Niets nieuws
onder
de zon
verliefd op
van
b Beter in 1959?
wording
/ff/Vrijthof
i
I in
POSTMERK
en
Kerst-sentiment in veranderde huid
Inboorlingen en huurlingen
Al 57!
KERSTINLAGE 24 DECEMBER 1958
PAGINA 3
G K e b e -t*K
J a J
4- -t■&-
-.44
-S§
i
Romantiek der jongeren
romantiek der ouderen
AU is het moeilijk, het lukt soms
van het leven enige afstand te
nemen om er vervolgens naar
te kijken. Dan komt ons al dat men
selijk reilen en zeilen heel wonder
lijk voor.
In de kerstdagen weet je niet wat
je ziet. We hanteren dan bijvoor
beeld een heel andere taal, zonder
blikken of blozen, zonder enig te
ken dat heel vreemd te vinden.
Onze pastoor heeft het over een
Kindeke. Dat woord gebruikt hij
anders nooit.
De herdertjes lagen bij nachte..
Dat is volkomen in strijd met de
werkelijkheid. Het is absurd die
ruige mannen, herdertjes te noe
men.
Zoiets valt je op, wanneer je op
enige afstand gaat staan kijken.
Een etiket is gauw gevonden voor
het verschijnsel: Romantiek, die je
dan vals, burgerlijk of mooi kan
noemen. Jonge mensen houden er
niet van, zeggen ze. Ze staan in de
wereld, realistisch, plukkend de
dag, hier en nu. Ze houden van de
kern van de zaak, zonder franje.
Ze zouden dan voor dat „Kin
deke" en die „herdertjes" niet meer
voelen,
Dat is zeer de vraag.
BIJ de voorbereiding van een
kerstviering ontstond er dei
ning onder de jonge mensen,
die er aan deelnamen over de te
gingen liederen.
Ze vonden ze oud, afgeleefd, ver
sleten, vals en lelijk. En in de
trouvaille dan nog maar yerder de
geschiedenis of volksmuziek in te
duiken om daar iets beters aan
kerstliederen te vinden trapten ze
niet. Ze geloofden ook niet m ae
volks- of huismuziekfans met hur.
„Maria, die zoude naar Bethlehem
fgan" enz.
Wat dan?;
Ze kwamen aan met „Mary's Boy-
Child", een ding gezongen door
Harry Belafonte. Dat was het, dat
was van nu.
Toch is het een produkt dat in
geen enkel opzicht beter is dan
Stille Nacht of iets anders over-
bekends, de tekst is hoogstens sim
peler en directer.
De grote Harry zingt hees en voor
de inzet van het laatste refrein,
haalt hij doelbewust hoorbaar adem
en dat nog als iemand met een
aandoening van de luchtwegen. De
eerste de beste zangpedagoog rilt
ervan.
Wat is het verschil met het vlak
ke driestemmige kinderkoortje dat
lijzig traag en zoet zachtjes, bege
leid door fluit en viool „Stille
Nacht" doet open bloeien?
Nochtans, het laatste werd
niet en Harry Belafonte werd wel
geaccepteerd.
Père Duval zingt en speelt slecht.
Hij moet leren zingen en spelen
Zijn melodieën hebben weinig om
het lijf en zijn teksten ook.
De pater trok stampvolle zalen
met jonge mensen. Een even zwak
zanger met een repertoire waarop
„Madonnakindje" voorkomt en
„Achter in het stille klooster" zal
geen gehoor vinden.
In de versjes van werkelijk nog
niet zo lang geleden kan men voor
wat natuurstemmingen betreft lezen
over het ochtendgloren, het dalen
van de avond, de maan scheen hel
der, de weg was breed, het prille
voorjaar enz.
Ze zijn niet meer in trek.
In de Franse versies van nu,
waarvoor veel jonge liefhebbers
zijn, regent het pagina, na pagina.
Het is mistig, nat en kil buiten.
Wat is het verschil?
We vinden dat er geen verschil is.
Het is dezelfde romantiek. Het
een is alleen van vroeger en het
andere van nu.
Mijn moeders romantiek lag op
haar schaarse feesten in de
tijd die nu voor haar herinnering
is, in de balzaal met een Weense
wals, echte waaiers en een mooi
toilet.
De moderne romantiek der
jongeren in twee foto's, die
staakjes opgewonden aan
dacht voor hot-jazz laten
zien.
36
De romantiek van wat nu jong
is, ligt in de kelder of op zolder, in
plukhooiharen en zwarte kousen.
Je doet voor een jongeluisfuif wat
geks aan. Jongens dragen truien of
zo.
De zaak waar hun vader biljart
of zakenvrienden ontmoet heet ech
ter kitschkroeg omdat 't z.g. oud-
hollands is ingericht.
Wat is het verschil met de kel
der?
Het is er niet. Het een is vaders
romantiek (hij vindt het daar ge
zellig), het ander is romantiek van
deze generatie. Nu losse haren, een
beetje nonchalant boven de Coca-
Cola. Toen keurig gekapt, lange
handschoenen aan, proberen met
een voorzichtig glaasje wijn beval
lig om te gaan. Toen luchters en
kronen, nu kaarsen in een wijn
fles. Toen op de foto. de arm leu
nend op een zuil tegen een bos-
decor, een blosje op de wangen en
lachen tegen het vogeltje. Een en
al pose.
Nu zogenaamd spontaan geknipt
uit het volle leven, tikkeltje mee
warig kijken, lekker los. Geen pose''
Toen een reisje langs de Rijn, nu
naar Frankrijk.
En zo voort.
WE willen alleen maar zeggen,
dat romantiek zo oud is als
de wereld. Er is geen reden
om aan te nemen dat de generatie
van nu er niet meer aan doet. Er is
immers in onze veranderde wereld,
een mening waarin het heet dat de
jeugd in haar gedrag verlangt naar
het echte, onvervalste, naar ,,the
heart of the matter". Daarin gaan
dan zovele geestelijke waarden over
boord.
Naar aanleiding van Kerstmis en
zijn romantiek hebben we gevon
den dat het met die romantiek; in
ieder geval niet zo is.
Het pakt gelukkig zo uit, dat
vaak zonder het te beseffen en zelfs
te willen die jeugd onder „the
heart of the matter" toch ook het
romantische gewaad, de geestelijke
tederheid rekent, die het leven nu
net precies boven het triviale tillen.
Een avondje Père Duval is niet
zoveel anders dan de Nachtmis met
de kerstliedjes. Het is allebei echt
en werkelijk. Je kunt je alleen
afvragen hoeverre het ene in, het
andere uit de tijd is.
F B.
MAASTRICHT wereld
n
17 EN TOCHT door het oudste Maastricht, volbracht met
lange langzame tred en het hart bereidwillig geopend
voor de milde invloed van versteende historie, zo'n tocht
stemt lyrisch. Dat ondervindt de vreemdeling in het zomer
seizoen, maar ook bij tijd en wijle de burger van deze goede
stad. De grafkerk van de Grote Heer van Tricht ziet hij plot
seling als voor het eerst. Hij verlustigt zich in het beeld dat
het betoverende Vrijthof hem biedt, als ging hij hier niet
honderdmaal eerder achteloos aan voorbij. Hij dwaalt door de
nauwe straatjes in het kwartier tussen de robuuste Helpoort
en de massieve Basiliek, loopt even binnen bij de Sterre der
Zee, staat te dromen aan de oever van de Maas en defileert
in zijn eentje over de kinderkopjes voor het stadhuis van
Pieter Post. Dan groet hij uit de verte de bronzen Minckelers
en keert terug naar het Vrijthof om even te verpozen onder
de hoede van de Oude Vogelstruys. Daar rust de lyrische
burger en overvalt hem het verlangen om de stad van zijn
hart te vereren met een poëem. Het gevaar is groot, dat hij
aan dat verlangen nog toegeeft ook. Geen nood, wanneer de
mist is opgetrokken en het nuchtere burgerverstand weer
functioneert, zal de barmhartige prullenmand het compromit
terende manuscript, waarin Maas rijmde óp Sint Servaas en
trouw op Onze Lieve Vrouw, opnemen en voor eeuwig doen
verdwijnen.
Voor deze burger van de
der Nederlandse Maassteden is er
pas een\gul boekje verschenen.
„Zesendertig dichters en de stad
Maastricht", zo heet het. Samenge
steld en uitgegeven door dr. Char
les Thewissen, die er verzen in op
nam van 57 poëten, die ooit het
zelfde deden als de nuchtere burger
na zijn wandeling, maar zich daar
geenszins voor geneerden. Zij lieten
hun „billets doux" drukken, zon-
■f- O. »WT Pru y (+,4#*>
TT»T} i u s TDo n fv i Ke_Nj>pi iv.
O Cj o-rtA-fc "tiLe/uu IcJrJti dxct
dt ~-^t. Axt C- flwv&fcoku.
DE NATO-CONFERENTIE is weer voorbij. Het nor
male leven in de politiek, of wat men daaronder wil
verstaan, heeft zijn loop hernomen. De vloed van
communiqués, verklaringen van waarnemers en des
kundigen, woordvoerders, zegslieden en „doorgaans
betrouwbare bronnen" is voorlopig weer geëindigd en
de buitenlandse redacties der dagbladen kunnen weer even adem
halen. Want de hoge heren van de grote politiek hebben hun resi
denties weer opgezocht en net als alle kleine mensen bereiden
zij zich voor op het kerstfeest en op het nieuwe jaar.
En wat zal dat nieuwe jaar brengen? Een beetje meer geluk dan
in dit jaar? Een beetje minder politieke spanning? En een beetje
minder angst? Zal er wat meer geld beschikbaar komen voor
toneel en muziek en voor een bosje bloemen voor een ziek meisje?
En zullen we wat meer lust hebben in een hartelijk woord voor
een ontheemde Hongaar of voor een eenzame kleurling?
VRAGEN ZONDER ANTWOORD maar mèt de meest bange voor
gevoelens. Waarom zou het in 1959 immers anders gaan dan in
andere jaren? Waarom? Wel, omdat er bijvoorbeeld mensen zijn,
die hebben ingezien, dat er betere dingen zijn in de wereld dan
oorlog en angst om energie aan te besteden, of die in ieder geval
weten, dat er wel wat aan te doen is. Maar waarom weten de
meesten dat dan niet? Denken die dan alleen maar aan geld ver
dienen en aan de beperkingen van de democratie? Ze zullen toch
nog wel oog hebben voor de goedheid van een gebaar, of voor
het zinvolle van een kleine edele gedachte, die misschien schoor
voetend om de hoek komt kijken bij de kerstboom en bij de
Nieuw jaarspunch?
Of toch weer niet? GUY NIMBOIS.
)svt^ Jo*A-1 OmA n-Uj.» UnA 9p> da.tru- JuUAjfr
6v. 'a-U o(a <Lt-xU W ïïcïc
m
EENANEWQULÊj
gen ze voor de radio of schreven ze
neer in een voor ieder toegankelijk
gastenboek. De speurzin van de sa
mensteller moet geprezen zijn, om
dat hij uit hoeken en gaten alles
bijeen gaarde wat er over de stad
van zijn en veler liefde gedicht
nu. laat ons liever zeggen: gerijmd
werd. En hij speurt verwoed ver
der De discongruentie tussen de 36
van de titel en de 57 van de in
houd is trouwens daaraan te wijten.
Het waren er inderdaad 36, toen
twee jaar geleden de eerste druk
van het boekje verscheen. Sinds
dien zijn de overigen opgedoken; ze
kregen een plaats in de tweede ver
meerderde druk. En in vertrouwen:
voor een eventuele derde druk zijn
er al weer nieuwe gegadigden, een
15de-eeuwse anonymus en Fell*
Timmermans, de meester van Lier.
~\\[T IE er nu in staan? Jong en
yy oud, experimenteel en tra
ditioneel, goed en helaas ook
slecht, rijp en helaas ook groen.
Dr. Thewissen verontschuldigt
zich voor zijn gebrek aan kies
keurigheid in een nawoord,
waarin hij zijn bedoeling om
schrijft als „niet zuiver literair,
doch meer literair-historisch"-
Ter verantwoording van een ram
melende tekst die Jan de Cler
een keer per ongeluk uit zijn vlot
zingende mond heeft laten buite
len, is dat nawoord echt niet he
lemaal afdoende. Maar goed, een
kniesoor die daarop let. Er blijft
genoeg over dat terecht in het
boekje is opgenomen.
Om te beginnen is er natuurlijk
het aloude paradepaard van de
Limburgse letteren Heinric van
Veldeke, die aan het begin van de
Nederlandse letterkunde de Euro
pese betekenis van Tricht breed
heeft uitgemeten.
Des steyt die stat te maten
Aen eynre gemeynre straten t
Van Inghelant in Ongheren
Voer Colne ende voer Tongheren
Ende also dies gelyck
Van Sassen in Vrankryk
Ende mit scepe die des pleghen
Te Denemerken ende te Nor-
wegheli-
Die weghe versamenen sich
all dae'
Des is die stadt daer nae
Gheheiten Traiectum.
Daer sande God Servacium.
Dan is er vader Vondel met zijn
Stedekroon van Frederick Heh'
drick, dominee Jacob Revius met
een verwijtend vermaan aan het
adres van de Maastrichtenaren die
tot 1632 hebben gestreden „voor den
tyran en d'afgoden", dominee Ni"
colaas Beets zelfs, hij met de aan
sporing om te zijn „op de grens van
Nederland een waarborg voor den
broederband met trouwe nagebu-
ren". Enkele liederen over bele
gering en plundering geven berijm
de historie. Dat de Hollandse dich
ters zich in vroeger eeuwen vee'
aan Maastricht gelegen hebben la
ten liggen, kan men deze oogst be
ziende niet zeggen. Evenmin dat hej
letterkundige leven in deze hoek
van de lage landen een rijke bloe1
haal apart. De oude kerken P1'
kerken ging de liefde door
heeft gekend. Nieuws is dat nief'
alleen maar de bevestiging va*}
oude waarheden, die voor onze tij"
minder schijnen te gelden. Ter n'
lustratie de volgende namén uit d"
inhoudsopgave: Luc van Hoek, Ge
rard den Brabander, Jan Engelman-
Gabriel Smit, Van Geuns, en Miche'
van der Plas. En een citaat uit he
opgenomen gedicht van Guillaum
van der Graft:
Maastricht, met blauwe masten
opgerezei1'
ligt als een schip onder de
heuveld>a
en drijft verankerd op de wol-
kengrijze
golven die samenspoelen tot
een dfl''
En dichterbij worden de maste'1
torent
het schip een vesting en de
golven groe11
en op de golven groeit het gele
kore
en op de gele torens kopergrot
Uiteraard zijn in het poëtische le'
gioen der 57 de huurlingen zeld
zaam. De meesten zijn inboorlinge"'
bij toerbeurt zich bedienend va1}
het algemeen Nederlands en hÊ
Maastrichtse dialect. De beid"
Kempen zijn erbij, Jac. Schreur5!
Mane Koenen, Felix Rutten, Robef;
Franquinet, Hilarion Thans en d"
beide jongste Limburgse dichte1
Leo Herberghs en Willem Coumah5'
Wat zij allemaal in Maastricht
hebben gezocht en wat er hh"
liefde opwekte, vormt een ve7t
et
l
hun relieken, het weidse Vrijth".
de antieke sfeer hebben somm1
gen aangedaan. Carnaval en
straatmuziek anderen. Leo HeIL
berghs werd bekoord door de r1
seling van het kleine riviertje
Jeker, maar bij Anton van DUIj'
de
maag: „Wij vinden hier voor ori
kaken een zomerse verjonging®
kuur"