Italiaans journalist over ontmoeting
op het „dak van de wereld
De „yeti" blijft voorlopig
nog een grote aap
Pauselijke staatssecretaris richtte een tehuis op voor
oorlogswezen en verwaarloosde kinderen
Vuistslagen van satan
-•
ZATERDAG 31 JANUARI 1959
PAGINA 3
5,Ondanks al het rumoer, dat men naar aan
leiding van mijn z.g. ontmoeting met de
„Verschrikkelijke Sneeuwmens" heeft ge
maakt, ben ik toch uit het Himalaya-
gebergte teruggekomen met de overtuiging,
dat dit wezen niet bestaat"aldus de
Italiaanse journalist Spani in een interview,
hetwelk hij dezer dagen in Rome aan repor
ters verleende. Hij heeft gedurende ettelijke
maanden als speciale verslaggever in de her
gen van Nepal rondgezworven, ten eerste om
reisverhalen te maken voor een veel-
verspreid- weekblad en ten tweede, om er
een film op te nemen voor de Italiaanse
televisie. Graag zou hij als bijzondere at
tractie een reeks beelden van de „Ver
schrikkelijke Sneeuwmens" in zijn televisie
film hebben willen opnemen, zelfs wat
sporen, door het geheimzinnige wezen ach
tergelaten. Het zou een geweldige primeur
geweest zijn. Maar de nogal nuchtere
Spani liet zelfs de waarschijnlijkheid niet
open, dat het toch wel zou kunnen bestaan.
Hij voelde er blijkbaar niets voor zichzelf
en zijn expeditie daar aan de rand van het
dak der wereld interessanter te maken, door
op onverantwoorde wijze te speculeren
op de inderdaad grote belangstelling, welke
door het publièk voor die geheimzinnige
verschijning gekoesterd wordt. Voor hem
heeft de „Verschrikkelijke Sneeuwman" af
gedaan, ondanks het in Nepal in omloop
zijnde verhaal van een meisje, dat als kind
door zo'n aapachtig wezen zou zijn ontvoerd,
zijn taal leerde en later er door vrijgelaten
zou zijn.
Desondanks gaf hij desgevraagd toe, een merkwaardige ontmoeting
te hebben gehad, op ongeveer zesduizend meter hoogte, in de bergen.
Hierdoor zou het verhaal in de ivereld gekomen zijn, als zou hij
Werkelijk een „yeti" hebben gezien. „Gezien heb ik niets", verklaar
de hij. „En op de film, die ik direct maakte, toen ik tussen de rotsen
tets donkers had zien bewegen, komt niets voor. Ze is nogal wazig.
Misschien dat men er in het laboratorium van de televisie nog iets
van maken kan en betere kopieën kan vervaardigen, waarop dan
Wellicht iets zal voorkomen, maar dan is het nog hoogst onwaar.
Sf hijnlijk, dat het een „yeti" is geweest, die ons even op ons qui vive
deed zijn. Dit „ons" waren Spani en zijn Nepalese dragers. Ze had
den op een gegeven ogenblik onraad ontdekt en Spani heeft werke
lijk een schaduwachtige figuur in een grot gezien verdwijnen. Hij
Is deze achterna gegaan. Aanvankelijk wilde hij zijn geweer mee.
Hemen. Maar hij bedacht zich. Het kon immers een mens zijn of
ven mensachtig wezen en dan zou het een misdaad zijn geweest,
het neer te schieten. Hij dacht eerder aan een wolf of berggeit.
Toch wapende hij zich met een camera. Doch in de grot kon hij
Hi ets ontwaren. Met de filmcamera had hij reeds eerder op goed
geluk opnamen gemaakt, in de richting waar hij en zijn mannen
lets hadden zien bewegen, maar de resultaten zullen pover blijken,
herhaalde hij
Publiciteitsstunt
Ten zing gelooft er aan
Een „scalp"
Een kunstmatige..
Het grote raadsel
Observator
Villa Nazareth
Kinderen der verschrikking
„Nera miseria"
Zijn overtuiging,dat de „yeti", zoals
Nepalezen en de Tibetanen de „Ver
schrikkelijke Sneeuwmens" noemen, niet
"Cstaat, grondt Spani op zijn ervaringen
gedurende maandenlange zwerftochten
S°or het gebied, waar de „yeti" herhaalde-
gesignaleerd zou zijn, zowel des zo
lders als in de winter. Volgens hem kan
voerig melding gemaakt van het rapport
der Sovjet-Russische jagers op de „yeti",
en wachten intussen nog steeds geduldig
nadere bijzonderheden af.
■?®t geheimzinnige wezen niets anders zijn
i an een grote aap van een soort, die wel
licht ergens in een beschut, nog onbekend
?sl is blijven voortbestaan. Hiermede
!?0udt hij inmiddels de mogelijkheid open.
^at er ondanks zijn scepticisme tóch een
'■yeti", mens of aap zou kunnen ronddo-
daar in het hooggebergte van de Hi
malaya
We zijn dus feitelijk met deze Italiaan-
Je journalist geen stap verder gekomen.
°e eerste berichten over zijn merkwaardi
ge ontmoeting hadden hoge verwachtin
gen gewekt. Hij moet in Nepal een be-
Schrijving hebben gegeven van het we-
?en, dat in een heldere maannacht in de
öHurt van zijn kampement was gekomen.
bos-
tt is Pasqale Fasciano, een
machter uit Apulië, die in een film
'h- rol van de Verschrikkelijke
,V>'Heeuwmcnszou vervullen, maar
"P het gletsjerijs van de Montblanc
'mee keer zijn i>ols brak en het toen 'en'an,^ 'e goeder naam en faam bekend
I staande professoren enige waarde te hech-
tnaar opgafj ten. Trouwens, we hebben indertijd uit-
Iets groter dan de gemiddelde man. heel
langzaam in zijn bewegingen, verklaarde
hij te KathmandoeNu zijn foto's en
films ontwikkeld zijn, beweert hij, dat
het voor goede opnamen te donker was,
ondanks het heldere maanlicht en hij
eigenlijk slechts een schaduw heeft ge
zien
Achteraf zou men geneigd zijn te zeggen,
dat het Spani om een publiciteitsstunt
voor zijn film te doen is geweest. Enfin,
ze zal wel vertoond worden onder de titel
„Uit het land van de Verschrikkelijke
Sneeuwmens" of zoiets. Inmiddels blijft
de kwestie ons en naar we vermoeden,
ook vele lezers interesseren. Zulks mede
in verband met de categorische verklarin
gen van Sovjet-Russische geleerden, die
beweerden, achter een „yeti" aan te heb
ben gezeten, tot die in een diepe spelonk
verdween.. Sovjet-Russische, mededelin
gen omtrent bepaalde „primeurs" doen al
tijd een beetje verdacht aan, nademaal
het Kremlin order heeft gegeven, de ge
dachte te verspreiden, als zou al het be
langrijke in wetenschap en techniek door
Russen zijn ontdekt of uitgevonden. Maar
nu de ontdekking van werkende vulkanen
op de maan volgens verklaringen van A-
merikaanse geleerden op onomstotelijke
feiten berust zijn we onwillekeurig ge
neigd aan de uitspraken van bepaalde, bij
hun wetenschappelijke collega's in 't bui-
De sherpa Tenzing gelooft vast in het
bestaan van de „yeti".
Dan zijn er nog lieden als de wereldbe
roemde gids Tenzing Norkay die sa
men met Sir Hillary, de bedwinger van de
Mount Everest stellig in het bestaan
van de „yeti" gelooft en herhaaldelijk
verklaard heeft, met eigen ogen sporen
van de „yeti" gezien te hebben. Zulks ja
ren en jaren achtereen, zodat voor hem
geen twijfel mogelijk is, al heeft hij er
dan nooit een met eigen ogen aanschouwd.
De meeste voetsporen van een „yeti"
groter dan die van grote mensenvoe
ten trof hij aan op de hellingen van de
Mount Everest ofwel de Chomolungma, zo
als deze hoogste top der aarde in Nepal
wordt genoemd. Naar zijn mening heeft
de „yeti zich, toen er de bergbestijgings
expedities begonnen, steeds meer naar
verder afgelegen berghellingen terugge
trokken. Voor hem zijn de foto's, in 1951
van sporen van „yeti's" door de bergbe-
stijger en expeditiereiziger Eric Shipton
gemaakt, volkomen doorslaggevend, als 't
erom gaat, het bestaan van de .Ver
schrikkelijke Sneeuwmens" te bewijzen.
Eric Shipton was leider van een
Mount-Everest-expeditie. Hij organiseerde
na zijn terugkeer in Engeland een ten
toonstelling van zijn foto's in het Londen-
se Natural History Museum, nadat hij
eerst uitvoerige artikelen in de alleszins
respectabele Londense „Times" gepu
bliceerd had. De deskundigen van het mu
seum kwamen evenwel na enige tijd
met de verklaring, jat de voetsporen die
moesten zijn van een z ,g. langoer, een
langharige en vrij grote apesoort, die nog
steeds in de Himalaya voorkomt. Deze
apesoort zou vijftiep jaar te voren, in
1921, reeds de oorzaak zijn geweest, dat
een andere Himalaya-expert, luitenant
kolonel Howard-Bury naar Engeland was
gekomen met indrukwekkende verhalen
over de „Verschrikkelijke Sneeuwmens",
zoals hij die uit de mond van Tibetaanse
monniken had opgetekend
Men weet het, sindsdien is de wereld
overstroomd met berichten over de „Ver
schrikkelijke Sneeuwmens", waarvan
j zelfs een „scalp" bewaard zou worden in
een Tibetaans klooster. Een expeditie
reiziger, die tot dit klooster wist door te
dringen, het was het klooster van Pang-
poche, meende echter te moeten vaststel
len. dat het hier ging om de hoofdhuid
van een aap. De rossige haren hadden vol
gens hem weinig menselijks. Hij volgde
het voorbeeld van een Engels onderzoe
kingsreiziger niet. Deze was vóór hem in
het klooster geweest en had de monniken
honderden guldens voor enkele haren uit
die scalp geboden. De monniken waren op
dit aanbod niet ingegaan en verzekerden,
hun kostbare bezit nooit prijs te zullen ge
ven. De „yeti" zou ongeveer honderd jaar
geleden door het toenmalige hoofd van
hun klooster met eigen handen gevangen
en nadat hij geruime tijd in het klooster
had geleefd, gestorven zijn, waarna men
zijn hoofdhuid en een gedeelte van het vel
van het gezicht gerepareerd had.
Het klooster van.Pangpoche ligt op de
grens van Nepal en Tibet. De monniken
daar vertelden de onderzoekingsreiziger
niets over andere monniken, waarover
onlangs de Duitse missionaris Eichinger
bericht heeft. Deze kenner van de landen
rond de Himalaya nam, zoals bekend,
vastbesloten stelling in de controverse
omtrent de „Verschrikkelijke Sneeuw
mens". Hij betoogde, dat de wezens, die
zo nu en dan langs de hellingen van de
Himalaya worden opgemerkt en wier
sporen men herhaaldelijk heeft aangetrof
fen, gewone menselijke wezens zijn, die
zich nog meer dan de Tibetanen aange
past hebben aan het strenge klimaat van
het „Dak der Wereld". Ze brachten het zo
Op de hellingen van deze besneeuw.
de bergmassieven zou de „yeti"
rondzwerven.
ver. dat ze zelfs in de felste koude groten
deels naakt zich in de buitenlucht kunnen
bewegen en ook de ijskoude windvlagen
kunnen trotseren. Het zijn vrijwel alle
maal kluizenaars, monniken, die hun
klooster verlaten hebben, om in eenzaam
heid te leven. In die kloosters hebben ze
zich reeds aan buitengewone ontberingen
moeten gewennen. Ze worden door de
monniken, die in de kloosters verblijven,
als een soort heiligen beschouwd. Pater
Eichinger kon er één fotograferen en al
dus zijn mededelingen met een tastbaar
bewijs staven. Dat deze mededelingen in
derdaad op waarheid kunnen berusten en
deze kluizenaars over een bijzonder groot
weerstandsvermogen tegen de koude be
schikken, welke men tot dusver voor on
mogelijk zou hebben gehouden, wordt
wel aangetoond door de recente ervarin
gen aan de Zuidpool, waar gebleken is,
dat de mens in staat is, enorm lage tem
peraturen te weerstaan, mits hij er vooral
geestelijk op geprepareerd is.
We zien er hier van af, om een overzicht
te geven van alle berichten en rapporten
over de „Verschrikkelijke Sneeuwmens".
Er zijn tientallen verhalen geboekstaafd
van bergbewoners, die beweren, met
eigen ogen een „yeti" gezien te hebben.
Het verhaal van de meest betrouwbare
klopt intussen met hetgeen de deskundi
gen van het Natural History Museum
vaststelden. Hij beschreef de „yeti" dus
danig. dat men geen andere conclusie
kan trekken dan: een grote aap.
Er blijft nu natuurlijk het grote raadsel
over, hoe deze dieren zich op zulk een gro
te hoogte en in een dergelijke koude kun
nen handhaven. Het is een raadsel, waar
van de oplossing op zichzelf interessant
genoeg kan zijn. We zullen ons er even
wel niet verder in verdiepen en rustig op
nader nieuws over de „Verschrikkelijke
Sneeuwmens" wachten.
En we besluiten met een enigszins ver
makelijk verhaal over een kunstmatige
„Verschrikkelijke Sneeuwmens". die niet
tegen de sneeuw kon en op het gletsjer
ijs tot tweemaal toe zijn pols brak en er
toen maar de brui van gaf. Deze „Ver
schrikkelijke Sneeuwmens" zou de hoofd
rol spelen in een film, welke op de hellin
gen van de Montblanc zou worden opge
nomen. Een Italiaanse filmmaatschappij
had het sensationele gegeven aangegre
pen, in de hoop, er een film van te kun
nen maken, welke er bij het grote publiek
zou ingaan. Het zou een soort Tarzan-film
worden. Voor het spelen van de rol van de
„Verschrikkelijke Sneeuwmens" vond
men ergens in Apulië een afschuwelijk
lelijke boswachter, een reus van een ke
rel. Hij leek voor de rol geknipt.
De Italiaanse filmmaatschappij kreeg
de benodigde financiën van iemand in
Milaan, wie een grote erfenis te beurt
was gevallen. Er werd een zestigtal per
sonen aangenomen voor de andere rollen,
o. a. de Franse acteur Philippe Hersent,
van de Comédie Francaise en een danse
res. Angela Gul. die zich in Milaan een
zekere vermaardheid had verworven,
door in een hotel daar de Amerikaanse
filmster Jayne Mansfield aan te vliegen,
uitroepend, dat ze mooier was dan deze..
De regisseur was op het idee gekomen,
de boswachter te engageren, omdat hij
deze eens meegemaakt had bij de opna
men van een film in Cinecitta bij Rome,
waar hij «en rolletje had vervuld als gla
diator. Het was de man bij de film niet al
te best gegaan en hij trok daarom weer
naar Apulië, waar hij het baantje van bos
wachter kreeg.
De beste man heette Pasquale Fasciano,
was inmiddels getrouwd en vader van
twee kinderen. Hij had nooit de voet op
sneeuw gezet, het in Rome slechts één
keer zien sneeuwenPasquale raakte
zó onder de indruk van de overweldigen
de aanblik van de Montblanc, dat hij het
op zijn zenuwen kreeg, vooral toen hij
ziph op het ruwe ijs der gletsjers moest
wagen, uitgedost als „Verschrikkelijke
Sneeuwmens" en voorzien van twee lan
ge slagtanden. De reus bleek inmiddels de
mentaliteit van een kind te hebben en niet
in staat, de bedoelingen van de regisseur
goed tot uitdrukking te brengen. Hij werd
steeds zenuwachtiger. Nadat hij voor de
tweede maal bij een val op het gletsjerijs
zijn pols gebroken had, verklaarde hij hui
lend, niet verder te kunnen gaan. Aange
zien de geldschieter geen contanten meer
had, leek dit hem de beste oplossing en
de film over de Verschrikkelijke Sneeuw
mens moet nog steeds afgemaakt wor
den
Prachtig initiatief van kard. Jardini
IN DE STEEDS GROEIENDE miljoenenstad Rome,
waar de jagende menigte vaak aan die van een Ameri
kaanse metropool doet denken, waar barokweelde,
schitterende rijkdom en zware armoede elkander af.
wisselen, waar glanzende limousines de vervallen
aapjesrijtuigen passeren en men alle felle contrasten van
de grootstad in schrille kleuren kan observeren, waar
het moderne verkeer en het voor velen zo harde leven
meedogenloos en liefdeloos lijken, wordt in stilte veel,
heel veel goed gedaan. Velen zijn er op uit, de mis-
deelden hij te staan, hen te helpen. Ze ijveren voor
hetere sociale verhoudingen. Maar de nood na een
geleden nederlaag en een burgeroorlog is groot. Een
der ergste gevolgen van deze nood, de ellende der
rondzwervende, ouderloze kinderen, die vooral direct
na d<' oorlog en schier afgrijselijke omvang had aan.
genomen, is in belangrijke mate verzacht door het
initiatief van talrijke opofferende zielen. De Italiaanse
staat heeft zich over vele „sciussia's kunnen ontfermen,
in tal van kindertehuizen en kloosters zijn vele kinderen
opgenomen en hier en daar zorgen toegewijde mensen
voor een aantal kinderen, wier verzorging ze op zich
genomen hebben, vaak ten koste van grote, persoonlijke
offers, zoals in Rome b.v. de onderwijzeres Cecilia
Medici. Ze ontfermde zich aanvankelijk over het kind
van een doodgeschoten partisaan, maar zag zoveel
kinderen verwaarloosd en verlaten, dat ze er tenslotte
tien in huis had, waaraan ze alles, wat ze in twintig
jaren had gespaard, ten koste legde....
Kardinaal Tardini met twee van zijn bescherme.
lingetjes tijdens een feestje.
Weldoeners als Cecilia Medici en o. m. met bijzonder intelligente gezichten Hij
.1, Cni...j..: i.— gaf er zich rekenschap van, dat hier
niet alleen zieltjes verloren konden gaan,
maar ook intelligenties, welke eens aan
vaderland en Kerk grote diensten zouden
kunnen bewijzen. Hij werkte daarom een
plan uit, om juist deze kinderen, wier ar
moede wel het beste gedemonstreerd
werd door hun lompen en magere botten,
toch tevens door de uitdrukking van ver
eenzaming en verongelijking in hun ogen
een kans te geven. Niet alleen een kans
op een behoorlijk leven, op iedere dag een
goede maaltijd en een liefderijke verzor
ging, doch tevens een kans op een goede
opleiding. Het was uiteraard in een be
paald opzicht een aan de dag leggen van
een zekere voorkeur. Mgr. Tardini meen
de echter, dat deze voorkeur alleszins ge
rechtvaardigd was, zulks te meer. omdat
door zijn toedoen ook andere, minder in
telligente kinderen elders een tehuis kre
gen.
In de villa, die hij Nazareth doopte,
bracht hij aanvankelijk een veertigtal jon
gens van vijf tot twaalf jaar bijeen. Hij
ook gravin Salvadori werken in stilte
j Hun namen worden zelden genoemd. Van
één hunner is de naam heden ten dage bij
na dagelijks op ieders lippen. Het is kar-
1 dinaai Tardini. de staatssecretaris van
j Paus Joannes XXIII. Hij was toen hij zich
I het lot van verlaten kinderen ging aan
trekken, secretaris voor bijzondere aan
gelegenheden van Paus Pius XII en dus
in het Vaticaan werkzaam. Ook hij werd
door het lot van Italië's rondzwervende
jeugd bewogen. In het jaar 1946 besloot
hij, zelf zijn aandeel bij te dragen in het
grootse werk dat reeds door anderen ook
in Rome ter hand was genomen.
Hij kocht een eind buiten Rome. niet
ver van de Via Aurelia, een oude, leeg
staande villa en wendde zich tot een aan
tal pastoors, met, het verzoek, voor hem
zwervende kinderen op te zoeken en die
bij hem te brengen, opdat hij hun een on
derdak en een goede opvoeding zou kun
nen geven- Wat mgr. Tardini herhaalde
lijk getroffen had was, dat zich onder die
kinderen, waarvan er heel wat in het zog
der geallieex-de troepen naar Rome waren
gekomen, bedelend en stelend, om niet
Ivan erger te spreken, er vaak bevonden
kele jonge priesters, voor het oprichten
van een eigen schooltje en slaagde er ver
der in. een Amerikaanse religieuze orga
nisatie voor het beheer van Villa Naza
reth te interesseren.
Het was uiteraard een moeilijk begin.
De half verwilderde jongens konden zich
aanvankelijk slechts moeilijk aan orde en
regelmaat wennen. Een enkeling ver
koosde vrijheid, maar bleek toch ver
standig genoeg te zijn, om na enkele we
ken in te zien, dat het vrije leventje bui
ten toch meer schaduw- dan lichtzijden
had. Hij werd een der beste leerlingen.
Mgr. Tardini besteedde niet alleen het
grootste gedeelte van zijn inkomsten aan
de Villa Nazareth, maar begaf er zich ook
elke dag heen, om het door hem opge
maakte leerrooster op zijn doelmatigheid
te controleren. Hij gaf menigmaal zelf les
en het duurde niet lang, of hij liet een ka
mer inrichten, om zo nu en dan de nacht
hij zijn .beschermelingen te kunnen door
brengen, met wie hij zich dan 's avonds
geruime tijd bezig hield. Volgens zijn
plan werden de jongens opgeleid voor be
paalde examens, waarna ze dan naar het
een of ander instituut verhuisden, om
wist de medewerking te verkrijgen van en- daaraan hun studie voort te zetten. Ook
konden ze na zich in een aantal leervak
ken bekwaamd te hebben, een betrekking
zoeken. De meesten verkozen echter, zo
als mgr- Tardini terecht verwacht had. de
studie en een aantal van deze jongens
studeert nu voor priester
Telkens als een groepje „afgestudeer
de" jongens Villa Nazareth verliet,
schreef mgr. Tardini een aantal pastoors
aan, voox-al in het arme zuiden, met het
verzoek, hem een wees of een halve wees
uit hun dorp te sturen, die getuigenis had
afgelegd van bijzondere intelligentie.
„Wij moeten voor de intelligente armen
doen. wat voor de achterlijken bij de rij
ken wordt gedaan, nl. hun een goede kans
geven, om iets in de maatschappij te pres
teren ondanks alles, wat ze tegen heb
ben". zei hij eens.
Tegen hebben mgr. Tardini's bescher
melingen heel wat. Al was het slechts de
verschrikkingen, die ze als kind hebben
moeten doormaken. Een van zijn begaafd
ste jongens was huilend bij het stoffelijk
overschot van zijn ouders gevonden, als
kind van vier jaar. Hij kon niet geloven,
dat ze dood waren, al gaven ze hem al
twee dagen geen antwoord meer. Mede
lijdende mensen hadden hem, ondanks
hun eigen ellende, toen meegenomen
en enige tijd te eten gegeven, tot ze zelf
niets meer bezaten, om hun honger te stil
len en de kleine aan zijn lot moesten over
laten. Hij werd tenslotte in Rome aange
troffen, volkomen vervuild en mager als
een half verhongerde, zwervende kat. Het
was in Villa Nazareth, dat hij wat op zijn
verhaal kwam en allengs aan een nor
maal leven gewend werd
Kolommen zouden te vullen zijn met de
trieste levensgeschiedenissen van de jeug
dige bewoners van Villa Nazareth, ook nu
nog, terwijl de oorlog toch voorbij is.
Doch er wordt hier en daar in Italië nog
diepe armoe geleden „nera miseria".
zwarte armoe. zoals de bewoners van di1
zohnige en kleurige land het zo schrijnend
uitdrukken.
Hoewel de grote belangstelling van
kardinaal Tardini blijft uitgaan naar het
gelukkige experiment, door hem met zijn
Villa Nazareth ondernomen, interesseert
hij zich uiteraard ook voor allen, die zich
het lot van eenzame en verwaarloosde
kinderen aantrekken. Onder hen bevinden
zich weldoeners en weldoensters, geeste
lijken. kloosterzusters en leken, wier werk
ten slotte tot een ware onderneming is
gegroeid, zoals bij de z. g. jongenssteden-
De reeds genoemde gravin Salvadori wijd
de zich reeds vóór de oorlog aan het ver
waarloosde kind. Ze onderhoudt in haar
tehuizen momenteel duizend kinderen,
maar wordt zowel door de staat als door
de gemeenten, waar ze een kindertehuis
oprichtte, financieel gesteund.
Kardinaal Tardini heeft nimmer de
hulp van de staat, van de gemeenten,
waaruit zijn beschermelingen afkomstig
zijn of van particulieren en evenmin van
het Vaticaan ingeroepen. Hij wenste en
wenst zijn mooie werk geheel uit eigen
middelen te bekostigen. Het was voor
hem een grote en een bijzondere vol
doening, de huidige paus door Villa Naza
reth rond te mogen leiden, op één der da
gen, toen deze te Rome vertoefde, tijdens
de voorbereidingen voor het conclaaf. Kar
dinaal Roncalli toonde zich bij dit bezoek
ten zeerste met mgr. Tardini's initiatief
ingenomen.
K. H.
Het officie van morgen, zondag
Sexagesima, brengt weer het epis
tel met die befaamde levensbe
schrijving van-St.-Paulus. Met die
aan sommige lieden ergernis ge
vende feiten over mishandeling,
gevaren op zee. gevaren te land,
honger- en dorstperioden, opgeno
men worden in de derde hemel, enz.
Maar Iet op: die hele zelfverdedi
ging van de grote Apostel resul
teert in een nederige erkenning
van zwak te zijn. Hij voegt er ten
slotte nog aan toe, dat hem, om
niet hovaardig te worden wegens
de grootheid der openbaringen, een
prikkel in zijn vlees werd gegeven,
een engel van satan om hem vuist
slagen te geven.
Is het wonder, dat de Kerk met
dat voorbeeld van St.-Paulus voor
ogen, het hele officie in de Paulus-
sfeer plaatst, d.w.z. wijst op ook
onze broosheid in het geestelijk le
ven, en de hemel geweld aandoet
om ons door tussenkomst van de
..Leraar der heidenen" te bescher
men en te beveiligen.
Nu weten we over het algemeen
van heiligen niet zo veel af. Be
houdens dan een paar voor ernstige
noden of ziekten. Doch om ons nu
eens op hun voorbeeld in te stel
len. Neen.
Zo vieren we vandaag de feest
dag van de H. Joannes Bosco. Aan
wie volgens zijn officie „een ruim
hart werd geschonken als het zand
aan de oever van de zee". Is de
vraag aan deze grote heilige om
dezelfde liefdeband in ons zo
vreemd?
Een heilige Andreas Avellinus
steeg door een heldhaftige gelofte
van dagelijks voortgang te maken
in de deugd, tot een wonderbaar
lijke hoogte.
In alle nederigheid zullen we
misschien verklaren: Dat bereik ik
nooit. Doch iets sterker kunnen we
toch wel zijn of worden dan die
allergewoonste middelmaat der uit
gerekende plichten en verplichtin
gen.
Paulinisch moet ons streven zijn.
Volhouden, moedig, vertrouwen
bezitten en desnoods telkens op
nieuw beginnen. St.-Paulus twij
felde ook eens aan de goede uit
slag, doch hij kreeg ten antwoord:
Mijn genade is u genoeg, Mijn
kracht werkt effectief in uw zwak
heid.
We moeten echt goed zaad zien
te worden. Zaad dat in de goede
aarde valt en vruchten voortbrengt.
Ook het evangelie van de zaaier is
morgen aan de beurt.
En wat zullen we bij meditatie
moeten zeggen:
Ook ik ben van dat zaad op de
rots, d.w.z. ik geloof wel, maar
het moet niet tegenzitten, want dan
geloof ik het wel.
Of van dat zaad tussen de door
nen, d.w.z. verstikt worden door
aardse zorgen en genoegens.
Goed zaad dienen we te zijn,
d.w.z. goed en rechtschapen van
hart en vrucht dragen in de vol
harding.
Herhaal morgen meermalen die
kreet van het offertorium: Perfice
gressus meos: Heer, bevestig mijn
schreden op Uw paden, opdat mijn
voetstappen niet wankelen. Barm
hartigheid, Gij die redding schenkt
aan wie op U vertrouwen.
De verschrikkelijke
SNEEUWMENS