Positie der kerkgenootschappen
in Boek 2 Burgerlijk Wetboek
Een preventief of repressief
toezicht op verenigingen
en
Javaanse bisschop
tussen Indonesië
over de breuk
Nederland
Algiers juichte minder luid dan
enkele weken geleden
NIVEA
Glansrijke opvoering van
door de Deutsche Oper am Rhein
Welke gevolgen heeft de huidige
Nederlandse politiek voor de Kerk
in de Archipel?
36.000 kg. boter de
grens over
rr
Het geval Lepesjinskaja
„Ik
zou één vraag willen stellen aan de KVP"
Comité eist duidelijkheidvan De Gaulle
Financiële verhouding
rijk en gemeenten
Susana y José weer in de
Lage Landen
Zware regenval in
Engeland
V B
DONDERDAG 3 JULI 1958
PAGINA 5
Prof. Oud het verst
Vinnig debatje
Bij notariële akte
Steeds onzekerheid
Meer onzekerheden
IN ENKELE WEKEN
Toch sprake van smokkel
organisatie?
Voor 'vetvrij'
zonnebaden
zonnebrand
lotion
Sovjet-ambassade repliceert
ONDERVOORZITTERS
ONDERWIJSRAAD
Egoistische politiek
Communisme in Indonesië
Katholiek rapport in grote lijnen
eens met commissie-Oud
De behandeling begon met een vierde
n<Ha van wijziging, waarin de positie der
kerkgenootschappen nader werd geregeld,
^aangaande deze materie waren diverse
amendementen ingediend, o.a. van de he
ren Meulink (A.R.), Roolvink (KVP) en
Oud (VVD).
Prof. Oud ging het verst en wilde de
kerkgenootschappen hier geheel uitlaten.
Minister Samkalden had reeds toegelicht,
dat er in de bestaande tekst, wat de kerk
genootschappen betreft, van overheidsin
menging geen sprake is, omdat hier de
rechtspersoonlijkheid duidelijk tot uiting
rou komen. En prof. Drion, de regerings
commissaris, had in de eerste aanleg be
toogd, dat de kerkelijke stichtingen wor
den beheerst door het ongeschreven recht.
Om nu aan de bezwaren tegemoet te
komen, kwam minister Samkalden met
een vierde nota van wijzigingen, waar
van de redactie minder ver ging dan
prof. Oud zich had voorgesteld, maar
waarin dan werd vastgelegd, dat de be
palingen omtrent het tot stand komen
en vernietigen van besluiten en omtrent
verboden rechtspersonen niet zouden
gelden voor de kerkgenootschappen.
Do amendementen werden hierop zonder
hitzondering ingetrokken. Ook prof. Oud
kon zich hiermee wel verenigen, omdat,
Zoal® hij verklaarde, zijn grootste bezwa
ren nu waren vervallen.
De heer Versteeg (AR) deed nog een po
ging om art. 4 van titel I over de gelijk-
"telling van natuurlijke personen en
rechtspersonen te wijzigen; zijn amende
ment werd echter verworpen. Mr. Van
Bijckevorsel trachtte dit hele artikel uit
de wet te verwijderen, omdat het volgens
hem alleen maar rechtszekerheid zou
brengen. Hij kreeg echter alleen maar de
's-GRAVENHAGE, 2 juli 1958.
De vergadering van de Tweede Kamer begon vanmiddag met hindernissen,
omdat het vereiste quorum de helft der leden plus één om één uur nog
niet aanwezig was. Om vijf voor half twee waren er nog maar 74 leden, dus
al'ijd nog twee te weinig om de vergadering te kunnen aanvangen. De voor
zitter, dr. Kortenhorst opende toen dus niet de vergadering maar de „bijeen
komst", waarin hij kennis gaf van het feit dat het aantal leden onvoldoende
Was om de vergadering te beginnen, zodat het reglement van orde hem voor
schreef de namen van de aanwezige èn van de afwezige leden te doen voor
lezen om deze in de Handelingen op te nemen.
Dat geschiedde, waarna de aanvang der vergadering werd bepaald op kwart
voor twee. Toen bleek het vereiste quorum aanwezig te zijn.
Nu was het ook een uiterst gespecialiseerd onderwerp, dat aan de orde was,
namelijk de herziening van Boek 2 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek en wel
de afzonderlijke artikelen onder de verschillende titels. Een kluif voor de juris
ten, maar voor ieder ander eenvoudig onverteerbaar.
steun van de VVD en het artikel werd
bij zitten en opstaan aangenomen.
Een heel kort, vinnig debatje ontstond
nog tussen de heer Van Rijckevorsel en
mej. Zeelenberg (P.v.d.A.). De laatste had
betoogd, dat men niet op het laatste mo
ment in deze zaken met allerlei wijzi
gingen moest komen, maar de heer Van
Rijckevorsel zei zeer terecht, dat het bij
zulk een uitputtende juridische behande
ling kan voorkomen, dat men door allerlei
argumenten, die men hoort, een kant van
de zaak gaat zien, waaraan men vroeger
niet heeft gedacht en dan moet men het
recht van de Kamer om een amendement
in te dienen niet alleen belijden met de
mond, maar ook metterdaad. Dit nam mej.
Zeelenberg niet helemaal en zij kwam
even vertellen, dat zij dit recht zeker met
terdaad beleed, maar dat men zich een
meester moest tonen in de beperking.
Het enige interessante punt, dat verder
in de avondvergadering nog ter
sprake kwam, was de kwestie van het
repressief of preventief toezicht. In het
ontwerp wij hebben dat reeds vroeger
uiteengezet wordt voorgesteld de ko
ninklijke goedkeuring te doen vervangen
door de ministeriële verklaring van geen
bezwaar, waardoor het preventief toe
zicht blijft bestaan en de minister vooraf
de statuten van op te richten verenigingen
moet inzien.
De heer Van Rijckevorsfel wilde nu dat
preventieve toezicht maar laten verval
len en als vereiste voor de oprichting van
een vereniging alleen laten gelden, dat de
statuten moeten worden vastgesteld by no
tariële akte. Ook in dat geval krygen vol
gens zyn redenering alle verenigingen
rechtspersooniykheid en men kan dan al-
tüd nog ingrypen op grond van art. 2.1.10,
betreffende de openbare orde en goede
zeden.
Maar in dat geval wordt dan door de
onafhankelijke rechter uitgemaakt, of een
vereniging in strijd is met de openbare
orde en goede zeden en kan de betrokken
organisatie zich ook voor de rechter ver
weren. Later wijzigde hij dit amendement
nog zo, dat men een vereniging ook zou
kunnen oprichten zonder notariële akte,
maar dan heeft men een z.g. niet-erkende
vereniging, die dus niet de voordelen heeft
van een erkende.
De P.v.d.A. had bij monde van mej.
Zeelenberg reeds verklaard, dit geval een
beetje griezelig te vinden en minister
Samkalden had er in zijn antwoord op de
algemene beschouwingen ook reeds zijn
bezwaren tegen geuit. Hij verklaarde toen,
dat de overdracht van de administratie
naar de rechter een voortdurende bron
van onzekerheid zou vormen.
Het voorstel van de heer Van Rijcke
vorsel zag er eenvoudig uit, maar alleen
op papier. Het verboden karakter van
een vereniging kon men volgens hem le
ren kennen uit de statuten. Ziin de bepa
lingen daarvan in strijd met de wet, dan
is de vereniging nietig, maar zo. betoogde
de minister, constateert men eerst ach
teraf, met alle nadelen van dien.
Zo stonden de zaken, toen hedenavond
dit amendement aan de orde kwam. Na
dat de heer Van Rijckevorsel zijn argu
menten nog eens naar voren had gebracht,
haalde prof. Oud (VVD) een reeks his
torische voorbeelden aan, om te bewijzen,
dat het verlangen naar het verdwijnen
van preventief toezicht reeds lang leeft;
eigenlijk al van 1855 af.
Minister Samkalden weeg er op, dat
een saniteitswaarborg voor een ordeli.ik
rechtsverkeer is, dat statuten aan doelma-
tigheidséisen beantwoorden. Ofschoon hij
in velerlei opzichten grote waardering
voor het notariaat heeft, meent hij toch.
dat het bij akte oprichten van verenigin
gen door mogelijke onduidelijkheden in de
statuten niet voldoende waarborgen biedt
voor het beantwoorden van verwachtin
gen op grond van dergelijke statuten bij
rechtsgeschillen.
Voor notarissen is de materie niet bij
zonder geschikt. Ik vrees van dit stelsel
meer onzekerheid, meer rechtsgeschillen
en onzekere criteria, aldus de minister.
Daarom acht hij het systeem van het
ontwerp meer rechtswaarborgen bieden,
dan het bij amendement voorgestelde
systeem. De stemming over het amende
ment Van Rijckevorsel zal volgende week
dinsdag worden gehouden.
Van de Kameragenda rest nu nog de
verdere behandeling van de Industriali
satienota en van de herziening van Boek 2
van het B.W. Deze behandeling zal mor
gen en de volgende week worden voort
gezet.
F.S.
De botersmokkel in Zuid-Limburg, die
de laatste weken aan het licht is geko
men, blqkt omvangrijker te zijn, dan
zich aanvankelijk liet aanzien. De na
dere verhoren wyzen erop, dat er in
derdaad toch wel een sterk vertakte
smokkelorganisatie is. welke haar leiding
heeft in België, met bjjnosten in Gulpen
op een boerdery en in Maastricht in een
garage.
De economische officier van justitie te
Maastricht, mr. P. van Mierlo, heeft in
verband met een en ander ziin vaka-
onderbroken. Er zijn nu reeds in Ne
derland en Belsië een twaalftal arresta
ties verricht. De dinsdag aangehouden
„Mooie Madeleine", die meewerkte door
het Verschaffen van auto's uit haar ga
rage, wordt beschouwd als een der voor
naamste figuren in de smokkelorganisatie,
welke tot nu toe ongeveer 36.000 kg boter
de grens heeft overgebracht.
De eigenlijke hoofdleider van het com
plot is echter nog niet ontdekt. Men heeft
aanwijzingen dat dit een Bele moet zii-
maar zekerheid hieromtrent bestaat nog
niet.
Bij K.B. is benoemd tot ridder in de or
de van Oranje-Nassau de heer N. H. Wijn
gaarden, chef van de afdeling controle bij
Werkspoor N.V. te Utrecht.
Koninklijke bezoekers op het internationale spring- en rijcon cours te Aken. Z.K.H. Prins Bernhard en de prinsessen Arm
gard en Beatrix kijken belangstellenden toe.
„Die Sache Makropoulos
AMSTERDAM, 2 juli.
Dat de DEUTSCHE OPER AM RHEIN
in twee dagen tyds twee totaal anders
gerichte opera's op twee verschillende
schouwplaatsen van ons land, zonder
voorbereiding ten tonele heeft gevoerd,
bewust een ongewone slagvaardigheid die
in dit geval nog met een niet-alledaagse
repertoirekennis gepaard gaat. We nemen
dan ook met lichte verbazing en waarde
ring kennis van het feit dat het geallieerd
Duisburgs Dusseldorfs operagezelschap
in één jaar tyds niet minder dan vijftien
premières brengt en aldus ieder begrip
van verstjjving in het repertoire wel ver
verwijderd houdt, waaraan ons Neder
lands operainstituut laboreert. Nog het
•rrrCtYfr»
Mooi, gezond bruin worden zon
der ook maar één pijnlijk plekje.
Gebruik daarvoor Nivea zonne
brand-lotion. Vetvrij -dus het laat
Uw huid niet glimmen. Nivea
zonnebrand-lotion schenkt U een
stralende teint.
kleine fles 1.10
grote fles f 1.75
De Sovjet-russische ambassade in Brus
sel heeft dinsdag in een communique „de
insinuaties in de per6 over de danseres
Uepesjinskaja" betreurd. De Sovjets me-
Jen, dat „de insinuaties slechts het werk
kunnen zijn van mensen, die met alle mid
delen de Sovjetrussische deelneming aan
de Brusselse wereldtentoonstelling willen
Sehaden, om de culturele en artistieke bij
lage der Sovjet-Unie te torpederen. Het
eit, dat Olga Lepesjinskaja heeft deelge
nomen en blijft deelnemen aan de voor-
héllingen van het Bolsjoi-theater is het
keste antwoord op deze misselijke aan-
"igingen.
Bij K. B. is benoemd tot onder-voor
eer van de Onderwijsraad: prof. mr.
M. Donner, voorzitter van de derde
®fdeling van die raad, hoogleraar aan de
Vrije Universiteit te Amsterdam.
Voorts zijn tot ondervoorzitter be
noemd: van de afdeling hoger onder
lijs: prof. dr. H. H. Janssen, hoog
leraar aan de r.-k. Universiteit te Nij
megen. Van de afdeling algemeen vor
mend voorbereidend hoger en algemeen
?°rmend middelbaar derwijs: dr. G. J.
f6n Velduys, rector van het Neder-
mndsch Lyceum te 's-Gravenhage. Van
d® afdeling algemeen vormend lager on
derwijs, kweekschoolonderwijs en kleu
teronderwijs: de heer L. Welling te Epe.
de afdeling vakonderwijs; de heer
Schipper, lid van de Eerste Kamer
te Utrecht.
In een uitvoerig interview met het
Amerikaanse persagentschap N.C.VV.C.
News Service heeft de apostolisch vicaris
van Semarang, mgr Soegiapranata naar
het KNP ons meldt verklaard het te
betreuren, dat de Katholieke Volksparty
in Nederland voor een groot deel verant
woordelijk is voor de slechte betrekkingen
tussen Indonesië en Nederland. Hij achtte
verbetering der relaties mogelyk, indien
Nederland een objectievere houding te
genover Indonesië zou willen aannemen.
„Ik zou Nederland willen zeggen: Verde
dig uw rechten, doch vergeet niet uw
naaste lief te hebben".
Voor veel katholieke Indonesiërs is de
houding der K.V.P. onbegrijpelijk, aldus
de bisschop, omdat zij het verschil niet
zien tussen een katholieke partij en de
Katholieke Kerk.
De bisschop is de mening toegedaan, dat
'n nieuw begin, gebaseerd op rechtvaar
digheid en liefde, voldoende goodwill zal
kweken om een nieuwe samenwerking op
et bouwen, zowel politiek als economisch.
De twist over Nieuw-Guinea zou dan
evenmin onoverkomelijk zijn.
De politieke moeilijkheden tussen In
donesië en Nederland kunnen de Kerk
schaden voor wat betreft de toelating van
missionarissen. Voor de missionarissen,
die reeds langer in Indonesië vertoeven,
behoeven geen moeilijkheden te worden
verwacht, omdat zjj niet de sympathie
van het koloniale bestuur genoten. De In
donesische autoriteiten vrezen echter, dat
de jonge missionarissen geïnfecteerd zyn
door de vUandigheid, welke thans in Ne
derland tegenover Indonesië overheerst,
aldus mgr Soegiapranata.
In het interview besprak de Indonesi
sche bisschop zowel de houding van het
Westen tegenover de onderontwikkelde
gebieden als de gevolgen van het kolo
niale tijdperk, die zich o.m. manifesteren
in de groei van het communisme.
De meeste Indonesische ambtenaren
zijn plutocraten zonder geld, is de mening
van de bisschop. Hun mentaliteit is heb
zuchtig en materialistisch. Zij zijn geen
echter nationalisten, doch vormen het re
sultaat van het koloniale systeem. De Ne
derlanders deden niets om de rijke cul
turele erfenis der Javanen te bevorderen,
ofschoon deze de meerderheid van het
Indonesische volk uitmaken. Zij trokken
de Ambonezen voor om de Javanen klein
te houden. Het onderwijs van de Neder
landers had slechts een doel: ambtenaren
voor de koloniale regering op te leiden.
Onze intellectuelen vervreemdden daar
om van hun cultuur. De gevolgen waren
desastreus, aldus mgr Soegiapranata. „On
ze ambtenaren begrijpen het volk niet en
zij interesseren er zich ook niet voor. Zij
denken alleen aan zichzelf. Zelfs zijn so
ciale activiteiten van de autoriteiten - zo
als b.v. coöperaties - zijn een grote farce.
Zij dienen alleen maar om nog meer amb
tenaren een goed leven te bezorgen".
De apostolisch vicaris van Semarang
wees er op, dat Indonesië zich wel van het
koloniale systeem bevrijd heeft, maar niet
van het koloniale onderwyssysteem. De
Indonesische scholen leiden nog steeds
mensen op voor de „witte-boordcn"-baan-
tjes. zy biyven de jeugd van hun cul
tuur vervreemden. Niets wordt gedaan
voor de scholen, die het eerst nodig zyn:
lagere technische scholen, landbouwscho
len, handelsscholen.
„Omdat ik deze Ideeën openiyk en vry
verkondig, noemen ze my de communis
tische bisschop", aldus mgr Soegiapranata,
„maar het heeft niets met communisme te
maken".
Mgr Soegiapranata was van mening, dat
er ongetwijfeld gevaar bestaat voor een
communistische staatsgreep in Indonesië,
doch hij stelde het Westen daarvoor ver
antwoordelijk. „De Westerse landen heb
ben zich niet kunnen losmaken van hun
egoistische politiek. Azië en Afrika zullen
zich ontwikkelen. Geen macht ter aarde
kan dit tegenhouden, maar voor zekere
buitenlandse belangen betekent dit finan
cieel verlies.
Westen wil Indonesië niet finan-
ciel helpen, omdat 't bang is zijn geld te
verliezen. Het communistische Oosten is
bereid te helpen zonder voorwaarden. Het
Oosten trekt een wissel op de toekomst.
Pa. Vf verstandiger. „Ik wenste, dat
het Westen dit begreep".
De bisschop gaf als zijn mening te ken
nen, dat wanneer het Westen bang is wa
penen te geven, het kapitaal-goederen zou
moeten geven voor de opbouw van het
land. Hulp met goede bedoelingen gege
ven, zou zeker gaarne door het Indonesi
sche volk aanvaard worden. Het komt er
echter op aan hoe gegeven wordt, aldus
mgr Soegiapranata. De Amerikanen e.a.
kunnen op dat gebied nog wel iets leren.
De Indonesiërs houden er b.v. niet van,
dat zij op elk blikje van Amerikaanse
herkomst moeten lezen, dat het een .gift
van het Amerikaanse volk" is. De Indo
nesiër beschouwt dat als reclame voor
zichzelf, zoiets bevalt hun niet. De Ame
rikanen kunnen beter de raad van het
Evangelie volgen en de linkerhand niet
laten weten, wat de rechterhand doet.
Voor de oppervlakkige toeschouwer
lijkt het of het Indonesische volk com
munistisch wordt. Het volk weet echter
niets van het communisme af. Het stemt
ervoor, omdat- communisten vooruitgang
beloven. Maar om de werkelijke situatie
onder het Indonesische volk te doorgron
den, moet men zich niet door de grote
schreeuwers laten beïnvloeden, doch zijn
oor te luisteren leggen bij het gewone
volk.
Mgr Soegiapranata noemde in dat op
zicht de toekomst van de Kerk in Indo
nesië hoopvol. Wanneer wjj er maar in
slagen voor 100% katholiek en voor 100
Indonesiër te zyn dan kunnen we op de
meest doelmatige manier het communis
tisch gevaar bestreden. Overigens is de
toekomst van Indonesië slechts een on
derdeel van de toekomst van heel Azië
en Afrika. Zullen deze gebieden zonder de
Kerk tot ontwikkeling komen? „Denk aan
wat in de negentiende eeuw met de ar
beiders in Europa gebeurde. De meesten
van hen zyn voor de Kerk verloren, om
dat de Kerk lange tijd hun moeiiykheden
niet ernstig genomen heeft. Dit moet voor
ons een waarschuwing zyn. Wanneer de
Wereldkerk niet de leiding neemt in de
ontwikkeling van de volkeren van Afrika
en Azië, zal zij hen op dezelfde manier
verliezen als zij de Europesse arbeiders
verloren heeft".
De bisschop vroeg zich af, waarom de
stem van 450 miljoen katholieken niet
gehoord wordt bij de vraagstukken over
de ontwikkeling van de Afro-Aziatische
landen. Waarom neemt de Pax Romana
geen standpunt in? Ook hier vergelijkt de
bisschop de houding der katholieken met
die van de communisten, die via de inter
nationale pers rumoer weten te maken
als een van hun mensen in moeilijkheden
verkeert. Dat duizenden katholieken ach
ter het IJzeren Gordijn vermoord worden
is nauwelijks bekend. Tenslotte verklaar
de de bisschop te geloven, dat Indonesië
alle moeilijkheden te boven kan komen
als de vrede bewaard blijft, als het volk
hard zal werken, sober leven en zijn ge
loof in God bewaren.
Hy wilde er een wens aan toevoegen
ten aanzien van Nederland: „Ik zou
zo stelde hy ietteriyk de Katholieke
Party in Nederland één vraag willen
stellen.
Toen destyds de onderhandelingen
over de soevereiniteit aan de gang wa
ren, hebt gjj n altyd afgevraagd, welke
invloed dit zou hebben op de positie van
de Kerk in Indonesië. Waarom vraagt
gy u nu niet af, welke gevolgen uw te
genwoordige politiek op de Kerk in In
donesië zal hebben?"
vorig jaar trok de „DEUTSCHE OPER
AM RHEIN" ver buiten het Ryngebied
de aandacht door een heropvoering na
vele jaren van een der laatste drama
tische werken van de sinds 1928 ontsla
pen Boheemse (nu zegt men Tsjechische)
componist voorvechter voor een eigen
nationaal muziek, Leos Janecek: DIE
SACHE MAKROPOULOS. Na dertig jaar
geleden haar première in Frankfurt te
hebben beleefd, kwam het vorig jaar juni
de DEUTSCHE OPER er opnieuw mee
voor het voetlicht, en puttend uit dit re
pertoire beleefden we thans in de Am
sterdamse Stadsschouwburg de Neder
landse première.
Na de ongemeen-sterke indrukken die
Janacek's meesterwerk, de opera JENU-
FA in een vorig Holland-Festival heeft
achtergelaten, kon het bijna niet anders
of met de vertoning van DIE SACHE
MAKB.OPOULOS een zekere regressie
zou intreden. Het ligt stellig niet aan de
even originele als sterke creativiteit dat
deze opera minder overtuigend heeft ge
werkt. Wat Janacek ook componeert, een
mis of een lied, een dans of een opera,
steeds wordt men geboeid door zijn oor
spronkelijke vindingen, door de onverzet
telijkheid, weerbarstigheid, stugheid,
eigenzinnigheid, bondigheid en bonkig
heid welke zich paart aan het door Slavi
sche volksmuziek beïnvloede lyriek of
zangerigheid. En steeds is men getuige
van een vernieuwingsdrang welke zich op
de eerste plaats uit in een sterk gedif
ferentieerd ritme welke in zijn opera's
aan het dramatisch conflict een scherpe
hoekigheid verleent, maar tevens het
woord in z'n eigen cadens volgt.
Dit conflict openbaart zich in DIE
SACHE MAKROPOULOS in de figuur
van de zangeres Emilia Marty die met
een zekere Albert Gregor in een rechts
zaak is gewikkeld. Ze blijkt wat nie
mand had kunnen denken 316 jaren
oud te zijn en dank zij een steeds weer
verjongend levenselixer tot op de dag
van het proces haar jeugd te hebben be
houden. De zaak is nu het recept, de ge
heime samenstelling van dit elixer te
kennen. Als nu na veel verwikkelingen
het recept uit de boedel te voorschijn
komt is de uitwerking er van juist afge
lopen en sterft Emilia erkennend dat
eindeloos leven zinloos is.
Aangenomen „u. zoal» Janacek's hin-
graaf Max Brod schrijft, dat de compo
nist in zijn leven alles vermeed om over
de dood te spreken, geen begrafenissen
en ook geen kerkhoven bezocht, kan
men zich voorstellen welk een ontroering
er uitgaat van het overwinnen van deze
aversie op het einde van deze opera, waar
het heet: „Hot was wonderschoon hoe de
dood mij zacht heeft aangeraakt", juist
nu deze componist zijn laatste levensdagen
voelde naderen. Vader Kronos staat dan
ook als psychologisch middelpunt van dit
werk, of om het anders te zeggen, de strijd
tussen tijd en eeuwigheid. Dit dramatisch
conflict voltrekt zich in deze sfeer, en
wel met zulk een zin voor realiteit, dat
het, muzikaal element er wat door in de
verdrukking komt. Janacek versnippert
zijn melodiek ten gunste van spreekstem
men, en het geheel verkrijgt iets van een
sprekende rolprent. Ze verwijdert zich
van de muziektaal om in een oratorische
zangmanier te verzanden. Als zodanig is
Janacek's vroegere opera „Jenufa" vaak
zuiverder d.i. met muzikale driften geladen
welke bovendien nog door de volksdans
gestimuleerd worden. Wat niet belet dat
men steeds in de ban wordt gehouden van
JanacekSs felle dramatiek, welke uit het
orkest de meest onverwachte spanningen
en kleurcontrasten oproept en in de zang.
stemmen een lyriek welke, al moge zij
dikwijls meer pleidooiaccenten dan mu
zikale verraden, toch onophoudelijk van
passie geladen is.
Gelijk bij Strauss' „Ariadne auf Naxos"
is het de Deutsche Oper gelukt om (zon
der voorafgaande repetitie ter plaatse) in
alle opzichten een verantwoorde verto
ning van „Die Sache Makropoulos" te ge
ven. Al beschikte dit gezelschap het vo
rige jaar over een outstanding hoofdrol
speler gelijk Julius Patzak, toch was zijn
remplagant Karl Diekmann een figuur
van ongemene bekwaamheid door zijn
stralende tenorstem en zijn overtui
gende speeltrant. In Hildegard Hil'e-
brecht, die als Emilia M. fungeerde, vond
Diekmann een waardige tegenspeelster en
vocaliste. Hildegard Hillebrecht weet wat
toneel is en heeft bovendien een zo niet
uitzonderlijke, dan toch voor deze veel
eisende rol stemorgaan van een prachtige
bewogenheid. Er was overigens niemand
onder het tiental andere vocalisten die
onder de maat was en die niet door de
regie voldoende was geïnstrueerd om
zich op het schuinaflopend platform een
passende houding te geven. Deze hier
goed aan het doel beantwoordende toneel
dispositie werd zowel in de eerste akte
(een advocatenkantoor), als in de tweede
(een bijna loze ruimte), als in de laatste
(een hotelkamer) gehandhaafd. Een soort
driedimensionaal spinneweb overhuifde
het geheel, en blijft als décor fungeren
totdat op het ein_d d» dood verschijnt.
Aan de lof voor deze opvoering moet
een woord van hulde aan de dirigent Ar
nold Quennet en zijn orkest worden ge
bracht, want al beschikt de Deutsche
Oper over een matige orkestbezetting,
waarin veelal het koper domineert, toch
bleek duidelijk welk een studie aan deze
herschepping van Janacek's onconventio
nele muziek is voorafgegaan. Al moge ze
dan enkele decennia oud zijn, toch bete
kende deze opera voor op dit punt niet
verwende landgenoten een verruiming
van hun blik.
MARIUS MONNIKENDAM.
Op zijn inspectiereis door Algerije is
generaal De Gaulle gisteren aangekomen
in de stad Algiers. De ontvangst van de
generaal, die o.m. wordt vergezeld van
de socialistische minister van Slaat, Mol-
let, verschilde hemelsbreed met die, wel
ke hem enkele weken terug, kort na zijn
rentree in Parijs, te beurt viel. Zij was
zelfs koel tc noemen. Er waren lang niet
zoveel mensen op de been. Er werd aan
zienlijk minder gevlagd en gejuicht. En
kele jongelui gaven uiting aan hun ïis-
noegen toen de generaal door het centrum
van de stad reed. Hier en daar hoorde
men roepen: „Guy Mollet aan de galg".
De Gauile arriveerde in Algiers na per
helikopter gistermorgen eerst nog mili
taire installaties in het grensgebied te
hebben bezocht. Kort voor bij in de hoofd
stad aankwam, vergaderde daar voor de
derde maal in 24 uur tijds het comité de
salut public. In kringen van het comité
is gezegd, dat bij die gelegenheid, een
resolutie is opgesteld, waarin generaal
De Gaulle wordt verzocht zijn oordeel
over 't probleem van de integratie nauw
keurig te omschrijven. De Franse kolonis
ten in Algerije wensen namelijk, dat de 9
miljoen mohammedanen en de een mil
joen Fransen in Aleerije dezelfde rechten
krijgen als de 48 miljoen Fransen in Eu
ropees Frankrijk. Onder de kolonisten
leeft echter de vrees, dat De Gaulle dit
zal doen in een half autonoom Algerije,
waardoor de kolonisten in de minderheid
zouden komen.
De Gaulle zou vandaag te Algiers over
leg plegen met het comité.
Een lid van dit orgaan zei woensdag
avond, dat indien het standpunt van De
Gaulle over de integratie van Frankrijk
en Algerije „over een maand niet duide
lijk is, gaan wij moeilijkheden veroorza
ken".
Een commissie, ingesteld door het cen
trum voor staatkundige vorming van de
K.V.P., heeft, onder voorzitterschap van
prof. Pieters uit Tilburg, haar visie ge
geven op het in het najaar van 1956 ver
schenen rapport der commissie-Oud in
zake de regeling van de financiële ver
houding tussen het. rijk en de gemeenten.
Zij kan blijkens haar zojuist gepubliceerde
rapport instemmen met hetgeen in het
rapport-Oud wordt opgemerkt t.a.v. de
eisen, waaraan de nieuwe financiële ver
houdingsregeling zal behoren te voldoen,
maar meent bij de beoordeling van deze
eisen meer aandacht te moeten vragen
voor het conjuncturele facet van het
vraagstuk. De lagere publiekrechtelijke
lichamen zullen zowel afzonderlijk als
tezamen ook aan de algemene con-
junctuurpolitiek hun wettelijk te regelen
en zoveel mogelijk in overleg vast te stel
len bijdrage moeten leveren. Via regule
ring van het aandeelpercentage in de
belastingopbrengsten, welke aan het Ge
meentefonds ten goede komen, en van de
reserve van het Gemeentefonds ziet de
commissie-Pieters hier mogelijkheden.
Met inachtneming van een verschil In
inzicht over de woonplaatsbelasting
de meerderheid wil haar aanvaarden,
maar de minderheid ziet er geen heil in
alsmede van enige wijzigingen en een
enkel voorbehoud kan de commissie-
Pieters de voorstellen van de commissie-
Oud aanvaarden. Zij verwacht echter
van enige dier daarbij genoemde maat
regelen niet dezelfde gunstige gevolgen,
althans niet op korte termijn, welke de
commissie-Oud aanneemt. Bovendien kun.
nen de huidige tijdsomstandigheden aan
een realisering op het voorgestelde tijd
stip van de voorstellen in de weg staan.
Aan de uit vertegenwoordigers van de
gemeenten bestaande en van het rijk on
afhankelijke raafl voor de gemeentefinan-
ciën zou de commissie-Pieters een groter
aantal vertegenwoordigers uit de niet-
specifieke belangengroepen willen toe
voegen. Dezen zouden bij voorkeur gere
kruteerd moeten worden uit deskundigen
op financieel-economisch terrein, terwijl
benoeminig op aanbeveling van een li
chaam als de Sociaal-Economische Raad
wellicht aanbeveling verdient.
Voortzetting van het onderzoek naar
verdergaande verruiming en variatie van
het plaatselijke belastinggebied verdient
naar het oordeel van de meerderheid van
de commissie aanbeveling.
Met een programma dat voor het me
rendeel bestond uit hoogtepunten van
vorige seizoenen heeft het Spaanse dans
paar Susana y José zijn rentree gevierd
voor het publiek van de Maasstad. De in
vervoering gebrachte bezoekers van de
Rotterdamse Schouwburg kregen boven
dien nog een tiental toegiften tussen de
nummers door, het danspaar en z'in be
geleiders het daarvoor bestemde applaus.
Het programma bracht weer de aange
name afwisseling van dramatische-, Fla
menco- en „volks"-dansen. Flamencozang
gitaar- en piano-soli, alle gebracht met
een vuur en bravoure, doorleefdheid en
technische volmaaktheid., veelzijdigheid
en lichaamsbeheersing. die dit ensemble
met recht een van de beste in zijn soort
doet noemen.
Van de reeds bekende dansen zagen we
weer La Planidera (dans van een klaag
vrouw), Baille de Luis Alonso,Orpheus
en Don Juan (die hier in een rondo drie
vrouwen uit verschillende streken van
Spanje ontmoet). Vervolgens de sobere en
strakke Pavana y Romanesca. een hof
dans uit Spanjes Gouden Eeuw. de wer
velende en kleurige Sevilla, Encuentro
Ritmico. een nieuwe choreografie waarin
twee ritmische thema's van de voeten
tot een unisono verenigen. Tenslotte de
Flamenco-dansen met ongetwijfeld als
hoogtepunt de Zapateado van J06é, die
hier een feilloze lichaamsbeheersing de
monstreert. Hij schijnt zonder enig ge
wicht in de hem omgevende lichtbundel
te hangen, om dan het geklak van voeten
en hakken in snelheid met het gitaarspel
te laten wedijveren.
Susana y José begeleiden zich met de
castagnetten, of laten dat over aan de
pianist Armin Jansen, de gitarist Paco
Hernandez en de Flamenco-zanger Ser-
nita de Jerez, die alle drie -van een grote
beheersing van de techniek en evengrote
muzikaliteit blijk gaven.
Na afloop waren er bloemen voor Sufana.
T.
Hildegard Hillebrecht en Karl Diekmann, de
Die Sache Makropoulos.
hoofdrolverlolkers
Zuid- en Midden-Engeland hebben
woensdag na een geweldige regenval
zwaar van overstromingen te lijden ge
had. Verscheidene wegen en spoorwe
gen kwamen onder water te staan en dui
zenden gezinnen moesten geëvacueerd
worden. In Sheffield wies de rivier de
Sheaf twee en een halve meter en geleek
een razende stroom, die bomen ontwor-
I tolde en kademuren door de druk ontzet-
ite.