I
K
1
I
Des. R. C. A.,
visitekaartje van een jong
mode-ontwerper
Nu het schooljaar
begonnen is
OUDERRUBRIEK
VOGELTJE KOPEN
TRAIT AL
VERKOOPSTER IN EEN WARENHUIS,
DE FRANSE VROUW
^terd
moeilijk vak
vol afwisseling
ÜS
zoals de vreemdeling haar niet kent
aQ^ordt U gekweld
OKTOBER 1958
Salarissen met vijf cijfers
Kijkje in Amerika
toaad Dat was dan ook de bedoeling,
tien jaar geleden de vroegere
ode-journaliste Madge Garland als
Fste „mode-professor" ter wereld
v.. a-r intrek nam in het grote Victo-
Stokpaardje van Darwin
/n Zijn voor ouders van school
gaande kinderen bijzonder in
teressante en boeiende boek
„De schooljaren onzer kinderen",
citeert professor Waterink een paar
kostelijke briefjes, geschreven door
ouders aan het hoofd van de school.
Ik heb de letterlijke tekst niet bij
de hand, maar de inhoud komt on
geveer op het volgende neer.
«J. C. van Lieshout zoon n.v.
COMPLETE WONINGINRICHTING
Roos verdwijnt met
anti-roos
Vraag TRAITAL 3
„Juffrouw, juffrouw! Word ik
nu nog geholpen of niet? Ik sta al
een hele poos te wachten". Onge
duldig graait een dame in de rek
ken met japonnen. Ze haalt er
een uit, houdt hem voor en hangt
hem slordig in het rek terug.
Opleiding
V oorvallen
mmm
Verkoopster in een groot warenhuis.... veel leren.... hard werken.... en altijd
vriendelijk zijn.
Meisjes, maar ook jongens, hebben hoedenm aken als hun voornaamste bijvak gekozen.
IN LONDEN woont Mariana Wal-
^nberg. Zij is twintig jaar en heeft al
en jaar van hard werken achter de
pg in het Parijse modehuis Dior. Nu
6kijkt ze de mode van het Britse
'andpunt en als ze dat onder de knie
peft blijft ze nog een tijdje in Enge
rd werken. Daarna gaat zij terug
?aar Zweden (Mariana komt uit Göte-
Prg) waar al een baan op haar ligt te
jachten: mode-adviseuse voor een
t°ot winkelbedrijf. Mariana Wallen-
is niet de enige die zo een mode-
j Pbaan voorbereidt. Maar wel hoor-
•j ?-ij tot de tien bevoorrechten die bij
7 ^egin van haar studiejaar na een
OT1 tnPPplfltfill tOt
®ar tentamen werden toegelaten tot
h6 School of Fashion Design van het
?°Val College of Art, die zijn geslaag-
„6tl met een soort van universitaire
Vaad de wereld instuurt. Meestal zijn
h
et
Engelse jongens en meisjes, die
'jl?ar studeren, maar dit jaar kreeg
^ariana gezelschap van de 29-jaar
rjUf'e Poolse mevrouw Mirecka, die
parvoor al aan een andere Londense
'-'astacademie had gestudeerd. Als
Vprouw Mirecka's studie helemaal
jjC"ter de rug is, gaat zij terug nrar
®len. Daar hoopt zij zich als mode-
itwerpster te kunnen vestigen
de tien jaar dat de School cf
Vshion Design nu bestaat, hebben
huwelijks zeventig studenten het
aht gekregen om als glorieus besluit
j? hun ploeteren de letters „Des
op hun visitekaartje te laten
"kken. Een magische lettercombina-
I? die heel wat deuren opent, want
ook het bedenken van accessoires
maakt deel uit van de modeweten
schap. En voor de eerstejaars studen
ten is het ontwerpen van schoenen
zelfs verplicht, omdat niemand minder
dan de bekende kunstschilder Robert
Darwin, die de leiding heeft over het
alles overkoepelende Royal Colleve of
Art, het stokpaardje berijdt, dat een
goed mode-ontwerper kijk moet heb
ben op de schoen, die een bepaald
kledingontwerp het best tot zijn recht
laat komen.
Juist de mode van het ogenblik,
waarin hoge hakken de door korte
rokken en een hoge taillelijn gecre-
eerde lange benen nog eens extra be
nadrukken, schijnt erop berekend te
zijn die stelling van professor Darwin
te onderstrepen. Wat overigens niet
wegneemt, dat studie van kunstge
schiedenis en het maken van knippa
tronen een minstens even grote rol
spelen. Later leren de studenten dan
nog het nodige over die prozaïsche
dingen als inkoop van stoffen en fa
bricagetechniek, waarvan de kennis in
de praktijk nu eenmaal onvermijdelijk
is. Om diezelfde reden moeten zij ock
bij het ontwerpen van hun eigen mo
dellen telkens uitgaan van een vooraf
aangegeven prijs, zoals dat in de ont
werp ateliers van de confectie even
eens het geval is.
Gelukkig staan tegenover dat alles
heel veel prettige dingen. Elk jaar or
ganiseren de studenten hun eigen
modeshow, waar de bekende figuren
uit de mode-industrie naarstig speu
ren naar nieuw talent. En op hun
beurt zijn zij geregeld gasten op de
modeshows van confectie en haute
couture die in een stad als Londen aan
de lopende band worden gehouden
Tweemaal per jaar mogen de besten
onder de hoede van professor Ironside
zelfs mee naar Parijs, endank zij de
giften en gaven uit de industrie heb
ben al heel wat van deze jongelui
eveneens een kijkje kunnen nemen in
de Italiaanse en Amerikaanse mode
huizen.
Maar aan het eind van dat alles
lokken toch vooral die letters. Designer
Royal College of Art Ontwerper
van de Koninklijke Kunstacademie.
Letters, die meer omvatten dan de er
kenning, dat de rechthebbende daarop
wel eens een aardig ontwerpje heeft
gemaakt. Zij betekenen, zoals profes
sor Ironside het bij ons laatste bezoek
formuleerde, „dat deze jongelui vol
komen vertrouwd zijn met alle nogal
ingewikkelde kanten van de mode-in
dustrie. Zulke ontwerpers zijn voor
iedere fabrikant goud waard
W. IC.
*ij
staat gelijk met een universitaire
j>aahse huis achter de Royal Albert
(jj 't in Zuid-Kensington. De studenten
h® 7-ich meldden moesten al een.be-
l).?rlijke vooropleiding achter de rug
bj. en- De School of Fashion Design
(j 5cht ze daarna naar de top en met
a(,, hiagische letters „Des. R.C.A."
k ter hun naam komen zij al gauw
Vjjde categorie van salarissen die met
cijfers worden geschreven.
Professor Janey Ironside, de echt-
(JipOte van een bekend kunstschilder,
leiding van deze mode-hoge-
t^0 01 overnam toen Madge Garland
jaar geleden door haar huwelijk
beöy Ashton werd, heeft eens glorieus
eerd. dat de studie voor mode-
'Werper bijna even lang duurt als
rJ van arts. Toekomstige medicijn-
hnen zullen dat natuurlijk onWen-
V3 fnaar in de comb'natie met hun
h-ichte vooropleiding komen de
dJ^ners R.C.A. al een heel eind. Zij
dan wel aardig kunnen teke-
tje eh zo af en toe het originele idee-
tijp.^'cggeven zonder hetwelk de mode
Zij ^?6ven kan, het is ook een feit, dat
ttjri waard zijn in de harde prak-
^an de mode-industrie als zij niet
do0 volkomen alle geheimen hebben
lv6rr^r°nd van dit nogal ingewikkelde
Of
ook al daarom, dat de School
Is al uaaium, uat uc i
vas, ashion Design geen korps van
Wil eri eraren kent. Als men iets weten
Uit Vi moet het een antwoord zijn
Praktijk en alle lessen worden
Vf0 0rn gegeven door mannen en
®et) Wen hie op een of andere manier
vooraanstaande plaats hebben in
alle^L°dewereld. Dat hoeven dan niet
kledingontwerpers te zijn, want
Tr?VWDiitamatt<¥k, spW. ischias, hoofd- en
g fjp?n, ne«mt dan Uw toevlucht tot
tuf* fai„„ hUddel dat kan baten, waar an-
F,p ar gehn U dus niet langer kwellen,
ktvA onclü Tog'-l. Togal zuivert de nieren
"hyw/schadelijk voor hart en maag Bij
drogist f 0.95, i 2.40 en f 8.88.
ER ZIJN van die in
gewortelde vooroordelen
die nooit verdwijnen. De
opinie die de vreemde
lingen omtrent de Fran-
gaises koesteren zijn zo
ingeroest dat het haast
onbegonnen werk is ze
van idee te doen veran
deren.
De Frang'aises zijn fri
vool, ze denken alleen
maar aan plezier maken,
zich opd. ff°n met
schmink zoals een eer
baar Hollands huisvader
laatst verontwaardigd
zei zonder er zich reken
schap van te geven dat
zijn bloedeigen dochter
ook de attributen voor
dit laatste in haar tasje
meedroeg.
,,'t Zijn geen huisvrou
wen," beweerde zijn
vrouw, die echter nooit
een stap In een Parijs
appartement had gezet;
„ze zijn helemaal niet
naar de mode gekleed,"
zei de in een zakjurk ge
hulde dochter.
Om kort te gaan; er
bleef niet veel over dat
ten gunste van de Fran
gaises sprak. Die menin
gen weerleggen is nage
noeg altijd onbegonnen
werk, de meeste vreem
delingen en zeer zeker
de Hollanders zijn zo
overtuigd van hun eigen
deugd en degelijkheid,
dat ze eenvoudig niet ac
cepteren, dat een ander
volk daar ook nog wel
wat van heeft, al mani
festeren de mensen het
op een andere manier.
EN TOCH, de Fran
gaise uit de bourgeoisie
heeft in huis veel meer
te doen dan de Holland
se die op hetzelfde maat
schappelijke niveau
staat. Iedere dag weer
moet ze al haar bood
schappen halen, twee
keer per dag warm eten
koken, wassen en strij
ken. Dit laatste omdat
de was buitenshuis en
het strijken hier nu
haast niet meer te be
talen zijn en ze boven
dien haar mooie onder
goed niet aan anderen
toevertrouwt. Het nylon
is hier nog lang niet al
gemeen en de vrouwen
die 's avonds steekje na
steekje zelf haar lingerie
naaien zijn nog in de
meerderheid. Bovendien
neemt het aantal bui
tenshuis werkende vrou
wen in de bourgeoisie
steeds toe, niet zo zeer in
de provincie, maar -wel
in Parijs. Ze heeft dan
een dubbele taak te ver
vullen, want ze begint
aan het huishoudelijk
werk zodra ze na haar
dagtaak op bureau of
anderszins thuis komt.
In tegenstelling met
Holland, waar de meis
jes als ze trouwen in de
regel haar arbeid bui
tenshuis opgeven, kan de
Frangaise daar maar
moeilijk toe komen, ten
minste als het werk ook
maar enigszins interes
sant' of financieel de
moeite waard is. Dit
geldt natuurlijk weinig
voor gezinnen die zich
snel uitbreiden. Daar
blijft de moeder thuis
tot de kinderen allen
naar school gaan, maar
heel dikwijls zoekt zij
zich dan weer een baan.
Het uithoudingsvermo
gen dat die vrouwen be
zitten is grenzeloos, al
blijven de kinderen
meestal op school tussen
12 en 2 uur, waar ze voor
een klein bedrag een
goede warme maaltijd
kunnen krijgen en ko
men ze eerst na 6 uur
thuis, omdat ze onder
toezicht op school een
gedeelte van hun huil
werk doen, toch blijft er
genoeg voor haar te
doen. En dat is het
merkwaardige, nagenoeg
geen enkele vrouw
klaagt en ze legt een
steeds onverflauwde be
langstelling aan de dag
voor al wat man en kin
deren betreft. Is ze moe,
dan is dit toch haast niet
merkbaar, want ze stelt
er een eer in het middel
punt van het gezin te
zijn. Een Franse vrouw
is geen moeite te veel
om man en kinderen te
verwennen en wij, nuch
tere Hollanders, vinden
dat wel eens o >erdre"en
en menen dat wat rust
ons ook nu en dan toe-
komt.
HOE DE Frangaise dit
klaarspeelt: zich met
haar gezin te bemoeien,
het huis schoon te hou
den, de was te doen, bui
tenshuis te v/erken, kwn
geen vreemdeling be
grijpen. Het vale alleen
te verklaren door de
vaste wil van haar hu
welijk geen sleurhuwe-
'i.ik te maken Dat is
misschien de ondergrond
van die niet te remmen
energie die ze in de eer
ste twintig, dertig jaar
van haar trouwen aan
de dag legt. Frivoliteit
en lichtzinnigheid zijn
ver te zoeken, maar vou-
veel vreemdelingen is
een vrouw die er niet
als een huissloof uitziet
geen degelijke huis
vrouw en zorgzame rroe-
de*
DINY K.—Wi
Nummer één: „Geachte heer. Van
Jan heb ik vernomen dat hij deze
week van zijn onderwijzer geduren
de de les tien minuten naast zijn
bank heeft moeten staan omdat hij
zijn buurman met zijn pen zou heb
ben geprikt. Natuurlijk weet ik, dat
mijn zoon niet volmaakt is, maar ik
moet u dringend verzoeken, zijn op
voeding aan mij over te laten. Wil
dus zo goed zijn, de onderwijzer op
dracht te geven, zich alleen met het
leren van Jan te bemoeien en van
zijn eventuele wangedragingen mij
op de hoogte te stellen. Voor cor
rectie zal worden gezorgd. Hoog
achtend, enz."
Nummer twee: „Geachte Heer.
Van de juffrouw van Mientje kre
gen mijn vrouw en ik een briefje,
dat zij op school zo brutaal en
eigengereid is, en of wij haar daar-
over eens willen onderhouden en
haar op het onbetamelijke van haar
gedrag willen wijzen. Wij zijn het
daar niet mee eens. Mientje is bij
u op school en wij rekenen erop,
dat u voor alles zorgt. Wij hebben
al genoeg aan ons hoofd om nog
met briefjes geplaagd te worden
ook. En mijn vrouw krijgt er maar
de zenuwen van. Hoogachtend, enz."
Ik weet niet of de hooggeleerde
voor deze briefjes een greep in zijn
documentaire klapper gedaan heeft
of in het. arsenaal van zijn vrucht
bare fantasie. Hoe dit probleem
ook ligt, in ieder geval illustreert
hij hier op een niet ongeestige ma
nier de twee uitersten in de hou
ding, die ouders tegenover de school
kunnen innemen. En hoewel de
lezers van dit blad en van deze ru
briek wel niet zo gauw tot een van
deze uitersten zullen vervallen, kan
het scherpe contrast misschien toch
wel een geschikte aanleiding zijn
om ons eens wat nader te verdie
pen in de verhouding die er moet
bestaan tussen de opvoeding thuis
en de opvoeding op school.
Wij zullen daarbij vooral aan
dacht schenken aan wat de ouders
in dezen kunnen doen. Niet natuur
lijk omdat de rol van de school in
dit samenspel onbelangrijk zou zijn,
allerminst, maar omdat wij school
mensen maar al te vaak zo heel
concreet en tastbaar ervaren van
hoeveel belang voor het slagen van
ons werk en dus ook voor het
slagen van de kinderen het is,
hoe het gezin tegenover de school
en het schoolleven der kinderen
staat. Is er werkelijke belangstelling
voor wat de school met het kind
wil bereiken? Is er begrip voor wat
de school verlangen en eisen moet?
Is er inzicht hoe men de kinderen
helpen moet, hun schoolmoeilijk-
heden te overwinnen? Wat ver
wacht men eigenlijk precies van de
school? Wat kan men wel en wat
niet van haar verlangen? Hoe kan
men effectief meewerken om de
schoolresultaten te bevorderen? Al
lemaal factoren waarvan de school
prestaties der kinderen en niet
te vergeten hun vorming als
mens via het onderwijs in belang
rijke mate afhankelijk is.
Ongetwijfeld is het waar, dat ge
zin en school ieder hun eigen aard
hebben en hun geheel eigen typische
bijdrage aan de opvoeding leveren.
Gezinsopvoeding en schoolopvoe-
ding zijn elk anders gericht en ken
nen hun typisch eigen aanpak. Zo
gezien hebben zij elk hun eigen zelf
standigheid en moeten eigen wegen
gaan. Maar het is één en hetzelfde
kind, dat het trefpunt is van beider
bemoeiingen. Daarom is, bij alle
verscheidenheid, een onderling af
stemmen op elkaar noodzakelijk.
Daarbij is de rol van de ouders ook
hierom zo belangrijk, omdat prak
tisch altijd het gezinsleven de groot
ste invloed en trekkracht uitoefent,
volkomen begrijpelijk en voor de
hand liggend. Dit moge voldoende
motivering zijn dat wij bij onze be
schouwingen over het samenspel
tussen ouders en school het zwaar
tepunt bij de ouders zullen leggen.
Wij hopen erin te zullen slagen
enige voorlichting te geven, waar
van uiteindelijk onze kinderen tij
dens hun schooljaren het meeste
zullen profiteren. En om de kinde
ren is het tenslotte begonnen.
E. PELOSI, S.J.
toonkamers a>atkene»»erlaan 247 tel. 33846 - 34329
Es kam ein Vogel geflogen.
Maar zó ging het niet bij ons. Wij
moesten naar de dierenhande
laar.
Al weken lang hadden de kinderen
voor de ruiten van de beestenwinkel
gestaan. Stel je voor: een winkel waar
je dieren kan kopen. In de hygiënische
moderne flatwijk, waaruit we pas ver
huisd waren, hadden ze die nog nooit
gezien.
Er kon geen boodschap gedaan wor
den of er werd een kleine pelgrimage
gemaakt. Met zijn allen stonden v/e
dan voor de etalage, waarin kleine
hondjes lagen te rollen in de hout
krullen,donzige poezeballen met wijd
open muiltjes zaten te gapen En zie
je wel mamma, zeiden de kleine scha
vuiten me meetronend naar de hoek,
waar in een kooi een wemelende hoop
witte muizen op draaimolentjes aan
't spelemeien waren leuk hè wel
wetend hoe ik met moeite mijn griezel
verborg. Iedere keer was er trouwens
een verrassing: de ene dag zat er een
eigenwijze papegaai, en warempel, wc
troffen ook eens een aap, die er maar
koud 'en bibberig uitzag.
De winkel moest echter nog meer
geneugten bevatten dan die we in de
etalage te zien kregen. Want uit zijn
binnenste diepte, die donker was als
een aquarium, kwam een geluid op
als uit een kwinkelerend bos op een
vroege zomermorgen.
Er zitten er wel duizend zei
er een.
En ik vraag een vogel op mijn
verjaardag zei de oudste jongen.
Het moest een parkiet zijn. Wist u
dat je die kan leren praten? Althans
uit de kinderverhalen begreep ik, dat
een parkiet, mits goed aangepakt, kan
wedijveren met een papegaai en de
zoete tamheid van een duif kan be
reiken.
Als stadsmens met op het gebied
van de fauna geen enkele ervaring
(Advertentie)
Triital 3 bevat het pas-ontdekte apelium met
de sterke van roos bevrijdende eigenschappen.
Na 6 wekelijkse haarwassingen is de roos verdwenen.
Haastig komt de verkoopster aan
lopen, en vraagt waarmee ze de klant
van dienst kan zijn: Mevrouw wil een
jurk.
Na drie kwartier passen, waarbij
de verkoopster almaar nieuwe ja
ponnetjes aanzeult, komt ze tot een
keus. Tenminste er is een jurk
bij die haar wel bevalt. Ze wil ech
ter eerst nog eens verder gaan kij
ken. Een paar uur later komt ze te
rug en hoort dat de jurk verkocht
is, waarna de verkoopster een hele
boel akelige dingen te horen krijgt.
Tenslotte wordt afgesproken, dat
de verkoopster bij de filialen zal vra
gen of de betreffende jurk nog aan
wezig is. Mevrouw zal bericht thuis
krijgen.
Met een verontwaardigd gezicht
vertrekt de dame, uitgeleide gedaan
door een vriendelijk glimlachende
verkoopster. Even later helpt ze weer
even vriendelijk en beleefd de vol
gende klant.
Dit staaltje maakten wij mee op
de japonnenafdeling van een groot
warenhuis in Rotterdam. Wij zagen
nog meer: hoe een groepje kantoor
meisjes stond te graaien in de rekken
vol tule cocktailjurkjes, zodat een
grote scheur in het tule het resultaat
was; hoe een dame zó woest in een
rek mantels greep, dat er een paar
op de grond gleden, die zij echter met
een hooghartig gezicht door een ver
koopster liet oprapen, en hoe ze
daarna doorliep.
Wij zagen echter ook, hoe een me
vrouw, die een jurk kwam afhalen,
die bijna helemaal vermaakt was,
aan de verkoopster, die haar had ge
holpen, een heel fijn batisten zak
doekje wilde geven.
En tenslotte zagen wij, hoe beleefd
en opgeruimd de verkoopsters steeds
weer de vaak lastige klanten hielpen.
Men wordt dan ook niet zó maar
verkoopster. Er zit een hele oplei
ding aan vast. Voor de jonge meis
jes, die graag in dit vak willen, is
de vereiste vooropleiding huishoud
school, nijverheids- en industrie
school. In het warenhuis, waar wij
ons licht opstaken, wordt aan de op
leiding voor verkoopster grote aan
dacht besteed. De meisjes krijgen
onder hun werktijd een cursus van
twee jaar. Dan leren zij verkoopkun-
de, warenkennis, administratis en
houdingsgymnastiek. Verder krijgen
ze rekenles, taal- en spraakles.
Aan het einde van die cursus moe
ten zjj een examen doen. Is dat met
goed gevolg afgelegd, dan worden zij
aankomend verkoopster. Dan is er nog
een verdere cursus, die een jaar duurt.
Die cursus bestaat vooral uit oriënte
ring in het bedrijf. Een aankomend
verkoopster kan dan worden bevor
derd tot resp. verkoopster, eerste ver
koopster en cheffin van een afdeling.
Bij die promoties wordt natuurlijk re
kening gehouden met de leeftijd en de
vakdiploma's, die in de vrije tijd ge
haald kunnen worden en niet op de
laatste plaats, met de persoonlijke
kwaliteiten en geschiktheid.
Iedere dag in een warenhuis is
anders, altijd gebeurt er wel iets
raars, leuks of vervelends. Daarover
kan mevrouw W. de Zwart, die de
zer dagen haar 25-jarige jubileum
als verkoopster vierde meepra
ten. Ze werkt op de japonafdeling,
waar zij eerste verkoopster is met
een uitgebreide kring van vaste
klanten.
Lachend vertelde zij een paar voor
valletjes uit haar jarenlange prak
tijk. Bijvoorbeeld van die moeder en
dochter, van wie de laatste een jurk
moest hebben. Had ze een jurk aan
getrokken, dan zakte ze met een uit
gestreken gezicht een stukje door
de knieën. Vervolgens keek ze naar
haar moeder, die dan met een even
uitgestreken gezicht van nee schud
de. De ene japon na de andere werd
aangepast telkens met hetzelfde
ceremoniëel en zonder resultaat.
Tenslotte gaarde mevr. De Zwart
haar moed bij elkaar en vroeg waar
om die dame toch almaar door haar
knieën zakte. Het antwoord„Ik
speel cello en moet dat instrument
tussen mijn knieën houden, en nu
kijken we of de rok daarvoor wel
wijd genoeg is
In het oude gebouw, van het wa
renhuis was de lift vlak naast de pas
kamer, die met gordijnen afgesloten
was. Op een goede dag zag mevrouw
De Zwart hoe een struise boerin,
haar nogal kleine echtgenoot en haar
twee kinderen de paskamer induw
de. Zelf ging ze er ook in en schoof
de gordijnen netjes achter zich dicht.
Toen ze er een tijdje instonden, kon
mevrouw De Zwart haar nieuwsgie
righeid niet langer bedwingen en
ging naar binnen, waar ze verwel
komd werd met de vraag: „Zeg us,
juf mot je hier nog op een knopke
drukken, of gaot die lift vanzelvers
naar beneden?" Mevrouw De Zwart
heeft haar en haar gevolg toen maar
naar de echte lift geholpen-.
Ko
dan zo nu en dan een poes, had ik me
gewoon in de situatie in te werken
De toekomstige huisgenoot moest in
de eerste plaats een onderdak hebben
en daar onze winkel, in een streven
geen branche-vervaging te bedrijven
alleen maar beesten leverde, ging ik
uit op een kooi.
Er moeten in onze wijk veel dieren
liefhebbers wonen. Vrij spoedig stuit
te ik op een etalage waarin kooien
van allerlei slag en afmeting waren
opgesteld. Wat ik buiten echter niet
had kunnen zien, hóórde ik binnen.
Trillers en rollers van hoog tot laag
namen de functie van de winkelbel
over. Er waren hier dus ook vogels,
maar geen die zo maar slordig weg en
door elkaar heen een geluid uit hun
keel laten rollen. Hier werden oefe
ningen gemaakt!
De Vogelhandier keek me een beet
je laatdunkend aan, toen ik hem uit
legde een kooi voor een parkiet te
willen hebben. Zijn vrouw probeerde
me nog van gedachten te veranderen.
Neemt u toch een kanarie! Hoor
eens, dat is zingen. Een parkiet, ach,
die krast.
Lieve hemel, het arme beest, en het
moest nog leren praten ook. Zo, en dit
waren kanaries. Mijn onvakkundig
oog had ze niet herkend. Ik had eigen
lijk door de plechtige stemming een
ogenblik gedacht dat het misschien
nachtegalen waren.
Met de ingepakte kooi sta ik al gauw
weer op straat. Bij deze kanarie-spe
cialisten heb ik weinig sympathie on
dervonden voor de parkiet, maar de
volgende dag ga ik er een kopen in
onze winkel.
Een grote hond, die als een circus
beest op een omgekeerde kist zit, om
geschoren te worden, springt op me
af. De vogels in de kooi langs de muur
beginnen verschrikt te fladderen.
Ik heb kennelijk een ernstige pro
cedure onderbroken.
Wat wenst mevrouw? Mevrouw
wenst een parkiet.
Een fijn beestje, zegt deze Vo-
gelhandler, terwijl ik in een sombere
hoek een terrarium in het oog krijg,
waarin salamanders en zijn dat
geen hagedissen heen en weer,
schieten.
Op een schotel liggen een héle hoop
jonge baby-schildpadden gestapeld.
Het is toch werkelijk een verrukkelij
ke winkel en ik overweeg dat als ik
dit thuis vertel er nieuwe verjaardags
cadeaus van hier betrokken zullen
moeten worden.
Nadat de hond weer op zijn kist ge
commandeerd was, ving de dieren-
mijnheer behendig een parkiet in een
doos met luchtgaten.
Een mannetje, mevrouw. Kernge
zond. Een stukje wittebrood, blaadje
sla en parkietenzaad moeten op het
dagelijks menu staan. Daar houdt hij
het prima bij.
En af en toe een beetje vrij rond
vliegen. Anders blijft hij niet tam.
Dicky hoort nu bij ons.
„Vogeg, mamma," roept de tweeja
rige Sandra nu als de kooi opengaat
en hij rondvliegt in de kinderkamer.
„Vogeg, tsjilpen," héél diep uit haar
woordenvoorraad komt dat moeilijke,
dat eigenlijk bij de mus uit de tuin
hoorde.
's Avonds vertelt zij papa hoe ze
haar handje uitstak. De vogel ging
op haar vinger zitten. En wat deed
hij toen?
Ze steekt haar vinger in haar mond
je. Vogeg deed „hap".
JOHNY v. d. H
■■<8.
SÉ#»;
swal