Wonderlijke keuringswegen
EN DE
Pracht en mysterie aan exotisch hof
naar
f annAtWisselillg bi^ Haassclie
Artistieke
ACTUALITEITEN
PRAATSTUKKEN
en toneelstukken
„Uitsluitend nobele en eerlijke
bedoelingen5
VÖIIIIvJj Comedie
„Politieke gronden"
Nog vier films met
Susan Hayward
Waarschuwing tegen
graden zonder waarde
Aantallen luisteraars en
kijkers in Nederland
Anton van der Horst
vervangt Van Beinmn
Realiste en droomster
rr
Nederlandse filmdocumentaire bekroond
Êt
Promoties aan de
Nijmeegse Universiteit
Gast bij menseneters
HIHb
Hans Roest
Wat is toneel, wat
praat-stuk?
Hans van Bergen
V B
ZATERDAG 21 MAART 1959
RAGEN A 5
Fred Astaire in nieuwe film
Nepal is een van de Himalayalanden. waarover nog altijd een
waas van geheimzinnigheid hangt. Het is voor blanken gesloten,
maar een jonge westerse vrouw is liet vergund geweest een tip vat;
de sluier op te lichten. Zij heeft over haar verblijf in Nepal een
opzienbarend hoek geschreven, waarin zij haar lezers niet slechts
een rustig kijkje in liet land \an koning Trihhoevana geeft, maat
zelfs in diens paleis 4500 voet hoog in de hergen. Zij heeft
namelijk enige jaren aan het hof van de oosterse vorst vertoefd en
deze ging zoveel vertrouwen in haar stellen en hechtte zo grote
waarde aan haar oordeel, dat er een diepe vriendschap tussen hen
ontstond. Vandaar dat Erika Leuchtag haar hoek met een aardige
woordspeling de titel ..With a king in the clouds" gaf.
Zojuist is een Nederlandse bewerking van dit relaas van Erika's
even realistische als fantastische avonturen verschenen. Dit boek
„Met mijn koning in de wolken" belooft hier evenals in Engeland
en Amerika een bestseller te zullen worden, waar de prachtige uiter
lijke verzorging (het is een deel uit de Forum-boekerij van Ad. M. C.
Stok te 's-Gravenliage) en de vele boeiende illustraties niet weinig
toe zullen bijdragen.
SUSAN HAYWARD
WÊmmm
Hl
HMB
FRED ASTAIRE
KO\ING TRIBHOEVANA
als op ee-n schaakbord
Palmes Academicpies
Twaalf
ongunstige
Ben Bakenia zegt in een recensie van liet stuk „De
Gezworenen" dat liet een praatstuk is. Niet in de
betekenis, waarin wij dit woord wel eens bezigen, want hij vindt
dit stuk overigens zéér knap en boeiend. Maar volgens hem zou dit
stuk geen echt toneel-stuk zijn, omdat er eigenlijk niets in gebeurt.
Omdat er geen handeling en geen actie in plaats zou vinden. Twaalf
mannen zitten er van begin tot het einde op het toneel en het enige
dat zij doen is: praten. Maar daarom behoeft het naar onze mening
nog geen praat-stuk te zijn, maar kan het wel degelijk een echt
toneelstuk zijn.
Literaire prijzen
Frans Hals
S
WERELDNIEUWS
Van onze filmredacteur)
De Centrale Commissie voor rle Filmkeuring in deze kolommen
werd daarop enkele weken geleden reeds gewezen bewandelt de
laatste tijd, om liet precies te zeggen: sinds het optreden van mr. D.
Bijdendijk als voorzitter van dit illustere orgaan, wonderlijke keurings-
wegen. Wegen, die des te wonderlijker zijn, omdat de heer Bijdendijk
hij het bepalen van zijn houding ten opzichte van de films zicli diep.
gaand blijkt bezig Ie houden met de vraag, of aan de vervaardiging ervan
„uitsluitend nobele en eerlijke bedoelingen" ten -grondslag hebben
gelegen. Een op zich loveils- en bewonderenswaardig zij het wellicht
niet helemaal terzake doend standpunt, dat echter tegen de achter
grond van sommige films, die waardig worden geacht om de Neder
landse bioscoopschermen te ontsieren, een min of meer hypocritische
indruk maakt.
DE FILM, die de heer Bijdendijk er
toe bewoog zich te gaan verdiepen in
het al dan niet aanwezig zijn van de
uitsluitend nobele en eerlijke bedoeling
van haar samenstellers, is de in Oost-
Duitsland vervaardigde documentaire
„Ein Tagebuch für Anne Frapk". Deze
film, die een vertoningsduur heeft van
slechts twintig minuten, toont met be
hulp van fragmenten uit oorspronkelij
ke oorlogsjournaals, hoe o.a. op het Jo
sef Daniël Meyerplein in Amsterdam
razzia's op Joodse Nederlanders werden
uitgevoerd, hoe de Duitse bezetters hun
slachtoffers in veewagens deporteerden
en hoe ze hen behandelden. Er zijn ori-
'ginele opnamen van concentratiekam
pen (Bergen-Belsen) en van tewerkstel
ling van dwangarbeiders bij de I.G. Far-'
ben Industrie. Daarnaast ziet men. weer
van originele journaalopnamen, wijlen
Heinrich Himmler, de „Reichsführer'
der SS en chef van de Duitse staatspo
litie. samen met enkele van zijn mede
werkers overeenkomsten tekenen voor
tewerkstelling van gevangenen, waarna
de film recente beelden toont van de
zelfde medewerkers, die nu weer hoge
posten in West-Duitsland bekleden en in
dure villa's wonen.
Met het dagboek van Anne Frank,
van wie enkele portret-opnamen worden
getoond, heeft de film niets te maken.
Maar het komt méér voor, dat titel
en inhoud van films elkaar niet hele
maal. of helemaal niet. dekken, zon
der dat daarom de „nobele en eerlijke
bedoelingen" van de makers aan de or
de worden gesteld.
Bij de keuring werd de film in eerste
instantie door de commissie unaniem
geschikt geacht en dus toegelaten. Deze
commissie die, als gebruikelijk, zo veel
zijdig mogelijk was samengesteld, be
stond uit 5 leden: een katholiek, een re
monstrant, een anti-revolutionair, een
liberaal en een socialist.
Volgens de Bioscoopwet mag een film
slechts ontoelaatbaar worden verklaard,
wanneer zij in strijd moet worden ge
acht met de goede zeden of de open-
SUSAN HAYWARD heeft verklaard,
dat ze nog hoogstens in vier films zal
optreden en zich dan met haar man,
Eaton Chalkney en haar twee kinderen
zal terugtrekken in Georgia.
Susan, van wie algemeen wordt aan
genomen, dat ze een Oscar zal krijgen
voor haar rol in de film „I want to
live" voegde aan deze verklaring toe:
„I want to live".
bare orde. De commissie meende, dat
hiervan geen sprake was, maar de voor
zitter, die zelf geen stemrecht heeft be
gon plotseling te twijfelen aan de „uit
sluitend nobele en eerlijke bedoelingen"
van de samenstellers, hoewel dergelijke
twijfels niet bij hem schijnen te zijn ge
rezen met betrekking tot films als „Une
Parisienne", „La Fille de Hambourg"
„A Question of Adultery". ..Onionhead"
„Anders dan jij en ik" en „Madeleine
telefoon 136211'. Met name ten aanzien
van beide laatste films werd in deze
kolommen reeds opgemerkt, dat 'n keu
ringslichaam. dat in dergelijke rolpren
ten nog 'n waarschuwend element meent
te kunnen ontdekken en ze om die reden
toelaat, echt te goed van vertrouwen
is en zichzelf als het hek van de dam
heeft genomen
Hoe dit ook zij, mr. Bijdendijk meen
de in het geval van de Oostduitse film
niet over één nacht ijs te mogen gaan
en maakte van het hem voor alle keu
ringen toegestane recht gebruik om voor
alle zekerheid een herkeuring te gelas
ten. De herkeuringscommissie, bestaan
de uit zeven leden van de meest uit
eenlopende richtingen, besloot unaniem
de film te verbieden.
Het gevolg is geweest, dat' twee in
Amsterdam woonachtige leden van de
oorspronkelijke keuringscommissie, de
katholieke mej. dra. H. I. Th. Buij-
tendijk en de remonstrantse heer J.
J. Zeldenthuis, hun ontslag uit de Cen
trale Commissie voor de Filmkeuring
hebben genomen, omdat zij 't onverenig
baar met hun geweten achten, zich zon
der meer neer te leggen bij de uit
spraak van de herkeuringscommissie.
„Misschien gaat de film mank aan
een ietwat eenzijdige zienswijze", aldus
de heer Zeldenthuis, „maar daar lijden
Amerikaanse films ook wel eens aan
en dan worden ze niet afgekeurd. De
herkeuringscommissie ls blijkbaar van
oordeel, dat de vertoning van deze film
afbreuk zou doen aan de goede betrek
kingen met de Duitse bondsrepubliek.
De afkeuring is dus volgens ons op po
litieke gronden geschied en dat laat de
Bioscoopwet niet toe. De film houdt een
waarschuwing in tegen hernieuwd anti
semitisme en door haar te verbieden
heeft de herkeuringscommissie partij
gekozen in de controverse tussen Oost
en West-Duitsland. Zelfs als men in de
bondsrepubliek aanstoot zou nemen aan
de film, dan nog meen ik, dat verto
ning in Nederland n>®t in strijd met de
goede zeden of openbare orde is"
De herkeuringscommissie daarente
gen is van oordeel, dat de figuur van
Anne Frank slechts is gebruikt om de
ware bedoelingen van de film te maske
ren: stemming maken tegen West-Duits
land. Zij acht de film wel degelijk in
strijd met de goede zeden en de openba
re orde, „omdat op tendentieuze wijze
bepaalde personen en bedrijven worden
beiicht, tegen wie een aanhitsing en
stilzwijgend een soort aansporing tot re
presailles onmiskenbaar is". Zij acht
de film door strekking, inhoud en opzet
„onoprecht, tendentieus, opruiend-per
fide en onwaarachtig". Kwalificaties, die
naar onze mening minstens evenzeer
zij het dan niet op het gebied van
de politiek, maar op dat van goede
zeden en smaak van toepassing zijn
op de reeds door ons genoemde films,
die zonder uitzondering door de katho
lieke nakeuring ontoelaatbaar werden
verklaard.
Tenslotte het standpunt van voorzit
ter, mr. Bijdendijk. „Ik wjl me niet
met politiek bemoeien, maar ik be
schouwde de film als 'n netelige. Ik zou
me kunnen voorstellen, dat vele Neder
landers na 't zien van de lilm er, zacht
gezegd, ernstig aan twijfelen, of da
Oostduitse vervaardigers uitsluitend
tegen een huns inziens voor de toekomst
gevaarlijke situatie hebben willen waar
schuwen, dan wel of zij misschien ook de
bedoeling hebben tweedracht in het
westen te zaaien. De hele zaak is uiterst
subtiel. Als de bedoeling van de film
en de makers ervan onverdacht waren,
als bet een Franse. Engelse of Ameri
kaanse film was geweest, zou er zeker
geen verbod zijn uitgevaardigd".
Maar wat „vele Nederlanders" zullen
denken na het zien van het soort door
ons gewraakte films schijnt de heer Bij
dendijk niet te interesseren. Of de bedoe
lingen van haar makers zijn, volgens
hem „onverdacht" en „uitsluitend nobel
en eerlijk"
Van de zijde van het ministerie van on
derwijs, kunsten en wetenschappen wordt
medegedeeld, dat in Nederland wordt
overwogen wettelijke maatregelen te tref
fen die praktijken zoals die van de instel
ling „Etudes Universitaires Internationa
les" onmogelijk zal maken. Deze te Vaduz
(Vorstendom Liechtenstein) gevestigde in
stelling geeft sinds vorig jaar in Neder
land de gelegenheid op zeer gemakkelijke
voorwaarden „doctorale examens" af te
leggen en te „promoveren"- Er wordt dan
voorgewend alsof de behaalde diploma's
en graden dezelfde rechtsgevolgen zouden
hebben als die van om het even welke
andere buitenlandse universitaire instel
ling. Het ministerie van onderwijs, kun
sten en wetenschappen heeft medegedeeld
dat de door genoemde instelling verleen
de titels en graden in Nederland geen en
kele wettelijke bevoegdheid geven.
Op 1 maart bedroeg het aantal aange
geven radio-ontvangtoestellen 2.519.287
tegen 2.506.396 op 1 februari. Het aan
tal aangegeven televisietoestellen steeg
in hetzelfde tijdvak van 418.084 tot
439.018.
Op 1 maart waren er 505.119 aangeslo
tenen op het draadomroepnet tegen
506.731 op 1 februari.
ERIKA
KONING VAN NEPAL
Eduard van Beinum, die thans herstel
lende is van een acute longontsteking, zal
de uitvoeringen van Bach's Mattheus-
Passion, door het Toonkunstkoor en het
Concertgebouworkest, op 20 en 22 maart
niet kunnen leiden.
Zijn taak zal worden overgenomen door
dr. Anthon van der Horst.
ql UV-&-W-
De jongedamedie op de linkse foto vriendelijk, maar t><>n tikje verlegen
zit te lachen, is Susan Stranks. De jongedame op de rechtse foto is Susan
Stranks. Toen de eerste foto werd genomen, was Susan tien jaar oud en
maakte ze haar debuut in de film Madeleinewaarin Ann Todd haar
oudere zuster speelde. Thans is Susan Stranks twintig en af gestudeerd aan
de Royal Academy of Dramatic Art. Ze krijgt haar eerste belangrijke rol
in „Sapphire", een thriller in. kleuren van Michael Relph en Basil Dearden,
als een jonge studievriendin van de vermoorde Sapphire". Susan, dochter
van scenarioschrijver Alan Stranks, kondigde de eerste dag dat ze in de
Pincwood-studio's werkte, haar verloving aan met Andrew Ray, de
24-jarige zoon van de Britse komiek Ted Ray. Susan is volwassen geworden
„Fanfare
Fred Astaire zal waarschijnlijk de
hoofdrol krijgen in de filmversie, die
Wordt gemaakt van het Broadway-suc-
ces „The Pleasure of his Company"
Hij zal de rol spelen van de wereldwij
ze vader, die na een leven vol reizen
en trekken terugkeert om getuige te zijn
van het huwelijk van zijn dochter en die
van zijn charmes als man van de wereld
°P zulk een wijze gebruik maakt, dat de
dochter haar verloofde ondraaglijk
saai en vervelend gaat vinden. Lilli
Palmer speelt de rol van de bozema-
ttia.
Tenslotte nog wat nieuwtjes uit de Ne
derlandse filmwereld. Het ministerie van
O.K. et! W- zal voor het Filmfestival,
dat begin mei in Cannes zal worden ge
houden, twee films inzenden namelijk
„Fanfare" van Bert Haanstra en „Tus-
selspel bij Kaarslicht" („Entr'acte aux
Chandelles") van Charles Huguenot van
der Linden.
De prijs voor de beste buitenlandse me
dische film, die was beschikbaar gesteld
door het Franse blad „La Presse Médi-
cale", is toch toegekend aan een kleu
renfilm over een borstoperatie, die is
vervaardigd door de heren Vervat, van
t Oever en Van Stolk van de stichting
„Universitaire Film" in Utrecht. De hoofd
besturen van de Vereniging Volksonder
wijs en van de Nederlandse Onderwij
zersvereniging hebben de cineast Max de
Haas opdracht gegeven tot het vervaar
digen van een voorlichtende film over het
openbare onderwijs.
Auteur van het script is de heer H. Wie-
lek. Produktie, regie en montage zijn in
handen van Max de Haas.
Gerard J. Raucamp van Carillon Films
te Rijswijk heeft onlangs in opdracht van
een Amerikaanse oliemaatschappij een
studiereis gemaakt, die hem o.a. naar het
Midden-Oosten voerde- Daarbij heeft hij
materiaal verzameld voor een scenario
over de wereldtankvaart dat daarna zal
worden verwerkt tot een kleurenfilm van
een half uur, bestemd voor vertoning in
ruim zeventig landen.
In deze film zal geen reclame worden
gemaakt voor olieprodukten, maar zal
de -nadruk worden gelegd op de mens, die
op de tankers vaart en op zijn verant
woordelijke taak om de olie te brengen
waar ze nodig is.
Aan de r.-k. universiteit hebben gister
middag twee promotics plaatsgevonden,
nl. die van de heer R. P. Hoogma. ge
boren to Kmmcn, tot doctor in de lette
ren en wijsbegeerte, en die van de heer
J. A. M. Cornelissens, geboren te Ilonte-
nissc tot doctor in de rechtsgeleerdheid.
Het proefschrift van dr. Hoogma. die
cum laude de doctorstitel verwierf, heeft
als titel „Der Tindfluss Vergils auf die
Carmina Latina EpigraDhica". Promoter
was prof. dr. H. H. Janssen, die grote
lof had voor de wijze waarop de pro
movendu's had onderzocht op welke ma
niet Vergilius zijn stempel op het literai
re oeuvre van zijn nakomelingen heeft
gedrukt. Door deze dissertatie heeft dr.
Hoogma' zioh gekenmerkt als een clas
sicus op internationaal niveau, aldus prof.
Janssen, die behalve de familie van de
jonge doctor ook het Dominicuscollege te
Nijmegen, waaraan dr. Hoogma leraar
is en de gemeente Nijmegen, waarvan
hij raadslid is, gelukwenste.
Het proefschrift van de heer J. A. M.
Cornelissens, heeft ais titel „Van indivi
dualistische naar i stitutionele vorming
van arbeidsvoorwaarden". Het geeft een
overzicht van de ontwikkeling van het
arbeidscontract en van de invloed van de
institutionele leer op de verhouding tus
sen werkgeveré en werknemers. De pro
motor prof. dr. F. J. H. M. van der Ven,
had lof voor dr. Cornelissens. die een
kernprobleem van het arbeidsrecht had
behandeld.
De acteur Luc Lutz heeft meegedeeld
dat hij het komende seizoen geen deel
meer zal uitmaken van de Haagsche Co
medie-
In tegenstelling echter tot anders luiden
de berichten staat het nu wel vast, dat me
vrouw Enny Meunier en de heer Hans
Croiset ook het volgend seizoen deel zul
len uitmaken van bet Rotterdams Toneel.
Eind 1948 ontving Erika Leuchtag het
dringende verzoek „de oudste koningin"
van Nepal te willen behandelen. De nog
jonge koning had namelijk twee gema
linnen en de eerste daarvan leed aan
jicht en reumatiek; de roem van Miss
Leuchtag als ongewoon be.kwaam masseu
se was zells tot Nepal doorgedrongen en
men verwachtte van haar redding.
Erika is echter niet alleen bekwaam,
zij is ook een ondernemende, fikse dame,
die zich niet door hoge bergen, barre ont
beringen en ook niet door intrigerende
hofdignitarissen laat afschrikken. Ieder
een raadde haar af naar het onherbergza
me. onvriendelijke land te gaan. waar
vreemdelingen vijandig worden bejegend.
Dit was voor Erika reden genoeg om
juist wél te gaan en zo begon voor
haar een onvergetelijk avontuur, waar
over zij zo meeslepend vertelt, dat men
het boek eerder als deelgenoot dan als
toeschouwer leest.
Ja, wat zij kan vertellen, deze vrouw,
die genoeg werkelijkheidszin bezit om
zich geen zand in de ogen te laten strooien
maar die ook nog zoveel kinderlijk ge
loof aan het sprookje heeft bewaard, dat
zij met geboeide, verwonderde aandacht
vreemde geheimzinnige dingen kan gade
slaan. Zij werd plotseling geplaatst in een
oosters paleis, dat zo goed als volkomen
van de buitenwereld was afgesoten.
En in dit paleis kwamen haar twee
eigenschappen haar goed van pas. Zij be
vond zich temidden van vorstinnen en
hoogwaardigheidsbekleders met als
eenzame figuur daarin de koning, op wie
altijd een harde dwang rustte. Hij was
veeleer de gevangene een koning op
het schaakbord, die wordt voortgeschoven
door sommigen, waarna anderen een te
genzet beramen. Erika vatte direct een
grote sympathie voor hem op. Met niets
ontziende oprechtheid plaatste zij zich
achter hem. Zij gaf hem raad en hij luis-
terde naar haar.
Dit was natuurlijk het begin van al- i
lerlei verwikkelingen en nieuwe intriges, i
Verbeeld u: de koning luistert, naar een
vrouw en dan nog wei naar een blanke j
vrouw! Het was genoeg voor 'n stille pa- j
leisrevolutie; maar Erika ging onbewo
gen haar weg en dat dwong toch wel
respect af.
Intussen genoot Miss Leuchtag met vol
le teugen van het exotische land met zijn 1
mysterieuze schoonheid en wonderlijke ge
bruiken. Zij observeerde de mensen, met
wie zij in aanraking kwam en zij geeft
van hen een levendige beschrijving.
Wat mij vooral aantrok in het boek (en
dus in het optreden) van Erika Leuchtag
is, dat zij zich niet als verlichte wester
se ee-n die het weet! gedroeg, maar
als iemand die openstond voor al het scho
ne fascinerende, dat in dit land zo volop
te vinden was.
Het boek heeft, helaas' een triest einde.
In 1955 overleed de koning, ver van zijn
land. Maar in haar meeslepende boek
heeft Erika Leuchtag een piëteitvol en
waardig monument voor hem opgericht.
Ook de Tadema's Bob, de schrijf
ster en haar echtgenoot, de tekenaar Au-
ke zijn niet voor een kleintje vervaard.
Samen zijn zij Centraal Afrika ingetrok
ken om daar onder onbeschaafde volken
de mens te zoeken. Want dit veeleer dan
het avontuur is de drijfveer van hun lang
durige en moeizame reis geweest. Zij zijn
onder meer de gasten geweest van kan
nibalen en hun reisverhaal draagt dan
ook de titel „Wij aten bij menseneters".
Opwindend en spannend waren de avon
turen van de Tadema's zeer zeker, maar
gelukkig is er geen sprake van sensatie
zucht. De schrijfster wil zelfs de schijn
daarvan vermijden en ze haast zich iede
re legende bij voorbaat onmogelijk te ma
ken. Haar enthousiasme en belangstelling
staan haar nuchterheid niet in de weg
en zij ziet haar vrienden de kannibalen
zoals dia zijn.
„Tussen haakjes: zij verorberen geen
blanken en zijn in de wandeling alleraar
digste mensen die mij hele boeketten van
witte haneveren ten geschenke gaven. Het
is vooral mijn bedoeling met dit boek eens
iets anders te geven dan die eeuwige ge
tikte verhaten van tovenarij en 'griezelig
heden. die er natuurlijk wel zijn".
Ik vind „Wij aten bij menseneters" het
beste van de Nederlandse boeken die er
sinds d<? oorlog over reizen door Midden-
'Vfrika zijn geschreven. Het is boeiend en
beeldend, informatief en documentair
het is vooral ook nuchter en tegelijk diep
menselijk. Behalve vele foto's zijn knappe
tekenisgen van Auke Tadema opgeno
men.
Een zeer bijzonder Forum-boek is voorts j
„De handen spreken", waarin Chandu een
eenvoudige handleiding tot het bestude
ren van de wetenschappelijke handlijn-
kunde geeft.
Dit is een geheel nieuw gebied voor
mij en ik moet zeggen, dat het mij met
de allergrootste belangstelling heeft ver
vuld. Deskundigen hebben mij verzekerd,
dat Chandu's werk zeer betrouwbaar en
bruikbaar is, zonder hocuspocus.
Iets geheel anders en nieuws is de in
teressante, waardevolle „Schoonheidstri-
iogie voor de vrouw", aangevuld met een
niet minder waardevol boek „Doe hel
kalm an, man".. De Deense Oiga Gol-
back is een zeer kundige, internationaal
vermaarde schoonheidsspecialiste wier
tijdschriftenartikelen en boeken in tal van
landen gretig worden verslonden door
tienduizenden vrouwen die naar schoon
heid streven zonder te hoge onkosten.
Deze boeken, waarvan de afzonderlijke
titels luidan: „Het leven begint met 17",
„Zó blijven wij jong" en „Schoonheid kent
geen leeftijd" brengen ons de schoonheids
verzorging langs nieuwe wegen. Olga Gol-
back geeft de dames vele adviezen om er
op haar „best" uit te zien. Bovendien zijn
de meeste recepten, die zij aanbeveelt,
heel goedkoop en zelf klaar te maken. Zij
doet talloze middelen aan de hand om er
verzorgd uit te zien en bepaalde ontsierin
gen weg te werken.
Bij deze vrouwentrilogie, is ook de man
niet vergeten. In het pittige boekje „Doe
het kalm an, man" wordt de heer der
schepping pijnloos op de snijtafel van ve
le ware en ingebeelde ziekten genezen
door het gezonde verstand. De vier boeken
vormen in een smaakvolle cassette, een
ongeëvenaard geschenk.
Prof. Guilhou, president van L'In-
sititut Francais te Amsterdam en bij-
Hei onderscheid tussen 'n echt toneel-
en alleen maar een praatstuk lijkt ons
nogal voor de hand liggend.
Toneel vereist wel degelijk, dat er wat
gebeurt. Heel veel gebeurt zelfs. Er moet
een conflict zijn en een groei van het
conflict en iuteindelijk een oplossing.
En als er niets op het toneel gebeurt
en er geen conflict aanwezig is, dat groeit
en uiteindelijk tot een oplossing komt,
maar als er alleen maar gepraat wordt,
dat zegt men: dit is geen echt toneel
stuk. maar een praat-stuk.
Goed. maar hiermee zijn we er nog
niet. Want dit wil nog lang niet zeggen,
dat een stuk. waarin alleen maar gepraat
wordt, ook beslist een praat-stuk is. Het
U alleen dan maar een praat-stuk, als er
ook werkelijk niets in gebeurt, als er geen
conflict in is, dat groeit en tot een op
lossing komt.
Wij zullen de zaak even anders stellen.
Wij kunnen ons bijvoorbeeld heel goed
een echt praat-stuk indenken, dat eigen
lijk niet veer meer met toneel te maken
heelt.
Bijvoorbeeld een stuk, waarin zich een
theologisch dispuut ontwikkelt. Het stuk
kan dan zeer knap zijn en eveneens zeer
interessant, maar het bevat meer een
verhandeling dan een gebeuren. Het con
flict is dan, dat men aanvankelijk tegen
over elkaar stond en elkaar uiteindelijk
vindt. Er komt dan een vraagstuk tot
een oplossing in plaats van een gebeu
ren, een handeling, een conflict.
Een dergelijk praat-stuk kan zeer zeker
zijn recht van bestaan hebben Hoogst
waarschijnlijk zal het echter nooit de mas
sa boeien, omdat het dikwijls zeer veel
ontwikkeling vraagt, om het te kunnen
volgen.
Maar nu het stuk: De Twaalf Gezwo
renen. Inderdaad zitten van begin tot het
einde twaalf mannen op het toneel, die
zich zelfs bijna niet van hun stoel ver
heffen, doch enkel maar praten.
Mag men dit stuk nu ook een praat
stuk noemen? We zullen Ben Bakema in
zijn recensie even zelf aan het woord la
ten:
„Twaalf mannen uit de meest uiteen
lopende sociale milieus hebben (als jury.
zoals het in Amerika de gewoonte is)
het geval te beoordelen van een jongen,
beschuldigd van moord op zijn vader.
Van deze twaalf zijn er aanvankelijk
elf overtuigd van de schuld van de ver
dachte. Eén echter is het nog niet ge
heel eens met zichzelf een architect, een
gevoelig en intelligent man, die zich
bewust is van de enorme morele ver
antwoordelijkheid. En deze weet bij
alle anderen de kiem van twijfel te
zaaien, totdat na twee uur worstelen
met elkanders verschil in inzicht een
geestesgesteldheid de twijfel, wat er
met de jongen gebeuren zal, is uitge
bannen".
Hier is me nogal geen conflict aanwe
zig! Een conflict tussen twaalf mannen
opgesloten tussen de viere kale muren
van een jurykamer. Elf zeggen er „ja"
schuldig, dus de dood voor dejongen.
Een zegt er: „ik weet het zo net nog niet"
dus nog een kans voor de jongen op le
ven
„En al deze twaalf mensen brengen
ook hun problemen, hun door omstan
digheden, milieu, geestelijk klimaat,
sociate achtergrond en status gevorm
de kijk-op-het-ieven mee. En die pro
jecteren zij vaak (zij het onbewust) op
het onderhavige geval. Met andere
woorden, zij laten hoe kan het ook
anders hun persoonlijke grieven
en inzichten een bepaalde rol spelen
bij het. vormen van hun uitspraak".
Dus niet alleen: wat een conflict, maar
ook: wat een spelersmateriaal! Alle
twaalf staan min of meer tegenover elkaar,
wat mentaliteit, wat verantwoordelijk
heidsgevoel, wat meeleven met de jongen,
wat oordeelkundigheid betreft etcetera.
Wat een conflicten kunnen hieruit .voort
vloeien. Wat een spanning kan hieruit
oprijzen.
En wat is er niet allemaal gebeurd,
als na twee uur praten het stuk ten ein
de is? Elf mensen, elf mannen zijn van
hun voetstuk gestoten, totaal van mening
veranderd. Er heeft een volkomen omme
keer in hen plaats gegrepen. De conclu
sie moest volkomen eensluidend zijn, want
anders zou er een nieuwe jury gevormd
moeten worden en zelfs misschien een
heel nieuw proces moeten plaats vinden.
En in twee uur heeft de ene man die
twijfelde, alle anderen met zich mee we
ten te krijgen, zodat zij uiteindelijk una
niem van hetzelfde oordeel zijn.
Wat komt het er op aan, of bijna nie
mand zelfs van zijn stoel opstaat? Moet
lopen, een deur binnen komen en weer
uitgaan dan de handeling bepalen? Er
is geen beweging in dit spel. maar wel
handeling, wel actie!!
Het stuk zit boordevol actie! Het vangt
aan mat eon geweldig conflict. En het
conflict groeit en stapelt zich op tot een
geweldige dreiging, totdad het uiendelijk
zijn oplossing vimdt en het conflict tot
rust gekomen is en de dreiging tot ieders
grote voldoening en verademing is weg
genomen. Dit is onzes inziens toneel tot en
met!
Een praat-stuk kan zeer interessant
zijn, maar het zal niet ontroeren, hetgeen
wezenskenmerk is van het toneelstuk.
Ben Bakema schrijft verder:
„Van stond af aan is er een beang
stigende sfeer van benauwing van broei-
ige beklemming, van scherpe mense
lijke tegenstellingen en gespannen ver
houdingen. De juryleden zijn humeu
rig want de onweerachtige atmosfeer
en de verstikkende hitte zijn niet bepaald
bevorderlijk voor een opgewekt hu
meur. Zomin als de taak, die van hen
geëist wordt. Zo krijgt dit stuk van
meet af aan al de onheisldreiging mee,
die ook de „thriller" kenmerkt. Men
ondergaat ademloos de loop de rge-
beurtenissen (gebeurtenissen!) en is
getuige van de soms zeerhoog lopen
de discussies."
Maar als dit dan nog geen echt toneel
is, wat is dan echt toneel, zelfs in de
meest strikte zin van het woord? Als er
in één stuk iets gebeurt, dan is het toch
wel in dit stuk. En handeling behoeft niet
noodzakelijk beweging in te sluiten. In
menig „praat"-stuk kan daarentegen
misschien zelfs heel veel beweging zit
ten, hoewel er bijna van handeling geen
sprake is.
zonder hoogleraar in de Franse taal
en letterkunde aan de universiteit
van Amsterdam, heeft heden namens
de Franse ambassadeur die verhin
derd was aan prof. dr. W. Asselbergs
van de r.-k. universiteit van Nijme
gen wegens diens grote verdienste
voor de Franse cultuur de „Palmes
Académiques", een bijzondere Franse
onderscheiding, uitgereikt.
De in 1951 gestichte Marianne Phi-
lipsprijs is dit jaar toegekend aan de
heer R. Blijstra voor zijn gehele
schrijversoeuvre, in het bijzonder om
zijn kwaliteiten als novellist, reisbe
schrijver en essayist over letteren en
architectuur.
De jury bestond uit mevr. Jeanne
van Schaick Willing en de he
ren prof. N. A. Donkersloot en H. J.
Smeding.
B. en W. van Amsterdam hebben
besloten op advies van de jury voor
de poëzie-prijzen-1958, bestaande uit
mej. Jo Landheer en de heren Hans
Andreus en Han G. Hoekstra, met
een prijs van 250,te bekronen
het gedicht „De Stoel" van Gabriël
Smit, gepubliceerd in de bundel „Ik
geloof", en het gedicht „De mensen
zijn geen goden" van Gerrit Kouwe-
naar, gepubliceerd in de bundel „De
ondoordringbare landkaart".
„De Apostel Lucas" en „De Apostel
Johannes", twee schilderijen van
Frans Hals waarvan men totnogtoe
meende dat ze verloren waren ge
gaan, zijn dezer dagen in de opslag
plaats van het Staatsmuseum voor
Westerse en Oosterse kunst te Odessa
aan de Zwarte Zee teruggevonden,
zo meldt het Russische persbureau
Tass.
De Russische deskundigen Irina Lin-
nik en Joeri Koeznetsof van de Le-
ningradse Hermitage deden de ont
dekking, toen ze schilderwerken be
studeerden die het museum nog in de
opslagplaats bewaarde.