witte doek
Toen de film per kilo werd verhandeld
Simon van Collem haalt herinneringen op
Land of Liberty' van DeMille
Ziekenhuis
Dame Margot Fonteijn
voor de camera's
DE NATU ZEGT: NEEN
DE KRITIEK ZEGT: JA
(MET GELUID) -
Een buiten
gewone
foto-tentoon
stel ling
400 gulden boete voor
hoofdredacteur
Aangevuld door Henry Noerdlinger
Standaardwerk over bedreigde
koogdie ren
Hans van Bergen
T
ZATERDAG 14 MAART 1959
I'AGLNA 5
(Van onze filmredacteur)
DAT DE TITEL van een film van doorslaggevende betekenis kan
2ijn voor haar succes bij het publiek, is een stelling, die vaak door
Vchtzinnige lieden wordt betwijfeld, maar die in de praktijk meer
malen haar deugdelijkheid heeft bewezen.
In de grijze oudheid van het filmverleden de mannen met baar
den, snorren en hoge boordjes schreven ongeveer 1910 boven hun
Plechtstatige zakenbrieven en het bioscoopbedrijf was nauwelijks be
gonnen zich aan de kermissfeer te ontworstelen heeft een zekere
lieer Jean Desmet, wiens illustere naam nog steeds voortleeft in die
van een hoofdstedelijk bioscooptheater, reeds aan lijf en beurs onder-
vonden, dat een met overleg gekozen titel het verschil kan uitmaken
lussen succes en mislukking.
Wegens belediging en
smaadschrift
Stö.
A LS een nijlpaard tegen u
1 gaapt, laat u niet misleiden.
„Het houdteen onverholen
dreiging in, eenzelfde waarschu
wing als bij gapende apen voor
komt. Het wil zoveel zeggen als:
„nog één stap verder, en ik ga je
te lijf!" In dierentuinen is dit ga
pen ook veelvuldig te zien, maar
daar is het langzamerhand ver
anderd in een bedelhouding. Zijn
de dieren pas in gevangenschap,
dan zullen ze dreigend de bek
openen bij het zien van mensen,
zo dicht in hun buurt. Het pu
bliek, dat achter de dikke tralies
geen gevaar heeft te duchten en
Het is natuurlijk altijd heerlijk, als men over een mondig college
beschikt, dat voor ons uitmaakt, wat goed en niet goed is, wat
artistiek is verantwoord of daar verre onder blijft. Wij kunnen er
zo rustig passief bij blijven. Het scheelt ons bergen werk en hoofd
brekens. En wat ook van groot belang iswij hoeven ons nooit meer
in de vingers #te snijden; wij kunnen ons altijd beroepen op het
oordeel van onze mondige broeders.
Het amateurtoneel beschikt over een dergelijk college. Het keurt
de uitgekomen stukken voor ons. En de resultaten worden neer.
gelegd in een gezamenlijke catalogus van de NATU en het WKA, in
welke catalogus alleen de stukken worden opgenomen, die volgens
dat college aan de minimumeisen van artisticiteit voldoen. De niet
opgenomen stukken kunnen wij dus rustig ongelezen laten. Zij zijn
als minderwaardig door dat college ter zijde geschoven en dus dienen
wij ze als vooruitstrevende clubs niet te spelen.
Paris, stuk van onbegrijpelijke
tegenspraak
een „vragende" muil denkt te
zien, reageert met een hoeveel
heid versnaperingen. Waarna het
nijlpaard heel spoedig leert, dat
op zijn dreigement met wat lek
kers wordt geantwoord, zodat dit
waarschuwingssignaal wordt om
gevormd tot een „bedelgaap".
WERELDNIEUWS
Genoemde heer Desmet, die in de tijd,
aat de films per meter en per kilo wer-
aen verhandeld, in Amsterdam een bios-
c°op exploiteerde, welke zich onder de
Velbelovende naam „Cinéma Parisiën"
Vndiende, had de hand weten te leggen
°P een voordelige partij celluloid, die
^°or hem onder de titel „Richard Wagner"
ijls Kerstpremière in vertoning werd ge-
Vacht. Hoewel de pianist, die voor <*e
JJhJzikale illustratie moest zorgen en die
^lijkbaar noch Herr Wagner, noch diens
Vroïsche muziek kende, er het hele re-
Pertoire van de populaire familie Strauss
teëenaan gooide, gaven de Amsterdam
mers de voorkeur aan het café-chantant
V de andere wereldse vermakelijkheden,
daarover weldenkende mensen in die tijd
"het gefronste wenkbrauwen spraken en
met zure pen schreven.
De heer Desmet zag direct in, dat die
Vringe belangstelling onmogelijk een ge-
v°lg kon zijn van een tekort aan kwalitei
ten van het door hem aangeschafte mees
terwerk. maar dat het aan de titel moest
'Sgen. Hij herstelde die fout en liet overal
'Slkleurige biljetten aanplakken, waarop
Pet hooggeëerde publiek de vertoning
^erd aangekondigd van de film „Van Ka
aimeester tot Millionnair", of „De Man
•het de 'Magische Handen". En oten kwa
den de Amsterdammers, van wie de éne
Vlft een mondorgel «n de andere een har-
monika bespeelde, in drommen kijken,
^ant iedereen wilde zich met eige nogen
Vvan overtuigen, hoe een muzikant er in
s'aagde zo maar miljonair te worden en
Waarschijnlijk ook, of die magische handen
misschien rake klappen zouden kunnen
Pitdelen.
Deze en dergelijke sterke verhalen kan
men lezen in „Uit de oude draaidoos",
®6n bij de uitgeverij De Bezige Bij in Am-
'Vrdam verschenen boek van Simon van
S°llem, die zich bij het grote publiek be
kendheid heeft verworven met zijn gelijk-
"amige televisierubriek.
..Simon van Collem toont zich een gezel-
'8 en humoristisch verteller, die ont-
jj'aan en ontwikkeling van film en bios-
,°opbed:rijf in Nederland hoofdzakelijk
an de grappige kant bekijkt, hoewel hij
ussen een paar kwinkslagen in belang
wekkende en minder bekende dingen weet
je vertellen over mannen als Christian
I'ieker uit Drachten, Willy Mullens, wiens
,°°Pbaan begon als levende kogel en diens
?roer Albert, Anton Nöggerath nog een
man, wiens naam voortleeft in het Am-
J«rdamse theaterpark Gerardus van
5°y-en en de onvergetelijke Abraham
fhschinski, die niet alleen bioscoopex
ploitant was. maar ook de volmaakte
gastheer, die in het door hem gebouwde
naar hem genoemde theater niet alleen
ijta oosterse prachtlievendheid uitleefde,
maar daarmee ook gehoor gaf aan een
leswijze van zijn voorvaderen: „Laten
en oor. maar. ook de zool van uw j
,°et gestreeld worden door het goede, j
°at de aarde en mensenhanden voortbren- i
Sen".
Een gedegen historisch overzicht en een i
°lledig inzicht in de ontwikkeling van
niet verwachten, maar het is zeer lees
baar en met de. houding, die Simon van
Collem ten opzichte van de film aan
neemt kunnen we het over het algemeen
eens zijn.
Als we een aanmerking op dit rijkge-
illustreerde boek maken, dan is het op
de kwaliteit van de afbeeldingen en op de
keuze ervan, waaruit een bepaalde voor
keur blijkt, die in de tekst zelf fascine
rend wordt aangeduid. Maar voor die
keuze kan Simon van Collem niet aanspra
kelijk worden gesteld, want daarvoor te
kent Karei Beunis uit Amsterdam.
Bij het fraaie boek is een grammofoon-
piaatje van 45 toeren gevoegd in een mon
tage van Tom Tholen met fragmenten
van dialogen en liedjes uit een zevental
Nederlandse films. Door middel daarvan
kan men o.a liedjes van Louis Davids
uit films aBlB,'ssnjn"„Dkl,J'eeeetateenn-
uit films als „Bleke Bet" „De Jantjes" en
de stemmen van Emma Morel, Lily Bouw
meester, Sarah Hey blom en Wim Kan ho
ren in de film „Pygmalion
Van Cecil B. De Mille verschijnt dit
jaar een autobiografie.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft
vanmorgen de 70-jarige hoofdredacteur
van De Nieuwbrief Fabius wegens
smaadschrift en belediging veroordeeld tot
een geldboete van 400 subsidair 20 da
gen hechtenis. Hij had in een artikel in
zijn blad, dat ook als advertentie in een
landelijke krant was geplaatst, waarin ge
schreven werd over de zaak tegen majoor
K„ o.m. uitdrukkingen gebruikt als Na
zipraktijken en Gestapomethoden en voort
zou hij jegens enige opsporingsambtenaren
smaadschrift en belediging hebben ge
pleegd.
Het hof achtte bewezen, dat F. zich
had schuldig gemaakt aan smaadschrift
jegens de officier-commissaris bij de
krijgsraad en dat hij de marechaussee
had beledigd met de uitdrukking Gesta
pomethoden. Van de overige tenlaste ge
legde punten werd hij vrijgesproken of
ontslagen van rechtsvervolging.
De procureur-generaal had veertien da
gen geleden een gevangenisstraf van drie
weken gevorderd. De rechtbank had F.
vrijgesproken, de officier van Justitie had
een geldboete van 200 subsidair 20 da-
„Land of Liberty" heet de filmdocu-
mentatie een geschiedenis in beelden
van de Verenigde Staten waaraan
Cecil B„ De Mille werkte toen hij over
leed.
Deze film, waaraan het eerste deel, dat
reeds gedurende 20 jaar bij het onder
wijs wordt gebruikt, werd vervaardigd in
1939 ter vertoning op de New Yorkse
Wereldtentoonstelling, zal door een van
De Mille's naaste medewerkers. Henry
S Noerdlinger, worden aangevuld met
dé periode van 1939 tot 1959. Evenals voor
het eerste in 1939 gemaakte deel van de
film zullen ook voor het tweede door de
gehele Amerikaanse filmindustrie bijdra
gen worden geleverd.
In de i°°P van dit jaar zal bovendien
de autobiografie van De Mille verschijnen
De Mille heeft tot aan zijn dood toe aan
zijn mémoires gewerkt, zodat men thans
niet veel meer heeft te doen dan het om
vangrijke materiaal, dat hijzelf heeft ge
schreven of gedicteerd, te ordenen en te
redigeren. Dit zal, met toestemming en
medewerking van de familie DeMille ge
beuren door Donald Hayne. die gedurende
de laatste veertien jaren de literaire me
dewerker van DeMille is geweest.
De baten van de autobiografie zullen
worden gestort in het Cecil B. DeMille-
fonds voor charitatieve, religieuze doel
einden.
5
et filmbedrijf in Nederland tot aan de
fitse bezetting mag men van dit boek
Te Miinclien is een Japanse-filmfcstival.week gehouden, waarbij de filmsterren Keiko Okaua en Akiko Koyama
aanwezig waren. Zij luisteren hier naar de muziek uit een Japans zakradiootje.
Het
is Dame Margot Fonteyn gelukt,
beeft gedanst en gedanst, tot haar eer
film „The Royal Ballet" volledig „in
e can" (in het blik) was. Zeven tot
qcU uren achtereen heeft ze in het Royal
(jDera House. Convent Garden, twee zon-
s Sen en een nacht lang in haar'ballet-
^hoentje gestaan. Wegens de tijdnood,
^srin men verkeerde de opnamen
0 °esetn klaar komen tussen de gewone
vPvoeringen van de balletgroep en de
°Drbereidingen voor de toemee door
few
Nieuw-Zeeland in moest de film in
drie „zittingen" gereedkomen.
Aan het einde van de laatste opname
deden Margot Fönteyns voeten verschrik
kelijk pijn. „De druk op de voeten van
een danseres is enorm", verklaarde één
der leden van het balletgezelschap. „Als
je je schoenen langer dan een paar uur
aanhoudt, kunnen er zelfs open wonden
ontstaan. Ik begrijp niet, hoe Margot Fon
teyn het heeft uitgehouden".
Op de twee zondagen arriveerde Dame
Margot om 9 uur 's morgens in het Royal
Opera House, dat in een filmstudio was
herschapen, in beide gevallen verliet ze
het niet vóór middernacht. En na een
normale voorstelling op een werkdag
danste ze nog een hele, nacht het ballet
„De Vuurvogel" voor de film.
Haar voornaamste probleem, afgezien
van haar pijnlijke voeten, was er voor te
zorgen, dat haar spieren zich niet teveel
ontspanden. „Als je voor het publiek in
een zaal danst, voer je het hele ballet
achter elkaar uit", verklaarde ze. „Maar
voor de film, waarbij nooit langer dan
tien minuten achter elkaar wordt opgeno
men" moet je telkens wachten en als je
dan niet oppast, vallen je spieren in slaap"
De film „The Royal Ballet" bestaat,
zoals reeds gemeld, uit drie balletten, die
de Royal Ballet Company op haar re
pertoire heeft, namelijk „Ondine". „De
Vuurvogel" en de tweede akte uit het
„Zwanenmeer".
De film is opgenomen in opdracht van
de Rank-organisatie door Paul Czinner die
ook de film „The Bolshoi Ballet" maakte.
Het is nog geen tien jaar geleden,
dat fototentoonstellingen prak
tisch uitsluitend werden bezocht
door leden van amateurfotografen-
clubs en hun aanhang. In de laatste
jaren is er op dit gebied echter heel
wat veranderd en misschien hebben
tentoonstellingen als „The family of
Man" en de jaarlijkse „World Press
Photo" wel tot die verandering bij
gedragen. Waarschijnlijker is, dat
het groeiend en snél groeiend
aantal camerabezitters de fotogra
fie in de belangstelling van brede
kringen heeft gebracht. Afgezien
van enkele amateurfotografen, die
hun liefhebberij heel ernstig namen,
werden nog niet zo lang geleden fo
to's gemaakt om de herinnering,
vastgelegd op het „kiekje".
Nu betere camera's praktisch voor
iedereen bereikbaar zijn, worden er
steeds meer foto's gemaakt om de
foto-zelf, als resultaat van een
schoonheidsbeleving.
Hoe het ook zij, er komt belang
stelling voor de fotografie en men
kan dat afleiden aan het steeds toe
nemend aantal fototentoonstellingen.
LA CAVE INTERNATIONALE.
In Amsterdam is op de hoek van
Herengracht en Thorbeckeplein een
eetauisje met de weidse naam „La
Cave internationale", waarin al
meer dan 50 maandelijkse fototen
toonstellingen zijn gehouden. Deze
maand hangt er werk van de foto
journalist Lou van Kollem, werk van
zeer bijzondere soort. In opdracht van
Tussen de rails" heeft van Kollem
verleden jaar een fotoreportage ge
maakt over het leven in een modern
ziekenhuis en ergens in het oosten
van het land kreeg hij de kans, dat
leven enkele dagen tot in de kleinste
bijzonderheden mee te maken. Van
Kollem, met zijn gevoelige Amster
damse hart wijdopen voor de lijdende
mens, keek en zijn camera keek mee.
En hij fotografeerde geen sensatie,
hij maakte geen plaatjes „die het ge
garandeerd lekker dóen hij regis
treerde slechts wat hij aan mense
lijks rond zich zag gebeuren. Het
menselijke lijden en de menselijke
poging om dat lijden te verzaenten.
geboorte en dood, die twee uitersten
die in een ziekenhuis zo dicht bij el-
kaar liggen, bezag hij als mede-mens
die weet wat mede-lijden is en daar
om kregen zijn foto's mets opge
smukts van „die edele dokters en zus
ters in hun strijd voor de lijdende
mens", zij kregen ook met het sen
sationele van „de blik achter de
schermen", maar werden doodge-
wone en juist daarom zo gevoelige
en ontroerende getuigenissen.
Getuigenissen van het lijden, van
de geroutineerde accuratesse van
verplegend personeel en medici, van
het gewend-zijn, waardoor heen toen
soms de spanning dringt van het mo-
"^"n dóór alles heen en ondanks de
vakkundige geroutineerdheid en za
kelijkheid toch ook de liefde vooi het
werk en de liefde voor de mens. Dit
alles proeft de aandachtige be
schouwer uit de foto's van Lou van
Kollem en het is daarom, dat wij zijn
tentoonstelling een der meest opmer
kelijke vinden sinds lange tijd. En
ook een der verdienstelijkste.
Artis-Encydopedie
Nu is het wel heel wonderlijk, dat een
stuk van één van onze beste katholieke
toneelschrijvers, namelijk van Jan Naay
kens, tot deze ter zijde geschoven stuk
ken behoort-
Natuurlijk is het mogelijk, dat ook Jan
Naaykens wel eens onder de maat blijft,
hij kan vermoeid geweest zijn, de beste
man; hij kan geen inspiratie gehad heb
ben, terwijl hij toch wat verdienen wilde.
Iedere schrijver produceert wel eens een
mislukking.
Maar het betreft hier zijn stuk: PARIS
OF SPOT NIET MET DE LIEFDE. Een
stuk. waar wijzelf zo weg van waren en
dat ons zo goed gedaan heeft. Maar och
ja, wij kunnen ons ook wel eens verkij
ken. Herder natuurlijk dan bovengenoemd
college, wam daar wordt het door meer
gelezen, alvorens men tot een besluit
komt. En als de lezers het niet met el
kaar eens zijn. wordt het door geheel
anderen weer opnieuw gplezen. Een ver
gissing is daar dus bijna niet mogelijk.
Daar zou een vergissing alleen kunnen
steunen op onkunde van al die lezers te-
samen. Maar dit ligt niet in de lijn der
verwachtingen. Want allicht heeft men
daar heel kundige lezers zitten in dat
college.
En toch is „Pans of spot niet met de
liefde" afgekeurd.
En wij hebben zelfs vernomen, dat
men het. stuk opnieuw heeft laten keu
ren op aandrang van enkele voorstanders
van dat stuk. Maar ten tweeden male
werd dit stuk afgekeurd.
Wij zullen ons dan wel vergist hebben-
Het stuk zal dan wel niks zijn.
Maar laten wij nu de kritiek eens aan
het woord.
DE TIJD: (Fr. Stranger)
„Het behoeft nauwelijks betoog, dat in
een dergelijk stuk (als Paris bovenge
noemd) alle elemneten aanwezig zijn voor
een paar uur alleraangenaamst divertis
sement. Jan Naaykens heeft er geen en
kele ongebruikt gelaten. Het is een spel
geworden, licht en snedig, in .Goldoniaan-
se trant.."
DE VOLKSKRANT: (Lambert Tegenbosch)
„Paris is het meest fonkelende en gaaf
ste blijspel, dat aan de pen van Jan
Naaykens is ontvloeid".
SINT JANSKLOKKEN: (Kees Spierings)
„Nergens is het stuk geforceerd; de
verwikkeling is logisch en natuurlijk; de
karakters zijn gevarieerd en levensecht
en de sfeer, zij is zo heerlijk vol van
lichte ironie en de preutsheid van het fin
de siècle met tevens wat weemoed
en heimwee naar die gezapige tijd
dat men vertederd wordt om al die ta
fereeltjes als uit een oud familiealbum
Jan Nayakens, maakte er la Goldoni
een lichtvoetig, ondeugend, telkens ver
rassend spel van vol vondsten en intrige
en snedigheid".
ANTOON COOLEN heeft dit spel een
zeer charmant en kundig spel genoemd.
DE KRO heeft het voor de televisie ge
bracht en dat wil toch ook wel het een
en ander zeggen.
DE VOLKSKRANT schreef over deze te
levisieuitzending: „In één woord verruk
kelijk vonden wij de voorstelling, die gis
teravond gegeven werd van de ontwa
penende en radde komedie „Paris" van
Jan Naaykens. Een in 1900 spelend
stuk over de liefde treffend levendig
in het tijdsbeeld geplaatst van een
haast Franse lichtvoetigheid".
U.K.D.:
„Nog nimmer hebben wij op het, beeld
scherm zo'n uitstekende door een Neder
landse auteur geschreven komedie ge
zien als gisteravond de kostelijke klucht
van Jan Naaykens": „Paris".
ALGEMEEN DAGBLAD:
„De produktieve Brabantse schrijver
Naaykens heeft gisteravond voor een ver
rassing gezorgd. Zijn komedie Paris is
vol fantasie, fijne spot en verantwoord
realisme-
HET VRIJE VOLK:
„Onder de titel Paris schreef Jan Naay
kens een allervermakelijkste komedie, die
gisteravond als televisiespel een charman
te opvoering beleefde..
NIEUWE DRENTSCHE COURANT:
„Paris was een sprankelende komedie
van Jan Naaykens. die onder de leven
dige regie van Wim Bary een allerge-
noegelijkste realisering kreeg..
DE TELEGRAAF:
„Wim Bary heeft ons woensdagavond
aangenaam verrast met een zwierige pre
sentatie van een kluchtig blijspel van
Jan Naaykens..
ALGEMEEN HANDELSBLAD:
„Gisteravond was het de KRO die voor
een verrassing zorgde met de uitzen
ding van Paris van Jan Naaykens. Op
een origineel stramien baseerde de auteur
een speelse komedie..
Maar de NATU keurde het af. Waarom?
Wij hebben horen verluiden, dat het
WKA het met deze afkeuring helemaal
niet eens is, tenminste Frits Bloemkolk
niet. Hij schijnt, dit een stuk te vinden,
dat absoluut op de gemeenschappelijke
catalogus thuis hoort.
Nou ja. wie zich niet in de vingers
wil snijden, kan het stuk natuurlijk maar
beter ongemoeid laten .Maar als de al
gemene kritiek nu wel eens het gelijk
aan haar kant heeft, dan ziet het er
natuurlijk minder prettig uit. Want wie
zegt. dat dit stuk dan het enige is. dat
best is en toch werd afgekeurd en dat
al die stukken die goedgekeurd zijn, ook
werkelijk best zijn? Bijvoorbeeld het
goedgekeurde stuk „Eksters rond het erf"
vinden wij persoonlijk weer minder best,
een beetje ziekelijk zelfs. Maar wij heb
ben over dat stuk geen krantenkritieken.
Ach, wat zijn al die krantenkritieken ook
waard! Houdt u zich maar aan de catalo
gus!
Dit is een van de bijzonder veel
wetenswaardigheden, die men aan
treft in de pasverschenen „Artis-Die-
ren-Encyclopedie". De titel van dit
bijzonder mooi uitgegeven boekwerk
is o.i. iets te weids, omdat het zich
beperkt tot de zoogdiersoorten, al
wordt een tweede deel, handelende
over vissen, vogels en reptielen, in
het vooruitzicht gesteld.
Hebben wij bijzonder veel waarde
ring voor de uitstekende behandeling
van de stof door Artis-publicist H.
van de Werken die er de volle
medewerking van de Artis-staf voor
genoot een zeer bijzonder compli
ment verdient ook Artis-fotograaf J.
Bokma, die in een 150-tal foto's ka
rakteristieke foto's van de Artis-in-
ventaris geeft. Sommige opnamen
verkregen een bijzonder mooi effect,
doordat zij tegen het licht in zijn ge
nomen, waardoor een prachtige om
lijning werd verkregen. Eerlijk gezegd
winnen zijn foto's het nog van de
zes kleurenfoto's die de fotograaf
Sohulthess maakte van verscheidene
dieren in hun natuurlijke omgeving en
die een hele pagina beslaan. Slechts
de plaat van de Koedoe-bok, in war
me tinten kan wedijveren met Bok-
ma's knapste shots.
Had de schrijver veel steun aan
de fotografie, een tweede hulpmiddel
vond een bijzonder dankbare toepas
sing, nl. dat van de tekenstift, die het
de lezer mogelijk maakt, in één op
slag de behandelde diersoort te loka
liseren. Het gebied, waarin het dier
leeft, is, gefilmd aangegeven op het
betrokken werelddeel.
De samenstellers hebben zelfs ge
bruik gemaakt van nog een mogelijk
heid, om de lezer toch maar zo góed
mogelijk vertrouwd te maken met
de behandelde stof, achter in het boek
bevindt zich een 24-toerenplaatje,
waarop tal van dierengeluiden zijn
vastgelegd, waarbij de heer Van de
Werken 'n verklarend woord spreekt.
Wanneer men het plaatje draait be
merkt men nauwelijks, welk een ge
weldige moeite is besteed aan de com
positie ervan.
Als encyclopedisch werk is dit for
se boekdeel alfabetisch opgezet. Er
zijn 130 zoogdieren in vermeld; na
tuurlijk was het reeds gezien de
titel niet de bedoeling een opsom
ming te geven van de ongeveer 4000
thans bekende zoogdiersoorten. De
schrijver merkt op, dat men in het
algemeen wei de interessantste en
meest representatieve soorten ver
meld vindt, hetgeen tevens de dieren
zijn, die het ernstigst door de mens
worden bedreigd.
Uitgeverij Ploegsma te Amsterdam
C. legt met dit werk veel eer in.
&e'