Zuid-Afrika's politiek draait om twee punten de „apartheid" en de republiek Moderne meubelen in Deense stijl HET HART.... [sociale wegwijzer) HET LIJK IN DE MAND Meent 7' Tel. 13 87 84 Rotterdam door GEORGE BAGBY .Niemand slaagt er in mij de Bijbel uit de hand te slaan" En tóch overwon Tussen Kaapstad en Johannesburg I H.H. Wijdingen Indianenopstand in Canada Bergingswerk te Ziehen definitief gestaakt Invaliditeitswet TB ZATERDAG 7 MAART 1959 PAGINA 4 Volstrekt ongevoelig Onoverkoombaar „Right or wrong, it's the Bible" Teak-palisander- notenhout Onderwijs op nationa listische leest Mieke, DUURZAME PLASTIC TEGELS VOOR DECORATIEVE VLOEREN EEN KLEURRIJK PRODUKT VAN LINOLEUM KROMMENIE Ziektewet (Van een medewerker in Zuid-Afrika) Na de dood van Johannes Strij- dom, Zuid-Afrika's Eerste Minis ter en leider van de Nationalis tische Partij, viel er een intense spanning te constateren rondom de grote vraag, wie de opvolger in beide functies zou zijn. En toen tenslotte het bericht kwam van de verkiezing van dr. H. Ver woerd, heerste in vele kringen, zowel wit als zwart, het gevoel van: „alea iacta est", „nu zal het er op los gaan", d.w.z. „nu krij gen we apartheid a outrance". Het is vanzelfsprekend nog te vroeg om reeds nu een gefundeerd oor deel te geven over dr. Verwoerds kwaliteiten als staatsman. De oppo sitie-partij echter is al zeer gede cideerd in haar oordeel over dr. Ver woerd. Zij, de United Party, be stempelt hem zonder meer als een dictator en in de oppositiepers wor den voortdurend allerlei vergelijkin gen met Hitier gemaakt. Nu schijnt dr. Verwoerds politieke houding ge durende de afgelopen wereldoorlog daartoe wel enige aanleiding gege ven te hebben. Belangr'iker echter is het politieke programma van de nieuwe regeringschef. En dit draait om twee interessante punten, nl. dc Republiek en de Apartheid. Heel han dig heeft dr. Verwoerd het vraag stuk van de republikeinse regerings vorm als een bengaals vuurwerk ont stoken, terwijl h(j minder spectacu lair, doch des te stringenter, ach ter de rookontwikkeling van dit re publikeinse vuurwerk, zfjn apart heidspolitiek uitbouwt en doorvoert. De regering, beschikkend over de absolute meerderheid in de beide Hui zen van het parlement, heeft weinig moeite met het aannemen en van kracht doen worden van haar wets voorstellen inzake verdere apartheid. Hoewel het gegons in de wereld over de apartheidspolitiek van Zuid-Afrika in intensiteit en extensiteit toeneemt, en men zich daarom wel afvraagt: „zijn ze in Zuid-Afrika dan niet gevoelig voor de wereldopinie betreffende de apart heidspolitiek", dan moet het antwoord hierop luiden: „neen. dat zijn ze niet". Hun standpunt is namelijk bijbels, dat wil zeggen; regering en nationalistische partij beroepen zich bij de verdediging van hun politiek op de Bijbel, waarin, naar ze zeggen, duidelijk staat aange toond, dat het blanke ras de suprema tie moet hebben over het niet-blanke ras. Bovendien beschouwen zij zich als de bewaarders en voortdragers van het standpunt van de kolonisten van het midden van de 18e eeuw. Woordelijk Mgr. W. MiBtsa-erts zal morgen in de klooster kapel van het Moederhuis der Zusters Francis canessen t Oirsohot de H Priesterwijding toe dienen aan de eerw. fraters J. Sötouck G. Tes- ser A. Mertens G. Boogmarvs A. van der Hulst, J. Keulers, H. Hochsenbach, J> Zimmer man J. Diricx J. Bos, W. Jennislkéns en J. Arets van de So-ciëteit der Paters Moartfor- tanen. Op diezelfde dag zal mgr. P. Schoernnaedkers, hulpbisschop van Mee helen te Rotselaar in België de H. Priesterwijding toedienen aan de eerw. fraters H. Awouters, R. van Liette- kerke en F, de Beider van de Sociëteit der Montfortanen. die hun studies maakten te Oir- schot maar afkomstig zijn uit België. Mgr. Mutsaerts zal op 14 maaTt a.s. In /dé parochiekerk van de H. Thomas a Villanova te Nijmegen de volgende H. K. Wijdingen toedie nen: de vier mindere orden aan de eerw. fra ters W. Nielen J. Görtz. J. Macfkenbach P. Min-ke, A. Frehe, J. Wenting. L. van Ewijk, A. Struik P. van Daan W. Kramers, J. Bonsen, en C. Spoor van de Orde der Dominicanen; T!h. Balk J. Verbeedk F. van de Paal en W. Ver- sleijen van de Congregatie der Paters van het Allerheiligste Sacrament; Exorcisfcaat en Aco- Jythaat de eerw. heer H. Wijnhoven van het groot-seminarie te Haaren; H. Subdiaconaat aan de eerw. faters Milo Strioker; Quirinus v. d. N'icuwer»h>uyzen Rufus Emke Manuel Raay- makers en Donatus Polane van de OTde der Augustijnen, G. Rivera, F. Arrèzola, H. Schoen makers, J. Kelderman, H. van der Maas, U. Ypinga H. Visschcr G. van Veen A. Niessen. B. Vredebregt P. Lamb W. Daandels en J. Essink van de Orde der DominicanenA. van Schaik en J. Am ting van de Congregatie der Paters van het Allerheiligste Sacrament; H. Priesterschap aan de eerw. fraters Ezechiël Vrysen, Wenceslaus Verhappen, Benjamin Smetsers en Caesarius Heemskerk van de Orde der Augustijnen. W. Uijen en B. Sameel van de Orde der Bemardijnen van de Abdij van Mariëmkroon te Nieuwkuyk; F. Jiménez Diaz van de Orde der Dominicanen. Op zondag 8 maart zal mgr. M. A. Jansen, bisschop van Rotterdam, in de parochiekerk van de H. Franciscus van Assië te Oudewater, de H Priesterwijding toedienen aan de fraters Jeremias van Lieshout, WaJdo Hoo- g en boom en Waltram van Vliet, van de Orde der Minderbroeders heeft onlang» een lid van het parlement en regeringspartij dit standpunt nog eens a's volgt samengevat: „De Zuidafrikaanse rasse-houding, ontsprong aan de diepe en reële ervaring en de aanvaarding van de onoverkoom bare ongelijkheid tussen de Europese en Bantoe-volkeren in Zuid-Afrika. De eerste immigranten bevonden deze on gelijkheid zó groot, dat het zelfs de voor de hand liggende mogelijkheid van fysieke vereniging uitsloot, welke in die tijd en in die geïsoleerde gebieden toch menig verleidelijk aspect moet hebben geboden. De ongelijkheid, welke de blan ke kolonist afzijdig deed blijven van de Bantoe betrof niet slechts het fysieke uiterlijk. De tegenstellingen tussen de blanke christen en de zwarte helden waren 'n belangrijke factor in die eerste tijd, de waardering van de emotionele benadering door de Bantoes van het le ven, zijn onderbewuste band met de ge heimzinnige Afrikaanse tovenarij al deze factoren scheidden op vitale wijze en scheiden nog de blanke van de Ban toe. Met de fundamentele aanvaarding van de onmogelijkheid van fysieke ver eniging tussen het blanke ras en het Bantoe-ras, was het een eenvoudig en noodzakelijk correlaat, dat sociale en politieke vereniging eveneens werd uitgesloten, en de Zuidafrikaanse hou ding tegenover de rassenverhoudingen verkreeg zo een samenhang, welke zon der vergelijking is in de wereld". ZQ beschouwen derhalve hun poli tiek door de natuur en de Bijbel ver eist, door God gesteld. Zo ook de ver kiezing tot eerste minister, waarvan dr. Verwoerd zélf zegt, dat deze is de Wil van God. ZUn dr. Verwoerdg toe komstige politieke daden dan al bij voor baat door deze op Gods Wil berus tende uitverkiezing gesanctioneerd? Zulk een geluid Is niet nieuw. ïn de ge schiedenis is deze idee bekend als „the divine right of Kings". Het is daarom moeilijk redeneren met de regerings- of nationalistische partij. Een discussie met hen over de uitleg van de Bijbel is niet mogelijk en elke discussie over apartheid loopt daarop ook dood. Nog onlangs verklaarde dr. Verwoerd, dat niemand er ooit in slagen zal hem de Bijbel uit de hand te slaan. Zo gezien beschouwen de aanhangers van de door de nationalistische partij en regering voorgestane politiek elke aanval op de ze politiek als een aanval op de Bijbel. En zij laten zich daarom niet intimide ren tot mitigatie door welk tegen-ar gument van welke zijde ook. Mutatis mutandis redeneren zij: „Right or wrong, it's the Bible". Zoals boven reeds geciteerd, wil de regering een politieke en sociale ver menging, alsmede een vermenging door huwelijk, van het blanke en "niet-blanke ras voor altijd en eeuwig voorkomen. Daarom zijn een aantal wetten aange nomen en doorgevoerd, welke uitslui tend gericht zijn op het biologisch, politiek en sociaal gescheiden houden van de „Blanken" en „niet-Blanken". Dat deze wetten kritiek uitlokken en op tegenstand stuiten, daarvan is de Zuidafrikaanse regering overtuigd. Zelf toch schrijft een parlementslid: „Alle volkeren hebben overtreders van de wetten en gewoonten. Ook Zuid-Afrika kent haar overtreders van onze wetten en gewoonten, welke rassenmenging ver afschuwen. Maar het volk als geheel, en de staat als zodanig door het aan vaarden en afdwingen van bindende wet ten op dat punt hebben de enige gedragslijn aanvaard welke hen kun nen rechtvaardigen in hun politiek en sociaal systeem, dat het blanke en zwar te ras apart houdt als twee niet te coin bineren elementen". (Advertentie) Natuurlek zijn dit standpunt en deze redenering zeer aanvechtbaar. De op merking. „het volk als geheel heeft de enige gedragslijn aanvaard", name lijk „door het aanvaarden en afdwin gen van wetten op dit punt" is een kv.estie van de meerderheid in het par lement en deze meerderheid is van na- tionalistischen huize en de Nationalisti sche partij hoopt deze meerderheid in de toekomst nog te versterken door een nieuwe wet, welke onlangs is aangeno men, t.w. uitbreiding van het kiesrecht tot de 18-jarigen. Dit toekomstige kie zerscorps, deze nationalistische „spes patriae" zal daarom ook in de juiste richting bewerkt moeten worden, het geen zal geschieden, zoals de minister van onder---"» heeft aangekondigd, door het onderwijs geheel op nationalistische leest te schoeien. De erfelijke opperhoofden van zes In dianenstammen hebben zichzelf gisteren uitgeroepen tot onafhankelijke bestuur ders van het reservaat. Onsweken bij Brantford (Ontario). Hun eerste besluit was „afscheiding" van Canada. Zij heb ben koningin Elisabeth van Engeland, pre mier Dlefenbaker van Canada en presi dent Eisenhower van de Ver. Staten telegrafisch op de hoogte gebracht van de vorming der „echte Indiaanse regering van de zes volken omvattende Irokese confederatie van Noord-Amerika". In het telegram aan Eisenhower vroe gen zij voorts om een conferentie op 19 maart, ter bespreking van „verdragen tus sen onze volken." Een *der opperhoofden, Wallace (Boze Beer) Anderson, heeft verklaard, dat de nieuwe regering een beroep op de Ver. Naties zal doen als de Canadese rege ring haar niet erkent. De „machtsoverneming" werd door een duizendtal aanhangers van de opperhoof den bewerkstelligd. Zij trekken donderdag naar het bestuursgebouw van het reser vaat en verklaarden de uit 13 man be staande gekozen raad, die daar zetelt, voor afgezet. Terwijl zij de gesloten deu ren forceerden en het gebouw binnendron gen, ontsnapten de leden van de raad door een achterdeur. Volgens de aan hangers van de „nieuwe orde" was de raad een „marionettenregering". Het opruimingswerk In de mergelgroe ven van Zichen-Zusscu-Bolder Is nu de finitief gestaakt wegens de grote opper vlakte van de instorting. De tien vermis te Hjken z(jn niet gevonden. Het werk heeft tien weken geduurd. Het kind slaapt.... Twee handjes met de palmen open op het kussen, het gezichtje afgewend naar de muur. Naast haar ligt een nogal gehavende beer, die in de rust deelt en met zijn ronde, glazen ogen het plafond bestu deert. Ireen Hartog kijkt er naar, trekt de deken wat op, maar blijft toch bij het bed staan, waar zij veiligheishalve twee stoelen voor gezet heeft, de hum mel is nog geen twee en het bed zo groot. Gedachten naar jaren - terug.- Och, wat heeft het eigenlijk voor zin, dit alles is voorbij nu helemaal. Maar wat moet er nu met dit kind gebeuren? Geen ouders meer, alleen een bijna kindse grootmoeder in een tehuis, daar kan het kind dus ook niet onderge bracht worden. Een ander tehuis, er zijn er zoveel, jij kan je toch niet voor haar opofferen, flitst het door haar heen. Met een vermoeid gebaar strijkt ze zich over de haren, loopt dan naar de huiskamer terug en gaat in haar stoeltje bij de haard zitten. Als zij dit kind houdt.Kèn zij dit doen? Toen het vanmiddag bij de voog dij-raad binnengebracht werd en zij de naam hoorde, wist ze, dat dit zijn kind was, het kind van Joost en Myra. Joost, met wie zij eens verloofd was, maar die toen Myra boven haar ver koos. Al die jaren niets meer van hen gezien of gehoord en nu dit. Myra al een jaar dood, Joost vandaag veronge lukt met zijn auto in het buitenland. Een kleine hummel blijft nu alleen ach ter, alleen, net als zij nu. Och, het lijkt op Joost, dezelfde bruine ogen, het don kere krulhaar. tfit kind in een te huis Maar als zij het hier houdt, als in- spectrice van de voogdij-raad zal dat misschien wel lukken, dan betekent dit immers, dat zij haar werk op zal moe ten geven? En., als er eens een ande re man in haar leven komt. zal dit kind dan geen struikelblok zijn.Vra gen, allemaal vragen, waarop zij het antwoord niet weet. Maar het onder brengen in een tehuis, och, zij weet immers nu al, dat zij dit niet kan. O, natuurlijk, zij zullen daar goed voor het kind zijn, het zal het nergens aan ontbreken, maar toch Je kunt het opzoeken, zoveel je wil. Je kunt het met het weekend naar je toehalen, denk aan je eigen toekomst, jij hoeft je toch niet op te offeren voor zijn kind, heeft hij aan jou gedacht toen? Ben je die tijd soms vergeten, toen hij heel je leven ondersteboven gooide en je je daar maar moeizaam bovenuit kon werken. Nu heb je alle schepen achter je verbrand, nu ben je nog jong, 34 jaar, het leven kan je nog zoveel bieden. Een kind, wéét, wat je begint. Misschien zal het je zoveel ver driet geven, heb je nog geen verdriet genoeg van hém gehadHaar gewe ten, dat haar niet met rust laat, ze steunt het gezicht in de handen. Joost, och, als hij het wist, dat zijn kind hier bij haar in het logeerbed lag, zou hij dan van haar kunnen verwachten, dat zij het morgen ergens anders naar toe bracht? Joost, die zo dol was op kinde ren, wat zal hij van dit kleine meisje gehouden hebben en Myra och. zij kon het toch ook niet helpen, dat ze van elkaar gingen houden, toen ze bij hem op kantoor was. Wat er voor je wegge legd is in het leven, och, daar ontkom je niet aan. Zij was alleen maar blij geweest, dat ze naar een andere stad trokken en nu wordt zij toch met hun kind geconfronteerd. Betekent dit, dat dat kleine ding op haar weg gekomen is, dat zij er nu voor zorgen moet? Haar baan opgeven is zo erg nog niet, financieel is zij ge heel onafhankelijk. Haar leven zal meer inhoud krijgen, als dit meisje altijd bij haar blijft. Als zij het alle 'liefde schenken kan, die eens de va der van het kind toebehoorde. Joost. och, nóg is alle pijn niet weg uit haar hart. Kèn het bestaan, dat je altijd lief blijft hebben, ook, als hij er niet meel is, nu helemaal onbereikbaar? „UituitEen klein stemme tje, dat haar tot het heden terug doet keren. Met een paar stappen is zij bij het kind, neemt zij het op haar arm. Twee grote, bruine ogen kijken haar aan, een fluweelzacht wangetje vleit zich tegen haar gezicht, de duim wordt tevreden in het mondje gestoken. Natuurlijk is het verkeerd en druist het tegen alle opvoedkundige regelen in, Ireen wéét het, maar nu, nu moet zij het even knuffelen. Het kind is op eens klaarwakker en speelt met haar armband. Gaat dan in haar lange nachtpon op haar schoot staan, danst van plezier. Zo zij even getwijfeld mocht hebben, wat te doen met haar, de kleine, nu daalt er een vredige rust in haar neer. Het kind blijft bij haar, de zorg voor de toekomst zal zij op zich nemen. Mis schien een offer, want voordat dit kind op de plaats van haar bestemming is. Nee, niet meer piekeren, haar be sluit staat vast. Niet voor niets is Nel- leke in haar leven gekomen en haar zal zij alle liefde schenken, die de va der eens verguisde. Voorzichtig legt zij het kind weer in bed, dekt het zorgvul dig toe. De oogjes sluiten zich tevre den, maar nog eenmaal kijkt het haar aan, voelt het instictmatig, dat er over haar leventje beslist wordt? Met een eindeloos teder gebaar strijkt Ireen de krulletjes van het voor hoofd weg, fluistert die woordjes, die alleen een vrouw kan zeggen tot een kind, weerloos, totaal alleen op de we reld nu. Alleen..? Nee, daèr zal Ireen wel voor zorgen, Nellekes jeugd zal zon nig zijn, het zal haar aan niets ontbre ken, daar staat zij borg voor. Het is een lang telefoongesprek, dat Ireen Hartog een paar minuten la ter met haar werkgever voert, maar het betekent op het eind daarvan slechts, dat het kind, vandaag zo onver wacht op haar weg geschoven, bij haar zal blijven. Om het met Gods hulp op te voeden tot een góed mens, al zal zij nooit weten, dat eens haar vader alles voor haar verzorgster uitmaak te. Nog lang ligt zij die naoht wakker, haar leven zal zo anders worden, maar als zij dan aan haar eigen een zaamheid denkt, weet zij, dat zij goed gedaan heeft. En.... Joost zou immers niet ènders van haar verwacht hebben? werknemer een hogere premie betaald moet worden. In de bouwvakken is het LriAe„er A huis; wachtdag1^ ter ook uitkering wordt verleend, nadat Colo vinyl houdster, die vroeger het beroep van boekhoudster uitoefende. Tengevolge van een operatie kan zij haar vroegere be roep niet meer uitoefenen. Zij is dan ook invalide verklaard en zij geniet invalid! teitsren/te. Als huishoudster heeft ze een bescheiden salaris plus de volle kost. Briefschrijver vraagt, of op hem als werkgever nog de verplichting rust. om rentezegels te plakken. En zo neen. of het zin heeft, dit op vrijwillige basis te doen Voor een werknemer, die in het genot is van invaliditeitsrente, behoeven geen rentezegels meer te worden geplakt. In dien u vrijwillig zou doorplakken, dan zou dat de ouderdomsrente die uw hulshoud ster ontvangt als ze 65 jaar is, zeker verhogen. De hoer A. S. L. te V., thans verblij vende te M. is werkzaam in een waren huis. Hij is momenteel ziek en hij ont vangt ziekengeld van de bedrijfsvereni ging, bij welke zijn werkgever als lid is aangesloten. „De eerste 3 dagen van mijn ziekte heb ik nimmer vergoed gekregen en de overi ge dagen krijg ik 80 pet. Een bouwvak arbeider echter krijgt na 5 dagen ziek te zijn geweest, over alle dagen betaald en nog wel 100 pet. Klopt dat?" In de Ziektewet is bepaald dat de uit kering ingaat op de 4e ziektedag (een enkele uitzondering daargelaten). Boven dien is bepaald, dat de uitkering 80 pet. bedraagt. Nu geeft de wet aan de werk gever ook de mogelijkheid- bij de be drijfsvereniging een zogenaamde boven wettelijke verzekering te sluiten Hiervan is veelvuldig bebruik gemaakt. Alsdan worden minder dan 3 wachtdagen gemaakt en bedraagt de uitkering meer dan 80 pet. Het spreekt vanzelf, dat in die gevallen zowel door de werkgever als door de de patiënt 5 dagen ziek is geweest. En het uitkeringspercentage in de bouwvak ken is in het algemeen 90. Indien uw werkgever dus geen bovenwettelijke ver zekering heeft gesloten dan is 3 wachtda gen en 80 pet. juist-. Als ik mijn ziekengeld per twee wek§ti ontvang, dan wordt er in verhouding meer AOW-premie ingehouden dan wanneer ik per week krijg. Kan dat juist zijn" Neen. dat kan niet. Ziekengeld moet namelijk per dag vastgesteld worden. Voor de inhouding van AOW-premie moet dus de dagtabel worden geraadpleegd. Als u dus ziekengeld ontvangt over twaalf da gen, dan moet er precies 2 maal zoveel premie zijn ingehouden als wanneer u ziekengeld over 6 dagen ontvangt. Vorig jaar heeft briefschrijver een be roepszaak Ziektewet verloren. De bedrijfs vereniging had gezegd, dat hij arbeids geschikt was. Briefschrijver was het hier niet mee eens en ging in beroep. De voorzitter van de Raad van Beroep be schikte echter, dat de bedrijfsvereniging gelijk had. „Moet ik hiermee genoegen nemen?" Indien de -voorzitter van de Raad van Beroep een beschikking heeft uitgevaar digd inzake het al dan niet bestaan x>f voortbestaan van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, dan is hiertegen g«en hoger beroep mogelijk. De in het ontg- lijk gestelde partij kan wel in verzet komen tegen de beschikking, indien hij meent, dat de procedure niet juist is ge voerd (bijvoorbeeld, wanneer de behan delende arts en/of specialist niet zou(den) zijn gehoord). Vragen omtrent de sociale verzekerings wetten kunnen schriftelijk worden inge diend bij onze sociaal-economische re dactie. Kortenaerstraat 1 te Rotterdam. 10. Een politieman, die meer bij de pinken was ge weest, zou zich hebben afgevraagd waarom ik dat niet zelf had beantwoord, maar het was maar al te duidelijk, dat de kerel te veel onder de indruk was en te verschrikt om zich nog wel iets af te vragen. Hij vraagt wat voor lijken, zei ik tegen Schmitty Zeg hem, zei Schmitty onverstoorbaar, dat ons het lijk van een man op ons dak geschoven is Zeg hem nog maar eens, dat ik geschokt ben over de wij ze, waarop men blijkbaar met doden omgaat, maar leg 't uit, dat dit lijk uit onze omgeving wegkomt., gewoonlijk met lijken doen. Al wat we vragen is, dat hij zorgt, dat dit lijk uit onze omgeving wegkomt. Dat zei ik hem. Ik vond het beroerd de arme man zo te moeten plagen, maar ik bedacht wat voor een lijk er in de mand zat en dus deed ik het. Opeens kwam hij in actie. Hij holde naar de telefoon. Ik zal direct rapporteren, zei hij vastberaden. Ik zal het direct telefonisch aan mijn superieu ren rapporteren. Wat hij eigenlijk, volgens zijn hoekje had moeten doen weet ik niet, maar wel weet ik, dat de inspec teur de kerel zo bang had gemaakt, dat hij alle ge voel voor orde en regelmaat had verloren. Het was duidelijk, dat de agent had moeten vragen, het lijk te zien. Die gedachte kwam dan ook bij me op, maar desondanks verwonderde het me, dat Schmitty afdaal de van zijn verheven troon om weer even menselijk te worden zoals altijd. We hoeven hem nu ook weer niet helemaal voor gek te laten staan, mompelde hij. Zeg hem, maar, dat ik voorstel dat hij eerst het lijk ziet voordat hij rapporteert. Zeg hem, dat hij dan beter rapport kan uitbrengen. Toen ik dat aan de ongelukkige kerel had overge bracht, was hij helemaal in de war gebracht. Hij liet de hoorn weer vallen en stond daar als door de bliksem getroffen. Hij dwong zich tot een buiging voor „zijn excellentie" en vroeg „zijne excellentie" toestemming het lijk te zien, dat zijne excellentie had lastig gevallen. Schmitty lichtte de deksel van de mand en wij al len keken erin. Het leek wel of we de krankzinnige hoop koesterden, dat er een of andere goocheltoer zou zijn verricht, waardoor de mand een minder ont stellende inhoud had verkregen. Maar die goocheltoer was er niet. Het lijk was er nog steeds, en het aanzicht ervan leek me niets aangenamer. Voor de po litieman was het dat blijkbaar evenmin. Guardia Civil, kreunde hij. Ik zou u graag 's mans gedachten weergeven, maar dat is niet eenvoudig. In Amerika zou het an ders zijn. Daar kennen we niet die veelheid van politie- apparatuur. Daar kennen we niet zoiets als de Guar dia Civil, niets dat even grote angst zou zaaien in de ziel van zelfs de eenvoudigste smeris. Zeg hem, zei Schmitty en hij bekleedde zich weer met het gewaad van de „zeer belangrijke poli tiefunctionaris" zeg hem, dat het des te erger is, dat er zo zorgeloos wordt omgesprongen met het lijk van een dergelijk persoon. Ik hoefde hem al niet meer te vertellen en ik denk ook niet, dat hij nog hoorde of begreep wat ik tegen hem zei. Hij rende naar de telefoon. Hij wauwelde wat tegen de telefonist en hij bleef wauwelen, ter wijl hij stond te wachten op de doorverbinding. Toen deze er eindelijk was wauwelde hij nog veel meer. Hij probeerde alles tegelijk te vertellen, van de belangrij ke functionaris van de Amerikaanse politie, van de ho- ge-omesbrief, die om hulp en bijstand verzocht, en van de ontstellende dienst, die hem nu gevraagd werd. Hij was lastig gevallen met een ding, dat in zijn bagage terecht was gekomen, blaatte hij. Het verlangt onmiddellijke verwijdering uit zijn „equipajes". Het is het lijk van een vermoorde Guardia Civil. Ik luisterde aandachtig naar elk woord, dat de man zei en sommige ervan bevielen me niet. Dat hij deed voorkomen, alsof het lijk aan inspecteur Schmidt was gestuurd, en niet naar mij vond ik al beroerd, maar de man kon niet anders dan die indruk gekregen heb- ven. Maar wat ik wel ogenblikkelijk rechtgezet wilde hebben, was de veronderstelling, dat het lijk in een of andere bagage van ons terecht was gekomen, Die mand immers maakte zeker geen deel uit van de bagage van de inspecteur evenmin als van de mijne ik trachtte tussenbeide te komen om dat tenminste duidelijk te maken. Schmitty hield me tegen. Wat is er aan de hand?, fluisterde hij. Wat zegt hij? Ik vertaalde zijn woorden snel. We moeten voorkomen, dat hij iemand het idee geeft, dat die mand van ons is, voegde ik eraan toe. Schmitty grinnikte. Laat maar gaan, zei hij. Hoe meer onbelang rijke dingen er rechtgezet moeten worden, des te minder kans lopen we, dat die lieverdjes tot daden overgaan voor ze tijd hebben gehad erover na te denken. Ik zou niet graag hebben, dat ze je eerst te grazen namen en dan later excuses gingen maken. De manier, waarop hij het nu vertelt moet waanzinnig klinken. Dat geeft jouw ambassadevriend weer meer tijd om hier te komen. Zijn manier van spreken was luchtig genoeg. Die was bijna plezierig, maar dat leidde me niet om de tuin. Inspecteur Schmidt nam deze zaak alles behalve licht op. De vrees, dat de Guardia Civil me eerst dood zou schieten én het pas later zou betreuren, was ongeveinsd. Voor de inspecteur die echt genoeg, zodat hij alle ambtsprincipen er voor overboord wilde gooien. Ik had nooit verwacht, de inspecteur te zien doen, wat hij nu deed. Al zijn handigheid nam hij te baat om de wettige autoritei ten tegen te werken. Ik trachtte me voor te stel len, wat hijzelf zou doen met iemand, die probeerdè schuilevinkje te spelen met een van zijn eigen mannen. Ik gaf het op en hoopte maar, dat de Ma- drileense tegenpartij er milder tegenover zou staan, of dat ze door een of ander wonder niet in de gaten zou hebben, waarom Schmitty zijn spel zo speelde. De politieman had zijn eigen moeilijkheden daar aan de telefoon. De bureauknaap aan de andere kant van de lijn vond blijkbaar de hele geschiedenis volkomen ongeloofwaardig. Ik weet zeker, dat hij de arme kerel ervan beschuldigde dronken te zijn, en dat in diensttijd! Onze agent protesteerde heftig, dat hij om de dooi dood niet „borracho" was, dat hij zelfs geen druppel door zijn keelgat had gehad, de hele dag niet!. Hij stond nog steeds te redeneren, toen Greg Nea- ry arriveerde. Ik keek op mijn horloge. Greg was een half uur onderweg geweest, maar hij had alles behalve getreuzeld. Hij vertoonde alle sporen van haast. Hij zag er een tikkeltje verfomfaaid uit.... dat kon alleen een goedgekleed diplomaat overko men, die in alle haast de ondergrondse had moe ten nemen. Bovendien was hij woedend. „Een ver loren koffer", gromde hij. „Iets gestolen uit je bagage. Ik ben wel eens meer uit de ambassade gehaald voor onzinnige karweitjes. Maar om rond te dazen in een bagagekelder.dat is toch werkelijk te veel van het goede". Ik wilde de hele zaak gaan uitleggen, maar in specteur Schmidt deed het voor me. Vanavond nam hij in alles vastberaden de leiding. Een Amerikaans burger, merkte hij droog op, mag zeker de ambassade niet lastig vallen en moet maar dank u wel zeggen, als een of andere moorde naar hem het lijk van een politieman op zijn dak stuurt. Greg zuchtte. Goed dan, zei hij. Een kwestie van leven en dood hè? Welnu, ik bén hier. Wie is die dronken vriend van je, en wat heb je in 's hemelsnaam zélf gedronken? Ik stelde hem inspecteur Schmidt voor en we namen Greg tussen ons in naar de mand toe en openden het deksel. Hij was er zó zeker van, dat we dronken waren of dat we hem voor de gek hielden, dat hij on danks alles, wat we hem hadden verteld, volkomen onbedacht was op een lijk. Vol afgrijzen keek hij ernaar. Ik wist, hoe hij zich moest voelen. Ik trachtte mezelf in bedwang te houden door op bijzonderhe den van de vermoorde te letten. Zo merkte ik zijn nagels op. Ze waren vuil, maar niet zwartgerand zoals men had mogen verwachten. Ze waren groen- gerand, een eigenaardig lichtgroen. Ik kon mijn aan dacht er niet bijhouden. Ik wendde mijn blik af en keek naar Neary. O, nee, jammerde Neary. Nee. Zeg me dat het niet waar is. Dat is het eigenlijk ook niet, zei Schmitty, maar wat maakt dat uit? Het is al erg genoeg in ieder ge val. HOOFDSTUK 6 Ik denk, dat ik had moeten vragen, wat hij be doelde, maar de tijd was er niet voor en bovendien dacht ik, dat ik het begreep. Greg Neary kon heb ben gedacht, dat ik me ingelaten had met het meest misdadig soort volk van Madrid. Hij kon zelfs den ken, dat ik in een dolle bui een moordenaar had willen beschermen door hem van een lijk af te hel pen. Je weet nooit, waartoe toeristen in staat zijn. Ik veronderstelde, dat, toen de inspecteur zei, dat de koffer én zijn inhoud niet was, wat Greg dacht, hij bedoelde, dat ik niet in deze ongelegenheid was geraakt door een of andere dwaze daad van me. Hoe dan ook, er was, zoals ik zei, geen tijd. Inspec teur Schmidt toonde Neary de indrukwekkende aan bevelingsbrief en vertelde hem snel, welk gebruik hij ervan had gemaakt. Denkt u, dat u nu de zaak van me kunt overne men? vroeg hij. Of vindt u het beter, dat ik zelf maar het zaakje blijf opknappen? Treurig schudde Neary het hoofd. Hij had al ge merkt, waar de schoen wrong. We hebben de poppen aan het dansen, als de Guaridia Civil ten tonele verschijnt, zei hij. Door zo iets als dit worden ze dol. Ik gil natuurlijk „diplo matieke dienst", maar dat geeft geen enkele garan tie, dat het maar iets uithaalt. We kunnen alleen maar hopen, dat ze een beetje kalm-aan zullen doen, als er iemand van de ambassade bij is. Als ze met alle geweld Bagby willen arresteren, kan ik ze niet ervan afhouden. We moeten ons natuurlijk ogenblik kelijk met het ministerie van Buitenlandse Zaken in verbinding stellen en ik zal die kerels wel duidelijk make, dat de ambassade zich voor het geval inte resseert. Dat kan misschien voorkomen, dat ze Bag by te hard aanpakken. Dat willen we hopen tenmin ste. Hun methodes zijn ruig en we hebben nog nooit met hen te maken gehad in een zaak als deze. Je kunt er nog niets van zeggen. Hij vertelde me niets nieuws, wat ik zelf al niet had gedacht, maar het was toch allesbehalve be moedigend het nog eens uit zijn mond te horen. De agent brabbelde nog steeds aan de telefoon. Hij maak te het langer dan ik ooit voor mogelijk had gehou den. Wat mij betreft, kon het niet lang genoeg du ren. Hoe langer ze hem aan de praat hielden, des te meer tijd restte_ me, voordat ik het ergste onder ogen zou moeten zien, dacht ik. Met geweld dwong ik me er niet aan te denken, wat dat zou zijn en ik trachtte te luisteren naar het gesprek tussen Neary en de inspecteur. Als u denkt ook maar iets te kunnen uitrichten, wat ik niet zou kunnen, zei Neary, moet u dat zeker niet nalaten. Ik blijf dan in reserve om eventueel ge wicht in de schaal leggen met alle invloed, die de ambassade maar in dit geval kan uitoefenen. Ik wist, dat hij gelijk had, maar ik had toch graag gewild, dat hij niet zo heel duidelijk had laten door schemeren, dat hij meende, dat de ambassade maar een beroerd schijntje zou kunnen uitrichten. Schmit ty fleurde me weer een klein beetje op. Ik ga het proberen, zei hij. Daarom heb ik erop gewerkt, dat ze een gewone politieman gehaald heb ben en niet een Guardia Civil. Neary onderbrak hem. Dat is slechts uitstel van executie, zei hij somber. Zo gauw ze maar één woord horen, is de Guardia Civil hier. Ze zullen nooit toelaten, dat iemand anders zich met die zaak bemoeit. Natuurlijk, stemde Schmitty in. Al wat ik nodig had, was de kans mezelf bekend te maken voordat de herrie begint. En dat is me gelukt met die po litieman daar. Neary keek naar de agent en luisterde naar zijn gebazel door de telefoon. Dat is wel zo, zei hij, maar jammer genoeg kan er geen onbetekenender knaap bestaan als die kerel daar. -Maar hij heeft hun al alles over me verteld, zei Schmitty. Of het zal werken, weet ik natuurlijk niet zeker, maar in Parijs kreeg je de indruk, dat iedereen erg beleefd was tegen een vreemde colle ga. Als het daar nu maar een klein beetje op lijkt dan kan ik ze wel duidelijk maken, hoe onschuldig de zaak voor Baggy en het hotelpersoneel ligt. Neary keek de bleke directeur en de grootogige piccolo medelijdend aan. Weer zichtte hij. Ja, die hotelmensen, zei hij treurig. Ik denk niet, dat we officiéél voor hen in de bres kunnen springen. Denkt u, dat er gunstige bewijzen voor hen zijn? Tot nu toe had hij nog niets opwekkends gezegd, maar dit was toch al héél weinig moedgevend. Tot nu toe had ik me aan de strohalm van de hoop vast geklampt. Als inspecteur Schmidt beweerde, dat er bewijzen in mijn voordeel waren, dan moest het wel zo zijn. Wie was beter in staat dan te kunnen be oordelen dan de inspecteur? Maar in de vraag van Greg Neary klonk twijfel, en hij was toch mijn vriend en landgenoot. Een klap in mijn gezicht was het. Ik wilde de inspecteur juist vragen, wat die bewijsstuk ken dan wel waren, toen ik prompt op dat ogenblik en volkomen onverwacht begreep, dat er geen tijd meer voor was. Niet dat er niet voldoende tijd was verlopen om eventueel de hele politiemacht van Madrid op de heen te brengen, maar ik was in de veronderstelling, dat er niets kon gebeuren, zolang hij nog door de te lefoon stond te bezweren, dat hij niet gek of dronken was. Ik dacht, dat dit wel eerst tot klaarheid zou moeten worden gebracht, voordat ze ook maar iets gingen ondernemen. Ik had me echter vergist. Zonder waarschuwing, zonder enig geluid waren ze er. Het ene moment was de toegang nog leeg geweest, het andere ogenblik waren ze er. Twee van hen, met dreigende blikken onder hun zwarte lederen ste ken, slopen geruisloos binnen- en kozen positie naast de deur, hun ruggen vlak tegen de muur. Ze stonden daar met getrokken revolvers, de lopen dreigend op ons gericht. Een fractie van een seconde later stormden er twee anderen het vertrek binnen. Die gingen recht op de agent af, die nog steeds door de telefoon stond te jammeren. Hij wist zelfs niet, dat ze er waren. Ze vielen hem van achteren aan, een hield zijn armen in bedwang. De telefoonhoorn viel uit zijn hand en botste al slingerend aan de draad tegen de muur. Een wit stofwolkje en een stuk je kalk, dat op de cementen vloer in stukken brak, was het resultaat. Nauwelijks trachtte de po litieman zijn hoofd om ,te draaien, toen de tweede van het span in actie kwam. Hij deed het doodeen voudig, maar doeltreffend en verschrikkelijk. Hij liet de kolf van zijn revolver op 's mans schedel neer komen en de arme kerel maakte een rochelend ge luidje, toen hij op de vloer ineen zakte. Tenminste: dat had hij gedaan, als de man, die zijn armen vasthield, hem niet overeind had gehouden. De Guardia Civil, die hem zo doelmatig buiten westen had geholpen, borg zijn revolver weer in zijn holster. Daarna graaide hij naar de bengelende telefoondraad en viste de hoorn op Slechts een paar woorden zei hij„In ordeWe hebben hem". (Wordt Vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 4