JUSTITIE PRESENTEERT
Toon Hermans raakte in
ban van de speelfilm
pp
(sociale wegwijzer)
Och ze zien het toch niet...
dacht het „Goede Heertje
Getuige: 't was bij ons op
kantoor zo n toffe boel
Ongelooflijke en belachelijke
correcties
Griffe: goede collectie
sfemmige kleuren
Prijs voor prof.
George De Hevesy
Raacl van Overleg
in oprichting
Sommetjes maken
Nieuwe mode in Parijs
Theaterdirecteuren
vragen ontslag
Auto te water: één dode
Einde zomer première van zijn eersteling
r>
Primitief?
Niet normaal
Belangrijk eentje
Herinneringen
w S C—N D C— tx DONDERDAG 29 JANUARI 1959 PAGINA 3
Waarom dit proces?
Ballet-conflict in Kopenhagen
Het eerste uitgangspunt
Administratie slordig en niet bij
Onopgemerkte raderingen
En niemand merkte iets
„Atomen voor de Vrede
Voor bisdom Rotterdam
(Van onze verslaggever)
Aan het eind van de studiedag
van de Raad van Overleg in de
bisdommen Haarlem en Rotter
dam, gisteren gehouden in aanwe
zigheid van mgr. M. A. Jansen,
bisschop van Rotterdam, deelde
de heer. Jan Bakker, die de Stu
diedag voorzat, mede, dat er wordt
gedacht aan de vorming van een
Raad van Overleg voor het bis
dom Rotterdam, op het statuut
van het landelijk Maatschappelijk
Beraad.
Samenstelling
Weg was even wit als berm
Jours de fête
„a Vimproviste'
AOW en overlijden
AOW en buitenland
Rentekaart
Tailleurs
44 centimeter van de grond
WW?****»
Voordat h|j aanving met de voorlezing
Van het relaas, verklaarde de officier van
,l"stitie: wanneer in Nederland een een-
v°udig boekhouder de kans ziet, een be-
flfag van meer dan twee miljoen te ver-
bisteren, dan is dat een aangelegenheid,
daarvan het belang ver uitgaat boven
b persoon van verdachte Het doel van
^t instellen van de Strafvervolging is de
bestrijding van de criminaliteit. En deze
Cr'minaliteif: wordt niet alleen bestreden
bor t.o.v. verdachte bepaalde maatrege-
'e» te nemen, maar ook door in een open
bare rechtszitting aan te tonen, hoe het
hogelijk js geweest, dat dit strafbare feit
bon worden gepleegd en op welke wijze
bet is gepleegd, opdat maatregelen kun
nen worden genomen ter voorkoming van
soortgelijke misdrijven".
Daarna werd de daad bij het woord ge
legd. De lijvige dossiers op de groene
'afej werden opengeslagen. Een dossier
van 170 pagina's: de getuigenverklarin
gen. Een dossier van 62 pagina's:
"handleiding" van de verdachte om
de
uit
(Speciale correspondentie)
Jn aansluiting op ons reeds eerder ge
kaatst bericht over de moeilijkheden bij
bet ballet van Det Kongeliga Teater in
kopenhagen naar aanleiding van het aan
gekondigde gast-optreden van de vroege-
ïe leider van het ballet Harald Lander
an worden medegedeeld dat de directeur
Van het theater Henning Brönsted en de
Vice-directeur Henning Rohde beiden hun
ahtslag hebben aangeboden. Niet minder
San 45 leden van het ballet hadden name-
*'ik medegedeeld dat zij liever wilden
borden ontslagen dan dat zij zouden dan-
Sen onder leiding van de in 1951 oneervol
°htslagei. Harald Lander die door de lei-
a'hg van het theater was uitgenodigd zijn
^horeografische schepping „Etude" in te
hinderen met het ballet- Aangezien beide
directeuren het schadelijk achtten voor de
®°ede naam van het Kopenhaagse ballet
ten dergelijk massaal ontslag te riskeren
y°or het door hun georganiseerde gast-op-
Jreden van Harald Lander vonden zij het,
"hdanks de steun die hen was gegeven
b°or de regering en de Rijksdag, beter
?Ich uit de gehele affaire terug te trek-
*en en een annulering van het contract
Jbet Lander óf een ruïnering van de bal-
ytgroep over te laten aan de verantwoor
delijkheid van een opvolger. De minister
ten Onderwijs en Cultuur Jörgen Jörgen-
,eh heeft de ontslagaanvraag van beide
jbrecteuren bevestigd. Hij zei het te be
hagen dat zij een dergelijke stap noodza-
b®üjk hadden geacht en dat hij hen had
gevraagd aan te willen blijven totdat een
®Peciale commissie de netelige kwestie
Pader zal hebben onderzocht. Directeur
jffönsted heeft beloofd aan te blijven tot
dat een nieuwe directeur zal zijn benoemd.
de boeken wijs te worden. Een uit drie
dikke delen bestaand rapport van de
rijiksaccountant.
Het Goede Heertje heeft nauwlettend
naar de tekst van de dagvaarding geluis
terd. Even verlicht een glimlach zijn strak
gelaat, als hij met de verdediger een pa
peras doorkijkt.
Mr. Coninck Liefsting leest vervolgens
de namen voor van de acht getuigen,
van wie de eersten alleen gehoord wor
den de inspecteur van politie W. van der
Voort en de rijksaccountants Brautigam
en Klop. De president doet voorlezing
van een brief van een accountantsbureau,
gericht tot de directie van de benadeelde
firma, waarin wordt gezegd, dat de admi
nistratie primitief en slordig is en dat er
als voorlopige conclusie een fraude van
ongeveer 1,8 miljoen genoteerd is. Voor
de politie is deze brief het eerste uit
gangspunt geweest.
De heer Van der Voort vertelt, hoe ver
dachte met een papiertje en potlood in de
cel ook aan het cijferen is geweest en tot
een ongeveer even hoog bedrag kwam.
De president vraagt aan de getuige-des-
kundige Brautigam, hoe de fraude ver
werkt is in de boeken. In de jaren 1954
en 1955 behaalde de firma Berger grote
winsten en op nog ergerlijke wijze dan
vroeger is toen door verdachte met geld
gesmeten. De rijksaccountant deelt mede,
dat van H. zijn fraude wist te verhelen
door balansfiattering.
„Was de voorraad geld in werkelijkheid
kleiner en de schuld groter?", wil de pre
sident weten. De getuige beaamt deze
zienswijze, maar voegt daaraan toe, dat de
winsten zonder de malversaties ook wel
iets groter zouden zijn geweest
President: „Waren de functie* van
kassier en boekhouder, bij de bank in
één hand, gescheiden geweest, dan had
u toch nooit zo kunnen frauderen? Heeft
nooit een van de directeuren zijn neus in
de boeken gestoken?"
Verdachte: „Neen. meneer de presi
dent".
President: „U kreeg wel aanmerkingen
dat u achter was met uw administratie?"
Verdachte: „Ja, maar er werden geen
maatregelen getroffen en ik moest ach
terstand hebben, omdat ik anders niet
wist, hoe ik moest Knoeien".
President: „Men zei u ook niets over de
slordige administratie?"
Verdachte: „Neen, meneer de presi
dent".
Foto boven: aan de achterzijde van
het Paleis van Justitie ontstond om.
streeks negen uur een enorme dei
ning, toen er een gevangenen.au to
arriveerde. Het ,\goede heertjebe
hoorde echter niet tot de inzitten,
den, zodat de talrijke journalisten
bot vingen. Foto's onder v. t. n. r.:
president van het Hof, mr. J
Coninck Liefsting; inspecteur W
v. d. Voort, die het vooronderzoek
heeft geleid; de verdediger van het
„goede heertje" de Friese rechts,
geleerde mr. Jeljer de Jongh.
HET GOEDE HEERTJE (rechts)
met de rijksaccountans de heren
B. Klop (IJ en J. Brautigam.
President: „Dat is nl. ook mijn eerste
indruk geweest. Er waren posten tussen
geschreven, er bestond geen chronolo
gische volgorde. De aandacht van een
assistent-accountant met enige kennis
van zaken had hierop toch moeten val
len".
De verdediger mr. J de Jong vraagt de
rijksaccountant. of er nog meer benadeel
den zijn dan de N.V. Van Mierlo in Bre
da en de tantièmdsten. voor zover zij een
kleiner aandeel uit de door de fraude
lager geworden winst gekregen hadden.
Verdediger: „Er is toch nog een grote
benadeelde, nl. de fiscus?"
De rechtbank knikt, instemmend.
Na een korte schorsing gaat de presn
dent over tot punt twee van de ten la6te
legging, nl valsheid in geschrifte.
President: ,,U radeerde altijd op de
stukken het woordje „disp" (van disposi
tie Red.) weg en dat is nooit opgevallen?"
Verdachte: „Inderdaad diet".
President: „U gebruikte daarvoor geen
chemische middelen of andere geraffi
neerde methodes?"
Verdachte: „Alleen maar vlakgom".
President tot griffier: „Wilt u dit even
goed noteren, wij hebben hier een sala
rislijst die juist, is, dat is een novum!
President: „U liet de chèques door de
twee procuratiehouders om en om teke
nen om ontdekking van de vervalsing te
voorkomen?"
Verdachte: „Ja, meneer de president".
Mr. Coninck Liefsting heeft eerder mee
gedeeld, dat er 613 chéques in de afge
lopen elf jaar uitgeschreven zijn. Zelf
had van H. er daarvan zes getekend,
toen hij op 1 januari 1958 tot procuratie
houder benoemd was. De beide direc
teuren hadden er ruim dertig gesigneerd
en de twee procuratiehouders de rest, dus
ruim 575. zonder iets van de vervalsing
te ontdekken.
President: „Bij enige behoorlijke ac
countantscontrole hadden al dat vlakken
en die inkt vervangingen Van getypt schrift
toch in de gaten moeten looen?"
Getuiige-deskundige: „De controle werd
door een eenvoudige kracht uitgeoefend.
Hij behoefde de dagafschriften niet te on
derzoeken. Per week kwamen er zes dag
afschriften van de Kasassociatie. Gewoon
lijk zat er in één een fout".
Verdediger: „Had de accountant zich
niet moeten afvragen, hoe het bedrijf dan
aan geld voor salarissen e.d. kwam"?
Rijksaccountant: ,,fk kan mij voorstel
len, dat hij dat niet gedaan heeft. Hij
kreeg het kasboek in handen en zag het
geld in de kas voordat van H. het in zijn
zak stak. Er zijn wel meer boekhoudingen,
die slordig en onfris zijn. maar die kun
nen dan nog best in orde wezen"
President tot verdachte: „Is het eigen
lijk zo, dat u uw tjjd verdeed aan dat
knoeien in de bureau-uren? U zat met al
het personeel tien tot vijftien man en de
directeuren, in een vertrek. Men liet u
maar boekhouden zoals u wilde onder de
ogen van iedereen?"
Verdachte: „Niemand had belangstelling
voor de boekhouding".
President: „Hebt u de heren Berger en
Salm gezien als directeuren of meer de
heren van de hoofdbank Van Mierlo uit
Breda?"
Verdachte: „Breda decreteerde wel".
President: „Veel waardering had men
toch niet voor Breda. Men sprak wel sma
lend over: „de boeren van Van Mierlo".
De behandeling wordt dan hoe langer
hoe technischer. Uren lang wordt gedis
cussieerd over de manier, waarop Comelis
van H. precies zijn verduisteringen heeft
gepleegd. Het lijkt wel dat de president
een grote interesse heeft voor de nogal
primitieve manier, waarop de boekhouder
tijdens de tien bewuste jaren werd gecon
troleerd. Ik zou de malversaties, zo zegt
hij, als een voorbeeld willen zien van
hoe door onbekwaamheid en domheids
macht elke controle ontbreekt en niemand
ziet. hoe er op groteske wijze geknoeid
wordt.
Duizendje na duizendje, ton na ton,
wordt moeizaam achterhaald. De 2 rijks
accountants, de drie rechters met als
noodhulp een bijzitter, de officier van jus
titie, de vrouwelijke griffier, allen buigen
zij zich over de boeken, met de ver
dachte, die nu ook is ingeschakeld bij de
justitiële jacht op de tonnen. Het uitge
ven van het geld moet hem heel wat ge
makkelijker zijn gevallen. Soms lijken zij
de leden van een puzzelclub'.
President: „Klopt dit of klopt dit niet?"
Verdachte: „Dat klopt niet".
President: „Dat klopt, dat dit niet
klopt".
Moeizaam puzzelt men verder tot kwart
voor een. De romantiek is al lang wegge
cijferd. Nuchter laat men de vingers glij
den over de boeken. De achtergrond van
feestjes, plezierreisjes en „milde giften"
verbleekt onder de felle lampen van de
rechtszaal. Eindelijk
De Zweedse hoogleraar George Charles
de Hevesy zal een prjjs van 75.000 dollar
ontvangen in het kader van het program
ma „Atomen voor de Vrede". De prijs
zou vandaag in New York worden uit
gereikt door dr. Detlov Bronk, president
van het Rockefeller-instituut en van de
Amerikaanse Nationale Academie van
Wetenschappen.
Professor De Hevesy zal voorts een
gouden medaille ontvangen voor z"n bij
drage tot het vreedzame gebruik van
atoomenergie door dp ontdekking en de
ontwikkeling van de sporentechniek in de
chemie, de biologie en de medische we
tenschap, waarbij natuurlijke en kunst
matige radioactieve isotopen worden ge
bruikt.
Onder meer zal het woord worden ge
voerd door de secretaris-generaal van de
V.N. Dag Hammarskjoeld en door dr.
Glenn Seaborg, Nobelprijswinnaar en
kanselier van de universiteit van Califor-
nië.
De prijs, die werd ingesteld na een op
roep van president Eisenhower tot inter
nationale inspanning voor het vreedzame
gebruik van atoomenergie, wordt thans
voor de tweede maal toegekend.
In bedoelde Raad van Overleg zouden
van zes standsorganisaties elk twee leden
zitting kunnen nemen. De zes organisaties
zijn St.-Adelbertus, de K.A.B., de L.T.B.,
de Kath. Middenstandsbond, de Kath.
Werkgeversvereniging en de Werknemen-
de Middenstand.
Andere verenigingen als de Katho
lieke Vrouwen Beweging, de Jeugdraad,
het Sociaal Charitatief Centrum, de Dio
cesane Jeugdraad en de kath. Volkshuis
vesting zouden elk twee leden als audi
tors kunnen afvaardigen. Daarnaast zou
den event, twee bisschoppelijke commis
sarissen (een priester en een leek) lid
kunnen zijn, alsmede een aantal deskun
digen. Bepaalde problemen zouden in sec
toren kunnen worden besproken. Het
voorzitterschap zou jaarlijks kunnen rou
leren onder de zes organisatie-afgevaar
digden, die het dagelijks bestuur vormen.
Nadat dit voorstel was gelanceerd
allen verklaarden zich er voorlopig mee
akkoord hield Rotterdams bisschop een
korte rede, waarin hij vaststelde, dat de
problemen van de Randstad Holland, het
onderwerp van de studiedag, blijkbaar
velen beweegt, omdat men er apostolische
mogelijkheden in ziet. Christelijke liefde
biedt de meeste kans bij de benadering
van de problemen, die voorts erop wees,
dat een grote liefde tevens inhoudt een
bereidheid tot het brengen van offers.
Als men met vrucht hiervoor wil samen
werken, zal het gebed het grote middel
tot welslagen zijn.
(Van onze correspondent).
In de nacht van woensdag op donder
dag om vijf over twaalf is even buiten
Ursem in Noord-Holland een personen
auto, die over de Walingsdijk reed in de
richting Avenhorn, van de weg afgeraakt
en in de ringvaart gereden. De 54-jarige
A. J. Floris uit Berkhout-De Goor kwam
hierbij om het leven.
De heer en mevrouw Floris waren gis
teravond met hun drie zoons op verjaars
visite geweest bij het meisje van een der
zoons, dat in Ursem woont. midder
nacht aanvaardden zij de terugreis. Het
ongeluk gebeurde, toen de auto nog maar
nauwelijks 400 meter had gereden. De
bestuurder is vermoedelijk het spoor
bijster geraakt, omdat door vorst en
mist het. wegdek net zo wit was als de
berm. De snelheid, waarmee gereden
werd, bedroeg hoogstens 5 km per uur.
De medeinzittenden kond<m zich redden.
(Van onze Amsterdamse
redactie)
Het plaatsje heet
„Son-an-see" ge
schreven volgens de re
gels van de plat-
Amsterdamse fonetiek,
maar uit te spreken
met een Frans accent
en er wonen uitsluitend
typische lieden. Het
dorpsbeeld wordt be
heerst door monsieur
Moutarde, een zonnige
levensgenieter, die in
antiquiteiten doet. en
mijnheer Braad, direc
teur van de worstfabriek
„Knik-knak", een door
en door materialistische
figuur. Braad wil de
markies van Moutarde
van zijn landgoed zetten
om er een fabriek te
kunnen bouwen. Aan
deze „strijd" heeft Toon
Hermans de zwart-wit
verbeelding van zijn vi
sie op de humor opge
hangen.
Met deze korte schets
heeft Toon Hermans
gisteren in Amsterdam
de geheimzinnigheid
rond zijn eerste speel
film, waarvoor hij zelf
de muziek en het scena
rio heeft geschreven en
de décors heeft ontwor
pen en waarvan hij ook
de regie voert, even
doorbroken. Hermans
heeft, naar hij zelf ver
telt, lang met de idee
om een film te maken
rond gelopen. Toen hij
een jaar of acht geleden
„Jours de fête" van Jack
Tati zag, vatte hij moed
aan de verwezenlijking
van zijn dromen te gaan
werken. „Tati" die ook
uit de wereld van het
variété afkomstig is,
heeft me geïnspireerd,
maar zijn werk heeft
me niet tot voorbeeld
gediend", zo zei Her
mans. Hij heeft rondge
keken in Hollywood en
Italië en daar met re
gisseurs van gedachten
gewisseld. Hij heeft ver
schillende ontwerpen
gemaakt, totdat hij, cir
ca 1 jaar geleden de
City-film in Den Haag
bereid vond als produ
cer op te treden.
Hermans heeft een
„cast" van 400 personen,
onder wie tien arties-
TOON HERMANS ALS MONSIEUR MOUTARDE
in zijn eerste film, waarvan de première einde zomer
in Amsterdam zal draaien.
ten. Hij „ontdekte" zijn
mensen in cafeetjes en
op straat. „Soms tref je
een prachtig type, dat
direct zijn rol vervult,
zoals je had verwacht,
maar ook kunnen je
moeiten verspild zijn,
zoals bij een oud man
netje, dat alleen maar
„Dorus Rijkers" hoefde
te zeggen, maar die
woorden niet over zijn
lippen kon krijgen, óp
als hij was van de ze
nuwen.''
Hermans heeft volle
dige vrijheid van han
delen gekregen, om a
l'improviste te werk te
gaan. „Ik prefereer deze
methode, omdat er dan
ruimte blijft voor spon
taneïteit en voor plot
selinge invallen." Her
man "Wassenaar en Fred
Tammes, die aan de ca
mera staan, hebben het
keurslijf van de tech
niek voor de regisseur
zo ruim mogelijk ge
maakt. De gehele afge
lopen zomer is besteed
van de buitenopna
men. Het binnenwerk
wordt nu verricht in
een zaal in Zandvoort.
Ongeveer vier-vijfde
deel van de film, die
een lengte zal hebben
van circa 1% uur, is nu
gereed. Einde zomer
van dit jaar kan de pre
mière in het City-thea
ter te Amsterdam wor
den verwacht.
Hermans is, zo vertel
de hij, door het filmbe
drijf gefascineerd. Als
zijn eersteling bij het
Nederlandse publiek in
de smaak zal vallen,
gaat hij door met fil
men. „Het theater trekt
me nog steeds. Misschien
kan ik beide hobbies
combineren." Voorlopig
heeft hij echter alle
contacten met het toneel
verbroken.
In december !956 overleed de schoon
vader van de heer C. M. S. te G. Zijn
schoonmoeder, die op 1 januari 1957 65
jaar oud was. ontving m.i-v. die dag het
ongehuwdenpensioen AOW. „Had zij niet
nog 6 maanden na het overlijden van haar
man het gehuwdenpensoen kunnen ont-
(Van onze verslaggevers)
AMSTERDAM, woensdagavond.
DE MIDDAGZITTING in de zaak tegen het „Goede Heertje" werd vandaag
een diepe, byna eindeloos lijkende duik in de boeken. Hoe had de frauduleuze
boekhouder het klaargespeeld in tien jaar tjjd twee miljoen te verduisteren?
Naarmate dit openbare onderzoek vorderde, werd het langzamerhand duide
lijk. Cijfertjes werden weggeradeerd, andere cijfertjes werden er voor in de
plaats gezet en omdat men een insider moest zyn om uit de niet al te nauw
keurig bijgehouden hoeken wijs te worden, was niemand over de onwaar
schijnlijke bedragen gestruikeld-
Hetgeen daarbij opviel was echter, dat er ook niemand was gestruikeld over
de „gecorrigeerde" boeken en formulieren, zelfs niet, wanneer de correcties
zeer opvallend, hij voorbeeld met een andere typemachine dan die, waarmee
de oorspronkelijke versie was getikt, waren aangebracht. „Belachelijk, onge
looflijk", luidde het commentaar van de rechters bij het aanschouwen van de
vaak kinderlijke „correcties". Was u niet bang dat men het zou merken? De
verdachte haalt de senouders op en antwoordt laconiek: ,,Och, ik dacht, ze
zien het toch niet. Op de duur werd ik steeds brutaler.
klaard, dat het eerste onderzoek had in
gesteld. Nu, tijdens de rechtszitting, vraagt
de verdediger, mr. J. de Jong, aan een
van de rijksaccountants, die als getuige-
deskundigen worden gehoord, of dat ook
zijn mening is. Het antwoord wordt aar
zelend gegeven. „Slordig, ja, daar viel
niet aan te ontkomen. „Primitief, och",
zegt de heer Brautigam, „hij zou het per
soonlijk anders hebben gedaan
Omdat de N.V. Berger en Co handelde
in schatkistpapier, gingen er vrijwel
steeds grote bedragen om. Geld, dat aan
de ene kant werd geleend, werd aan de
andere kant weer belegd. De door ieder
een vertrouwde boekhouder wist, door
knoeierijen in de koopmansboeken, het
kassiersboek, het in- en verkoonboek-
schatkistpapier, dagafschriften van de
kasassociatie en andere documenten munt
te slaan uit het „noteren" van deze trans
acties. Door steeds maar te blijven knoei
en, kwam hij er elke keer opnieuw weer
„uit". Dat hij daarvoor achter zijn bu
reau, dat omringd was door tafels, van
andere employés, ingewikkelde bereke
ningen moest maken, vormde geen belem
mering. Vriendelijk lachend maakte hij
zijn sommetjesde uitkomst daarvan
betekende voor hem altijd „winst".
„Een primitieve en slordige boekhou
ding", had het accountantsbureau ver-
De controle van het „Goede Heertje" bij
Berger was opgedragen aan een assistent
van de Bredase accountant Dragt. Het
was speciaal deze controle, welke de
warme aandacht had van de president.
Pres.: „Die assistent, die had toch maar
twee jaar MULO-opleiding?"
Verd.: „Maar hij wist er méér van dan
de accountants zelf-
Pres.: „Dat is in ieder geval toch niet
normaal.
Even later laat de verdediger een cou
pon-nota circuleren, waarop zo duidelijk
is geknoeid, dat het redds van verre te
zien is. Bovendien zit er een groot gat In.
„Had dit ding ook maar door één accoun
tant goedgekeurd kunnen worden", zo
vraagt de verdediger zich af, terwijl hij
op het verfomfaaide bewijsstuk wijst.
De pres.: „In Breda blijkbaar wel...."
Tijdens de zitting komt wel zonneklaar
vast te staan, dat er méér ongeloofwaar
dige documenten door de boekhouder zijn
vervaardigd, die nooit de aandacht hebben
getrokken. Zo verschijnt er op de groene
tafel ook de kopie van een brief, die was
verzonden aan de Kas Associatie te Am
sterdam, waar het schatkistpapier van
Berger werd bewaard. Op deze kopie had
Cornells van H. op zeer eenvoudige wijze
een kleine „verandering" aangebracht.
Met inkt had hij namelijk voor het be
drag 400.000 gulden een dunne één ge
schreven: resultaat, een miljoen meer.
Natuurlijk bevond dit dunne eentje zich
alléén op de voor Berger bestemde kopie.
„Het zou wel een heel jofele boel ge
weest zijn, wanneer men zoiets bij de Kas
Associatie door de vingers zou hebben
laten glippen", aldus de president. Enfin,
de verdachte geeft terstond toe dat dit
ééntje op de kopie een „persoonlijke aan
gelegenheid" van hem is.
Kenmerkend voor de gehele sfeer is
trouwens ook de verklaring van een oud
employé van Berger, een meisje, dat,
naar de president aanhaalde, heeft ver
klaard: „het was bij ons op kantoor zo'n
toffe boelaf en toe werd er met
stinkbommen gesmeten
Tydens deze met diepgaande boekhoud
kundige besprekingen gevulde middagzit
ting bekent de verdachte vlot en welwil
lend: „Zoals het in de tenlastelegging
staat, ja, zo was het". In nauwe samen
werking met de rjjksaccountants en de
rechters laat hjj nog éénmaal het geld
rollen, z\j het dan in de vorm van cijfer
tjes, De klinkende munt passeerde al eer
der de revue, of beter, zijn vingers. Van
de twee miljoen gulden, waar het nu om
gaat, is weinig meer over dan deze^ droge,
in dikke boeken verpakte „herinneringen".
Tegen de avond worden de stapels inge
pakt: morgenvroeg zullen ze opnieuw ter
tafel komen.
Dan zullen ook de accountant Dragt uit
Breda en zijn assistent. C. M. C. M. Ja
cobs worden gehoord, alsmede de wissel
makelaar J. Salm, oud-directeur van
Berger, mr. F. H. J. K. Berger, bank
directeur van de benadeelde bank en mr.
G. E. F. M. van der Schrieck, directeur
van Van Mierlo's Bank uit Breda.
vangen, zoals In de AOW is bepaald?".,
vraagt de heer S. ons.
De bepaling, dat het gehuwdenpensioen
nog 6 maanden na het overlijden van de
pensioengerechtigde aan de weduwe
wordt doorbetaald, geldt alleen, indien de
man op de dag van overlijden pensioenge
rechtigd was. Aangezien uw schoonvader
overleed voor de inwerkingtreding van
de AOW en hij dus op de dag van overlij
den niet pensioengerechtigd was, valt uw
schoonmoeder helaas niet in de termen
van bovengenoemde bepaling.
Onze abonnee, die antwoord vraaigt onder
het motto „dorus", delen wij mede, dat
een Nederlander, die zich in het buiten
land vestigt en die pensioengerechtigd
krachtens de AOW is, aan pensioen slechts
2 pet ontvangt van het volle pensioenbe
drag voor ieder jaar, dat hij voor de AOW
verzekerd is geweest. En aangezien de
AOW pas op 1 januari 1957 in werking
trad, kan men momenteel hoogstens 2
jaar verzekerd zijn geweest en dus, bij
vestiging in het buitenland hoogstens
aanspraak maken op 4 pet van het volle
pensioenbedrag. In welk land men zich
vestigt speelt daarbij geen rol. Een werk
nemer. die in dienst van een Nederland
se werkgever geregeld in het buiten
land werkt doch in Nederland zijn woon
plaats houdt, zal in het algemeen wel als
verzekerd kunnen worden beschouwd.
Uw laatste vraag is een zuivere belas
tingaangelegenheid, die wij helaas in de
ze rubriek niet kunnen behandelen.
Voor de heer J- J.te B. zijn tot 1 janua
ri 1958 gedurende 10 jaar rentezegels ge
plakt door zijn werkgever. M. i. v- ge
noemde datum is het salaris van brief
schrijver verhoogd tot boven de loongrens
van f. 6900.-. „Is het werkelijk nodig", zo
vraagt hij, „dat ik zelf zegels doorplak
om voor de uitkeringen in aanmerking te
komen? En welke zijn die uitkeringen?"
In de Invaliditeitswet is bepaald, dat
de verzekeringsplichtige, wiens salaris
de loongrens overschrijdt, zelf de verplich
ting heeft om de rentezegels door te plak
ken. Om verschillende redenen worden
echter, indien de betrokkene niet aan de
ze verplichting voldoet, door het uitvoe
ringsorgaan geen sancties toegepast. Het
is dus voor u niet nodig om zelf door te
plakken. Het minimum aantal zegels (150)
om voor de uitkeringen in aanmerking te
komen is reeds door uw werkgever ge
plakt. De hoogte van de uitkeringen wordt
echter beïnvloed door het aantal zegels,
dat op het moment waarop men recht
op uitkering krijgt, in totaal is geplakt.
Door zelf door te plakken verhoogt u dus,
het bedrag der uitkeringen. Dat verhogen
is echter zeer betrekkelijk, omdat de uit
keringen, die de huidige Invaliditeitswet
verleent, meestal zeer schamel zijn. Die
uitkeringen ziin: a. invaliditeitsrente; de
ze ontvangt men, indien men ten gevolge
van ziekte of gebreken niet in staat is
om een derde te verdienen van hetgeen
men, gezien capaciteiten, opleiding,
vroeger beroep enz- normaal verdienen
kan; b. ouderdomsrente; deze gaat in op
de eerste dag van de maand waarin men
65 jaar wordt; c. weduwenrente; de we
duwe van een overleden verzekerde heeft
recht op weduwenrente 1. als haar echt
genoot in het genot was van invaldditeits-
of ouderdomsrente of 2. als ze blijvend in
valide is of 3. als de weduwe 60 jaar
wordt. d. wezenrente: deze wordt in het
algemeen verstrekt ten behoeve van we
zen beneden de leeftijd van 16 jaar.
Vragen omtrent de sociale verzekerings
wetten kunnen schriftelijk worden inge
diend bij onze sociaal-economische redac
tie, Kortenaerstraat 1 te Rotterdam.
De Amerikaanse toneelschrijver Ar
thur Miller is onderscheiden met de gou
den medaille van het Amerikaanse Na
tionale Instituut voor kunst en letteren.
De medaille werd hem toegekend voor
zijn gehele werk. niet voor een bepaald
toneelstuk, aldus werd gisteravond te
New York vernomen.
HET WORDT ALTIJD tegengespro
ken, dat de couturiers met elkaar be
raadslagen voor ze een modelijn lan
ceren. Deze keer heeft die beraadsla
ging beslist niet plaats gehad, want
eigenlijk is alles mode, mits het mid
del maar op de juiste plaats zit.
Vandaar, dat we heel verschillende
modellen zien. Maar enkele dingen
hebben ze toch wel gemeen, zoals bij
voorbeeld de grote kragen, korte pélé-
rine's in de kleur van de stof van de
japon en fichu's, die aan de berte, de
grote kraag met kant, van Marie Antoi
nette herinneren.
Dergelijke pélérine's en berte's zijn
ook bij Jacques Griffe te vinden, maar
méér dan ergens anders zien wij bij hem
geplisseerde- en plooirokken.
Het grootste deel van de mantelpak
ken heeft een dergelijke rok, zodat ze
een grote bewegingsvrijheid geven. Het
is echter vreemd dat, nu toch overal in
de collecties veel witte en pasteltinten
zijn te vinden, Griffe trieste, neutrale
kleuren uitzocht. Alleen de donkerblau
we kleur is mooi, maar de overige kleu
ren koos Griffe stellig op een dag, dat
hij in een wat treurige stemming ver
keerde.
Bijzonder aardig zijn de zeer donker
blauwe en marine-blauwe tailleurs,
waarop jasjes en boléro's, met een
zwart zijden galon afgezet. Vele mantel
pakken hebben een ceintuur en een ta
melijk kleine schoot. De japonnen zijn
soms aan de hals vastgestrikt en bij vele
zit het ceintuur net boven het middel,
maar niet meer dan een paar centime
ter.
De mantels zijn óf recht óf hebben een
ceintuur, die de schaarse ruimte bijeen
houdt.
De kleuren zijn, zoals reeds gezegd,
meestal wat triest, maar de stoffen van
een bijzonder goede kwaliteit. Bij de
avondtoiletten vinden we vooral de pé
lérine's terug. Die japonnen zijn nage
noeg altijd lang. De tailleurs en de ge
wone japonnen staan 44 centimeter van
de grond, wat een goede lengte is.
Alles bij elkaar genomen een goed uit
gevoerde collectie, maar wel met stem
mige kleuren die. na de vrolijke pastel
tinten waarmee de andere couturiers
werken, wat saai aandoen.
DINY K.-W,