commentaar bracht vele hoofden op hol Prof. Rogier was bijna een struikelblok Carnaval wordt een vroegertje Lawine van gedichten De wijsheid van het gek-doen V erkiezingskoorts Beschermde parkeerders De goede oplossing (Van onze puzzelredacteur) DE TWAALF bekende personen die wij in onze kerstpuzzel 1958 zonder hoofd aan de publiciteit hebben prijsgegeven, hebben hun eigen gezicht weer nodig. In een lawine van oplossingen hebben de inzenders bun adviezen gegeven, vaak goede adviezen soms echter ook „missers", hetgeen overigens best mogelijk was, want er bestond wel een kansje in deze,puzzel om hij de lioofdenindeling een fout te maken. Goede combinaties Literatuur HOOFDPRIJSWINNAAR P. BROEDERS: eH ZATERDAG 17 JANUARI 1959 Piet Pak-an, aan wiens journalistieke arbeid wij de vorige week enige kritische opmerkingen hebben gewijd, heeft zich nogal gevoelig betoond voor de vergelijking, welke wij hebben gemaakt tussen hem en de heer Oubol van de „Groene Am sterdammer". Tot tweemaal toe heeft hü veront waardigd getoornd tegen de kwalificatie „quasi- idealistische rimram", en zich daarmee evenzeer „Au!bol" als Oubol getoond. Maar Piet zou niet de man zijn, voor wie wij hem hielden, als hij ook bij deze gelegenheid niet op sentimentele en argumenlloze wijze de woor den van zijn opponent verdraaide. Nee Piet, de activiteit van de ijverige partijleden beschouwen wij niet als „quasi-idealisme", doch uitsluitend uw geleuter, welke een valse pathetiek aan een even valse voorstelling van zaken paart. Dat Piet in zijn argumentaticloze eenzijdigheid niet alleen staat in deze dagen blijkt intussen uit een publikatie van overigens diametraal tegenover gestelde strekking, in het weekblad „Midden-Bra bant". Een briefschrijver, die ons dit proza op stuurde, vraagt wat wij daarvan nu wel denken. De schrijver van „Midden-Brabant" betoogt o.m.: „Dertien jaar lang hebben de socialisten in ons land de lakens kunnen uitdelen. Het zijn de meest rampspoedige jaren die ons vaderland gekend heeft. De Duitse bezetting heeft ons minder nadeel bezorgd, dan dit rode bewind." Wel bij deze voorlichting vergeleken is onze Piet nog een voorbeeld van objectiviteit. Wie het in drukwekkend herstel van ons totaal verarmde en ontwrichte land, dat na 1945 door brede basis-ka binetten bewerkt is, beschouwt als een groter na deel dan de Duitse bezetting, moet iets ernstigs mankeren. Maar daarom moet men dan ook zijn uitlatingen juist niet ernstig nemen. Wij weten niet hoe de ons onbekende auteur aan zijn singuliere denkbeelden is gekomen. Zij zijn evenwel evident te dol om ei enige serieuze aandacht aan te be steden. Een andere lezer, die zich eveneens aan de uit lating van het Middenbrabantse weekblad geër gerd heeft, vraagt ons of het wellicht niet goed zou zijn, indien het partijbestuur der K.V.P. aan de katholieke pers een algemene richtlijn gaf in zake het voeren van de verkiezingscampagne. Ons antwoord is: Nee ,dat zou niet goed zijn. In de socialistische propaganda wordt weliswaar druk geschermd met woorden als „KVP-pers" en der gelijke. maar de katholieke pers heeft haar eigen verantwoordelijkheid. De K.V.P. heeft geen spreekbuis, zoals de P.v.d.A. dat in het Vrije Volk en in de VARA heeft. Zij heeft de sympathie van de katholieke pers, maar noch zij, noch de katho lieke pers willen met elkaar vereenzelvigd wor den. Die verzuiling kennen wij gelukkig niet. Terecht heeft de Kon. Ned. Automobiel Club de ze week een aanval gedaan op het parkeerprivile- ge voor overheidsfunctionarissen. Reeds een jaar geleden hebben wij vastgesteld, dat wij moeilijk een gefundeerd motief kunnen bedenken, waarom de auto van een overheidsdienaar wèl, en een par ticuliere wagen niet op een bepaalde plaats gepar keerd zou mogen worden. Wacht- en stopverboden immers worden ingesteld, omdat opeenhoping van automobielen op die bepaalde plaats de veiligheid van het verkeer in'gevaar brengt. Dat de wetgever de mogelijkheid heeft opengelaten ontheffingen van dit verbod toe te staan, komt alléén, omdat er een ontsnappingsmogelijkheid moest bestaan in die gevallen, waarin bepaalde belangen boven de belangen van veilig verkeer zouden uitgaan. Thans is het echter zo, dat een steeds groter aantal over heidsdienaren zich door deze ontheffingsmogelijk heid laat beschermen tegen „een paar honderd meter lopen". Het belang hiervan is moeilijk aan toonbaar en terecht wekt dit voortwoekerend euvel verzet. Verbodsborden, die zijn geplaatst om de ver keersveiligheid te beschermen, mogen niet worden aangetast, tenzij er hogere belangen in het spel zijn. En aan deze „hogere belangen" nu mag men, in verreweg de meeste gevallen, oprecht twijfelen. Vormen de verbodsborden al dan niet voorzien van uitzonderingsbepalingen een wettelijk ver bod, anders is het met de witte N.P.-kruisen op het wegdek, langs de trottoirs. Deze houden slechts het vriendelijke verzoek in, op deze plaats niet te parkeren. Omdat politiële toestemming is ver eist het wegdek te beschilderen of van witte steen tjes te voorzien, regelt de politie de toekenning van deze „verzoekschriften". Men vindt ze bij am bassades, bij wijze van elegant gebaar ten aanzien van de vertegenwoordigers van bevriende landen, men vindt ze bij ziekenhuizen (terecht), men vindt ze bij banken, die geregeld grote geldtransporten verzenden, men vindt ze óók voor de stoepen van ministers, staatssecretarissen en andere overheids dienaren, zelfs, wanneer deze (zoals in sommige gevallen) niet eens in het bezit zijn van een eigen auto. Zoals men ziet wordt ook in dit opzicht het algemeen belang geschaadt: het publiek is wèl ge neigd zo'n verzoek te respecteren, wanneer het gaat om uitzonderingsgevallen, waarbij het dui delijk het nut ervan inziet. Het publiek gaat dit verzoek met de „auto-wielen" treden, wanneer het constateert, dat het slechts is bestemd om de overheidsfunctionarissen enkele tientallen meters lopen te besparen. Nu is, in sommige particuliere gevallen de grens moeilijk te trekken. Orthope dische chirurgen in Den Haag hebben een N.P.- kruis gevraagd (cn gekregen), toen zij betoogden in hoofdzaak patiënten op bezoek te krijgen, die moeilijk ter been zijn. Straks volgen wellicht de hartspecialisten en de oogartsen. Hoe ver mag men gaan? Het is een vraag, welke de overheid, het algemeen belang in het oog houdend, zal moe ten beantwoorden. Het steeds toenemende tekort aan parkeerruimte heeft in Nederland een bran dend probleem doen ontstaan: van de overheid mag men thans verwachten, dat zij, waar dringend noodzakelijk (en mogelijk), op democratische wij ze voor een oplossing zorgt. Dat zij er daarbij voor moet zorgen, elke schijn van zelf-bevoftrrecbting te vermijden, is een eis, wil men tenminste het publiek de redelijkheid van bepaalde uitzonderingen doen inzien. Het is daar om zo jammer, dat de druk van de publieke opinie er aan te pas moet komen om de hoge autoritei ten de spiegel voor te houden. Wij hadden liever gezien, dat de overheid het parkeerprobleem op een heel andere wijze aan pakte. Kerstpuzzel Een kansje?wij hadden, lang voor wij minister Staf tegen kwamen met het hoofd van de heer Verolme en prof. Rogier za gen pronken met het ronde ge zicht van Hugo Claus, uitgerekend hoeveel combinaties er mogelijk waren. Wij kwamen, na enig diep zinnig rekenwerk, tot de conclusie, dat er, wie dat nu beslist wilde, 479.001.600 verschillende combina ties mogelijk waren (12 maal, 11 maal, 10 enz. enz.) Gelukkig is hier niemand van geschrokken en dat hoefde ook niet, want dit is slechts de theore tische mogelijkheid. Er waren vol doende aanwijzingen in de puzzel verborgen om de ingewikkelde dwaalwegen af te sluiten. Zo behoefden dr. Drees, Faas Wilkes, de heer Burger en mi nister Vondeling niet te klagen over een verkeerd hoofd. Prof. Rogier schijnt voor onze lezers iets lastiger te zijn geweest, doch minister Samkalden daarentegen werd door de meeste inzenders feilloos in de kinderstoel gezet. Ook het zelfportret leverde voor de inzenders geen moeilijkheden op: uw puzzelredacteur beschikt thans over een collectie, die de moeite van het exposeren ten vol le waard is. Misschien komt het er nog wel eens van Zoals gezegd, verreweg de mees te combinaties waren goed en dat pleit dan voor de scherpzinnig heid van onze puzzelaars, want zij hebben het dit jaar niet ge makkelijk gehad. „En dat", schreef een inzender, „vind ik nu juist zo prachtig. Ik heb bij deze puzzel eens echt moeten denken en dat mis ik zo vaak bij andere prijsvragen." Anderen schreven, dat zij „op één hoofd hadden moe ten gokken", omdat zij de man niet konden thuisbrengen. In een brief stond; kunt u de puzzel het volgend jaar niet iets moeilijker maken Een vrouwelijke inzendster schreef: „een aardige puzzel; ook op die manier kan je iemand het hoofd op hol brengen De meeste puzzelaars reageer den op de vraag naar originele inzendingen met literaire ontboe zemingen. Jammer genoeg is het ons onmogelijk hier een uitvoeri ge bloemlezing te geven van de vele gedichten en beschrijvingen, die op ons bureau neerdaalden. Het zou werkelijk te ver voeren: er waren puzzelaars, die maar liefst twaalf getikte velletjes bij de oplossing sloten. Laat ons daarom volstaan met een greep uit het gedicht van de hoofdprijs winnaar (een gedicht van dertien hoofdstukken), waarin de puzze laar de figuren uit de puzzel on der de loep neemt: Dit is Klaas Buchly die in de Tour de France met Goldschmitz moest zor gen voor een Nederlandse kans Maar naar boze tongen soms beweren mocht je slechts Goldschmitz' wagen smeren Minister van Oorlog, rijksan tiquair is bekend om de „helmen- affair" zijn helmen werden, op stra tegische gronden Gewogen en te licht bevonden Prof. Rogier, is, naar men vermoedt haast nog de enige, die nog schaapjes hoedt Ondergetekende, himself, als prijswinnaar stiekem peinzend; Was het maar waar.... Ja, zo eindigde de inzending van de heer P. Broeders, die met dit gedicht en zijn inzending de eerste prijs verwierf. De tweede prijs gaat naar de heer W. van der Meer, Hugo de Grootstraat 102 uit Delft, die zijn inzending eveneens vergezeld deed gaan van een bijzonder aardig gedicht. Ik schrijf het eerlijk, onverdroten, ik heb van uw puzzel zeer genoten, zo besluit hij het geschrift, waarin alle „hoofden" uitvoerig worden besproken. De derde prijs gaat naar br. Ludovicus van het St.- Willibrordcollege te Katwijk aan Zee, die van zijn inzending het mooiste „schilderij" maakte. Aangezien er honderd troostprij zen beschikbaar gesteld zijn, is het ons onmogelijk hier de volle dige lijst af te drukken. Wij moe ten volstaan met de belofte, dat de troostprijzen nog voor a.s. woensdag in het bezit van de win naars zullen zijn. Dc heer P. .1JBroeders uit Raamsdonkveer, de winnaar van ome Kerstpuzzel, neemt de hoofdprijs in ontvangst Hij is vijfentwintig jaar oud en hij woont in Raamsdonkveer. Puz zelen is eon van zijn liefhebberij en en hij heeft in het verleden al eens een prijs gewonnen: tach tig gulden was dc beloning, toen hij een prijsvraag van het Rode Kruis goed oploste. Nu staat hij echter in het brandpunt, omdat hij de grote prijs van de Maas bode-kerstprijsvraag krijgt aange boden. Bijna niet te' geloven, zei hij deze week, toen we hem tra ditiegetrouw de hoofdprijs kwa men aanbieden. Kom, ga even zit ten, 'lier in dit kamertje, dan kunnen we erover praten. Hij heet Piet A. J. Broeders en hij werkt op de gemeentesecreta rie van Raamsdonkveer. Al zes jaar, vertelde hij, toen we hem van achter het volle schrijfbureau vandaan haalden om over een pret tige kwestie te praten. Aanvanke lijk moet hij gedacht hebben dat we over een geboorte-aangifte of een huisvestingsprobleem kwa men spreken. Maar het viel mee. Kijk, vertelde de winnaar, de mééste op hol geslagen hoofden kende ik uit mijn hoofd, maar prof. Rogier, weet u, die was voor mij het grote struikelblok. Daar om kwam mijn inzending pas op het laatste moment binnen. Op het laatste nippertje, toen ik bij kennissen op visite was, vertelde iemand mij: Oh, maar dat is prof Rogier. Nou en toen heb ik de op lossing snel ingevuld en opge stuurd. Prachtig, dat het alle maal nog zo in orde is gekomen. Aan het gedicht, dat de oplossing vergezelde, heeft hij drie avonden gewerkt. Dat eiste nog de meeste tijd.... Wat hij gaat doen met de twee honderd cn vijftig gulden, die we hem in het gemeentehuis van Raamsdonkveer officieel heb ben aangeboden. Wel, waarschijn lijk zal de prijs worden besteed aan een fototoestel. Dat was al lang een hartewens, die nu, dank zij de op hol geslagen hoofden, in vervulling kan gaan. Proficiat, mijnheer Broeders, het is u, als enthousiast cn succesvol puzzelaar van harte gegund. 1. Ir. ,1. Lohman 2. Dr, Drees 3. Klaas Buchly 4. Prof. Rogier 5. Hugo Claus 6. Minister Staf 7. Scheepsbouwer Verolme 8. Faas Wilkes 9. Minister Samkalden 10. De heer Burger 11. De heer Van Doorn 12. Minister Vondeling 13. De inzender j De maskerade is een der meest typische kenmerken van hel bruisende Carnavals-festijn Prinsen-lal groeit nog steeds nu eenmaal in het bloed en tijde"' de drie dolle dagen moeten de be»e''i omhoog. Ook in deze moderne ft Ook nu de mens door radio, film Knap hoef je er niet uit te zien als Carnaval.vierder t CARNAVAL nadert met rasse schreden want het wordt een „vroe gertje" van het jaar. Op 8 februari reeds zal de bonte storm weer in het zuiden losbarsten en dat bete kent, dat er ginds vroege verkiezin gen moeten worden gehouden, een voarbeeld dat, zoals bekend, door geheel Nederland werd overgeno men, al gaat het in het zuiden dan ook slechts om de verkiezing van felijk, zo redeneert men in het Car- navalsland, dat er zoveel gekken blijken te zijn, maar deze versnip pering in de vastenavondviering is gek. Het vorig jaar publiceerde een plaatselijke krant in Limburg de foto's van niet minder dan honderd een en twintig prinsen, goede lieden uit de omgeving, die met het oog op de interessesfeer van de abon nees over een kolom dienden te wor den afgedrukt. Dit jaar zal volgens de onofficiële schattingen dit aantal zelfs nog groter zijn. SPECIAAL na de oorlog is deze Carnavalsviering in de kleinere dorpen en steden sterk toegenomen. Met enige droefheid in hun stem ter ideële motieven de Carnaval te steunen, op hun verzoeken aan de kasteleins, de Carnaval uit commer ciële overwegingen te steunen, niet altijd het antwoord kregen, dat zij wensten. Met name in Maastricht heeft dit wel eens tot een conflict geleid, toen de Carnavalsvereniging dreigde er het pretbijltje bij neer te leggen, omdat de kasteleins niet diep genoeg in de beurs tastten. Andere grote Carnavalsverenigingen hebben in tussen een grote pot gemaakt, waaruit de Carnavalsviering kan worden betaald in het geval dat de kasteleins verstek laten gaan. Hieruit blijkt wel, dat de Carna- televisie is verwend met vermakj Ook nu verscheidene carnavalsve"' j enigingen te kampen hebben l'1" een gebrek aan jonge krachten. Dit laatste wordt gezien als tijdverschijnsel. De jeugd, *>e' schermd en ingekapseld door W®' ji ten en beschermende maatregelI legt, zo wordt wel gesteld, een lahs' heid aan de dag wanneer er initi"' tieven genomen moeten worde* Och, het rolt vanzelf welW'1 dit waar is, is het dit verschijnen1 waarmee ook de zuidelijke Carn valsverenigingen wel te kamp hebben. Men voelt er wel iets maar men laat het werk liever (,a'' anderen over. Aldus oudere led#* van Carnavalsverenigingen. VAN WIE ECHTER ook de tiatieven mogen komen: ook d' jaar maakt men zich beneden rivieren weer op om straks een d#' verend Carnaval te kunnen vier ■;vh een zotten-prins. Denk over zo'n verkiezing echter niet te licht, want het is soms moeilijker een gek te kiezen dan een wijze. Een wijze zal immers altijd voor zijn wijsheid wil- len uitkomen en zich cr voor hoeden zich aan te stellen als een gek. Een gek daarentegen stelt er vaak prijs op zich voor te doen als een wijze. Waar men bij de eerste duidelijk kleur kan ontdekken, blijft, bij de tweede het raadsel be staan. Aangezien het er bij onze nationale verkiezingen om gaat slechts wijzen te kiezen, stemt men op de wijzen, natuurlijk met een ri sico, maar men heeft, een redelijke kans. Bij de Carnavalsverkiezingen gaat het. er echter om op een gek te stemmen, doch men heeft slechts keuze uit een arsenaal, dat zich wijs voordoet. Niettemin slaagt men er ieder jaar weer in een aantal wijzen te kiezen, die dan later inderdaad gek blijken te zijn. Dit aantal wordt zelfs met het jaar groter en er gaan zelfs in het, Carnaval-minnende zui den thans serieuze stemmen op die beweren dat het zó te gek wordt. Kijk, zegt men daar, in de grote steden is een Carnavalsprins zeker op zijn plaats, maar nu moet elk klein dorpje een eigen Carnavals- priven een eigen Raad van Elf gaan kiezen. Het is natuurlijk lof- IVie er gek uitziet, heeft weinig moeite gek te doen. zeggen de deskundigen uit de grote steden dat liet immer de kas teleins zijn, die in de Icers-verse kleine Carnavalsverenigingen zit ting hebben, ja zelfs niet zelden er dc oprichter van zijn. Uiteraard la ten w\j dit gaarne voor rekening van onze zegslieden en tekenen erbij aan, dat dc verhouding tussen kas teleins en Carnavalsverenigingen in dc grotere steden teel eens te wen sen over heeft gelaten, ivijl deze grotere Carnavalsven n igingen, die zich tot doel stellen uit lou- valsvierders willen voorkomen de schijn te wekken, alsof het zuide lijke vastenavondfeest ook maar voor een deel afhankelijk zou zijn van commerciële doelstellingen. Nu geloven ivij ook, dat, hoewel het natuurlijk voor de etablissementen erg prettig is wanneer tijdens dc Carnavalsdagen grote omzetten worden gemaakt, er ook zonder een enkel zakelijk belang carnaval zou worden gevierd. Het feesten aan de vooravond van de vasten zit de ro mantische cn uitbundige zuiderling Op het ogenblik reeds u!Of door de verschillende carnavals enigingen druk vergaderd, in ateliers hebben de plannen voor optochtwagens reeds vaste vot'* gekregen, in de dorpen en stede'J staan de zotten-prinsen alweer stapel. Ja, het zal, zo vroeg in jaar, wellicht een koude carnal worden, doch wat geeft dat? De S11'" derlingen zullen net zo lang spr'tr gen, tot ze het warm hebben en rode neus is in carnavalstyd >l°r' maal. dl

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 8