Draagbare flatterende modellen voor lente en zomer
■-
fc
i l
i lix
mêÊÊÈmÊm
cAAriAè*
DONDERDAG 26 FEBRUARI 1959
PAGINA 3
No. 1. Wit linnen jaquette met donkerblauwe geplis-
seerde rok en turqois katoenen blouse van Pierre
Balmain.
No. 2. Grofwollen kameelkleurige tailleur van Nina
Ricci.
No. 3. Tailleur met wit zwart linnen blouse. Grote
cloche-hoed van zwarte kant van Jean Patou.
itS
'O v< *1
No. 4. Tailleur in wollen Shetland van Auguste Dormeuil.
No. 7. Grijs zijden mousseline japon met witte ruiten bedrukt en een grijs
zijden tweed toilet, beide van de steeds belangrijker wordende Jacques Heim.
No. 8. Japon van zwarte zijde organdi. Model Pierre Balmain.
No. 9. Deux piece in lavendelblauwe stof, stof van Ascher.
c*.-;
v-'-V
wfr
si: \vS 'M$ N w -
hmRm
PARIJSE COLLECTIE 1959
HET WAS de confectionneur Lempereur die er in novem
ber het eerst ruiterlijk voor uitkwam dat zijn collega's
en hij een slechte verkoop hadden gemaakt toen ze de
Haute Couture blindelings gevolgd waren met zakjurken en
Empirdiin.
Maar het is niet alleen de Franse confectie geweest die
gestraft werd voor haar slechte keus, ook de haute couture
heeft ondervcnden dat al haar bedenksels niet altijd grif
opgang maken.
De 'neer Heim, voorzitter van de Haute Couture, heeft dat
natuurlijk meer genuanceerd gezegd. Wat hij zei kwam toch
neer op de raadgeving aan zijn collega's draagbare flatterende
modetien voor de zomercollectie 1959 te maken. Bovendien
willen uw klanten niet, hoe gefortuneerd ook, dat van het
ene seizoen op het andere, al haar toiletten oud-modisch
worden".
Dit is nu inderdaad gebleken en zeer zeker toen het nieuw
gebodens haar niet aanstond. Het gevolg is dan ook geweest
dat de klanten eenvoudigweg zo min mogelijk kochten.
Daar komt nog bij dat al wordt ook nog zo beweerd dat
de vrouwen dol zijn op iets nieuws, die bewering in Frankrijk
niet opgaat. Het heeft vijf jaar geduurd eer het korte tailleur
jasje algemeen geaccepteerd werd. Al die jaren hadden de
couturiers verscheidene van die modellen in hun collecties
en eerst langzamerhand toen het oog van de klant aan die
nieuwe lijn gewend was, kwamen de bestellingen. Ieder jaar
een ander model lanceren bleek daardoor reeds onmogelijk.
De couturier, Jacques Heim's woorden indachtig, zijn in
het algemeen met goede, wat tamme collecties gekomen, mis
sen we extravagante modellen, we hebben een keus te over
m aardige vlotte toiletten die zo de lijn niet bijzonder nieuw
is, goed staan en flatteren.
Zo heeft geen enkele couturier nog naar de natuurlijke
plaats van het middel hoeven zoeken, allen hebben die plaats
gevonden. Daardoor is vanzelfsprekend de chemisierjapon
ook weer op de proppen gekomen. Dat model heeft altijd suc
ces, geen collectie of we vinden er dan ook verscheidene van.
Soms is de rok i;uim aangezet maar er zijn zeker evenveel
met plooien en plisses.
Bestaat eer. ensemble uit zo'n chemisierjurk dan kan het
bijbehorend manteltje evengoed kort zijn, een lange schoot
en ceintuur hebben of veel op een herencolbert lijken.
Ontegenzeglijk zijn de laatste twee modellen het nieuwst.
Die met schoot en ceintuur zijn eigenlijk niet anders dan
variaties op canadiennes. De tailleur die op een colbert lijkt,
begint de klassieke mantelpaklijn te benaderen, ook al wordt
het middel nog altijd vaag aangeduid.
j/Vat we het meeste zien en dat alle spitsvondigheden van
de couturiers ten spijt, blijft het Chanelpakje. Mademoiselle
Chane' blijkt steeds meer en meer de mode te beïnvloeden.
Geen collectie zowel in een groot als in een klein huis of er
worden ettelijke Chaneipakjes getoond; we zien ze zowel
bij Dior als bii Balmain om van de anderen nog maar niet
te spreken. Toch zijn ze verschillend daar iedere couturier
ze op zijn manier interpreteert.
Onder.de drie couturiers die het meest de aandacht trekken
zijn twee vreemdelingen: Karl, een Duitser bij Patou en
Crahay. een Belg bij Nina Ricci.
Maa- Pierre Cardin overvleugelt hen nog altijd.
De eerste twee werken dus bij anderen maar hun naam
'S in de couturewereld bekend en wordt ook in de pers
genoemd, dingen die geen van beide makkelijk te bereiken
zijn.
Pierre Cardin begon, zonder kapitaal, vijftien jaar geleden
in een klein appartementje, ergens zes hoog en nu breidt
hij zijn couturehuis in de St.-Honoré steeds uit. Dat hij het
zover gebracht heeft dankt hij, behalve natuurlijk aan zijn
talent aan zijn harde werken. Dit keer is hij de enige die
zijn inspiratie durfde volgen zonder haar maar in het minst
te temperen. Voor de particu^^e klanten zullen sommige
modellen soms wat moeilijk te dragen zijn maar de confectie
kan ideeén te over opdoen.
Cardin heeft dit keer speciaal veel werk van de mantel
kragen gemaakt, die bijna altijd in bateauvorm zijn.
Onder de hoeden die Bernard Devaux voor Cardin maakt,
zijn vooral de cloches van geborduurde linon uitstekend.
Makkeiijkei te dragen is Karls collectie bij Patou. Japon
nen zowel als tailleurs en mantels zijn uitstekend en van
een geraffineerde eenvoud. De toiletten van de Luikenaar
Crahay zijn iets minder sober maar ook zeer goed. Hij heeft
behalve typische „colbert" tailleurs canadiennes en toiletten
met grote witte kragen, ook zeer mooie avondtoiletten.
Onder de huizen die al lang naam hebben gemaakt valt
in de eerste plaats Balmain te noemen, die een jeugdiger
collectie heeft dan gewoonlijk, maar altijd even geraffineerd
verzorgd. Zijn borduurwerk is dit keer al bijzonder mooi. Bij
het huis Dior zijn het vooral de buitengewone goede presta
ties die opvallen. Het eerste tot het laatste toilet toe zit in
de perfectie.
Van de voorjaarscollecties kan gezegd worden dat ze
voor normale vrouwen werden ontworpen, die goed en chic
gekleed wensen te gaan en nooit ten koste wat het wil de
aandacht willen trekken.
„Eindelijk weer een een echt Parijsc collectie verzuchtte
een inkoopster en met die woorden zijn allen die de collecties
bezoeken het eens.
wv.v..- SgG -
Bij de weer „echt Parïjse" haute-conlure-
collectie, die de natuurlijke functie van de
vrouw in ere herstelt, behoren de ook vaak
met raffinement ontworpen accessoires en
een nieuwe coiffure, die „van kop tot teen"
het beeld vervolmaken. Van Alexandre
Harriet Hubbard Ayer is bovenstaand kap
sel „a la valse viennoise". Het huis Dior
liet deze pump ontwerpen van witte zijde,
geborduurd met smaragdgroene stenen.