Positie der kerkgenootschappen in Boek 2 Burgerlijk Wetboek Een preventief of repressief toezicht op verenigingen en Javaanse bisschop tussen Indonesië over de breuk Nederland Algiers juichte minder luid dan enkele weken geleden NIVEA Glansrijke opvoering van door de Deutsche Oper am Rhein Welke gevolgen heeft de huidige Nederlandse politiek voor de Kerk in de Archipel? 36.000 kg. boter de grens over rr Het geval Lepesjinskaja „Ik zou één vraag willen stellen aan de KVP" Comité eist duidelijkheidvan De Gaulle Financiële verhouding rijk en gemeenten Susana y José weer in de Lage Landen Zware regenval in Engeland V B DONDERDAG 3 JULI 1958 PAGINA 5 Prof. Oud het verst Vinnig debatje Bij notariële akte Steeds onzekerheid Meer onzekerheden IN ENKELE WEKEN Toch sprake van smokkel organisatie? Voor 'vetvrij' zonnebaden zonnebrand lotion Sovjet-ambassade repliceert ONDERVOORZITTERS ONDERWIJSRAAD Egoistische politiek Communisme in Indonesië Katholiek rapport in grote lijnen eens met commissie-Oud De behandeling begon met een vierde n<Ha van wijziging, waarin de positie der kerkgenootschappen nader werd geregeld, ^aangaande deze materie waren diverse amendementen ingediend, o.a. van de he ren Meulink (A.R.), Roolvink (KVP) en Oud (VVD). Prof. Oud ging het verst en wilde de kerkgenootschappen hier geheel uitlaten. Minister Samkalden had reeds toegelicht, dat er in de bestaande tekst, wat de kerk genootschappen betreft, van overheidsin menging geen sprake is, omdat hier de rechtspersoonlijkheid duidelijk tot uiting rou komen. En prof. Drion, de regerings commissaris, had in de eerste aanleg be toogd, dat de kerkelijke stichtingen wor den beheerst door het ongeschreven recht. Om nu aan de bezwaren tegemoet te komen, kwam minister Samkalden met een vierde nota van wijzigingen, waar van de redactie minder ver ging dan prof. Oud zich had voorgesteld, maar waarin dan werd vastgelegd, dat de be palingen omtrent het tot stand komen en vernietigen van besluiten en omtrent verboden rechtspersonen niet zouden gelden voor de kerkgenootschappen. Do amendementen werden hierop zonder hitzondering ingetrokken. Ook prof. Oud kon zich hiermee wel verenigen, omdat, Zoal® hij verklaarde, zijn grootste bezwa ren nu waren vervallen. De heer Versteeg (AR) deed nog een po ging om art. 4 van titel I over de gelijk- "telling van natuurlijke personen en rechtspersonen te wijzigen; zijn amende ment werd echter verworpen. Mr. Van Bijckevorsel trachtte dit hele artikel uit de wet te verwijderen, omdat het volgens hem alleen maar rechtszekerheid zou brengen. Hij kreeg echter alleen maar de 's-GRAVENHAGE, 2 juli 1958. De vergadering van de Tweede Kamer begon vanmiddag met hindernissen, omdat het vereiste quorum de helft der leden plus één om één uur nog niet aanwezig was. Om vijf voor half twee waren er nog maar 74 leden, dus al'ijd nog twee te weinig om de vergadering te kunnen aanvangen. De voor zitter, dr. Kortenhorst opende toen dus niet de vergadering maar de „bijeen komst", waarin hij kennis gaf van het feit dat het aantal leden onvoldoende Was om de vergadering te beginnen, zodat het reglement van orde hem voor schreef de namen van de aanwezige èn van de afwezige leden te doen voor lezen om deze in de Handelingen op te nemen. Dat geschiedde, waarna de aanvang der vergadering werd bepaald op kwart voor twee. Toen bleek het vereiste quorum aanwezig te zijn. Nu was het ook een uiterst gespecialiseerd onderwerp, dat aan de orde was, namelijk de herziening van Boek 2 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek en wel de afzonderlijke artikelen onder de verschillende titels. Een kluif voor de juris ten, maar voor ieder ander eenvoudig onverteerbaar. steun van de VVD en het artikel werd bij zitten en opstaan aangenomen. Een heel kort, vinnig debatje ontstond nog tussen de heer Van Rijckevorsel en mej. Zeelenberg (P.v.d.A.). De laatste had betoogd, dat men niet op het laatste mo ment in deze zaken met allerlei wijzi gingen moest komen, maar de heer Van Rijckevorsel zei zeer terecht, dat het bij zulk een uitputtende juridische behande ling kan voorkomen, dat men door allerlei argumenten, die men hoort, een kant van de zaak gaat zien, waaraan men vroeger niet heeft gedacht en dan moet men het recht van de Kamer om een amendement in te dienen niet alleen belijden met de mond, maar ook metterdaad. Dit nam mej. Zeelenberg niet helemaal en zij kwam even vertellen, dat zij dit recht zeker met terdaad beleed, maar dat men zich een meester moest tonen in de beperking. Het enige interessante punt, dat verder in de avondvergadering nog ter sprake kwam, was de kwestie van het repressief of preventief toezicht. In het ontwerp wij hebben dat reeds vroeger uiteengezet wordt voorgesteld de ko ninklijke goedkeuring te doen vervangen door de ministeriële verklaring van geen bezwaar, waardoor het preventief toe zicht blijft bestaan en de minister vooraf de statuten van op te richten verenigingen moet inzien. De heer Van Rijckevorsfel wilde nu dat preventieve toezicht maar laten verval len en als vereiste voor de oprichting van een vereniging alleen laten gelden, dat de statuten moeten worden vastgesteld by no tariële akte. Ook in dat geval krygen vol gens zyn redenering alle verenigingen rechtspersooniykheid en men kan dan al- tüd nog ingrypen op grond van art. 2.1.10, betreffende de openbare orde en goede zeden. Maar in dat geval wordt dan door de onafhankelijke rechter uitgemaakt, of een vereniging in strijd is met de openbare orde en goede zeden en kan de betrokken organisatie zich ook voor de rechter ver weren. Later wijzigde hij dit amendement nog zo, dat men een vereniging ook zou kunnen oprichten zonder notariële akte, maar dan heeft men een z.g. niet-erkende vereniging, die dus niet de voordelen heeft van een erkende. De P.v.d.A. had bij monde van mej. Zeelenberg reeds verklaard, dit geval een beetje griezelig te vinden en minister Samkalden had er in zijn antwoord op de algemene beschouwingen ook reeds zijn bezwaren tegen geuit. Hij verklaarde toen, dat de overdracht van de administratie naar de rechter een voortdurende bron van onzekerheid zou vormen. Het voorstel van de heer Van Rijcke vorsel zag er eenvoudig uit, maar alleen op papier. Het verboden karakter van een vereniging kon men volgens hem le ren kennen uit de statuten. Ziin de bepa lingen daarvan in strijd met de wet, dan is de vereniging nietig, maar zo. betoogde de minister, constateert men eerst ach teraf, met alle nadelen van dien. Zo stonden de zaken, toen hedenavond dit amendement aan de orde kwam. Na dat de heer Van Rijckevorsel zijn argu menten nog eens naar voren had gebracht, haalde prof. Oud (VVD) een reeks his torische voorbeelden aan, om te bewijzen, dat het verlangen naar het verdwijnen van preventief toezicht reeds lang leeft; eigenlijk al van 1855 af. Minister Samkalden weeg er op, dat een saniteitswaarborg voor een ordeli.ik rechtsverkeer is, dat statuten aan doelma- tigheidséisen beantwoorden. Ofschoon hij in velerlei opzichten grote waardering voor het notariaat heeft, meent hij toch. dat het bij akte oprichten van verenigin gen door mogelijke onduidelijkheden in de statuten niet voldoende waarborgen biedt voor het beantwoorden van verwachtin gen op grond van dergelijke statuten bij rechtsgeschillen. Voor notarissen is de materie niet bij zonder geschikt. Ik vrees van dit stelsel meer onzekerheid, meer rechtsgeschillen en onzekere criteria, aldus de minister. Daarom acht hij het systeem van het ontwerp meer rechtswaarborgen bieden, dan het bij amendement voorgestelde systeem. De stemming over het amende ment Van Rijckevorsel zal volgende week dinsdag worden gehouden. Van de Kameragenda rest nu nog de verdere behandeling van de Industriali satienota en van de herziening van Boek 2 van het B.W. Deze behandeling zal mor gen en de volgende week worden voort gezet. F.S. De botersmokkel in Zuid-Limburg, die de laatste weken aan het licht is geko men, blqkt omvangrijker te zijn, dan zich aanvankelijk liet aanzien. De na dere verhoren wyzen erop, dat er in derdaad toch wel een sterk vertakte smokkelorganisatie is. welke haar leiding heeft in België, met bjjnosten in Gulpen op een boerdery en in Maastricht in een garage. De economische officier van justitie te Maastricht, mr. P. van Mierlo, heeft in verband met een en ander ziin vaka- onderbroken. Er zijn nu reeds in Ne derland en Belsië een twaalftal arresta ties verricht. De dinsdag aangehouden „Mooie Madeleine", die meewerkte door het Verschaffen van auto's uit haar ga rage, wordt beschouwd als een der voor naamste figuren in de smokkelorganisatie, welke tot nu toe ongeveer 36.000 kg boter de grens heeft overgebracht. De eigenlijke hoofdleider van het com plot is echter nog niet ontdekt. Men heeft aanwijzingen dat dit een Bele moet zii- maar zekerheid hieromtrent bestaat nog niet. Bij K.B. is benoemd tot ridder in de or de van Oranje-Nassau de heer N. H. Wijn gaarden, chef van de afdeling controle bij Werkspoor N.V. te Utrecht. Koninklijke bezoekers op het internationale spring- en rijcon cours te Aken. Z.K.H. Prins Bernhard en de prinsessen Arm gard en Beatrix kijken belangstellenden toe. „Die Sache Makropoulos AMSTERDAM, 2 juli. Dat de DEUTSCHE OPER AM RHEIN in twee dagen tyds twee totaal anders gerichte opera's op twee verschillende schouwplaatsen van ons land, zonder voorbereiding ten tonele heeft gevoerd, bewust een ongewone slagvaardigheid die in dit geval nog met een niet-alledaagse repertoirekennis gepaard gaat. We nemen dan ook met lichte verbazing en waarde ring kennis van het feit dat het geallieerd Duisburgs Dusseldorfs operagezelschap in één jaar tyds niet minder dan vijftien premières brengt en aldus ieder begrip van verstjjving in het repertoire wel ver verwijderd houdt, waaraan ons Neder lands operainstituut laboreert. Nog het •rrrCtYfr» Mooi, gezond bruin worden zon der ook maar één pijnlijk plekje. Gebruik daarvoor Nivea zonne brand-lotion. Vetvrij -dus het laat Uw huid niet glimmen. Nivea zonnebrand-lotion schenkt U een stralende teint. kleine fles 1.10 grote fles f 1.75 De Sovjet-russische ambassade in Brus sel heeft dinsdag in een communique „de insinuaties in de per6 over de danseres Uepesjinskaja" betreurd. De Sovjets me- Jen, dat „de insinuaties slechts het werk kunnen zijn van mensen, die met alle mid delen de Sovjetrussische deelneming aan de Brusselse wereldtentoonstelling willen Sehaden, om de culturele en artistieke bij lage der Sovjet-Unie te torpederen. Het eit, dat Olga Lepesjinskaja heeft deelge nomen en blijft deelnemen aan de voor- héllingen van het Bolsjoi-theater is het keste antwoord op deze misselijke aan- "igingen. Bij K. B. is benoemd tot onder-voor eer van de Onderwijsraad: prof. mr. M. Donner, voorzitter van de derde ®fdeling van die raad, hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Voorts zijn tot ondervoorzitter be noemd: van de afdeling hoger onder lijs: prof. dr. H. H. Janssen, hoog leraar aan de r.-k. Universiteit te Nij megen. Van de afdeling algemeen vor mend voorbereidend hoger en algemeen ?°rmend middelbaar derwijs: dr. G. J. f6n Velduys, rector van het Neder- mndsch Lyceum te 's-Gravenhage. Van d® afdeling algemeen vormend lager on derwijs, kweekschoolonderwijs en kleu teronderwijs: de heer L. Welling te Epe. de afdeling vakonderwijs; de heer Schipper, lid van de Eerste Kamer te Utrecht. In een uitvoerig interview met het Amerikaanse persagentschap N.C.VV.C. News Service heeft de apostolisch vicaris van Semarang, mgr Soegiapranata naar het KNP ons meldt verklaard het te betreuren, dat de Katholieke Volksparty in Nederland voor een groot deel verant woordelijk is voor de slechte betrekkingen tussen Indonesië en Nederland. Hij achtte verbetering der relaties mogelyk, indien Nederland een objectievere houding te genover Indonesië zou willen aannemen. „Ik zou Nederland willen zeggen: Verde dig uw rechten, doch vergeet niet uw naaste lief te hebben". Voor veel katholieke Indonesiërs is de houding der K.V.P. onbegrijpelijk, aldus de bisschop, omdat zij het verschil niet zien tussen een katholieke partij en de Katholieke Kerk. De bisschop is de mening toegedaan, dat 'n nieuw begin, gebaseerd op rechtvaar digheid en liefde, voldoende goodwill zal kweken om een nieuwe samenwerking op et bouwen, zowel politiek als economisch. De twist over Nieuw-Guinea zou dan evenmin onoverkomelijk zijn. De politieke moeilijkheden tussen In donesië en Nederland kunnen de Kerk schaden voor wat betreft de toelating van missionarissen. Voor de missionarissen, die reeds langer in Indonesië vertoeven, behoeven geen moeilijkheden te worden verwacht, omdat zjj niet de sympathie van het koloniale bestuur genoten. De In donesische autoriteiten vrezen echter, dat de jonge missionarissen geïnfecteerd zyn door de vUandigheid, welke thans in Ne derland tegenover Indonesië overheerst, aldus mgr Soegiapranata. In het interview besprak de Indonesi sche bisschop zowel de houding van het Westen tegenover de onderontwikkelde gebieden als de gevolgen van het kolo niale tijdperk, die zich o.m. manifesteren in de groei van het communisme. De meeste Indonesische ambtenaren zijn plutocraten zonder geld, is de mening van de bisschop. Hun mentaliteit is heb zuchtig en materialistisch. Zij zijn geen echter nationalisten, doch vormen het re sultaat van het koloniale systeem. De Ne derlanders deden niets om de rijke cul turele erfenis der Javanen te bevorderen, ofschoon deze de meerderheid van het Indonesische volk uitmaken. Zij trokken de Ambonezen voor om de Javanen klein te houden. Het onderwijs van de Neder landers had slechts een doel: ambtenaren voor de koloniale regering op te leiden. Onze intellectuelen vervreemdden daar om van hun cultuur. De gevolgen waren desastreus, aldus mgr Soegiapranata. „On ze ambtenaren begrijpen het volk niet en zij interesseren er zich ook niet voor. Zij denken alleen aan zichzelf. Zelfs zijn so ciale activiteiten van de autoriteiten - zo als b.v. coöperaties - zijn een grote farce. Zij dienen alleen maar om nog meer amb tenaren een goed leven te bezorgen". De apostolisch vicaris van Semarang wees er op, dat Indonesië zich wel van het koloniale systeem bevrijd heeft, maar niet van het koloniale onderwyssysteem. De Indonesische scholen leiden nog steeds mensen op voor de „witte-boordcn"-baan- tjes. zy biyven de jeugd van hun cul tuur vervreemden. Niets wordt gedaan voor de scholen, die het eerst nodig zyn: lagere technische scholen, landbouwscho len, handelsscholen. „Omdat ik deze Ideeën openiyk en vry verkondig, noemen ze my de communis tische bisschop", aldus mgr Soegiapranata, „maar het heeft niets met communisme te maken". Mgr Soegiapranata was van mening, dat er ongetwijfeld gevaar bestaat voor een communistische staatsgreep in Indonesië, doch hij stelde het Westen daarvoor ver antwoordelijk. „De Westerse landen heb ben zich niet kunnen losmaken van hun egoistische politiek. Azië en Afrika zullen zich ontwikkelen. Geen macht ter aarde kan dit tegenhouden, maar voor zekere buitenlandse belangen betekent dit finan cieel verlies. Westen wil Indonesië niet finan- ciel helpen, omdat 't bang is zijn geld te verliezen. Het communistische Oosten is bereid te helpen zonder voorwaarden. Het Oosten trekt een wissel op de toekomst. Pa. Vf verstandiger. „Ik wenste, dat het Westen dit begreep". De bisschop gaf als zijn mening te ken nen, dat wanneer het Westen bang is wa penen te geven, het kapitaal-goederen zou moeten geven voor de opbouw van het land. Hulp met goede bedoelingen gege ven, zou zeker gaarne door het Indonesi sche volk aanvaard worden. Het komt er echter op aan hoe gegeven wordt, aldus mgr Soegiapranata. De Amerikanen e.a. kunnen op dat gebied nog wel iets leren. De Indonesiërs houden er b.v. niet van, dat zij op elk blikje van Amerikaanse herkomst moeten lezen, dat het een .gift van het Amerikaanse volk" is. De Indo nesiër beschouwt dat als reclame voor zichzelf, zoiets bevalt hun niet. De Ame rikanen kunnen beter de raad van het Evangelie volgen en de linkerhand niet laten weten, wat de rechterhand doet. Voor de oppervlakkige toeschouwer lijkt het of het Indonesische volk com munistisch wordt. Het volk weet echter niets van het communisme af. Het stemt ervoor, omdat- communisten vooruitgang beloven. Maar om de werkelijke situatie onder het Indonesische volk te doorgron den, moet men zich niet door de grote schreeuwers laten beïnvloeden, doch zijn oor te luisteren leggen bij het gewone volk. Mgr Soegiapranata noemde in dat op zicht de toekomst van de Kerk in Indo nesië hoopvol. Wanneer wjj er maar in slagen voor 100% katholiek en voor 100 Indonesiër te zyn dan kunnen we op de meest doelmatige manier het communis tisch gevaar bestreden. Overigens is de toekomst van Indonesië slechts een on derdeel van de toekomst van heel Azië en Afrika. Zullen deze gebieden zonder de Kerk tot ontwikkeling komen? „Denk aan wat in de negentiende eeuw met de ar beiders in Europa gebeurde. De meesten van hen zyn voor de Kerk verloren, om dat de Kerk lange tijd hun moeiiykheden niet ernstig genomen heeft. Dit moet voor ons een waarschuwing zyn. Wanneer de Wereldkerk niet de leiding neemt in de ontwikkeling van de volkeren van Afrika en Azië, zal zij hen op dezelfde manier verliezen als zij de Europesse arbeiders verloren heeft". De bisschop vroeg zich af, waarom de stem van 450 miljoen katholieken niet gehoord wordt bij de vraagstukken over de ontwikkeling van de Afro-Aziatische landen. Waarom neemt de Pax Romana geen standpunt in? Ook hier vergelijkt de bisschop de houding der katholieken met die van de communisten, die via de inter nationale pers rumoer weten te maken als een van hun mensen in moeilijkheden verkeert. Dat duizenden katholieken ach ter het IJzeren Gordijn vermoord worden is nauwelijks bekend. Tenslotte verklaar de de bisschop te geloven, dat Indonesië alle moeilijkheden te boven kan komen als de vrede bewaard blijft, als het volk hard zal werken, sober leven en zijn ge loof in God bewaren. Hy wilde er een wens aan toevoegen ten aanzien van Nederland: „Ik zou zo stelde hy ietteriyk de Katholieke Party in Nederland één vraag willen stellen. Toen destyds de onderhandelingen over de soevereiniteit aan de gang wa ren, hebt gjj n altyd afgevraagd, welke invloed dit zou hebben op de positie van de Kerk in Indonesië. Waarom vraagt gy u nu niet af, welke gevolgen uw te genwoordige politiek op de Kerk in In donesië zal hebben?" vorig jaar trok de „DEUTSCHE OPER AM RHEIN" ver buiten het Ryngebied de aandacht door een heropvoering na vele jaren van een der laatste drama tische werken van de sinds 1928 ontsla pen Boheemse (nu zegt men Tsjechische) componist voorvechter voor een eigen nationaal muziek, Leos Janecek: DIE SACHE MAKROPOULOS. Na dertig jaar geleden haar première in Frankfurt te hebben beleefd, kwam het vorig jaar juni de DEUTSCHE OPER er opnieuw mee voor het voetlicht, en puttend uit dit re pertoire beleefden we thans in de Am sterdamse Stadsschouwburg de Neder landse première. Na de ongemeen-sterke indrukken die Janacek's meesterwerk, de opera JENU- FA in een vorig Holland-Festival heeft achtergelaten, kon het bijna niet anders of met de vertoning van DIE SACHE MAKB.OPOULOS een zekere regressie zou intreden. Het ligt stellig niet aan de even originele als sterke creativiteit dat deze opera minder overtuigend heeft ge werkt. Wat Janacek ook componeert, een mis of een lied, een dans of een opera, steeds wordt men geboeid door zijn oor spronkelijke vindingen, door de onverzet telijkheid, weerbarstigheid, stugheid, eigenzinnigheid, bondigheid en bonkig heid welke zich paart aan het door Slavi sche volksmuziek beïnvloede lyriek of zangerigheid. En steeds is men getuige van een vernieuwingsdrang welke zich op de eerste plaats uit in een sterk gedif ferentieerd ritme welke in zijn opera's aan het dramatisch conflict een scherpe hoekigheid verleent, maar tevens het woord in z'n eigen cadens volgt. Dit conflict openbaart zich in DIE SACHE MAKROPOULOS in de figuur van de zangeres Emilia Marty die met een zekere Albert Gregor in een rechts zaak is gewikkeld. Ze blijkt wat nie mand had kunnen denken 316 jaren oud te zijn en dank zij een steeds weer verjongend levenselixer tot op de dag van het proces haar jeugd te hebben be houden. De zaak is nu het recept, de ge heime samenstelling van dit elixer te kennen. Als nu na veel verwikkelingen het recept uit de boedel te voorschijn komt is de uitwerking er van juist afge lopen en sterft Emilia erkennend dat eindeloos leven zinloos is. Aangenomen „u. zoal» Janacek's hin- graaf Max Brod schrijft, dat de compo nist in zijn leven alles vermeed om over de dood te spreken, geen begrafenissen en ook geen kerkhoven bezocht, kan men zich voorstellen welk een ontroering er uitgaat van het overwinnen van deze aversie op het einde van deze opera, waar het heet: „Hot was wonderschoon hoe de dood mij zacht heeft aangeraakt", juist nu deze componist zijn laatste levensdagen voelde naderen. Vader Kronos staat dan ook als psychologisch middelpunt van dit werk, of om het anders te zeggen, de strijd tussen tijd en eeuwigheid. Dit dramatisch conflict voltrekt zich in deze sfeer, en wel met zulk een zin voor realiteit, dat het, muzikaal element er wat door in de verdrukking komt. Janacek versnippert zijn melodiek ten gunste van spreekstem men, en het geheel verkrijgt iets van een sprekende rolprent. Ze verwijdert zich van de muziektaal om in een oratorische zangmanier te verzanden. Als zodanig is Janacek's vroegere opera „Jenufa" vaak zuiverder d.i. met muzikale driften geladen welke bovendien nog door de volksdans gestimuleerd worden. Wat niet belet dat men steeds in de ban wordt gehouden van JanacekSs felle dramatiek, welke uit het orkest de meest onverwachte spanningen en kleurcontrasten oproept en in de zang. stemmen een lyriek welke, al moge zij dikwijls meer pleidooiaccenten dan mu zikale verraden, toch onophoudelijk van passie geladen is. Gelijk bij Strauss' „Ariadne auf Naxos" is het de Deutsche Oper gelukt om (zon der voorafgaande repetitie ter plaatse) in alle opzichten een verantwoorde verto ning van „Die Sache Makropoulos" te ge ven. Al beschikte dit gezelschap het vo rige jaar over een outstanding hoofdrol speler gelijk Julius Patzak, toch was zijn remplagant Karl Diekmann een figuur van ongemene bekwaamheid door zijn stralende tenorstem en zijn overtui gende speeltrant. In Hildegard Hil'e- brecht, die als Emilia M. fungeerde, vond Diekmann een waardige tegenspeelster en vocaliste. Hildegard Hillebrecht weet wat toneel is en heeft bovendien een zo niet uitzonderlijke, dan toch voor deze veel eisende rol stemorgaan van een prachtige bewogenheid. Er was overigens niemand onder het tiental andere vocalisten die onder de maat was en die niet door de regie voldoende was geïnstrueerd om zich op het schuinaflopend platform een passende houding te geven. Deze hier goed aan het doel beantwoordende toneel dispositie werd zowel in de eerste akte (een advocatenkantoor), als in de tweede (een bijna loze ruimte), als in de laatste (een hotelkamer) gehandhaafd. Een soort driedimensionaal spinneweb overhuifde het geheel, en blijft als décor fungeren totdat op het ein_d d» dood verschijnt. Aan de lof voor deze opvoering moet een woord van hulde aan de dirigent Ar nold Quennet en zijn orkest worden ge bracht, want al beschikt de Deutsche Oper over een matige orkestbezetting, waarin veelal het koper domineert, toch bleek duidelijk welk een studie aan deze herschepping van Janacek's onconventio nele muziek is voorafgegaan. Al moge ze dan enkele decennia oud zijn, toch bete kende deze opera voor op dit punt niet verwende landgenoten een verruiming van hun blik. MARIUS MONNIKENDAM. Op zijn inspectiereis door Algerije is generaal De Gaulle gisteren aangekomen in de stad Algiers. De ontvangst van de generaal, die o.m. wordt vergezeld van de socialistische minister van Slaat, Mol- let, verschilde hemelsbreed met die, wel ke hem enkele weken terug, kort na zijn rentree in Parijs, te beurt viel. Zij was zelfs koel tc noemen. Er waren lang niet zoveel mensen op de been. Er werd aan zienlijk minder gevlagd en gejuicht. En kele jongelui gaven uiting aan hun ïis- noegen toen de generaal door het centrum van de stad reed. Hier en daar hoorde men roepen: „Guy Mollet aan de galg". De Gauile arriveerde in Algiers na per helikopter gistermorgen eerst nog mili taire installaties in het grensgebied te hebben bezocht. Kort voor bij in de hoofd stad aankwam, vergaderde daar voor de derde maal in 24 uur tijds het comité de salut public. In kringen van het comité is gezegd, dat bij die gelegenheid, een resolutie is opgesteld, waarin generaal De Gaulle wordt verzocht zijn oordeel over 't probleem van de integratie nauw keurig te omschrijven. De Franse kolonis ten in Algerije wensen namelijk, dat de 9 miljoen mohammedanen en de een mil joen Fransen in Aleerije dezelfde rechten krijgen als de 48 miljoen Fransen in Eu ropees Frankrijk. Onder de kolonisten leeft echter de vrees, dat De Gaulle dit zal doen in een half autonoom Algerije, waardoor de kolonisten in de minderheid zouden komen. De Gaulle zou vandaag te Algiers over leg plegen met het comité. Een lid van dit orgaan zei woensdag avond, dat indien het standpunt van De Gaulle over de integratie van Frankrijk en Algerije „over een maand niet duide lijk is, gaan wij moeilijkheden veroorza ken". Een commissie, ingesteld door het cen trum voor staatkundige vorming van de K.V.P., heeft, onder voorzitterschap van prof. Pieters uit Tilburg, haar visie ge geven op het in het najaar van 1956 ver schenen rapport der commissie-Oud in zake de regeling van de financiële ver houding tussen het. rijk en de gemeenten. Zij kan blijkens haar zojuist gepubliceerde rapport instemmen met hetgeen in het rapport-Oud wordt opgemerkt t.a.v. de eisen, waaraan de nieuwe financiële ver houdingsregeling zal behoren te voldoen, maar meent bij de beoordeling van deze eisen meer aandacht te moeten vragen voor het conjuncturele facet van het vraagstuk. De lagere publiekrechtelijke lichamen zullen zowel afzonderlijk als tezamen ook aan de algemene con- junctuurpolitiek hun wettelijk te regelen en zoveel mogelijk in overleg vast te stel len bijdrage moeten leveren. Via regule ring van het aandeelpercentage in de belastingopbrengsten, welke aan het Ge meentefonds ten goede komen, en van de reserve van het Gemeentefonds ziet de commissie-Pieters hier mogelijkheden. Met inachtneming van een verschil In inzicht over de woonplaatsbelasting de meerderheid wil haar aanvaarden, maar de minderheid ziet er geen heil in alsmede van enige wijzigingen en een enkel voorbehoud kan de commissie- Pieters de voorstellen van de commissie- Oud aanvaarden. Zij verwacht echter van enige dier daarbij genoemde maat regelen niet dezelfde gunstige gevolgen, althans niet op korte termijn, welke de commissie-Oud aanneemt. Bovendien kun. nen de huidige tijdsomstandigheden aan een realisering op het voorgestelde tijd stip van de voorstellen in de weg staan. Aan de uit vertegenwoordigers van de gemeenten bestaande en van het rijk on afhankelijke raafl voor de gemeentefinan- ciën zou de commissie-Pieters een groter aantal vertegenwoordigers uit de niet- specifieke belangengroepen willen toe voegen. Dezen zouden bij voorkeur gere kruteerd moeten worden uit deskundigen op financieel-economisch terrein, terwijl benoeminig op aanbeveling van een li chaam als de Sociaal-Economische Raad wellicht aanbeveling verdient. Voortzetting van het onderzoek naar verdergaande verruiming en variatie van het plaatselijke belastinggebied verdient naar het oordeel van de meerderheid van de commissie aanbeveling. Met een programma dat voor het me rendeel bestond uit hoogtepunten van vorige seizoenen heeft het Spaanse dans paar Susana y José zijn rentree gevierd voor het publiek van de Maasstad. De in vervoering gebrachte bezoekers van de Rotterdamse Schouwburg kregen boven dien nog een tiental toegiften tussen de nummers door, het danspaar en z'in be geleiders het daarvoor bestemde applaus. Het programma bracht weer de aange name afwisseling van dramatische-, Fla menco- en „volks"-dansen. Flamencozang gitaar- en piano-soli, alle gebracht met een vuur en bravoure, doorleefdheid en technische volmaaktheid., veelzijdigheid en lichaamsbeheersing. die dit ensemble met recht een van de beste in zijn soort doet noemen. Van de reeds bekende dansen zagen we weer La Planidera (dans van een klaag vrouw), Baille de Luis Alonso,Orpheus en Don Juan (die hier in een rondo drie vrouwen uit verschillende streken van Spanje ontmoet). Vervolgens de sobere en strakke Pavana y Romanesca. een hof dans uit Spanjes Gouden Eeuw. de wer velende en kleurige Sevilla, Encuentro Ritmico. een nieuwe choreografie waarin twee ritmische thema's van de voeten tot een unisono verenigen. Tenslotte de Flamenco-dansen met ongetwijfeld als hoogtepunt de Zapateado van J06é, die hier een feilloze lichaamsbeheersing de monstreert. Hij schijnt zonder enig ge wicht in de hem omgevende lichtbundel te hangen, om dan het geklak van voeten en hakken in snelheid met het gitaarspel te laten wedijveren. Susana y José begeleiden zich met de castagnetten, of laten dat over aan de pianist Armin Jansen, de gitarist Paco Hernandez en de Flamenco-zanger Ser- nita de Jerez, die alle drie -van een grote beheersing van de techniek en evengrote muzikaliteit blijk gaven. Na afloop waren er bloemen voor Sufana. T. Hildegard Hillebrecht en Karl Diekmann, de Die Sache Makropoulos. hoofdrolverlolkers Zuid- en Midden-Engeland hebben woensdag na een geweldige regenval zwaar van overstromingen te lijden ge had. Verscheidene wegen en spoorwe gen kwamen onder water te staan en dui zenden gezinnen moesten geëvacueerd worden. In Sheffield wies de rivier de Sheaf twee en een halve meter en geleek een razende stroom, die bomen ontwor- I tolde en kademuren door de druk ontzet- ite.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 5