Totale defensie-uitgaven belopen
1.715.9(v.j. 1.779.9) miljoen
Bouwprogramma van wederom 80.000 woningen
Uitgaven inzake ..Indonesië"
belopen dit jaar f 383 miljoen
Uitgavenstij ging
zonder einde
Woningbouw
Kastekort voor 1958 ca f 600 miljoen
BESTEMMING VAN DE MIDDELEN
Overzicht van de uitgaven voor de
diverse onderwerpen van Staatszorg
r
Voor 1959 wordt f 312 miljoen uitgetrokken
Aanvankelijke raming beliep f 405 miljoen
Ook kastekort over 1957
viel hoger uit
Nationale schuld
f 186 min gestegen
DINSDAG 16 SEPTEMBER 1958
PAGINA 6
Teneinde een beeld te geven van de verschillende activiteiten van
het Rijk zijn de uitgaven voor 1959 in de miljoenennota samengevat
naar onderwerpen van staatszorg. De uitgaven voor de Gewone Dienst
worden voor 1959 geraamd op 7400 miljoen, tegenover een vermoe
delijke uitkomst voor 1958 van 7314 miljoen. De uitgaven voor de
Buitengewone Dienst worden gesteld op 1612 miljoen, vergeleken
met een vermoedelijke uitkomst van 1238 miljoen in 1958.
Onderstaande staat geeft een gedetailleerd overzicht van de uitgaven.
Radio en televisie
Investeringen der P.T.T.
DE PLANNEN VÜWOWIN&BOUW
|l= ie !|g ie
S 5 Q
Deltaplan 74?5 min
Voor het Deltaplan is in 1959 in
totaal een bedrag van 74.5 mil
joen in de begroting opgenomen.
Gelijktijdig zullen in uitvoering
zijn de bouw van de spuisluizen in
het Haringvliet, voorbereidende
werken tot afdamming van het
Volkerak, werken voor de afdam
ming van de Grevelingeu en van
het Veeregat en de bouw van de
schutsluis in de Zandkreek. Met
deze objecten is een bedrag van
52.6 miljoen gemoeid. De uit
voering van bijbehorende kust-
verdedigingswerken vraagt in 1959
9.8 miljoen.
Raketbewapening
De defensieuitgaven ten laste
van de begroting 1959 worden ge
raamd op 1685 miljoen. Hiervan
is 1648 miljoen bestemd voor mi
litaire uitgaven, terwijl voor cl-.'-
civiele verdediging voor 1959
slechts 2 miljoen meer ts uitge
trokken dan voor 1958, namelijk
j 37 miljoen. De werkelijke mili
taire kasuitgaven ten laste van
1959 zullen maximaal 1679 mil
joen bedragen, zodat naar ver
wachting 31 miljoen zal worden
betaald uit in vorige begrotingen
beschikbaar gestelde gelden.
Hulp aan buitenland
Overzeese Rijksdelen
Politie en justitie
Groei leerlingental
De stijging van het peil der uit
gaven in de sector onderwijs eri
cultuur zet zich ook in 1959 voort.
worden toegeschreven aan toene
ming van het leerlingenaantal en
aan de salarismaatregel per 1 april
j.l.
In verband met de geboortegolf
van 1946 wordt bij het voortgezet
onderwijs voor het schooljaar 1958
-1959 een sterke stijging verwacht.
De belangstelling voor de verschil
lende takken van voortgezet on
derwijs neemt bovendien nog
steeds toe. Vooral het nijverheids
onderwijs breidt zich gestadig uit.
Nadelig saldo L.E.F.
De ramingen van de uitgaven en
ontvangsten van het L.E F. kunnen
slechts met voorbehoud worden ge
maakt, omdat zij mede afhankelijk
zijn van de ontwikkeling van het
prijspeil op de wereldmarkt. Op
basis van het prijspeil van medio
juli 1958 is het nadelig saldo van
het L.E.F. voor het komende jaar
op 567.1 miljoen geraamd.
A.O.W. cn werkloosheid
Zwaardere rentelasten
UITGAVEN V.D. VERSCHILLENDE ONDERWERPEN V. STAATSZORG
1958-1959 IN MIL). GULDENS)
Waterstaat ■■hhmhmBÜ 737,8
en Verkeer III 111 1111111111II11111
Politieenjusfihe
BHB Ontwerp-begroting 19591
(Vervolg van pagina 5)
Repatriëring 67 min
Het woningbouwprogramma
voor 1959 is wederom vastgesteld
op 80.000 woningen. Dit getal is
aldus samengesteld: 40.000 (onver
anderd) woningen, welke ten las
te van de begroting worden gefi
nancierd (waarvan 39.650 woning
wetwoningen en 350 woningen in
Oostelijk Flevoland, waarvan 6
miljoen ten laste van de begroting
van het Zuiderzeefonds komen)
38.000 (v.j. 36.000) premiewonin
gen (inclusief herbouw oorlogs
schade) cn 2000 (4000) woningen
in de vrije sector.
De belangrijkste posten van de
voor 1959 op de Gewone Dienst
geraamde bijdragen ten behoeve
van de volkshuisvesting zijn: a
bijdragen in exploitatietekorten
131.8 miljoen; b. premieregeling
woningbouw f 168 miljoen: c. kos
ten van woningverbetering en
splitsing f 4.5 miljoen en d. uit
keringen ineens ter dekking van
de onrendabele bouwkosten van
particuliere nieuwbouwwoningen
f 68 miljoen.
Nieuwe rijksdaalders
O
In de begroting wordt ook een
overzicht gegeven van de budget
taire lasten, welke voortvloeien uit
de ontwikkeling van de betrekkin
gen met Indonesië sinds de in 1949
gehouden Ronde-Tafelconferentie.
Hieruit blijkt o.m. dat dit soort uit
gaven van 198 miljoen in 1957 is
gestegen tot 383 miljoen in 1958.
In laatstgenoemd jaar moest nl.
Voor 1959 worden dc uitgaven verband j inzake pensioenen en garantieuit-
houdende met de repatriëring, geraamdkeringen f 203 miljoen WOrdén
op 67 min. De belangrijkste posten hier-l u
Pensioenfondsen
Kastekort 1957
Voor het eerst sedert tal van
jaren weer toeneming
SCHULDPOSITIE
A J.
De verhoging van de bijdrage aan de
radio-omroep is gelijk aan de hogere
opbrengst van de luisterbijdrage, die is ge-
voor de volgende bruggen: over de Mer-
wede bij Gorinchem 10 min.), over de
IJssel in weg no- 12 bij Rhedcn 1,8
min.) en een brug over de Nieuwe Maas
bij Brienenootd 4,3 min).
In verband met de investeringsbeper
king is de kapitaalverstrekking aan het
Zuiderzeefonds ca. 8 min. lager ge-i
raamd, hetgeen een verder uitstel van de
voltooiing der dijken tot gevolg heeft.
De investeringen in de Noordoostpolder
zullen in verband met de naderende be
ëindiging van de kolonisatie lager zijn.
Er wordt verwacht, dat het Nederlands
Instituut voor vliegtuigontwikkeling,
dank zij de inkomsten uit de serieproduk-
tie en licenties van de Fokker F. 27, zijn
activiteiten geheel uit eigen middelen zal
kunnen financieren.
In verband met de toenemende vraag
naar de verkeersdiensten van het Staats
bedrijf der P.T.T. is in 1959 voor de in-
HET WONINGBOUWPROGRAMMA1955-1959
UUU1 VUBSt (tu UV IU101C1 Uiv, lO e» -i
stegen door de toeneming van het aan-| vestermgen een hoger bedrag opgevoerd
Gewone dienst Buitengewone dienst
co cn
SS O 52
Z. U'S 5 "tfl C 2^2 OW 7 -
a "^2 PP Cl: a m ?p c
Z OM IS Om
3 3
Militaire uitgaven 1744.9 1744,9 1678,9 0,1 0,1 0.1
Civiele verdediging 33.8 35.0 37.0
Buitenlandse betrekkingen 147.9 128.7 141.7 2.0 35.9 39.0
Overzeese rijksdelen 82.9 84.6 80,5 8.1 7.1 8.0
Politie en justitie 311.9 330.5 332.9
Onderwijs en cultuur 1158.3 1152.2 1208.9 36.0 46.4 58.7
Waterstaat 293.8 295.8 300.2 189.4 184.5 183 8
Verkeer 79.3 83.6 78.3 146.4 172.5 175.5
Handel en Nijverheid 67.2 75.2 79.2 44.7 109.1 43.C
Agrarische subsidies:
a. consumenten 68.0 91.0 110.0
b. producenten 258.2 498.4 457.1
Landb., Visserij en Voedselvoorz. 207.9 208.1 197.9 34.8 34.9 34.0
Soc. voorz., emigratie en Volksgez. 794.3 966.0 859.4 7.9 10.8 14.1
Huursubsidies 306.8 328.1 380.5
"Wonlngwetvoorschotten 540.0 260.0 670.0
Overige uitg. volkshuisvesting.20.3 20.3 19.5 0.1 0 1
Diensten van algemene aard 321.7 326.7 325.9 63.8 93.2 85.4
Niet toegerekende uitgaven voor
pensioenen en wachtgelden270.9 125.7 295.0
Nationale schuld 546.5 545.4 582.2 248.5 283.5 309.3
Afschrijvingen 54.0 54.0 63.0
Herstel van oorlogsschade 139.5 146.3 105.9
Uitgaven i.v.m. de watersnood 10.0
Vergoedingen aan provincies en
gemeenten voor de derving van
inkomsten als gevolg van de
verlaging van de personele be
lasting en de grondbelasting.. 63.5 63.5 66.0
Totaal 6971.6 7314.0 7400.0 1321.8 1238.1 1611.9
1) Inclusief de niet in de begroting opgenomen te verwachten additionele uitgaven
en voor 1958 de voorgestelde verlaging van uitgaven, zoals vermeld op blz. 3 van de
miljoenennota 1958 en blz. 2 van dit excerpt
tai radiotoestellen. De bijdrage voor de
televisie moet worden verhoogd in ver
band met de stijging van de exploitatie
kosten en verhoging van de zenderhuur,
doch hiertegenover staat een grotere toe
neming van de ontvangsten aan kijkgel
den, als gevolg van het stijgende aantal
televisietoestellen.
Uit de hogere opbrengst der kijkgelden
kan in 1959 een eerste aflossing van f 0.8
min. worden geraamd op de in de afge
lopen jaren t.b.v- de televisie uit 's Bijks
algemene middelen verleende voorschot
ten.
Vergeleken met 1958 is in het algemeen
geen uitbreiding gegeven aan de omvang
van het programma van waterstaatswer
ken.
Voor waterstaatkundige werken zijn o.a.
gelden uitgetrokken voor bruggen over
de Maas te Maastricht en Roermond 2
min.), het stuwcomplex bij Hagestein
(f 10 min.) en verbeteringswerken van da
Maas 2,1 min.), het Noordzee- en Am
sterdam-Rijnkanaal (ongeveer f 4 min.).
De raming voor aanleg en verbetering
van wegen in het rjjkswegcnplan omvat
44 min. voor het Europese wegennet
en 26 min. voor de overige wegen. In
dit kader zjjn voorts gelden uitgetrokken
De aangeboden defensiebegrotingen hou
den rekening met de intrede van raketbe
wapening bü de drie krijgsmachtdelen. Als
gevolg van de hoge kosten zullen de plan
nen tot modernisering en verbetering
van uitrusting en bewapening slechts ver
werkelijkt kunnen worden indien de hulp
door het buitenland op dezelfde voet voort
gaat. Nochtans zal de noodzaak tot be
perking der uitgaven ertoe leiden dat
een deel der voornemens eerst in latere
jaren wordt uitgevoerd.
Ondanks een vermeerdering van het
aantal diplomatieke vertegenwoordigingen
en de stijging van de kosten van levens
onderhoud in het buitenland blijft de ra
ming voor dit onderdeel van de begroting
beneden de uitgaven in 1958.
De uitgaven voor hulp aan minderont-
wikkelde gebieden buiten het Koninkrijk
zijn voor 1959 op 16 min- geraamd.
Hiervan zijn ongeveer 14 min. bestemd
voor het onlangs opgerichte speciale fonds
Van de Verenigde Naties voor de econo
mische en sociale ontwikkeling van de
minderontwikkelde gebieden en ruim 2
min. voor bestaande activiteiten.
Op de Buitengewone Dienst is na de
onderbreking in het lopend begrotings
jaar, weer een post van 10 min. opge
nomen voor deelneming in het kapitaal
van de Internationale Bank voor Herstel
en Ontwikkeling.
De uitgaven ingevolge de E.E.G.- en
Euratomverdragen worden op 47 min.
geraamd. Daarenboven is op de Buiten
gewone Dienst een bedrag van f 27 min.
uitgetrokken voor deelneming in het kapi
taal van de Europese Investeringsbank.
De uitgaven ten behoeve van Surinama
en de Nederlandse Antillen vertonen geen
noemenswaardige stijging. Voor het Tien
jarenplan in Suriname is, evenals in 1958.
een bedrag van 16 min. opgenomen,
waarvan, de helft op de Buitengewone
Dienst. Van de bijdrage aan de geldmid
delen van Nederlands Nieuw-Guinea ad
f 72 min- zal 9 min. uit het E.E.G.-
ontwikkelingsfonds worden gefinancierd
Bovendien zal uit dit fonds nog een be
drag van 2 min. beschikbaar worden
gesteld voor een aantal afzonderlijke pro
jecten (economisch-geologisch onderzoek,
agrarisch onderzoek en agrarische bedrij
ven).
Met het oog op de toekomstige bezet
ting van de rechterlijke macht is in de
raming 1959 voor de rubriek rechtspraak
rekening gehouden met de kosten van de
opleiding van een groter aantal jonge ju
risten dan in 1958.
Tengevolge van de salarisverhoging voor
middelbare en lagere ambtenaren Welke
per 1 april 1958 is ingegaan en door uit
breiding van het wagenpark ter intensive
ring van de vérkeerssurveillance, is voor
de rijkspolitie in de begroting 1959 3
min. meer geraamd dan in de oorspron
kelijke begroting voor 1958.
De raming van de kosten voor de ge
meentepolitie is met 9 min. vermeer
derd door een verhoging der personeels
kosten.
Tengevolge van de vernieuwing van het
lager land- en tuinbouwonderwijs nemen
de uitgaven in deze sector toe. Voorts moet
voor het hoger onderwijs rekening worden
gehouden met de te verwachten grote
toeneming van het aantal studenten in de
eerstkomende jaren. In verband met het
steeds toenemende aantal aanvragen en
de gestegen studiekosten wordt in 1959
eveneens een' hoger bedrag voor de rijks
studietoelagen uitgetrokken.
De uitgaven in de onderwijssector heb
ben betrekking op het rijks-, gemeente
lijk en bijzonder onderwijs. Een deel van
de uitgaven bestaat uit rente en aflossing
van geldleningen voor stichtingskosten (in
1959 ruim f 44 min.) en betaling ineens
van stichtingskosten (ruim 72 min.).
De uitgaven voor de kunsten zijn voor
1959 iets hoger gesteld, t.w. op 11 min.
dan in de bpgroting 1958 was geraamd.
In het kader van de werkloosheidsbestrij
ding werd gedurende het jaar 1958 reeds
een bedrag van 17 min. meer uitgege
ven voor de uitvoering van aanvankelijk
uitgestelde overheidsorders.
In de Buitengewone Dienst is een be
drag van f 9,7 min- opgenomen voor het
Reactor Centrum Nederland. Dit vormt
een onderdeel van het bedrag van 14
min. dat nog boven het reeds door de
Staat en het bedrijfsleven beschikbaar ge
stelde kapitaal van 28 min. benodigd is
voor de voltooiing van dit project.
Afgezien van de uitgaven ten behoeve
van het Landbouw-Egalisatiefonds verto
nen de cijfers voor land- en tuinbouw,
veeteelt en visserij voor 1959 een niet
onbelangrijke verlaging, welke in hoofd
zaak een vermindering van de bedragen
voor de cultuurtechnische werken betreft.
Als gevolg van de prijsdaling in deze sec
tor zal echter geen evenredige vermin
dering van de omvang van de cultuur
technische werken plaats hebben.
Aan dc toepassing van de kernenergie
in de landbouw ,zal vooral aandacht
worden geschonken.
De bedragen, waaruit het nadelig saldo
van het L.E.F. voor 1959 is samengesteld,
vertegenwoordigen naast de uitgaven voor
de consumentensubsidie op melk voor een
belangrijk gedeelte d-e kosten, verbonden
aan de effectuering van de in het kader
van het Nederlandse landbouwbeleid ver
leende garanties voor een aantal basis-
produkten, die van wezenlijk belang zijn
voor de onderscheidene soorten van agra
rische bedrijfsvoering. Voorts is een be
drag van 5 min. opgenomen voor de
80.000 B0.000
75.000
70.000
65.UOOE 7000
36000
29.5004132 000
<0000
fWONINGWETBOUW]
1956 1957
Woningwet bouw k'.'.'.'.'.'MHefbouw
Premiebouw BGHSHVrije sector
garantie aan de Nederlandse Maatschappij
voor de Walvisvaart.
Onder de middelen van het L.E.F- voor
1959 is geen aandeel meer opgenomen in de
opbtengst van de accijns op gedistilleerd.
Het tekort van het fonds stijgt uiteraard
met het desbetreffende bedrag. Hier staat
evenwel tegenover dat van de ontvangst
aan accijns een groter gedeelte ten bat»
van 's rijks middelen komt.
Door de toeneming in 1958 van de ge
registreerde arbeidsreserve worden de
ting van 15 miljoen zilveren rijksdaal
ders en de vervaardiging van 80 miljoen
kwartjes en andere kleinere pasmunten
tot een normale waarde van f 4,7 min.
Ook voor 1959 zijn in het programma
van de Dienst der Domeinen beperkingen
aangebracht.
In de Buitengewone Dienst voor 19-9
is een bedrag van 4,4 min. opgenomen
voor het verstrekken van kapitaal aan
het Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf-
Hiervan is 4 min. bestemd voor een
nieuw gebouw en f 400.000 voor het ver
vangen van machines e.d.
De totale rentelast van de nationale
schuld zal in 1959 met 35,9 min. stU"
gen. Dit bedrag U het saldo van een
stijging ad 39 min. voof rente en kosten
van de binnenlandse schuld cn een da
ling ad 3,1 min. voor rente en kosten
van de buitenlandse schuld.
Het voor aflossingen benodigde bedrag
moet naar raming f 51,8 min- hoger wor
den gesteld dan in 1958.
Verwacht wordt, dat tegen 1 januari
1960 de algehele liquidatie van het oor-
logsschadevraagstuk in de privaatrechte
lijke sector in zicht zal komen. De af
doening van de schadegevallen in de pu
bliekrechtelijke sector en de uitvoering
van de gemeentelijke wederopbouwplan-
nen zullen ook na 1959 nog aanzienlijke
bedragen vergen. Gezien het stadium van
afwikkeling kan evenwel voor 1959 ca.
f 10 min. minder worden uitgetrokken
dan op de begroting 1958.
In de begroting 1959 behoeft voor bij
dragen in schade aan goederen in de pri
vaatrechtelijke sector geen bedrag te wor
den opgenomen en voor bijdragen in de
kosten wegens complementaire sociale- en I rantieverplichtingen voor het Rijk voor
arbeidsvoorzieningen in het komende jaar rente en aflossing van Indonesische schul-
rond 47 min. hoger geraamd. Hiertegen- den worden voor 1959 op 42 min- ge-
over staan enkele - posten, welke lager raamd.
Onderwijs
en Cultuur
Soc.voorziemng.,
Volksgezondh
Emigratie
Volkshuisvesting
1287,5
1194.4
870,9
mini in
21867,2
iiii 1111111111
Dienst. v.Alg. Aard
Niet toegerekende
gitgaven v. pensioen
enwachtgeki
Buitenlandse
betretöingen
Herstel
oorlogsschade
Handelen
Nijverheid
Overzeese
Rijksdelen
Nationale schuld
122.2
J 111.7
tttti Ontweip-begroting 1958 j
(GEHELE DIENST)
minder omdat in de begroting 1958 wel
540 miljoen was opgenomen, maar er
overeenkomstig de verwachting een
grote overloop, en wel van 280 miljoen,
naar 1959 plaat« vindt. De sanering van
het Alg. Burgerlijk Pensioenfonds en
Spoorwegpensioenfonds is vertraagd
159 miljoen). Er zijn dus naast de zoëven
genoemde uitgavenstijgingen nog tal van
andere geweest.
Per saldo stijgt het totaal van de uit
gaven van de Gehele Dienst in de ver
moedelijke uitkomsten 1953 met 258
miljoen t.o.v. de oorspronkelijke begro
ting en dalen de middelen met 233 mil
joen. (De belastingen alleen f 262 mil
joen). Het zijn nog niet eens zo gewel
dige bedragen. Maar tezamen maken zij
«en stijging van het nadelig saldo met
491 miljoen uit. Dat. veroorzaakt infla
toire financiering, zoalg uit hieronder nog
zal blijken. En dat notabene in een pe
riode waarin wij in feite nog altijd in een
uitgesproken hoogconjunctuur leven!
Wat moet dat worden als er werkelijk
een« een recessie die wij nu nog niet
hebben komt?
De scherpe toeneming van het ver
moedelijke nadelig saldo van de begro
ting 1958 schept een ernstig financierings-
probleem. In de vorige Miljoenennota
was het budgettaire kastekort voor 1958
op 405 miljoen geraamd. Hiervan zou
345 milpoen uit de voorinschrijfreke-
ningen aan leningen en 60 miljoen uit
het Grootboek Woningverbetering (ge
blokkeerde huren van de uitgeklede huis
eigen-aren) beschikbaar komen. De dek
king van het kastekort werd aldus ver
zekerd geacht. Er zou voor 1953, naar
Hafstra in de Miljoenennota 1953 «van
september 1937 verklaarde, weer op een
gezonde financiering in de sector van de
rijksoverheid mogen worden gerekend.
In de praktijk i« er thans van een ge
zonde financiering in 1958 in het geheel
geen sprake. Het budgettaire kastekort
van 1958 wordt thans op 600 miljoen
begroot. Uit de voorinschrijf rekeningen
zullen aan leningen veel minder dan
ƒ345 miljoen beschikbaar komen, In
laatstgenoemd bedrag waren in de prog
nose van september 1957 nl. 159 miljoen
begrepen, welke uit de sanering van het
Alg. Burgerlijk Pensioenfonds en Spoor
wegpensioenfonds (eerst een uitgaaf voor
het- rijk, daarna weer een lening aan het
rijk) beschikbaar zouden komen.
bron (en eveneens als uitgavenlast) voor
1958 vervallen.
In het eerste halfjaar 1958 werd ook al
weer 70 miljoen aan de voorinschrijf-
rekeningen onttrokken voor het op gang
helpen van de meest noodzakelijke in
vesteringen van de lagere publiekrechte
lijke lichamen. Zoals het er nu uitziet,
zal aan leningen voor het rijk uit de
voorinschrijfrekeningen plus het Groot
boek Woningverbetering niet meer dan
ongeveer 200 miljoen beschikbaar ko
men. Dat betekent dat 400 miljoen ge
raamd ongedekt kastekort zal worden
gefinancierd met inflatoire middelen. Dit
zou eerst anders worden, indien de staat
in afwijking van de in de vorige Miljoe-
nentota verkondigde richtlijn dit. jaar
toch nog een beroep op de kapitaalmarkt
zou doen.
geraamd zijn dan in 1958. Voor de pre
mies van de minderdraagkrachtigen on
der de kleine zelfstandigen en van enkele
categorieën van pensioentrekkenden, wel
ke op grond van de A.O.W. ten laste van
het rijk komen, is in 1959 b.v. volstaan
met een bedrag van f 15 min. (raming
1958 31 min.)- Naar het zich laat aan
zien zal verder een bedrag van 0.5 min.
voldoende zijn voor de betaling door het
rijk van premies A.O.W. van gemoedsbe
zwaarden. Tenslotte zal de bijdrage van
het rijk aan het Werkloosheidsfonds in
1959 ca. 6 min. onder de raming voor
1958 blijven.
Onder „Onvoorziene uitgaven" is een
bedrag van 30 min. opgenomen, dat, in
dien nodig, kan worden aangewend voor
het nemen van directe of indirecte maat
regelen in het belang van de werkgele
genheid. Voor bijdragen ten behoeve van
aanvullende werken is verder 87,5 min.
uitgetrokken.
In verband met de verwachte stijging
van de kosten per verzekerde en de toe
neming van het aantal verzekerde be
jaarden is het tekort, dat de ziekenfonds
verzekering voor bejaarden oplevert voor
1959 op een bedrag van 25 min. ge
raamd-
Van het onder a. genoemde bedrag zal
het grootste gedeelte worden besteed als i oorlogsschade aan schepen slechts een
bijdrage in de exploitatie van woningwet- 1 bedrag van 0,9 min., aangezien de nog
woningen. Voor de betaling op in 1958 uit vorige jaren beschikbare gelden vol-
doende zijn om de resterende verplich
tingen in deze schadecategorieën af te
wikkelen. Voorts wordt nog 5 min. aan
gevraagd voor omzetting van voorlopige
kredieten in definitieve bijdragen en f 2
min. voor uitkeringen ingevolge onthef
fing van bestedingsplicht. Voor afwikke
ling van de z.g. Verwaltungsschade is
een bedrag van 8 min. vermeld-
De in 1959 te verwachten uitgaven, ver
band houdende met de watersnood, zullen
met de nog uit voorgaande jaren beschik-
toegezegde voorschotten ën voor een ge
deelte van de in 1959 te verlenen voor
schotten is een bedrag van 670 min. ge
raamd.
De uitgavenvoortvloeiende uil de ga-
De begroting van het Ministerie van
Financiën voorziet voorts in de aanmun- bare gelden worden gefinancierd.
De sanering is nog niet doorgegaan,
Voor 1959 beloopt het nadelig saldo van
de Gehele Dienst 1487 miljoen (zie hier
boven). Dan is rekening gehouden met
110 miljoen inkomsten uit verlenging
van de tijdelijke verhogingen van indi
recte belastingen. Op kasbasis komen daar
nog 65 miljoen inkomsten bij uit het
verlengen van de tijdelijke verhogingen
van directe belastingen. Dit houdt ver
band met het feit, dat de ontvangsten van
de vennootschapsbelasting voor de begro
ting 1959 betrekking hebben op de win
sten van het boekjaar 1958, resp. 1957/53,
In 1959 zullen echter al kasontvangsten
binnenkomen, welke betrekking hebben
op de voorlopige aanslagen over de winst
1959 err" 1958/59.
Tenslotte zou er dus voor 1959 een bud
gettair kastekort van 1422 miljoen res
teren 1487 miljoen volgens de begro
ting minus 65 miljoen kasbate uit ver
lenging der tijdelijke verhogingen directe
belastingen). Uit de voorinschrijfrekenin
gen zouden beschikbaar komen aan lenin
gen 425 miljoen (inclusief 198 miljoen
welke verband houden met de uitgestelde
sanering van het Alg. Burg. Pensioenfonds
en Spoorwegpens-ioenf.), en 50 min
leningen van Grootboek Woningverbete
ring. Dan blijft nog 947 min. kastekort
over. Een bedrag van circa 150 min. wil
men vinden door afschaffing van consu
mentensubsidies op melk 110 miljoen)
plus blijkbaar nog enkele postjes, of in
geval de melksubsidies gehandhaafd blij
ven, door een nader te bepalen dekking.
Dat laatste zal dan o.i. uitgavenverlaging
elders en in geen geval belastingverhoging
mogen zijn. Er zou dan nog 800 miljoen
gevonden moeten worden, hetgeen de mi
nister wil doen door het opnemen van
leningen op de open kapitaalmarkt
Volgens Hofstra behoeven de lagere pu
bliekrechtelijke lichamen in 1959 minder te
lenen omdat de staat alle woningwetbouw
via de begroting financiert. (Dat is 410
miljoen meer dan in de vermoedelijke
met zich mee dat de sanering van de
financiële positie der gemeenten door
middel van consolidatie op de lange
baan wordt geschoven. De vlottende schuld
■is nog steeds ongeveer J 1,1 miljard hoger
dan volgens de door de regering zelf ge
stelde normen geoorloofd is. Voorts was
de vlottende schuld per 30 juni 1958 nog
hoger dan per 30 juni 1957. De sanering
van de gemeentefinanciën wordt opgeof
ferd aan de prioriteit van de woning
bouw.
Er is meer dat voor de woningbouw
moet wijken, t.w. de particuliere sector,
die geen belastingverlaging krijgt. Hof
stra veronderstelt dat de investeringen
van de lagere publiekrechtelijke lichamen
en van hun bedrijven en de uitgaven van
de Centrale Overheid in 1959 zullen stij
gen, doch van de particuliere investerin
gen veronderstelt hij zulks niet. Zou er
wel een opleving komen ip de investerin
gen van de particuliere sector, dan zal
deze meer middelen van de kapitaalmarkt
eisen. Voorts zal de particuliere sector
(vennootschappen cn firma's) dan de aan
de gemeenten of Bank v. Ned. Gemeen
ten verstrekte kasgeldleningen gaan op
vragen. Dan zullen de gemeenten weer
moeten terugvallen op het rijk (via de
Bank v. Ned. Gemeenten) en het rijk
heeft geen cent en zal moeten terugval
len op geldschepping.
Komt er een opleving van enige beteke
nis dan dreigt voor 1959 een inflatoire
financiering. Die dreiging kan ook van
andere kant komen. Indien het rijk niet
voldoende kan lenen op de kapitaalmarkt,
of indien het nadelig saldo van de begro
ting 1959 zou toenemen door verdere uit
gavenstijging of inkomstenvermiindering.
Het grote woningbouwprogramma zal
dus in 1959 niet te verenigen zijn met een
toeneming van de investeringen van het
bedrijfsleven, waardoor het niet mogelijk
zal zijn de basis te leggen voor vergro
ting van de toekomstige werkgelegenheid.
Dat is de lelijke keerzijde van het am
bitieuze woningbouwprogramma.
Bij de belastingramingen is voor 1959
weer uitgegaan van een gematigde expan
sie van de Nederlandse volkshuishouding,
iets dat voor 1958 een misrekening bleek
te zijn.
De prijssubsidies zijn een enorme last
voor de begroting. Zij eisen in totaal voor
1959 948 miljoen (v.j. 917 miljoen), waar
van 381 (v.j. 328 miljoen) huursubsidies,
457 (v.j. 498) miljoen producentensubsi
dies van het L.E.F. en 110 (v.j. 91) mil
joen consumentensubsidies van. het L.E.F.
Laten wij hopen dat het door de S.E.R.
uit te brengen advies een goede oplossing
brengt, die in de praktijk zal worden ge
bracht. Dat wordt hoog tijd. Er zal voor
moeten worden zorg gedragen dat indien
er ruimte komt voor verhoging van de
lonen, deze ruimte in de eerste plaats
wordt aangewend tot verlaging of afschaf
fing der subsidies en niet tot verhoging
in vormen de ondersteuningen via de
gemeenten op grond van de Regeling hulp
verlenging gerepatrieerden. en de vergoe
dingen aan de contractpensions ten be
drage van resp. ca. 30 min. en ca. 26
min. Aangenomen is, dat dc uitgaven
voortvloeiende uit bet verblijf in Neder
land van Ambonnczcn ongewijigd zullen
blijven.
De lagere raming voor de uitgaven met
betrekking tot de ondersteuning, medische
verzorging e.d. en overtochtskosten van de
nog in Indonesië vertoevende Nederlan
ders is voornamelijk toe te schrijven aan
het als gevolg van de Tocslagwet Indone
sische pensioenen 1956 vervallen van de
inhaal over de jaren 1956 en 1957 (ver
laging 57,6 min.), het beëindigen van
de uitbetaling van het Japanse smarte-
geld en een aanmerkelijke vermindering
van de uitgaven ter zake van de voorzie
ningen voor Nederlanders in Indonesië en
de overtochten op rijksvoorschotbasis voor
deze groep van Nederlanders.
Een wetsontwerp tot sanering van het i
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds enj
het Spoorwegpensioenfonds zal spoedig bij
dc Staten-Generaal worden ingediend. Het
Is de bedoeling, dat het rijk het actua
riële tekort dezer fondsen als schuld er
kent cn daarover jaarlijks een rente aan
dc fondsen zal betalen. Uitgaande van het
tekort op dc laatste wetenschappelijke ba
lansen van beide fondsen zal deze rente
betaling jaarlijks rond f 123 min. vergen
(respectievelijk 117 en 5,5 min.)
De regering overweegt voorts het bij-
dragepercentage voor het A.B.P- dat thans
16,1 bedraagt, te verhogen tot 21. De kos
ten van deze premieverhoging worden voor
het Rijk op een additionele f 60 min. per
jaar geschat. Voor de Staatsbedrijven ko
men zij neer op f 14,5 min. waarvoor
zij geen beroep op de algemene middelen
kunnen doen. -
Het ligt in de bedoeling om ter bestrij
ding van de lastenverzwaring voor de la
gere publiekrechtelijke lichamen de per
centages van de aandelen van het Provin
ciefonds en van het Gemeentefonds in de
daarvoor aangewezen rijksbelastingen te
verhogen, waardoor de netto-inkomsten
van het Rijk met 15 min. per jaar
zullen verminderen. Voor de gemeente
lijke en provinciale bedrijven en de overi
ge diensten worden ter compensatie van
de lastenverhoging geen algemene mid
delen ter beschikking gesteld
de ondersteuningen via de j betaald, terwijl verzorging en re
patriëring 98 miljoen vereisten.
Overige uitgaven beliepen ten
slotte 82 miljoen.
Voor 1959 worden de budgettaire uitga
ven inzake Indonesië gesteld op 312
miljoen. Dit bedrag is als volgt verdeeld:
150 miljoen pensioenen- en garantie
uitkeringen, 75 miljoen verzorging en
repatriëring en 87 miljoen overige pos
ten.
Onderstaand staatje geeft van het ver
loop der cijfers een overzicht.
Budgettaire uitgaven m.b.t. Indonesië 1)
Pens. Verzorg, en
en gar.- cn repatr. Overige Totaal
11 37 48
26 52 78
36 33 69
1953
31
31
92
1954
40
31
71
1955
51
39
90
1956
72
54
44
170
1957
79
54
65
198
1958
203
98
82
383
1959
150
75
.87
312
Jaar
1950
1951
1952
1) Incl.usief derving van n iet-bel asting-
middelen.
Het stijgende verloop van de post pen
sioenen en garantieuitkeringen is een ge
volg van: a. de toeneming van het aan
tal uitkeringsgerechtigden; b. het Indo
nesische besluit van 1956 om buiten In
donesië slechts tot de tegenwaarde van
het rupiahbedrag uit t» betalen; c. de
stopzetting door Indonesië eind 1957 van
alle uitbetalingen; en d. de sanering in
1958 van de Indonesische pensioenen. De
hoge top van de uitgaven in 1958 voor
verzorging en repatriëring is een onmid
dellijk gevolg van de anti-Nederlandse
acties van eind 1957.
De „overige" uitgaven hebben betrek
king op de door het rijk aangegane ga
rantieverplichtingen voor rente en aflos
sing van Indonesische schulden en d«
derving van rente op de eertijds door Ne
derland verstrekte 3 pet. Indonesische
lening 1962/1964 alsmede sinds eind 1957
de derving van rente en aflossingen op
het in 1950 aan Indonesië verstrekte kre
diet van 280 miljoen.
In totaal maken de onderhavige bud
gettaire lasten in 1958 en 1959 gemiddeld
1 pet. van het nationale inkomen uit.
ONTWIKKELING VAN ONZE NATIONALE
SCHULD SINDS 1948
Totaal binnen-enbuitm
Totaal buiterl schuld
x lOOOmilpengultlPn
V- K "I»»|-I aiv/»» IUV I xa vwa. J«vmj v. i ouwiuipo «ia* mei i'/p vm
UGT, een .beiangnjK deel Kan cut zodat de ƒ159 miljoen als financierings- 'inkomsten van 1938). Dit standpunt brengt van de consumptieve bestedingen,
In de Miljoenennota 1958 werd het bud
gettaire kastekort voor 1957 op grond van
de toen beschikbare gegevens geraamd op
globaal 725 min.; in werkelijkheid beliep
het 835 min.
Dit verschil vindt zijn verklaring in de
recente inzichten wordt thans gerekend eerste plaats in de liquiditeitsvoorschot-
Het budgettaire kastekort voor 1958
werd in de vorige Miljoenennota ge
raamd op 405 min. Op grond van meer
met een tekort in dc orde van grootte
van 600 min. De belastingontvangsten
worden lager geraamd, aangezien de ex
pansie van dc volkshuishouding, waarme
de bij de raming rekening was gchonden,
is uitgebleven. Aan de uitgavenzijde doet
zich een aantal nieuwe verplichtingen
voor.
Zo wordt er thans rekemng gehouden
met additionele betalingen in verband met
de repatriëring uit Indonesië, het niet
transfereren van Indonesische pensioenen
en de maatregelen ten behoeve van de
werkverruiming. Verscheidene begrotings
betalingen zullen voorts de ramingen te
boven gaan; dit geldt vooral voor de uit
gaven ten behoeve van het L-E.F. met
het oog op voorschotbetalingen op de
meikprijstoeslag.
Hiertegenover staat echter de terugbe
taling op de liquiditeitsvoorschotten wel
ke in 1957 door de Bank voor Ned. Ge
meenten werden opaenomen. Bovendien
komt er f 160 min. vrij, nu de sanering
van de hiervoor genóemde pensioenfond
sen niet vóór 1959 haar beslag zal krijgen.
ten die tot een bedrag van f 533 min.
werden verstrekt aan de Bank voor Ned.
Gemeenten. Deze betalingen waren niet
in de prognose begrepen; slechts was er
gewezen op een mogelijke toeneming van
het kasdeficit uit dezen hoofde. Daar an
derzijds de sanering van het Algemeen
Burgerlijk Pensioenfonds cn het Spoorweg
pensioenfonds nog niet tot, stand kwam,
bleef ook de hiervoor èeraamde bijdra
ge ad f 260 min. achterwege.
Voor het overige kan het verschil tus
sen prognose en realisatie worden toege
schreven aan het bij de raming ten achter
blijven van de overige begrotingsbetalin
gen, terwijl voorts de ontvangsten, vooral
aan niet-belastingmiddelen, gunstiger wa.
ren dan destijds werd voorzien.
De voornaamste dekkingsmiddelen wa
ren: de mutaties in de voorinschrijfreke
ningen 274 min-), overboeking van te-
genwaardegelden 364 min.) en schat
kistpapier 227 min.). Van de post schat
kistpapier heeft 100 min. betrekking
op de omzetting van een overeenkomstig
bedrag van de boekschuld bij de Ncder-
landsche Bank.
In de periode 30 juni 195730 jnni
1958 is de nationale schuld voor het
eerst sinds tal van jaren toegenomen
en wel met f 186 min. Hiervan heeft
23 min. betrekking op de binnen
landse schuld en f 163 min. op de
buitenlandse schuld. De totale staats
schuld bedroeg per ultimo juni 1958
18.437 min.
De gevestigde binnenlandse schuld
daalde met 268 min. Deze daling
werd veroorzaakt door verplichte
delging tot een bedrag van 225 min-
en doordat ter voldoening van belas
tingaanslagen staatsschuld in beta
ling werd gegeven tot een bedrag
van 41 min., terwijl voorts door
koerswijziging van de dollar de te
genwaarde van de 3% dollarlening
1947 f 2 min. lager is gesteld.
Het bddrag aan schatkistpapier in
omloop steeg met 653 min. tot
3.659 min. Deze stijging was voor
f 229 min. het gevolg van extra plaat
sing van schatkistpapier door de
schatkist; tot een bedrag van 423
min. vloeide zij voort uit het feit.
dat de Ned. Bank uit haar portefeuil"
lp schatkistpromessen verkocht ten
einde te voldoen aan de gestegen be
hoefte aan beleggingsmateriaal op de
geldmarkt.
De boekschuld aan de Ned. Bank
ingevolge de overeenkomst van 2®
februari 1947, waarbij de Ned. Bank
haar R.M.-bezit aan de Staat over
droeg, bestaat thans niet meer. Op 3"
juni 1957 beliep zij nog f 200 ml1)-
Nadat daarop 100 min. was afgelost'
werd het restant omgezet in schat
kistpapier. De boekschuld van °e
Staat aan de Ned. Bank was oor
spronkelijk f 1.500 min.
De mutaties in de overige
van de binnenlandse nationale schul»
resulteerden per saldo in een stijgih»
van 162 min.
Op de gevestigde buitenland'
schuld is in meergenoemde period
90 min. verplicht afgelost. Voorts >-
door koerswijziging van verscheiden®
valuta's de tegenwaarde van oez
schuld met f 8 min. afgenomen-
Daarentegen werd bij het Internatio
naal Monetair Fonds een bedrag va^
261 min. aan vreemde valuta op
genomen.
30 Juni 30 iof
1957 19SÏ
(xf 1 miljoen)
Binnenlandse schuld 16.376 16'nÜ|i
Buitenlandse schuld 1.875 2
Totaal
18.251
18.437