De naaste toekomst IV
Vigst en hoop voor velen:
DE TECHNIEK
m
morgen
wereld
wording
Hel MENU van hel conclaaf
Artsen zullen eisen moeten gaan
stellen aan de ivoningbouw
Alweer: een oude traditie
Het gezonde woon- en werkmilieu
Behuizing en gezondheid werken op elkaar in
Vb
Ze is negentien
en zegt:
Invloed behuizing
Plein 1958 spreekt over
oorlog en vrede
NEDERLANDSE
PARTICIPATIE
MAATSCHAPPIJ N.
ZATERDAG 25 OKTOBER 1958
hliVV..: V
;:J£v ''M P
Hoopgevende mogelijkheden
W V
«.f^a
funms
Samenwoningen.
De onvolwassen mensheid
Twee. en een half duizend jaar geleden droomde de grote
wijsgeer Plato al van een betere toekomst. Teleurgesteld
over de Atheense samenleving, die zijn vereerde leermees
ter, de onvergelijkelijke Socrates, ter dood veroordeeld
had, schiep hij zich in gedachten een ideale staat. Het
Werd zijn omvangrijkste werk, de grote dialoog over „De
Republiek", tot op vandaag door ontelbare mensen gelezen
on overwogen.
Duizend jaar later, in de donkere eeuw van de ondergang
van het Romeinse Rijk, beschreef Augustinus de volmaakte
samenleving, zoals hij die zich dacht: „De Stad Gods".
Evenals Platos dialoog een boek, dat tot de fundamentele
Werken van de westerse beschaving is gaan behoren.
Weer duizend jaar later, temidden van de sociale woelin
gen en de religieuze verwarring van de Reformatie, stelde
Thomas More zijn visioen van een gelukkiger samenleving
te boek: „Utopia". Het werk zou zijn naam geven aan alle
latere pogingen op dit gebied; sinds More noemt men de
plannen voor-een ideale samenleving utopieën.
mSfU'r v
waardeloos
We hebben een waardeloze pas
toor. Hierbij geeft ze een duw op a
en o.
Oh.
Waarom zegt u oh?
Omdat ik niets anders meer
weet. Als je gezegd had dat hij nog
goed was geweest voor een stille mis
door de week, had ik verheugd met
je verder kunnen zoeken naar nog
enige dingen van waarde aan die pas
toor van jou.
Ja, maar zo bedoelen we het niet.
Oh.
Weer oh.
Ja het wordt nogal moeilijk met
elkaar te praten. Een waardeloze
pastoor, een waardeloos feest, een
waardeloze school, die vent heeft
waardeloze ideeën Ja, maar zo
bedoelen we het niet. Wat bedoelen
we dan wel?
Waardeloos is zonder waarde, zon
der zin, zonder betekenis, dient
nergens meer voor, as, de inhoud van
de vuilniswagen, Russische aandelen.
En daar moet nu dus achter: de pas
toor, het feest, de school en die vent
met die ideeën enz.
Ik heb toch al gezegd, we bedoe
len het niet zóóóóó. Ze blijft zange
rig hangen op zo.
Dan moet je het niet zeggen.
Ik blijf zangerig hangen op zpggen.
We schieten allebei in de lach.
Waardeloos is zo ontzettend hele
maal niets.
Er zitten nog kleurtjes tussen zwart
en wit, tussen zo'n peer en waarde
loze vent.
Je kan je woorden ook wegen met
gewichten beneden het kilo,
Lieve Liesje zal je het nooit
meer zeggen?
„Waardeloze schoolmeester"!
Dat zei ze natuurlijk omdat ik ze
nijdig had gemaakt. Als je nu zelf
nog moet bewijzen met hoeveel zin
en betekenis je in het leven staat,
hoeveel je waard bent, is dan iedereen
die jou niets doet, waardeloos, en
alles wat je ondervindt als hinder
lijk, waardeloos? Waardeloos in een
waardeloze uitdrukking.
Baaaélen.
De Van de grootste figuren uit de
tty cbiedenis van de beschaving
g van hen horen tot de grootste
liij van alle tijden, twee zijn hei-
h^erklaard hebben zich bezig ge-
koA met bet denken over de toe-
van de mensheid, en met hen
dA lange reeks van wijsgeren en
•'jri U't a^e 'anden en van alle
wen- Dit moet ons te denken ge-
Jej?' die het woord „utopie" te-
tf:wlV0ordig nog slechts geringschat-
gebruiken voor onwerkelijke
sA^ioën en onvruchtbare hersen-
ïi]/}sels. De grootse visioenen van
W, Augustinus en More zijn heel
anders dan naïeve dromen van
jnen d'e niet met de beide benen
Scht 81'ond stonden. Toch zijn het
Utopieën, want ze beschrijven
v,T samenleving, die in de verste
niet leek op de bestaande wer-
^•'Ikheid, en die ook vrijwel onbe-
l^baar leek. Maar deze mannen
n bct rotsvaste vertrouwen, dat
Wn aa' de tijd zou komen, waarin
ideeën werkelijkheid zouden
ttVr, en dat was voor hun lezers
^"b'gend genoeg om deze geschrif-
- - ernstig te nemen,
ty b onze tijd hebben wij het vertrou-
lot lri de toekomst grotendeels ver-
,,i]tT1, en daarom ook heeft het woord
i^pbje" voor ons een ongunstige be-
itMn's gekregen. Wij zijn veel nuch-
lijKer en wij hebben meer werke-
tti' T'dszin dan Plato en Augustinus
vQO) 0|'ei menen we. Wij zijn wat
weiger in onze voorspellingen,
zijn bang voor al te hoog ge-
?ijn,tlen verwachtingen. Zou dat waar
Dr,2Df steekt er iets anders achter
"ouding, iets veel gevaarlijkers
j ^ij zelf vermoeden?
k omvangrijke studie „De toe-
,st 's verleden tijd" ziet prof. dr.
ho0 E. Polak het wegvallen van de
l%kv°"e toekomstverwachting als
®evaarlijkste verschijnsel van on
wijst Marcel vooral de techniek aan
als de grote bedreiging van de mens
heid. De mens die zich van de tech
niek bedient om de natuur te beheer
sen, is dit middel langzamerhand
als een doel op zichzelf gaan beschou
wen, waaraan hij andere mensen en
tenslotte ongemerkt ook zichzelf, on
dergeschikt maakt en opoffert. „Van
af het ogenblik", zegt Virgil Gheor-
ghui in „Het vijfentwintigste uur",
„dat de mens teruggebracht wordt
tot één dimensie, die van zijn tech-
nische-sociale waarde, kan hem van
alles gebeuren. Hij kan gearresteerd
worden en als dwangarbeider gede
porteerd, uitgeroeid, gebruikt voor
ik-weet-niet-welke arbeid, voor een
vijfjarenplan, voor de verbetering
van het ras of voor andere noodza
kelijke plannen binnen het kader
van de technische maatschappij, en
veis gebruik gemaakt wordt van de
techniek, wordt de mens er al de
slaaf van. In het geestdodende pro-
duktieproces wordt hij gedegradeerd
tot machine-onderdeel, wiens hande
lingen perfect moeten zijn afgestemd
op de meester: de machine. En wat
krijgt hij in ruil voor zijn vrijheid?
De techniek verschaft hem goedkoop
en overvloedig voedsel, kleding en
ontspanning, doch het zijn alles mas
sa-artikelen, voor ieder gelijk en
zonder ziel. Aldus de mening van vele
ernstige denkers, die met bezorgdheid
de ontwikkeling van de mensheid ga
de slaan.
Het valt niet te ontkennen, dat in
deze beschouwingen veel waars
steekt. Doch dat zij niet van 'n zeke
re eenzijdigheid zijn vrij te pleiten,
bjd, het zekere teken, dat onze
t^bbr jn vervai verkeert. Evenals
slechts gelukkig is, wan-
«v hij een ideaal kan nastreven,
efcb |eer heeft ook de samenleving
W evend toekomstbeeld nodig om
Schp bloeiende cultuur te kunnen
«t^bpen. Dat toekomstbeeld kan be
te^ üit de verwachting van een be-
6ie\ Sarr)enleving hier op aarde (uto-
door radio, pers en televisie
Hk)
!ip) arnaals in de hemel (eschatolo-.
nie. Uit de hoop op een gelukkiger
v0rnze Ejd nu, zegt Polak, zijn bei-
p U ernstig verzwakt. Hoe lan-
t Vehd minder mensen bezitten een
geloof in het hiernamaals, en
's trA^zien van dë aardse toekomst
f Pid t al8emeen zeer somber ge-
pPs eIn plaats van de utopie, die
5®lt, j-11 'okkende toekomst voorspie-
da„ contra-utopie gekomen, die
Pren Van morgen in de zwartste
i6'c tr fc^Hdert. Denk maar aan de
p 6b Je*ornstromans van de laatste
h aPd Vvaafvan wij er in een voör-
6tPd art'kel enkele hebben ge-
^ert .cuHuur zonder hoop, ver
dolde'1, verva,l, dat laat ons de
.^(w^sehiedenis duidelijk zien; en
„O u Vfeest Polak het ergste voor
em, aving, ook al ziet hij nog
le uitwegen.
techniek als schrikbeeld
daaj'l'r O nagaan, wat de he-
pQ,Pst wÜsgeren ons over de toe-
°lak zeggen hebben, moeten wij
^este^, °tendeels gelijk geven. Bij de
v°ekoin ,IITlrncrs is van een hoopvolle
l^'en ,Verwaehting geen sprake;
s Wa.l'nen luist met klem te moe-
(n'Peru' ,'".Rchuwen voor de komende
'ide,, ,V»S die zich gaat aftekenen
o
L'' Eamus, José Oi tege Gas-
'ic\v, ®ernanos, Nikola' Berd-
A- <irl Jasnprs pn Omwald Snpni?-
ns uic ^icii ö001 aiucncuuu.
^genen die voor de toekomst
/r' beschaving beducht zijn,
Alhpjlj liguren als Gabrië' Mar-
1 -- h" Jaspers en Oswald Speng-
(n Us waarlijk niet dc gering-
"•c>l mens tegen het menselijke"
dat alios zonder dat er ook maar
enigszins rekening gehouden wordt
met zijn eigen persoonlijkheid".
Nimmer tevoren waren de moge
lijkheden om macht uit te oefenen
over mensenzielen en mensenlicha
men zo verschrikkelijk als thans.
Vroeger kon men de mens lichame
lijk dwingen, maar zijn geest hleef
vrij. Maar voor de moderne techniek
is de mens slechts grondstof, die men
naar believen in elke gewenste vorm
kan kneden. De geraffineerde psy
chologische methoden der hersenspoe
ling stellen ons in staat ook de krach
tigste persoonlijkheden te breken en
hun een ander „ik" te geven. Dat
kan ook op grote schaal gebeuren:
de moderne massa-media: pers, film
televisie en radio maken het de man
nen, die de sleutelposities innemen,
mogelijk om miljoenen mensen te
doen geloven in willekeurige propa-
ganda-leugens, hen daarvoor te doen
leven en sterven als ging het om de
hoogste idealen der mensheid. En, al
lerverschrikkelijkste mogelijkheid
van alles: enkele wanhopigen kun
nen niet behulp van de moderne tech
niek. door een atoomoorlog in enkele
ogenblikken een einde maken aan al
les wat de beschavingsarbeid van de
mens tot stand heeft gebracht en aan
de mensheid zelf.
Maar ook zonder dat er zo'n dui-
wordt eveneens hoe langer hóe dui
delijker. Een andere groep filosofen,
voornamelijk van katholieken huize,
meent toch ook vele goede zijden aan
de maatschappelijke ontwikkeling te
ontdekken. Denkers als Romano
Guardini, Emanuel Mounier en Fried-
rich Heer, maar ook niet-katholieken
als Jean Fourastié en Georges Fried-
mann wijzen erop, dat het in vroeger
tijden met de vrijheid van het indi
vidu meestal slechter gesteld was
dan nu, dat toen het overgrote deel
van de mensheid, ook in Europa, door
een uiterst lage levensstandaard, een
hoog sterftecijfer en de onmogelijk
heid om zich te ontwikkelen, nim
mer tot een begin van geestelijk le
ven kon komen, en dus nauwelijks
een menswaardig bestaan kon lei
den. „Een van de weinige glorieti-
tels van onze tijd", heeft prof. Gros-
souw het genoemd, dat het levens
niveau van de grote massa, althans
in Europa en Amerika, zodanig is
gestegen, dat een menswaardig be
staan voor ieder mogelijk is.
Mounier wijst er in zijn boek „La
petite peur du vingtième siècle" op,
dat 't kleinmoedig van ons zou zijn
om de vooruitgang van de techniek
te betreuren of te vrezen; hij bete
kent een groter meesterschap van de
mens over de schepping, en dat heeft
toch in Gods bedoeling gelegen toen
Hij ons de opdracht gaf: Bevolkt de
aarde en onderwerpt haar.
Op een andere gunstige mogelijk
heid van de techniek heeft Fried-
rich Heer gewezen: voor het eerst
is de mensheid door de moderne
verkeersmiddelen, door de steeds
groeiende wereldhandel en door ra
dio, pers en televisie, ook in feite
geworden wat zij in wezen is: één
grote gemeenschap. Niet langer
kunnen, zoals nog geen honderd
jaar geleden hele volkeren en be
schavingen leven en sterven, bloei
en en lijden, zonder dat andere
volkeren zelfs ook maar van hun
bestaan afweten. Wij hebben allen
met elkaar te maken, onze belan
gen worden steeds meer dezelfde,
wij voelen ons steeds meer wereld
burger worden. Het is bijvoorbeeld
tekenend, dat het lanceren van de
eerste Spoetnik door vele mensen
niet in de eerste plaats als een suc
ces voor de Sovjet-Unie beschouwd
werd, doch als een triomf van de
mensheid. De techniek maakt de
wereld ook één in die zin, dat zij
ons dwingt tot samenwerking in
steeds groter verbanden, dat zij ons
geleidelijk van elk provincialisme
bevrijdt. Ook de Paus heeft op al
deze hoopgevende mogelijkheden
van de technische vooruitgang ge
wezen.
De mensheid is nog on
volwassen
In ons eerste artikel vermeldden
wij de Duitse wijsgeer Gunther An
ders, die de mens een verouderd we
zen genoemd heeft. De moderne
mens, zegt Anders, kan zijn eigen
schepping niet meer beheersen; de
techniek wordt hem de baas, hij is
hopeloos verouderd vergeleken bij de
perfecte mechanismen en organisa
ties die hij heeft opgebouwd. Wijsge
ren als Ortega y Gasset, Spengler
en Marcel zullen dit min of meer be
amen. Doch denkers als Mounier,
Heer en Guardini, wijzen deze con
clusie zeer beslist van de hand. Als
de situatie van mens, cultuur en tech
niek in onze tijd een conclusie toelaat,
zeggen zij, dan eerder deze: de mens
heid is nog onvolwassen; zij moet nog
leren om met de techniek om te gaan.
De huidige crisisverschijnselen dui
den erop, dat wij nog niet weten
hoe wij onze nieuw verworven macht
goed kunnen gebruiken, maar het is
niet uitgesloten dat de na ons komen
de geslachten hun verantwoordelijk
heid beter zullen beseffen en de hun
gegeven technische mogelijkheden
vooral zullen aanwenden ten bate van
hun medemensen. Aldus Guardini in
zijn boekje „De Macht". Wij moeten,
om een term van prof. Teilegen te ge
bruiken, het „samenleven in een tech
nische tijd" nog leren.
In zijn bekende „Terre des Hom
mes" heeft Antoine de Saint-Exupé-
ry eenzelfde standpunt verdedigd.
„Wanneer wij menen dat de machine
A
in enkele ogenblikken een eind
maken
de mens verwoest, dan komt dat mis
schien omdat wij niet voldoende af
stand kunneh nemen om zulke snelle
veranderingen te beoordelen als wij
hebben meegemaakt. Maar wat is
de honderdjarige geschiedenis van de
machine vergeleken met de tweehon-
derdduizendjarige geschiedenis van
de mens? In de roes van onze voor
uitgang hebben wij de mens onderge
schikt gemaakt aan het aanleggen
van spoorwegen, aan het bouwen van
fabrieken, aan het aanboren van olie
bronnen. Wij hadden vergeten, dat
wij deze dingen deden om de mens te
dienen. Wij moeten onze nieuwe we
reld nog beter bewoonbaar maken;
ons huis zal ongetwijfeld steeds men
selijker worden."
Eén ding is bij dit alles duidelijk.
Wij zullen er nooit in slagen de tech
niek goed te gebruiken en onze we
reld beter bewoonbaar te maken, wan
neer onze geestelijke gesteltenis niet
tamelijk ingrijpend veranderen zal.
Dit zal niet gebeuren zonder een her
nieuwd godsdienstig besef. Daarom
is het van het grootste belang, na te
gaan wat de kansen van het christen
dom in de toekomst zullen zijn. In
een slotartikel willen wij hierop nog
iets nader ingaan.
Drs. J. M. M. de Valk
(Van onze verslaggever)
ROME, oktober.
EEN HUISELIJK praatje
over het Conclaaf. Tussen
al het serieuze nieuws
door. Over de keukens
en over het menu der
kardinalen zaken, die
ook al worden beheerst
door een eeuwenoude,
Vaticaanse traditie.
De Maestro di Casa van
het Conclaaf, commanda-
tore Tommasi, heeft al
dagen geleden zijn spe
ciale instructies uitgege
ven aan de Uffici Annona
van het Vaticaan, de af
deling, welke voor de be
voorrading zorgt. Alles is
precies voorbereid, opdat
het de 189 personen, die
in totaal aan het Con
claaf zullen deelnemen,
dus de kardinalen en de
.conclavisti' (secretarissen
en bedienden) aan niets
ontbreken zal. Dat bete
kent dat er tal van za
ken geregeld zijn, waar
aan menigmaal niet zo
opeens wordt gedacht.
De huismoeder, die plot
seling mensen te eten
krijgt, kan zich enigszins
voorstellen welke proble
men zich hier kunnen
voordoen.
Dit „aan niets ontbre
ken" houdt overigens niet
in, dat er tijdens het Con-
claaf banketten zullen
worden aangericht. Inte
gendeel, de menu's zullen
heel eenvoudig zijn, ook
al weer overeenkomstig
een oude traditie, die
vroeger zelfs wilde, dat
naarmate het Conclaaf
Janger duurde, de porties
kleiner en de gangen
minder in aantal werden,
waarbij dus de kardina
len al vastend hun peni
tentie verrichtten voor
hun besluiteloosheid.
VROEGER MOESTEN
ALLE spijzen in de „re-
cinto" van het Conclaaf,
dus in het dicht-gemet-
selde deel van het Vati
caan worden toebereid.
Te dien aanzien geeft de
nieuwe Constitutie van
Pius XII thans echter
geen voorschriften meer.
Vandaar dat men wellicht
drukker gebruik zal ma
ken van de „ruote", de
grote houten cilinder in
de muren, die half open
zijn en gedraaid kunnen
worden. Het zal nu b.v.
mogelijk zijn dagelijks
vers fruit te „bezorgen".
Onder hetgeen volgens
de Constitutie binnen ge
bracht mag worden valt
o.m. 30 liter melk per
dag, alsmede zestig liter
rode en witte wijn en
wonderlijk in een wijn-
land als Italië, 100 grote
flessen mineraalwater.
Het dagelijks menu
wordt telkens opnieuw
vastgesteld. Natuurlijk
worden er uitzonderingen
gemaakt voor de kardi
nalen en conclavisten, die
op doktersvoorschrift op
dieet staan.
Het meeste fruit (ap
pels en peren) zal ge
kookt worden opgediend.
Een groot deel der kar
dinalen zal spaghetti eten.
Vandaar dat dit elke dag
op het menu zal prijken,
maar de Annona neemt
aan, dat er toch ook heel
wat soep zullen gebrui
ken. De „toewijzing" van
koffie bestaat verder uit
3 kilo per dag.
Zie hier het gemiddelde
menu:
Vermicellisoep of bouil
lon of spaghetti; kalfs-
oestertjes met prinses-
senbonen; vers <^f ge
kookt fruit; per persoon
een kwart liter rode of
witte wijn (Soave of Chi
anti).
EEN DERGELIJK ME
NU wordt 's middags op
gediend. 's Avonds wordt
volgens Italiaanse ge
woonte wederom warm
gegeten, maar dan heel
sober: een menu van
soep, vlees zonder groen
ten en gekookt fruit. Wie
niet warm wil eten, kan
koffie of cacao met brood
of toast en eveneens
vruchtensap krijgen.
We bezwijken voor de
verleiding nog even een
kleine bijzonderheid te
melden. NI. deze, dat in
kringen van de Romeinse
clerus niet zonder ironie
wordt opgemerkt, dat het
Conclaaf niet lang zal du
ren. De zorg voor de
keuken is nl. ditmaal toe
vertrouwd aan de Zus
ters van het Hospitium
van Sint-Martha. En nu
heet het, dat van deze
zusters alle mogelijke
eigenschappen geroemd
worden, behalve haar cu
linaire capaciteiten. En
vandaarenfin, men
begrijpt het wel!
- -.li, I
Sinds de laatste oorlog is de technische geneeskunde'sneller vooruitgegaan dan
ooit. Op alle gebied behalve wellicht kanker en reuma zijn verbluffende
resultaten behaald. En toch zitten de wachtkamers van de artsen nog vol, nog
is het verzuim en verlet bij werknemers sinds 1940 verdubbeld. Men loopt met
viermaal zoveel maagzweren als twintig jaar geleden. De gezondheidstoestand
van de schooljeugd is nog frappant slecht. Wordt niet één-vijfde van alle
opgeroepenen voor de militaire dienst nog steeds afgekeurd?
Dit zijn een paar punten die op het congres voor de openbare gezondheid in
Hilversum (gisteren en vandaag) naar voren zijn gekomen in diverse inleidingen.
Dit grote congres was ditmaal gewijd aan „het gezonde woon- en werkmilieu".
En dit betekent, dat men deze verschijnselen zag in hun verband met het milieu
waarin de mens woont, werkt, zich ontspant, in één woord: waarin hij leeft.
Dr. J. H. Lamberts, arts in Rotterdam
en Tweede-Kamerlid, heeft in zijn refe
raat vooral de invloed van de behuizing
belicht. Zfjn eindconclusie was: in me
dische kringen raakt men er steeds meer
van overtuigd, dat men niet klaar is als
de ziektebestrijding flink ter hand wordt
genomen. Steeds duidelijker, aldus deze
arts. wordt het dat het uiteindelijke heil
ligt in de preventieve en positieve ge
zondheidszorg. waarbij woninghygiëne
een belangrijke rol speelt. Daarom zal de
arts nu eisen moeten gaan stellen aan de
woningbouw en daarom zullen er medische
adviezen moeten worden ingewonnen bij
de planning van nieuwe en sanering van
oude woonwijken.
Op het congres kon men dan ook meer
malen het geluid horen: de arts moet in
commissies zitting kunnen nemen, vaste
of incidentele, welke invloed hebben op
de woningbouw en de stedebouiwtkundige
planning.
De behuizing en de gezinsgezondheid,
déérover was men het overduidelijk
eens, werken op elkander in En steeds
kwamen er meer frappante voorbeelden:
onder de samenwoningen b.v. zijn 100
meer ziekenhuisopnamen dan bij de
normale gezinnen Hoewel men de be
huizing als drukkende factor wel duide
lijk kan aanwijzen, is het natuurlijk niet
mogelijk geweest bij het onderzoek alle
invloeden op de gezondheidstoestand
van de gezinnen uit te schakelen.
Zo is er dok een correlatie tussen huur
en voedingsbudget. Wie een hoge huur
betaalt, kan minder voor eten uitgeven:
de gezondheid li.idt er onder. Dure huizen
zijn dus wérkelijk duur Maar ook het
systeem van bouwen heeft invloed: er
moet niet te veel differentiatie zijn van
kleinere en grotere huizen. Want dat be
tekent dat een gezin, klein begonnen, bij
elke uitbreiding moet ver'huiz.en Hiervan
komt niets terecht, met het gevolg dat
grote gezinnen tenslotte „ingepropt' in te
kleine huizen wonen. De geluidshinder is
thans ook een groot probleem. Stilte en
rust moeten in het gezin, in het huis, dus
gevonden kunnen worden.
Of, zoals dr. ir. F. Bakker Schut uit
Den Haag zei: de woning moet een
..maaf'pak zijn en géén confectiekostuum...
In dc eerste voordracht op dit congres,
door de voorzitter prof. W. Krul (hoog
leraar TH. te Delft) gehouden, werd er
de nadruk op gelegd, dat men hoognodig
eens moest gaan vaststellen welke ver
banden er tussen de gezondheidstoestand
in het gezin en het woon- en werkmilieu
liggen. Hij voorspelde een enorme span
ning tussen het milieu en de mens in
West-Europa „dank zij de tweede in
dustriële revolutie".
Nederland wordt een vestigingsplaats
bij uitnemendheid, aldus deze spreker,
voor zware industrie en nevenbedrijven,
hetgeen een verdergaande verdichting van
de bevolking zal betekenen. De problemen
van de volksgezondheid en hygiëne zullen
hiermede nog acuter worden.
Daarom zal in de toekomst een goed
samenspel van overheid en particulier
(dus ook de dokter) moeten plaats vinden
om zo de „milieu-verzorging" op te van
gen. Artsen en ingenieurs moeten elkan
der al begrijpen op de universiteiten.
Op de bijeenkomsten van vrijdag waren
de directeur-generaal van volksgezond
heid, prof. dr. J. Muntendam en van
volkshuisvesting ir. Buskens aanwezig
Vandaag zullen ook de ministers Witte en
Suurhoff aanwezig zijn. Op het stadhuis
van Hilversum zijn de congressisten in de
namiddag door het gemeentebestuur ont
vangen. Burgemeester J J- G. Boot, die
op het ogenblik een rondreis door Israë!
maakt, liet zich vervangen door loco
burgemeester mr. F Vorstman. Deze zei.
dat het congïes door Hilversum te kiezen,
van goede smaak had doen blijken. Want
Hilversum is altijd geliefd en' in trek ge
weest. juist als gezond woonoord.
Plein 1958 organiseert maandag (om 2U
uur) een Gesprekavond over „Het ABC
van oorlog en vrede" in de Kelderzaal
(onder de Ridderzaal) op het Binnenhof
11 te Den Haag.
De vraag „Ja of nee tegen atoombewa
pening en atoomoorlog" zal, ter inleiding
van dit gesprek, worden beantwoord door
de volgende gesprekpartners: prof. dr. A.
J. Rasker, hoogleraar aan de universiteit
van Leiden; dr. B. Delfgaauw, privaat
docent in de existentiële philosofie aan
de Gemeente-universteit in Amsterdam;
de heer W. Wierda, militair deskundige in
de Partij van de Arbeid en dr. K. J. Hahn,
redactielid van het weekblad De Linie.
gevestigd te Amsterdem
Keizersgracht 271-275
Opgericht in 1948 door levensverze
keringmaatschappijen, banken en an
dere lichamen, voor het verschaffen
V» vin geldmiddelen aan ondernemin
gen, inzonderheid door deelneming
In het risicodragend kapitaal.