en ST.-N I CO LAAS WAAROM over de daken rijdt IE 'A door MARCELLE mm Een kort verhaal over liefde en no# iets op 5 december (Voor de kleintjes om voor te lezen) 42 K ?tre, f'«ft c' r - Hij haalde ze weg Lege schoentjes De oplossing c ^ÏNDS JE VAN MIJ WEGGING, is alles zo leeg om mij heen geworden. Ik mis je glim- *ch, je heldere, vrije oogopslag, je fijne ka meraadschap. Waarom ging je zonder mij ooit een verklaring te geven? Waarom liet je nooit iets Van je horen, Karin Gert, de vrijgezel tegen wil en dank, legde zijn vhlpen neer. Hij bleef een ogenblik doelloos voor uit zitten staren, terwijl zijn ogen met een le- blik over het papier gleden. Het licht van de bu- *eauiamp wierp er een felle witte plek over. Ver- er was de kamer in de schemering gehuld. Tenslotte nam hij het blad papier met een trage eweging op en begon het langzaam in kleine bippers te scheuren. Wat had het voor zin? Hoe- *eel van deze brieven had hij al geschreven; .hoe aak had hij in een onweerstaanbare behoefte, de a«hopige eenzaamheid van zich af te wentelen bet verlangen in zijn hart te stillen, woorden op aPier gezet, die nauwelijks in staat waren uit te bbken, wat er in hem omging en die bovendien booit *ist, enig doel konden bereiken, omdat hij niet waarheen ze te zenden. t* Plotseling, zo heel apart was het begonnen Sen hen. Op een zomeravond, zwaar van het bach13 van PasSemaaid Sras en de geuren van bloemen. Ondefinieerbare geluiden. Een jon net *7?aan' een smaHe baan van zilver over boot water tr°k- Hij zat op het dek van zijn e b' een sigaret te roken en vond het leven van ongekende vrede en ongecompliceerde zalig- bch?en was bij opmerkzaam geworden door een 1 geplas in het water. En in de zilveren maan- HorrfJ5 was een boofd opgedoken. Een meisjes- y waaromheen het donkere haar vochtig glans- zwom met kalme, gelijkmatige slagen in de nting van de oever. En toen ze vlak bij zijn boot 2e s'. had ze zich op haar rug gegooid en liet g Zl£h met de stroom meedrijven. Hij kon haar 4v n*et z'en> maar deze sprookjesachtige e °bd en haar onverwachte verschijning maakten n drang naar romantiek in hem wakker, tii'ó een meermin", riep hij. Het leek wel, of |J stem zich in de diepte van het water weer- tybtste. Er gebeurde niets. Alleen draaide ze zich karff 0m en zwom nu met sneHe slagen naar de jj-.bt. Hij zag haar tussen het riet verdwijnen, maar J had geen zin haar zomaar ineens ook weer uit leven te laten verdwijnen. boot lag gemeerd in een dicht begroeide b- Hjj had hier al een week gelegen, luierend gissend en hij had juist besloten, de volgende g..maar weer eens verder te gaan. |jl J wachtte een paar minuten voor hij de loop- Sen afliep. Vermoedelijk had ze haar kleren er- de ts .^sert het riet achtergelaten en hij wilde haar B'd geven zich aan te kleden. $tj' .aar ben je, Lorelei?" riep hij. De maan W, de een geheimzinnig wit lichtpoeder over de bev jnc*en- Doorzichtige sluiers hingen gis een ijle 6 boven de sloten. De dingen zagen er heel an- °titS ban overdag. Opeens scheen er voor hem (j6tiZaglijk veel vanaf te hangen, het meisje te vin- «JBallo, waar zit je?" riep hij nog eens. Een on- ^jb.Send, onderdrukt gelach bereikte hem. Een ta P slank figuurtje glipte langs hem heen en rep- <j Zlch als een schaduw voor hem uit. Hij begreep, ijjB bij zich haasten moest, als hij haar wilde van- 5. voor zij zich in de manestralen oploste, kpïflf en half verwachtte hij, slechts licht en ha te zullen grijpen, toen hij zijn armen naar uitstrekte. Hij was bijna verbaasd, dat het Ongelijk een meisje van vlees en bloed was. Maar W betzelfde ogenblik liet hij haar weer los. Het die 2u^be wonderlijke heldere, argeloze ogen, bem vanuit haar opgeheven kinderlijk gezicht O ken, dat hij zich op een eigenaardige manier V-bUchterd en zelfs enigszins beschaamd voelde. h,.?r geen geld wilde hij haar aan het schrikken a«en. Se» °P alsjeblieft niet weg", zei hij. „Ik doe je kwaad. Ik wou alleen zien of je een maan- °f een meermin was". kjji5 bleef hem met de handen op de rug staan aan- abn en maakte geen aanstalten op de vlucht Toen opeens begonnen ze allebei te la- Hij realiseerde zich, dat op dit ogenblik het e gevoel van kameraadschap geboren werd, *ds<; it zicb later die mooie hechte vriendschap j|eh hem en Karin ontwikkelen zou. tóaar lach bracht diep in hem een snaar aan het dst eU. Het was zo'n vrije, onbezorgde lach zon- W een zweem van aanstellerij of koketterie. „Wie W -je'' Waar kom je vandaan?" vroeg hij. Ze R^B^ldc, dat ze met vakantie op de boerderij lo- Vi-u bTiet alleen logeren, ze hielp ook bij het op het land. Ze had een poos te hard gestu re en moest er een paar maanden uit, had ?°kter gezegd. Vs'plfbft die dokter ook gezegd, dat je in de ma- i -t,bijn moet gaan zwemmen?" *6* aarom niet? Ik ben niet ziek. Ik moet alleen ftj boos wat anders hebben. Dit is anders, of niet?" Vjj bloest het toegeven. „Zou je morgen tijd heb- fbiijn boot eens te komen bekijken? Of geeft je geen vrfj-af?" btuurlijk wel. Ik hoef niet te werken! Ik doe *ïwaHeen, omdat ik het prettig vind en ik houd Aj]Van mets doeh". "ig wat ze zei, klonk zo natuurlijk en eenvou- bhj voelde zich door haar bekoord. Maar daar lt ]-oQbet maanlicht natuurlijk ook schuld aan. Hij X jbde die nacht van haar en was verschrikke- ÏWebieuwd, hoe ze er bij daglicht uit zou zien.. V, Son de middag stapte ze de loopplank over. btienger figuurtje'in een wit. bloesje. Haar ge- Je was bruin en dat deed de blauwe helder- heid van haar ogen nog meer opvallen. Ogen als kristalzuivere bergmeertjes waren het. Ze was in geen enkel opzicht romantisch, daar in had hij zich vergist. Maar ze was een lieve klei ne kameraad. Een meisje, dat niet van je verwacht te, dat je haar het hof maakte en doorlopend flau we complimentjes tegen haar debiteerde. Even min hoefde je haar te ontzien. Ze had evenveel moed en uithoudingsvermogen als hijzelf. En wat het allerbeste was, ze toonde een intense belang stelling voor alles, wat met zijn boot en zijn mena ge te maken had. Als ze naast hem op de rand van de boot zat, praatte hij met haar over de meest uiteenlopende onderwerpen, zoals je met je beste vriend praat. Soms vergat je helemaal, dat ze een meisje was. Ze zwierven samen door de velden. Ze plukten wilde frambozen en hielden vaak een zwemwed strijd, waarbij het hem moeite genoeg kostte, zijn prestige op te houden. Wonderlijk genoeg kuste i hij haar nooit. Het scheen niet in hun omgang te passen. Onbewust was hij erg bang, iets te beschadigen, wat als een tere band, tussen hen geweven werd en zelfs de druk van woorden niet zou kunnen verdragen. Nog nooit was hij op deze manier met een meisje omgegaan; maar ze was ook anders dan andere meisjes. Ze was niet op effect berekend, dat was het. Ze was een stukje van de natuur zelf. Heur haar geurde naar hooi en haar ogen hadden de vochtige glans van blauwe grasklokjes, waar de dauw op ligt. De enige sentimentaliteit waartoe hij zich had laten verleiden, was haar te vertel len, dat ze uit een manestraal geboren was. Toen had ze hem oprecht verbaasd, bijna komisch ver schrikt aangekeken. „Vind je, dat ik er etherisch uitzie?" Nee, dat zag ze niet.' Ondanks haar tenger fi guurtje, was ze sterk en gezond en tintelend van levensvreugde. Op een dag vertelde ze hem, dat een vriendin netje van haar zou overkomen voor een week. Gert vond het vervelend. Hij had zijn hele plan, om met zijn boot verder te trekken, laten varen. Om haar was hij hier gebleven. Nu had hij geen zin, een derde inbreuk op hun kostbare tijd te la ten maken. HEEL LANG GELEDEN, toen Sint-Nicolaas nog jong was, ging hij ook al enige tijd voor zijn verjaardag op stap om kleine ge schenken in de schoenen van de kinderen te leg gen. Als het dan donker was, midden in de nacht, steeg de goede Sint op zijn schimmel, riep zijn knecht die de zak droeg en samen ondernamen ze dan de tocht langs alle huizen waar kinderen waren, om de schoentjes te vullen met kleine cadeautjes. Toen reed de Sint nog niet met zijn paard over de daken en Zwarte Piet gleed nog niet door de schoorstenen. Neen, toen ging alles veel gemakkelijker. Ze reden door de stille, ver laten straten van dorp of stad en bij de huizen waar ze zijn moesten, konden ze zo naar binnen gaan, want overal stonden de deuren op een kiér. In die goede, oude tijd deed niemand zijn deur op slot en daar was ook geen reden voor, omdat alle mensen goed waren. Niemand zou iets bij een ander wéghalen! Voor de goede Sint en zijn knecht was dat wel heel erg eenvoudig. Bij de huizen waar presentjes moesten worden afgeleverd; hield de Sint halt, Piet haalde de geschenken uit de zak en sloop „Is ze leuk?" vroeg hij een beetje geprikkeld. „Dan heb je zeker geen tijd meer voor mij". Ze keek een tijdje peinzend voor zich uit. „Ze is niet echt een vriendin", zei ze. „Onze moeders zijn vriendinnen". Toch veranderde alles vanaf de dag, dat Betty kwam. Niet van Karin's kant, maar van de zijne. Betty was het mooiste meisje dat hij ooit gezien had en al in het eerste uur, dat zij met Karin bij hem aan boord thee dronk, raakte hij hals over kop verliefd op haar. Hij merkte nauwelijks op, dat de boer Karin plotseling zo vaak scheen nodig te hebben. Hij was nu bijna altijd in Betty's gezelschap. Het was heel anders dan het met Karin geweest was. Ze bleef een week. Karin en hij brachten haar samen naar het nabijgelegen stationnetje. De hele weg terug praatte hij over haar, dat ze toch zo'n verdraaid grappig ding was. Het viel hem niet op, dat Karin weinig antwoordde. Hij had het altijd fijn van haar gevonden, dat ze zo goed de kunst van luisteren verstond. „Kom vanavond op de boot", vroeg hij. „Het is volle maan". Hij brandde van verlangen, nog meer over Bet ty te praten. Zijn kleine, iieve kameraad mocht gerust weten, hoe „stapel" hij op dat meisje was. Maar Karin was niet gekomen. En toen hij de vol gende dag, het wachten moe, naar de boerderij was gegaan, hoorde hij van de boer, dat ze on verwacht met de eerste trein was vertrokken. Zonder een woord van verklaring voor hem achter te laten. Met schrik drong het tot hem door, dat hij zelfs haar adres niet kende. In de herfst, die volgde, ontmoette hij Betty ver scheidene malen. Hij had haar om Karin's adres kunnen vragen, maar een koppige trots weerhield hem ervan. Het merkwaardige was, dat Betty hier in de stad alle glans voor hem verloren had. Tenslotte was ze niet anders dan de vele meisjes die een grote stad bevolken. Maar Karin's beeld werd steeds sterker. Haar ogen waren als zuivere lichtjes, die hem vanuit de verte wenkten. Hij zocht haar tussen de velen, die hij ontmoet te. Maar zoals een manestraal haar in zijn leven gevoerd had, zo was ze er ook weer uit verdwe nen. Toen pas werd hij er zich volledig van be wust, wat ze voor hem betekende en begon het ver langen naar haar hem te verteren. De enige uit weg voor dit verlangen waren de brieven, die hij haar schreef. Brieven, die nooit verzonden kon den worden En zo was de tijd vergleden De St.-Nicolaasavond. Deze avond deed onwille keurig het oude gevoe) uit zijn kinderjaren herie- ven. Dat gevoel van kloppende verwachting, dat geloot in een sprookje, dat tegen elk redelijk ver stand inging en juist daarom zo zoet was. Als kind had je gemeend, dat op deze avond alles mogelijk was. St.-Nicolaas kon je meest geheime wensen op wonderbaarlijke wijze in vervulling brengen. Er school geen spoor van twijfel in dat bevende, zalige gevoel van verwachting in je kleine hart Een bitter lachje trok om mijn mond. Deze wens, die de vurigste was, die hij ooit gekoes terd had, zou zelfs St.-Nicolaas niet voor hem kunnen vervullen. Waarom ging hij niet uit en zocht afleiding met vrienden, die evenals hij hun vrygezellenkamers zouden ontvluchten, op zoek naar wat surrogaat? Het was hem onmogelijk. Iets hield hem hier vast. De wereld buiten scheen zo onherbergzaam. „Verwacht je soms toch een verrassing?" be spotte hij zichzelf. Hij was een man geworden. Hij hoefde niet meer in wonderen te geloven. Evenmin geloofde hij, dat er bovennatuurlijke krachten in je konden wonen, die in staat waren, de mens, naar wie je vurig verlangde, als met een magneet naar je toe te trekken. Het moest dus wel een geestverschijning zijn, een produkt van zijn eigen verbeelding, die hij op zijn drempel zag verschijnen. Dit was eenvoudig zins begoocheling, de manifestatie van zijn hunkeren de wensen en die sentimentele St.-Nicolaas- sfeer. Hij had immers niet eens een deur horen open gaan. Toch stond ze daar. Ze trad in het beeld, dat altijd in zijn geest leefde. Ze had haar armen vol pakjes en haar gezichtje was rose ge kleurd door de winterkou buiten. „Ik kon het niet laten, Gert," zei ze zacht. „Vanavond niet. Sinterklaasavond is toch anders dan andere avonden. Als je niet thuis geweest was, wat ik eigenlijk hoopte, zou ik alleen de pak jes hebben neergelegd „Karin o, Karin was alles wat hij er uit kon brengen. Hij bleef haar maar aan staan kijken, of hij het nog altijd niet bevatten kon. Lang zaam kwam een zwakke schaduw de lichtjes in haar ogen doven. „Ben je niet een heel klein beetje blij me te zien" vroeg ze zacht. „Blij?" Het leek wel op een snik. Hij nam haar in zijn armen. Ze was geen visioen. Ér was niets meer om bang voor te hoeven zijn, want nu hoor de ze bij hem. „Op een manestraal kwam je voor de eerste keer bij me", fluisterde hij. „En nu brengt die goeie, ouwe Sint je bij me terug ST.-NICOLAAS zachtjes op zijn tenen naar binnen. Daar stonden de schoentjes al klaar. Niet bij de haard, zoals nu, maar in de gang of pal achter de voordeur. Het was een rustig leven voor Sint-Nicolaas en zijn knecht. Maar dat bleef niet zo. Er was een jongen en die heette Diefje en dat was'n heel toepasselijke naam voor hem, want hij was het eerste mensen kind, dat niet goed en eerlijk was. Hij was altijd stout en ongehoorzaam. Hij was stiekum en pakte dingen weg, die niet van hem waren, alleen maar omdat hij alles zo graag hebben wilde. Daarom noemen de mensen iedereen die steelt nu nog „dief". Natuurlijk wist Sint-Nicolaas dit allemaal wel en hij besloot Diefje dat jaar niets te geven, omdat hij zo stout was en zijn leven niet wilde beteren. Diefjes vader en moeder hadden het hem al ge zegd. „Diefje", zeiden ze, „Sint-Nicolaas komt dit jaar niet voor jou. Jij krijgt niets, omdat je zo stout bent geweest." Dat vond de jongen heel erg. En hij piekerde hoe hij het moest aanleggen om toch cadeautjes van de goede Sint te krijgen. Voor taart goed en gehoorzaam zijn, dat wilde hij niet, want hij vond het veel te prettig om stout te zijn. Neen, hij wist wat beters! Toen Sint-Nicolaas dat jaar aan zijn nachtelijke tochten begon, ging Diefje 's avonds naar bed, maar hij ging niet slapen. Hij zorgde er voor wak ker te blijven en toen het tegen middernacht liep, klom hij uit zijn bed en trok zijn kleren aan. Hij nam een grote zak mee en wachtte achter de voordeur, totdat hij het klossen yan de paarden hoeven over de straatstenen hoorde. De Sint ging zijn deur voorbij, maar stopte bij de buren. De jongen wachtte. Even later hoorde hij het paard weer verder lopen en voorzichtig sloop hij de deur uit. Terwijl Sint-Nicolaas verderop in de straat wachtte en Zwarte Piet daar naar binnen was, glipte Diefje door de open deur bij de buren naar binnen. Ja hoor, daar stonden de kinder schoentjes in de gang en de presentjes lagen er in. Vlug nam Diefje ze er uit en deed ze in zijn zak. Met de zak op de rug, net als Zwarte Piet, wandel de hij weer naar buiten en ging het volgende huis binnen. Zo ging het de hele nacht. Waar Piet juist cadeautjes had gebracht, haalde Diefje ze weer weg. Tegen de morgen kwam de jongen met een goed gevulde zak thuis. Al die cadeautjes waren voor hem. Wat kon het hem schelen, dat Sint-Nicolaas niets voor hem bracht! Maar al de kinderen in de stad, die 's morgens vlug naar hun schoentjes holden om te zien wat de goede Sint had gebracht, stonden verdrietig te kijken, want ze vonden de schoentjes leeg. Nie mand begreep er iets van. De volgende nachten ging het precies zo en bij Diefje stapelden de geschenken zich op. Natuur lijk bleef het niet onopgemerkt. Het kwam Sint- Nicolaas ter ore en die vond het verschrikkelijk, dat zoveel cadeautjes gestolen werden. Maar nie mand wist te vertellen, wie de dader was. Een volgende nacht nam Sint-Nicolaas nog een Piet mee en die moest een heel eind achter hem aan komen en goed opletten of hij iemand zag. WAT ER OOK in ons leven veranderen mag in dit atoomtijdperk, hoe de inter nationale en economische toestanden zich ook toespitsen en hoe strak wij de koor den van de huishoudbeurs ook moeten houden, nu dan dit dan dit in prijs blijkt te stijgen, één ding verandert gelukkig niet. Dat is de oude traditie van het echte Sinterklaasfeest Wat er ook gebeurt, we willen aan Sinter klaas blijven doen. Voor die ene dag van 5 december willen we alle zorgen aan kant doen; we willen desnoods op ander terrein nog wat meer bezuinigen, als we op Sinter klaasavond de kinderogen maar zien stralen en we er in de huiselijke kring maar een echi blij feest van kunnen maken, waarbij ieders hart van vreugde en verwachtingen klopt. Gelukkig, dat dit zo blijft, omdat op geen andere dag in het jaar, het familieleven zo hecht en vreugdig tot uiting komt als juist op 5 december. En niet op die dag alleen, maar reeds dagen en zelfs weken tevoren. Het begint eigenlijk al, wanneer de kinderen voor het eerst hun schoentje weer mogen zetten, omdat de Sint in het land gekomen is. of althans een paar van zijn Zwarte Pieten vooruit heeft gestuurd. IS HET GEEN BELEVENIS de kleintjes des avonds vóór het slapen gaan hun liedjes bij de schoorsteen te horen zingen. Ontneem uw j kinderen de blijdschap van deze verwachting j niet uit overweging, dat alles toch al duur I genoeg is en er aan die schoenzetterij niet meer gedaan kan worden. Het behoeven geen grote cadeaus te zijn, waarmee u de schoen- tjes vult. Met een suikeren beestje, een stukje j chocola zijn ze even opgewonden blij, omdat „Sint" het voor hen gereden heeft. En als j ze de volgende morgen naar u toe komen j rennen met hun „Mammie, kijk eens!", dan voelt u zich dubbel en dwars beloond. De winkels zorgen er ook al dagen van te- voren voor, dat we in de Sinterklaasstemming komen. Voor uw kinderen bestaat er niets heerlijkers dan op vrije middagen of na schooltijd met u winkels te gaan kijken. Neem ze een enkel keertje ook eens 's avonds mee De lichtjes maken alles nog veel feestelijker en verhogen voor het kinderlijke gevoel de geheimzinnigheid aanmerkelijk. MAAK DE DAGEN vóór Sinterklaas in elk opzicht feestelijk door na schooltijd bij het kopje thee een borstplaatje, wat speculaas of iets anders van die specifieke lekkernijen te geven. En als er dan nog eens door een on zichtbare hand pepernoten gestrooid worden dan komt de stemming van het naderende feest er helemaal goed in. Aan deze stemming kunt u zoveel doen, zonder dat het geld hoeft te kosten. Dat kleine beetje geheimzinnigheid, dat door het hele huis waart, 's Avonds een verhaal ver tellen of voorlezen over St.-Nicolaas. Samen met de kinderen Sinterklaasliedjes zingen. Denk maar terug aan uw eigen kindertijd, dan weet u precies, wat nw kinderen nodig hebben, om „hun hartjes vol verwachting te doen kloppen". Dan komt de climax, waarnaar dit feeste lijk voorspel voert: pakjesavond! Hoe vaker de bel gaat, hoe heerlijker het is. Het behoeft u hens niet zoveel geld te kosten, om toch een massa pakjes op tafel te brengen. Het kost u alleen wat tijd en vindingrijkheid. Geeft een dwaze surprise met een geestig rijmpje niet veel meer plezier dan een kostbaar ca deau zonder fantasie? Pak uw geschenkjes, hoe klein ze ook zijn smakelijk in en maak zoveel mogelijk rijmen, dat is het recept voor een geslaagde Sinter klaasavond. Verhoog de spanning door origi nele surprises te verzinnen. En weef om alles, wat er gebeurt, dat heerlijke patroon van geheimzinnigheid, dat de Sintern-aa-^f..-»- tol iets onwezenlijks maakt. MARCELLE Maar Diefje was heel erg slim. Juist toen hij die avond uit huis wilde gaan om de Sint te volgen op zijn tocht, hoorde hij andere voetstappen in de stille straat en hij bleef achter de deur. Hij zag een tweede zwarte Piet voorbij komen en begreep waarvoor dit was. Hij wachtte rustig tot Piet num mer twee verdwenen was en sloeg toen zijn slag. De Sint bemerkte, dat alle maatregelen niet hielpen en nam toen een wijs besluit. Hij vroeg de mensen het volgend jaar hun deuren op slot te doen, dan kon de rovei niet stelen. Hij zou de ca deautjes wel op een andere manier brengen. Vol verwachting zagen de mensen en kinderen naar het volgende Sinterklaasfeest uit. Een poosje voor vijf december kwam de goede Sint en vond alle deuren op slot, precies zoals hij gevraagd had. Toen klom hij met zijn knecht en de schimmel op de daken en bezocht zo alle huizen. Het bleek voor de goede bisschop geen pretje in het begin. Hij moest er nog helemaal aan wen nen, zo hoog boven de grond en ook de schimmel liep heel voorzichtig en langzaam. Piet vond het wel leuk. Nu kon hij klitnmen en grote sprongen maken van het ene dak naar het ander. En het leukste vond hij door de schoorste nen te glijden om daar benéden de geschenken in de kinderschoenen te leggen. Hij was zwart en niemand kon aan hem zien, dat hij vol roet zat. Diefje zag dat jaar geen kans cadeautjes te ste len, want alle deuren zaten op slot en boven op de daken klimmen en zo de Sint volgen durfde hij niet, want hij was veel te bang dat hij van een dak zou vallen. Vanaf die tijd rijdt de Sint met zijn schimmel over de dakenen glijdt Zwarte Piet door de schoorstenen om de cadeautjes in de schoentjes te leggen. Het bleek de beste manier, want in al die vele jaren werd er geen cadeautje meer weg. gepakt

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 19