheid en zuiverheid in de idealen van deze besoeiden geleerde en voorname erudiet ten volle herken den en erkenden. Driemaal werd hem een ere-doctoraat verleend; hij was dankbaar voor deze hoge blijken van waardering, maar nim mer heeft hij ze als een soort beloning voor zijn werk beschouwd. «MM £*ld raV^inSZaten ls ra«t rt6d heeft ^.g6nre,s die Hollywood s« Bt tiv, 5 kef,, gemaakt, tin filt>S ?nc'ële sn<^an de iuiste verhalen e®t?a.Pkr Va" de Amerikaan. H W-rote athn^V0Alie?!:,dat.het Filmgroep van Anne Frank-film naar Nederland n°Pn amen voor „Dorp aan de rivier" begonnen REINHOLD SCHNEIDER getuige Hoe is het mogelijk, vragen wij ons steeds weer opnieuw af, dat zovele stukken, die duidelijk ver heneden alle maat blijven, het toch zo buitengewoon goed kunnen doen op et repertoire van ons ama teurtoneel? Beschikken wij dan over zo weinig smaak en onder scheidingsvermogen, dat ivij de fouten en t prullige van die stukken niet kunnen onderkennen? Ofnemen wij het niet zo nauw met onze laak en ons verantwoordelijkheidsgevoel tegenover het publiek en weten wij juist maar al te goed, dat dergelijke stukken er bij het volk ingaan als koek? Grove effecten Zotheid en Utopia Hans van Bergen i ERASMES VAN ROTTERDAM De storm breekt los „Ik verlang naar huis" Zondag 20.50 uur KRO „OSCARS" VAN DE NED. TELEVISIE s. 20-40 !P. 'l6^ I' 19 00 1!: 17.*» 5P' te. i doet jf san>; at®*1 or»»1' i# pb^ •K lK ,v WERELDNIEUWS zc ®ln'e Britsen f.ilmrcdacteur) Uan flUw zjjn Vppiheiinemill8en van de" de eeA»fiimin<3ustriee tVe,ider begonnen '"lias t ^ereïtionvi' dagen vóór óioej. ^0naangevPnH 8 waren de Britse aan i ro°t-BriIt. Aussen *914 en 1918 SclleidPerika, maar"'' u® ,eiding afstaan *e<ladene Period er hebben zi<* Ver mel*' Waarvan „^an heropleving voor- Hn een wa* i,_" siecnis et er echter slechts een sie? ]Üken: ge ^,"®ruitz'chten weinig gun- SS"?",6 Van d* 'efevl- ^iize Pbezoek rt! sterker voelen, het ""■othn!?? de Srote ?IL,?P verontrustende e«n AïIe' Hoet nieA S bePerken haar artike?un8s in aldus wordt v°°r 'i toog,] j'JTimes" verschenen Xi*j_ Dim.u" Rlu mn wnrtton irnooUt üe 'e h^innBe°nSing °- de verlor^ pö- ?eee®s Wa°arschiMnlhkde!Britse filmindus- ls ham°,P het eêr?t niet zo somher als ?e te?n t'h reden nm Rezicht uitziet. Er egtp sie jn °m aan te nemen, dat he"L Groot-Brittannië haar lahsi~ te rakon lf°ed het nieuwtie be- t<Sfige o^e»; Hollywood heeft ziin Van is donAmfrikaanse «immaat- c«ntÖae kleine °o°nrbI0ken en het tijdperk ^gebroken e ke fiImProd"- ^PabMr>' dat rnoenii?®?-. ,er rekening mee L0orst)Üg aanSD0Jnke en tot grotere in- ®id d is1Da vrucht van' de tVj] oonlpk de middelmatig- Jedeif'dan molenS!2cc?s hebben in de toe- el ee«et borden essen van het ver- Vei r dat men onderwerpen moet vermijden, die men waarschijnlijk slecht zal verfil men Hollywood heeft telkens weer bewe- z'o dat een natie haar eigen geschiede nis beter kan vertellen dan wie ook. De conclusie, die men hieruit kan trekken, ligt voor de hand: Nederlandse films heb- !vreli f meeste kans op succes, als ze de Nederlandse levenswijze in beeld bren gen. hetzij in het verleden, hetzij in het heden. Ze zullen bijna zeker mislukken, als ze het buitenland proberen te imite ren. of als er vreemde figuren in worden opgenomen in het kinderlijke geloof, dat dit de toeschouwers in het buitenland ge noegen zal doen. De historie en de litera tuur van Nederland zijn rijk genoeg •aan materiaal, dat een verfilming waard is. maar er zijn nieuwe schrijvers nodig, die een levendig beeld kunnen geven van het huidige Nederland. Daarmee zijn we ,e- komen aan een factor, die zo'n belangrij ke rol heeft gespeeld bij de ontwikkeling van dc Amerikaanse filmindustrie. Hol lywood's eerste successen waren te dan ken aan pioniers als Lasky. De Mille, Goldwyn en Louis B. Mayer, die over een zesde zintuig schenen te beschikken om te weten waar het publiek naar zou komen kijken. De Nederlandse producenten en exploitanten meten de wensen van het pu bliek af aan de cassa-ontvangsten. Daar om ontbreekt het hun vaak aan moed en het juiste inzicht. De Nederlandse film industrie zal zich nooit behoorlijk kun nen ontwikkelen, als zij geen nieuw talent leert ontdekken en ontwikkelen, vooral schrijf- en regietalent. Het geheim om een succesvolle film te maken, is verder overal ter wereld het zelfde en zal altijd hetzelfde blijven. Er is niets anders nodig dan een goed ver haal, dat goed moet worden verteld tegen een achtergrond, waarmee regisseur en spelers volkomen vertrouwd zijn. Want van alle middelen om een verhaal te ver tellen, is de film in principe nog altijd een van de beste. >ge v.„mak?.n over Hollywood zijn filmprodukten. ■mrlieJI'en mat. VS u "J" uimproüul lle1n tn' dat w„uCh mmmer "it het oog ?aar r. ?eft gew jWood de wereld niet °k om f om films te maken. Amfriv verk°Pen- In de pe- !jebben Matste t,, overwicht, tus- ®en de Di twee wereldoorlogen in, bati°na6lUlVe kun!-.rS van bet filmbedrijf banale inrt.hPstvorm en t-manVan "sur^'6 gesmeed op "het S m "en' die d?Sea Pn mislukkingen. N. dan ~-- ustrie Kroot maak- nieuwe aan- g%j8°ede sm g®en overvloed aan cul- „'dsthf ?ezaten in II1 verstand hebben O? van do u geval het zo nodi- m Utr t de hamr uwman en de vertel- h!> toUcces hadd' t0t Z3ken d0en' Ra1 Am® danken ze °P de eerste da^an lkaanse h Vler soorten films: 1- bojl de v-erhaaI in het al* de v ip. het tern m het bijzonder, ®?!- ÖH>st spektakel en tenslotte, „Zlin de fi?6 geluidsfilm, de musl- .otitwj'^eP geweest aan de stich- te-kfs 'ndustr£ .ng dooj.Hóliy^hnic® haar geledingen: van een volkomen 1 h auteurs v^^SoTLd^eurr'^en^Bpr'oducen- sn^gkkpvdeejTn efstand gescheiden was ?2lk vS ,w York. larbii 1 niers v Om's at ïn:idat?gei1 t0Ch °°k van v:- «ew York. zodat het niet Ew^e f^,aar daraarbi.i leentiebuur te ;-'a, b.eginmaitndustHenierS Va" de Ameri" hoi®'ke t .gespp». ,?t er voor het maken vy.ï'd om Van hp,1Sverd. talent nodig was vom ®len talen, t edriif- De bekwaam- rtii4m is Waar!®^tdpkken en te opf- geweest bk hun grootste dii^'at kan nèt dp1 h d® filmfnri fHmindustrie elders Van Van U °gem!vnUatrie in Nederland. i] de T-herlevine ube.moedigende teke- 51 pda e« doodse ?g'nt vertonen— ^Oet rste nTdsf lessen leren? Oh^fVan c°hcentro dat men zicb voor- sUccL 1?" op onderwerpen, ®6t> goed, V,n redelijke kans de film kan maken en De Britse filmacteur Dirk Bogarde is een bijzonder beleefd mens en zijn stel regel luidt, dat men te allen tijde de beleefdheid in acht dient te nemen. Sinds kort is hij echter tot de slotsom geko men, dat er een tijd en een plaats is om beleefd te zijn en een andere tijd en een andere plaats om het niet te zijn. De beleefdheid heeft- hem namelijk niet zo heel lang geleden een barstende hoofdpijn bezorgd. Dat gebeurde "te Agra in India, waar buitenopnamen wer den gemaakt voor de Rank-film „The Wind cannot read". Op de terugweg naar zijn hotel, na een warme dag hard werk, bleef Dirk even staan om naar een paar slangenbezweerders te kijken, die op straat een voorstelling gaven. Hij raapte zelfs een python op en hing die om zijn hals. Onmiddellijk werden de camera's op hem gericht. De pythons waren, naar men Dirk had verzekerd, volkomen onschadelijk, maar het exemplaar, dat hij had opgeraapt, wikkelde zich om zijn hals en maakte de kronkel geleidelijk nauwer. Het ademen begon hem moeilijk te vallen, maar zijn fotograferende vrienden, die alleen maar aandacht voor hun toestellen hadden merk ten er niets van. „Vraag de eigenaar in 's-hemelsnaam dit ding weg te halen, voordat ik helemaal gestikt ben", gilde Dirk. Eén van zijn collega's wendde zich hoffelijk tot de Indjase tolk: „Par don, Mickey, als je me toestaat, je zo te noemen", begon hij (Dirk voelde in tussen de druk op zijn hals steeds ste viger worden), „zou je misschien zo goed willen zijn om de eigenaar van de py thon (het begon Dirk voor de ogen te schemeren) te verzoeken, of hij zo vrien delijk zou willen zijn om de python van de hals van mister Dirk Bogarde te ver wijderen? (Dirk poogde vergeefs zich met beide handen aan de greep te ontworste len). Ik ben bang, dat hij zich niet he lemaal prettig voeltHet gelaat van Bogarde begon al een vreemde pur peren kleur te krijgen, toen de collega eindelijk klaar was met zijn beleefde ver zoek. „Dank u wel", hijgde de eindelijk bevrijde Bogarde, er met bittere na druk aan toevoegend: „Duizendmaal be leefd bedankt". In de eerste week van juni zullen on geveer vijftien Britse en Amerikaanse medewerkers aan de film „Het dagboek '-■■■ 1 Verij'/1 Dresselhuys, die dofeier Taefee en zijn vrouw spelen jX^kig n'lnë van Antoon Coolens roman,, Dorp aan de Rivier". He i^at g «te er t «oAehze ^en in ■vSerien' die er °P wiJ- v5n riPl,,ah onH r d' althans wat gaat °bzi til»g wf?erpen betreft, in de Cf,n bestp j b Hort Haanstra, één Dla„eoh o,Verhaai documentaire cineasten r? ty0t3Pouem verfilmen in Giethoorn fi b gpn Van ons waterrijke land C'bg ^et^boemd. Am d°0r Vab h,rs is bezig aan de ver- He it?n peb d0',b)orp aan de Rivier", bw"hi „boien ..Nederlandse roman van rÖt V,dle do°r Hugo Claus voor ^B^boö^bilen ^®rkt- Verleden week is V rsturtPabien bet maken van de kQc«er '°'s v°or deze film. De Cine- «a !Vr,haPen Puivendrecht waren daar- Alav'^b v-°ben, de slaapkamer Crnv.rouw dokter Tjerk var s s*t ea "bo worden gespet Ziih echbSkaJ^by Dresselhuys. ktsl cainÜaat, ,^er' waarin zich behalve kartS'aar ather,oglsseur Hademakers met Oh Oh hi,fen Ed van der Ende en vei» helpers en technici van de van Taeke ff Crn.r°Uw h1 hp(.0Ze Sjset eJ, ,,e worden gespeeld door :y r Wi seu: "oS Sapb veled d'o o!!u d' is door Friso Wie- e kostuums heeft ont- ingekleed in de trant Uche,' het °^uders. Alles uit die tijd b« larbderwetse meubilair, het *50jr botkaonen en de zware zwarte lijsten rond de ovale familiepor tretten. Men verwacht een goede twintig draai dagen nodig te hebben voor de binnenop namen, waarna men zo snel mogelijk hoopt door te gaan met de buitenopna men. Daarmee heeft men trouwens al een begin gemaakt. Er zijn namelijk ge deelten in de film, die in de winter spe len en die niet op een stralende zomerdag kunnen worden gefotografeerd, als we zo'n dag tenminste nog ooit mogen bele ven. Deze ^liereerste buitenopnamen wer den gemaakt in het dorp, dat sinds het verschijnen van Coolens roman met trots de erenaam „Dorp aan de rivier" draagt, namelijk het Brabantse Lith. Daar im mers woonde de legendarische arts, door Coolen herschapen als dokter Taeke. Nog heel wat inwoners van Lith kunnen u over deze fel levende geneesheer vertellen. In deze winterse scènes speelden, naast Max Croiset, Herman Bouber en andere beroepsartisten, ook inwoners van Lith mee. Men „bofte" met het weer, want het was koud en guur en het sneeuwde geweldig. Wanneer alles vlot verloopt, kan men in september de première van de film .verwachten. van Anne Frank" in Nederland arrive ren voor het maken van opnamen. In het gezelschap, dat onder leiding staat van regisseur George Stevens, be vinden zich de vertolkster van de titel rol, de 18-jarige Millie Perkins, Joseph Schildkraut, die de vaderrol speelt, de corontwerper George Davis, cameraman William Mellor en verder technici. De opnamen zullen ongeveer twee we ken in beslag nemen. Voor het scheppen van de vereiste wintersfeer heeft het Ne derlandse filiaal van Foxfilm 15.000 ki lo kunstsneeuw weten te bemachtigen, die op de Prinsengracht in Amsterdam zal worden gebruikt. Want, dit werk zijn talloze geschrif ten op historisch, filosofisch en literair terrein is geboren uit noodzaak uit de harde, bittere noodzaak om in deze tijd een „getuige" te zijn in de oudtes tamentische betekenis Het was een uitverkiezing en een doem want gaf het schrijven op zich Rein hold Schneider 'n gelukkigmakende vre de, aan de andere kant was bijna elk boek een teken tot tegenspraak. En nimmer, als hij zich gedwongen voelde als mens en als christen te getuigen, dacht hij aan hen die hij door dit nieuwe geschrift van zich af zou stoten. Bittere verliezen heeft hij geleden omwille van de waarachtigheid; hij kon noch wilde iemand ontzien, doch liet zich alleen door de stem van zijn geweten leiden. In de laatste maanden van zijn leven werd zijn activiteit beheerst door het drei gende gevaar van algehele vernietiging door de atoombom. Hij hield niet op te waarschuwen, ook niet toen geestverwan ten en geloofsgenoten zijn ijver probeerden verdacht te maken en zich tegen hem keer den. Verscheidene mensen, die Schneiders moedige houding tegen Hitier later toen het veilig was zeiden te bewonderen, kreten hem uit toen hij zich, door gewe tensnood gedreven, tegen de politieke stroom in keerde. En nu is er een einde gekomen aan dit vruchtbare, zwaarbeproefde en tegelijk zo rijke leven. De essayist G. van Huet zei het ongemeen raak „Europa heeft met hem minstens één procent van zijn man kracht verloren" In de schaarse persberichten wordt sleahts medegedeeld, dat Schneiders dood „aan de gevolgen van een ongeval" moet worden geweten omtrent de aard hiervan is mij tot op dit moment nog niets bekend. In ieder geval moet het einde van deze dappere, maar lichamelijk gebroken man vrij onverwachts zijn geko men Een maand of vijf geleden kondigde hij aan, dat hij in Amsterdam dat hij goed kende en zeer lief had enige da gen mijn gast zou zijn. Ik zou er dan voor zorgen, dat hij een paar lezingen zou kunnen houden (o.m. voor de Nijmeegse studenten) over het onderwerp „Europa als levensvorm" Daarna stuurde hij mij nog een nieuw boekje van zijn hand, gewijd aan die an dere stad van zijn hart, Lissabon, en ten slotte zijn jongste boek „Der Balkon" een zeldzaam charmant en levendig werkje met een voor Schneider ongekend lichte toon. MOZAÏEK Reinhold Schneider keert in „Der Bal kon" (Insel Verlag, Wiesbaden) terug naar het huis van zijn jeugd het Hotel Messmer in Baden-Baden, dat in de len te van 1957 werd afgebroken. Dit boek bevat dus herinneringen, maar tegelij kertijd vat de schrijver er alles in sa men wat hij (ontdaan van alle zwaar wichtige beschouwingen) van het leven en de wereld denkt. Uit deze „Aufzeichnungen eines Müs- siggangers" spreekt een innige liefde voor het leven en de schoonheid ondanks alles. Met hoeveel toewijding heeft deze schrijver het leven gediend en de schoon heid gezocht! Als Schneider haar ergens vermoedde, was geen moeite hem te veel om haar te vinden. Hetzelfde geldt de waarheid. Hij werd getroffen door fragmenten van Vondel in Duitse vertaling, en hij leerde Nederlands om de grote werken van onze dichter in de oorspronkelijke taal te kunnen lezen. In „Der Balkon" snreekt hij er enige malen over, dat de Neder landse taal hem bijzonder aan het hart lag. Geregeld moest ik hem Neder landse verhalen en gedichten sturen. Hij hield veel van Louis Couperus en van J. C. Bloem, van wie hij in „Der Balkon" een vers aanhaalde. Het laatste dat ik hem zond waren de verzamelde werken van Willem Elsschot en „Pleidooi van een non" door Bernard Verhoeven. Mijmeringen over het verleden, toen grote figuren (vorsten, staatshoofden en kunstenaars) in Baden-Baden logeerden; herinneringen aan de ouders en aan fa milieleden en vrienden; bespiegelingen over leven en dood, over vergankelijke uiterlijke glorie en onverbleekbare inner lijke grootheid zij wisselden elkaar in „Der Balkon" af. Zij zijn als een boeiend mozaïek, dat als een volkomen verrassing tenslotte het portret van een man blijkt weer te geven; dat van die man, die ons al te vroeg ontvallen is, maar wiens stem (de stem van het geweten) zal blij ven spreken. Dirk Bogarde, toen hij nog lachen kon, bewondert de kunst van twee slangenbezweerders in Agra, die met hun gefluit een paar copras uit hun mand lokken. „Kost-Schilders" aan Adam Colo- ni toe is, schrijft hij: „Hier komt 'n Rotterdammer zich vertonen, of wel vermomt onder een Italiaansche naam, doch by wat gelcgcndheit zal ik niet ver- praaten. Adam Coloni verscheen op de Waerelt in het Jaer duizent zes hondert vier - en dartig, en verkoos tot zyn be roep de loffelyke Schilderkonst. Wyl 'er maar een Speelreis van warm Wit tebrood is tusschen Rotterdam en Enge- lant, scheepte hy over na Londen, al waar hy t' zedert is verbleven en over- leeden". Onze Rotterdamse Adam was verre van een uitzondering onder zijn stielge- notcn, die in Engeland werk en waar dering vonden. Zo groot was wel dc En gelse bewondering voor Rembrandt, dat ook voor die reus een plaats werd ge fantaseerd bij de Engelse haard. Hij en Erasmus hebben in Engeland door de eeuwen heen hun roem ongerept behou den. De Engelsen hebben meer Rem- brandts dan wij en waar zouden wij zijn zonder Allen's werk over Erasmus? Maar, de grote Rotterdammer was in Engeland thuis. Zijn eerste reis erheen valt van mei 1499 tot januari 1500. En het beviel hem best. „De lucht", schreef hij, „is zacht en aangenaam. De mensen zijn prak tisch en intelligent. Velen zijn zelfs ge leerd en beslist niet oppervlakkig. Zij kennen hun klassieken zo accuraat, dat ik maar weinig heb verloren door niet naar Italië te gaan. Als Colet spreekt, lijk ik wel naar Plato te luisteren. Li- nacre is een zo diep en scherp denker als ik maar ooit heb ontmoet, Grocyn is een mijn van kennis en nooit vormde de natuur 'n aangenamer en gelukkiger karakter dan dat van Thomas More". In Oxford moet Erasmus de student heb ben ontmoet. Het was vriendschap op het eerste gezicht tussen de Engelsman van tweeentwintig en de ruim tien jaar oudere Hollandse priester. De jonge Mo re stelt hem voor aan de Engelse ko ninklijke familie en Erasmus maakt kennis met het prinsje, dat Hendrik VII worden zou. Met goede herinneringen Over smaak valt niet te twisten, in derdaad! Er zijn bijna geen twee per sonen te vinden met precies dezelfde smaak. Daarom zal de één dikwijls ver pen, waar de ander enthousiast over is. Vandaar dat uiteindelijk dan ook een klei ne keuze-commissie uit zal moeten ma ken, wat er gespeeld wordt, waar de ove rigen zich sportief bij hebben neer te Heg gen. Maar wij doelen hier niet op stukken, waarover te redetwisten valt, maar op stukken, waarover voor niemand met een beetje gezond verstand en een beetje goede smaak meningsverschil behoeft te bestaan. Stukken, die duidelijk ver be neden alle maat blijven en toch triomfen vieren! Zoals wij vorige keer reeds gezegd heb ben, blijft naar onze mening iedere mede werker persoonlijk verantwoordelijk voor het stuk, dat gespeeld wordt. Niet dat hij de keuze mede behoeft te bepalen; deze kan hij gerust aan een kleinere commis sie overlaten; maar uiteindelijk zal hij zich met de keuze moeten kunnen ver enigen, als men zijn medewerking voor dit spel vraagt. Persoonlijke voorkeur moet hij dan ter zijde stellen, maar als hij meent, dat dit stuk tegen alle smaak en gezonde redelijkheid indruist, zal hij zijn medewerking aan dit stuk dienen te onttrekken. Een toneelvereni ging is er om gezonde ontspanning te brengen, maar niet om de algemene sma keloosheid van het grote publiek nog te verergeren. Als wij naar de oorzaken informeren van het feit, dat zovele onbenullige en smakeloaa onverantwoorde stuk ken toch nog zo vaak op het program worden genomen, menen wij niet te mogen concluderen tot opzettelijkheid. Tenminste niet in het algemeen. Hier en daar zal de bedoeling wel voorzitten om een „Kas"-stuk te brengen, zonder zich verder te bekommeren om het wel zijn van het publiek. Maar in het al gemeen worden deze stukken op het program genomen uit pure onwetend heid. Uit gebrek dus aan onderschei dingsvermogen. Men heeft gehoord of gezien, dat een stuk een goed onthaal heeft bij het publiek, dus men neemt het op het program, omdat men meent, dat het dan wel een goed stuk zal zijn. Het spijt ons, dat we het zeggen moe ten, maar uit de feiten blijkt, dat zeer vele leescommissies niet competent zijn om te oordelen. Anders zou men ongetwij feld in vele gevallen heel andere stukken kiezen. Er zijn tegenwoordig voldoen de stukken, waaruit men een verantwoor de of tenminste een zoveel mogelijk ver antwoorde keus kan maken. Maar men verantwoordt meestal zijn keuze niet, men kiest dikwijls maar een beetje lukraak. Men heeft in de loop der jaren wel een beetje gevoel gekregen voor wat gaat en niet gaat. En juist omdat men zich daar zo heel dikwijls op blind heeft gestaard, heeft men vergeten zijn onderscheidings vermogen en goede smaak te ontwikke len, waarmee het publiek veel meer ge diend zou zijn. En wat gaat? Stukken met zeer grote tegenstellingen. Zwart-wit figuren. Noem maar op: ontaarde kinderen tegenover een paar vlekkeloze voorbeeldige ouders; een blinde arme jongen tegenover een .niets-ontziende broer enzovoorts enzo voorts! Qege tegenstellipften yexppbaöaa ef-i de oude Weyerman in z'sjn aan Engeland reist Erasmus teurg. Als hij zijn spreuken over vriendschap sa men gaart in de „Adagia", zal More niet uit zijn gedachten zijn geweest. In de zomer van 1505 is de Rotterdam mer weer in Engeland. Hij werkt in Cambridge en logeert ook bij zijn vriend More, nu getrouwd, gevestigd „de perfectste advocaat", getuigt Era?;" mus op zesentwintigjarige leeftijd reeds befaamd lid van het Lagerhuis. Hoe blijft het beeld van More's gelukkig gezinsleven in het geheugen van de rus teloze Erasmus gegrift. Hij zal het ja ren later nog eens schetsen in een brief aan Hutten. Zij blijven vast verbon den in genegenheid. Hun corresponden tie begint in oktober 1499, doch zij is niet geheel bewaard. Opnieuw is Erasmus tijdens de zomer van 1509 in Engeland en vindt onderdak bij zijn vriend More. Erasmus is da'n een beroemd man. Zijn Grieks Nieuwe Testament is verschenen en in More's huis voltooit hij „De Lof der Zotheid". Hij draagt het werk aan More op. Wie Chaucer hadden gelezen, konden moei lijk begrijpen, dat het Latijnse boekje kwaad kon doen. De beide vrienden heb ben veel besproken, als Erasmus in 1514 Engeland verlaat. More had de uitne mende kijk op kwaliteit bij schilders, een eigenschap van zoveel Engelsen. Hij introduceert Holbein bij de koning en op diplomatieke zendingen in de Lage Landen stond hij in vuur en vlam voor hetgeen hij er zag. Erasmus moet ge weten hebben, wat hij deed, toen hij de in de Nederlanden vertoevende More zijn portret zond, geschilderd door Quin- ten Matsys. Hoe waardeert de Engels man het schilderij! „Gij kent mij ge noeg", laat hij Erasmus lezen, „om er van overtuigd te zijn dat ik geen ijdel tuit ben, maar om de waarheid te zeg gen, er is één eerzucht waarvan ik mij niet bevrijden kan en het is verwonder lijk hoe gelukkig ik me gevoel met de gedachte tot in de verste toekomst roem te hebben verworven door de vriend schap, de brieven, de boeken en het por tret van Erasmus". De Hollander is in 1516 weer bij zijn vriend in Londen en herhaalt zijn be zoek in het voorjaar van 1517. Wie zou eraan twijfelen, of de „Utopia" werd besproken? Op Nederlandse grond had More tussen diplomatieke besognes door zijn gedachten laten gaan over mogelij ke hervormingen in eigen vaderland. En die gedachten waren wel zo voortvarend, dat zij in Engeland niet konden worden gedrukt. Het zou dertig jaar duren eer dat mogelijk zou wezen. Maar, daar was de Hollandse vriend. Erasmus had zijn drukker in Leuven en de Rotterdammer, fecten! En effecten maken toneel! Dat is Wje men 20 dikwijls heeft verweten, dat het 'm juist, dat deze stukken meestal ]lem aan m0ed ontbrak, nam de zorg door en door toneel zijn! Dit heeft de voor Mores manuscript op zich en einde ervaring hun geleerd. Daarom laten zij 1516 verscheen het gedurfde boek. Aan juist hun keus op dergelijke stukken val- een verbeterde tekst hechtte Erasmus len. Dergelijke stukken doen het bij het publiek, maar ook bij de medespelenden. Daarom gaan dezen ermee akkoord. Er zit spel in de rollen van het stuk! Zij kun nen er wat van maken De figuren zijn niet vaag, nooit zullen zij langs elkaar heen strijken, maar altijd fel botsen Bot singen slaan in Maar het is allemaal even grof, allemaal even goedkoop. Dit ontgaat de keuzecommissie en de spelers echter. Zij vinden het mooi, omdat er zo veel leven en beweging in zit, echt wat de amateurs moeten hebben Zij menen, dat er een pracht stukje realiteit, levenswer kelijkheid in deze spelen verwerkt is. Maar dat is niet waar. Het is alles even vals, alles even verwrongen en gedrongen. Dergelijke mensen bestaan eenvoudig in het werkelijke leven niet of als zij be staan, komen zij niet naast elkaar voor. Alle logica ontbreekt in die stukken. Want logica voert niet tot dergelijke gro ve effecten. Logica verdraagt ook geen zwart-witfiguren. Als men zijn keuze verantwoord wil doen zijn, moet men zich tijdens het lezen geregeld afvragen: maar kan dit nu wel? Is dit niet vals? Is dit geen boerenbedrog? Bestaan zulke personen nu wel? En als zij bestaan, komen der gelijke figuren dan wel naast elkaar voor? En reageert men wel zo? En wordt dit of dat karakter nu wel vol doende verklaard? Is een dergelijk ka rakter in zo'n milieu geen onzin? Of is de gehele probleemstelling geen fictie, die in het gewone even met een enkel woord zou zijn opgelost, maar waar hier om wille van het spel een heel stuk voor wordt opgebouwd? Zo zijn er nog tientallen vragen. Vragen ook omtrent de natuurlijkheid van de taal en de stijl enzovoorts. Een stuk moet eerst volkomen ontleed worden, voordat men er over beslist. En pas dan, als het ons dan nog volledig verantwoord voorkomt, mag men pas zijn keuze erop laten val len. Eerder is men niet verantwoord, noch tegenover zichzelf, noch tegenover het publiek. Kweek bij uzelf onderscheidingsvermo gen aan door steeds elk stuk dat u leest en waarnaar uw voorkeur uitgaat, tot op de grond toe te ontleden op zijn natuur lijkheid en waarachtigheid, dan zult u ongetwijfeld op den duur uw publiek goede diensten gaan bewijzen met uw op voeringen. Penning vervaardigd door Quinten Matsys zijn magische naam bij brief, gedateerd Leuven, 25 augustus, 1517. Vier maanden later brak de storm los in Wittemberg. Niemand kon op dat ogenblik vermoeden, dat zij de vernietiging zou betekenen van de idealen, waarvoor Engelsman en Ne derlander zo geestdriftig hadden gestre den. Wat spiegelgevechten hadden ge schenen, liep uit op grimmige strijd. De Engelse koning zelf won de titel „Verdediger des Geloofs" met zijn boek tegen Luther. More nam deel aan de po lemiek. Hij stond aan het hoofd der ad ministratie van de beide Engelse univer siteiten, hij had de leiding van het La gerhuis, hij wordt in 1529 lord kanselier van Engeland, toen een veel meer bete kenende functie dan nu. Dan begint het paleisdrama, uitlopend op een conflict, dat het Engelse nationale leven tot in zijn diepste grondslagen gaat beroeren. Door zijn functies en scherp intellect be ter dan wie ook op de hoogte van per sonen en zaken, ziet More van meet- af de omvang van de dreigende gevaren. In hoge mate de voorzichtigheid be oefenend, houdt hij het een drie jaar vol in zijn ambt. Dan krijgt hij ontheffing en schrijft aan Erasmus: „Door de gunst van God en de Koning ben ik eindelijk weer vrij man, al voel ik mij niet zo goed als ik wel wensen zou. Iets ik weet niet wat, bezwaart me. Het is onrust en angst over de toekomst". Hij had goed gezien. Hij vertelt, zijn Hol landse vriend, hoe de verboden boeken uit de Lage Landen naar Engeland wor den gesmokkeld. „Onze mensen lezen ze soms gedachteloos en soms met bo ze bedoeling. De laatsten kan men niet verbeteren, maar ik probeer de goed- willenden te helpen". In gespierd En gels voerde hij de strijd tegen degenen, die Erasmus aanduidde als „pseudo-evan- gelischen". De laatsten beriepen zich te gen More juist op Erasmus. De staats man verdedigde de goede trouw van zijn Hollandse vriend. Hij had dit steeds gedaan en bleef het doen, al had hij hem privé geschreven: „Gij geeft wel toe. dat als gij deze pestilente ketterijen had kunnen voorzien, uw uitingen over be paalde punten voorzichtiger zouden zijn geweest". Erasmus wist het. Tegelijk met zijn geleerde vriend John Fisher, bisschop van Rochester, de eni ge die in polemiek en parlementair de bat manmoedig streed naast de leek More, zou Erasmus zitting hebben in het College der Kardinalen. De Rot terdammer aarzelde. Aan zijn vriend Da- miaan van Goes schreef hij: „De Ko ning van Engeland heeft de bisschop van Rochester en Sir Thomas More in de gevangenis geworpen. Uit Brabant hoor ik, dat zij ter dood zijn gebracht, ik hoop dat het een vals gerucht is". En nog op 14 augustus 1535 laat hij de Leu vense hoogleraar Latomus weten, dat de koning, gehoord hebbende van het kardinalaat voor Fisher, deze heeft la ten onthoofden. „Er wordt beweerd, dat ook More terecht gesteld is. Dat is niet zeker, al wou ik dat hij zich niet gemengd had in een gevaarlijke zaak en de theologie maar aan de geestelijkheid had over gelaten". Erasmus kon moei lijk weten, wat de procesgang was ge weest en hoe het om méér ging dan „theologie" alleen. Toen hij nog onze ker was over het lot van zijn beide vrienden, hadden dezen 't schavot reeds bestegen: de kardinaal op 22 juni, de gewezen lord kanselier op 6 juli, 1535. Na het verlies van zijn Engelse vriend had het leven voor Erasmus nog maar weinig waarde. Hjj was gelukkig, dat de Paus vriendelijk over hem dacht, maar „roem en nageslacht laten mij koud. Ik verlang naar huis en naar dc gunst van Christus". De eeuwige trekker was graag in eigen land gestorven. „Jammer, dat Brabant niet dichterbij is". Een jaar na More ging hij te Basel heen met de Hollandse woorden „Lieve God" op de lippen. Het was 12 juli, 1536. „Sed mors janua est aeternae vitae de dood is de deur tot eeuwig leven", had de grote humanist twee jaar eerder geschreven in zijn „Hoe men zich op sterven moet voorbereiden". Erasmus had More wél begrepen. Welke Nederlander en Engels man waren zo één als deze twee? Dr. P. Kaster-i Ja, zondagavond om tien voor negen kunt u via onze K.R.O. de Franse zin gende pater horen, zichzelf begeleidend op de gitaar. Père Aimé Duval s.j., die u via zijn langspeelplaten al dikwijls be luisterd hebt, maar nu via een recht streekse uitzending in uw huiskamer komt. Mochten die platen al een vreugde voor u zijn, omdat ze u iets te zeggen hebben, wat zult u dan genieten zondagavond Deze populaire priesterzanger zal aan u worden voorgesteld door zijn Nederland se ordegenoot, pater A. Kropman s.j. „Hij kan niet tippen aan Pat Boone" zullen de jongeren smalen. Of ze gelijk hebben? Overtuigt u zich daar zelf van u zal er beslist geen spijt van hebben Want af te stemmen op hem betekenl dat hij liedjes brengt, waarin hij spreekt tot God over de mensen en tot de men sen over God. Liedjes, die het, zelfs in deze modernr wereld doen, omdat zij toch weerklank vinden in mensenharten, hoe eenzaam en vaak verbitterd ook.. Zondagavond tien voor negen, stemt u dan op deze zingende pater af. Van di half uur-kan u alleen maar rijker var binnen worden, wat niet opweegt teger de dikste portefeuille, want daarin schuil niet het ware geluk..! MIEKE In ons onderschrift van de foto op de voorpagina van gisteren, voorstellend de uitreiking van de Oscars van de Neder landse televisie, is een regel weggevallen Voor de go-ede orde geven wij nu hei onderschrift, zoals di-t had moeten luider.- „Burgemeester Boot van Hilsersum reik-p gistermiddag (d.i. donderdag) de „Oscars" van de Nederlandse televisie uit aan (v.l.n.r. Gijs Stappershoef (televisle-regie- prestatie), Wim lbo (amusements-groep- prestatie), Kees Brusse (persoonlijke spel- prestatie) en Tom Manders (persoonlijke amusementsprestatie). De prijzen zijn be schikbaar gesteld door 't algemeen radio- en televisieblad „Goede Ontvangst".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 5