kveu m„ „.in,ier Tuinder is mef meer de man, die uitsluitend
op handen en voeten door vette klei kruipt
Tijd van: „zaaien en dan maar
afwachten" definitief voorbij
„Romance" rond
een komkommer
Nederlandse zeesleepvaart heeft
maar één concurrent: zichzelf
Eén tla% uit het
jf. Bentvelzen g is i i 1 i
Ik vind het plezierig om hier
wat rond te knutselen
IJmuidense reder: we zijn zo gek. dat
we er nog groots op gaan ook
Grootse come-back
Uitgebreide kennis van veie
zaken absoluut noodzakelijk
Eredoctoraat voor cytoloog
prof. Bretschneider
VGêlï y ziCfl'
Utrechtse kermis van
Vredenburg verbannen
J Verse paardekracliten voor Bureau Wijsmuller
51 ffe;
VRIJDAG 9 JANUARI 1959
PAGINA 3
Ket is voor een stedeling, zoals uw verslaggever in dit geval,
altiid een ietwat hachelijke onderneming, op verkenning uit te
gaan op, wat zo in de wandeling „het platteland" wordt genoemd.
Het verschil in mentaliteit tussen stedeling en dorpsbewoner
zal daar niet vreemd aan zijn. De stedeling is gewend aan het
lawaai van zijn verkeer, zijn drukke straten, zijn neon-reclames
en znn bars. De man uit het kleine dorpje kent zijn stilte, zijn
ruime hemelkoepel en de prikkelende geur van het land. De
stedeling, verwend door de moderniteiten van zijn omgeving,
spreekt van „domme boeren".
Maar als hij dat doet, getuigt hij toch wel van een ontstellend
gebrek aan kennis omtrent het leven en werken van die domme
boer.
Hard-zakelijk bedrijf
Dankwoord
iottMftVnE9 fcrkfjgbaar
V rienden
V riendelijk
(Van onze speciale verslaggever)
DEN HOORN, januari.
JE HEBT NU VEEL in eigen hand; het is niet
meer zoals vroeger: zaaien en dan maar afwach
ten, wat er van terecht komt. Neen, die tijd is
gelukkig voorbij". Dit zijn de ivoorden van de
heer J. Bentvelzen. tuinder in Den Hoorn. Met
deze ivoorden symboliseerde de heer Bentvelzen
praktisch de gehele ontwikkelingsgang in de
tuinbouw. Vroeger was het een bedrijf, waarin
ontstellend hard gewerkt moest worden van een
bijna nachtelijk uur tot laat in de avond. Het was
alleen werken geblazen op een manier, die het
meeste weghad van „God zegene de greep".
Tegenwoordigeen tot in de finesses uitgekiend
vak. Gedegen opleidingen, moderne methoden
van werken, zodat bijna niets aan het toeval
wordt overgelatenAlleen hel harde werken is
gebleven. Maar niet, meer zoals dat vroeger ging:
ook hierin is veel ten goede gekeerd. De tuinder
is geen slaaf meer van zijn grond. Hij is nu de
meester geworden. Maar wel een meesterdie
van aanpakken moet weten. Want de tuinbouw-
grond is nu ook weer niet zó vriendelijk, de
tomatende sla en de komkommers zo maar op
een simpel bevel voort te brengen
Er moet voor gewerkt worden. Hoe dit gebeurt,
hebben ivij een dezer dagen kunnen zien op de
tuin van de heer Bentvelzen.
„Weet u. zo zei de heer Bentvelzen
het is zo jammer, dat de mensen niet.
weten, wat er komt kijken, voordat
zij hun sla op hun bord krijgen
Inderdaad. Want wat weten wij van
bestrijdingsmiddelen als Piperonylbu-
toxyde, van trichloortrinitobenzeen,
van dinitrobutylflenol.- wat weten
wij van de parathion-gehalten van de
spuitpoeders en van de vloeibare pre
paratenEen tuinder móet het we
ten, wil hij met succes ervoor kunnen
zorgen, dat u uw groente en fruit
krijgt.
Wie sprak daar ook weer van „dom
me boeren"?
Vermetel vertrouwen
Het was in de tijd, toen ook de tuin
ders nog niets van deze zaken afwis
ten, dat er gewerkt werd met een bij
na 'vermetel vertrouwen op Gods Voor
zienigheid. De tuinders wisten niets af
van de samenstelling van hun grond,
zij wisten niet, hoe zij ziekten onder
het gewas moesten bestrijden.. Dit is
nu radicaal veranderd, dank zij het
welbegrepen eigenbelang van de tuin
ders zelf. Er bestaat nu een hecht en
stevig doortimmerd tuinbouwondor-
wijs, er is bodemonderzoek, er zijn
bestrijdingsmiddelen tegen ziekten.
Maar door deze ontwikkeling is de tuin
der een man geworden, die over een
grote kennis moet beschikken, wil hij
althans met een redelijk produkt op
de veiling komen.
„Voordat ik ga zaaien" aldus de
heer Bentvelzen „laat ik de grond,
die bewerkt moet worden, chemisch
onderzoeken. Dit gebeurt dan in
mijn geval te Naaldwijk door een
proefstation. Dergelijke proefstations
bestaan voor groente- en fruitteelt on
der glas, in de volle grond, voor de
bloembollencultuur, voor de boomkwe
kerij, de bloemisterij, etc. Van het
proefstation krijg ik dan bericht, hoe
ik mijn grond moet behandelen, of ik
bepaalde stoffen moet toevoegen of
verminderen en meer van dergelijke
opmerkingen. Eerst dan ga ik zaaien.
Uit de grond wordt potgrond geperst.
Dit zijn dan kluiten aarde, die de
vorm hebben van een bloempot. Hier
in wordt het zaad uitgestrooid".
„En dan is het afwachten of er iets
van lukt?"
„Neen, zeker niet. Wij beschikken
tegenwoordig over alle mogelijke tech
nische hulpmiddelen. We hebben een
regelbare oliestookinrichting in de kas
sen met buizen onder de grond, zodat
de jonge plantjes ook aan de wortels
warmte krijgen; we hebben een auto
matische regeninstallatie om voor wa
ter te zorgen; we hebben een automa
tisch systeem om de kassen te luch
ten: wordt de temperatuur te hoog,
dan gaan de ramen een stukje open;
dan bezitten we alle mogelijke prepa
raten om de planten voorspoedig te
laten groeien, hormonenpreparaten wor
den de laatste tijd veelvuldig gebruikt.
Dan zijn er vervolgens nog de talloze
middelen om ziekten te bestrijden.
Om te weten, welk middel je in een
bepaald geval moet hanteren, moet je
dus wel het nodige afweten zowel van
de ziekten als van de bestrijdingsmid
delen. Uiervoor is het ook weer nood
zakelijk, dat je de beschikking hebt
over een uitgebreide apotheek
Techniek
Het duizelt de stedeling, die van de
ze technische kant van een tuinders-
bedrijf nooit had gedroomd.
Wie sprak daar toch weer van „dom
me boeren?"
„En dan neen, de heer Bent
velzen is nog lang niet uitgesproken.
Wij krijgen nog een zware technische
uiteenzetting te verwerken over de tal
loze manieren, waarop van die tere
groene plantjes stoere komkommers
worden gemaakt, forse kroppen sla,
roodsappige tomaten.. Maar het is
voor de stedeling, die alleen maar ver
stand heeft van koppeling en rempe
daal, te machtig.
„Ja, dit alles kost een lieve cent:
onze investeringen zijn ontzettend
hoog en mocht er, ondanks alle zor
gen, toch nog iets misgaan, dan is
dat- funest. De produktiekosten voor to
maten bijvoorbeeld bedragen elf gul
den per raam (de glasplaat van de
kas, waaronder de plant wordt ge
teeld) en voor komkommers zelfs ze
ventien gulden per raam. Voor do to
matenteelt bezit ik vijfduizend ra
men
(Van onze speciale
verslaggever)
DEN HOORN, januari.
Is er in liet koel-zakelijke
tuinder sbedrijf geen plaats
meer voor romantiek
Toch wel....
Vorig jaar ging de honderd
duizendste komkommer van de
heer Bentvelzen naar de vei
ling. Hij wilde ivel eens weten,
waar het ding nu precies
terecht zou komen en daarom
deed hij er een briefje bij met
liet hele verhaal en het verzoek
om terug te schrijven. Enkele
weken la-ter kwam er inderdaad
antwoord. De komkommer was
beland bij een jongedame in
Stuttgart,
„Ik ben achttien jaar, ik heb
blauwe ogen en donker haar",
schreef het lieve kind
De heer Bentvelzen, gelukkig
getrouwd en vader van een lief
stel kinderen is op dit amou
reuze antwoordbrief je maar
niet ingegaan
daar kan ook de beste vakman niets te
gen doen".
Het enige, dat je kunt doen, is
voortdurend opletten, verzorgen, ver
troetelen bijna., een belangrijke taak
voor de moderne tuinder.
Uit dit alles is nu wel gebleken,
dunkt ons, waaruit de dagtaak van]
een tuinder bestaat. Maar dat is nog!
niet alles: hij moet er ook voor zorgen.
dat zijn produkt op de veiling komt.!
Hiervoor hebben de tuinders onder
ling een organisatie. Een speciale j
vrachtrijder rijdt de tuinen langs en!
neemt het deel van de oogst, dat
goed is voor consumptie mee. Ook dit!
is weer een verbetering: vroeger
moest de tuinder ook dit deel van de j
werkzaamheden verzorgen. Een an
der facet van zijn dagtaak, de uitge
breide administratie. Om maar een
deel te noemen: zijn personeelsadmini
stratie. Gelukkig overigens, dat dit
nu bestaat en dat er ook voor de tuin
dersknecht sociale verzekeringen en
voorzieningen bestaan. Nog niet zo
heel lang geleden waren zij volkomen
afhankelijk en zonder rechten....
Het tuindersbedrijf is een modern
bedrijf geworden, dat in alle opzich
ten meedeelt van de vooruitgang van
de techniek. Maar daarnaast een be
drijf, waarin toch ook nog wel sprake
is van de romantiek van het „leven
des gerusten landmans, dat zo genoeg
lijk voortrolt.,.,". Maar dan is het de
romantiek van het jonge leven, dat on
der de tuindershanden opbloeit in de
kassenVoor het overige is het een
hard-zakelijk bedrijf, met een felle
concurrentie-strijd.
„Wij moeten met onze produkten
steeds vroeger op de markt komen.
Daarnaast moeten wij ook zorgen, dat
onze kwaliteiten steeds beter worden.
Italië, Frankrijk en de laatste tijd ook
Spanje zijn geduchte concurrenten ge
worden op de wereldmarkt. Willen wij
onze export-positie behouden, dan
moeten wij er voor zorgen, dat onze
groenten en fruit steeds vroeger in het
jaar kunnen worden uitgevoerd .Dat
betekent dus eerder zaaien met het ri
sico, dat de jonge plantjes door nacht
vorst worden belaagd. Gelukkig
brengt hier de kasverwarming wel
vaak uitkomst. Wat de opvoering van
de kwaliteit betreft: met een aantal
tuinders onderling worden steeds proe
ven genomen met planten in alle mo
gelijke grondsoorten en diverse behan
delingsmethoden. De beste manier van
bewerken wordt dan door ons allen toe
gepast".
Industrie
De moderne tuinder staat aan het
hoofd van een wij kunnen er moei
lijk een ander woord voor vinden
een industrie. Een industrie welis
waar, die in de meest letterlijke bete
kenis, de vruchten plukt van een ge
zonde grond, maar daarvoor gebruik
maakt en móet maken van technische
vindingen. Een tuinder is geen man,
die alleen maar op handen en voeten
door de vette klei kruipt: hij is tegen
woordig ook de man, die binnen- en
buitenlandse vakbladen leest, die stu
diecongressen bezoekt, die veel en
hard studeert.
De tijd van zaaien en dan alleen
maar wachten hoe het afloopt, is de
finitief voorbij
Eén van de grote kassen van tuin
der Benlvelzen is voorzien van alle
mogelijke snufjes: verwarming,
regeninstallatie en luchtververser. De
grond wordt voordat tot aanplant
wordt overgegaan, eerst bewerkt, met
een mengsel o.a. bestaande uit hooi
en kunstmest.
„Kan er dan, ondanks alle goede zor
gen, alle moderne technieken, toch
nog iets misgaan met de oogst?"
„Jazeker.een plant blijft een
plant, er kan altijd nog van alles mee
gebeuren. Er kunnen vreemde ziekten
optreden en soms gaat een plant dood,
Daar is geen kruid tegen gewassen..
Tijdens een plechtige openbare zitting zen erkenning hebben gevonden. „Gij be-
heerst de techniek van het onderzoek met
het elektronenmicroscoop voor het gehele
dierenrijk waardoor uw onderzoek van
1949 zowel de tentakels van de zeeane
moon als de eieren van 'n spoelworm, de
spieren van een libel en het bot van een
walsvis kon omvatten" aldus prof. dr.
Slijper.
In zijn dankwoord voor de hem verleen
de onderscheiding zei prof. Bretschnei
der onder meer. dat hij zich nooit had ge
realiseerd dat zijn wetenschappelijke
werkzaamheden in aanraking zouden
komen met een dergelijke erende onder
scheiding gehonoreerd te worden. Hij zei
van mening te zijn, dat de moderne beoe
fenaar van een natuurwetenschappelijk
vak. al ware hij nog zo creatief, zou mis
lukken wanneer niet talrijke gunstige fac
toren hem helpend terzijde stonden. In
zijn eigen wetenschappelijke levensloop
zijn de gunstige voorwaarden van ideële en
financiële aard, zonder welke geen be
paald resultaat bereikt kan worden, in on
derscheidene vormen aan de dag getre
den: persoonlijkheden, vrienden, collega's
en medewerkers in Utrecht, in Delft en
in het buitenland, besturen van de uni
versiteiten. organisatie? als Z.W.O en T.
N.O. of industrieën. Uit deze opsomming
blijkt tevens dat de enkeling zijn lot niet
alleen in handen heeft, maar gesteund en
voortgestuwd wordt door een bepaalde ge
meenschap. Mits hij in deze bevorderende
krachten coördinerend ingrijpt en mits dit
op geschikte ogenblikken gebeurt, zal zijn
streven naar een vooropgesteld doel tot
succes kunnen leiden.
van dc senaat der gemeente-universiteit
van Amsterdam ter gelegenheid van de
dies natalis dier inrichting voor hoger on
derwijs is gistermiddag het ere-doctoraat
in de wis- en natuurkunde verleend aan
de in Wenen geboren prof. L. H. Bret
schneider, buitengewoon hoogleraar in
de wis- en natuurkunde (sub-microscopi-
jsche celstructuren) en gewoon hoogleraar
in de diergeneeskunde (cytologie en histo
logie) aan de Rijks-universiteit te Utrecht
De promotor, prof. dr. E. J. Slijper,
hoogleraar in de algemene zoölogie
te Amsterdam, onthulde dat prof. Bret
schneider door de aard van diens oplei
ding en door de omstandigheden waar
onder hij heeft gestudeerd het gewone doe.
toraat in de wis- en natuurkunde niet heeft
kunnen verwerven. Het wetenschappelijk
werk van prof. Bretschneider getuigt ech
ter van zodanige veelzijdigheid, grondig
heid en oorspronkelijkheid, dat het doc
toraat honoris causa daarvoor een pas
sende erkenning is Spreker wees op de
grote hulpvaardigheid, de bezieling en de
objectiviteit van prof. Bretschneider bij
zijn arbeid op het gebied van de cel- en
weefselbouw. Hij noemde onder meer
diens onderzoekingen in het belang van
kunstmatige inseminatie en die voor de
werkgroep walvisonderzoek T.N.O.
De cytochemie stelde prof. Bretschei-
der in staat dieper door te dringen in de
kennis van de fijnste structuren der leven
de cel. Ook het elektronenmicroscoop
heeft hij dienstbaar gemaakt aan het on
derzoek van dierlijke cellen en weefsels.
Daarbij heeft hij methoden ontwikkeld
voor het snijden, het fixeren en het in
bedden van weefsels die tot ver onze gren.
De tijd van „zaaien en afwachten" is
in de tuinbouw voorbij. Tegenwoor
dig beschikt men over de modernste
apparatuur, om een voorspoedige
groei van de jonge aanplant te ver.
zekeren. Hiertoe behoort o.a. deze
stookketel van de verwarmings
installatie. Tuinder Bentvelzen is
volkomen op de hoogte met alle
noodzakelijke technische hand
grepen,
Advertentie
rtauBiatlek, kgoftsigheid hu gevang kou.
in Ti'TTT mrtp (r1 paTncr^^rffiar <jv>TT in
ccn handige jplasbc HUISAPOTHEEK
mff> I lel» S£s A fters),
zorlli- MfSvWhcfifif VfeilgKw Jlogist
MEENKS POEDERS helpen! Er zijn
Meenk's Pocder^Bfci hoofdpijn, kies
pijn. hoest, griflf, jparrhee, influenza,
rheumatiek, koortsjjpéid bij gevatte kou,
periodieke pijnen enz. Verkrijgbaar
in etuis met 6 jraeders maar ook in
een handige plastic HUISAPOTHEEK
(met 6 verschillende etuis a 6 poeders),
zonder prijsverhoging. Vraag uw drogist.
zijn
ies*
na,
«cou,
M
M
P»
rh>
pcrioi
in
I geva
oortsigl
ctlis CtiIfroMcCTi.i*3rar #o o k in
(Van onze speciale verslaggever
DEN HOORN, januari.
„In 913 heb ik hier de tuin gesticht", zo vertelde ons de nu
bijna 70 jaar oude vader van de heer Bentvelzen. „Toen ik dit
stuk grond kocht liepen er nog koeien op.... Ik ben begonnen,
zoa s dat in die dagen gebruikelijk was, met plat glas. De hoge
assen zijn ei pas later bijgekomen. In die dagen was er van alle
moge ij emo( erne middelen geen sprake: zelfs kunstmest bestond
nog met. Ons dagelijkse leven verschilde ook hemelsbreed met dat
van de tuinder van nu. Mijn zoon heeft nu gelegenheid tot ont
spanning: tij is leider van de jeugdbeweging, zit in heel wat
organisaties. En er blijft nog tijd over om eens een keer met zijn
vrouw naar de bioscoop te gaan. Voor ons was er dat allemaal niet
bij. Ontspanning bestond niet; je had nog niet eens een fiets. Het
enige, dat je kon doen was praktisch dag en nacht op de tuin werken
en dat deed je dan maar".
De tuin, die door vader Bentvelzen is gesticht, is nu eigendom
van zijn zoon. Maar, het bloed kruipt, waar het niet gaan kan en
ondanks het feit, dat het eigenlijk helemaal niet hoeft, komt vader
Bentvelzen nog elke middag op de tuin om zijn zoon te helpen.
„ik weet, dat ik het niet hoef te doen, maar ik vind het plezierig
om hier elke dag nog wat rond te knutselen. Het is tenslotte toch
mijn levenswerk geweest.
Nadat de Utrechtse gemeenteraadsleden
gisteren een voorstel van het College van
B. en W., ook dit jaar zoals gebruike
lijk in Utrecht een kermis te houden
hadden aangenomen, accepteerden zij met
21 tegen 17 stemmen een motie van de
PvdA-fractie, waarin werd gesteld, dat
op het Vredenburg voortaan geen kermis
sen meer toegelaten dienen te worden.
De PvdA-fractie had deze motie inge
diend naar aanleiding van een verzoek
der Horecafbedrijven rondom het Vreden
burg, die verleden jaar veel hinder heb-
ben ondervonden van het met de kennis
gepaard gaande lawaai. Diverse raadsle
den waren bovendien van mening, dat
„Utrechts eerste plein" niet door derge
lijke festiviteiten ontluisterd dient te
worden, evenmin als door de permanente
kramen, die aan de rand daarvan zijn op
gesteld.
De burgemeester had het houden van
een kermis op het Vredenburg in 1959 en
eventueel nog in 1960 verdedigd, omdat
er naar zijn mening, op het ogenblik nog
geen andere terreinen te vinden zijn, die
daarvoor geschikt zijn.
(Van onze verslaggever)
NIET ELKE DAG gebeurt het, dat een sleepboot van het Bureau Wijs
muller haar schroeven door het water van de Nieuwe Waterweg slaat. Het
blijft in dit rayon van Leen Smit een opzienbarende gebeurtenis een zwart-
wit-blauwe pijp te zien stomen, ook al gold het zoals gisteren slechts
de proefvaart van een nieuwe aanwinst. Het was de Nestor, gebouwd door
Jonker ten Stans te Hendrik Ido Ambacht, die gisteren zijn 1200 ingeblikte
paardekracliten in deze omgeving liet proefdraaien.
Weer een nieuwe sleepboot, dus voor het Bureau Wijsmuller, voor het
sleepvaartbedrijf, dal in de laatste jaren is teruggekomen op de wereldzeeën
en zijn oude positie op het ogenblik reeds overtreft.
DE 1200 PAARDEKRACHTEN TEL
LENDE NESTORi die op station komt
te liggen in IJmuidenmaar tevens be
stemd is voor het maken van lange
sleepreizen.
„Wij zijn dolgelukkig met deze nieuwe
boot" zei directeur Arthur Wijsmuller
toen zijn maatschappijvlag de hoogte in
was gegaan en de werfvlag was gestreken.
Deze Nestor, de laatste van een serie van
vier zusterschepen, betekent een voorlo
pige afsluiting van zijn enorme vloot-
uitbreiding. Dit tiende schip, dat geschikt
is voor de zeesleepdienst, is een afron
ding van de IJmuidense come-back.
Een grootse come-back Toen de op
richter van deze onderneming in 1924
stierf liet hij een florerende maatschappij
ichter aan zijn vier zonen, die echter al
en te jong waren om het bevel over te
kunnen nemen. Boten moesten worden
verkocht, onder meer aan Leen Smit en
gedurende lange tijd liep het tij steeds
verder terug.
In 1953 voeren er helemaal vier sleep
boten met de zwart-wit-blauwe pijp,
maar toen kwamen twee zonen, oud ge
noeg voor een commando, terug ;n het
bedrijf. Nu, in het begin van 1959, varen
er tien sterke schepen onder deze vlag
met gezamenlijk 14.400 paardekrarhten
Aan de uitbreiding van de vloot is
overigens slechts een voorlopig einde
gekomen. Hebben wij goed geluisterd,
dan zal Wijsmuller binnenkort over
gaan tot dc aankoop of tot de bestelling
van enkele zeeslepers, waarin een ma
chinevermogen van 32.00 paardekracli
ten moet zitten.
Druk werk
Wijsmuller telt weer mee. Vier van zijn
schepen zwerven op het ogenblik over de
wereld met een oliebooreiland of met
grote bakken achter zich aan, elk op een
trip van 10.000 mijl. De Noord-Holland
heeft onlangs nog een olieboorponton uit
Schiedam weggehaald met bestemming
Maracaibo, een reis van 4500 mijl. De
Simson en de Hector zullen aan het eind
van deze week het halve Griekse vracht
schip Prodomos, dat kortgeleden tijdens
een aanvaring zijn gehele achtersteven
verloor, van Boulogne naar Antwerpen
brengen, een korte maar spectaculaire
reis.
Het was een goede proefvaart. Ankers,
machine en roer werden be- en de cham
pagne werd geproefd. Voor Maassluis,
waar de sleepboten van Leen Smit „wo
nen" werd aan de stoomfluit getrokken.
„Wij zijn immers vrienden" zei de wal-
kapitein uit IJmuiden.
Vriendenmisschien, maar in elk ge
val concurrenten. Deze beide Nederlandse
sleepbootmaatschappijen, die gezamen
lijk een wereldmonopolie bezitten, hebben
alleen maar concurrentie van elkaar.
„Eigenlijk niet kaufmannisch". zegt
directeur Arthur Wijsmuller. „In alle
andere bedrijven zou het bij deze om
standigheden twee handen -op één buik
zijn, maar wij concurreren en wij zijn
nog zo gek, dat wij er groots op gaan
ook".
DE HEER ARTHUR WIJSMUL
LER, de zeesleepreder die
terugkwam, voor de brug van zijn
nieuive schip, de Nestor.
In de Hoek ligt de sleepboot Schelde
(van Leen Smit) op station.
„Kap, zet eens een man bij de vlag.
Je kunt nooit weten, of ze nog eens
vriendelijk worden", zegt de reder
lachend.
„Je kunt net zo goed vragen, of je
hem binnen mag slepen" is de commen
taar.
Maar als de Nestor uit IJmuiden zo
vlak langs de Schelde uit Maassluis
scheert, gaat er bij Leen Smit een deur
open en er wordt lang en hartelijk ge
fuifd. Uiteindelijk zjjn het dezelfde Ne
derlandse zeelui met dezelfde hartstocht
voor hun job.
„Dat is non weer te vriendelijk" is
de bepaald goedmoedig bedoelde com
mentaar van Arthur Wijsmuller, de
man, die met zijn tot Amerikaan gena
turaliseerde broer John Wysmuller (in
Amerika kent men de „ij" niet) binnen
nog geen vijf jaar het aantal paarde-
krachten van de onderneming verdrie
voudigde.