U weet, zo goed als ieder ander
het beste voor Uw gezin
1
s
jg
p.
DE DRIE KOIJSENKOOPLEI
Belevenissen van een jong gezin
et» EM gezond
z
z
z
z
z
F
it
YB
en gezond en beter
dat Uw gezin het allerbeste waard is, wat de natuur U schenkt!
Natuurlijk, zegt U - voor hen is alleen het beste goed genoeg.
is het allerbeste! Geef Uw gezin dus regelmatig roomboter,
want roomboter is onvervangbaar en reuze lekker. Roomboter is beter en
en gezond en
tfl
UI
Q
O
N
UI
0
UI
UI
H
UI
ffl
Z
UI
Q
Z
O
N
UI
UI
h
UI
CQ
Z
UI
0
O
N
UI
<5
liuillülüi,
DONDERDAG 27 NOVEMBER 1953
PAGINA 8
EN BETER EN GEZOND EN BETER
lil
UI
0
'-iff «£«4
GEZOND
'r.vr.yAn.yA»:v ^.y.v /tv. oav n Ayr..'ur.w».vm. -
EN BETER EN GEZOND EN BETER EN GEZOND EN BETER EN GEZOND EN BETER
e
733. U wilt toch niet beweren, dat Mevrouw, ik geef U mijn ere-
dit een zuiver wollen vest is? woord.
dat twintig procent van
materiaal voor honderd mrocen
zuivere wol bestaat!
Ni
v«t
JA:
Illlillllllllllllllll
R00
HET NEDERLANDS ZUIVELBUREAU - RIJSWIJK - Z.H.
copy r»i qWb QVHN
39. „Moe!" zei het boertje eindelijk. „Noe brek mien de
klomp! Ik kan niet zo gauw begriepen wat-ie daör kletst.
I zol haoste zeggen, gooi 't maör in rnien pette, dan zuuk ik 't
morgen wel uut! Maör één ding weet ik wèl en dat is da'j
met al oe koelbloederige veurtvarendigheid de verkeerde te
pakken hebt 'enömmen!" De soldaat keek de boer en de
aardéwerkkoopman beurtelings wantrouwend aan en zei: „Dat
bestaat niet! Wij van 't gerecht vergissen ons niet! Als wij
iemand te pakken nemen, dan is hij een boef en gaat hij óf de
kerker in ef aan de galg!". Nu nam de aardewerkkoopman het
woord. „Tóch is het de verkeerde", zei hij. „Dit is juist de
man, die ons wou helpen tegen die andere!". De boer wend
de zich vervolgens tot Martyn. „Waör heb-ie oe huuttien eigen
lijk?" vroeg hij. „Die heeft Zwarte Diederic van me geleend",
antwoordde Martyn. „Hij vroeg of hij hem ook eens mocht
ophebben, want hij wilde ook zo'n hoedje kopen". „Sjongej 011 -
gejonge, dan hef die zwerte snörremans oe lelijk te graozen
'ehad"! zei de boer hoofdschuddend. „Wat hoor ik daar?
Snörremans?" vroeg de soldaat nu. „Jao", zei de boer. „Snör
remans! Die zwerte, die mien de oren zowat van de kop hef
'etrokken, had 'n zwerte snörre!". „Wel-alle-spiesen-in-een-
boevenbast!", bromde de soldaat. „Die met het hoedje op,
heb ik laten lopen en die had juist een snor!"
lllilli'illllllllUi;