GELD MOET ROLLEN, OOK
IN FRANKFURT
Triomf van
volkskunst
werkt en koopt zich
naar een rijk
Saint-Sulpice
gerehabiliteerd
Nieuwe Kerkstkunst
Het Feest!
Or
ganisatie!
Geld, geld
Materialisme
KERSTINLAGE 24 DECEMBER 1953
^.v(Msy<v s.{ •■•^■X.V- ^'•■'■■v
DUITSLAND
„Weihnach tsfeier"
(Van onze speciale verslaggevr)
FRANKFURT AM MAIN, december 1958.
pRANKFÜRT AM MAIN glimlacht, als het donker wordt tegen het
einde van het jaar, met duizenden lichtjes tegen het goede leven
aan. Half tien in de avond. In de goede opnieuw gebouwde straten, die
telkens verrassend samenvloeien in pleinen, trekt het' leger van winke
lende en kopende mensen onafgebroken voort. Het groen van denne-
homen en liet gele licht van talrijke lampen geven een intieme sfeer, de
Duitser zo vertrouwd in de donkere dagen voor Kerstmis, dat hij er
nooit genoeg van kan krijgen. De kijkers en kopers komen ogen en
handen tekort. Deze stad, nog maar enkele jaren geleden een troosteloze
verwarde puinhoop met als silhouet dh grillige kartellijn van ruïnes,
is nu in deze kersttijd één grote voorraadschuur, voor de burgers zelf,
voor de buitenlieden uit liet donkere Taunusgebergte en voor de toeristen,
die om vele redenen deze feestdagen in de stad aan de Main willen
doorbrengen.
De „Art Catholi
que" die sinds de
vermaarde aanval
len van Joris-
Karel Iluysmans
zich te midden van
de gewraakte
Kitch van Saint-
Sulpice had geves-
t'igd om te be
wijzen dat er ook
een werkelijk re
ligieuze kunst is,
heeft jaar op jaar
de kerstkunst van
de vermaarde
houtsnijder en
beeldhouwer PY in
de handel ge
bracht; Thans nu
PY reeds een tien
tal jaren ten grave
is gedaald, heeft
zijn weduwe een
wandtafereel vrij
gegeven dat PY
voor zijn vrouw
had gemaakt. Het
komt overeen voor
wat de figuren
betreft met wat
men van PY ge
woon was. Niette
min dient het als
een posthume
hulde aan PY. die
zozeer heeft bijge
dragen aan de ver
nieuwing van de
kerstkunst, bijzon
dere aandacht te
ontvangen, nu het
via de reproduktie-
techniek een sie
raad voor talrijke
huiskamers wordt.
PARIJSE
KERSTMARKT
DE tijrlen zijn duur maar de kerstvreugde is de prijzen te sterk. De
goedgeefsheid voor de feesten geeft juist liet tegengestelde te zien
van wal in kltfthten over de intoereikendheid der lonen wordt beweerd,
't Is waar. Parijs kent Sint-Nicolaas niet en de nieuwjaarsgeschenken
bepalen zich tot het uitbetalen van de dertiende loonmaand, iets wat
gelukkig nog vóór Kerstmis plaats heeft. Zet nu ongelovige ogen op.
Men geeft hier meer dan 25 miljard francs of ongeveer 250 miljoen
gulden uit aan de kerstcadeaus. De cijfers moeten niet te hoog geschat
zijn, want ze komen van de belastingen en die kunnen het weten.
25 miljard francs voor de kinderen en het bedrag voor de verrassingen
voor de groten zal wel minstens zo groot zijn. De economisten, die droge
lieden, hebben voorgerekend dat de Fransen in de beide weken van de
kerstmarkt ruim 14 procent van het gezinsbudget uitgeven. Geen wonder
dat dc grote magazijnen in overvloedig feestlicht baden en van hun
etalages landschappen uit een wonderland maken.
Het schijnt dat vooral de ingenieurs
hun vernuft hebben uitgeput om aan
de wensen der kinderen te voldoen.
De techniek overheerst. Het speel
goed wordt een getuigenis van de tijd
waarin we leven en de Spoetniks ver
schijnen in de etalages. Maar de oude
panoplië met képi, geweer en sabel
is verdwenen om plaats te maken
voor geweldig ingewikkeld getuig,
waarvan de kinderen de ouderen wel
zullen leren hoe ze in werking wor
den gesteld. Ze worden ook op de
hoogte gebracht van alle automerken
ter wereld en de vervaarlijke hulp
middelen der bouwtechniek onderwij
zen hun geheimen.
Niemand zal durven ontkennen dat
van welgekozen speelgoed een opvoe
dende kracht kan uitgaan, evenmin
dat in deze tijd van technische ont
wikkeling het goed is de kinderen
daarheen te leiden. Maar in Kersttijd
dient ook aan andere dingen gedacht
dan wat deze materialistische tijd
vraagt. Het kind heeft hogere belan
gen en we hebben al die geschenken,
die nu zo lokkend worden tentoonge
steld, verlaten om eens te zien of er
ook een noemenswaardig bedrag
wordt besteed aan geschenken die be
vorderlijk zijn aan het ontkiemen of
onderhouden van godsdienstige ge-
steeds aan de kunst van Saint-Sulpice
het etiket van bedenkelijke kitsch
geeft. Mag dat nog langer duren? Wij
menen dat er ieder jaar wat meer
reden bestaat voor de rehabilitatie
van Saint-Sulpice, dat ook het meest
afgrijselijk bewijs was van de deca
dentie waartoe de kerkelijke kunst,
en wel zeer in het bijzonder de reli
gieuze kleinkunst was vervallen. De
voorwerpen van godsvrucht in gips
of afschuwelijk beschilderde metalen
vervaardigd verdienden de naam
kunst allerminst. Maar het alarm
van Huysmans had niet vergeefs ge
klonken. O zo langzaam is verbete
ring ingetreden.
Toen in het begin dezer eeuw her
leving der kerkelijke kunst intrad,
heeft zij wel weerklank gevonden in
het handeldrijvende Saint-Sulpice,
maar het zou jaren duren eer gezon
de kunstopvattingen er doorbraken.
We hebben ons nog kunnen onderhou
den met de krasse tachtiger, de heer
Rouart, die een halve eeuw geleden
het heeft aangedurfd bekwame jon
ge kunstenaars ter hulp te roepen.
En de meeste dier kunstenaars zijn
grote kunstenaars geworden. „A
l'Art Catholique", zoals hij zijn zaak
noemde, werd opruiming gehouden
van de oude gipsrommel en bazaar
artikelen; opdracht werd .gegeven aan
de beeldsnijders en beeldhouwers
beelden te vervaardigen die kunst
zinnig aan de door de jonge kunst
beweging verbreide kunstopvattingen
beantwoorden, terwijl gelijktijdig
tentoonstellingen van hedendaagse
kerkelijke kunst tot de opvoeding van
het publiek bijdroegen. Gelijktijdig
werd plaats gelaten aan de reproduk-
ties van de beroemde kunstwerken
van het verleden. De prentkunst on
derging ook een algehele vernieuwing
en het boek ging aan hoogstaande
tot de kopers te brengen. Maar de
oude huizen vonden dat ondernemin
gen alleen voor een koopkrachtige
elite. Er zal nog wel eens gelegen
heid zijn het langzame penetreren
van echte kunst op de voet te vol
gen; nu volstaan we met op te mer
ken dat de invloed der goede kunst
werd verhaast door wat als de volks-
kleinkunst naar voren kwam. Dat gaf
aan Saint-Sulpice de levendige Kerst
markt van thans.
DE HERLEEFDE belangstelling
voor de folklore der Franse pro
vincies gingen het materiaal le
veren voor de Kerstkribben in de ge
zinnen, en de gemakkelijk verkrijg-
bore Provengaalse santons waren al
spoedig te vinden in alle winkels.
De 'heer Rouart had het geluk de
hand te leggen op het Kerstwerk van
de beeldhouwer Py, die een ware pio
nier is geweest voor het kunstzinnige
beeld. Rouart vroeg aan Py kunst
volle beelden voor de kribbe en de
beeldhouwer, zelf zo zeer aan de
Kerstkribbe gehecht, ondernam zelfs
het vervaardigen van de „santons",
waarvan hij grote, kunstig gesneden
beelden maakte. Wij hebben nog tij
dens zijn leven meermalen over zijn
kostbare beeldjes geschreven. Bijna
jaar op jaar kwam hij met .een nieu
we bevolking voor de Kerstkribbe, op
de volkskunst geïnspireerd, voor de
dag en dit jaar heeft de heer Rouart
van zijn weduwe verkregen dat een
Kerstkribbe door Py voor zijn vrouw
vervaardigd, door zijn weduwe voor
reproduktie is beschikbaar gesteld.
Het werk van Py trok zozeer de al
gemene aandacht dat veel kunste
naars zich op Kerstkunst gingen toe
leggen en de overige winkels van
Saint-Sulpice wel genoodzaakt wer
den hun waar te moderniseren. Bij
Rouart volgden beeldhouwers als De
Villiers, Charles Jacob, Philippe
Rouart Py op en kunstenaressen als
mevrouw Werth en kunstenaressen
door de „Ateliers de ,'Art Sacré' ge
vormd, ontwierpen werken voor de
Kersttijd die langzamerhand ook door
andere zaken werden uitgegeven. Van
de levende artiesten spant Jacob nu
de kroon. Men is dan ook op het punt
gekomen dat Saint-Sulpice nu tiental
len winkels telt, waarin het interes
sant is de nieuwe Kerstkunst te vol
gen. En wat vooral de jeugd trekt, de
folkloristische santons vindt men in
twintigtallen winkels. Dat geeft een
zeer blijde bedrijvigheid in de donke-
DEZE STAD is één bunker, waar
uit men alles, maar dan ook letterlijk
alles kan wegslepen. Soms voor wei
nig geld en dan moet je op de goed
kope en gezellige Kerstmarkt aan de
Römerberg zijn, waar de kastanjes
met droge knappertjes openspringen
boven een gloeivuur, waar de choco
ladeharten, aan draden geregen, bij
een hangen, voorzien van de schoon
ste wensen voor de toekomst en waar
het befaamde Duitse speelgoed met
tafels vol staat te pronken onder de
sissende carbidlamp. Je kan in
Frankfurt ook voor véél geld zeer
mooie en waardevolle geschenken
wegslepen. Dan moet je van het ene
„Kaufhof" naar het andere trekken,
met het leger van kopers en kijkers
mee door het nieuwe centrum van de
herbouwde stad, met de reusachtige
Woongebouwen en de trots herrezen
kantoorpanden. De droompaleizen
glanzen nog, zo nieuw en modern zijn
Zij. Vanaf het station voorbij de „Tau-
husallee" tot diep in de stad is er
in nieuwbouw een geheel tot stand
gekomen, dat enerzijds zijn typisch
Suits karakter heeft bewaard, dat an
derzijds de invloeden van Amerikaan
se „stadsplanners" niet ongedaan
heeft weten te maken. Het gevolg is
dat de stad toch een karakter heeft
gekregen, dat uniek is voor het na
oorlogse Duitsland. In de Kerstda
gen valt dit nog sterker op, omdat de
ze stad, die uit verkeersoogpunt gun
stig is gelegen en bovendien een van
de belangrijkste Duitse handelssteden
is en middelpunt van cultureel leven,
zich dan tooit (in het gróót) met den-
negroen en typische uiterlijke sym
bolen, van wat daar „Weihnachtsfei-
er", hét feest van het jaar, wordt ge
noemd. Het lijkt of de Duitser voor
deze feestdagen het gehele jaar heeft
gespaard. Maar hij geeft het geld in
enkele uren gemakkelijker uit dan
Waar ter wereld ook, want hij kan
het nieuwe jaar niet goed beginnen
Bis zijn Kerstfeest niet goed is ge
weest.
DUITSLAND WERKT en Duits
land koopt. Om halftien in de
avond ratelen in 't centrum en vlak
daarbij de betonmolens, klinkt over
het rumoer van feest en verkeer
het gedreun van pneumatische ha
mers en overstemt het gekreun van
bouwkranen als modern protest het
zielige getingel van het orgeltje,
waarmee een eenbenige man, aan
de oever van de maalstroom win
kelende mensen, zijn graantie
tracht mee te pikken. Die man
hoort eigenlijk niet bij de degelijke
organisatie, die Duitsland ken
merkt als het gaat om de zaak
wéér en ditmaal goed op poten te
zetten. Alles is geregeld: het werk
en vooral de wederopbouw, incluis
de overuren van de bouwvakar
beider (zonder belasting); de mo
gelijkheden met gunstige vooruit
zichten voor spaarders (steeds
meer spaarders in West-Duitsland,
ondanks het feit dat de gesprekken
van de dag gaan over kleding, te
levisietoestellen en auto's). Alles is
geregeld. Het verkeer op straat en
met de trein; de sigarettenverkoop
en de worstvoorziening; de ver
spreiding van de ontelbare soorten
bier; de krantenverkoop, de radio
programma's en de aanvangsuren
van de bioscopen. Organisatie tot
en met. Zelfs de Kerst! iederenpro-
gramma's in de warenhuizen ont
komen er niet aan, evenmin als de
opzichtige nimmer falende illumi
naties in de straten. Ze hebben het
allemaal mooi voor elkaar, alsof er
iemand na de Tweede Wereldoor
log schijnt gezegd te hebben: „la
ten wij de welvaart organiseren".
En met die kreet, die nog verwe
zenlijkt kon worden ook, werd de
golf van materialisme van na de
oorlog sterker opgestuwd, dan werd
verwacht. Sneller overstroomde die
golf het land dan somberste lieden
en zedenprekers hadden durven
voorspellen.
MENSELIJKE aangelegenheden,
de betrekkingen onderling In een ge
meenschap of hoe wij het leven, dat
werd georganiseerd op onze aarde
ook verder willen noemen, zijn in elk
tijdsbestek de graadmeters geweest
van een mentaliteit, die bepalend was
voor volk en tijd. Dit hield vroeger
mogelijk verband met de gesloten
grenzen, omdat de wereld toen nog
„groot" genoemd kon worden, maar
in onze dagen, nu wij de wereld
„klein" kunnen noemen omdat af
standen niet meer tellen, heeft het
voor een groot gedeelte te maken
met reactie op het wereldgebeuren.
Het materialisme, dat in Duitsland
sterk is- opgekomen als een woeker
plant op de gemeenschap, is een van
de vele reacties op het wereldgebeu
ren. Maar zo zijn er in de Duitse
Bondsrepubliek van het ogenblik zeer
veel reacties te vinden, die niet al
leen voor West-Duitsland karakteris
tiek genoemd mogen worden. De
Duitsers verwerken deze alleen op
een gehéél eigen manier. De volks
aard is na twee zware oorlogen niet
zoveel veranderd. Het object van hun
handelen is alleen veranderd en dat
object is in wezen niet slecht: een
almaar snellere opbouw en een sta
bilisatie van een situatie. Het zou
niet eerlijk zijn om alles wat tot stand
komt te veroordelen omdat de ma
nier waarop het tot stand komt ons
niet zou liggen. Ook niet omdat aan
deze wijze van werken te veel typisch
Duitse kanten zouden zitten, die ons
minder sympathiek zijn geworden.
Wie het hart van de Bondsrepubliek
doorkruist en de grotere en kleinere
steden bezoekt, zal er een mentali
teit vinden die zeker de graadmeter
is van onze tijd. Een mentaliteit die
wij in elk land van West-Europa vin
den. Er is alleen een nuance-verschil,
een verschil in tempo en ook gradu
eel, bij het zoeken naar de juiste op
lossing van problemen die ons over
bekend zijn.
In de nieuwe
woonwijken van
het herstelde
Duitsland kan
men dit tafereel,
halverwege
december, vaak
zien. De kerst
boom wordt
gereed gemaakt.
Om halftien 's avonds wordt er in
het hartje van een grote Duitse stad
gebouwd. Op dezelfde tijd wordt er
ook aan de voet en in de omgeving
van het bouwwerk gekocht, gehan
deld, gedronken, gegeten, gepraat
over quizes en voetbalpools en over
vele dingen meer die het leven ac
ceptabel moeten maken. Door de
luidsprekers van de immens grote
zalen der warenhuizen klinkt het
„Stille Nacht", tientallen keren op
een avond, als een onontbeerlijke
achtergrond, waartegen het rinkelend
sein van de God Mammon, de kas
sabei, niet zo brutaal en profaan
klinkt.
Ik heb die avond met drie men
sen gesproken: een bouwvakker op
zijn stellage, een propagandist van
de Duits-Evangelische Kerk en een
kelner in een Gaststatte. Drie men
sen uit heel verschillende hoeken
van Duitsland, die in deze nieuwe
stad van het herrezen Duitsland
een bestaan gevonden hebben na
de Tweede Wereldoorlog
DE BOUWVAKARBEIDER was
geschoold. Hij werkte bij de beton
af de; ing van een aannemingsmaat
schappij, die een groot handelskan
toor in Frankfurt aan het bouwen
was. Hij had geen geloofsovertuiging.
Het weekloon dat hij voor zijn onmis
bare prestaties kreeg, kon voor heel
behoorlijk doorgaan en was voldoen
de om zijn vrouw en zijn drie kinde
ren te onderhouden. Hij werkte echter
voortdurend over en niet uit idealis
me. Het geld dat hij hiermee ver
dient is onbereikbaar voor de fiscus.
Redelijk, volgens hem, want hier
door gaan prestaties en tempo aan
merkelijk vooruit. De arbeiders die
niet in de bouwvakken zitten vinden
dit overwerk normaal. Er schuilt
niets onrechtvaardigs in deze rege
ling. „Wij hebben er alleen maar
baat bij", zeggen ze. Hoe meer hui
zen des te beter Het typische is dus
dat het overwerk van de bouwvakker
door anderen als idealisme wordt be
keken. terwijl de metselaars en be-
tonviechters zelf hierin een kans zien
om het leven aanmerkelijk te veraan
genamen.
DE PROPAGANDIST van de Duits-
Evangelische Kerk stond in de buurt
i'RANKFURT WINKELTDAGENLANG, VOOR KERSTMIS. DE STAD IS éóN VOORRAADSCHUUR!
van de eenbenige orgelman zijn loten
aan te bieden. Hij verkocht er zowat
geeneen. De opbrengst van deze
Kerstloterij zou warden bestemd voor
de vluchtelingen en de verjaagde
Duitsers vanachter het IJzeren Gor
dijn, die nu in het wijde gebied van
de diaspora nog voor alles afhankelijk
zijn van de „Westduitsers". „De men
sen komen wel naar het Weihnachts-
oratoriórn en zij betalen er graag
voor", zei hij iets vinnig, „maar wan
neer het om vluchtelingen gaat, zijn
ze meer dan apatisch".
„Hoe denkt u dat dit komt?" vroeg
ik.
„De mensen veronderstellen dat de
Bondsrepubliek al genoeg doet voor
de verdrevenen. En dat is ook wel
zo, maar er blijft nog een enorm
groot aantal mensen over, die om
vele redenen niet direct geholpen
kunnen worden en die in doorgangs
kampen moeten blijven, terwijl er
nog elke dag opnieuw vluchtelingen
bijkomen. De burgers raken aan de
vluchteling gewend en zijn bovendien
bang dat er iets van hun verworven
welvaart wordt afgeknabbeld. Het
wordt van hogerhand ditmaal niet be
volen voor het heil van heel de natie
op te komen", besloot hij bitter. Hij
maakte een wat troosteloos gebaar,
maar toen ik mijn weg vervolgde,
hoorde ik hem met nieuwe moed zijn
loten aan de stroom winkelende men
sen aanbieden.
EEN KELNER uit zijn tent lokken
in een overvolle Gaststatte, waar
het bier rijkelijk zijn weg naar de
immer dorstige kelen vindt, is geen
gemakkelijke zaak. Maar toen ik een
maal in de gaten kreeg dat men zich
als buitenlander niet te „poenig"
moet gedragen, zodat je niet op een
lid in burger van het Amerikaanse
leger lijkt, kreeg ik zijn mond open.
Hij werd echter herhaaldelijk uit het
gesprek gesleept om geweldig veel
bier aan te dragen en gokkers van
wisselgeld te voorzien voor het gok
apparaat dat een ereplaats naast de
stamtafel in het café had gekregen.
Daar vermaakte dc jeugd zich mee
in deze altijd volle drinkhuizen, uren
lang, in de hoop dat het hongerige
monster zo nu en dan wat munten
terug zou spuwen. Onze kelner bleek
een beetje filosofisch. Wijzend op het
gokapparaat zei hij: „Van de Ame
rikanen geleerd. Dit is misschien de
enige in het oog lopende invloed van
de Yankees. Wij zijn toch wel onszelf
gebleven. Zelfs het gokken doen wij
met meer aandacht en overleg dan
de bezetters. Misschien dat de kerken
wat minder vol zijn en dat er meer
jazz combo's in de grotere restau
rants komen. Eigenlijk is het bii
u beter. Met Sint-Nicolaas worden er
geschenken gegeven en het Kerstfeest
komt daarom beter tot zijn recht."
Wij hadden deze gedachte niet van
een Duitse kelner, maar wel van een
zielzorger verwacht. Maar de wereld
staat nu eenmaal op zijn kop. On
kerkelijkheid, materialisme en cgo-
isme zijn in Duitsland evenmin uit
zonderingen als in andere landen van
West-Europa. Zal ook hierop een re
actie komen? Onze wijze kelner ver
oordeelde niet, maar schudde toch
even zijn grijze kop toen de jongelui
in het café hem opnieuw om wissel
geld kwamen vragen voor het gokap
paraat.
Het is en blijft een gok de wereld
te willen verbeteren met dromerige
Kerstbomen en zwaargeladcn liede
ren, eenmaal in het jaar, zo tegen
Kerstmis; omwille van de sfeer de
helpende hand toe te steken aan ie
der die hem maar pakken wil; elkaar
te overladen met geschenken en goe
de wensen; het is en blijft een gok,
als wij vergeten dat de God Mammon
een valse God is en niets te maken
heeft met het „Licht in de duisternis".
Een van PY's
kerstgroepen,
die in de re
habilitatie
van St.-Sui.
pice een be
langrijke rol
speelden.
voelens. We zijn daarom naar die an-
dere Kerstmarkt gegaan waar de
herinnering aan het hoogfeest van
Kerstmis geen toevallige speling van
de kalender is.
De Kerstmarkt voor het „getrou
we volk", zoals Ghéon het uitdrukte
is wel over de stad verspreid, doch
voornamelijk geconcentreerd op
Saint-Sulpice, dat wil zeggen de win
kelstraten aan en dichtbij het grote
plein voor de beroemde Saint-Sulpi-
cekerk en het voormalige seminarie.
Het is de wijk voor de handel in
religieuze artikelen, zowel voor het
kerkgebouw als voor het huisgezin.
Joris-Karel Huysmans heeft tachtig
jaren geleden reeds over dat kwartier
zijn vonnis uitgesproken, dat nog
kunstnormen voldoen. Maar tiental
len jaren bleef „A l'Art Catholique"
alleen.
i
De heer Rouart zag er niet tegen
op de voornaamste kunstenaars voor
de gewijde kunst en het godsvrucht-
voorwerp belangrijke opdrachten te
geven. Tussen de winkels van Saint-
Sulpice, huis-aan-huis beeldenwinkels,
of van paramenten en drukwerken,
bleef de zaak van de heer Rouart
zeer lang de enige kunstgalerij, tot
dat Franciscanen en enkele congre
gaties kleine winkels openden om er
het werk van hun eigen kunstateliers
re dagen die het Kerstfeest vooraf
gaan. De kleurrijke Provencaalse
beeldjes, die het bonte volk in al zijn
bedrijvigheden afbeelden, hebben wel
niet het kostbare der Spaanse, maar
zijn ook heel wat minder prijzig, waar
door ze talrijk aanwezig kunnen zijn
bij de Kerststalletjes in de gezinnen.
Ze dragen bij tot de waardige vie
ring van Kerstmis, maar zullen he
laas niet die omzet bereiken dan de
Kerstartikelen der miljarden omzet
tende grote magazijnen, en wier dure
geschenken die van 1000 tot 10.000
en meer franken kosten maar aan de
ware Kerstviering bitter weinig bij
dragen,