Professor Romme kapittelt professor Oud Voorzichtig met prognoses Afschaffing van loongrens in de Werkloosheidswet ïsraël heeft nog functie in Gods heilsplan Sunil wast stralend wit en spaart uw linnenkast Verdeling van woningwet woningen blijft ongewijzigd Socialistische radicalisering Ongehuwde vrouw boven vijftig niet vrij van „weduwenpremie" Totale kosten ruim 18 miljoen „Ifc ken de Christus niet Studieweekeind op Drakenburgh WITTER DAN HET WITSTE LAM Geen keuze conservatief-progressief Vlassers bedreigd door Russische dumping S.E.R. ADVISEERT: Subsidie Zuidelijk Toneel nog op de wip Wijdingen Paters van de 11. Geest Een kwart van de landarbeiders woont in een- of tweekamerwoningen Op de lagere school geen banken meer DINSDAG 17 FEBRUARI 1959 PAGINA 3 Vragen bij de formatie Verweer tegen verdacht makingen Hogere subsidie gevraagd De compensatie Breder verband Hier is met Sunil gewassen.dat hemels blauwe Sunil, waarin al het wasgoed stralend wit wordt, werkelijk stralend wit! Bleken en blauwen kunt u zelfs ver geten, met Sunil hebt u minder was- werk, minder te wringen, dus... minder slijtage. Waar Sunil de was doet, blijft alles veel langer nieuw, ook wasmachine en wringer varen er wel bij! Neem meteen het voordelige reuzenpak Verzekering van alle weduwen „bepaald onjuist" Invaliditeit Wie minst betaald krijgt evenveel als anderen Losse stoelen en tafels voor betere lichamelijke vorming De hoofdcommissie voor de normalisa tie in Nederland heeft nieuwe normen gepubliceerd, die ten doei hebben de schooljeugd niet meer in banken maar op stoelen aan tafels te laten werken. (Van onze Haagse redactie) "Als het voorbeeld van Oud navolging zou vinden, betekent dit dat staatkundig onverstand hoogtij zou vieren. Dan zou het land in een °P worden gereden en tot onbestuurbaarheid gedoemd zijn Met deze j^'terpe conclusie besloot prof. Romme gisteravond tijdens een ver- ^zingsbijeenkomst van de K. V. P. in Rijswijk, zijn analyse van de uit bogen van prof. Oud, die heeft verklaard niet met de socalisten te billen samenwerken, omdat er onvoldoende eenheid is tussen socialisten f>fl liberalen en die eraan toevoegde, dat nu de kiezers weten waar ze aan zijn. »De kiezers weten liet niet, u niet en ik niet", antwoordde prof. Romine '1,;rop. Doorredenerend in de trant van prof. Oud kwam hij tot de c°«clusie, Jat de A. R. dan wel niet met de liberalen zouden willen ^eewcrken op grond van hetzelfde motief als prof. Oud aanvoerde. °°rts dat de C. H., zoals reeds in 1956 was gebleken, niet met de andere blitse partijen zou willen samengaan, en tenslotte dat de P. v. d. A. j^ker niet zou willen samenwerken met de K. V. P., die blijkens uit bogen van de heer De Kadt, een al te weinig betrouwbaar zaakje is. f'rof. Romone voegde er dan ook aan toe, dat bij hoopte, dat de iftrkieziligsstunt van prof. Oud geen navolging zou vinden. Het plaatsje 'rijen, waar prof. Oud deze mededeling deed, is overigens bekend van- ^ge het verdrinken van Johan Willem Friso in het Hollandsch Diep. j'flet zou te veel zijn als binnen de 250 jaar twee staatkundige figuren ller zouden verdrinken...." - Oud-minister Hofstira heeft onlangs in Rijswijk de komende verkiezingen ge- 8chiet»t alts een keuze tussen conservatief ^0 progressief. Prof. Romme voind heit J^aar een lastige keuze: elke partij kent ?pSde richtingen. De figuren Drees en O® zijn eir voorbeelden van. Als de heer jtofstra bedoelde keuize voor loomtirek- *®adem en zelfstandigen, dan is er wel Pen reële sctheitddingslijn te vinden tuis en socialisten en liberalen, die geen vat ^"ebben resp. op de middengroepen en P* arbeiders Katlholiieke poldtiek is po rtiek voor loontreklkeniden én zelfstan- Bigen en nieemit een fundamentele even- ^ijdiiglheid van beider belangen aan. cpereserveerd toonde prof. Romme zich C1 aanzien van voorspellingen over de ^himettefonmaitie rJJadat de kiezer de mogelijkheden heeft Gbaatd. zal men de wenselijkheden van faalde samenwerking onder ogen moe- 31 zien. Na geconstateerd te hebben, dat p katholieken en profestants-chrietelij'ken j?-fcaar principieel het meest na staan, ï^hkte prof. Romme toch oog op, dat het zin had verdoezelen, dat ook tus- de K.V.P. en deze christelijke par- 'leti gewichtige verschillen aanwezig zijn. t>e vragen waarvoor de K.V.P. zich bij formatie gesteld ziet, zijn o.m. met combinatie een concreet regerdngs- r^gram is op te bouwen in een gunstige JWhoudang tot het eigen program en bij 5^'ke combinatie de invloed van heit £'V.p.Jbe,ginsel in het kabinet het grootst ^°Se(lJjk gemaakt kan worden. j *n de opvattingen van dr. Drees, die het J1 zÜn eerste radiorede na de crisis van 'ecember niet waarschijnlijk heeft ge jamd, dat de P. v. d. A. regeringsver- ."twoordelijkheid zal gaan dragen, schijnt bp| een kentering te zijn gekomen. Prof. l^nnme vond het ook niet erg tactisch w» als verkiezingsleus te voeren: „stem A ons, want wij zullen niet degenen zijn, 6 het voor het zeggen hebben". Een felle uiitval deed prof. Romme aan "dj gloit van zijn rede nog naar oud- hiimnster Hofctra. die in Rijswijk kort beleden de rechtse politiek uit de jaren dertig had veroordeeld. Prof. Romme baalde in bet kader van {k behandeling van de werkgelegenhelds- jjwfciefc een stukje historie op uit de ja- Jto 1937 tot 1939 toen hijzelf minister van i°tiiale zaken was. Dat er in de jaren vettig fouten zijn gemaakt gaf prof. Rom- jj6 toe. Maar hij memoreerde, dat het J^dhtse kabinet in 1939 uiteenspatte omdat G/O zijn voorstellen voor werklooshelds- ^strijdiiing, met name die van de jeugd- jwrkloosheid. niet integraal wilde accep- j hsn. Toen eir voor het eerst socialisten >5 het kabinet zitting kregen, was het dr vah den Tempel, die zijn program over- 'atn jets er af knibbelde, maar er ver- ver niets aan toe voegde. ,.Als men ons Afdachit wil maken in het kader van de ^"«itiek van een rechte kabinet, moet men dateer ook bij vertellen", riep prof. Romme uit, er aam toevoegend dat bij een regering zonder socialisten de hou ding van de K.V.P. geen 'andere zou zijn dan die van de katholieken in 1939 is ge weest. „Een christeljjk-sociaal beleid is voor uitstrevend. of het zal niet zjjn". Als antwoord op enkele uitdagingen deelde prof. Romme nog mee, dat hij er niet over dacht na de verkiezingen me thoden te aanvaarden, die de K.V.P. voor de verkiezingen heeft afgewezen. Dit wat betreft de socialistische wensen inzake de prijsbeheersiing van landbouwgronden. De uitdaging van de vrijheidsroep van de V.V.D. beantwoordde prof. Romme met: stemmen op de V.V.D. is stemmen vóór de vrijheid van de vrijzinnigheidlos van het Evangelie, vóór eigen soeverein goeddunken en niet als middel om te 'beantwoorden aan de roep van God. Tenslotte noemde prof. Romme het ma ken tot lijsttrekker van katholieke PvdA-er Wdtlems in Limburg een psy chologische vergissing van de P.v.d.A. ..Ik hoop, dat het katholieke volksdeel deze uitdaging zal beantwoorden met zo veel moed, dat Willems' moed er mee ge stempeld zal zijn tot de moed der wan hoop een onvruchtbare, vruchteloze en nimmer te herhalen overmoed. Ik hoop, dat gij deze uitdaging beantwoordt met een politieke slag. die raak zal wezen". Aan de minister van Landbouw heeft de Kamer van Koophandel voor Dordrecht en omgeving een adres gezonden, waarin wordt gepleit voor een hogere subsi diëring van het vlasserjjbedrjjf, dat ten gevolge van de Russische dumpingspo- litiek op de Engelse markt in een uiterst moeilijke positie is komen te verkeren. Voor de oogst van 1958 werd een tege moetkoming verleend ni de vorm van verwerkingsbOininen ter waarde van 160 per ha. Het Landbouwschap heeft een sub sidie voorgesteld dat tweemaal zo hoog ligt. Hoewel de Kamer zich niet wil uitspreken over de vraag, of een sub sidie als voorgesteld is gerechtvaardigd, vraagt zij toch het subsidie zodanig te stellen, dat althans met België gelijkheid in concurentievoorwaarden bestaat en anderzijds het verschil tussen kóst- en marktprijs voor een redelijk werkend be drijf wordt gecompenseerd. Het ware. aldus besluit de Kamer haar adres aan de minister, te overwegen in Westeuropees verband maatregelen tegen de dumpingspraktijken te beramen, waar door stelselmatige verstoring voorkomen, althans bemoeilijkt zou kunnen wor den. De Sociaal Economische Raad acht het utt een oogpunt van rechtsgelijkheid ge wenst. dat bij werkloosheid de werkne mers, wier inkomen boven de huidige loongrens uitgaat, een uitkering krachtens de Werkloosheidswet ontvangen. Aldus wordt gezegd in het advies, dat de Raad over dit onderwerp aan de minister van Sociale Zaken heeft uitgebracht. Ook op grond van andere in dit advies genoemde overwegingen adviseert de Raad tot af schaffing van de in de Werkloosheidswet gestelde loongrens. Een minderheid in de SER betwijfelt of in kringen van belanghebbende het verlangen tot deze afschaffing bestaat en bepleit handhaving van de loongrens. Indien tot afschaffing van de loongrens wondt overgegaan, dienen alleen reeds op formele gronden de desbetreffende be schikkingen van het College van Rijks- fa ©middelaars, inzake de compensatie voor heit werknemersaandeel in de premie ge wijzigd te worden. De minderheid heeft er prijs op gesteld te vermelden, dat zij zich met deze uitspraak niet wil binden. De kosten, die gepaard gaan met een afschaffing van de loongrens, blijken, berekend naar de voor 1957 geldende premiepercentages, voor d- overheid ca. 3.3 miljoen te bedragen en voor de werkgevers en werknemers ieder circa 7,4 miljoen. In overweging wordt gegeven voor werknemers, die niet onder de ziektewet vallen, dat koppeling van d'e ziektewet aan het ziekenfondsembesluit ongedaan te maken. Over deze „ontkoppeling" ware het advies in te winnen van de Sociale Verzekeringsraad en de Ziekenfondsraad Ia het advies wordt nog gezegd, dat met betrekking tot de vraag in hoeverre (Van een medewerker) r IK KEN DE CHRISTUS NIET. Wel |iph ik Jesus van Nazareth, de Jood. Maar haast mij u te zeggen, dat het voor mij grote vreugde is, dat ik dit in dit gc- I 'Schap mag belijden; dat het mogelijk ^'..dat ik dit zeg; en ik hoop, dat U lj zult respecteren". antwoordde dit weekeinde de wel- q rivaarde heer J. Soetendorp, rabbijn van ij Liberaal-Joodse gemeente te Amster- w111, toen hem tijdens een studiebijeen- 1>st op „Drakenburgh" werd gevraagd, 1t> z'ïn houding, als Jood was, tegenover -Christus. bijeenkomst was belegd door de L^erlandse Pax-Christi-beweging, in 'het jr»er van het studiethema van dit jaar rencontre des cultures; Rencontre des tomes" en had als onderwerp: „Be- (j6lhming van staat en volk van Israël in gemeenschap der volkeren". thema prof- dr. J- Nota s.j. die Jto theologische achtergronden van de j°eping en het lot van het Joodse volk to het licht van de heilsgeschiede- b's behandelde. „De rol van Israël is toet uitgespeeld. Israël zal nog een fune- be hebben in Gods heilsplan met de i^reld, als is het niet te voorzien, wel- *e die taak zal zijn. Wat thans in Israël ?\®schiedt, kan een eerste voorwaarde •'.in voor dit alles", zo betoogde spre- ~®r. En met klem benadrukte hij, dat °d dit volk nooit heeft verstoten. W'Ret land, cultuur en volk van Israël" {j beien in het licht gesteld door de heer >A- Codor, ambassadeur van dat land in r|„ en Haag. „Onbegrijpelijk is ons volk Ahasverus, dat ondanks eeuwen ver- lA^king terugwandelt naar het eigen be- Van Katholieke zijde werd dit the ^Bnaderd door prof- dr. J- Nota s.j. land en zich daar.voor een .wegMeze bijeenkomst, moet barnen door 'n haast onoverkomelijke berg van moeilijkheden op politiek, sociaal en religieus terrein. Maar Israël heeft voor hetere vuren gestaan" Misschien mag het zijn taak zijn de volken van het Islamitisch-Arabische ach terland te voeren naar de Parousiah, ons eigen beloofde land. Een schier onmoge lijke taak intussen voor een volk, dat zich nog een weg moet banen door een haast onoverkomelijke berg van interne moei lijkheden op politiek, sociaal en religieus terrein. Maar Israël heeft voor he tere vuren gestaan", aldus spreker. Over: „Politiek, sociaal en religieus perspectief van Israëlsprak als derde in leider rabbijn Soetendorp. „Israël is tra ditioneel bemiddelaar tussen wereldcultu ren, het heeft een internationaal perspec tief, juist als drager van de Belofte. Het is. naar heel zijn wezen, brug. nooit een eiland; altijd dienend, nooit zichzelf zoe kend- Apostolische openheid is zijn eerste kenmerk", aldus spreker, die vérvolgens verhaalde van de strijd van Jacob met de Engel, waardoor hij zijn naam ver diende: Israël, d.w.z. hij die recht door zee gaat, tegen alle verdrukking en on derdrukking in; de Ahasverus, die nooit moe wordt. „Groots is dit volk in zijn onverwoest baar optimisme en zijn onwrikbaar ge loof in zijn uitverkiezing, waardoor het bergen kan verzetten" aidns besloot rab bijn Soetendorp. Het ligt in de bedoeling van de Pax Christi-be.weging dit studieweekeinde te herhalen op 22 maart a.s. en in de loop van ddti aar nog een cydlue van week-emds te orgamteeren, alile in het kader van het stu diethema van de Internationale Pax Chris- tibeweging voor dit jaar: de „Ontmoeting der culturen ontmoeting der mensen", dat, zoals gezegd, ook de aanleiding was tot de Raad een advies zou kunnen uitbren gen over het geïsoleerde probleem van een eventuele afschaffing van de loon grens van enkel© zijden bezwaren zijn ge urt. Gesteld we-rd, dat het niet juist zou zi.ir, deze kwestie alleen te bezien in het kader van de Werkloosheidswet, aangezien de loongrens ook in enkele andere sociale verzekeringswetten wordt genoemd. Vol gens deze gedachtenigang zou het de voor keur verdiend hebben wanneer deze aan gelegenheid. in het brede verband van de algemene sociale verzekering aan de orde was gesteld. De raad is evenwel van mening, dat. afgezien van d:e bezwaren va,n organisa torische aard welke tegen de hierboven weergegeven opvattingen -kunnen worden ingebracht, de werkloosheidsverzekering een zodanig specifiek karakter heeft, dat een behandeling van de onderhavige ad viesaanvrage afzonderlijk zeer wel moge lijk en wenselijk is. V/ ,Y 'v 'TT.RAy'W '*'HÊ SUN 13 ««o Bij de behandeling van een voorstel van Gedeputeerde Staten van Limburg om subsidieaanvrage van het Zuidelijk Toneel te Eindhoven af te wijzen is van vele kan ten bezwaar geopperd tegen deze afwij zing zonder meer. Naar aanleiding hier van hebben Gedeputeerde Staten toegezegd dat in de loop van dit jaar over deze kwes. tie nog nader zal worden gesproken, onder andere met het provinciaal bestuur van Noord-Brabant. Zaterdag zal mgr. w. M. Bekkers, bis schop-coadjutor van 's-Hertogenbosch, in de kapel van het missie-seminarie der Paters van de H. Geest te Gemert de vol gende H.H. Wijdingen toedienen aan fra ters der congregatie; het subdiakonaat aan de fraters J- de Vries (Eindhoven), P. Pubben (Deurne), J. Mollemans (Helmond), O. v. d. Brink (Laren), Fr. Reuvers (Zut- phen), Fr. Timmermans (Heerlen), G. v. d. Schepop (Epe), A. Teuns (Roosendaal), J. L. Vanwesenbeek (Bergen ,op Zoom), J. Huijsmans (Bennebroek), J. C. Van- wesenbeeck (Bergen op Zoom) en P. Rut ten (Bergen op Zoom); de vier mindere orden aan de fraters G. Aerts (Helmond), Chr. Leenders (Gemert), Th. van Leeuwen (Den Haag), J. van Zeeland (Gemert) en P. Cuijpers (Neer); de kruinschering aan de fraters E. Bruining (Winschoten), G. van Rooijen (Heemstede), A. Tijssen (Ge mert), P. Jonkergouw (Monster), P. Beu nen (Linne), M. Otterloo (Den Haag), W. Graat (Gemert) en E. Nass (Arnhem). Op hem schriftelijk gestelde vragen van het Tweede-Kamerlid Klcijwcgt, in verband met de verdeling van woning wetwoningen over de verschillende pro vincies, heeft minister Witte geantwoord, dat de voornaamste criteria hiervoor het woningtekort en de aanwezigheid van krotwoningen vormden: het tekort is daar- bjj voor 100 pet. in rekening gebracht, het aantal krotwoningen voor 25 pet. Ook is echter rekening gehouden met een aan tal factoren, die zich niet in exacte cijfers laten uitdrukken, zoals de groeitendens en de bouwcapaciteit. De 1500 nog centraal gereserveerde woningwetwoningen zullen geheel worden bestemd ten behoeve van initiatieven en experimenten met nieuwe methoden van industriële bouw. Een gebruik van dit con tingent ter compensatie van vermeende gebreken in de algemene woningverde ling zou in strijd zijn met de betekenis er van. De minister blijft dan ook bii zijn oor spronkelijke verdeling van het aantal wo ningwetwoningen over de provincies. Over de woningwetwoningbouw op het Zeeuwse platteland had het Tweede-Ka merlid Westerhout de minister vragen ge steld. Hij deed dit naar aanleiding van het onlangs verschenen rapport van de ge- westelijke raad voor Zeeland van het Land bouwschap, volgens welk rapport 22 pet. van de Zeeuwse landarbeiders in krotwo ningen zou zijn gehuisvest, terwijl deze percentages in gebieden als Noord-Beve land, Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen en West- Zeeuwsch-Vlaanderen zelfs resp- 23, 27 en 24 zouden bedragen. In het rapport wordt echter niet aange geven, aldus de minister, wat de opstel lers precies onder een krotwoning ver staan- Wanneer hiermede wordt bedoeld een één- of tweekamerwoning, dan is het percentage van 22 ongeveer in overeen stemming met de vanwege het C.B.S. verstrekte cijfers. Ook Over het gehele land gezien, is ongeveer 22 pet. der landarbei ders gehuisvest in één- of tweekamerwo ningen. Voor het alsnog verhogen van het aan Zeeland verstrekte contingent woning wetwoningen gesteld al, dat de moge lijkheid hiertoe nog aanwezig ware, het geen niet het geval is ziet de minister dan ook geen aanleiding. DE socialistische eisen bewegen zich sedert het wegvallen van de leiding van de heer Drees in een steeds radicalere richting. In 1955 heeft de richting-Drees de fractie gedwongen, om, na het ontke tenen van de kabinetscrisis, een com promis te zoeken. Kamerontbinding waarvan toen wel degelijk ernstig sprake is geweest, al herinnert de heer De Kadt zich dit niet meer („Socialisme en Democratie" '59, P-3) zou toen een sterk verdeeld so cialistisch kamp hebben geconfron teerd met de kiezers. Thans in 1958- - 1959 is het tegenwicht, dat de rich ting-Drees in 1955 bleek te kunnen vormen, tot onbeduidende proporties geslonken. In 1956 aanvaardde de socialistische partij nog een figuur, waarbij tussen ka binet en regeringspartijen in de Twee de Kamer geep formele bindingen be stonden; in 1958 bleek deze figuur door de socialistische partij niet langer aan vaard te kunnen worden. Tot driemaal toe trachtte de P.v.d.A. eenzijdig de aI*" dere partijen in de Kamer onder druk te zetten. De eerste keer gelukte dit nog, toen de heer Vredeling de „basiskwes tie" stelde tegenover de motie-Den Har'Maar bij de behandeling van het wetsontwerp op de vervreemding van landbouwgronden mislukte een poging om de andere partijen onder druk te zet ten. De gehele geschiedenis van de zg- „Fakkeldragersdag" proclameerde de opzet, om in de plaats van de ontbre kende formele gebondenheid der rege ringspartijen de eenzijdige pressie van de socialistische partij te zetten. Onder deze omstandigheden zouden de S0C1?T listische ministers de rol hebben vervuld van „Macdonalds" als zij hunnerzijds de portefeuillekwestie niet hadden gesteld, toen in december de tijdsduur in discus sie kwam voor welke bepaalde belas tingverhogingen werden verlengd. Het lijkt duidelijk, dat dit het mo ment moest zijn voor de andere rege- rin .spartijen om voet bij stuk te hou den, wilden zij niet evenals in maart 1958 zwichten voor de eenzijdige druk van de P.v.d.A-, zodoende het uit oefenen van dergelijke eenzijdige druk verheffende tot een efficiënt middel van socialistische politiek. Thans doemt in elk geval voor de kabinetsfor matie na verkiezingen de socialis tische eis op: een strikt parlementair kabinet, indien de P.v.d.A. regerings partij zou zijn. Deze eis haalt de P.v.d.A- trouwens uit de internationale socia listische traditie van voor de oorlog, welke opkwam in de fase toen de so cialisten nog maar net begonnen waren zich in Europa als eventuele regerings partners aan te bieden. Maar deze eis zag de socialistische partij ten ontzent noch in 1939, noch in 1948, noch in 1952 noch in 1956 vervuld, en in de na-oorlogse gevallen domineerde het inzicht vnn de heer Drees. die nu be paald niet een groot bewonderaar is van'de thans herlevende ouderwetse so cialistische constitutionele opvattingen. E radicalisering heeft zich voorts groepen binnen de P.v.d.A. zien vorde ren, zó. dat nu van het beleid-Drees in F) uitgedrukt in de houding ten opzichte van Nederlands Nieuw- Guinea, in welke zaak de socialisti sche partij en de fracties in toene mende mate een standpunt innamen, dat regelrecht inging tegen het stand punt van het kabinet, zoals dit met name ook door de heer Drees krach tig werd gehuldigd. Het heeft zich in het bijzonder ook toegespitst op de akelige geschiedenis met het uitzenden van dienstplichtigen ter verdediging van Nieuw-Guinea- De socialistische houding kwam neer op een welbewuste ondergraving van de toch reeds moeilijke buitenlandse politiek van heel de regering in verband met Nieuw- Guinea; zij maakte deze politiek in bui tenlandse ogen zeer kwetsbaar. Het is langzamerhand zó geworden, dat de Nederlandse politieke partijen buiten de P.v.d.A. ter zake van Nieuw- Guinea een allerpijnlijkste verantwoor- delijkheid op zich zouden gaan laden, als zij, bij thans door de P.v.d.A. ge huldigde meningen op dit punt, toch deze partij als regeringspartner zouden aan vaarden, omdat het grote gevaar be staat, dat alleen reeds door een derge lijk partnerschap het buitenlands-, Nieuw-Guinea beleid ernstig wordt verzwakt. DE radicalisering treedt vervol gens aan de dag in de socia listische houding met betrekking tot de marine, zoals deze houding al eerder bleek in uitspraken omtrent de „Karei Doorman" en dezer da gen weer in alle scherpte aan de dag trad in de uiteenzettingen van de heer Schouwenaar. Deze houdin moge dan al niet voor de meerderheid van de socialistische fractie verband houden met het pacifis tische streven binnen de P.v.d.A., zij betekent niettemin dat hieruit gemakke lijk een geleidelijke herleving van „ge broken geweertjes"-tradities kan voort komen. Men berinnere 'ch in dit verband de uitspraak van de heer Bur ger bij de laatste algemene beschouwin gen, dat. nl. het pacifisme, „van ouds her vlees en bloed van de socialistische beweging", binnen de P. v-d. A. een plaats dient te hebben, welke plaats zij in haar gelederen aanvaardt. Dit is voor een „programpartij" op een zo kardinaal punt toch wel een heel grieze lige geschiedenis! De kijk welke zich in de socialistische gelederen op de atoomkwestie ont wikkelt is bii dit alles een gevaar temeer. De Pacifistisch Socialistische Partij kan er zich op „beroemen", dat zij de P.v.d.A- reeds binnen 'n vrij korte span ne tijds verleid heeft tot uitspraken, welke uiteindelijk kunnen gaan neerko men op een terugdringen van onze ver dediging binnen het Noordatlantisch Verbond, ook al proclameert de huidige partijmeerderheid dat dit geenszins haar bedoeling is. Wij hebben het terug dringen van het Nieuw-Guineabeleid van de heef Drees door de opnositle- dezen geen spoor meer te bekennen is. Hebben wij aanstonds rekening te hou den met het gevaar voor een soortge lijk proces ten nadele van de NATO- richting in de P.v.d.A. ten gunste van de neutralistische of pacifistische rich tingen? EEN ander voorbeeld van de ra dicalisering levert het terrein, bestreken door de aanvrage om advies aan de S.E.R. van septem ber 1958, de eventuele verlaging van consumentensubsidies en eventuele verhoging van huren. Deze adviesaanvrage sloot in, dat het kabinet hier bedoelde lastenverlagingen voor de staat nodig oordeelde, wilde het niet moeten overgaan tot het in krimping op onaanvaardbare wijze van „essentiële staatstaken". Het is on betwistbaar, dat 'ook socialistische mi nisters achter deze adviesaanvrage ston den en dat zij met name ook een huur verhoging nodig oordeelden. Maar al spoedig hierna bleek in het bijzonder de positie van de heer Hofstra bij zijn eigen partij dientengevolge wel zeer sterk te worden bedreigd. Aanstonds sprak de socialistische partij in navol ging van het NVV uit, dat zij tegen verlaging van het melksubsidie en tegen huurverhoging was. Op dit punt bleek van de zozeer door de P. v-d. A- in zichzelf geprezen „parlementaire" band tussen haar en het kabinet be paaldelijk niets, evenmin trouwens als van een dergelijke band iets was geble ken toen de socialisten het Nieuw-Gui neabeleid van het kabinet ernstig aan tastten. MAAR ook in de wijze waarop de socialistische partij reageerde op de zaak van het tegengaan van versnippering in het bijzonder door erfrecht van landbouwbedrijven in gebieden, waar ruilverkaveling was toegepast of welke waren inge polderd, bleek van deze radicalise ring. Dat op zichzelf deze versnippering bestrijding verdient, is als wij wel zien, communis opinio in ons land. Maar het ligt toch in de rede, dat men deze aan gelegenheid zal moeten bekijken óók in het kader van ons gehele erfrechts- systeem. Men krijgt hier allerlei com plicaties in verband met b.v. de le gitieme portie alsmede het gevaar van excessieve verplichtingen van de erfgenaam van het bedrijf tegenover zijn mede-erfgenamen, waarin toch óók een groot gevaar ligt voor „sanering" van landbouwbedrijven. Het Is een typische trek van het socia lisme dat het dergelijke kwesties uit sluitend bekijkt vanuit één gezichtshoek, die van de van staatswege opgelegde rationalisering. Maar de P.v.d.A. is in haar huidi"« geestesgesteldheid niet be reid. om te aanvaarden, dat de andere partiien, ofschoon in beginsel met haar akkoord, deze aangelegenheid toch óók yan de andere kanten bekeken .willen zien en deze zaak niet geheel kunnen losmaken van ons wettelijk erfrecht. Na het votum van de Kamermeerderheid om alsnog deze zaak meer evenwichtig voorbereid te doen worden, heeft de P.v.d.A. moord en brand geschreeuwd over woordbreuk en over verspilling van belastinggelden, alleen maar omdat haar toch sterk eenzijdige kijk, in welke allerlei andere factoren eenvoudig van de kaart werden geveegd, geen door gang kreeg op het moment, dat de Pv.d-A. hiervoor meende te moeten uitkiezen. Trouwens in de hel© landbouwsector hebben wij met een geradicaliseerd streven te maken, althans met eisen, welke tegenwoordig openlijker in radi cale vormen worden gesteld dan vroe ger. Sterk spreken uitspraken waarin de principiële verschillen niet slechts tussen de boer-eigenaar en de boer- pachter, maar ook tussen de boer als ondernemer en de landarbeiders tot ver schillen van „bijkomende betekenis" voor de inkomensvorming werden te ruggebracht. In dit verband moet men ook letten op het toenemende gewicht van het al lange tijd volgehouden socialistische verzet tegen vervreemding van staats- gronden in de IJsselmeerpolders Hier vormt zich een systeem van het zuiver ste staatssocialisme, zeker als de agra rische domeinen ook nog in beheer ko men van het departement van Land bouw. De beweringen van socialistische zijde, dat men van staatssocialisme niets moet hebben, worden in deze sec tor toch wel duidelijk door het hard nekkig volgehouden beleid gelogenstraft Terwijl hét kabinet getracht heeft deze zaak zoveel mogelijk uit te stel len. kwam de fractie vertellen, dat zij „principiële bezwaren" had tegen de verkoop van gronden in de bedoelde pol ders. HIER hebben wij slechts enige der voornaamste punten genoemd, welke hetzij door de aard van het socialistische standpunt, hetzij door de wijze waarop het tegenwoor dig wordt gesteld, de sterk toegeno men moeilijkheden illustreren, voor welke iedereen zal komen te staan, die na de verkiezingen gaarne de sa menwerking met de P.v.d.A. zou zien voortgezet. Reeds bij vorige verkiezingscampag nes heeft de P.v.d.A. daarenboven wei nig nagelaten om haar politieke tegen standers in 'n zedelijk zeer verdacht licht 'e stellen. In 1956 leek ons dit zó ver te zijn gegaan, dat het in redelijkheid niet meer kon worden verwacht, dat de aangevallenen desondanks op voort gezette samenwerking zouden aansturen zonder dat ergens bleek van enig amende honorable. Wij achten het een winstpunt, dat men thans kennelijk niet zo gemakkelijk meer over dit soort be- strijdlngsmethoden zal heenstappen, al willen wij eraan toevoegen, dat sommi ge socialistische voormannen voorzo- ver wij konden nagaan de correctheid in acht namen. Naast de velen in de P.v-d. A- die op 'n breuk blijven aansturen, zijn er kennelijk ook enigen die voor wat hén betreft de breuk in elk geval niet on vermijdelijk willen gemaakt zien. Of deze laatsten onder de aangegeven om standigheden succes kunnen hebben, lijkt dubieus. Alleen reeds om praktische redenen zal 't betrekken ook van de ongehuwde vrou wen van vijftig jaar en ouder in de pre mieplicht voor de algemene weduwen- en wezenverzekering moeten worden aan vaard. Wanneer zij van die plicht zouden worden vrijgesteld, zouden b.v. de bestaan de belastingtabellen moeten worden uitge breid met groepen, waarin de belastingbe dragen worden vermeld voor vrouwen, die niet premieplichtig zijn voor de genoemde verzekering. Dit is een van de bezwaren, welke de ministers van Sociale Zaken en van Financiën ad interim aanvoeren in een nota naar aanleiding van het verslag van de vaste commissie voor sociale za ken uit de Tweede Kamer over het wets ontwerp Algemene Weduwen- en Wezen verzekering. Op opmerkingen van andere zijden ant woorden de ministers, dat anders dan de weduwe, die ten tijde van het overlijden van haar echtgenoot als gevolg van inva liditeit niet tot werken in staat kan wor den geacht, de weduwe, die ten tijde van het overlijden van haar echtgenoot wel in staat is te werken, doch later invalide wordt, in dezelfde positie verkeert als de overige werkende vrouwen, die invalide worden. In de laatstbedoelde gevallen is de in komensvermindering immers geen gevolg van het overlijden van de echtgenoot, doch van invaliditeit. De dekking van dit risico hoort in beginsel thuis in een invalidi teitsverzekering en niet in een weduwen- en wezenverzekering. Naar de mening van de ministers zou het niet alleen niet noodzakelijk, doch be paald onjuist zijn een verzekering in het leven te roepen, welke pensioen toekent aan alle weduwen tot het bereiken van de 65-jarige leeftijd. De kosten van een dergelijke verzeke ring, uitgaande van de voorgestelde pen sioenen, zouden naar schatting 220 tot 230 miljoen gulden per jaar bedragen. Met betrekking tot de opmerking, dat de minst draagkrachtigen relatief het zwaarst worden belast, wijzen de minis ters er op, dat evenals bij de algemene Ouderdomswet de premie ingevolge de nicuwvoorgestelde regeling niet uni form is, terwijl de uitkeringen wel uni form zijn. Dit heeft tot gevolg, dat de we duwe van degene, die slechts een zeer lage premie heeft betaald, daarvoor een relatief hoge uitkering zal ontvangen en omgekeerd de weduwe van degene, die een hoge premie heeft betaald, slechts voor een relatief lage uitkering in aan merking zal komen. Op medische-hygiënische gronden is men tot de conclusie gekomen dat de voor keur moet worden gegeven aan los van elkaar staande stoelen en tafels boven de starre schoolbanken. Een specifieke commissie, waarin me dische en onderwijskundigen en fabrikan ten van schoolmeu'belen zitting hebben, is tot de conclusie gekomen dat de groot ste behoefte aan goede school meubelen bij het lager onderwijs bestaat, omdat het kind in die jaren de belangrijkste groei periode doormaakt. Volgens de medici, kan het kind to de l.o.-periode het best lichamelijk worden gevormd, maar in die jaren ka,n ook aan de lichamelijke vorming het meest worden bedorven. Voor het bepalen van de afmetingen voor de stoelen en tafels zijn ruim 3000 leerlingen van het lager onderijs en rudm 1000 kleuters van het kleuteronderwjis gemeten. Hierbij is gebleken, dat er vele lichamelijke afwijkingen voorkomen bij leerlingen in hun groeiperiode, door het zitten in schoolbanken. Behalve voor het lager onderwijs heeft de hoofdcommissie ook normen opgesteld voor soortgelijk meubilair voor het kleu-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 3