Prachtige verzameling „Middeleeuwse kunst der Noordelijke Nederlanden" Vakantie-lube i¥6-HLQfc.@ „HET HUIS IN DE BUURT Rijk geschenkvan jubilerend Rijksmuseum in Amsterdam I s!G HG Is! HG GEESTELIJK TESTAMENT VAN MGR. HANSSEN KI In KI KG K Pater Schilder promo veerde te Parijs Koninklijke onder scheidingen Dertien miljoen voor de missie DE LOEP Jaarverslag ZHRM I Schoolstaking in Maassluis B.N.A. propageert etagewoning met grootte van een gezinshuis Gala-avond van Arnhemse NATO-taptoe Alle takkn van kunst ver. tegenwoordigd Geertgen tot St.-Jan Machtig werk van de „Kindsheid" KALVEREN EN BOTER KWAMEN ONS LAND niet UIT „Het papiertje n deze dagen van examens aan de lopende band komt weer duidelijk naar vorendat een groot deel van Nederland jaagt op het begeerde „papiertje", hetwelk inhoudt, dat men voor dit of dal eindexamen slaagde of deze of gene akte verwierf. Het,is een ver schrikkelijke tijd voor de z.g. „kan didaten", want de uitslag betekent niets minder dan „to be or not to be"; zoiets: leven of sterven, hoe wel in figuurlijke zin gelukkig. Immers zónder dat beruchte „pa piertje" kan men niet verder op de maatschappelijke ladder, want voor deze functie wordt Mulo, HBS e.d. gevraagd. Een andere baan stelt weer hogere eisen. En de Universiteiten blijven gesloten voor hen, die geen HBS of Gym nasium „liepen". Het schijnt ontzettend van be lang te zijn, dat die „papier"-jac.ht voortduurt, want ondanks alle po gingen daartoe uit bepaalde krin gen, werd nimmer een verzachting aangebracht. Toen dan ook minis ter Cals een soepeler regeling voorstelde voor onderwijzers ten aanzien van examens in de peda gogiek en psychologie maakten 23 hoogleraren in deze vakken aan de universiteiten hun bezwaren kenbaar aan de Staten-Generaal. Zodat het eerste niet bekroon de schaap dus wellicht toch niet over de universitaire dam zal mo gen. Want het tegen 23 hoogleraren opnemen zal voor minister Cals niet meevallen. Die heren beschik ken over „goede papieren" in die „p apieren"-strijd! Analist „Geniet ook op reis van het beste dagelijkse middel ter opwekking en verkwikking. De natuurzuivere Jubileumexpositie in Stedelijk Museum te Amsterdam Geschiedenis in foto's Ook, Prins Bernhard aanwezig BURGEMEESTER VAN GOES OVERLEDEN VB UITSTEKEND INGEDEELD EN GEORDEND PAGINA 7 ZATERDAG 28 JUNI 1958 J. Mostaert, Mansportret, tentoongesteld op de jubileum-expositie van het Rijksmuseum. (Van onze Amsterdamse redactie) De tentoonstelling „Middeleeuwse kunst der Noordelijke Nederlanden", welke het Rijksmuseum in de hoofdstad heeft ingericht bij gelegenheid van zijn 150-jarig bestaan is vandaag geopend- Er wordt een briljante verzameling schilderijen, miniaturen, prenten, tekeningen en gravures en voorwerpen, gemaakt door kunstnijvere handen, uit de jaren tussen 1440 en 1533 geboden, bijeengebracht uit alle delen van de wereld. De indeling van de zalen en de opstelling van de voorwerpen is zeer vakkundig geschied. Beelden bijv. staan tegen een eenvoudig wit geschilderde houten achtergrond, welke de contouren van deze kunststukken bijzonder goed doet uitkomen. De schilderijen hangen aan wit, bruin of blauwzwarte wanden, al naargelang de sfeer die zij ademen. Soms heeft de zaal een nisvormige omtrek, waardoor men in een oogopslag de voorwerpen kan overzien en meteen een totaalbeeld krijgt, dat men „slechts" nader behoeft te illustreren. Men kan genieten van de expositie zonder door de veelheid en verscheidenheid van kunststukken te worden gestoord of opgejaagd. Het is eigenlijk voor het eerst dat zo veel takken van laat-middeleeuwse kunst in één tentoonstelling zijn bijeen gebracht. Zij omvat geografisch bezien het westen, midden en oosten van ons land. het land van Kleef en de streken bezuiden 's-Hertogenbosch. Het oog wordt eerst gestreeld door enige minia turen, waarvan de oudste uit 1339 da teert en dus eigenlijk valt buiten het tijd vak dat de tentoonstelling wil bestrij ken.' De oudst boeken dan zijn de Rijm bijbel van Jacob van Maerlant en diens „Der natueren bloeme". Gelre en Utrecht zijn rijk vertegenwoordigd door zeldzame zeer schóne getijdenboeken en missalen. In deze zaal hangt ook een Kruisigings-tripliek uit Utrecht, welke verwantschap vertoont met het werk van de miniaturisten. In de volgende ruimten zijn de schilderijen, beeldhouw werken etc. in vrijwel chronologische volgorde geëxposeerd. Uit. het laatste kwart van de 14de eeuw.' de „voorperiode" van de tentoon stelling dateren bijv. de „Gedachtenis tafel der Heren van Montfoort", „Acht tien taferelen uit het Leven van Jezus" en „De heilige Agnes met Geertruy rl Haeck". Dan ontmoet men Geertgen tot j Hedenmiddag heeft de minister van fchilders, dte.Toals d^heeTlf G.^Jn i Volkshuisvesting en Bouwnijverheid in 'n toelichting op de catalogus schrijft, in het Stedelijk Museum te Amster. darji de tentoonstelling ,,Het huis in de buurt" geopend. Deze tentoon stelling wordt in de tuin gehouden en is georganiseerd door de Bond van Ned. •Architecten. Kijkje in de foto-hal. meester van de Utrechtse St.-^Iaarterf en de vier heiligen", kan men leren ken nen in zijn beelden „St.-Joris, St.-Pau- lus. St.-Agnes en St.-Ursula". Van Adriaen van Wesel staan er o.m. „Drie musicerende engelen met St.-Jozef", een zeer fraai werk, ,,De bewening van Christus" en „St.-Maarten te paard". De expbsitie omvat opk vele tekenin gen en prenten .gebrandschilderd glas. dat op een uitstekende manier in de wanden is verwerkt en belicht wordt, textiel, o.a. een schippersantependium uit Nijmegen en enkele kóstbaar be werkte kazuifels, en zilverwerk, waar onder zegels, reliekhouders en schut- tersketenen. Onze opsomming en aan duidingen moeten zeer summier blijven, ook al om de lezer geen verkeerde in druk te geven van de tentoonstelling, waarvan de inrichting, als gezegd de aantallen van de stukken doet vergeten. In een omvangrijke catalogus wordt van alle stukken de geschiedenis kort ver haald en verwezen naar literatuur, die er aan is gewijd. Het boekwerk is ge ïllustreerd met vele foto's. Men kan niet beter doen dan 'n bezoek te brengen aan deze unieke tentoonstelling. De gelegen heid daarvoor bestaat t/m 28 september a.s. de Noordnederlandse kunst haar eigen gezicht heeft gegeven. Van hem zijn o.m. te bewonderen „De opwekking van La zarus". „De verbranding van_ het ge beente' van Johanjies de "Doper" en een drieluik met „De aanbidding der konin gen"., Zeer fraai zijn ook de werken van zijn tijdgenoot Mostaert. Een andere meester, die sterk de toon aangeeft, is Jheronimus Bosch. Deze schilder, die o.a. in zijn „Verzoeking van de H. Antonius" blijk heeft gegeven over een bizarre fan tasie te beschikken, beslaat met zijn oeuvre een gehele zaal. Er zijn vier drie luiken en altaarstukken uit een Vene- tiaans Dogen-paleis. Het overzicht van de schilderkunst sluit met Lucas van Leyden Jacob Cornelisz. en Cornells En- gelbrecht Het slotstuk is Van Leydens drieluik met „Het laatste oordeel", een riant werk. Aan de voorzijde van het linker- en rechterpaneel zijn apostelen Petrus en Paulus afgebeeld, uitkijkend als het ware naar de renaissance. Van de beeldhouwkunst zijn eveneens vele zeer fraaie specimina te bewonde ren. Er is een „Maria met Kind uit de eerste decennia van de 15e eeuw. De onbekende kunstenaar, die genoemd wordt naar een van zijn werken „De Aan het Inetitut Caflholique te Parijs promoveerde magna cum laude tot doc tor in de theologie pater Raymundus Schilder O.E.S.A. op het proefschrift „La place de Pierre Lombard dans Itiistoire de la théologie de la charité". Promotor was prof. De Broglie S.J. Pater Schilders is professor aan het theologicum van de Paters Augustijnen te Nijmegen. Ter gelegenheid van het jubi leum van het Rijksmuseum zjjn de volgende koninklijke onderschei dingen toegekend: Commandeur in de orde van Oranje-Nassau (bij bevordering) jhr. D. C. Röeli, hoofddirecteur van het museum. Officier in de orde van Oranje- Nassau de heer Th. H. Lunsingh Scheurleer, directeur van de af deling bouwkunst en kunstnijver heid en de heer A. W. C. Lj Koot, algemeen secretaris. De eremedaille verbonden aan de orde van Oranje-Nassau werd verleend in goud aan de intendant M. C. van der Linde, in zilver aan de chef van de binderij, cartonage en drukkerij P. H. Scholier en in brons aan de verwarmingsstoker G. Boshuizen. In Parijs is de jaarvergadering gehou den van het Pauselijk Missiegenootschap der kinderen, de „H. Kindsheid". Naast vertegenwoordigers van de Verenigde Staten van Canada waren er acht Europe se landen vertegenwoordigd. Uit de giften en contributie der kinde ren gedurende het jaar 1957 kon een be drag van 13.575.000 beschikbaar worden gesteld ten bate van de opvoeding en ver zorging der kinderen in de onderontwik kelde gebieden. Hiervan werd een bedrag van 1.375.500 bestemd voor in moeilijk heden verkerende missies in Afrika, over eenkomstig de encycliek Pidei donum. In ons land brachten'de kinderen ver leden jaar 406.767,52 bijeen voor hulp aan kinderen in missiegebieden. 871 aan vragen werd afgehandeld (verleden jaar 804). Een bedrag van 3.167.500 blijft ge reserveerd voor de a.s. decembervergade- ring, hiervoor wordt nog een 300-tal aan vragen verwacht. In 1955 kon het genootschap hulp ver lenen aan 43.000 kinderen in weeshuizen, aan 658.000 in kraaminrichtingen en kin- derbewaarpiaatsen. aan 3.786.000 kinderen op de scholen. Het aantal behandelingen in de poliklinieken liep tegen de 19 mil joen. Meer dan in het verleden beijvert zich het genootschap door allerlei uitgaven, vvaaonaer het eigen orgaan (in ons land ..De Kleine Apostel") de kinderen een echt missionaire geest bij te brengen, wel ke tevens een verdieping betekent van eigen geloofsleven, waaruit vele roepin gen tot missionarisleven mogen opbloeien. (Van onze correspondent) Douane-beambten zagen gieternacht aan de grens bij Aardenburg een grote wagen rijden. Aan de uitnodiging om te stoppen werd geen gehoor gegeven en daarom zette men een achtervolging in. De wagen wer^ eerst tot stilstand ge bracht, toen enige banden kapot waren geschoten. Bij onderzoek bleek, dat de auto 580 kg boter alsmede vijf teflveren bevatte. De chauffeur zag kans te ont vluchten. Volgens het jaarverslag over 1957 van de Koninklijke Zuid-Hollandsche Mjj tot redding van Schipbreukelingen, te Rot terdam, is dit jaar 31 maal een beroep gedaan op de reddingstations, waarbij in zes gevallen hulp verleend kon worden. In totaal heeft men 22 mensen in vei ligheid gebracht. Over het algemeen heeft 1957 zich door weinig storm geken merkt, zodat niet veel schepen op de Nederlandse kust in moeilijkheden kwa men. Wat het financiële gedeelte van het jaarverslag betreft de scheepsbijdragen bedroegen in 1957 216.453,01, de vaste contributies 22.754,93. De giften, ad 65.583,59, vertoonden een vrij aanzien lijke daling. De exploitatiekosten van de verschil lende stations waren iets laget dan vorig jaar zij bedroegen 97.136,31. Onder houd en reparatie van reddingboten en boothuizen, vergden daarentegen aan zienlijk meer dan in 1956, Ijieraan moest 66.893,83 worden uitgegeven. Ook de post „diverse leveranties, pensioenen en onkosten" laat een stijging zien tot 58.391,31. Niettemin kon van de reke ning „amortisatie van het door prijsstij ging ontstane tekort op afschrijvingen" in het afgelopen jaar een bedrag van 123.246,96 worden afgeboekt. Nog steeds echter heeft deze rekening een groot on gedekt tekort, aldps het jaarverslag. Aan legaten werd tenslotte 6000 ontvangen. ONDER VOORTDURENDE CONTROLE VAN HET LABORATORIUM Dr v. HAMEL ROOS AMSTERDAM Vrijdagmiddag kregen leerlingen van de Marr.ix Mulo te Maassluis onenigheid nfet de leerkrachten. Het ging over het feit. dat zij geruime tijd achtereen van een en dezelfde leraar les hadden.- Uit protest verlieten zij de school. Of het nu was om de verhitte hoofden wat af te koelen of om de aandacht op hun protest te vestigen zal wel een vraag blijven, maar op een gegeven moment doken 6 jongens van de school het koude water van de Zuidvliet in. De aandacht trok het zeker want het zag zwart van het publiek langs de kant. Zelfs raakte een der jonge toeschouwers ook nog te water, maar de demonstranten hielpen hem weer op het droge. Het muisje zal waarschijnlijk nog wel een staartje heb ben. (Van onze Amsterdamse redactie) De Bond van Nederlandse Architecten laat de buitenwacht delen in zijn vreugde over het souden jubileum door haar in staat te stellen kennis te nemen van do ontwikkeling van het bouwen in alge mene zin sinds 1900 en van de veranderde opvattingen in dit tijdvak ten aanzien van de volkshuisvesting. Was dé tentonstelling in het Bouwcentrum te Rotterdam spe ciaal gericht op het eerste onderwerp, de expositie, die vandaag in het Stedelijk Museum te Amsterdam is geopend, illus treert overwegend het tweede thema, t.w. „Het huis in de buurt". De B.N.A. maakt op deze tentoonstel ling propaganda voor een etagewoning, die dezelfde oppervlakte heeft als een ééngezinshuis. Een éêngezinshuis heeft doorgaans twee verdiepingen, elk meteen oppervlakte van circa 50 vierkante meter. Op de tentoonstelling nu is een maquette op ware grootte opgesteld van een flat woning aan een galerij met een vloerop pervlak van eveneens circa 100 vierkante meter. De indeling, gemaakt bij wijze van suggestie, is als volgt. Rechts van de brede hal bevinden zich twee slaapkamers voor de kinderen. De tussenwand is gedeelte lijk inschuifbaar, zodat de, jeugdige bewo ners overdag kunnen beschikken over een behoorlijke speelruimte of kunnen stude ren in een „ruimtelijke" sfeer. Links zijn achtereenvolgens gesitueerd de woon kamer met een eethoek, 24 vierkante me ter groot i- P- v- de nu gebruikelijke op pervlakte van 16 vierkante meter, de slaapkamer van de ouders en in het ver lengde daarvan de douche annex wasgele genheid en de keuken. De B.N.A. vraagt zich niet ten onrechte af of de stadsmen sen de dupe moeten zijn van het feit dat de stedekundige aanleg van de nieuwste buurten om hoge woonbouw vraagt.. De etagebewoners missen toch ook al het directe contact met tuin en straat. Wan neer de flat twee verdiepingen telt, de zg. „maisonette", kan en moet ook de in houd van een eengezinshuis als maatstaf worden genomen. Voordat men de maquette bereikt, pas seert men een galerij van foto's, welke de ontwikkeling van de huisvesting, onder verdeeld in de perioden vóór de eerste wereldoorlog, tussen de beide oorlogen in en na 1945, illustreren. Van de jaren tus sen 1900 en 1914 ziet men afbeeldingen van de „Pijp" (de Ferdinand Bobbuurt) en de Indische buurt in Amsterdam. In deze wijken kan men alleen de straat en het bouwblok waarnemen. De diepte van de woningen speelt geen rol. Winkels, scho len, werkplaatsen etc. zijn zonder enig systeem door elkaar geplaatst. Tussen de beide wereldoorlogen in gaan de archi tecten inzien dat' alle elementen van een wijk, woonhuizen, winkels etc. een eigen functie in de ruimte hebben te vervul len. Toch blijft het woningblok nog ge sloten, zodat alleen de gevel de sfeer bepaalt. Wel gaat men al over naar de gemeenschappelijke tuin. Na de bevrijding tenslotte doet de strookbouw overal zijn intrede, nadat zij voor 1940 al hier en daar, bijv. in Amsterdam-West was toe gepast. De voor- en achtergevel van eeh blok, de stroken groen etc. bepalen voortaan de aanblik van een buurt net als vroeger de straatkant. De indeling wordt meer en meer gebaseerd op de functies van de vertrekken. Een grote foto tenslotte geeft een idee van de stad van de toekomst, waarin de ruimtelijke ontwikkeling en de functio nele indeling in het oog van de huidige mens tot volle ontplooiing zijn gebracht. „Het huis in de buurt" beeldt deze ge schiedenis uit in de tuin van het Stede lijk Museum. De tentoonstelling, die van- midag door minister Witte is geopend, verricht zijn illustratieve functie kort en krachtig. Men kan er tot eind september van profiteren. IN DEN NAAM VAN DEN VADER EN DEN ZOON EN DEN HEILIGEN GEEST. LAATSTE WIL. Als laatste akt van mijn leven wil ik het geloof hernieuwen in de Al machtige God en mij aanbevelen in Zijn overgrote Goedheid en Barmhartig heid. Ik dank Hem, dat Hij mij geroepen heeft tot het ware christelijke geloof en dit heeft gesterkt door een vierjarig verblijf op de oud-christelijke grond van het eeuwige Rome. Ik dank Christus, de Hogepriester, dat Hij mij geroepen heeft tot het priesterschap en mij heeft doen delen in de volheid van Zijn priesterschap. „Als de graankorrel niet i)i de aarde valt. en sterft, blijft hij alleen, maar als hij niet sterft brengt hij vele vruchten voort" (Joh. lZ.Zj). In het Godsrijk en in Christus' Mystieke Lichaam zijn wij één, Sommigen zijn geroepen om ,,in droefheid te zaaien", anderen „om in vreugde te oogsten". In die geest breng ik het offer van mijn leven, allereerst voor degene die mijn opvolger zal zijn, verder voor degenen, wie ik de handen mocht, opleggen, voor de priesters aan wi>er opleiding ik mocht medewerken, voor het gehele Bisdom en voor de KERK; voor haar sterven is leven! Na God breng ik innige dank aan mijn christelijke moeder z.g., die de weg heeft bereid voor mijn katholiek geloof en mijn priesterschap en wier voortijdig levensoffer mij heeft gesterkt om het mijne te brengen; aan mijn ijverige en zorgvolle vader z.g., die het werk van zijn d iep b'e treur de echtgenote aan zijn kinderen zo goed heeft voltooid; aan mijn broer en zusters, zwagers en schoonzusters en mijn gehele familie voor hun liefde en belangstelling en zorgen en gebeden; aan mijn opvoeders van het College van Roermond en Rolduc en aan de professoren van het Groot Seminarie, die ik lattr collega's en vrienden mocht noemen; aan mgr. Lemmens voor de vaderlijke gastvrijheid en voor de gelukkige jaren, die ik op het Bisdom mocht doorbrengen; aan secretaris Van Odijk vooral, maar ook aan secre taris Delhoofen voor hun vriendschap en trouw; aan mijn Heerneven en priestervrienden; aan allen, die mij wel deden in Christus' naam. 'Ik vraag de barmhartige God vergeving voor de vele fouten, die ik heb bedreven, en oudleerlingen en priesters voor de minder goede indrukken, die ik heb nagelaten. Ik beveel mij aan in de gebeden en Offers van priesters en gelovigen en vooral van degenen, die mij het naast hebben gestaan'. ROERMOND 11 juni 1953. NIJMEGEN, S3 juni 1958. Als het God behaagt draag ik mijn levensoffer op in de geest van het universele Kruisoffer van Christus, voor de heiliging van d'e priesters van het bisdom en voor hun trouw aan de Heilige Stoel, alsook voor de pries ters, wie ik de handen heb opgelegd; voor de religieuzen; voor de Katho lieke Actie; voor de mannen van dfe K.A.B. en van de Boerenbewegingvoor Middenstand en Werknemende Middenstand, voor Werkgevers en Adelbert, en zeer bijzonder, opdat zij op dit kritieke ogenblik de eenheid mogen bewaren: voor de Vrouivenbeweging, die in de naaste toekomst zo grote betekenis kan krijgen; voor jongeren en jeugdbewegingvoor het sociaal- caritatieve leven en voor alle gelovigen van het bisdom. Ik dank de goede God, dat ik met Zijn genade -mijn levenstaak heb vol bracht en het geloof heb bewaard en dat Hij mij, ondanks mijn tekort komingen, de grote genade heeft gegeven herder te zijn van een bisdom en het te leiden in Jezus Christus. In de naam van de Vader en dv Zoon en de Heilige Geest. Amen. (Van onze correspondent) De grote gala-avond van de Arnhemse taptoe is gisteravond een gebeurtenis op zich geworden. Het was een avond in grote st(jl, die werd bijgewoond door een zeer groot aantal hooggeplaatste officie ren van de deelnemende NATO-landen. Evenals de voorgaande avonden waren de tribunes op de Arnhemse Markt door vele duizenden bezoekers bezet. Om streeks kwart over negen arriveerde Prins Bernhard in gezelschap van de mi nisters Staf en Luns. De Prins was gé- kleed in het groot tenue van inspecteur- generaal van de Luchtmacht. Stram in de houding nam hij de eerbewijzen in ontvangst. De Kon. Luchtmachtkapel speelde het Wilhelmus, daarna nam de koninklijke bezoeker op de eretribune plaats, welkom geheten door de commis saris der Koningin in Gelderland, mr. H. W. Bloemers en de burgemeester van Arnhem, de heer Cfar. Matser, D« hoogste NATO-vertegenwoordiger was dq USA-brigade-generaal J. D. Cur tis, die de persoonlijke vertegenwoordi ger was van de Atlantische opperbevel hebber, generaal Norstad. Aanwezig wa ren voorts de ambassadeurs van Italië en België,alsmede een groot aantal, andere diplomatieke vertegenwoordigers der NATO-landen. Het zeer fraaie weer heeft op deze avond alle luister aan de taptoe bijgezet. Na afloop was ér een ontvangst van jle vele honderden genodigden door het pro vinciale bestuur. Prins Bernhard werd hartelijk door de duizenden bezoekers toegejuicht, toen hij zich over het markt plein naar het Provinciehuis begaf. De commissaris van de Koningin hield daar een korte toespraak, waarin hij de talrijke bijzondere gasten welkom heette. Tevens bracht hij dank aan alle mede werkers die deze eerste NATO-taptoe in Arnhem hebben doen slagen. Gisterennacht is vrij plotseling op de leeftijd van 59 jaar overleden mr. W. C. ten Kate, burgemeester van Goes. ra

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 7