De naaste toekomst IV Vigst en hoop voor velen: DE TECHNIEK m morgen wereld wording Hel MENU van hel conclaaf Artsen zullen eisen moeten gaan stellen aan de ivoningbouw Alweer: een oude traditie Het gezonde woon- en werkmilieu Behuizing en gezondheid werken op elkaar in Vb Ze is negentien en zegt: Invloed behuizing Plein 1958 spreekt over oorlog en vrede NEDERLANDSE PARTICIPATIE MAATSCHAPPIJ N. ZATERDAG 25 OKTOBER 1958 hliVV..: V ;:J£v ''M P Hoopgevende mogelijkheden W V «.f^a funms Samenwoningen. De onvolwassen mensheid Twee. en een half duizend jaar geleden droomde de grote wijsgeer Plato al van een betere toekomst. Teleurgesteld over de Atheense samenleving, die zijn vereerde leermees ter, de onvergelijkelijke Socrates, ter dood veroordeeld had, schiep hij zich in gedachten een ideale staat. Het Werd zijn omvangrijkste werk, de grote dialoog over „De Republiek", tot op vandaag door ontelbare mensen gelezen on overwogen. Duizend jaar later, in de donkere eeuw van de ondergang van het Romeinse Rijk, beschreef Augustinus de volmaakte samenleving, zoals hij die zich dacht: „De Stad Gods". Evenals Platos dialoog een boek, dat tot de fundamentele Werken van de westerse beschaving is gaan behoren. Weer duizend jaar later, temidden van de sociale woelin gen en de religieuze verwarring van de Reformatie, stelde Thomas More zijn visioen van een gelukkiger samenleving te boek: „Utopia". Het werk zou zijn naam geven aan alle latere pogingen op dit gebied; sinds More noemt men de plannen voor-een ideale samenleving utopieën. mSfU'r v waardeloos We hebben een waardeloze pas toor. Hierbij geeft ze een duw op a en o. Oh. Waarom zegt u oh? Omdat ik niets anders meer weet. Als je gezegd had dat hij nog goed was geweest voor een stille mis door de week, had ik verheugd met je verder kunnen zoeken naar nog enige dingen van waarde aan die pas toor van jou. Ja, maar zo bedoelen we het niet. Oh. Weer oh. Ja het wordt nogal moeilijk met elkaar te praten. Een waardeloze pastoor, een waardeloos feest, een waardeloze school, die vent heeft waardeloze ideeën Ja, maar zo bedoelen we het niet. Wat bedoelen we dan wel? Waardeloos is zonder waarde, zon der zin, zonder betekenis, dient nergens meer voor, as, de inhoud van de vuilniswagen, Russische aandelen. En daar moet nu dus achter: de pas toor, het feest, de school en die vent met die ideeën enz. Ik heb toch al gezegd, we bedoe len het niet zóóóóó. Ze blijft zange rig hangen op zo. Dan moet je het niet zeggen. Ik blijf zangerig hangen op zpggen. We schieten allebei in de lach. Waardeloos is zo ontzettend hele maal niets. Er zitten nog kleurtjes tussen zwart en wit, tussen zo'n peer en waarde loze vent. Je kan je woorden ook wegen met gewichten beneden het kilo, Lieve Liesje zal je het nooit meer zeggen? „Waardeloze schoolmeester"! Dat zei ze natuurlijk omdat ik ze nijdig had gemaakt. Als je nu zelf nog moet bewijzen met hoeveel zin en betekenis je in het leven staat, hoeveel je waard bent, is dan iedereen die jou niets doet, waardeloos, en alles wat je ondervindt als hinder lijk, waardeloos? Waardeloos in een waardeloze uitdrukking. Baaaélen. De Van de grootste figuren uit de tty cbiedenis van de beschaving g van hen horen tot de grootste liij van alle tijden, twee zijn hei- h^erklaard hebben zich bezig ge- koA met bet denken over de toe- van de mensheid, en met hen dA lange reeks van wijsgeren en •'jri U't a^e 'anden en van alle wen- Dit moet ons te denken ge- Jej?' die het woord „utopie" te- tf:wlV0ordig nog slechts geringschat- gebruiken voor onwerkelijke sA^ioën en onvruchtbare hersen- ïi]/}sels. De grootse visioenen van W, Augustinus en More zijn heel anders dan naïeve dromen van jnen d'e niet met de beide benen Scht 81'ond stonden. Toch zijn het Utopieën, want ze beschrijven v,T samenleving, die in de verste niet leek op de bestaande wer- ^•'Ikheid, en die ook vrijwel onbe- l^baar leek. Maar deze mannen n bct rotsvaste vertrouwen, dat Wn aa' de tijd zou komen, waarin ideeën werkelijkheid zouden ttVr, en dat was voor hun lezers ^"b'gend genoeg om deze geschrif- - - ernstig te nemen, ty b onze tijd hebben wij het vertrou- lot lri de toekomst grotendeels ver- ,,i]tT1, en daarom ook heeft het woord i^pbje" voor ons een ongunstige be- itMn's gekregen. Wij zijn veel nuch- lijKer en wij hebben meer werke- tti' T'dszin dan Plato en Augustinus vQO) 0|'ei menen we. Wij zijn wat weiger in onze voorspellingen, zijn bang voor al te hoog ge- ?ijn,tlen verwachtingen. Zou dat waar Dr,2Df steekt er iets anders achter "ouding, iets veel gevaarlijkers j ^ij zelf vermoeden? k omvangrijke studie „De toe- ,st 's verleden tijd" ziet prof. dr. ho0 E. Polak het wegvallen van de l%kv°"e toekomstverwachting als ®evaarlijkste verschijnsel van on wijst Marcel vooral de techniek aan als de grote bedreiging van de mens heid. De mens die zich van de tech niek bedient om de natuur te beheer sen, is dit middel langzamerhand als een doel op zichzelf gaan beschou wen, waaraan hij andere mensen en tenslotte ongemerkt ook zichzelf, on dergeschikt maakt en opoffert. „Van af het ogenblik", zegt Virgil Gheor- ghui in „Het vijfentwintigste uur", „dat de mens teruggebracht wordt tot één dimensie, die van zijn tech- nische-sociale waarde, kan hem van alles gebeuren. Hij kan gearresteerd worden en als dwangarbeider gede porteerd, uitgeroeid, gebruikt voor ik-weet-niet-welke arbeid, voor een vijfjarenplan, voor de verbetering van het ras of voor andere noodza kelijke plannen binnen het kader van de technische maatschappij, en veis gebruik gemaakt wordt van de techniek, wordt de mens er al de slaaf van. In het geestdodende pro- duktieproces wordt hij gedegradeerd tot machine-onderdeel, wiens hande lingen perfect moeten zijn afgestemd op de meester: de machine. En wat krijgt hij in ruil voor zijn vrijheid? De techniek verschaft hem goedkoop en overvloedig voedsel, kleding en ontspanning, doch het zijn alles mas sa-artikelen, voor ieder gelijk en zonder ziel. Aldus de mening van vele ernstige denkers, die met bezorgdheid de ontwikkeling van de mensheid ga de slaan. Het valt niet te ontkennen, dat in deze beschouwingen veel waars steekt. Doch dat zij niet van 'n zeke re eenzijdigheid zijn vrij te pleiten, bjd, het zekere teken, dat onze t^bbr jn vervai verkeert. Evenals slechts gelukkig is, wan- «v hij een ideaal kan nastreven, efcb |eer heeft ook de samenleving W evend toekomstbeeld nodig om Schp bloeiende cultuur te kunnen «t^bpen. Dat toekomstbeeld kan be te^ üit de verwachting van een be- 6ie\ Sarr)enleving hier op aarde (uto- door radio, pers en televisie Hk) !ip) arnaals in de hemel (eschatolo-. nie. Uit de hoop op een gelukkiger v0rnze Ejd nu, zegt Polak, zijn bei- p U ernstig verzwakt. Hoe lan- t Vehd minder mensen bezitten een geloof in het hiernamaals, en 's trA^zien van dë aardse toekomst f Pid t al8emeen zeer somber ge- pPs eIn plaats van de utopie, die 5®lt, j-11 'okkende toekomst voorspie- da„ contra-utopie gekomen, die Pren Van morgen in de zwartste i6'c tr fc^Hdert. Denk maar aan de p 6b Je*ornstromans van de laatste h aPd Vvaafvan wij er in een voör- 6tPd art'kel enkele hebben ge- ^ert .cuHuur zonder hoop, ver dolde'1, verva,l, dat laat ons de .^(w^sehiedenis duidelijk zien; en „O u Vfeest Polak het ergste voor em, aving, ook al ziet hij nog le uitwegen. techniek als schrikbeeld daaj'l'r O nagaan, wat de he- pQ,Pst wÜsgeren ons over de toe- °lak zeggen hebben, moeten wij ^este^, °tendeels gelijk geven. Bij de v°ekoin ,IITlrncrs is van een hoopvolle l^'en ,Verwaehting geen sprake; s Wa.l'nen luist met klem te moe- (n'Peru' ,'".Rchuwen voor de komende 'ide,, ,V»S die zich gaat aftekenen o L'' Eamus, José Oi tege Gas- 'ic\v, ®ernanos, Nikola' Berd- A- <irl Jasnprs pn Omwald Snpni?- ns uic ^icii ö001 aiucncuuu. ^genen die voor de toekomst /r' beschaving beducht zijn, Alhpjlj liguren als Gabrië' Mar- 1 -- h" Jaspers en Oswald Speng- (n Us waarlijk niet dc gering- "•c>l mens tegen het menselijke" dat alios zonder dat er ook maar enigszins rekening gehouden wordt met zijn eigen persoonlijkheid". Nimmer tevoren waren de moge lijkheden om macht uit te oefenen over mensenzielen en mensenlicha men zo verschrikkelijk als thans. Vroeger kon men de mens lichame lijk dwingen, maar zijn geest hleef vrij. Maar voor de moderne techniek is de mens slechts grondstof, die men naar believen in elke gewenste vorm kan kneden. De geraffineerde psy chologische methoden der hersenspoe ling stellen ons in staat ook de krach tigste persoonlijkheden te breken en hun een ander „ik" te geven. Dat kan ook op grote schaal gebeuren: de moderne massa-media: pers, film televisie en radio maken het de man nen, die de sleutelposities innemen, mogelijk om miljoenen mensen te doen geloven in willekeurige propa- ganda-leugens, hen daarvoor te doen leven en sterven als ging het om de hoogste idealen der mensheid. En, al lerverschrikkelijkste mogelijkheid van alles: enkele wanhopigen kun nen niet behulp van de moderne tech niek. door een atoomoorlog in enkele ogenblikken een einde maken aan al les wat de beschavingsarbeid van de mens tot stand heeft gebracht en aan de mensheid zelf. Maar ook zonder dat er zo'n dui- wordt eveneens hoe langer hóe dui delijker. Een andere groep filosofen, voornamelijk van katholieken huize, meent toch ook vele goede zijden aan de maatschappelijke ontwikkeling te ontdekken. Denkers als Romano Guardini, Emanuel Mounier en Fried- rich Heer, maar ook niet-katholieken als Jean Fourastié en Georges Fried- mann wijzen erop, dat het in vroeger tijden met de vrijheid van het indi vidu meestal slechter gesteld was dan nu, dat toen het overgrote deel van de mensheid, ook in Europa, door een uiterst lage levensstandaard, een hoog sterftecijfer en de onmogelijk heid om zich te ontwikkelen, nim mer tot een begin van geestelijk le ven kon komen, en dus nauwelijks een menswaardig bestaan kon lei den. „Een van de weinige glorieti- tels van onze tijd", heeft prof. Gros- souw het genoemd, dat het levens niveau van de grote massa, althans in Europa en Amerika, zodanig is gestegen, dat een menswaardig be staan voor ieder mogelijk is. Mounier wijst er in zijn boek „La petite peur du vingtième siècle" op, dat 't kleinmoedig van ons zou zijn om de vooruitgang van de techniek te betreuren of te vrezen; hij bete kent een groter meesterschap van de mens over de schepping, en dat heeft toch in Gods bedoeling gelegen toen Hij ons de opdracht gaf: Bevolkt de aarde en onderwerpt haar. Op een andere gunstige mogelijk heid van de techniek heeft Fried- rich Heer gewezen: voor het eerst is de mensheid door de moderne verkeersmiddelen, door de steeds groeiende wereldhandel en door ra dio, pers en televisie, ook in feite geworden wat zij in wezen is: één grote gemeenschap. Niet langer kunnen, zoals nog geen honderd jaar geleden hele volkeren en be schavingen leven en sterven, bloei en en lijden, zonder dat andere volkeren zelfs ook maar van hun bestaan afweten. Wij hebben allen met elkaar te maken, onze belan gen worden steeds meer dezelfde, wij voelen ons steeds meer wereld burger worden. Het is bijvoorbeeld tekenend, dat het lanceren van de eerste Spoetnik door vele mensen niet in de eerste plaats als een suc ces voor de Sovjet-Unie beschouwd werd, doch als een triomf van de mensheid. De techniek maakt de wereld ook één in die zin, dat zij ons dwingt tot samenwerking in steeds groter verbanden, dat zij ons geleidelijk van elk provincialisme bevrijdt. Ook de Paus heeft op al deze hoopgevende mogelijkheden van de technische vooruitgang ge wezen. De mensheid is nog on volwassen In ons eerste artikel vermeldden wij de Duitse wijsgeer Gunther An ders, die de mens een verouderd we zen genoemd heeft. De moderne mens, zegt Anders, kan zijn eigen schepping niet meer beheersen; de techniek wordt hem de baas, hij is hopeloos verouderd vergeleken bij de perfecte mechanismen en organisa ties die hij heeft opgebouwd. Wijsge ren als Ortega y Gasset, Spengler en Marcel zullen dit min of meer be amen. Doch denkers als Mounier, Heer en Guardini, wijzen deze con clusie zeer beslist van de hand. Als de situatie van mens, cultuur en tech niek in onze tijd een conclusie toelaat, zeggen zij, dan eerder deze: de mens heid is nog onvolwassen; zij moet nog leren om met de techniek om te gaan. De huidige crisisverschijnselen dui den erop, dat wij nog niet weten hoe wij onze nieuw verworven macht goed kunnen gebruiken, maar het is niet uitgesloten dat de na ons komen de geslachten hun verantwoordelijk heid beter zullen beseffen en de hun gegeven technische mogelijkheden vooral zullen aanwenden ten bate van hun medemensen. Aldus Guardini in zijn boekje „De Macht". Wij moeten, om een term van prof. Teilegen te ge bruiken, het „samenleven in een tech nische tijd" nog leren. In zijn bekende „Terre des Hom mes" heeft Antoine de Saint-Exupé- ry eenzelfde standpunt verdedigd. „Wanneer wij menen dat de machine A in enkele ogenblikken een eind maken de mens verwoest, dan komt dat mis schien omdat wij niet voldoende af stand kunneh nemen om zulke snelle veranderingen te beoordelen als wij hebben meegemaakt. Maar wat is de honderdjarige geschiedenis van de machine vergeleken met de tweehon- derdduizendjarige geschiedenis van de mens? In de roes van onze voor uitgang hebben wij de mens onderge schikt gemaakt aan het aanleggen van spoorwegen, aan het bouwen van fabrieken, aan het aanboren van olie bronnen. Wij hadden vergeten, dat wij deze dingen deden om de mens te dienen. Wij moeten onze nieuwe we reld nog beter bewoonbaar maken; ons huis zal ongetwijfeld steeds men selijker worden." Eén ding is bij dit alles duidelijk. Wij zullen er nooit in slagen de tech niek goed te gebruiken en onze we reld beter bewoonbaar te maken, wan neer onze geestelijke gesteltenis niet tamelijk ingrijpend veranderen zal. Dit zal niet gebeuren zonder een her nieuwd godsdienstig besef. Daarom is het van het grootste belang, na te gaan wat de kansen van het christen dom in de toekomst zullen zijn. In een slotartikel willen wij hierop nog iets nader ingaan. Drs. J. M. M. de Valk (Van onze verslaggever) ROME, oktober. EEN HUISELIJK praatje over het Conclaaf. Tussen al het serieuze nieuws door. Over de keukens en over het menu der kardinalen zaken, die ook al worden beheerst door een eeuwenoude, Vaticaanse traditie. De Maestro di Casa van het Conclaaf, commanda- tore Tommasi, heeft al dagen geleden zijn spe ciale instructies uitgege ven aan de Uffici Annona van het Vaticaan, de af deling, welke voor de be voorrading zorgt. Alles is precies voorbereid, opdat het de 189 personen, die in totaal aan het Con claaf zullen deelnemen, dus de kardinalen en de .conclavisti' (secretarissen en bedienden) aan niets ontbreken zal. Dat bete kent dat er tal van za ken geregeld zijn, waar aan menigmaal niet zo opeens wordt gedacht. De huismoeder, die plot seling mensen te eten krijgt, kan zich enigszins voorstellen welke proble men zich hier kunnen voordoen. Dit „aan niets ontbre ken" houdt overigens niet in, dat er tijdens het Con- claaf banketten zullen worden aangericht. Inte gendeel, de menu's zullen heel eenvoudig zijn, ook al weer overeenkomstig een oude traditie, die vroeger zelfs wilde, dat naarmate het Conclaaf Janger duurde, de porties kleiner en de gangen minder in aantal werden, waarbij dus de kardina len al vastend hun peni tentie verrichtten voor hun besluiteloosheid. VROEGER MOESTEN ALLE spijzen in de „re- cinto" van het Conclaaf, dus in het dicht-gemet- selde deel van het Vati caan worden toebereid. Te dien aanzien geeft de nieuwe Constitutie van Pius XII thans echter geen voorschriften meer. Vandaar dat men wellicht drukker gebruik zal ma ken van de „ruote", de grote houten cilinder in de muren, die half open zijn en gedraaid kunnen worden. Het zal nu b.v. mogelijk zijn dagelijks vers fruit te „bezorgen". Onder hetgeen volgens de Constitutie binnen ge bracht mag worden valt o.m. 30 liter melk per dag, alsmede zestig liter rode en witte wijn en wonderlijk in een wijn- land als Italië, 100 grote flessen mineraalwater. Het dagelijks menu wordt telkens opnieuw vastgesteld. Natuurlijk worden er uitzonderingen gemaakt voor de kardi nalen en conclavisten, die op doktersvoorschrift op dieet staan. Het meeste fruit (ap pels en peren) zal ge kookt worden opgediend. Een groot deel der kar dinalen zal spaghetti eten. Vandaar dat dit elke dag op het menu zal prijken, maar de Annona neemt aan, dat er toch ook heel wat soep zullen gebrui ken. De „toewijzing" van koffie bestaat verder uit 3 kilo per dag. Zie hier het gemiddelde menu: Vermicellisoep of bouil lon of spaghetti; kalfs- oestertjes met prinses- senbonen; vers <^f ge kookt fruit; per persoon een kwart liter rode of witte wijn (Soave of Chi anti). EEN DERGELIJK ME NU wordt 's middags op gediend. 's Avonds wordt volgens Italiaanse ge woonte wederom warm gegeten, maar dan heel sober: een menu van soep, vlees zonder groen ten en gekookt fruit. Wie niet warm wil eten, kan koffie of cacao met brood of toast en eveneens vruchtensap krijgen. We bezwijken voor de verleiding nog even een kleine bijzonderheid te melden. NI. deze, dat in kringen van de Romeinse clerus niet zonder ironie wordt opgemerkt, dat het Conclaaf niet lang zal du ren. De zorg voor de keuken is nl. ditmaal toe vertrouwd aan de Zus ters van het Hospitium van Sint-Martha. En nu heet het, dat van deze zusters alle mogelijke eigenschappen geroemd worden, behalve haar cu linaire capaciteiten. En vandaarenfin, men begrijpt het wel! - -.li, I Sinds de laatste oorlog is de technische geneeskunde'sneller vooruitgegaan dan ooit. Op alle gebied behalve wellicht kanker en reuma zijn verbluffende resultaten behaald. En toch zitten de wachtkamers van de artsen nog vol, nog is het verzuim en verlet bij werknemers sinds 1940 verdubbeld. Men loopt met viermaal zoveel maagzweren als twintig jaar geleden. De gezondheidstoestand van de schooljeugd is nog frappant slecht. Wordt niet één-vijfde van alle opgeroepenen voor de militaire dienst nog steeds afgekeurd? Dit zijn een paar punten die op het congres voor de openbare gezondheid in Hilversum (gisteren en vandaag) naar voren zijn gekomen in diverse inleidingen. Dit grote congres was ditmaal gewijd aan „het gezonde woon- en werkmilieu". En dit betekent, dat men deze verschijnselen zag in hun verband met het milieu waarin de mens woont, werkt, zich ontspant, in één woord: waarin hij leeft. Dr. J. H. Lamberts, arts in Rotterdam en Tweede-Kamerlid, heeft in zijn refe raat vooral de invloed van de behuizing belicht. Zfjn eindconclusie was: in me dische kringen raakt men er steeds meer van overtuigd, dat men niet klaar is als de ziektebestrijding flink ter hand wordt genomen. Steeds duidelijker, aldus deze arts. wordt het dat het uiteindelijke heil ligt in de preventieve en positieve ge zondheidszorg. waarbij woninghygiëne een belangrijke rol speelt. Daarom zal de arts nu eisen moeten gaan stellen aan de woningbouw en daarom zullen er medische adviezen moeten worden ingewonnen bij de planning van nieuwe en sanering van oude woonwijken. Op het congres kon men dan ook meer malen het geluid horen: de arts moet in commissies zitting kunnen nemen, vaste of incidentele, welke invloed hebben op de woningbouw en de stedebouiwtkundige planning. De behuizing en de gezinsgezondheid, déérover was men het overduidelijk eens, werken op elkander in En steeds kwamen er meer frappante voorbeelden: onder de samenwoningen b.v. zijn 100 meer ziekenhuisopnamen dan bij de normale gezinnen Hoewel men de be huizing als drukkende factor wel duide lijk kan aanwijzen, is het natuurlijk niet mogelijk geweest bij het onderzoek alle invloeden op de gezondheidstoestand van de gezinnen uit te schakelen. Zo is er dok een correlatie tussen huur en voedingsbudget. Wie een hoge huur betaalt, kan minder voor eten uitgeven: de gezondheid li.idt er onder. Dure huizen zijn dus wérkelijk duur Maar ook het systeem van bouwen heeft invloed: er moet niet te veel differentiatie zijn van kleinere en grotere huizen. Want dat be tekent dat een gezin, klein begonnen, bij elke uitbreiding moet ver'huiz.en Hiervan komt niets terecht, met het gevolg dat grote gezinnen tenslotte „ingepropt' in te kleine huizen wonen. De geluidshinder is thans ook een groot probleem. Stilte en rust moeten in het gezin, in het huis, dus gevonden kunnen worden. Of, zoals dr. ir. F. Bakker Schut uit Den Haag zei: de woning moet een ..maaf'pak zijn en géén confectiekostuum... In dc eerste voordracht op dit congres, door de voorzitter prof. W. Krul (hoog leraar TH. te Delft) gehouden, werd er de nadruk op gelegd, dat men hoognodig eens moest gaan vaststellen welke ver banden er tussen de gezondheidstoestand in het gezin en het woon- en werkmilieu liggen. Hij voorspelde een enorme span ning tussen het milieu en de mens in West-Europa „dank zij de tweede in dustriële revolutie". Nederland wordt een vestigingsplaats bij uitnemendheid, aldus deze spreker, voor zware industrie en nevenbedrijven, hetgeen een verdergaande verdichting van de bevolking zal betekenen. De problemen van de volksgezondheid en hygiëne zullen hiermede nog acuter worden. Daarom zal in de toekomst een goed samenspel van overheid en particulier (dus ook de dokter) moeten plaats vinden om zo de „milieu-verzorging" op te van gen. Artsen en ingenieurs moeten elkan der al begrijpen op de universiteiten. Op de bijeenkomsten van vrijdag waren de directeur-generaal van volksgezond heid, prof. dr. J. Muntendam en van volkshuisvesting ir. Buskens aanwezig Vandaag zullen ook de ministers Witte en Suurhoff aanwezig zijn. Op het stadhuis van Hilversum zijn de congressisten in de namiddag door het gemeentebestuur ont vangen. Burgemeester J J- G. Boot, die op het ogenblik een rondreis door Israë! maakt, liet zich vervangen door loco burgemeester mr. F Vorstman. Deze zei. dat het congïes door Hilversum te kiezen, van goede smaak had doen blijken. Want Hilversum is altijd geliefd en' in trek ge weest. juist als gezond woonoord. Plein 1958 organiseert maandag (om 2U uur) een Gesprekavond over „Het ABC van oorlog en vrede" in de Kelderzaal (onder de Ridderzaal) op het Binnenhof 11 te Den Haag. De vraag „Ja of nee tegen atoombewa pening en atoomoorlog" zal, ter inleiding van dit gesprek, worden beantwoord door de volgende gesprekpartners: prof. dr. A. J. Rasker, hoogleraar aan de universiteit van Leiden; dr. B. Delfgaauw, privaat docent in de existentiële philosofie aan de Gemeente-universteit in Amsterdam; de heer W. Wierda, militair deskundige in de Partij van de Arbeid en dr. K. J. Hahn, redactielid van het weekblad De Linie. gevestigd te Amsterdem Keizersgracht 271-275 Opgericht in 1948 door levensverze keringmaatschappijen, banken en an dere lichamen, voor het verschaffen V» vin geldmiddelen aan ondernemin gen, inzonderheid door deelneming In het risicodragend kapitaal.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 11