witte doek Toen de film per kilo werd verhandeld Simon van Collem haalt herinneringen op Land of Liberty' van DeMille Ziekenhuis Dame Margot Fonteijn voor de camera's DE NATU ZEGT: NEEN DE KRITIEK ZEGT: JA (MET GELUID) - Een buiten gewone foto-tentoon stel ling 400 gulden boete voor hoofdredacteur Aangevuld door Henry Noerdlinger Standaardwerk over bedreigde koogdie ren Hans van Bergen T ZATERDAG 14 MAART 1959 I'AGLNA 5 (Van onze filmredacteur) DAT DE TITEL van een film van doorslaggevende betekenis kan 2ijn voor haar succes bij het publiek, is een stelling, die vaak door Vchtzinnige lieden wordt betwijfeld, maar die in de praktijk meer malen haar deugdelijkheid heeft bewezen. In de grijze oudheid van het filmverleden de mannen met baar den, snorren en hoge boordjes schreven ongeveer 1910 boven hun Plechtstatige zakenbrieven en het bioscoopbedrijf was nauwelijks be gonnen zich aan de kermissfeer te ontworstelen heeft een zekere lieer Jean Desmet, wiens illustere naam nog steeds voortleeft in die van een hoofdstedelijk bioscooptheater, reeds aan lijf en beurs onder- vonden, dat een met overleg gekozen titel het verschil kan uitmaken lussen succes en mislukking. Wegens belediging en smaadschrift Stö. A LS een nijlpaard tegen u 1 gaapt, laat u niet misleiden. „Het houdteen onverholen dreiging in, eenzelfde waarschu wing als bij gapende apen voor komt. Het wil zoveel zeggen als: „nog één stap verder, en ik ga je te lijf!" In dierentuinen is dit ga pen ook veelvuldig te zien, maar daar is het langzamerhand ver anderd in een bedelhouding. Zijn de dieren pas in gevangenschap, dan zullen ze dreigend de bek openen bij het zien van mensen, zo dicht in hun buurt. Het pu bliek, dat achter de dikke tralies geen gevaar heeft te duchten en Het is natuurlijk altijd heerlijk, als men over een mondig college beschikt, dat voor ons uitmaakt, wat goed en niet goed is, wat artistiek is verantwoord of daar verre onder blijft. Wij kunnen er zo rustig passief bij blijven. Het scheelt ons bergen werk en hoofd brekens. En wat ook van groot belang iswij hoeven ons nooit meer in de vingers #te snijden; wij kunnen ons altijd beroepen op het oordeel van onze mondige broeders. Het amateurtoneel beschikt over een dergelijk college. Het keurt de uitgekomen stukken voor ons. En de resultaten worden neer. gelegd in een gezamenlijke catalogus van de NATU en het WKA, in welke catalogus alleen de stukken worden opgenomen, die volgens dat college aan de minimumeisen van artisticiteit voldoen. De niet opgenomen stukken kunnen wij dus rustig ongelezen laten. Zij zijn als minderwaardig door dat college ter zijde geschoven en dus dienen wij ze als vooruitstrevende clubs niet te spelen. Paris, stuk van onbegrijpelijke tegenspraak een „vragende" muil denkt te zien, reageert met een hoeveel heid versnaperingen. Waarna het nijlpaard heel spoedig leert, dat op zijn dreigement met wat lek kers wordt geantwoord, zodat dit waarschuwingssignaal wordt om gevormd tot een „bedelgaap". WERELDNIEUWS Genoemde heer Desmet, die in de tijd, aat de films per meter en per kilo wer- aen verhandeld, in Amsterdam een bios- c°op exploiteerde, welke zich onder de Velbelovende naam „Cinéma Parisiën" Vndiende, had de hand weten te leggen °P een voordelige partij celluloid, die ^°or hem onder de titel „Richard Wagner" ijls Kerstpremière in vertoning werd ge- Vacht. Hoewel de pianist, die voor <*e JJhJzikale illustratie moest zorgen en die ^lijkbaar noch Herr Wagner, noch diens Vroïsche muziek kende, er het hele re- Pertoire van de populaire familie Strauss teëenaan gooide, gaven de Amsterdam mers de voorkeur aan het café-chantant V de andere wereldse vermakelijkheden, daarover weldenkende mensen in die tijd "het gefronste wenkbrauwen spraken en met zure pen schreven. De heer Desmet zag direct in, dat die Vringe belangstelling onmogelijk een ge- v°lg kon zijn van een tekort aan kwalitei ten van het door hem aangeschafte mees terwerk. maar dat het aan de titel moest 'Sgen. Hij herstelde die fout en liet overal 'Slkleurige biljetten aanplakken, waarop Pet hooggeëerde publiek de vertoning ^erd aangekondigd van de film „Van Ka aimeester tot Millionnair", of „De Man •het de 'Magische Handen". En oten kwa den de Amsterdammers, van wie de éne Vlft een mondorgel «n de andere een har- monika bespeelde, in drommen kijken, ^ant iedereen wilde zich met eige nogen Vvan overtuigen, hoe een muzikant er in s'aagde zo maar miljonair te worden en Waarschijnlijk ook, of die magische handen misschien rake klappen zouden kunnen Pitdelen. Deze en dergelijke sterke verhalen kan men lezen in „Uit de oude draaidoos", ®6n bij de uitgeverij De Bezige Bij in Am- 'Vrdam verschenen boek van Simon van S°llem, die zich bij het grote publiek be kendheid heeft verworven met zijn gelijk- "amige televisierubriek. ..Simon van Collem toont zich een gezel- '8 en humoristisch verteller, die ont- jj'aan en ontwikkeling van film en bios- ,°opbed:rijf in Nederland hoofdzakelijk an de grappige kant bekijkt, hoewel hij ussen een paar kwinkslagen in belang wekkende en minder bekende dingen weet je vertellen over mannen als Christian I'ieker uit Drachten, Willy Mullens, wiens ,°°Pbaan begon als levende kogel en diens ?roer Albert, Anton Nöggerath nog een man, wiens naam voortleeft in het Am- J«rdamse theaterpark Gerardus van 5°y-en en de onvergetelijke Abraham fhschinski, die niet alleen bioscoopex ploitant was. maar ook de volmaakte gastheer, die in het door hem gebouwde naar hem genoemde theater niet alleen ijta oosterse prachtlievendheid uitleefde, maar daarmee ook gehoor gaf aan een leswijze van zijn voorvaderen: „Laten en oor. maar. ook de zool van uw j ,°et gestreeld worden door het goede, j °at de aarde en mensenhanden voortbren- i Sen". Een gedegen historisch overzicht en een i °lledig inzicht in de ontwikkeling van niet verwachten, maar het is zeer lees baar en met de. houding, die Simon van Collem ten opzichte van de film aan neemt kunnen we het over het algemeen eens zijn. Als we een aanmerking op dit rijkge- illustreerde boek maken, dan is het op de kwaliteit van de afbeeldingen en op de keuze ervan, waaruit een bepaalde voor keur blijkt, die in de tekst zelf fascine rend wordt aangeduid. Maar voor die keuze kan Simon van Collem niet aanspra kelijk worden gesteld, want daarvoor te kent Karei Beunis uit Amsterdam. Bij het fraaie boek is een grammofoon- piaatje van 45 toeren gevoegd in een mon tage van Tom Tholen met fragmenten van dialogen en liedjes uit een zevental Nederlandse films. Door middel daarvan kan men o.a liedjes van Louis Davids uit films aBlB,'ssnjn"„Dkl,J'eeeetateenn- uit films als „Bleke Bet" „De Jantjes" en de stemmen van Emma Morel, Lily Bouw meester, Sarah Hey blom en Wim Kan ho ren in de film „Pygmalion Van Cecil B. De Mille verschijnt dit jaar een autobiografie. Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft vanmorgen de 70-jarige hoofdredacteur van De Nieuwbrief Fabius wegens smaadschrift en belediging veroordeeld tot een geldboete van 400 subsidair 20 da gen hechtenis. Hij had in een artikel in zijn blad, dat ook als advertentie in een landelijke krant was geplaatst, waarin ge schreven werd over de zaak tegen majoor K„ o.m. uitdrukkingen gebruikt als Na zipraktijken en Gestapomethoden en voort zou hij jegens enige opsporingsambtenaren smaadschrift en belediging hebben ge pleegd. Het hof achtte bewezen, dat F. zich had schuldig gemaakt aan smaadschrift jegens de officier-commissaris bij de krijgsraad en dat hij de marechaussee had beledigd met de uitdrukking Gesta pomethoden. Van de overige tenlaste ge legde punten werd hij vrijgesproken of ontslagen van rechtsvervolging. De procureur-generaal had veertien da gen geleden een gevangenisstraf van drie weken gevorderd. De rechtbank had F. vrijgesproken, de officier van Justitie had een geldboete van 200 subsidair 20 da- „Land of Liberty" heet de filmdocu- mentatie een geschiedenis in beelden van de Verenigde Staten waaraan Cecil B„ De Mille werkte toen hij over leed. Deze film, waaraan het eerste deel, dat reeds gedurende 20 jaar bij het onder wijs wordt gebruikt, werd vervaardigd in 1939 ter vertoning op de New Yorkse Wereldtentoonstelling, zal door een van De Mille's naaste medewerkers. Henry S Noerdlinger, worden aangevuld met dé periode van 1939 tot 1959. Evenals voor het eerste in 1939 gemaakte deel van de film zullen ook voor het tweede door de gehele Amerikaanse filmindustrie bijdra gen worden geleverd. In de i°°P van dit jaar zal bovendien de autobiografie van De Mille verschijnen De Mille heeft tot aan zijn dood toe aan zijn mémoires gewerkt, zodat men thans niet veel meer heeft te doen dan het om vangrijke materiaal, dat hijzelf heeft ge schreven of gedicteerd, te ordenen en te redigeren. Dit zal, met toestemming en medewerking van de familie DeMille ge beuren door Donald Hayne. die gedurende de laatste veertien jaren de literaire me dewerker van DeMille is geweest. De baten van de autobiografie zullen worden gestort in het Cecil B. DeMille- fonds voor charitatieve, religieuze doel einden. 5 et filmbedrijf in Nederland tot aan de fitse bezetting mag men van dit boek Te Miinclien is een Japanse-filmfcstival.week gehouden, waarbij de filmsterren Keiko Okaua en Akiko Koyama aanwezig waren. Zij luisteren hier naar de muziek uit een Japans zakradiootje. Het is Dame Margot Fonteyn gelukt, beeft gedanst en gedanst, tot haar eer film „The Royal Ballet" volledig „in e can" (in het blik) was. Zeven tot qcU uren achtereen heeft ze in het Royal (jDera House. Convent Garden, twee zon- s Sen en een nacht lang in haar'ballet- ^hoentje gestaan. Wegens de tijdnood, ^srin men verkeerde de opnamen 0 °esetn klaar komen tussen de gewone vPvoeringen van de balletgroep en de °Drbereidingen voor de toemee door few Nieuw-Zeeland in moest de film in drie „zittingen" gereedkomen. Aan het einde van de laatste opname deden Margot Fönteyns voeten verschrik kelijk pijn. „De druk op de voeten van een danseres is enorm", verklaarde één der leden van het balletgezelschap. „Als je je schoenen langer dan een paar uur aanhoudt, kunnen er zelfs open wonden ontstaan. Ik begrijp niet, hoe Margot Fon teyn het heeft uitgehouden". Op de twee zondagen arriveerde Dame Margot om 9 uur 's morgens in het Royal Opera House, dat in een filmstudio was herschapen, in beide gevallen verliet ze het niet vóór middernacht. En na een normale voorstelling op een werkdag danste ze nog een hele, nacht het ballet „De Vuurvogel" voor de film. Haar voornaamste probleem, afgezien van haar pijnlijke voeten, was er voor te zorgen, dat haar spieren zich niet teveel ontspanden. „Als je voor het publiek in een zaal danst, voer je het hele ballet achter elkaar uit", verklaarde ze. „Maar voor de film, waarbij nooit langer dan tien minuten achter elkaar wordt opgeno men" moet je telkens wachten en als je dan niet oppast, vallen je spieren in slaap" De film „The Royal Ballet" bestaat, zoals reeds gemeld, uit drie balletten, die de Royal Ballet Company op haar re pertoire heeft, namelijk „Ondine". „De Vuurvogel" en de tweede akte uit het „Zwanenmeer". De film is opgenomen in opdracht van de Rank-organisatie door Paul Czinner die ook de film „The Bolshoi Ballet" maakte. Het is nog geen tien jaar geleden, dat fototentoonstellingen prak tisch uitsluitend werden bezocht door leden van amateurfotografen- clubs en hun aanhang. In de laatste jaren is er op dit gebied echter heel wat veranderd en misschien hebben tentoonstellingen als „The family of Man" en de jaarlijkse „World Press Photo" wel tot die verandering bij gedragen. Waarschijnlijker is, dat het groeiend en snél groeiend aantal camerabezitters de fotogra fie in de belangstelling van brede kringen heeft gebracht. Afgezien van enkele amateurfotografen, die hun liefhebberij heel ernstig namen, werden nog niet zo lang geleden fo to's gemaakt om de herinnering, vastgelegd op het „kiekje". Nu betere camera's praktisch voor iedereen bereikbaar zijn, worden er steeds meer foto's gemaakt om de foto-zelf, als resultaat van een schoonheidsbeleving. Hoe het ook zij, er komt belang stelling voor de fotografie en men kan dat afleiden aan het steeds toe nemend aantal fototentoonstellingen. LA CAVE INTERNATIONALE. In Amsterdam is op de hoek van Herengracht en Thorbeckeplein een eetauisje met de weidse naam „La Cave internationale", waarin al meer dan 50 maandelijkse fototen toonstellingen zijn gehouden. Deze maand hangt er werk van de foto journalist Lou van Kollem, werk van zeer bijzondere soort. In opdracht van Tussen de rails" heeft van Kollem verleden jaar een fotoreportage ge maakt over het leven in een modern ziekenhuis en ergens in het oosten van het land kreeg hij de kans, dat leven enkele dagen tot in de kleinste bijzonderheden mee te maken. Van Kollem, met zijn gevoelige Amster damse hart wijdopen voor de lijdende mens, keek en zijn camera keek mee. En hij fotografeerde geen sensatie, hij maakte geen plaatjes „die het ge garandeerd lekker dóen hij regis treerde slechts wat hij aan mense lijks rond zich zag gebeuren. Het menselijke lijden en de menselijke poging om dat lijden te verzaenten. geboorte en dood, die twee uitersten die in een ziekenhuis zo dicht bij el- kaar liggen, bezag hij als mede-mens die weet wat mede-lijden is en daar om kregen zijn foto's mets opge smukts van „die edele dokters en zus ters in hun strijd voor de lijdende mens", zij kregen ook met het sen sationele van „de blik achter de schermen", maar werden doodge- wone en juist daarom zo gevoelige en ontroerende getuigenissen. Getuigenissen van het lijden, van de geroutineerde accuratesse van verplegend personeel en medici, van het gewend-zijn, waardoor heen toen soms de spanning dringt van het mo- "^"n dóór alles heen en ondanks de vakkundige geroutineerdheid en za kelijkheid toch ook de liefde vooi het werk en de liefde voor de mens. Dit alles proeft de aandachtige be schouwer uit de foto's van Lou van Kollem en het is daarom, dat wij zijn tentoonstelling een der meest opmer kelijke vinden sinds lange tijd. En ook een der verdienstelijkste. Artis-Encydopedie Nu is het wel heel wonderlijk, dat een stuk van één van onze beste katholieke toneelschrijvers, namelijk van Jan Naay kens, tot deze ter zijde geschoven stuk ken behoort- Natuurlijk is het mogelijk, dat ook Jan Naaykens wel eens onder de maat blijft, hij kan vermoeid geweest zijn, de beste man; hij kan geen inspiratie gehad heb ben, terwijl hij toch wat verdienen wilde. Iedere schrijver produceert wel eens een mislukking. Maar het betreft hier zijn stuk: PARIS OF SPOT NIET MET DE LIEFDE. Een stuk. waar wijzelf zo weg van waren en dat ons zo goed gedaan heeft. Maar och ja, wij kunnen ons ook wel eens verkij ken. Herder natuurlijk dan bovengenoemd college, wam daar wordt het door meer gelezen, alvorens men tot een besluit komt. En als de lezers het niet met el kaar eens zijn. wordt het door geheel anderen weer opnieuw gplezen. Een ver gissing is daar dus bijna niet mogelijk. Daar zou een vergissing alleen kunnen steunen op onkunde van al die lezers te- samen. Maar dit ligt niet in de lijn der verwachtingen. Want allicht heeft men daar heel kundige lezers zitten in dat college. En toch is „Pans of spot niet met de liefde" afgekeurd. En wij hebben zelfs vernomen, dat men het. stuk opnieuw heeft laten keu ren op aandrang van enkele voorstanders van dat stuk. Maar ten tweeden male werd dit stuk afgekeurd. Wij zullen ons dan wel vergist hebben- Het stuk zal dan wel niks zijn. Maar laten wij nu de kritiek eens aan het woord. DE TIJD: (Fr. Stranger) „Het behoeft nauwelijks betoog, dat in een dergelijk stuk (als Paris bovenge noemd) alle elemneten aanwezig zijn voor een paar uur alleraangenaamst divertis sement. Jan Naaykens heeft er geen en kele ongebruikt gelaten. Het is een spel geworden, licht en snedig, in .Goldoniaan- se trant.." DE VOLKSKRANT: (Lambert Tegenbosch) „Paris is het meest fonkelende en gaaf ste blijspel, dat aan de pen van Jan Naaykens is ontvloeid". SINT JANSKLOKKEN: (Kees Spierings) „Nergens is het stuk geforceerd; de verwikkeling is logisch en natuurlijk; de karakters zijn gevarieerd en levensecht en de sfeer, zij is zo heerlijk vol van lichte ironie en de preutsheid van het fin de siècle met tevens wat weemoed en heimwee naar die gezapige tijd dat men vertederd wordt om al die ta fereeltjes als uit een oud familiealbum Jan Nayakens, maakte er la Goldoni een lichtvoetig, ondeugend, telkens ver rassend spel van vol vondsten en intrige en snedigheid". ANTOON COOLEN heeft dit spel een zeer charmant en kundig spel genoemd. DE KRO heeft het voor de televisie ge bracht en dat wil toch ook wel het een en ander zeggen. DE VOLKSKRANT schreef over deze te levisieuitzending: „In één woord verruk kelijk vonden wij de voorstelling, die gis teravond gegeven werd van de ontwa penende en radde komedie „Paris" van Jan Naaykens. Een in 1900 spelend stuk over de liefde treffend levendig in het tijdsbeeld geplaatst van een haast Franse lichtvoetigheid". U.K.D.: „Nog nimmer hebben wij op het, beeld scherm zo'n uitstekende door een Neder landse auteur geschreven komedie ge zien als gisteravond de kostelijke klucht van Jan Naaykens": „Paris". ALGEMEEN DAGBLAD: „De produktieve Brabantse schrijver Naaykens heeft gisteravond voor een ver rassing gezorgd. Zijn komedie Paris is vol fantasie, fijne spot en verantwoord realisme- HET VRIJE VOLK: „Onder de titel Paris schreef Jan Naay kens een allervermakelijkste komedie, die gisteravond als televisiespel een charman te opvoering beleefde.. NIEUWE DRENTSCHE COURANT: „Paris was een sprankelende komedie van Jan Naaykens. die onder de leven dige regie van Wim Bary een allerge- noegelijkste realisering kreeg.. DE TELEGRAAF: „Wim Bary heeft ons woensdagavond aangenaam verrast met een zwierige pre sentatie van een kluchtig blijspel van Jan Naaykens.. ALGEMEEN HANDELSBLAD: „Gisteravond was het de KRO die voor een verrassing zorgde met de uitzen ding van Paris van Jan Naaykens. Op een origineel stramien baseerde de auteur een speelse komedie.. Maar de NATU keurde het af. Waarom? Wij hebben horen verluiden, dat het WKA het met deze afkeuring helemaal niet eens is, tenminste Frits Bloemkolk niet. Hij schijnt, dit een stuk te vinden, dat absoluut op de gemeenschappelijke catalogus thuis hoort. Nou ja. wie zich niet in de vingers wil snijden, kan het stuk natuurlijk maar beter ongemoeid laten .Maar als de al gemene kritiek nu wel eens het gelijk aan haar kant heeft, dan ziet het er natuurlijk minder prettig uit. Want wie zegt. dat dit stuk dan het enige is. dat best is en toch werd afgekeurd en dat al die stukken die goedgekeurd zijn, ook werkelijk best zijn? Bijvoorbeeld het goedgekeurde stuk „Eksters rond het erf" vinden wij persoonlijk weer minder best, een beetje ziekelijk zelfs. Maar wij heb ben over dat stuk geen krantenkritieken. Ach, wat zijn al die krantenkritieken ook waard! Houdt u zich maar aan de catalo gus! Dit is een van de bijzonder veel wetenswaardigheden, die men aan treft in de pasverschenen „Artis-Die- ren-Encyclopedie". De titel van dit bijzonder mooi uitgegeven boekwerk is o.i. iets te weids, omdat het zich beperkt tot de zoogdiersoorten, al wordt een tweede deel, handelende over vissen, vogels en reptielen, in het vooruitzicht gesteld. Hebben wij bijzonder veel waarde ring voor de uitstekende behandeling van de stof door Artis-publicist H. van de Werken die er de volle medewerking van de Artis-staf voor genoot een zeer bijzonder compli ment verdient ook Artis-fotograaf J. Bokma, die in een 150-tal foto's ka rakteristieke foto's van de Artis-in- ventaris geeft. Sommige opnamen verkregen een bijzonder mooi effect, doordat zij tegen het licht in zijn ge nomen, waardoor een prachtige om lijning werd verkregen. Eerlijk gezegd winnen zijn foto's het nog van de zes kleurenfoto's die de fotograaf Sohulthess maakte van verscheidene dieren in hun natuurlijke omgeving en die een hele pagina beslaan. Slechts de plaat van de Koedoe-bok, in war me tinten kan wedijveren met Bok- ma's knapste shots. Had de schrijver veel steun aan de fotografie, een tweede hulpmiddel vond een bijzonder dankbare toepas sing, nl. dat van de tekenstift, die het de lezer mogelijk maakt, in één op slag de behandelde diersoort te loka liseren. Het gebied, waarin het dier leeft, is, gefilmd aangegeven op het betrokken werelddeel. De samenstellers hebben zelfs ge bruik gemaakt van nog een mogelijk heid, om de lezer toch maar zo góed mogelijk vertrouwd te maken met de behandelde stof, achter in het boek bevindt zich een 24-toerenplaatje, waarop tal van dierengeluiden zijn vastgelegd, waarbij de heer Van de Werken 'n verklarend woord spreekt. Wanneer men het plaatje draait be merkt men nauwelijks, welk een ge weldige moeite is besteed aan de com positie ervan. Als encyclopedisch werk is dit for se boekdeel alfabetisch opgezet. Er zijn 130 zoogdieren in vermeld; na tuurlijk was het reeds gezien de titel niet de bedoeling een opsom ming te geven van de ongeveer 4000 thans bekende zoogdiersoorten. De schrijver merkt op, dat men in het algemeen wei de interessantste en meest representatieve soorten ver meld vindt, hetgeen tevens de dieren zijn, die het ernstigst door de mens worden bedreigd. Uitgeverij Ploegsma te Amsterdam C. legt met dit werk veel eer in. &e'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 5