JUSTITIE PRESENTEERT Toon Hermans raakte in ban van de speelfilm pp (sociale wegwijzer) Och ze zien het toch niet... dacht het „Goede Heertje Getuige: 't was bij ons op kantoor zo n toffe boel Ongelooflijke en belachelijke correcties Griffe: goede collectie sfemmige kleuren Prijs voor prof. George De Hevesy Raacl van Overleg in oprichting Sommetjes maken Nieuwe mode in Parijs Theaterdirecteuren vragen ontslag Auto te water: één dode Einde zomer première van zijn eersteling r> Primitief? Niet normaal Belangrijk eentje Herinneringen w S C—N D C— tx DONDERDAG 29 JANUARI 1959 PAGINA 3 Waarom dit proces? Ballet-conflict in Kopenhagen Het eerste uitgangspunt Administratie slordig en niet bij Onopgemerkte raderingen En niemand merkte iets „Atomen voor de Vrede Voor bisdom Rotterdam (Van onze verslaggever) Aan het eind van de studiedag van de Raad van Overleg in de bisdommen Haarlem en Rotter dam, gisteren gehouden in aanwe zigheid van mgr. M. A. Jansen, bisschop van Rotterdam, deelde de heer. Jan Bakker, die de Stu diedag voorzat, mede, dat er wordt gedacht aan de vorming van een Raad van Overleg voor het bis dom Rotterdam, op het statuut van het landelijk Maatschappelijk Beraad. Samenstelling Weg was even wit als berm Jours de fête „a Vimproviste' AOW en overlijden AOW en buitenland Rentekaart Tailleurs 44 centimeter van de grond WW?****» Voordat h|j aanving met de voorlezing Van het relaas, verklaarde de officier van ,l"stitie: wanneer in Nederland een een- v°udig boekhouder de kans ziet, een be- flfag van meer dan twee miljoen te ver- bisteren, dan is dat een aangelegenheid, daarvan het belang ver uitgaat boven b persoon van verdachte Het doel van ^t instellen van de Strafvervolging is de bestrijding van de criminaliteit. En deze Cr'minaliteif: wordt niet alleen bestreden bor t.o.v. verdachte bepaalde maatrege- 'e» te nemen, maar ook door in een open bare rechtszitting aan te tonen, hoe het hogelijk js geweest, dat dit strafbare feit bon worden gepleegd en op welke wijze bet is gepleegd, opdat maatregelen kun nen worden genomen ter voorkoming van soortgelijke misdrijven". Daarna werd de daad bij het woord ge legd. De lijvige dossiers op de groene 'afej werden opengeslagen. Een dossier van 170 pagina's: de getuigenverklarin gen. Een dossier van 62 pagina's: "handleiding" van de verdachte om de uit (Speciale correspondentie) Jn aansluiting op ons reeds eerder ge kaatst bericht over de moeilijkheden bij bet ballet van Det Kongeliga Teater in kopenhagen naar aanleiding van het aan gekondigde gast-optreden van de vroege- ïe leider van het ballet Harald Lander an worden medegedeeld dat de directeur Van het theater Henning Brönsted en de Vice-directeur Henning Rohde beiden hun ahtslag hebben aangeboden. Niet minder San 45 leden van het ballet hadden name- *'ik medegedeeld dat zij liever wilden borden ontslagen dan dat zij zouden dan- Sen onder leiding van de in 1951 oneervol °htslagei. Harald Lander die door de lei- a'hg van het theater was uitgenodigd zijn ^horeografische schepping „Etude" in te hinderen met het ballet- Aangezien beide directeuren het schadelijk achtten voor de ®°ede naam van het Kopenhaagse ballet ten dergelijk massaal ontslag te riskeren y°or het door hun georganiseerde gast-op- Jreden van Harald Lander vonden zij het, "hdanks de steun die hen was gegeven b°or de regering en de Rijksdag, beter ?Ich uit de gehele affaire terug te trek- *en en een annulering van het contract Jbet Lander óf een ruïnering van de bal- ytgroep over te laten aan de verantwoor delijkheid van een opvolger. De minister ten Onderwijs en Cultuur Jörgen Jörgen- ,eh heeft de ontslagaanvraag van beide jbrecteuren bevestigd. Hij zei het te be hagen dat zij een dergelijke stap noodza- b®üjk hadden geacht en dat hij hen had gevraagd aan te willen blijven totdat een ®Peciale commissie de netelige kwestie Pader zal hebben onderzocht. Directeur jffönsted heeft beloofd aan te blijven tot dat een nieuwe directeur zal zijn benoemd. de boeken wijs te worden. Een uit drie dikke delen bestaand rapport van de rijiksaccountant. Het Goede Heertje heeft nauwlettend naar de tekst van de dagvaarding geluis terd. Even verlicht een glimlach zijn strak gelaat, als hij met de verdediger een pa peras doorkijkt. Mr. Coninck Liefsting leest vervolgens de namen voor van de acht getuigen, van wie de eersten alleen gehoord wor den de inspecteur van politie W. van der Voort en de rijksaccountants Brautigam en Klop. De president doet voorlezing van een brief van een accountantsbureau, gericht tot de directie van de benadeelde firma, waarin wordt gezegd, dat de admi nistratie primitief en slordig is en dat er als voorlopige conclusie een fraude van ongeveer 1,8 miljoen genoteerd is. Voor de politie is deze brief het eerste uit gangspunt geweest. De heer Van der Voort vertelt, hoe ver dachte met een papiertje en potlood in de cel ook aan het cijferen is geweest en tot een ongeveer even hoog bedrag kwam. De president vraagt aan de getuige-des- kundige Brautigam, hoe de fraude ver werkt is in de boeken. In de jaren 1954 en 1955 behaalde de firma Berger grote winsten en op nog ergerlijke wijze dan vroeger is toen door verdachte met geld gesmeten. De rijksaccountant deelt mede, dat van H. zijn fraude wist te verhelen door balansfiattering. „Was de voorraad geld in werkelijkheid kleiner en de schuld groter?", wil de pre sident weten. De getuige beaamt deze zienswijze, maar voegt daaraan toe, dat de winsten zonder de malversaties ook wel iets groter zouden zijn geweest President: „Waren de functie* van kassier en boekhouder, bij de bank in één hand, gescheiden geweest, dan had u toch nooit zo kunnen frauderen? Heeft nooit een van de directeuren zijn neus in de boeken gestoken?" Verdachte: „Neen. meneer de presi dent". President: „U kreeg wel aanmerkingen dat u achter was met uw administratie?" Verdachte: „Ja, maar er werden geen maatregelen getroffen en ik moest ach terstand hebben, omdat ik anders niet wist, hoe ik moest Knoeien". President: „Men zei u ook niets over de slordige administratie?" Verdachte: „Neen, meneer de presi dent". Foto boven: aan de achterzijde van het Paleis van Justitie ontstond om. streeks negen uur een enorme dei ning, toen er een gevangenen.au to arriveerde. Het ,\goede heertjebe hoorde echter niet tot de inzitten, den, zodat de talrijke journalisten bot vingen. Foto's onder v. t. n. r.: president van het Hof, mr. J Coninck Liefsting; inspecteur W v. d. Voort, die het vooronderzoek heeft geleid; de verdediger van het „goede heertje" de Friese rechts, geleerde mr. Jeljer de Jongh. HET GOEDE HEERTJE (rechts) met de rijksaccountans de heren B. Klop (IJ en J. Brautigam. President: „Dat is nl. ook mijn eerste indruk geweest. Er waren posten tussen geschreven, er bestond geen chronolo gische volgorde. De aandacht van een assistent-accountant met enige kennis van zaken had hierop toch moeten val len". De verdediger mr. J de Jong vraagt de rijksaccountant. of er nog meer benadeel den zijn dan de N.V. Van Mierlo in Bre da en de tantièmdsten. voor zover zij een kleiner aandeel uit de door de fraude lager geworden winst gekregen hadden. Verdediger: „Er is toch nog een grote benadeelde, nl. de fiscus?" De rechtbank knikt, instemmend. Na een korte schorsing gaat de presn dent over tot punt twee van de ten la6te legging, nl valsheid in geschrifte. President: ,,U radeerde altijd op de stukken het woordje „disp" (van disposi tie Red.) weg en dat is nooit opgevallen?" Verdachte: „Inderdaad diet". President: „U gebruikte daarvoor geen chemische middelen of andere geraffi neerde methodes?" Verdachte: „Alleen maar vlakgom". President tot griffier: „Wilt u dit even goed noteren, wij hebben hier een sala rislijst die juist, is, dat is een novum! President: „U liet de chèques door de twee procuratiehouders om en om teke nen om ontdekking van de vervalsing te voorkomen?" Verdachte: „Ja, meneer de president". Mr. Coninck Liefsting heeft eerder mee gedeeld, dat er 613 chéques in de afge lopen elf jaar uitgeschreven zijn. Zelf had van H. er daarvan zes getekend, toen hij op 1 januari 1958 tot procuratie houder benoemd was. De beide direc teuren hadden er ruim dertig gesigneerd en de twee procuratiehouders de rest, dus ruim 575. zonder iets van de vervalsing te ontdekken. President: „Bij enige behoorlijke ac countantscontrole hadden al dat vlakken en die inkt vervangingen Van getypt schrift toch in de gaten moeten looen?" Getuiige-deskundige: „De controle werd door een eenvoudige kracht uitgeoefend. Hij behoefde de dagafschriften niet te on derzoeken. Per week kwamen er zes dag afschriften van de Kasassociatie. Gewoon lijk zat er in één een fout". Verdediger: „Had de accountant zich niet moeten afvragen, hoe het bedrijf dan aan geld voor salarissen e.d. kwam"? Rijksaccountant: ,,fk kan mij voorstel len, dat hij dat niet gedaan heeft. Hij kreeg het kasboek in handen en zag het geld in de kas voordat van H. het in zijn zak stak. Er zijn wel meer boekhoudingen, die slordig en onfris zijn. maar die kun nen dan nog best in orde wezen" President tot verdachte: „Is het eigen lijk zo, dat u uw tjjd verdeed aan dat knoeien in de bureau-uren? U zat met al het personeel tien tot vijftien man en de directeuren, in een vertrek. Men liet u maar boekhouden zoals u wilde onder de ogen van iedereen?" Verdachte: „Niemand had belangstelling voor de boekhouding". President: „Hebt u de heren Berger en Salm gezien als directeuren of meer de heren van de hoofdbank Van Mierlo uit Breda?" Verdachte: „Breda decreteerde wel". President: „Veel waardering had men toch niet voor Breda. Men sprak wel sma lend over: „de boeren van Van Mierlo". De behandeling wordt dan hoe langer hoe technischer. Uren lang wordt gedis cussieerd over de manier, waarop Comelis van H. precies zijn verduisteringen heeft gepleegd. Het lijkt wel dat de president een grote interesse heeft voor de nogal primitieve manier, waarop de boekhouder tijdens de tien bewuste jaren werd gecon troleerd. Ik zou de malversaties, zo zegt hij, als een voorbeeld willen zien van hoe door onbekwaamheid en domheids macht elke controle ontbreekt en niemand ziet. hoe er op groteske wijze geknoeid wordt. Duizendje na duizendje, ton na ton, wordt moeizaam achterhaald. De 2 rijks accountants, de drie rechters met als noodhulp een bijzitter, de officier van jus titie, de vrouwelijke griffier, allen buigen zij zich over de boeken, met de ver dachte, die nu ook is ingeschakeld bij de justitiële jacht op de tonnen. Het uitge ven van het geld moet hem heel wat ge makkelijker zijn gevallen. Soms lijken zij de leden van een puzzelclub'. President: „Klopt dit of klopt dit niet?" Verdachte: „Dat klopt niet". President: „Dat klopt, dat dit niet klopt". Moeizaam puzzelt men verder tot kwart voor een. De romantiek is al lang wegge cijferd. Nuchter laat men de vingers glij den over de boeken. De achtergrond van feestjes, plezierreisjes en „milde giften" verbleekt onder de felle lampen van de rechtszaal. Eindelijk De Zweedse hoogleraar George Charles de Hevesy zal een prjjs van 75.000 dollar ontvangen in het kader van het program ma „Atomen voor de Vrede". De prijs zou vandaag in New York worden uit gereikt door dr. Detlov Bronk, president van het Rockefeller-instituut en van de Amerikaanse Nationale Academie van Wetenschappen. Professor De Hevesy zal voorts een gouden medaille ontvangen voor z"n bij drage tot het vreedzame gebruik van atoomenergie door dp ontdekking en de ontwikkeling van de sporentechniek in de chemie, de biologie en de medische we tenschap, waarbij natuurlijke en kunst matige radioactieve isotopen worden ge bruikt. Onder meer zal het woord worden ge voerd door de secretaris-generaal van de V.N. Dag Hammarskjoeld en door dr. Glenn Seaborg, Nobelprijswinnaar en kanselier van de universiteit van Califor- nië. De prijs, die werd ingesteld na een op roep van president Eisenhower tot inter nationale inspanning voor het vreedzame gebruik van atoomenergie, wordt thans voor de tweede maal toegekend. In bedoelde Raad van Overleg zouden van zes standsorganisaties elk twee leden zitting kunnen nemen. De zes organisaties zijn St.-Adelbertus, de K.A.B., de L.T.B., de Kath. Middenstandsbond, de Kath. Werkgeversvereniging en de Werknemen- de Middenstand. Andere verenigingen als de Katho lieke Vrouwen Beweging, de Jeugdraad, het Sociaal Charitatief Centrum, de Dio cesane Jeugdraad en de kath. Volkshuis vesting zouden elk twee leden als audi tors kunnen afvaardigen. Daarnaast zou den event, twee bisschoppelijke commis sarissen (een priester en een leek) lid kunnen zijn, alsmede een aantal deskun digen. Bepaalde problemen zouden in sec toren kunnen worden besproken. Het voorzitterschap zou jaarlijks kunnen rou leren onder de zes organisatie-afgevaar digden, die het dagelijks bestuur vormen. Nadat dit voorstel was gelanceerd allen verklaarden zich er voorlopig mee akkoord hield Rotterdams bisschop een korte rede, waarin hij vaststelde, dat de problemen van de Randstad Holland, het onderwerp van de studiedag, blijkbaar velen beweegt, omdat men er apostolische mogelijkheden in ziet. Christelijke liefde biedt de meeste kans bij de benadering van de problemen, die voorts erop wees, dat een grote liefde tevens inhoudt een bereidheid tot het brengen van offers. Als men met vrucht hiervoor wil samen werken, zal het gebed het grote middel tot welslagen zijn. (Van onze correspondent). In de nacht van woensdag op donder dag om vijf over twaalf is even buiten Ursem in Noord-Holland een personen auto, die over de Walingsdijk reed in de richting Avenhorn, van de weg afgeraakt en in de ringvaart gereden. De 54-jarige A. J. Floris uit Berkhout-De Goor kwam hierbij om het leven. De heer en mevrouw Floris waren gis teravond met hun drie zoons op verjaars visite geweest bij het meisje van een der zoons, dat in Ursem woont. midder nacht aanvaardden zij de terugreis. Het ongeluk gebeurde, toen de auto nog maar nauwelijks 400 meter had gereden. De bestuurder is vermoedelijk het spoor bijster geraakt, omdat door vorst en mist het. wegdek net zo wit was als de berm. De snelheid, waarmee gereden werd, bedroeg hoogstens 5 km per uur. De medeinzittenden kond<m zich redden. (Van onze Amsterdamse redactie) Het plaatsje heet „Son-an-see" ge schreven volgens de re gels van de plat- Amsterdamse fonetiek, maar uit te spreken met een Frans accent en er wonen uitsluitend typische lieden. Het dorpsbeeld wordt be heerst door monsieur Moutarde, een zonnige levensgenieter, die in antiquiteiten doet. en mijnheer Braad, direc teur van de worstfabriek „Knik-knak", een door en door materialistische figuur. Braad wil de markies van Moutarde van zijn landgoed zetten om er een fabriek te kunnen bouwen. Aan deze „strijd" heeft Toon Hermans de zwart-wit verbeelding van zijn vi sie op de humor opge hangen. Met deze korte schets heeft Toon Hermans gisteren in Amsterdam de geheimzinnigheid rond zijn eerste speel film, waarvoor hij zelf de muziek en het scena rio heeft geschreven en de décors heeft ontwor pen en waarvan hij ook de regie voert, even doorbroken. Hermans heeft, naar hij zelf ver telt, lang met de idee om een film te maken rond gelopen. Toen hij een jaar of acht geleden „Jours de fête" van Jack Tati zag, vatte hij moed aan de verwezenlijking van zijn dromen te gaan werken. „Tati" die ook uit de wereld van het variété afkomstig is, heeft me geïnspireerd, maar zijn werk heeft me niet tot voorbeeld gediend", zo zei Her mans. Hij heeft rondge keken in Hollywood en Italië en daar met re gisseurs van gedachten gewisseld. Hij heeft ver schillende ontwerpen gemaakt, totdat hij, cir ca 1 jaar geleden de City-film in Den Haag bereid vond als produ cer op te treden. Hermans heeft een „cast" van 400 personen, onder wie tien arties- TOON HERMANS ALS MONSIEUR MOUTARDE in zijn eerste film, waarvan de première einde zomer in Amsterdam zal draaien. ten. Hij „ontdekte" zijn mensen in cafeetjes en op straat. „Soms tref je een prachtig type, dat direct zijn rol vervult, zoals je had verwacht, maar ook kunnen je moeiten verspild zijn, zoals bij een oud man netje, dat alleen maar „Dorus Rijkers" hoefde te zeggen, maar die woorden niet over zijn lippen kon krijgen, óp als hij was van de ze nuwen.'' Hermans heeft volle dige vrijheid van han delen gekregen, om a l'improviste te werk te gaan. „Ik prefereer deze methode, omdat er dan ruimte blijft voor spon taneïteit en voor plot selinge invallen." Her man "Wassenaar en Fred Tammes, die aan de ca mera staan, hebben het keurslijf van de tech niek voor de regisseur zo ruim mogelijk ge maakt. De gehele afge lopen zomer is besteed van de buitenopna men. Het binnenwerk wordt nu verricht in een zaal in Zandvoort. Ongeveer vier-vijfde deel van de film, die een lengte zal hebben van circa 1% uur, is nu gereed. Einde zomer van dit jaar kan de pre mière in het City-thea ter te Amsterdam wor den verwacht. Hermans is, zo vertel de hij, door het filmbe drijf gefascineerd. Als zijn eersteling bij het Nederlandse publiek in de smaak zal vallen, gaat hij door met fil men. „Het theater trekt me nog steeds. Misschien kan ik beide hobbies combineren." Voorlopig heeft hij echter alle contacten met het toneel verbroken. In december !956 overleed de schoon vader van de heer C. M. S. te G. Zijn schoonmoeder, die op 1 januari 1957 65 jaar oud was. ontving m.i-v. die dag het ongehuwdenpensioen AOW. „Had zij niet nog 6 maanden na het overlijden van haar man het gehuwdenpensoen kunnen ont- (Van onze verslaggevers) AMSTERDAM, woensdagavond. DE MIDDAGZITTING in de zaak tegen het „Goede Heertje" werd vandaag een diepe, byna eindeloos lijkende duik in de boeken. Hoe had de frauduleuze boekhouder het klaargespeeld in tien jaar tjjd twee miljoen te verduisteren? Naarmate dit openbare onderzoek vorderde, werd het langzamerhand duide lijk. Cijfertjes werden weggeradeerd, andere cijfertjes werden er voor in de plaats gezet en omdat men een insider moest zyn om uit de niet al te nauw keurig bijgehouden hoeken wijs te worden, was niemand over de onwaar schijnlijke bedragen gestruikeld- Hetgeen daarbij opviel was echter, dat er ook niemand was gestruikeld over de „gecorrigeerde" boeken en formulieren, zelfs niet, wanneer de correcties zeer opvallend, hij voorbeeld met een andere typemachine dan die, waarmee de oorspronkelijke versie was getikt, waren aangebracht. „Belachelijk, onge looflijk", luidde het commentaar van de rechters bij het aanschouwen van de vaak kinderlijke „correcties". Was u niet bang dat men het zou merken? De verdachte haalt de senouders op en antwoordt laconiek: ,,Och, ik dacht, ze zien het toch niet. Op de duur werd ik steeds brutaler. klaard, dat het eerste onderzoek had in gesteld. Nu, tijdens de rechtszitting, vraagt de verdediger, mr. J. de Jong, aan een van de rijksaccountants, die als getuige- deskundigen worden gehoord, of dat ook zijn mening is. Het antwoord wordt aar zelend gegeven. „Slordig, ja, daar viel niet aan te ontkomen. „Primitief, och", zegt de heer Brautigam, „hij zou het per soonlijk anders hebben gedaan Omdat de N.V. Berger en Co handelde in schatkistpapier, gingen er vrijwel steeds grote bedragen om. Geld, dat aan de ene kant werd geleend, werd aan de andere kant weer belegd. De door ieder een vertrouwde boekhouder wist, door knoeierijen in de koopmansboeken, het kassiersboek, het in- en verkoonboek- schatkistpapier, dagafschriften van de kasassociatie en andere documenten munt te slaan uit het „noteren" van deze trans acties. Door steeds maar te blijven knoei en, kwam hij er elke keer opnieuw weer „uit". Dat hij daarvoor achter zijn bu reau, dat omringd was door tafels, van andere employés, ingewikkelde bereke ningen moest maken, vormde geen belem mering. Vriendelijk lachend maakte hij zijn sommetjesde uitkomst daarvan betekende voor hem altijd „winst". „Een primitieve en slordige boekhou ding", had het accountantsbureau ver- De controle van het „Goede Heertje" bij Berger was opgedragen aan een assistent van de Bredase accountant Dragt. Het was speciaal deze controle, welke de warme aandacht had van de president. Pres.: „Die assistent, die had toch maar twee jaar MULO-opleiding?" Verd.: „Maar hij wist er méér van dan de accountants zelf- Pres.: „Dat is in ieder geval toch niet normaal. Even later laat de verdediger een cou pon-nota circuleren, waarop zo duidelijk is geknoeid, dat het redds van verre te zien is. Bovendien zit er een groot gat In. „Had dit ding ook maar door één accoun tant goedgekeurd kunnen worden", zo vraagt de verdediger zich af, terwijl hij op het verfomfaaide bewijsstuk wijst. De pres.: „In Breda blijkbaar wel...." Tijdens de zitting komt wel zonneklaar vast te staan, dat er méér ongeloofwaar dige documenten door de boekhouder zijn vervaardigd, die nooit de aandacht hebben getrokken. Zo verschijnt er op de groene tafel ook de kopie van een brief, die was verzonden aan de Kas Associatie te Am sterdam, waar het schatkistpapier van Berger werd bewaard. Op deze kopie had Cornells van H. op zeer eenvoudige wijze een kleine „verandering" aangebracht. Met inkt had hij namelijk voor het be drag 400.000 gulden een dunne één ge schreven: resultaat, een miljoen meer. Natuurlijk bevond dit dunne eentje zich alléén op de voor Berger bestemde kopie. „Het zou wel een heel jofele boel ge weest zijn, wanneer men zoiets bij de Kas Associatie door de vingers zou hebben laten glippen", aldus de president. Enfin, de verdachte geeft terstond toe dat dit ééntje op de kopie een „persoonlijke aan gelegenheid" van hem is. Kenmerkend voor de gehele sfeer is trouwens ook de verklaring van een oud employé van Berger, een meisje, dat, naar de president aanhaalde, heeft ver klaard: „het was bij ons op kantoor zo'n toffe boelaf en toe werd er met stinkbommen gesmeten Tydens deze met diepgaande boekhoud kundige besprekingen gevulde middagzit ting bekent de verdachte vlot en welwil lend: „Zoals het in de tenlastelegging staat, ja, zo was het". In nauwe samen werking met de rjjksaccountants en de rechters laat hjj nog éénmaal het geld rollen, z\j het dan in de vorm van cijfer tjes, De klinkende munt passeerde al eer der de revue, of beter, zijn vingers. Van de twee miljoen gulden, waar het nu om gaat, is weinig meer over dan deze^ droge, in dikke boeken verpakte „herinneringen". Tegen de avond worden de stapels inge pakt: morgenvroeg zullen ze opnieuw ter tafel komen. Dan zullen ook de accountant Dragt uit Breda en zijn assistent. C. M. C. M. Ja cobs worden gehoord, alsmede de wissel makelaar J. Salm, oud-directeur van Berger, mr. F. H. J. K. Berger, bank directeur van de benadeelde bank en mr. G. E. F. M. van der Schrieck, directeur van Van Mierlo's Bank uit Breda. vangen, zoals In de AOW is bepaald?"., vraagt de heer S. ons. De bepaling, dat het gehuwdenpensioen nog 6 maanden na het overlijden van de pensioengerechtigde aan de weduwe wordt doorbetaald, geldt alleen, indien de man op de dag van overlijden pensioenge rechtigd was. Aangezien uw schoonvader overleed voor de inwerkingtreding van de AOW en hij dus op de dag van overlij den niet pensioengerechtigd was, valt uw schoonmoeder helaas niet in de termen van bovengenoemde bepaling. Onze abonnee, die antwoord vraaigt onder het motto „dorus", delen wij mede, dat een Nederlander, die zich in het buiten land vestigt en die pensioengerechtigd krachtens de AOW is, aan pensioen slechts 2 pet ontvangt van het volle pensioenbe drag voor ieder jaar, dat hij voor de AOW verzekerd is geweest. En aangezien de AOW pas op 1 januari 1957 in werking trad, kan men momenteel hoogstens 2 jaar verzekerd zijn geweest en dus, bij vestiging in het buitenland hoogstens aanspraak maken op 4 pet van het volle pensioenbedrag. In welk land men zich vestigt speelt daarbij geen rol. Een werk nemer. die in dienst van een Nederland se werkgever geregeld in het buiten land werkt doch in Nederland zijn woon plaats houdt, zal in het algemeen wel als verzekerd kunnen worden beschouwd. Uw laatste vraag is een zuivere belas tingaangelegenheid, die wij helaas in de ze rubriek niet kunnen behandelen. Voor de heer J- J.te B. zijn tot 1 janua ri 1958 gedurende 10 jaar rentezegels ge plakt door zijn werkgever. M. i. v- ge noemde datum is het salaris van brief schrijver verhoogd tot boven de loongrens van f. 6900.-. „Is het werkelijk nodig", zo vraagt hij, „dat ik zelf zegels doorplak om voor de uitkeringen in aanmerking te komen? En welke zijn die uitkeringen?" In de Invaliditeitswet is bepaald, dat de verzekeringsplichtige, wiens salaris de loongrens overschrijdt, zelf de verplich ting heeft om de rentezegels door te plak ken. Om verschillende redenen worden echter, indien de betrokkene niet aan de ze verplichting voldoet, door het uitvoe ringsorgaan geen sancties toegepast. Het is dus voor u niet nodig om zelf door te plakken. Het minimum aantal zegels (150) om voor de uitkeringen in aanmerking te komen is reeds door uw werkgever ge plakt. De hoogte van de uitkeringen wordt echter beïnvloed door het aantal zegels, dat op het moment waarop men recht op uitkering krijgt, in totaal is geplakt. Door zelf door te plakken verhoogt u dus, het bedrag der uitkeringen. Dat verhogen is echter zeer betrekkelijk, omdat de uit keringen, die de huidige Invaliditeitswet verleent, meestal zeer schamel zijn. Die uitkeringen ziin: a. invaliditeitsrente; de ze ontvangt men, indien men ten gevolge van ziekte of gebreken niet in staat is om een derde te verdienen van hetgeen men, gezien capaciteiten, opleiding, vroeger beroep enz- normaal verdienen kan; b. ouderdomsrente; deze gaat in op de eerste dag van de maand waarin men 65 jaar wordt; c. weduwenrente; de we duwe van een overleden verzekerde heeft recht op weduwenrente 1. als haar echt genoot in het genot was van invaldditeits- of ouderdomsrente of 2. als ze blijvend in valide is of 3. als de weduwe 60 jaar wordt. d. wezenrente: deze wordt in het algemeen verstrekt ten behoeve van we zen beneden de leeftijd van 16 jaar. Vragen omtrent de sociale verzekerings wetten kunnen schriftelijk worden inge diend bij onze sociaal-economische redac tie, Kortenaerstraat 1 te Rotterdam. De Amerikaanse toneelschrijver Ar thur Miller is onderscheiden met de gou den medaille van het Amerikaanse Na tionale Instituut voor kunst en letteren. De medaille werd hem toegekend voor zijn gehele werk. niet voor een bepaald toneelstuk, aldus werd gisteravond te New York vernomen. HET WORDT ALTIJD tegengespro ken, dat de couturiers met elkaar be raadslagen voor ze een modelijn lan ceren. Deze keer heeft die beraadsla ging beslist niet plaats gehad, want eigenlijk is alles mode, mits het mid del maar op de juiste plaats zit. Vandaar, dat we heel verschillende modellen zien. Maar enkele dingen hebben ze toch wel gemeen, zoals bij voorbeeld de grote kragen, korte pélé- rine's in de kleur van de stof van de japon en fichu's, die aan de berte, de grote kraag met kant, van Marie Antoi nette herinneren. Dergelijke pélérine's en berte's zijn ook bij Jacques Griffe te vinden, maar méér dan ergens anders zien wij bij hem geplisseerde- en plooirokken. Het grootste deel van de mantelpak ken heeft een dergelijke rok, zodat ze een grote bewegingsvrijheid geven. Het is echter vreemd dat, nu toch overal in de collecties veel witte en pasteltinten zijn te vinden, Griffe trieste, neutrale kleuren uitzocht. Alleen de donkerblau we kleur is mooi, maar de overige kleu ren koos Griffe stellig op een dag, dat hij in een wat treurige stemming ver keerde. Bijzonder aardig zijn de zeer donker blauwe en marine-blauwe tailleurs, waarop jasjes en boléro's, met een zwart zijden galon afgezet. Vele mantel pakken hebben een ceintuur en een ta melijk kleine schoot. De japonnen zijn soms aan de hals vastgestrikt en bij vele zit het ceintuur net boven het middel, maar niet meer dan een paar centime ter. De mantels zijn óf recht óf hebben een ceintuur, die de schaarse ruimte bijeen houdt. De kleuren zijn, zoals reeds gezegd, meestal wat triest, maar de stoffen van een bijzonder goede kwaliteit. Bij de avondtoiletten vinden we vooral de pé lérine's terug. Die japonnen zijn nage noeg altijd lang. De tailleurs en de ge wone japonnen staan 44 centimeter van de grond, wat een goede lengte is. Alles bij elkaar genomen een goed uit gevoerde collectie, maar wel met stem mige kleuren die. na de vrolijke pastel tinten waarmee de andere couturiers werken, wat saai aandoen. DINY K.-W,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 3