WERKELIJK ZOMER was het nog niet
Toch werd de aarde
een paradijs
a
Stopzetting; gebruik mortieren
en zware wapens in Tripoli
KNVB tekende
cassatie aan
Kaas is altijd een gezond voedsel,
en bovendien is kaas nu extra goedkoop.
Britse, Franse en Amerikaanse
ambassadeurs bijeen
Disconto in België
verlaagd tot 3% pet.
Diplomatieke activiteit
Tien trekkers bedelden
om een onderdak
Twee Amerikanen en
een Canadees terug-
gekeerd
V B
DONDERDAG 3 JULI 1958
PAGINA 6
Er viel veel op te merken
De bij deze natuurbeschou
wing geplaatste foto's zijn
van C. R. Tolman-Mussche
Het laatst van mei
De zomer begint
Jonge,
belegen of oude
Edammer 40 -f
Wisselende temperaturen
Neem ook eens
korstloze-
of smeerkaas t
Profiteer daarvan, want dit voedzame
voedsel (op de boterham, in de warme
maaltijd*, bij de borrel of als dessert)
geeft U op zo'n smakelijke manier de zo
onontbeerlijke eiwitten,
Vitaminen, mineralen, zouten en kalk.
Jonge,
belegen of oude
Goudse kaas volvet
Vergeet vooral niet bij Uw kaasleverancier
naar het Kaasreceptenboekje (25 ct)
met prachtige kleurfoto's te vragen.
Meer dan 50 verrukkelijke recepten
VERGAAN VAN „NIGERIA"
NADER ONDERZOCHT
Uit jeugdherberg gezet
Als ik het weer in de tweede helft van mei zou willen karakteriseren, dan zou
lk dit kunnen doen door mij aan te sluiten bij het oordeel van het merendeel der
Nederlanders: «Het hield niet over". Er viel vrij veel regen, vaak was er een
uitgebreide bewolking en met de grauwheid ging dikwijls een kilte gepaard, die
velen ertoe bracht zo nu en dan de kachel weer aan te steken.
Bont zandoogje zont zich
op een tuinbank.
Toen de buien losbraken,
vluchtten wy naar het
erf van boer Bruinekool.
Plaatselijk trad, zij het schaarse ke
ren, zelfs lichte nachtvorst op. Maar van
heldere uren bleven wij niet helemaal
verstoken en sommige dagen kenmerkte
zowaar een zekere zoelte. Het was door
gaans „groeizaam" weer en ik herinner
mij geen jaar, waarin de planten, de bo
men en struiken inbegrepen, zo uitbundig
bloeiden als in 1958. Trouwens: dit gold
ook voor juni.
Er viel in die tweede meihelft van
een zeer levendig vogelvertier te genie
ten. Die levendigheid was van zeer uit
eenlopende aard. Ten eerste werd er ge
musiceerd, dat het een lieve lust was.
Rondom mijn woning in Soest waren al
de vogels van het parklandschap bijzon
der goed op dreef. Ik bepaal mij er dit
maal toe hun namen op te sommen:
tuinfluiter, gekraagde roodstaart, hegge,
mus, vink, spreeuw, glanskop, pimpel,
koolmees merel, zanglijster, fitis, tjiftjaf,
spotvogel,winterkoning, tortel, houtduif.
En niet te vergeten de braamsluiper:
diens klepperdeuntje klonk heel de dag.
Maar de soorten, die ik noemde, hingen
niet alleen de montere liedjeszangers uit.
De wijfjes zaten te broedenr'of wel: de
vogelouders vlogen van ochtendkrieken
tot zelfs na zonsondergang af en aan
om de hongerige kelen vol voer te stop
pen. Soms haalden zij wat lekker was
van verre. Zo zag ik spreeuwen het kost
je voor hun kinderen vergaren in de ge
meente Hoogland. Mét de kijker de vo
gels volgend, bleek mij, dat zij met hun
voedsel pas in Soestdijk onder de dak
pannen vlogen, terwijl zij het vlakbij in
de Soester weilanden hadden kunnen
opscharrelen. Trouwens ook honingbijen
leggen ten behoeve van hun stuifmeel-
en nectarverwerving voor ons menselijk
gevoel soms „onnodig" en „onredelijk"
grote afstanden af. Intussen hadden ook
al jonge spreeuwen en jonge merels hun
nesten verlaten. Fel klonken de alarm
kreten van de vogelouders. want het
prille goedje kende de gevaarlijke we
reld nog niet en het was dus een nood
zaak hun nakomelingen te waarschuwen,
dat er katten in de buurt waren. Nu ik
de naam van dat zoogdier neerschrijf,
herinner ik mij, dat ik in de tuin van
een vriend de kater des huizes zich zag
rondwentelen en kopjeduikelen in een
groep planten. Bovendien likte hij daar
voortdurend aan en at er gedeelten van
op. De plant, een lipbloem, was het Kau-
kasisch kattenkruid. waarvan de naam
dus zeer goed is gekozen
De polder in
In de polders met hun plassen waren
er twee vogels, die zingende hoogte-
vluchten ondernamen: de veldleeuwerik
en de graspieper. Twee andere, de riet
zanger en de rietgors, hadden de toppen
van overjarige halmen tot zangplaats uit
verkoren. Dit gebeurde niet omdat de zit
gelegenheid, die de oude stengels bieden,
gerieflijker is. maar om de doodeenvou
dige reden, dat zangvogelmannetjes in
de voortplantingstijd er behoefte aan
hebben hun territorium tegen concurre
rende seksegenoten te verdedigen. Dit
kan alleen met kans op welslagen ge
schieden, als zij neerstrijken op een hoog
punt, vanwaar hun waarschuwingszang
zo ver mogelijk doordringt en waar zij
tevens al op een flinke afstand zichtbaar
zijn. Voor het hoogste punt nu zorgt het
overjarige riet, omdat het verse, jonge
riet nog niet hoog genoeg is opgeschoten.
Ook zullen de mannetjes, zodra zij zijn
gerepatrieerd, eerder de wijfjes, die wat
later in haar broedgebied aankomen,
kunnen lokken, wanneer zij een verhe
ven standpunt innemen. Overigens moet
hierbij worden genoteerd, dat het lang
durig en wisselend lied van de rietzan
ger, die bovendien over een sterk mi
misch vermogen beschikt scherp afsteekt
tegen het stuntelig deuntje van de graci
euze rietgors maar beide bereiken met
hun vocale uitingen toch hetzelfde doel
en dit geldt in hetzelfde polderlandschap
tevens voor de prachtige gele kwikstaar
ten met hun markante kleuren, waaraan
zij hun naam ontlenen. Hun liedje is
echter maar een armelijk niemendalle
tje: een simpele variatie van hun lok
roep die nauwelijks als zang kan worden
aangeduid.
In hetzelfde weigebied waar de groe
ne kikkers luidruchtig kwaakten en de
rugstreeppadden hun curieuze knorcon-
certen ten beste gaven, „blaatten" nog
steeds de watersnippen en de kempha
nen gingen onverpoosd door met hun
steekspelen; op hun toernooivelden be
trokken de parmantige ridders elkaar
voortdurend, terwijl zij hun pronkveren
uitzetten, in opzienbarende gevechten,
waarmee echter nooit de dood was ge
moeid en de rivalen hoogstens wat
schrammetjes opliepen. Voor de kievi-
jes, seringen, rhododendrons, gouden,
blauwe en witte regens, meidoorns e.
lijsterbessen. Vooral beide laatstge
noemde bomen zonden zoete hartver-
overende geuren uit. Ook de bezembrem
laaide felgeel op in het landschap. In
massa's werd ze geplukt en in de hand
of op de fiets door mijn goede dorp ver
voerd. Toch bestaat er een plaatselijke
verordening, die dit plukken en vervoe
ren verbiedt. Bij mijn weten wordt te
gen de herhaalde overtredingen door de
politie nooit opgetreden. Dit is voor mij
een hard gelag, want ik ben de geeste
lijke vader van deze verordening. U ziet
hieruit opnieuw, dat een profeet in zijn
eigen land niet is geëerd. Intussen wil
ik u er nog aan herinneren, dat in mei
ook de daslook. deze moge dan nauw
geparenteerd zijn aan de nuchterder ui,
sjalot, prei en knoflook, met honderden
sierlijke blanke bloemen en blad. dat
veel weg heeft van het loof der lelietjes
van-dalen, praalde in de duinstreek en
de Zuidlimburgse contreien. De plant
wordt ook in onze siergaarden gekweekt;
overigens zou ik wel een twintigtal an
dere Allium-soorten kunnen opsommen,
wie deze onderscheiding te beurt is ge
vallen. In de helemaal niet nigrerende
zin van het woord zijn de looksoorten
dus echte huis-, tuin- en keukensoorten.
Porseleinwit blinken de bloemen van de
vogelmelk op.
ten, grutto's, scholeksters en tureluurs
was de tweede helft van mei een bewo
gen tijd: sommige hadden nog eieren,
van andere liepen de jongen al tussen de
weidekoekoeksbloemen, de pluiskoppen
van de paardebloemen en de hoogopge-
schoten grassen en rijzige veldzuringen.
De wereld was vol werkelijke en ver
meende vijanden. De weidevogels lever
den dan ook vele keren per dag luchtge
vechten met zwarte kraaien, torenval
ken. bruine kiekendieven en blauwe rei
gers en het was dan vaak een boeiend
De jonge huismussen verkennen de
wijdere wereld.
gezicht, als de vliegfiguur van een grut
to in hoge regionen als een zwart sil
houetje afstak tegen de fantastische wit
te bewolking van de hemel. Soms ge
beurde het ook wel. dat enige tientallen
grutto's tegelijk met afhangende poten
boven de welige weiden hingen: in een
dergelijk geval sloop een op bloed be
luste wezel door de welige vegetatie. En
toen het tegen het eind van de maand
ging lopen, ontstond er onder de brood-
vogels opnieuw een hevige beroering:
hun woondomein werd door de maai-
machines kaal geraseerd. Daardoor gin
gen helaas late legsels te loor en stellig
ook wel jonge vogels, maar in 't begin
van de maai- en hooitijd wisten jonge
kieviten hun vege lijf soms te redden
door te water te gaan. Zij waren verras
send goede zwemmers en op dezelfde
wijze heb ik in Friesland ook wel jonge
scholeksters brede sloten zien overste
ken.
Als de zon scheen, kwamen ook de
grote wrattenbijters of korenbouten, li
bellen. die wel op vliegtuigen lijken en
tijdens hun jacht op insekten ongelofe
lijk snel kunnen wenden en keren, te
voorschijn, de witjes dronken in menig
ten nektar uit de honderden dagkoe
koeksbloemen en de bonte zandoogjes
tolden dartel om elkaar heen. Ook oran-
jetipmannetjes verrasten door hun kleu
renpracht. Het wemelde van meikevers
en de gele vlinderbloemen van het erw
tenboompje werden door honderden
hommels en honingbijen bevlogen,
's Avonds kringden de nachtvlinders om
de straatverlichting en de slakken en
pieren lachten, daar Pluvius zo gul was
met zijn gaven, in hun vuistje. Op zijn
beurt was de slakken, en wormenrijk
dom een kolfje naar de hand van merel
en zanglijster, die het voedsel maar voor
het grijpen hadden. Tevens leidde de
overvloedige regen ertoe, dat de water
reservoirs van de wilde kaardebol tot
de rand toe waren gevuld: bij deze plant
is de situatie namelijk zo, dat de blad-
paren, die de stengel omvatten, zo'n
stand aannemen, dat zij bekkens vor
men. Deze bekkenvorming ontbreekt
echter bij de kleine kaardebol, een rari
teit. die men in Limburg moet zoeken.
Tegen het einde van mei gingen in
mijn tuin ook de adderwortels, boks
baarden en de akeleibladige ruit bloeien,
de vogelmelk floreerde in de borders,
of zij van wit porselein was gemaakt,
maar het spectaculairst was toch wel de
geestdriftige bloei van de paardekastan-
Velen hadden de moed al opgegeven,
dat het ooit weer zo ver zou komen,
maar niettemin begon het op de laatste
dag van mei plotseling te zomeren en
toen de officiële zomermaand haar in
trede deed, hetgeen tevens betekende,
dat de hengelaars zich weer in drommen
naar de wateren mochten spoeden, liep
de temperatuur nog meer op. Dat was
een fijn geval voor het insektenvolkje,
dat beweeglijk van her naar der vloog
en fladderde en tot de dagvlinders be
hoorden ditmaal ook elegante citroentjes
en vuilboomblauwtjes; deze laatste heb ik
ook wel in de drukste steden zien vlie
gen en dit is verklaarbaar, want haar
rupsen voeden zich niet alleen met de
bloemen van vuilboom (sporkenhout)
maar bovendien met de bloemen van de
hulst. Ook de wespen waren in de weer:
ik bedoel de soorten, die het de limona-
dedrinkende bezoekers van hotelterras
sen soms zo lastig kunnen maken. Dit
maal wijdden zij alleen hun aandacht
aan de ijverig bloeiende cotoneasters.
Het fijnste op die eerste junidag vond
ik echter, dat de eerste vlieren hun
bloemen hadden geopend en dat bete
kende dus, dat wij stellig een maand
lang zouden kunnen genieten van de
creme-wit oplichtende bloedplakkaten en
dat later in het seizoen op de sappige
bessen de lijstersoorten zouden afkomen,
maar vooral heirlegers spreeuwen, die
na de overvloedige maaltijden collectief
hun zwatelende digestiezang tussen de
bolle lovers plegen aan te heffen.
De tweede junidag deed voor de eerste
niei onder. Ik wa« toen met goedgezinde
lieden naar mijn bedevaartsoord Eemnes
getrokken. De koekoek riep onberispe
lijk zijn naam en rondom onze laarzen,
die in de moerassige oever wegzakten,
bloeiden dp blaartrekkende boterbloemen
er danig op los. Wij vingen brasem en
baars en visten een palingmaaltiid.ie bij
elkaar. Scherpe en behaarde boterbloe
men kwamen op de dijk nadrukkelijk uit.
daar Bruinekools paard en pinken zich
wel de grassen lieten smaken, maar het
l!chteliik vergiftige geel bloeiende goedje
instinctief links lieten liggen. De lucht
was vol leeuwerikgetierelier, de meerkoe
ten keften, de rietgorzen stamelden on
beholpen, maar de rietzangers zongen
soms een kwartier aan één stuk en waJ
ren zo opgetogen, dat zij zich soms plot
seling een eindweegs boven de vegetatie
in de lucht wierpen. Zeurig neurden in
de drasse oeverstrook zweef- en andere
vliegen, schietmotten ondernamen korte
misschien wel de algemeenste dagvlin-
dersoort in Nederland vertegenwoordi
gen. achtervolgden de veel grotere wit
jes. De weiden wemelden van grote ra
telaars, een plantensoort met mooie licht
gele bloemen, die van twee wallen eet;
gedeeltelik komt zij op ordentelijke wij
ze aan de kost, gedeeltelijk teert zij op
de zak van aderen door de wortel daar
van uit te zuigen.
Er was die dag vooral één gebeurtenis,
die ons hart luider deed kloppen. Wij
maakten kennis met de eerste atalanta
van het seizoen. Deze fraaie dagvlinder
is een trekker, di« °nE ieder jaar als gast
bezoekt. Hij hoort thuis in mediterrane
gebieden maar zo'n reisje naar deze ge
westen is voor hem 'n wissewasje: hij
zoekt 't ;n Europa nog wel veel hoger, dus
noordelijker, op 's Zomer® puurt hij de
nektar niet zelden uit de buddleia-tros-
sen. Maar terwijl het bleef bij die ene
atalanta, die ook wel admiraal of num
mervlinder wordt genoemd, kwam een
andere trekvlinder in menigten opdagen
de distelvlinder, een Noord-Afrikaan. Wij
telden meer dan zeventig exemplaren,
Wild jakkerden zij door de ruimten. Maar
in de namiddag kwam er aan ons rustig
vissen en kijken plotseling een einde.
De luchten hadden al een tijdlang ge
kruid, maar toen braken er ineens regen-
rijke onweersbuien los en moesten wij
ons heil zoeken op het enige bberderij
terrein in een verre omgeving: dat van
Bruinekool. Boer en boerin, die net aan 't
melken waren, lieten hun koebeesten in
de steek en zochten op 't erf eveneens
een schuilplaats.
De volgende morgen bleek, dat het veel
koeler was geworden en van 4—14 juni
was het over het algemeen veel te koud
voor de tijd van 't jaar. Dit betekende
echter geenszins. dat er in die tien dagen
geen prettige dingen gebeurden. De witte
glorie van de bloe-menhroderie der fluite-
kruiden mocht dan al geleidelijkweg ta
nen. maar het zevenblad nam hun taak
over. Ook brak het ogenblik aan. dat de
rhodo's gingen verwelken en zo verlieten
de hommels de opulente bloemen niet
langer als witbestoven mulders. Boven
dien vlogen de Amerikaanse vogelkersen
in bloei en dit vergoedde gedeeltelijk
de ontluistering van meidoorn sering,
paardekastanje en lijsterbes. Overal langs
vaarten en plassen hadden de gele lissen
de lampen aangestoken, de gouden
„kluitjes boter", die de plompen boven
het water uitstaken, vertelden dat ook
voor hen de bruidstijd was begonnen, de
grote steriele randbloemen van de Gel
derse roos lichtten in de hakhoutwallen
wit op en lokten op deze wijze de insek
ten naar de vruchtbare hartbloemen. Als
haast nooit te voren bloeiden weergaloos
uitbundig de Robinia's en dus wreven de
imkers hun handen van plezier. De dui
zend-en bloemen van de bramen openden
prettige perspectieven voor de vakantie
gangers. In ven en moeras lieten de veen-
pluizen hun witte mutsen wapperen en in
hetzelfde of verwant millieu gingen ook
van veenbe® en wateraardbezie de knop
pen open In weiden zorgden de margrie
ten voor blanke kleurvlakken.
N
a
a
Tjiftjaffen, koolmezen, roodborsttapui-
ten en tal van andere vogelsoorten leid
den hun vliegvlugge nazaten r°nd. van de
spreeuwen aasden de meeste jongen met
hun opders ad in de polders en zodoende
ontdekte je op een dag plotseling, dat de
opgewekte fluiteniers de dorpsdaken had
den verlaten. Ook jonge huismussen ver
lieten de nesten onder de pannen en za
gen zich. ineens opgenomen in een wij
dere wereld, waarin zij aanvankelijk be
teuterd rondkeken.
Van de 14e af liet het weer zich opnieuw
van een beminnelijker kant kennen. Bijen
en hommels bezochten de bloemaren van
adderwortel en ruige weegbree of glipten
de toegangspoorten van de vingerhoed®-
Publicatie van het Ne4. Zuivclbureau Rijswijk
luchtreisjes en kleine hooibeestjes. die kruiden binnen. Admiralen hadden nu
ook mijn huis ontdekt en tevens meldden
zich daar de eerste argusvlinders present.
De eerste ligusterbloemen begonnen te
geuren, klaprozen en korenbloemen strooi,
den prettige kleuren tussen de rogge, die
al een tijdje geleden had gestoven. De
vijftiende was het warm, op de zestiende
snikheet. Ik zag toen een klein meiske bij
een pomp. Zij had zo'n dorst, maar zij kon
de zwengel niet hanteren. Toen moest ik
uitredding brengen. In de polder namen
de boeren de gelegenheid te baat. Er werd
gemaaid, gezweeld, geschud. Hoog werden
de wagens opgetast en daarna door tractor
of paard voortgetrokken naar de wachten
de schuren. Maar na die hittedag begon de
temperatuur weer te dalen. Terwijl ik u
dit sohrijf 23 juni heb ik, daar de
regen de aarde verduistert, de lamp aan
gestoken en geniet van de kachelwarmte.
Gisteren was het de langste dag van het
jaar. Maar vrienden, geeft de moed niet
op de bolderiken en bosandoorns zijn in
mijn tuin gaan bloeien, de pluiskoppen
De opstandige Druzen en de regeringstroepen in de streek van de haven van
Tripoli hebben gisteren besloten geen mortieren en zware wapens meer tegen
over eikaar te gebruiken, omdat dit zonder noodzaak verliezen veroorzaakt
onder de burgerbevolking en omdat het onmenselijk was.
In Tripoli duurden echter de hevige gevechten voort. De strijdkrachten der
opstandelingen, onder leiding van Rashid Karemi, een vroegere Libanese mi
nister-president, zijn nog steeds opgesloten tn het oude omwalde vcdeelte van
de stad.
De gevechten duurden voort, terwijl de Britse ambassadeur in Beiroet Sir
van de boksbaarden vertellen, dat het George Middletown, een spoedbespreking hield met de Amerikaanse ambassa
ondanks alles zomer is. en, zowaar de j deur, Robert McClintock, en met de Franse ambassadeur, Louis Roche om té
eerste bloemen van het slangenkruid be- spreken over de ontmoetingen die ieder van hen gisteren afzonderlijk had „„h ,d
gmnen ook al te blauwen. De hommels i met president Sjamoen. s
vliegen in hun bontjas ondernemend en j
vanéftgA!nIhe!n nieuw offensief ingezet
ZnaN Len zu,doosten van Beiroet,
dinsriaa d ZICh, Za! herinneren is Ainab
nvprri In j°rn regeringstroepen her-
hlaï offend rDruzen. De regering scheen
ten teal 1 "ach,er v00rnamelijk te rich-
I °rp Ain Ksoer- ten zuiden
di i„, .-en °P zeven mi-i' aftand van
de internationale luchthaven van Beiroet.
e dreiging voor de luchthaven scheen
g'steren echter sterk te zijn verminderd,
nadat de regering een zeer groot aantal
troepen ter versterking in de strijd had
geworpen.
welgemoed de kleine rose bloempjes van
de sneeuwbes tegemoet en hoort de vogels
eens zingen: de merel modelleert zijn sta
tige psalmen, de hegigemus speelt met zijn
rinkelbelletje en de zanglijster fluit, on
danks bui. donder, bliksem en kletterende
hagelstenen, tot in de donkere avond zijn
gevarieerde motieven. Dit is een levens
bevestigend gebaar.
RINKE TOLMAN.
De Nationale Bank van België heeft
het disconto met ingang van 3 juli j.l.
verlaagd van 4 tot 3% pet.
,,Wie pompt er voor mij Ik heb zo'n dorst".
Het onderzoek, dat namens de Indiase
regering naar het vergaan van het 469
ton metende Nederlandse vrachtschip
„Nigeria" in de golf van Koetsj is inge
steld, is gisteren afgesloten. Over enkele
dagen zal een rapport worden ingediend
bij de Indiase directeur-generaal voor
de scheepvaart.
Op 21 juni van verleden jaar liep de
„Nigeria" aan de grond, nadat het schip
op weg van Aden naar Karatsji tenge
volge van ongunstige weersomstandig
heden, een defect aan het kompas en een
onklare radio-telefonische installatie uit
de koers was geraakt. Door het defect
aan de zender had men geen s. o. s. kun
nen uitzenden. Een gedeelte van de be
manning was naar de kust gezwommen,
maar de gezagvoerder, de heer H. E. van
den Brink, was met de rest van de op
varenden aan boord geKleven.
Bij een inspectie van de ruimen had de
kapitein echter rook gezien. Daar het
vaartuig Amerikaanse munitie en spring
stoffen, bestemd voor Portugal, Pa
kistan en Perzië, aan boord had, besloot
hij onmiddellijk met de rest van de be
manning het schip te verlaten. Binnen
twintig minuten deed zich een ontplof
fing voor, waarna de „Nigeria" uit
brandde.
Volgens betrouwbare bronnen heeft de
president tegenover de ambassadeur ver
klaard. dat Libanon de crisis oog steeds
beschouwde als een van buiten aangestich
te zaak. Ook werd bericht, dat hij zou heb
ben gezegd, dat Libanon hulp nodig had,
óf van de Verenigde Naties of van andere
zijde.
Volgens dezelfde bron heeft president
Sjamoen de ambassadeurs verzocht
hem de standpunten van hun regerin
gen uiteen te zetten naar aanleiding van
de laatste ontwikkelingen. In diploma
tieke kringen wordt vernomen, dat de
ambassadeurs de president de verzeke
ring hebben gegeven, dat hun regerin
gen nog steeds vastbesloten zijn de
onafhankelijkheid van Libanon te helpen
handhaven.
Tien meisjes en jongens, die in groep
jes een trektocht maken door Nederland,
liepen gisterenavond omstreeks half elf
op het Kaageiland om onderdak te be
delen- Zij waren niet in de jeugdherberg
„De Trekschuit", waar zij reeds enige
dagen verbleven, toegelaten, omdat zij
een kwartier te laat kwamen.
De jeugdherberg sluit om tien uur. De
vader ervan verklaarde desgevraagd, de
meisjes en jongens et to- te laten,
omdat zij zouden hebben afgesproken een
kwartier te laat te komen. De jongelui
ontkenden dat categorisch.
Onder de tien jongelui zijn zeven Duit
sers van wie twee meisjes, twee Neder
landers, een meisje en een jongen van
veertien jaar, en een Oostenrijks meisje
van veertien jaar oud. Op één na zijn
zij allen minderjarig.
De vader van de jeugdherberg wilde,
naar hij zeide, nu eens straf optreden,
aangezien hij meermalen met trekkers
van Duitse nationaliteit last had gehad
met te laat binnenkomen. De Rijkspolitie
van het Kaageiland heeft onderdak voor
de jongelui gezocht.
Inmiddels hebben de strijdkrachten van
Dc verdediger van de heer L.
Br uii t, seel etui is«penmi]gni0estcr van
de Kon. Vd. Voetbalhond, mr. C.
R. C. Wijckerheld Bisdom, heeft
vandaag cassatieberoep aangetekend
tegi n het vonnis der Haagse recht,
bank, waarbij de heer Bruut wegen»
overtreding der lolerijwet werd ver
oordeeld omdat dc rechtbank nor-
deelt, dat de voetbal.toto van de
KNVB ecu verboden loterij is.
Twee Amerikanen en een Canadees, die
door Cubaanse rebellen waren ontvoerd,
zijn teruggekeerd op de Amerikaans®
marinebasis te Quantanamo.
Zoals bekend hebben de rebellen tn
totaal ongeveer 60 Amerikanen en Ca
nadezen ontvoerd. De ontvoeringen zou
den een vergelding zijn voor de mili
taire hulp, die de V S. volgens de re
bellen verstrekken aan de president van
Cuba, generaal Batista.